„I LeMsciie Conti Tweede Blad LIEFDE OVERWINT. BINNENLAÜH Zaterdag 27 Januari 1923 Letteren en Kunst Gregoriusdag van den Korenbond „De Rijnstreek" in het Dekenaat Zoeterwoude. 1 De H. Thomas van Aquine geeft bij het antwoord op de vraag, hoe men bij den godsdienst gezangen mag gebruiken,de taak en ook de werking der kerkmuziek aan met de thesis: „Het is heilzaam dat hij den godsdienst het gezang worde aan-, gewend, ad infirmorum excitandum af fectum atque devotionem" d.i. om gemoed en godsvrucht der zwakken op te wek ken, opdat per oblectamento aurium, d.i. door de voldoening des oors, de geest zich tot het gevoel der vroomheid ver-» heffe." De heerlijke wijding des gezangs. dringt hem die bidt. diep in de zoo ont-s vankelijke ziel, die wordt aangegrepen door de natuurkracht der tonen van de muziek. Het staat toch onomstootelijk vast, dat kerkzang is gebed, godsdienst, de kunst die opbruischt uit het vroom gemoed en van heilige en bovenaardsche verheven heid is, die als heerlijk liturgische feest» taal opklinkt en omruischt met heerlijke danken de zoete sfeer van innige ;eestelijko geneugten, die de biddende yel doorstroomen. Hoe bovenzinlijk schoon, hoe vol van edele reine vreugde, 10e verkwikkend voor de ziel is de heer» ijke liturgische kerkzang, die met een on» jekende schoonheid van woord en toon, len zoo belangrijk onderdeel vormt van le kerkelijke liturgie. Pausen en Bis- ichoppen hebben door de eeuwen hun orgen gegeven aan den kerkelijken zang m velen van de besten onder de kinderen an de Kerk hebben steeds met warme ereering gearbeid aan de verheffing en ervolmaking van deze heerlijke kunst. Want een kunst is het, meer dan de este profane, omdat Gods~ eer doel en treven is en de kerkzang de eenheid en enigheid in de Godsvereering bewaart en lyordert. Zóó gezien is 't zeker een groot en zeer prijzen werk door den Korenbond on- ernomen en, 't dient dadelijk gezegd, met ooveel energie ten einde gebracht. Wat en energie, wat een offers van tijd en oeden wil zijn door de leden gebracht m de zware onderneming tot zulk een uccesvol eind te brengen en dan op een ajze die verre boven onzen lof verheven i. Hoe goed toch begrijpt men hier wat schat van leering er ligt in het hou- en van een Gregoriusdag. Wat een leerzame uren gewijd aan de rachtige ontwikkeling van de kunsttaal ra het hart, de toonkunst, de kerkzang, 0 geïdealiseerde taal der H. Kerk, die are handelingen begeleidt en tot God oert in een biddend zingen en zingend j idden, dat in onbeschrijfeHjke heerlijk- eid het jubellied is vol welluidendheid harmonie. Laten wij nu ons zetten aan de be preking van datgene wat den dag ons ood. Om 9 uur werd de plechtige Hoog- lis opgedragen door den Z.E. Deken ansen van Zoeterwoude, geassisteerd oor Pastoor Meijer als Diaken en Pa ir Vincentius O.G. als Subdiaken. Verder aren aanwezig Pastoor Beukers, van eiden, Pastoor de Vette van Hazerswou- e, Prof. v. d. Wiel van Voorhout, Father [eyer van Mill Hill en Kapelaan Nie sen van Dykum van Leiden, terwijl ook urgemeester Wap, van Zoeterwoude den raschen dag aanwezig was. De 8-stem- lige Missa Dominicalis van Joh. Win- ubst werd gezongen door de koren van e H. Bernardus, Groenendijk, en H.H. ngelbewaarders, Hazerswoude (Dorp), irecteur was hier de Heer J. B. Wesse- ogh, organist de Heer R. v. Vliet. We moeten inderdaad bewondering j herschrijven voor de wijze waarop deze i loeilijke compositie voor mannenstem- ien is uitgevoerd. Wij welen niet wat we [eer moeten respecteeren, den durf om FEUILLETON Oho verschrikte; goediger sprak hij har aan: Komaan, moeder, gij moet niet wee- En. Als mijn hospita binnenkomt, wat h zij dan wel denken? Het wag zoo niet emeend. Wanneer gij wist, hoe vreese ik spottend die Mattenveld kan zijn; ik !0u met hem nooit omgaan, maar zijn ader is een hoog ambtenaar, en men Can nooit weten, hoe men dien eenmaal !°°dig kan hebben. 2ij weende nog altijd, hij trad op haar toe en streek' haar ver het hoofd. ,2ij drukte haar gelaat tegen zijn borst; jn Hefkoozing ontroerdo haar, en hare ranen stroomden nog rijkelijker. ,7s Maar luister dan eens moeder, zeide een weinig ongeduldig, men zal ge- Pven, dat ilc u kwaad heb gedaan. Ik en nu een weinig ontstemd, omdat, hoe ik het zeggen, zij zullen nu zeggen, 1 ónder voogdij sta, en gij mij in mijn Malingen nagaat. ^os^er heek verbaasd op nT ra zuJlen ZÜ toch niet denken", Otto? 10et niij werkelijk leed. Neem het mij epp T 'ik, dat ik gekoman hen, en wan- L het niet gaarne ziet, kom ik ze- .let m«ser terug. Het was slechts, omu hij 'lachte nrU9^ °m uwen^wil was* (eertoch oeen kleine jongen F eder, die onder wagens kan -gera» deze Mis te verklanken of de energie waarmede inderdaad moet zijn geblokt om een zoo keurige uitvoering aan dit opus te bezorgen. Vooral omdat wij ons overtuigd houden dat dit werk eischen stelt die een correcte uitvoering, vooral door een klein koor, in den weg staan. En toch, als gezegd, zeer te loven was de uitvoering en het moet getuigd dat hinderlijke tekortkomingen niet konden worden geconstateerd. En Directeur en organist en zangers een proficiat met hun prestatie. Het gregoriaansche ge deelte werd onder leiding van den Heer W. Hoogzaad verzorgd door de koren O. L. V. Hemelvaart, Hoogmade; H. Mi chael, 't Zwaantje; H. Johannes Onthoof ding, Zoeterwoude en O. L. V. Onb. Ontv. Zoeterwoude H. Rijndijk. Deze gezangen werden ïn stemmigen toon voorgedragen; de noten waren er; de figuratie was goed verzorgd, de uit spraak was beschaafd, doch dat warme, dat hooger ziele-uiten, dat dynamisch op- 't was er niet in voldoende mate. Over 't geheel lag een wazige gedempt heid, die misschien voortsproot hit de naar onze meèning verkeerde opstelling van hef T waardoor de klank zich verloor nkerzijbeuk en niet ge noegzaam Aoïume behield om zich tot het ruim van de kerk voort te planten. Wat zeer te bejammeren was, want er was een eenheid en volgzaamheid, die bij meer dere klankontwikkeling tot een schoon geheel, -dn welbegrepen klaarheid, had kunnen uitgroeien. Hoevele groote- en stadskoren konden hier materiaal verzamelen om bun onbe holpen manier van gregorlaansch zingen op peil te brengen. Na afloop van de H. Mis, kwamen al len bijeen in het Patronaatsgebouw, waar de Voorzitter van den Korenbond, Pas toor de Vette, 'n hartelijk woord ter inlei ding sprak en aan de hand van de ge schiedenis van den Bond een en ander memoreerde omtrent de totstandkoming van dezen dag. Vervolgens kreeg Pastoor Beukers, van Leiden, het woord om een soort recensie te geven van hetgeen in de Hoogmis was gezongen. Menige nuttige wenk gaf spre ker ten beste en door tal van voorbeelden werd den zangers de wijze van zingen, van opvatting, van zin, woord on toon verduidelijkt, wat zeker door allen diep is geprent iü het ontvankelijk gemoed. Een .repetitie, toegelichtmet veel gezon gen voorbeelden, besloot deze als gezellig samenzijn bedoelde uren, die echter uit gegroeid waren tot momenten vol leering en genot. De Z.E. Heer Voorzitter dankte met een welgemeend woord en riep allen trouw om twee uur present te zijn. En we waren precies om twee uur in de Parochiekerk van O. L. V. Onb. Ont vangen, waar heerlijk zonnelicht speelde door de vensters van dit schoon gebouwde en harmonisch gekleede tempelgebouw. Harmonie inderdaad; de oogen gaan hier te gast aan wat er te bewonderen valt binnen deze gewijde muren, waar reeds rondgalmen de frissche orgeltonen van een opus van Caesar Pranck, voorgedra-, gen door den Heer Wesselingh Jr. Wat is toch onze godsdienst schoon en zinvol. Wat paren de schoone kunsten zich, om den lof te zingen en de woning tot een kunstgewrocht te maken ter eere van Godl Om daartoe een aanmerkelijk deel hij te dragen besteeg Prof. v. d. Wiel den kansel om in een kernachtige rede, vol humor en gloed, den zanger zooals die moet zijn uit te teekenen en hem op te wekken, als den dienaar van waarlijk hooge roeping, zich zeiven te vervolma ken en te worden of te blijven de bevoor rechte mensch, die geroepen is bij te dra gen tot vermeerdering van Gods glorie. Als de wenken, ook die omtrent de juiste opvatting van de taak van den zanger,'1 worden in practijk gebracht, zal deze conferentie krachtig bijdragen tot verbe tering van nog tal van gebreken die den koren en koristen aankleven. Daarna de uitvoering van de vijf koren die elk een gregoriaansck nummer en een meerstemmig nummer zongen, 't Kan bestempeld worden als een soort wed strijd. In dit licht beschouwd zouden wij kunnen volstaan aan de hand van onze aanteekeningen een soort prijsuitdeeling te houden. We zouden dan zeker het ver wijt niet ontgaan er gemakkelijk ons af te maken. Daarom eerst een woord over het gregorïaansch in 't algemeen, Won- der, bij alle koren treffen wij dezelfde ken, men kan toch wel eens opgehouden worden. Zeker, Otto, maar wanneer je me dan maar een briefje geschreven liadt. Zij rees op. Maar ik wil je niet langer ophouden en Zij greep in haar tasch en lachte flauw tjes, terwijl zij haar beursje te voorschijn haalde en daaruit een gouden tientje te voorschijn haalde. Ik heb een kleinigheid meegebracht, Otto, Weinig, maar uit een goed hart. Een vurig rood overtrok zijn gelaat, en hij maakte onwillekeurig een terugtrek kende beweging. Maar het volgende oogen blik greep hij haastig naar het goudstuk en stak het in zijn vestzak. Dank u, moeder, zeide hij, boog zich voorover en kuste haar in een plotselinge aandoening op de wangen. Dan vatte hij haar de hand en geleidde haar naar een grooten pluchen stoel. Gij moet nog niet gaan, moeder. Hij drukte haar, hoewel zij een weinig tegenstreefde, op den stoel neder. Zijn manier van doen was ineens an- dorg geworden; hij knikte haar vroolijk toe. Uw bezoek moeten we toch vieren, moeder. Hij wees naar de kruik, welke de heeren hadden laten slaan. Echt Löwenbrau, moeder. Zoo iets drinken zij bij u buiten niet. Hij goot de beido resten, welke zijn vrienden hadden overgelaten, in een glas en spoelde liet leeg geworden glas in zijn waschkom om. Dan. keerde hij naar de tafel terug, vulde het schoongemaakte wazigheid, reeds boven besproken, aan. Waaraan is dit toe te schrijven? Heeft do leermeester die do cursussen gaf bedoeld een groote mate van zelfbeperking aan te leggen, omdat hij bevreesd was, dat bij een meer uitzingen bet dialectische ele ment zou domineer en, of wel is deze wij ze van zingen bedoeld om rust en gemak te bevorderen? 't Zijn vragen. 't Kan heuscli geen kwaad als de koren zich hier op gepaste wijze eens laten gaan, door den bekwamen di rigent geleid langs de rozenpaden van den biddenden ien zingenden liturgischen zang. Wat betreft de uitvoering van de meer stemmige nummers, de keuze daarvan kwam ons niet zeer doordacht voor. Voor de koren van de Parochie Onb. Ont. en H. Bernardus maken twij zeer gaarne een welverdiende uitzondering. Van het eer ste koor kregen wij te hooren Sanctus en Benedictus, W. P. 'Jansen, met kinder stemmen. 't Klonk inderdaad mooi en vooral beschaafd van toon, terwijl de volle aandacht waa gewijd door Direc teur Hoogzaad aan den tekst en het klankgehalte, wat aangenaam trof. Di recteur Wesselingh ,met zijn koor ver dient hulde voor de degelijke wijze waar op de „Ave Maria" van M. Haller ten uit voer werd gebracht. Do andere koren de den ook hun best en op een na kunnen zij mot groote voldoening terugzien op het vele goede wat zij ten beste gaven. Doch men blijve nu niet staan op den drempel van bet succes. Men bouwe voort, men drage aan materialen om het groote en heerlijke gebouw van den liturgischen zang verder op te trekken. Daar is nog nog zooveel te geven aan ijver en energie; daar staat nog zoo'n rijke oogst binnen te halen. Want, als wij bij het plechtig lof, dat aan het einde van dezen welge slaagden dag werd gecelebreerd, nog maals den geest bezighouden met de schoone lofzangen, door Pastoor Beukers nu geleid, dan kunnen wij niet anders dan tot de dankbare conclusie komen dat op dezen dag een werk is verricht dat van machtigen invloed zal zijn op den ontwikkelingsgang van den kerkelijken zang, als slechts worde vastgehouden en voortgewerkt op de basis van wat heden werd gepraesteerd en de deskundige wen ken, zoo duidelijk gedemonstreerd, daar bij vormen den leiddraad die tot een steeds hoogere volmaaktheid voert. Dan zal deze dag er een zijn die met gulden letteren kan worden opgeteekend in de archieven van den Rijnschen Koor- bond. SP. DE STICHTING DER R.-K. UNIVERSITEIT. In het dankschrijven, in September LI. «door het Doorluchtig Episcopaat aan do KiathoHéken van Nederland gericht, werd de hoop uitgesproken, spoedig nadere in lichtingen te kruinen vers trekken omtren t de plannen tolt stichting "der R.-K. Uni versiteit. Do voorbereidende maatregelen zijn nu zoo ver gevorderd, diat het be stuur der St. Radboud stichting 1) de vol gends rugcledeölingen kan doen. Den 25 November 1911 werd door het Gemeentebestuur van Nijmegen tot het Bestuur der St. Radboudstichting een schrijven gericht, waarin belangrijke me dewerking van de Gemeente werd toege zegd, in geval de R.-K. Universiteit daar ter stede zou worden gevestigd. In Fe bruari 1912 werd eenzelfde schrijven ont vangen van die Gemeente Maastricht. Den l7dén Maart 1919 werd door een oommissie, ingesteld door den gemeente raad van Nijmegen, een schrijven gericht tot het Doorluchtig Episcopaat, waarin een plan van samenwerking werd voor gesteld tuS'Sohen de Sant-Radboudstidh- ting en de Gemeente, om te komen tot oprichting ©ener R.-K. Universiteit, die in verhand roet de geschiedenis der stadi Keizer-Karei-Universiteit zou worden ge noemd. Naar aanleiding daarvan werd den aden November 1919 ten paleize van Mgr. den Aartsbisschop een Oommissie van Voorlichting geïnstalleerd, bestaan de uit negen leden 2), die ten doel had rapport uit te brengen aan het Episco paat en de andere leden der Sibt-Rad- boiudstidhting over bepaalde haar voor gelegde vraagstukken inzake de stichting der Universiteit. Spoedig daarna werden oqk door an der Gemeenten aan de Sint-Radbouü- s'tidhtirug plannen voorgelegd van samen werking voor een te stichten bijzondere Universiteit n.l. door de Gemeenten Tilburg en Den Bosch; later ook door dé Gemeente Maastricht. In dien jongsten tijd voegden zich daarbij voorstellen van particuliere zijde uit de Gemeente 's-Gra- venhage. Reeds spoedig bleek, diat, ook veron dersteld! ruime financiëele medewerking van een Gemeente, voor een Universiteit met dirde Faculteiten, n.l. die der Godge leerdheid!, der Rechtsgeleerdheid en der Lettoren en Wijsbegeerte wi'lde deze op het peil staan van de andere Neder- landlsChe Universiteiten |de gelden), waarover d'e Sint-Radboud stichting be schikte, ontoereikend! waren. Daarom werd een Comité van Actie tot Stichting ©ener R.-K. Universiteit (Oasfcu) in het leven geroepen, dlait bestond uit een tijde lijk Hoofdcomité en negen Diocesane Co- mité's, waaronder ressorteerden de Comi té'», in alle Parochiën opgericht, Sinds het beëindigen der Stichtingsactie op 1 Sept. 11. staan Diocesane en Parochiale Universitedts-ccmité's ondier het Bestuur der St. Radboudstichting. De stichtings actie heeft als resultaat gehad, dat ruim twee miiilioen gulden werd bijeengebracht de som door het Doorluchtig Episcopaat gevraagd, om tot stichting van de Uni versiteit met drie Faculteiten te kunnen overgaan. 8) Tot deze stichting kon dus worden be sloten. Voor het bestrijden! der jaarlijh- sche onkosten moet dlajaobij echter ten stelligste gerekend worden op een gun stig resultaat van dé jaarlijks-ehe geld inzameling, die door het Episcopaat aan alle Parochiën is voorgeschreven. Deze zal jaarlijks dn de maanden October en November gesohiedlen door d'e Parochiale Gomité's. De opbrengst van deze collecte zal tevens moeten dienen tot voorberei ding van dé Faculteiten der Wis- en Na tuurkunde en der Geneeskunde. Wegens dé zeer hooge kosten van stichting en onderhoud dezer beidé Faculteiten mag de oprichting er van eerst na resp. tier end wintig en negen-en-veertig jaar (dén wettelijken termijn) worden verwacht. En dit nog alleen, indien de resultaten der jaariijksohe inzameling bevredigd zijn. Alleen een meer vrijgevige steun van Rijkswege en buitengewone schenkingen kunnen die oprichting bespoedigen. Voor een groot déél blijven bloei en uitbreiding der R.-K. Universiteit dus afhankelijk van de werkzaamheid der Parochiale comité'®. De beslissing over do plaats van ves tiging der Universiteit-viel zeer moeilijk te nemen, omdat er voor meerdere siteden ernstige argumenten waren aan te voe ren. Tenslotte is èn door de Oommissie wan Voorlichting èn door het Bestuur der Sit. Riadboudstichting bij ruime meerder heid geoordeeld, dat de étad, van waar uit do actie tolt stichting was begonnen, in ieder geval niet minder geschikt was dan andere steden. Met het Bestuur der Gemeente Nijmegen werden bereids be sprekingen gehouden en 13 overeenstem ming verkregen, zoodat het voorstel van B. en W. binnenkort in den Raad zal worden behandeld. Bij een gunstig ver loop kan de opening der R.-K. Universi teit in het najaar van 192-3 worden ver wacht. De organisatie is reeds in groote lijnen vastgelegd' door de Commissie van Voorlichting, terwijl aan een Commissie van Organisatie is opgedragen plannen voor de verdere inrichting uit- te werken. Tot leden dier Oommissie werdén be noemd twee personen uit het Bestuur der Stichting, nil. Jhr. Mr. Paul J. A. A, M, van Nispen tot Sevenaer en P. P. Wieg man, benevens Dr. J. H. E. J. Hoogveld en Prof. Dr. J. C. F. H, Schrijnen, welke Commissie zich als Voorzitter koos Jhr. Mr. Paul van Nispem tot Sevenaer en als Secretaris assumeerde Mr. O. Prinzen te Ooa terbeek. geleden in dc stad gekomen was en bij bloedverwanten inwoonde totdat zij een passende betrekking had gekregen. Dat Koster'® keuze een goede geweest was, bewees zij reeds den eersten dag. Het eten was op tijd klaar en Helena ploeterde in het vreemde huishouden alsof zij bij de familie groot gebracht was. De beide mannen hadden ook niets te klagen, en dat het de zieke evenzoo ging, zag men aan haar tevreden trekken en aan het gunstige '.Verloop, dat de onge steldheid nam. Helena had iets in haar persoon, dat on willekeurig achting afdwong. Er lag iets lieftalligs in haar wezen, ofschoon zij van haar toilet geen buitengewoon werk maakte en zeer stil in zich zelve gekeerd was. Vader en zoon behandelden van" 'den aanvang af de juffrouw- met een zekeren eerbied, dien men bij die ruwe mannen in het geheel niet verwacht zou hebben. Karei deed in het bijzonder zijn best, tiaar hij slechts kon, de juffrouw een ge noegen le bereiden; hij dulde volstrekt niet, dat zij het zware werk, zooals het kleinhakken van brandhout en het schep pen van steenkool uit den kelder, ver richtte. 1Dat moet gij aan mij overlaten, juf frouw," zeide hij met een goedig lachje. Dat is altijd mijn huisarbeid geweest. Toen de koorts der patiënte geweken was, was het eerste, wat zij de nieuwe huisgenoot© verleide over haar afwezigen zoon. En daar Helena eene opmerkzame toehoordster was, die in alles, waarover men sprak, veel belangstelling scheen te voelen, vertelde de moeder maar 'voort, Faculteiten) 'een hoofdvak en twee bij vakken kunnen worden gekozen. In de Faculteit der Letteren en Wijs begeerte zal een ruimer plaats aan df Philosophic worden ges-ebtt-ken dan frefr geval is aan de Rijksuniversiteiten, Ei zullen daarom meerdere titularissen rooi dé Wijsbegeerteworden aangewezen. Heil onderricht is in bet bijzonder gedacht! voor de Litteratoren en Juristen, niet zop< zeer als bovenbouw voor Theologen, reedis den twee-jarigen cursus voltooiden! voor wie echter capita selecta dienstig kunnen zijn. Aon d'e inrichting van een speciaal phÜosopthiseh instituut, zooalt b.v. door Kardinaal Mercder te Leuven! werd gesticht en zooa-ls ook voor Keulen wa-3 beraamd, kon om verschillende rede» nen nog niet worden gedacht. Dit staat op 't program als ook de 'beide andere Faculteiten zullen zijn gesticht. In de af- deeling Letterenzullen o.a. ook d« moderne talen worden gedoceerd de in richting van den cursus in de Engels oho Taal- en Letterkunde zal echter niet on» middellijk, maar binnen enkele jaren ge schieden. In de Faculteit der Rechtsgeleerdheid z-a/1 o.a. ook bijzonder aandacht worden geschonken aan de Wijsbegeerte van het Recht en aan het Canoniek Recht. Voor de inrichting der Bibliotheek zal spoedig een afzonderlijke actie worden georganiseerd. Meerdere waardevolle boekerijen zijn reeds aan de St. Rodboud!- stidhting geschonken of toegezegd Voor- loopig zullen bij de inrichting der Biblio theek meer speciaal de zg.n. Instituuts bibliotheken worden verzorgd. Verdere mededeeHngen a- er de vakken! en de daarvoor aangewezen titularissen zullen zoodra mogelijk worden gepubli ceerd. 1) Heb Bestuur der Sb Radb oudstich ting bestaat uit H.H. D.D. H.H. den Aartsbisschop en de Bisschoppen van Nederland als vaste leden, benevens uit een aa-nltal (minstens vijf) niet vaste leden, n.l. Prof. Dr. G. A, H, Bauduin te Roermond, Jhr. W. E. Bosch van Oud- Amelisweerd te Utrecht (Secretaris), O. L. Bressers te Dongen, Jhr. P. J. A. S, M, van der Does de Willebois te 's-Her- 'tcgenboisdh, Jhr. Mr. P. J. A. M. van Nispen tot Sevenaer te Arnhem, P. P. Wiegman te Over veen, Mgr. B. A. do Witt te Utrecht. 2) Prof. Dr. J, Th. Beijsens te Soest, Dr. W. A. Boekelman te Utrecht, Dr. P. G. M. Difokx te Ba-vefl, Dr. J. H. E. J. Hoogveld te Utrecht, Mr. W. M. van' Lanschot te '"s-Hertogenbosch, Mr. J. R. H. van Schadk to 's-Grawenhage, Prof. Dr. Jos. C. F. H. Schrijnen to Utrecht* Dr. H. E. J. M. van der Velden te Nij megen-, Mr. A. I. M. J. Baron van Wijn bergen te Utrecht. 3) Van de uitgave von een Verslagboek waarin zouden vermeld worden alle co mités, benevens de opbrengst der inza meling in alle Parochiën, is voorloopig om de onkosten afgezien. Eenigo mede- deelingen mogen hier volgen. Uit het Aartsbisdom kwam "in 401.432 05 uit het Bisdom Haarlem 338.685.67 uit het Bisdom VHerhogeribosoli (bij Gasku) 390.802.06uit het Bisdom Roermond! 204.112.25uit het Bisdom Breda 156.350; van instellingen, die onder meerdere bisdommen vallen of buitenlan ders 34.558.97. Met bijzonderde bestem ming (grootendeels uit het Bisdom 's-Bosch) 53.500. Met gereserveerd! vruchtgebruik uit 't Aartsbisdom 5.000, uit het Bisdom 's-Hiertogenbos ch 20.000 Toegezegd bij stichting (uit verschillende diocesen) ongeveer 20.000. Van een on bekende uit heit Bisdom Haarlem f 500.000 (in tien termijnen). Verder zijn meerdere giften in termrner. toege zegd, die- tof '-10 jaariijiksc^iü bijdrag* w-orden gerekend. UIT HE ©ÜÜEIMÜ ALPHEN AAN DEN RUN. Tooneel. De R. K. Tooneelvcrecniging „Ons Tconeel", welbfkend om hare steeds fraaie geslaagde uitvoeringen, zal oïia we der verrassen op oenigc uil- °nngsavon- den en wel op 4, 5 en 6 Febru— j.i. Het pro gram bevat o.m. de opvoering van het c.rama „Braucomis" voorstellend een inte ressante episode uit den strijd tusschcn Tuiken en Bulgaren. Wij verwijzen dien aangaande naar dc advertentie van liedett ip dit' Vffn eie vroegste kindsheid en jeugd van haren lieveling af. Een zoo vlugge, lieve* aardige jongen was Qr nooit geweest. Dei volgenden Zondag zou hij zeker komen. Maar wio er kwram, niet Otto. De ziekö was den geheelen dag zeer onrustig en; richtte zich iedere minuut in bed op, stil' over haar lieveling zuchtend. Den volgenden dag was dc koorts eetf graad heviger; de zieke klaagde niet^ maar dat hare gedachten zich onophoude lijk met haren Otto bezig hielden, zag, men aan hare oogen en hoorde men aan hare onwillekeurige zuchten. Ivarel bood aan. Otto te schrijven, maai? zij wilde niet. ,.Nu niet", zeide zij, deüi volgenden Zondag zal hij komen, en danl ben ik weder gezond, waarom den armen! jongen te beangstigen? Maar Karei duldde niet, 'dat zijn hioë« 'der innerlijk verdrietig was, en dui -schreef hij een briefkaart aan Otto, en! i verzocht hem dringend, dadelijk na d«. ontvangst van het schrijven le komen; daar moeder ziek was en onophoudelijk! naar hem verlangde. Maar twee, drie da* gen verstreken, zonder dat mijnheer dtf advocaat zich in de Rugenerstraat lief zien. Inwendig was Karei vertoornd over zulko liefdeloosheid. Vrijdagavond besloot hij hem persoon- lijk te gaan spreken; hij gaf zich niet even tijd om van kleeding te verwisselen. Slechts een schoon boordje deed bij oifl en gaf een paar streken met den borstel! over zijn stoffig werkpak, dat nog de on* uitwischbare sporen yan den arbeid droeg. ,J (Wordt vervolgd)'* 1 glas en bood het zijn moeder aan, zette zich op de leuning van haar fauteuil, om strengelde haar met zijn linkerarm en klonk met liaar. Op uw welzijn, moeder. Prosit 1 Zij wilde slechts proeven, maar hij dwong liaar het glas te ledigen. Zij slokte en slokte, inwendig gelukkig över zijn liefde; vergeven waren zijn on vriendelijke woorden, zijn liefdeloosheid van zooeven. In den grond was hij toch een harte lijke, goede jongen, meende juffrouw Koster. Droeve dagen waren voor de kleine fa milie in de Rugenerstraat aangebroken. Vrouw Koster had zich bij haar reis naar de Bergstraat een hevige verkoudheid op den hals gehaald: een groote zwakte was het gevolg, waartoe het aanhoudend naaien op de machine, dat liare krachten had uitgeput, niet weinig had medege werkt. De dokter gebood voorloopig rust in bed te houden en volstrekte onthouding van allen huiselijken arbeid. Het eerste gevolg was, dat 'de kassiers knecht een vrouwelijke hulp in huis' nam, die de zieke verpleegde en voor het huis houden zorgde, want hij en Ivarel durfden niet thuis blijven, uit vrees kunne be trekking te verliezen. Hij zocht en vond een jong meisje, dat zich in de courant aangeboden had. Hij had haar ook genomen, omdat zij niet ver af woonde, naar huis kon gaan om te sla pen, en omdat liaar bescheiden trekken en haar nette heldere verschijning hem bevielen. Zij was een wees, die eerst kort Omtrent de organisatie kan voorloopig het volgend© worden meegedeeld: De Theologische Faculteit aal alleen bevatten een zg.n. cursus maior, n.l. voor personen, die de gewone voorbereiding voor hét priesterschap, n.l. den twee jarigen cursus in de Wijsbegeerte en den vier-jarigen dn de Godgeleerdheid hebben beëindigd aan Seminarie of Klooster school. De cursus maior zal minstens dado jaren duren, waarbij voor het doctoraal (evenals in "Washington en volgens Lot nieuwe Academisch StaJtnut in de andere

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7