Tweede Blad
•sü
Dinsdag 27 Maart 8923
gemeenteraad.
(Vervólg.)
p0 Voorz. doet. mededeeling van de
«tinkomen stukken, w.o. verzook van het
«li W A. 0, om een toeslag te vorleenen op
[j werklooslieidsuitkeeringen.
Verder is ingekomen het voorstel van
ia ],eer v. Stralen omtrent dezelfde zaak.
Do Voorz. stelt voor dit punt dade-
jjk te behandelen.
Aldus besloten.
De heer v. S tra Ion zegt ter toelich-
ine van zijn voorstel, dat vele gezinnen
li een staat van uitputting verkeeren. Om
nood althans iels te verminderen heeft
dit voorstel gedaan. Hij heeft met den
eoptfcrkloosbeidsduur rekening gehouden.
|pr. schat de kosten op pl.m. f 5000.—.
Do Voorz. geeft het praeadvies van
en "VV. Het advies luidt afwijzend, zoo-
fcl ten opzichte van het verzoek als van
et voorstel.
verzoek wil een verder gaande uit-
eering, dan van de kassen en do steun-
erleening. Zooals met weet zijn Ged.
ken daar tegen.
'TOl B. en W. hadden dit verzoekschrift, dat
ian« n tal van gemeenten aan de orde kwam,
5 Ma envacht. Het is ook in Amsterdam be-
tadcld, waar het door B. en W. werd af-
[wezen en alleen door de Communisten
isteimd.
Nu heeft do heer v. Stralen dit voorstel
i. Het is afkomstig van dezelfde
irtij die in Amsterdam eenzelfde voor-
el verwierp. Men zou ook hier aan ver-
Centi ézingspractijken kunnen denken, maar.
deni jo dit zij, B. on W. moeten afwijzend
,$apviseeren.
uitkeeringen zijn hier hooger dan
iere plaatsen en heb zou zeker niet
zijn, alleen de workloozen te hei-
In. De kosten van het verzoek worden
schat op f 20.000.Het voorstel van
v. Stralen, dat geen betrekking
eeft op de workloozen die uitkeering ont-
mgen uit de kassen, zal ongeveer f 9000
belui; «teil.
"ize lasten kunnen naar B. en W. mee-
nict aan de ingezetenen worden opge-
igd cn zullen zeker niet door Ged. St. wor
n goedgekeurd, daar het hier niet an-
ilki ®rs t'an een uitkeering in eens betreft,
ziet hier een poging van de regelen,
nu eenmaal vastgesteld zijn, af te wij-
B. en W. moeten dan ook het voorstel
wijzen.
•b heer Knuttel spreekt er zijn vol-
ening over uit, dat de S. D. A. P. een
ik deel van het Comm. voorstel heeft
;enomen.
Ie heer v. Stralen: Er is niets com-
nistisch in!
heer K nu 11 o 1Neen,
>an communistische zijde.
bestrijding van het voorstel he
lft, zegt spr. dat daarin iets wreeds was.
o gevoelt blijkbaar, dat we hier een
dzatd erst bescheiden poging hebben om den
ïgsten nood te lenigen.
Spreker erkent dat wat gevraagd wordt
willekeurig is, maar dat kan wel
Vrijè anders, daar de Begeering ons
alle wijzen aan banden legt.
Voorz. heeft gezegd, dat de partijen,
deze voorstellen deden, niet het meest
»r het Paaschfeest voelen, maar hij ver-
niet, dat er ook een heidenscho
ratting van dit feest is. In elk geval .is
"n marquante datum, al denken we
maar aan de schoonmaak. Het b e-
aS kan, naar spr. meent, buiten be
weid blijven. Do vraag is wat er
wjg is en wat ieder gezin krijgt cn
ls bet een klein bedrag. Spreker dringt
aanneming van het voorstel aan.
Set bovenstaande is reeds geplaatst in
gedeelte onzer vorige oplage).
heer Öostdam moet het voorstel
ik i t' ^nder (*e werkloozen zelf blijkt
bewustzijn to leven dat hot zoo
den
nigicj
lemti
Haai
het
FEUILLETON
Een Baron-Bandiet.
(Naar het Duitsch.)
en reizend muziekcorps scheepte zich
hein in, onder de vroolijke tonen der
Pj cn liefc kleinste hoekje bezet-,
de statige salonstoomboot van 'den
I1 de nabijheid van liet roer had von
-men nog een plaatsje gevonden; in
oiuend gepeins rustte zijn blik op het
fania in zijne omgeving, dat met. elke
uwe wending van het schip zich steeds
r kfl Ctl raaj0stueuzer vertoonde;
heden had liet gecne aanlokkelijk
er hem; de gedachten, waarmede
f Z'C^ 0Dled5o hield, vergunden
«nV LJi de overheerlijke schoonheid der
J6 ^enieten.
J (j[cteri ViHl bewondering en verruk-
irdpn6 iln Z^n naas^e omgeving geuit
-IdüKi,» rde hij ternauwernood: het
E\en. van eenige met
aid de dames, die in zijno na-
zaten, stoorde hem heden niet;
p|>f zon(tor]inge handelwijze eensr
1» Iran6 *am'*!e die dicht voor hem
i .'rikt hoi neor^czet', en hem elk vrij uit-
?n.: m oP„0 .merde' was niet bij machte
i l ilprSerms t0 bereiden; zijn geheele ge
en 0n vertoefde in het verleden, hij
hlp° £en vriend, wiens' onver-
Fiirof reuri5 uiteinde hij zich nog al-
verklaren kon.
L fionha1'1'0 VOn Fallerslehen was rijk,
land®®" Jk en h, -ggeaeht. Graaf Gustaaf,
niet gaat. In de vergadering van het W.
A. C. waren slechts 50 personen aanwe
zig en ook aan de uitnoodiging om naar
de tribune te komen is niet voldaan. Men
gevoelt blijkbaar heel goed waarom het
hier gaat.
Spr. meent dat het niet aangaat dezen
nieuwen last op de belastingbetalers te
leggen, daar er onder hen velen zijn, die
zelf gaarne een uitkeering zouden ontvan
gen. Spreker wijst dan op wat de heer v.
d. Walle, secretaris van 't N. V. V., hier
omtrent. opmerkte, die ve.rkla.arde dat een
werklooze hier meer ontvangt dan een
Duitsche arbeider die in de mijnen ploe
tert. Spreker kan dan ook met dit voorstel
niet- meegaan, daar tal van belastingbeta
lers het meer noodig hebben. Als er nood
is, laat men dan doen wat de B. K. Volks
bond doet, die op een andere wijze zijn
parti.igenooten steunt.
(Geroep Armenzorg
De lieer Wilmer wijst ook op wat do
Volksbond doet. Laten de liecren aan de
overzijde ook zelf eens trachten iets te
doen. Spreker wijst dan op wat He;
Volk schreef omtrent de behandeling van
een dergelijk voorstel in Amsterdam.
De heer Dubbeldeman: Wij heb
ben hot immers niet!
De heer Wilmer Laat men dan zijn
zomervacantie maar eens inkorten, of niet
op een buiten gaan weneri.
De heer v. Stralen zegt, dat het ad
vies van B. en W. hem niet kan bekoren.
Spreker zegt, dat men hem heeft verweten
dat hij a 11 ij d critiseert. Hij erkent ech
ter, dat de uitkeeringen hier beter zijn,
dan in de meeste andere plaatsen. Dit
neemt echter niet weg, dat er een noodtoe
stand kan ontstaan, dio een nooduitkee-
ring noodig maakt. Spreker zegt verder
niet een Paaschgave bedoeld te heb
ben, maar rekening te hebben gehouden
met het feit dat er straks twee Zondagen
zijn. Men moet ook denken, wat de heer
Knuttel terecht heeft betoogd, aan de
schoonmaak eu den noodzaak, dat de klee-
dcren vernieuwd worden.
De Voorz. heeft gezegd dat Ged. Staten
bezwaar zullen maken, maar dit acht spr.
nog niet zeker. Spreker geeft toe dat te
Amsterdam de Soc. Dem. tegen hebben
gestemd, maar men vergetc niet.
De-heer Oostdam: Dat daar Soc.
Dem. wethouders ziju. (Teekenen van in
stemming).
De heer v. Stralen zegt, dat dit niet
de zaak is. Ze veelden wel iets voor uit
keering.
De heer v. d. Lip: Maar ze hebben er
toch maar tegen gestemd.
De heer v. Stralen zegt, dat te Am
sterdam door Wijnkoop te veel werd gege
neraliseerd.
Den heer Oostdam merkt spreker op, dat
uit do weinige belangstelling die de werk;
loozen toonden nog niet beteekent dat
ze geen belang in deze zaak stellen. Een
beroep op v. d. Walle gaat, naar spreker
meent, hier niet op". Wat de B. K. Volks
bond betreft, zegt- spreker, dat deze bond
toch steeds voor gem. toeslagen was. Wat
nu gedaan wordt draagt het karakter van
armenzorg, en daarvoor gevoelen wij niets.
Do heer Wilmer Dus de werkloozen
mogen er niets bij hebben.
De heer Wilbrink tot de Soc. Dem.:
Trachten, jullie het dan beter te doen.
De V o o r z. heeft niet veel meer te zeg
gen. Hij ziet hier een stukje verkiczings-
politiek, zooals ook in Amsterdam werd
gezegd. Men zegt nu dat de S. D. A. P. te
Amsterdam wel voor 'n ander voorstel ge
voelde, maar men is er toch maar niet
mee gekomen.
Spreker beziet de zaak zoo, dat de heer
v. Stralen gezien heeft wat de W. A. C.
deed en toen blijkbaar heeft gedacht: nu
kunnen wij niet achterwege, blijven. De
heer v. S. ontkent dit, 'maar als het inder
daad voor de Paaschdagen bedoeld was,
had men veel eerder moeten komen. Nu
zegt men weer, is voor den extra Zondag
maar dan had men een verhoöging van
1/7 moeten vragen. Er is hier gesproken
van de lage uitkeeringen, maar spreker
wil er dan op wijzen, dat nog de vorige
week twee paartjes op deze uitkeering
zijn getrouwd.
Do heer Knuttel gaat dan de Soc.-
Dem. te lijf. Hij ontkent dat de regeling
hier ongunstig is. En als het Amsterdam-
schfe voorstel niet goed was, waarom heb
do oudste der beicfe zonen, die na. den
dood des vaders het majoraat erfde, was
een onbetwistbaar solied en eerbaar per
soon, die door zijno braafheid en goed
hartigheid overal zich bemind had go-
maakt en ruimschoots do middelen bezat,
alle wenschen te kunnen bevredigen.
Zijno fouten hestonden o.a. in een al'
te ver gedreven eergevoel, door hem als
een afgod gediend.
Von Bremen herinnerde zich niet, ooit
een. spoor van oogenblikkelijke zinsver
bijstering bij hem te hebben waargeno
men; zooveel te moeilijker viel het hem,
de oorzaak van dien bijzonderen raadsel
achtige n zelfmoord te doorgronden. Hij
kende de beide graven reeds sedert vele
jaren; met don oudsten. Gustaaf, was hij
langen tijd op de hoogeschooi bevriend
geweest; hier hadden beiden het vriend
schapsverbond aangeknoopt, dat later
door gemeenschappelijke reizen steeds
meer en meer bevestigd word.
Wilhelm von Fallerslehen was, evenals
zijn broeder, een edelman, standvastig,
zoowol in eer als karakter; de zonen
hadden in deze hoedanigheid den vader
tot voorbeeld genomen; maar hij had
bovendien een ernstige en met de een
zaamheid dwependo nïtuur, on het ge
lukkigst gevoelde hij zich, wanneer hij in
zijn bibliotheekkamer zich met een
wetenschappelijk werk onledig kon hou
den.
Schertsenderwijs noemde Gustaaf zijn
broeder een dweper, maar die geleerde
bezigheid had toch nog een diepere en
meer ernstige beteekenis ten grondslag.
Wilhelm von F-allerslebcii, wien al3 jong
ste zoon des huizes slechts een gering erf-
ben de Socialisten dan niet een beter
voorstel geredigeerd
Den heer Oostdam geeft spr. toe, dat
de werkloozen weinig belangstelling toon
den. Maar dat komt omdat het eenheids
front wordt tegenge-v/erkt.
De heer Wilmer wenscht te consta-
teeron, dat de uitkeeringen nu eenmaal
laag moeten zijn. Hij juicht het toe, dat
er zooveel -menschen zijn, die nog wat wil
len doen, boven wat door de gemeente
wordt gedaan.
De heer v. Eek erkent dat het voorstel
zijner fractie boter geredigeerd is dan
liet verzoek. Maar hij heeft toch geen
moed om togen het verzoek te stemmen.
Aan dat gepraat over de belastingbetalers
zal hij zich niet storen.
De Voorz. brengt thans 't verzoek van
het W.A.C. in stemming. Het wordt verwor
pen met 22 tegen 5 stemmen. Voor de
heeren Knuttel, v. Eek, Pikaar, Kooistra
en Mevr. Dubbeldeman.
Het voorstel-v. Stralen wordt verwor
pen met 19 tegen 8 stemmen. Voor de heer
Knuttel en de Soc. Dem.
1. Benoeming van 4 schoolartsen voor
het tijdvak 1 April 1923—1 April 1924.
Benoemd worden de heeren H. W. Blote,
J. A .Schreudcr, H. P. Veldhuizen en Dr.
W. Th. M. Weebers.
2. Voorstel in zake de opzegging van
de overeenkomst betreffende de levering
van electrischen stroom, aan N. Z. Holl.
Tramweg Maatschappij.
Goedgekeurd.
3. Voorstel:
a. tot nadere vaststelling van de rooi
lijnen van een gedeelte van den Heeren
singel en van de Julianastraat;
b. tot. afstand van eenige strooken
grond deel uitmakende van den Heeren-
singel en de Julianastraat, aan het R. K.
Kerkbestuur der Parochie van O.. L. Vr.
I-Iemelvaart en het- Bestuur der Eerw.
Zusters Carmeliiessen van het Goddelijk
Hart.
Aldus besloten.
4. Voorstel tot het geven van namen
aan de brug- over de Zoeterwoudsche Sin-
gclgraeht in het verlengde van do Zijd-
gcacht en aan de straten van het woning
complex „Tuinstadwijk."
De heer Oostdam kan het denkbeeld
om een scheiding te maken tusschen een
Qost-Inclisfthe en West-Indische wijk niet
deelen. Waarom niet een Indische wijk
zonder- meer? Veel. gelukkiger vindt hij
liet denkbeeld in die buurt do Leidscho
namen uit te breiden. We zouden daar
een mooie Leid se he buurt kunnen krij
gen. Spr. zal daarom aari B. en W. zijn
stem niet geven. Niet wetende hoe lang
hij hier nog zal zitten de kiezers zien
graag nieuwe gezichten grijpt spr. d-o
'tegenheid aan om eéri straat te vragen
vóór Cornells 'MusSus, "de vriend van den
stichter der Universiteit.'
Do heer Groen-ovoid gevoelt voel
voor een blöemcnwijk. Krijgen we echter
een Indische wijk, dan-zou spr. den naam
Piet-ér de la Court willen laten verdwij
nen.
Do hoer Kn u 11 e 1 onderschrijft wat
de heer Oostdam heeft gezegd, ten opzich
te van. Indische buurten.-"Spr. heeft niets
tegen het voorstel-Groeneveld. Alleen zou
hot don schijn kunnen hebben, dat er een
zekere hoon in gelegen is, daar er van do
tuinen in Tui «stadwijk niet veel is
overgebleven.
De Voorz. heeft bezwaar tegen het
foorstel-Groene veld. In elk geval is hij er
tegen den naam Pi eter de la Court,een zeer
bekend persoon uit do geschiedenis, te'la
ten vervallen. Spr. zou alleen over het
denkbeeld, of we een Indische- of een
bloemenwijk willen hebben, laten stem
men.
Punt A. Jan van Hout-brug, wordt aan
genomen.
Punt B. wordt met 20 tegen 8 stemmen
verworpen.
B. en W. zulle-n dus in een nieuw voor
stel met bloemennamen konten.
5. Praeadvies op het vc-rzoek van H.
Kroeze, om de levering van zand en grint
in het vervolg in het openbaar aan te be
steden.
De heer Knuttel acht de hoeveelheid
zand groot genoeg om aan te besteden.
De lieer Wilbrink kan geheel met
het advies meegaan. Als we een leveran
cier krijgen, die het niet zoo nauw neemit,
zouden we in groole moeilijkheden kun
nen komen.
deel was te beurt gevallen, streefde naar
een professoraat, wat hem. geleerd als hij
was, niet moeilijk zou vallen te verkrij
gen. Wilhelm moest, nu hij door den plot—
selingen dood zijns broeders majoraats
heer wa9 geworden en hoofd van het huis,
aan de uitvoering van dit voornemen voor
altoos vaarwel zeggen.
Von Bremen streek met de hand over 't
gelaat; zijne gedachten waren op een al
te verren afstand.
De stoomboot stopte bij Vit-znau, het
kleine aanvallige dorp, van hetwelk een
spoor op don Itigi voert. De meeste pas
sagiers stapten hier uit en spoedden zich
naar het in de nabijheid gelegen station;
het werd stiller en dangenamer op het
vaartuig. Voor von Bremen's oogen dook
een heerlijke meisjesgestalte op, slank,
blond, niet blauwe oogen schoon en ver
rukkelijk gelijk Ingeborg uit de Frithjofs-
sage.
Ida von Steinfels. Onwillekeurig had
deze naam over zijne lippen zich een weg
gebaand; scherper en duidelijker dan ooit
trad het beeld voor zijn droomenden blik
Had ook hij haar bemind? Hij wist het
niet en wilde het niet weten; wanneer hij
er ooit aan gedacht had, dan dwong hem
de herinnering aan zijn vriend, die ge
dachte terug te dringen, van alle hoop en
wenschen te dien opzichte volmaakt af
stand te doen.
Hij wist immers, hoe innig Gustaaf von
Fallerslehen de barones beminde; hij wist
'dat deze liefde werd beantwoord, en dat
beiden voornemens waren alle mogelijke
hinderpalen onverbiddelijk uit den weg te
ruimen.
Dat was hem door Gustaaf von Fallers-
De heer Mulder, weth., zegt, dat wat
de heer Wilbrink opmerkte, geheel juist
is? "VVe moeten iemand hebben die de si
tuatie kent,
'Het voorstel wordt goedgekeurd'.
6. Voorstel inzake de onderbrenging,
van de O. L. Scholen aan de Mare A en
B, in het schoolgebouw aan het Schut
tersveld en den overgang van de aan dio
scholen verhonden hoofden en het verder
onderwijzend personeel.
Mevr. v. 11 a 11 i e zal zich niet tegen
dit voorstel verzetten, maar ze betreurt
hot dat het herhalingsonderwijs in een
ietwat moeilijk parket komt. Over een
goed jaar, zal het reeds geheel in functie
moeten treden. Daarom geeft ze in over
weging, zoo spoedig mogelijk over te
gaan tot den bouw van een school voor
het herhalingsonderwijs.
De heer M e ij n e n heeft den indruk
gekregen dat B. en W. het vorig jaar er
veel voor voelden, do Centraio school te
brengen op het Schuttersveld. Thans zijn
ze op dit denkbeeld teruggekomen, wat
bun heel wat gekost moet- hebben. Spr.
waardeert dit besluit ten zeerste. Wat nu
het voorstel zelf betreft, de school Mare
over to brengen naar het Schuttersveld,
spr. juicht dit ten zeerste toe. Het voor
stel is trouwens ook zeer gemotiveerd,
met het oog op de ruimte-verdeoling, en
de ligging der scholen. Tenslotte wijst
spr. er op, dat de Plaatselijke Schoolcom
missie heeft verzocht de Maresehool naar
het Schuttersveld over te brengen, en niet
genoegen constateert hij, dat hieromtrent
algeheole eenstemmigheid bestaat.
De heer v. d. Lip, Weth., dankt den
heer Meijnen voor den aan het voorstel
verleenden steun. Spr. meent, dat Mevr.
v. Itallie nietr duidelijk heeft gezegd wat
ze wenscht. Spr. waarschuwt, niet te bout
te 9preken. De vraag' is of het -aantal leer
lingen voor het 7e leerjaar wel zoo groot,
zal blijven. Voorts is het volstrekt niet
zeker, dat einde 1924 de leerplicht in wer_
king treedt. Wc moeten dus rekenen met
wat bestaat, on dan kan liet wei niet an
ders, dan met het hier voorgestelde mee
te gaan. Voor een besluit om nu reeds
over te gaan tot het bouwen van een
school acht spr. geen reden. Vooreerst
omdat er op dit gebied veel onzekerheid
is, maar ook omdat het niet onwaarschijn
lijk is, dat het verioop van de leerlingen
der O. L. scholen van dien aard is, dat wc
straks een school kunnen missen.
Mevr. v. Itallie handhaaft haar
standpunt maar zal toch geen voorstel
tot het bouwen van een school doen.
Het voorstel wordt z. li. s. goedgekeurd
7. Voorstel, om alsnog een bedrag
van f 100.000.tor beschikking van de
Commissie tot Steunverleening te stellen.
Goedgekeurd.
8. Voorstel in zake do opheffing van
het hulpkantoor B van do Gemeentelijke
Bank van Leening en tot vaststelling van
de- Verordening, houdende Reglement van
de Gemeentelijke Bank van Leening te
Leiden.
Bij punt 8a opheffing van het hulpkan
toor B zegt de heer IC n ut te I. dal. de omzet
hier niet gering is. Als we daarbij in aan
merking nemen de ligging van dit kan
toor, i9 er naar spr. meent weiuig reden,
tot opheffing over te gaan. liet zal voor
velen groot ongerief geven.
De heer Kooistra was van. morgen
aan de bank van leening, waar een 10-tal
vrouwen- zaten to wachten. Het duurt
vaak lang eer een ieder is geholpen. Spr.
heeft daarom tegen opheff'ng ernstig be-
Do heer Wil mor is het eens met de
heéren dat do kantoren alle drie zeer nut
tige instellingen zijn. De omzet is op allo
kantoren ongeveer even groot. Maar bij
de begrooting is gezegd, dat bezuinigd
moet worden, op de nuttige dingen om
geld 'te krijgen voor de noodzakelijke. Nu
is bet hoofdkantoor noodzakelijk, wat
niet geldt van de bijkantoren. Toch heb
ben Commissarissen niet voorgesteld' bei
de bijkantoren op to heffen. Nu zegt men,
dat beter een ander kantoor kan worden
-opgeheven, wat spr. echter in verband mot
dc uitbreiding der stad. niet juist acht.
Ook het hoofdkantoor kan niet gemist
worden, tenzij een der andere gebouwen
belangrijk veranderd werd. Spr. meent ook
dat het hoofdkantoor zeer gunstig is ge
legen.
Wordt nu een bijkantoor opgeheven,
dan zal het op dc andere kantoren druk-
leben vaak genoeg medegedeeld; hij had
hem ingewijd in alle geheimen des harten
en hem ook zijne nederlagen niet ver
zwegen; en na deze bekentenis hield Hoin-
rich von Bremen heb als een plicht van
eer en vriendschap, zijn eigen hoop voor
altijd vaarwel te zeggen.
Vrijheer Ludwig von Steinfels was niet
slechts een staatkundige maar ook een
verbitterde tegenstander der graven van
Fallerslehen; tengevolge van openlijke
redevoeringen en verschillende partij-
woelingen ontstond een persoonlijke haat
Ondanks dezen hem welbekenden haat,
had Gustaaf den moed gehad, in allen
ernst Ida's hand te vragen; zijn aanzoek
gelijk reeds vooraf te gissen viel, was op
dezelfde beleefde wijze kort cn beslist,
zonder opgave van redenen van de hand1
gewezen.
Reeds voor dien tijd had baron Paul
von Felsen, steunende op zijn vriend
schappelijke betrekkingen tot den vrij
heer von Steinfels» eene toenadering tot
de barones beproefd, en dat wel op zoo
indringende en in het oog loopendo wijze,
dat Ida herhaalde malen zich genoodzaakt
zag, hem duidelijker dan zij het anders
zou gedaan hebben, hare minachting te
doen gevoelen.
Graaf Gustaaf vernam dit, zijn scher-
po blik kon de indringende handelwijs
van den baron en de verontwaardiging
der beminde niet ontgaan; bovendien was
hem ter oore gekomen, dat de baron in
den kring zijher vrienden zich geuit liad
dat hij Ida van Steinfels weldra zijn ge
malin zou noemen, aangezien zij reeds
sedert jaren met hem verloofd was.
Het was begrijpelijk, dat onder deze
ker worden, maar een ongewenschte op
stopping behoeft niet te worden gevreesd
Spr. beveelt het voorstel van B. cn W.
met warmte aan.
De heer Kooistra blijft bezwaar ma
ken.
De heer Sanders, weth., dankt 'den
heer Wilmer voor d'en verleenden steun.
Als zonder te gToote moeite bezuinigd kan:
worden moeten we dat doen. Den heer
Kooistra antwoordt spr. dat er meer in
richtingen zijn, waarvan we er slechts
één hebben. Het aangevoerde bezwaar
acht spr. niet overwegend.
De heer Knuttel meent dat ook on-
noodig op bezuiniging wordt aangedron
gen. De 'lieer Sanders heeft naar spr.
meent, zich wel wat heeL gemakkelijk van
de zaak afgemaakt.
De Voorz. wijst er op, dat we toch.
maar een Telegraafkantoor hebben en een
Postkantoor met een Hulpkantoor. Spr.
zegt dat men niet moet vergelen, dat diti
bedrag elk jaar terugkeert.
Punt A. in stemming gebracht wordt
aangenomen met 19 tegen 8 stemmen. Te
gen de heer Knuttel en de Soc. Democra
ten!
Hierna komt de Verordening aan de
orde.
De lieer v. Eek zegt dat wat B. en W.
voorstellen geheel in strijd is met wat
deze tijd eischt. Inplaats van verhoöging,
had verlaging der tarieven voorgesteld
moeten worden. Het betreft hier het
crediet voor de armen. Er komen tarieven
in voor van 12 pet., die als zeer hoog aan
gemerkt moeten worden. In sommige ge
vallen wordt zelfs nog verder gegaan. Spr
meent dus, dat hier van bezuiniging geen
sprake mag zijn. Spr. ziet hier dezelfde
hardheid die ook bij het werkloosheids
vraagstuk werd opgemerkt-
Do heer Wilmer zegt dat deze tarie
ven laag zijn in verhand met-die van der
gelijke instelilngen in andere plaatsen.
Spr. wijst er op dat- de thans geldende
rente is ingevoerd in 1851, en het admi-
nistratieloon in 1873. De heer v. Eek zegt
dat we ons hart moeten laten spreken,
maar we kunnen—tech ook ons verstand
niet uitschakelen, 't Komt b.v. v.oor dat
men 'swinters zijn fiets beleent om een
goedkoope bergplaats te hebben. Spr.
wijst er dan op, dat de beambten wel de
gelijk hun gevoel laten spreken.
De heer van Eek repliceert.
Bij art. 1 stelt de lieer v. Eek voor dat
Commissarissen worden benoemd uit een
aanbeveling van B. en W.
Do heer Wilmer betoogt dat de in
vloed van den Raad bij een voordracht
grooter is dan bij een aanbeveling, waar
bij een meerderheid een minderheid ge
makkelijk kan overrompelen.
De heer Sanders meent dat de heer
v.. Eek eigenlijk buiten de orde is. Het
gaat. hier toch om enkele technische
herzieningen, terwijl nu de heer v. Ec^k
p r i n c i pteel e. wijzigingen naar vo
ren brengt. Overigens is spr. bet met Jen
heer Wilmer eens, dal een voordracht, do
voorkeur verdient boven een aanbeveling,
waarbij R. en Wv kunnen worden opgC-
sckepet met een man, waarmee ze niet
kunnen werken. Spr. wijst ér nog op, dat
hij alle bedrijfsverordeningen de benoe
mingen. bij voordracht zijn voorgeschre
ven.
Do heer v. Eesk verdedigt nog nader
zijn voorstel.
De Voorz. zegt dat de controle van
den Raad sterker is, als c.p voordracht
wordt benoemd, daar anders een weth."
de verantwoordelijkheid van zich kan af
schuiven.
Het amendement-van Eek wordt ver
worpen met 19 tegen 9 stemmen. Voor de
heeren Knuttel, Heemskerk en de Sdb.
Demecraten.
Bij art. 28 verdedigt de heer van Eek
een amendement om voor roerende goe-
deren' èen rente te vragen van 9 inplaats
van 12 pet.; voor voorschotten on pen
sioenen 5 inplaat9 van G pet; voor an
dere geldleeningen G inplaats van S pet.
Do heer Oostdam zegt wel iets to
gevóelen voor dit amendement. We heb
ben nu een hulpkantoor afgeschaft. Maar
is het nu ook nog noodig de menschen'
die iels beleenen. te treffen?
De heer Wilmer zegt, dat, dp rente
voor panden niet verhoogd wordt. Men
betaalt een cent per maand en per gul
den. Daarbij komt dan nog een heel go-
onnstandigbeden geen vriendschappelijke
verhouding tusschen de beide .medemin
naars bestaan kon, temeer nu de baron
elke gelegenheid te baat nam, den haat
zijns tegenstanders te prikkelen, terwijl
graaf Gustaaf elke ontmoeting met hem
trachtte te vermijden.
Baron Paul von Felsen stamde even
eens af van een geachte familie, die ech
ter nimmer rijk of ook maar welgesteld
was geweest. Hij had van zijnen vader een
klein landgoed geërfd, maar men beweer
de, dat het met schulden beladen was en
ternauwernood zooveel opleverde, dat do
renten van de scheld konden gedekt wor
den.
De vraag, waarvan de baron leefde,
scheen op veler lippen te zweven, maar
het was te moeilijk een antwoord daarop
te vinden, en tot hem persoonlijk dezo
vraag te richten, waagde niemand; baron
von Felsen verstond op dit punt geen
scherts, e-n men wiis-t algemeen, dat hi|
oen geoefend pistoolschutter en een
evenzoo voortreffelijk schermer was.
Dat hij hulpbronnen moest hebben,
waaraan hij zijn middelen van bestaart
ontleende, was aan geen twijfel onderhe
vig; zijn beurs, in zoover men zulks kort
beoordeelen, was steeds gevuld en gierig
of bekrompen was bij in zijn uitgavenl
geenszins. Hoe men ook deze hulpbronnen
mocht denken, in welke vermoedens mem
zich ook verdiepte, een helderen blak '-
kreeg men in zijn omstandigheden niet, en1^
hij zelf wa9 niet genegen uitlegging daar -
omtrent te geven. ,jl
(Wordt vervolgd).