schooriheiDiiiiiir
VOOR DE VROUWEN.
0 0 0 0 MODE-PRAATJE. 0 0 0 0
"Veel makkelij leer nog is
het, a!s' jnen der. boven
rand afwerkt ir.et een
brceden zoom en hierdoor
den band rijgt. Men moet
dan zorgen, dat men do
rok noar boven toe nonwer
knipt, want anders moet
er te veel ruimte worden
ingehaald. De breede vo
lant werkt de rok van
onderen af.
Nr. 11617. (Ongeveer
2.IO M. stof 82 c. A1. breed.)
Dc afwerking van dit hemd
bestaat uit smalle gehaakte
kantjes en smalle lusschcn-
zetse's. De voorpand wordt
mot vier platte plooien ver
sierd en van den schouder
af worut een smal lint
geregen; midden vóór wor
den de twee linteinden
gestrikt.
'Jgr ^r' ^oor l^eze
I' j? ji r*? mooie zakdoekencasset e
gebruikt men wit linnen
I batist. Deze wordt aan de
•jMéUJfUli f ecne z'^c vers'!er° n!e* v;^
'T-- borduursel. De rand wordt
afgewerkt met ccn smalle
Nr. 11618. Broek voor jonge meisjes, strook, die men sierlijk
Kr. 11620. Onderrok met volant. p]ooi( Een dunne tugschen.
laag van watten en een
voering van linnen batist is liet verdere materiaal. Een wit
zijden lint wordt er aangenaaid voor de sluiting.
Nr. 11618. (Ongeveer \?\i Va \U..
1.40 M. stof 82 c. M. breed.) v. AS
Deze broek vertoont het ge-
wone model, uit een vóór-en
achterdeel bestaande, welke
E
aan dc zijkanten aan elkaar -
worden genaaid. Van boven jJiLM. s
is de voor-en achterklep Nr. li 617. Hemd vóór jonge meisjes.
in een band genaaid en
sluiten ze op zij met
knoopen. De pijpen worden afgewerkt met een breede
volant.
Nr. 11619. (Ongeveer 1 M. siof 80 c. M. breed.) Dit
lijfje bestaat uit verscheidene deelen, welke aan elkaar
genaaid zijn met den naad aan de rechter zijde. Daarop
zet men en smalle strook stof, welke men dubbel stikt. Ook
het ceintuur hetwelk uit drie deelen bestaat, maakt men
stevig, door er deze smalle strooken op te naaiej$ De hals-
uitsnede en armsgaten worden ook ofgewerkt door het
opzetten van strooken stof. Voor de sluiting met knoopen
zet men op den voorbaan een 6 c. M. breede strook, die men
uit dubbele stof knipt. Het lijfje kan men ook zoo knippen,
dat men het op den rug laat sluiten.
Nr. 11591. Als maltcriaal voor deze portredijst kan men
een stukje laken, fluweel of zijde gebruiken. De grootte van
de lijst hangt af van de grootte van het portret. Hel molief
van het borduursel is sierlijk en kan worden uitgevoerd met
zijde. Vele kleuren of ook één kleur kan men hiertoe ge
bruiken. De rond uitgeknipte stof plakt men op een, op
dezelfde wijze uitgeknipt karton, buigt het aan den binnen
rand zooveel mogelijk om, en zet den buitenrand af met een
metaal-of beige klcurigen wollen rand. Na het portret Ie
hebben aangebracht, plakt men ook de uit een met papier
beplakt karton bestaanden achterwand op.
Nr. 11620. (Ongeveer 1.70 stof, 90 c. M. breed.) Deze
onderrok is van boven in een band gevat, dien njen on
geveer op een wijdte ven den gewonen omvang knipt.
Nr. 11590. Zakdockcncasscltc met borduursel.
Nr. 11591. Porlrcllijst mcl borduursel,
Onder <Ieze rubriek zullen wij wekelijks
een prozafragment of een paar gedichten
opnemen, zoover noodig toegelicht. Een an
dermaal publiccercn wij een boekbespre
king.
Wij beginnen met een bekend frag
ment uit de Yondel-portretten van Alber-..
dink Thijm.
Zooals men weet was Jos. 'Alb. 'Alber-
dink Thijm (1S20—1889) een onzer groot
ste Katholieke schrijvers der 19de eeuw.
Op velerlei gebied van litteratuur en
kunst is hij werl-zaam geweest en heeft
daardoor een machtigen stoot gegeven aan
den Roomschen Opgang in Nederland. Na
dat wij. enkele fragmenten uit zijn werken
hier hebben la(/?n afdrukken, zullen we
een korte levensschets van hem publicee-
ren. Levenslang heeft hij ccn groote vcr-
oering gekoesterd voor den vorst der
Nedcrl andscho dichters, Joost van den
Vondel, ccn der beroemdste bekeerlingen,
die wc in Nederland kunnen aanwijzen.
Zijn „Portretten van Joost van den Von
del'5 werpen het volle licht op den Room
schen Vondel. Hij zelf geeft zo als
..Een laatste aflevering tot het werk van
Van Lennep55, die op verdienstelijke, wijze
Vondels werken had uitgegeven en toege
licht, maar uit den aard. der zaak veel te
weinig aandacht aan Vondel als bekeerling
had geschonken. Thijm slaat het intieme
leven van Vondel gade en 'schrijft daar
over roerende bladzijden.
Men sehenko in ons fragment zijn vollo
aandacht aan het gesprek tusscken Pastoor
Marius en Vondel, en de bewijsvoering
van den Pastoor over de noodzakelijkheid
van de aanbidding der H. Eucharistie.
Men lette op den gemoedclijkcn, A-ader
lijken toon van den grijzen priester en de
deemoedige opmerkingen van Vondel, die
in het gewone leven zoo star van hoofd en
zoo strijdlustig was, dat hij niemand of
niets ontzag en „harpoen en roskam55 han
teerde om heerschzuchtige regeerders of
fanatieke predikanten te treffen.
En men lette het meest op den groot -
scben eenvoud van het slot: Neerlands
grootste dichter in het schemerende kerk
je, gegrepen door Ctods genade, in tranen
neerliggend voor het Allerheiligste
Vendel in dc Begijnhofkerk.
Op zekeren avond ip den zomer van het
jaar 3041 bracht Vondel een dikken quar-
tijn, dien hij van Pastoor Marius te leen
had gehad, bij den vriendelijken eigenaar
terug. Men weet, dat de Be gijnhof skerk
sedert lang door de Protestanten in ge
bruik was genomen; maar dat er nochtans
voortdurend op hc't Begijnhof in een par
ticulier huis dienst werd gedaan. Men zegt
dat liet in datzelfde hoekhuis is geweest,
waarvan nog heden de houten gevel op een
vroege dagteekening wijst voor den bouw.
Het archief der kcik en de bibliotheek der
Pastorie waren geborgen in eon kamertje,
dat grensde aan het voor ue Heilige Dien
sten ingericht en sedert 3G36 veel vergroot
kerkje. Maar de Pastoor heeft niet altijd
op het Hof gewoond. Hij had een huisje in
de Begijnhofsteeg betrokken; hetgeen wel
licht veroorzaakt werd hierdoor, dat het
Begijnhof des nachts gesloten was en het
wenschelijk scheen- voor den herder eener
groote gemeente, wanneer hij des nachts
ter Bediening werd uitgeroepen, spoedig
bii de hand te zijn.
Vondel meldde zich bij Pastoor Marius
aan, en op zijn verzoek, om het 2de deel
tc willen leenen van het werk. waarmee hii,
bezig was, stelue de Pastoor voor, heb ge
zamenlijk in do bibliotheek to gaan halen.
Toen de beide mannen het stille Begijn
hofpad betraden, ontwikkelde zich tus-
sghen hen het volgende gesprek:
„Ik heb verleden Zondag uwe Vroegmis
bijgewoond. Mijnheer Pastoor! Ik ben er
zeer in gesticht geweerfc55 „Ja,55 zei-
de Marius, „de zinrijkheid van al do on
derdeden der H. Mis, moet. behalve nog
de hooge waarde, die zij als waarac-htigo
Offerande van Christus' H. Lichaam cn
Bloed heeft, weerklank vinden in het dich
terlek gemoed, dat haar verstaat".
„Bijzonder deed mij ook aan", zei Von
del, „de talrijke deelname der geloovigen
in de H. Communie. Het is treffend, dien
aandrang van het volk te zien, om aan den
liefdemaaltijd deel te nemen, waardoor
do dood des Hoeren en daarmee de herle
ving van het menschdom verkondigd
wordt. Mij dunkt, cl zou men niet geloo-
ven. dat de Heiland het brood bestemd
had, om, door het priesterlijk woord gecon
sacreerd. als voorwerp ter aanbidding te
worden bewaard en uitgesteld, dat dan
toch nog het geloof en de liefde ons begec-
rig zouden maken, om met onze broederen
dc TT. Offerspiize tc nuttigen55
Marius zag Vondel een oogenblik aan.
Deze sloeg zijn óngen neder.
„Gij kunt u, mijn zoon, lichter vereeni
gen met het gebruik van hot in Christus'
lichaam veranderd brood voor dc H. Mis
en dc Communie der geloovigen, dan dat
gii behoefte gevoelt in ootmoed voor het
tabernakel dos Hceren neer te knielen,
waarin het H. Sacrament bewaard wordt!"
Vondel zweeg. Een oogenblik later zei
hij: „Niet waar, Vader, wij lezen niet in
de H. Evangeliën, mch in dc Handelingen
of Brieven, dat dc Zaligmaker zich zei ven
in- het H. Sacrament tegenwoordig gesteld
heeft, met het oogmerk om daar ten allen
tijde een voorwerp van aanbidding te we
zen? Als offerande en als ziclespijs is mij
do instelling duidelijker."'
„Was het nooclig", antwoordde Marius.
„dat dit inzicht van onzen goddelijker»
Vftrlosser bbzoudov vorm oir! wp.rrt 'laar
immers het eerste der aloude. Tiongchodi
die vercering en aanbiddding van zd
medebracht? Christus is God, en die
God gelooft zal hem aanbidden en bc-ir,;
nen uit geheel zijn ziel en uit al zijn kra;
teil, waar en hoe die Godheid zich leg,:
woordig moge stellen. Is er niet veel trc,
in gelegen: te geloovcn, dat cf- een plu
is, hier, in onze nabijheid, onder 0113
reik, waar Christus, onze Heiland,
Weldoener, onze Vader, met Godheid
menschcid, met ziel en lichaam tegoamx
dig is: zoodanig tegenwoordig, dat
die zich voor ons tot het uiterste heeft
len vernederen, toelaat, dat Hij van
eene plaats naar de andere vervoerd,
Hij bewaard en bepaald wordt te verb1
ven in ciborie en tabernakel, mot liet
cm daar vereerd, om vandaar ter nuttig
genomen, om daar wellicht ontccrd.
daar A-aak langen lijd door de mensd
verwaarloosd te worden? Jezus zegt:
is alle macht gegeven in den hemel cn
de aarde;" dus ook om besloten te
onder deze geringe broodsgedaante.
zou zich onderstaan tc zeggen, a la J>
getuigt: dit is mijn Lichaam, en dal
Brood dat Hij geven zoude, dat. dat
Vleeseh is, voor het leven der Avacreld,
zou durven zeggen, dat dit niet waar
Laat ons het woord des Heeren geloovt
Oogt op onzen eerste A-ader Adam: hij
niet gelooven, dat uit zulken kleinen af
zou A-olgcn de dood. En is 5b hem niet
bcurd? Hij zag niet anders of dc
was goed: schoon om to zien. zoet
reuk en smaak en in 't gevoelen a
appel. Maar, cindat hii de Avoordcn Gi
niet geloofde, bracht hij ziehzelvcn en
zijn nazaten in den dood."
Toen Marius deze Avoorden pespro!
had,' Avaren zij het halve hof
rond geweest, en op de boekenkamer
komen. Daar vonden zij een begijntje
ten. dat druk bezig was, uit cemgï aani
keningen een opstel in een fraai quai
schrijfboek bij elkander te brengen,
toör Marius lachte. „Zoo, Moeder Aeli:
zijt ge weer bezig voor mijn onsïerfe'ï
heid to zorgen?"
Het geestelijk zustertje, dat 4:
kon zijn pvas opgerezen en kleurde 'bij
vraag van den herder. ...Ta, heer Vom!
ging deze voort: „Begijntje Van dc
heeft liefhebberij om mijnó preoken
papieve te brengen; zoo maar op hét
hoor af, cn ik moet zeggen, dat zij
vrij wat uit opvangt."
„Och. vader", zei het handig Koiiji
dat tevens boekhouderes van het Hof
„ik Aveefc wel. dat Uw Hoogwaard*
latijnsche boeken gemaakt heeft, dan
uwen roem noodig zijp. Mi in geJrrai
kan daar weinig aan toebrengen:
Monsieur Vondel zal het toc-h wel niet:
duiden, dat ik uw schoone toespraken,
loggingen en vermaningen n
tracht te maken, lang, nadat zo voor
zusters, en voor de burgers van Am
dam zijn uitgesprokenMaar; Vader
Moeder Marijtjc Roelofs heeft
vraagd, U te verzoeken, hear even
mii te woord tc staan, o\-er een post
rekeningen."
„Heel goed. kind" zeide Marius, ..ik
met u gaan. Heer Vondel zal hier ai
ding wel aantreffen. Ik zal u terstond
der komen vinden", sprak hij tot (Rn
ter en ging met Aeltgen van de Pnei
Hof op.
De tusschendcur van boekerij cn
stond aan. De meeste bedeplaatsen der
tholieken van Amsterdam Varen na
kamers in burgerwoningen. Allengs «lj
in den loop der lvdc eeuw. werden ft
venverdicpingen van sommige k,
door het gedeeltelijk wegbreken dor
ren en het aanbrengen van daklichto
dc kerkjes omgeschapen, waarvan wii
een belangrijk exemplaar over hebb»:
de Heintjen-hoek-slceg. De beneden»:
ping van het Begijnhofskerke was "f:
tüd woonhuis; daar leidde zekere lh'
"VVillemsdr. haar vroom en werfcJ
Ieveifï
In een huis, door ccn vrouw bo*8
kan het alleiht zeer stil wezen. Dit
gewenscht, zoo voor dc kerk als voer
boekerij, die tevens menigmaal stude;
mev voor Marius was.
Sedert, voor een paar uur, lof F
was in het kerkje, waren allo begil
naar hun huizen teruggekeerd.
Toen pastoor Marias ziin zaken re'
Begijnhofmoertips had afgepraat, pk
terug in de, bibliotheek. Maar Vondd
er niet meer. De Pastoor z-g naar R
dc avoud was gevallen. Hii zag ere
rond. Dc deur der kerk stond op ccn
ter kier dan zoo even. Hij ging in de
nam wijwater cn knielde eer hij bij*
ging. Er hing nog iets van den wierooi'
namiddagdienst. Een schemering
nog door de daklichten. Het altaar
zijn donker schilderij ontving nog 11
licht genoeg, om het verguldsel
ten gloed te doen behouden. Zacht
ten dc blinklichten der geelkoperen
lamp; en helder en rustig brandde.a»
nc vlam van het „Eeuwige Licht" dat.
wer dan de mensc-hcn, Jesus in Zijn v-
dom gezelschap hield. Dc bejaarde c*
leerde priester, hoezeer ook gewoon
den aanblik van het hier aan God Pc'
huis des offers, voelde zich ditmaal
ren van eerbied. Hij naderde de co
ni'ebanlc. Daar lag op zijn aangezicht
het altaar badend in zijn tranon:
A7an den Vondel.
A.T.Tlf.ooï>nr:nr"n f Q. Jrj A® 1*7(1*