b Itifctk Coirit" ïfweede Blad mr PE OMGEVING Vrijdag 6 April 1923. VERKIEZINGSDAGEN. volgende week moeien alle ;rcn kiezeressen in Nederland naar Blenibus. Moeten is het juiste woord, it ook voor de Statenverkiezingen geldt Letteiijke stemplicht, lel schijnt echter niet overbodig, daar )g eens zeer nadrukkelijk te wijzen, „Ctr." terecht. jcr en daar werd, naar men ons me lde, bij propaganda en huisbezoek jvaring opgedaan, dat or een zeker jrstand bestaat. Voor de a.s. verkie- üJL zou de wet niet meer tot stemmen, et[ Bever tot opkomen ter stembus ver en. Uieht is deze misvatting voor een l te verklaren uit hetgeen er bij jmgstc grondwetsherziening met be- jng tot dit instituut heeft plaats ge- i verder is misschien ook van in- e minder gelukkige wijze, waarop taldelijk daarover, of liever daarte- ;eschreven werd. Het komt er niet j aan, of men al dan niet gaat en, zoo hoort men in sommige krin erluiden i komt er natuurlijk wél op aan. |dat niet slechts uit principieelo over maar evenzeer krachtens wet je verplichting. e zonder geldige reden bij de a.s. van de stembus wegblijft, edt de wet en kan of zal daarvoor mtwoording worden geroepen, men onzerzijds de kiezers daarop I. En aldus een misverstand weren, i en voor ons onaangename gen en ongewenschto verrassingen het zioh brengen. s nog een misverstand. Een lezer „Ik woon thans in Noord- j»d, doch ik sta steeds nog in mijn woonplaats, een gemeente in ^-Brabant, op do kiezerslijst. Mijn i kan ik moeilijk in den steek q bovendien de reis is erg duur. Is li wel zóó heel erg als ik verzuim? i bezwaren zijn er immers de meerderheid in de Staten [Brabant blijft immers toch rechts?' li laatste zit het misverstand. Want 1 geldt op zeer bijzondere wijze band, dat tusschen Provinciale Eerste Kamer bestaat. Tot hc- de verkiezing voor de Eerste fc oen zaak, die elk Statencollege af- jlijk aanging. ihtscbe meerderheid in een Sta- |ge gaf uitsluitend rechtsche Eerste den; een linksche meerderheid - indien men de jongste stemming, war liep, er buiten laat l dat geen andere dan linksche fcn werden gekozen. Of de meer- fl groot, de minderheid klein was, |geon verschil. Ibrabantsche Staten zouden bij fnore katholieke meerderheid even ji Katholieken naar de Eerste Ka- ben gezonden; de rechtsche min- Izog iets grooter, in Groningen of toch geen succes hebben kunnen Bok de Eerste Kamer straks volgens predig kiesrecht gaat worden ge- stem van een Statenlid, en Islem van eiken kiezer van invloed |Noord-Brabant is het niet langer hoe groot het aantal katho- lalenleden is, en voor Groningen en piel, of men de minderheid weet peren. blom kan gewicht in do schaal leg hel oog op de verkiezingen voor c Kamer. Dit moet den kiezers oorgehouden en ingeprent. Do l is ook en voor alles een stem de Eerste Kamer, provincie als Zuid-Holland, den uitslag der Statenverkie- beslissing over 10 Eerste- "hing, heeft men dit altijd wel begrepen. In andere provincies was het verband niet zoo duidelijk, bestond het verband niét altijd. Voor het vervolg geldt het voor heel het land. Elke slem,waar. ooi: uitgebracht, kan van invloed zijn, is van invloed. Men late dus overal en het zwaarst deze overweging gelden, om tot een trouwe, een-parige opkomst naar de stem bus te nopen. De inzet van den verkiezingsstrijd is, zegt bet „Hsg." terecht, breed opgezet: 't behoud van een rechtsche meerderheid in dó Eerste Kamer. I WARENWET. In „De R.-K. Werkgever" schrijft de heer A. van den Dries een opmerkelijk artikel ovef de Warenwet, die gemaakt is tot wering van artikelen, die ondeugde lijk zijn van samenstelling: Omtrent de vraag wat te verstaan is onder „ondeugdelijk van samenstelling", laat de wet zich niet uit. Raadpleegt men arresten van den Hoogen Raad dan blijkt, dat hieronder is te verstaan, een zoodanige samenstelling, welke niet vol doet aan don minimum-eisch, welke aan eet- en drinkwaren mag worden gesteld. Sehr. betoogt nu, dat het college van directeuren van Keuringsdiensten, in plaats van zich in hoofdzaak tot het op sporen van overtredingen to beperken, (zooals de wet eigenlijk wil), zich meer en meer gaat opwerpen als de wetgever op het gebied van de samenstelling van levensmiddelen: „De directeuren der Keuringdiensten hebben zich vereenigd tot een zich noe mend college van directeuren van Keu ringsdiensten, dat zich zelf wetgevend ge zag op het terrein van het levensmiddelen- bedrijf toekent. Dit college decreteert al dan niet in overleg met een groep be langhebbenden, wat deugdelijke samen stelling eener waar is, hoe die waar moet genoemd worden, hoe het etiket er moet uitzien, wat de inhoud moet zijn Yan een pakje of een pot. En bij het vaststellen zijner decreten stoort het college zich niet aan de normen voor deugdelijke samen stelling blijkende uit do arresten van den Hoogen Raad." „Men gelooft en vertrouwt, dat, wat de Keuringsdienst verlangt, eisch is der wet en. vreest bij verzet dit naar mijn.meaning ten onrechte de wraak, van den Keu ringsdienst. Van dit vertrouwen en deze vrees maken Keuringsdiensten onder lei ding van het collego, misbruik, tot het voe ren van een schrikbewind. Zij doen die volmaakt te goeder trouw. Zij zijn over tuigd van de voortreffelijkheid hunner inzichten en de noodzakelijkheid van hun gezag." „Wie intusschen nog steeds scheiding van wetgevend, uitvoerend en rechtspre kend gezag als beschavingswinst be schouwt, vraagt zich af ol liet wel goed gezienïrrtavnncteWTJEPHSctncpiruUpp hoofden der laboratoria ook de leiding van den dienst als politiemstelKng op te dragen. En of het niet noodig wordt do maatschappelijke taak der Keuringsdien sten te scheiden van het wetenschappe lijke werk en de leiding daarvan op te dragen aan personen van een andere men taliteit dan die, welke verschillende der tegenwoordige functionarissen voor die taak blijkbaar minder geschikt maakt." „Handel en industrie hebben het ook zelve in hunne macht zich aan de voogdij, die het college van directeuren van Keu ringsdiensten over het bedrijfsleven tracht uit te oefenen, té onttrekken. Daartoe hebben zij systematisch elke buitenwette lijke ambtelijke bemoeiing met .het be drijf af te wijzen en zich niet te storen aan hesluiten of afspraken van .dat col lege. Ook niet bij beweerde ondeugdelijke samenstelling eener waar, doch dan dia samenstelling uitsluitend te toetsen aan de cischen, zooals die uit de rechtspraak bljiken. In een groot deel der gevallen 'zullen deze zijn de mmimum-eischcn van het handelsverkeer." Het conflict in de Haariemsche R.-K. Kiesvereeniging. De R.-K. Kiesvereeniging te Haarlem hield Woensdagavond een druk bezochte vergadering om te trachten het conflict tot oplossing te brengen, wat was ontstaan, naar aanleiding van den uitslag van de stemming over de groslijst. Deze uitslag had ontstemming, ge wekt, doordat een deel der Candida ten naar achteren was ge schoven. Een tiental candidaten hadden bedankt: de overige tien wenschten te be danken deels onvoorwaardelijk, deels als de vergadering daartoe den wensch zou te kennen geven. Dat om een bevredigde op lossing te krijgen. De heer v. Granenburgh verzette zich tegen terzijde legging van de eenmaal reglementair vastgestelde candidatenlijst en stelde voor die candidaten te verzoeken niet te bedanken en de andere candidaten te vragen hun plaatsen weer in te nemen. Een discussie ontstond over dit punt, waarbij eenige eerw. heeren geestelijken aandrongen op handhaving der eenheid in de R.-K. Partij. Ten slotte werd met handopsteken door de meerderheid der vergadering besloten de candidaten te verzoeken hun plaatsen beschikbaar te stellen, aan welk verzoek door de candidaten werd voldaan. Daarna werd aangenomen het voorstel van het bestuur om het bestuur s- advies te handhaven op dezelfde wijze. De definitieve candidatenlijst luidt nu als volgt: 1. Mr. J. B. Bomans; 2. mr. J. N. J. E. Hcerkens Thijssen; 3. M. L. A. Klein; 4. W. J. B. van Liemt; 5. G. P. H. Castricum; 6. G. H. Kueven; 7. J. H. Vis ser; 8. F. Keesen; 9. H. J. L. Klein Schip horst; 10. mej. van Looy; 11. P. de Rooy: 12. Th, G. C. Hooy; 13. J. B. Dijkman: 14. J. K. van Oosten; 15. H. J. M. Bartels; 16. R. G. Donzen; 17. mej. v. Kervelaar; 18. J. Kamerbeek; 19. G. Kljin; 10. G. P. Kerkvliet. Do heer v. Granenburgh uitte zijn groo- te ontstemming over de wijze, waarop een reglementair vastgestelde lijst werd onge daan gemaakt en meende, dat dit funeste gevolgen zal hebben. Vele dames en heeren bedankten staande de vergadering voor het lidmaat- scap der kiesverecnigign. De heer Janzen bedankte als eerelid der R.-K. Kiesvereeniging. Tal van aanwezigen verlieten de verga dering. De lieer Bomans hield een causerie over „Gemeente-politiek". De strijd in het bouwbedrijf. Woensdagmiddag heeft een bespreking plaats gevonden tusschen vertegenwoordi gers van de patroonsorganisaties in plaat sen, waar conflicten zijn ontstaan, ver- tcegenwoordigers van de arbeidersorgani saties en vertegenwoordigers van den patroonshond. De bespreking leidde er toe, dat besloten werd, dat Zaterdag een nieuwo conferentie gehouden zal worden tusschen de hoofdbesturen van de pa troons-- en arbeidersbonden. Op deze con ferentie zal de mogelijkheid worden over wogen, opnieuw tot oen contract voor het gehoele land en daarmede tot een eind van de conflicten te kunnen komen. 3£en schrijft van werknemerszijde aan de „N. R. Ct.": hebben besloten in hun vergadering van Donderdag 29 Maart, de leden te verplich ten, individuéele contracten te laten tee kenen, was oorzaak, dat de arbeidersorga nisaties besloten, in huishoudelijke verga- gaderingen haar houding daartegenover le bepalen. De Algem. Néderl. Bouwvakar beidersbond vergadert vanavond. Op de heide reeds gehouden vergaderingen werd onder grooto geestdrift en met algemeenne stemmen besloten, te weigeren individueele contracten to teekenen, die afwijken van de overeenkomst met den R.-K. Bond van Bouwpatroons. Interparlementaire Unie. De voorzitter van de Tweede Kamer, mr. D. A. P. N. Kooien, en het lid dier Kamer mr. V. H. Rutgers zijn naar Bazel gegaan om als leden van het bestuur der Inter parlementaire Unie de vergadering van de Unie bij. te wonen. ALPHEN AAN DEN RIJN. Gemeenteraad. De raad dezer gemeente vergaderde gis termiddag to 2 uur. Voorz. Weth. Joh. Vlasman, loco-burge meester. Afwezig de heeren Verduijn en Koren. De Voorz. opent met gebed, waarna de notulen der twee vorige vergaderingen on veranderd worden vastgesteld. Ingekomen was o. m. een schrijven van Ged. Staten, behelzende een afschrift van het Kon. besluit, waarbij de heer dr. H. J. Lovink is benoemd tot burgemeester dezer gemeente. In verband biermede deelt de Voorz. mede, dat de installatie zal plaats hebben op 16 April, des middags te half drie in de trouwzaal van het gebouw aan de Julianastraat. Verder was ingekomen een schrijven van Ged. Staten, waarbij zij hun goedkeuring onthouden aan het besluit tot heffing van een pensioenbijdrage van de gemeente ambtenaren. B. en W. stellen dus voor hel voorstel van B. en W. inzake premievrij pensioen aan te nemen. De heer v. Dijk vraagt, of er in deze geen beroep mogelijk is bij een hooger college. De bewering van Ged. Staten, dat de gemeente het best kan betalen, noemt spr. van nul en geener waarde. De secretaris doet vervolgens voorlezing van een motie, aangenomen op een verga dering van den Alph. Best. Bond inzake to lage uitkeering aan werHoozen, met ver zoek den Minister van Arbeid te vragen om rijksbijdrage. B. en W. stellen voor deze motie voor kennisgeving aan te ne men. De heer De Wolf verdedigt deze motie en vraagt B. en W. pogingen te doen om regeeringssteun te verzoeken. De heer Noomen protesteert tegen den aanhef van de motie en ontzegt den A. B. B. het recht om te zeggen, dat hij de ar beiders vertegenwoordigt. Wat de kwestie beleeft, spreker begrijpt niet, waarom B. en W, geen pogineen aanwenden, om te trachten een dergel ijken steun te verkrij gen. Ook de heer Ranke meent, dat er geen bezwaar is om een dergelijk verzoek toe don Minister te richten. TTot voorstel NoomenDe Wolf wordt ten slotte verworpen met 103 stemmen. Voor de heeren Ranke, De Wolf en den Hertog. Tot lid van het stembureau district V wordt benoemd de lieer v. Diest, zulks in plaats van den heer de Jong. Ingekomen is een verzoek van drie muziek- en zangvereenigingen om vergun ning tot het plaatsen van een muziektent in het Burgermeester Visserpark, met ver zoek eventueele schade, die wordt aan gebracht, voor rekening der gemeente te nomen. Verschillende leden meenen, dat de overblijvende ruimte in het park veel te klein zal worden, zoodat er geen volk ge noeg in zal kunnen. De heer Herngreen wilde voorloopig voor één jaar toestemming geven, be nevens f 50.subsidie. Dit voorstel wordt hierna z. h. s. aange nomen. Hierna is de agenda aan de orde: i- .Voorstel va-n B. en W. naar aanlei- dinK vai. 1. Wr P. J. Oosthoek te 's-Gravenhage om vergunning tot straataanleg. Z. h. s. aangenomen. 2. Verzoek van den heer D. ten Gate Brouwer om wijziging van 't raadsbesluit d.d. 14 September 1922 tot medewerking in de oprichting en exploitatie van een overdekte bad- en zweminrichting met voorstel van B. en W. B. en W. stellen voor niet op dit ver zoek in te gaan. De heer v. d. Linde kan zich wel met de conclusie van B. en W. vereenigen, doch hij zou het bejammeren, indien de zoo noodige inrichting voor Alphen niet tot stand kwam. Hij vraagt zich af, of er nu niet een verceniging is, die deze zaak ern stig onderhanden wil nemen. De Voorzitter antwoordt hierop, dat *t Groene Kruis reeds plannen heeft gehad, doch de vereeniging is ook gestnit op dc finantieele bezwaren. Spreker zegt ten slotte, dat B. en W. wel bere'd zijn aan ernstige voorstellen hun medewerking to verleenen. Het voorstel van B. en W. wordt ten slotte z. h. s. aangenomen. 3. Voorstel van B. en W. om afwijzend te beschikken op het verzoek van H. L. Meijers, D. Talman en L. Rutten, hotel houders alhier, om de Algemeene Politie verordening in dien zin te wijzigen, dat het sluitingsuur voor tapperijen, enz. worit bepaald op 11 uur nam. De heer v. d. Linde vraagt, of hier ook reizigers, die met den laten trein vertrek ken, tevens onder vallen. Nadat de Voor*, mededeelde, dat zulks niet hot geval is," wordt het voorstel z. h. s. aangenomen. 4. Voorstel van B. en "W. tot vaststelling van het vermenivuldigingscijfer voor do plaatselijk© belasting naar het inkomen, belastingjaar 1923—1924. Voorgesteld wordt het vermenigvuldi- gingscijfer te bepalen op 1.4 (vorig jaar 1 V\). Het belastbaar inkomen bedroeg vo rig jaar f 6340000, thans f 7000000. De heer Van Dijk dringt er bij B. en W. op aan, toe te zien, dat zooveel mogelijk' do zuinigheid worde betracht. Het voorstel wordt aangenomen z. h. s. 5. Voorstel van B. en W. tot wijziging van den Bouw- en Woningverordening. Het betreft hier eenige wijzigingen aan gaande veiligheidsmaatregelen, als ben zine, enz. Z. h. s. goedgekeurd. 6. Voorstel van B. en W. tot wijziging van het reglement voor de werklieden bij de water- en lichtbedrijven alsmede van de loontabel als bedoeld in art. 14 van dat reglement. Z. h. s. aangenomen. 7. Voorstel van B. en W. om een extra- crediet van f 650 toe te staan voor do aan schaffing van leermiddelen en schoolban ken ten behoeve van de openbare school voor L. en M. IJ. L. O. aan den Oudshoorn- scheweg. Z. h. s. aangenomen. 8. Adres van de afdeeling Alphen aan den Rijn van de Hollandsehe Maatschappij van Landbouw om beschikbaarstelling van een lokaal van de openbare school voor L. en M. U. L. O. aan den Oudshoornscheweg voor het houden van een cursus in Lard- bonwhuïshondknnde. met voorstel van B. en W. B. en W. vragen hiervoor een huur van f 50 voor vuur en licht. De heer Den Hertog zegt, dat het hom tegenvalt, dat B. en W. nog f 50 vragen. Hij vindt zulks, waar het hier gaat voor het onderwijs, krenterig. Hij stelt hierom voor een bedrag van f 25 te vragen .jndien het niet gratis gedaan kan worden. De heer Noomen kan niet heerreen, dat de heer Den Hertog er de Holl. Mii. van Landbouw een eer mee bewijst, als hii tel kens op zulk een klein bedrag zit te pinge len. Het voorstel den Hertog (f 25) wordt met 85 verworpen. Voor de heeren v. d. Linde, Bol, de Wit, den Hertog en Rijlaars dam. Het voorstel van B. en W. wordt hierna aangenomen. Tegen de heer den Hertog. 9. Voorstel van B. en W. tot onderhand- sche verhuring van een perceeltio grond aan de Van Boetseherstraafc aan den heer W. C. van Giessen. Z. h. s. goedgekeurd. 10. Voorstel van B. en W. tot vaststel legen nabij de Bloemhofstraat. B. en W. stellen voor den nriis terug te brengen van f 13.10 on f 4.75 h f 6 nor M2. Do heer Hengreen vraagt, hoewel hij ver laging toejuicht, of zulks in zoo groots mate geschieden kan. De heer van Dijk zegt hieromtrent, dat de geheele grondslag van den verkoop van grond gewijzigd is. Bovendien is de grond voor villabouw goedkooper dan voor ar beiderswoningen. Het voorstel van B. en W. wordt ten slotte z. h. s. goedgekeurd. 11. Voorstel van B. en W. om te beslui ten tot den aanleg van een straat, loonen- do van de Aarkade tot aan de Van Boel- selaerstraafc en tot openbare aanbesteding daarvan. De beer de Wolf wil dit werk doen uit- voeren in eigen beheer. De heer Noomen wenscht een onderhandsehe aanbesteding onder de aannemers te Aiohen. Wel houder Van Leeuwen meent, dat het een groot be zwaar op zou leveren het werk in eigen beheer uit te voeren. Voor het tweede ideo voelt hij wel iets. De heer van Dijk meent, dat een ondor- handschc aanbesteding ook wel te duur zal wezen, omdat de bazen in gemeente er niet" op ingericht zijn. Hij wil daarom publieke besteding. De Voorz. ontkent zulks en brengt de feusixetom Baron-Bandiet. (Naar het Duïtsch.) jiUogenblik dat zij binnentrad uM-omnibus voor; de baron het open venster en staarde do uitstappende gasten, «er en conducteur de bagage glimlach gleed over zijn ge- statigen corp uien ten- heer, !eg» had hij vrijheer von head. Een jonge, slanke da- e hem; zij waren dus vroeger j^dan de baron gedacht had. - ^ch haastig om en nam l 1 tan tc ontvangen en in de Fa® tamers te geleiden, en nu L, hij de kamenier, die aan pnd. wenscht gij? vroeg hij. Blote verzoekt u haar met 6 willen vereeren, mevrouw e.8,ae ernstige en dringende ia uwen raad. treft deze aangelegenheid? 0np. het u zelve zeggen. ,J taj, zeide de baron, oogeü. rJf ^0Gn zoo even is een '""Tien, waarmede ik be- ik hoop, zal uwe mees- i 1 hunnen wachten, wan- lot hare beschikking ben. reeft nog heden behoefte P'istaan mct raad ea d Is de zaak zoo spoedeischcnd? vroeg dc baron eenigszins spottend. Mevrouw Blöto rekent er stellig op, dat gij haar verzoek niet zult afwijzen, antwoordde het meisje; gij kunt wel be grijpen, dat alleen dringende omstandig heden haar tot dit verzoek genoopt heb ben. Zooveel tc meer leed doet 't mij, dat ik voor het oogenblik aan de mij zeer vcreerende roepstem geen gehoor kan ge ven, zeide de baron, met klimmend onge duld. Wanneer mevrouw slechts raad noodig heeft, dan zal mijnheer von Born, dien zij immers ook kent, zeker met ge noegen zich ter hare beschikking stellen; morgen in den voormiddag zal ik de eer hebben, haar mijn opwachting te maken; zooals gezegd, voor het oogenblik is het mij ten eenenmale onmogelijk. Hij opende de deur en drong het meisje naar buiten, en mevrouw Blöte noemde den baron toen zij zijn antwoord vernam, een onridderlijken man, die niet van goe de manieren wist. Zij was in dit oogen blik niet ongenegen zich met de meening haror dochter te vereenigen en baron von Felsen voor een avonturier to houden, tnaar de drift waarin zij zich bevond, veroorloofde haar niet er lang over na to denken. Noemde hij zijn vriend werkelijk mijnheer von Born? vroeg zij na een poos Ik wist niet, dat hij van adel was, maar ik had het wel kunnen denken. Goed, begeef u tot mijnheer von Born: ik laat hem drin gend verzoeken om raad in eene dringen de aangelegenheid. Ik hoop, dat hij ze- delijker zal zijn dan mijnheer von Felsen rliq zich thans de moeite, met zijne op wacht te maken, kan besparen. En wanneer ik van mijnheer von Born eveneens een afwijzend antwoord .ontvang? vroeg Lina. Dan zijn wij aan ons zei ven overge laten, en in dit geval blijft mij niets over dan de politie met het voorgevallene in kennis te stellen. Wij zullen dit afwachten Het meisje verwijderde zich weder. Bel Ia stond aan het venster en keek pein zend in de avondschemering naar buiten Dc jonge heer hier naast zou wellicht terstond gereed zijn, zeide zij; wilt gij u niet tot hem wenden? Hij zou de laatste zijn, antwoordde mevrouw Blöte schielijk, ik meen eene ontdekking té hebben gedaan, die juist voor hem zeer onaangenaam zou kunnen worden. Gij zult toch op hem geen argwaan koesteren? vroeg Bella ontsteld. Neen, neen, ik beschuldig niemand, ik wil het onderzoek niet vooruitloopen; een achterdocht is schielijk uitgesproken, en kan zoo goed den schuldige als den on schuldige treffen. IV. Baron von Felsen kwam te Iaat, om den verwachten vriend aan hot portaal van het hotel te ontvangen; mijnheer von Steinfels bevond zich reeds in zijne ka mer en Ida had eveneens zich in de hare teruggetrokken, toen de baron zijn plicht als vriend nakwam. De vrijheer schudde hem hartelijk de handen en liet de heldere, glinsterende oogen een poos doordringend op hem rus ten, Daar zijn wij, zeide hij zeer pro zaïsch, nu willen wij ook zorgen, dat de inwendige mensch in de frissch, verkwik kende Zwitsersche lucht niet vergeten wordt. Wij gaan voor het op handen zijn de parlementsseizoen een harden strijd tegemoet, maar hoe het ook moge wezen, eindelijk en ten laatste moeten wij toch zegevieren. Wij zullen dit hopen, antwoordde de baron, terwijl hij in den hem aangebo den stoel plaats nam, en wordt deze hoop niet verwezenlijkt, dan kunnen wij ten minste zeggen, dat wij onze uiterste best hebben gedaan om onze tegenpartij den doodsteek te geven. Brengt gij onaange- namo tijdingen mee uit het vaderland? Dat juist niet, integendeel, onze vrienden zien vol vertrouwen de toekomst tegemoet. Wij arbeiden in stilte onver moeid. En do tegenpartijen bemerken niets daarvan? Zeker, zeker, zeide de vrijheer glim lachend, torwij 1 hij met de breede hand over den kort geknipten kroesbaard streek, maar zij hebben niet de bekwaam heid en ook niet de rechte lieden, om ons tegen te werken. Zij vertrouwen daarbij te zeer op hunne macht; het schijnt hun geheel onmogelijk, dat zij het onderspit kunnen dolven, en juist dit zelfvertrouwen komt ons bijzonder te stade. De groote me nigte, waarde vriend, huldigt steeds den uitslag; hebben wij de eerste zegepraal behaald, dan schaart zich alles onder on ze vanen. De baron knikte toestemmend. En die zege zullen wij behalen, ant woordde hij; onze eerste overwinning brengt het tegenwoordige ministerie ten val, en dan begint voor ons een nieuw tijdperk. Zijt gij voornemens gcruimen tijd in Luzern te blijven? Slechts eenige dagen, dan reizen wij over den St. Gothard naar Italië. Naar Rome? Wellicht/dat weet ik nog niet. Zult gij ons volgen? Wanneer gij het veroorlooft, met ge noegen, zeide do baron, zichtbaar ver heugd; ik vreesde slechts, dat het freulo Ida's goedkeuring niet zou wegdragen. De vrijheer trok de dichte wenkbrau wen bijeen; de glimlach verdween van zijn lippen. Wat geeft u het recht tot die vrees? antwoordde hij wrevelig. Gij hebt mijn woord, en dat ik bet onder alle omstan digheden gestand zal blijven, moest gij weten. Hebt gij dan geen moed? Ida kent mijn wil; zij weet ook, welk antwoord ik graaf Fallersleben gegeven heb; wanneer gij slechts eenmaal een beslissenden en ernstigen stap wilt doen, zal zij zich reeds in hel onvermijdelijke schikken. Maar zoo lang gij draalt, heb ik geen reden het ver pande woord in te lossen. De baron fronste de wenkbrauwen en WTeef vlijtig aan de glazen van zijn lor gnet. Het werk van één dag kon dit ook niet zijn, zeido hij, en zoolang graaf Fal lersleben mijn medeminnaar was, heb ik mij op een behoorlijken afstand gehouden om alle hatelijkheden te vermijden. (We vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 3