uiiuap
tMfniirin>fiHiivn«fiiwii,|niiHh,HiBHi,vniiBnmrmuiiiiimBiminr®Tifitn,m»rin®iinH,jiiminiimmiiwHffliiWfmiininrfiaifHmrifMiiii...;it-.f|,jini,II-,(T,lll,l.as
«»ssf -
N|»llll!ii!|H(|l|!t!||!U
Haarl.stpaat 114
leder
stem-
Yerscliille
men stemmen
De heer v. d. Lip aeht do zaai van
teveel belang om ze op deze wijze af te
deen.
Bij stemming wordt daarna besloten het
debat in een avond vergadering voort te
Betten.
Avondvergadering.
De heer Groeneveld zegt dat is "op
gemerkt dat het salaris van den heer v. K.
geen verband houdt met het wachtgeld
dat hij geniet. Dit verandert echter niet
aan het feit, dat hij een laag salaris krijgt
Feit is ook, dat hij gesolliciteerd heeft
voor Directeur, waaruit volgt, dat hij er
belang bij heeft dat er een Directeur
blijft. Hij is belanghebbende en dus be
vooroordeeld. Nu -blijft de tegenwoordige
directeur nog een maand. Zijn advies kan
worden ingenomen, al zal men met zijn
advies voorzichtig moeten zijn, daar hij
niet licht zal erkennen, dat hij over
bodig jarenlang dezen post. heeft be
kleed. Maar hij is althans deskundig. Spr.
zou den dienst 700 goed' mogelijk willen
gaande houden om intusschen de reorga
nisatie voor te bereiden.
De heer v. Hamel verdedigt het voor
stel van B. en W. die naar hun beter we
ten hebben gehandeld. Dat zij den heer
v. K. hebben voorgedragen, vindt spr.
heel verklaarbaar, daar hij getoond heeft
te zijn een man met groote energie en
plichtsbetrachting. Spr. vestigt er de aan
dacht op, dat vooral ook het marktmees
terschap van veel beteekanis is.Spr. heeft
in dit opzicht van den heer v. K. de beste
verwachtingen. Hij begrijpt niet de scher
pe aanvallen. Spr. is een groot voorstan
der van bezuiniging, maar ook hierbij
moet het versland spreken. Niet iedere
ambtenaar, hoe verdienstelijk overigens,
is voor dit werk geschikt. Spr. onder
steunt het vooistel van B. en W.
Do heer Wilbrink zeg dat hier vol
gens den heer v. Hamel onrechtvaardige
verwijten zijn gericht aan het adres van
B. en W. Spr. blijft echter bij zijne mee
ning, dat hij het recht had een ander
standpunt in te nemen dan in de Comm.
Spr. heeft nief, betoogd, dat ambtenaren
meer betrouwbaar zijn. dan B. en W.,
maar wel, dat niet een ernstig onderzoek
is ingesteld, althans niet bij de hoofden
van dienst. Spr. ontkent dat hij persoon
lijk is geweest. Hij heeft zelfs niet de
eer den heer v. K. te kennen. B. en W.
zijn in hun verdediging veeleer persoon
lijk en bevooroordeeld, met het gevolg
dat anderen zelfs niet de gelegenheid had
den zich voor te stellen. Als overigens
raadsleden een ander inzicht hebben, dan
B. en W., dan hebben zij niet alleen het
recht maar zelfs den plicht dat uit te
spreken. Er is gozegd dat aan de licht
fabrieken nieman-d overcompleet i-s, maar
als geïnformeerd was, of er iemand was
die genoeg administratief onderlegd is en
goed met het publiek kan omgaan, dan
zou er zeker iemand gevonden zijn in
staat dezen dieast tijdelijk waar te nemen
Overigens acht *pr. het beter dat de wet
houder zelf de reorganisatie voorbereidt,
dan iemand van buiten, die zelf veel be
lang heeft bij het voortbestaan van de be
trekking. Spr. blijft bij zijn voorstel.
De heer W i l m e r stelt volkomen ver
trouwen in de waarheid van de aanbeve
ling van B. en W. Voor gpr. is echter nog
niet duidelijk of inderdaad een ernstig
onderzoek is ingesteld, of onder het ge-
meentepersoneel ook niet is een geschikt
persoon, die eventueel zijn betrekking
met deze zou kunnen verwisselen. Spr. zou
gaarne een beslist antwoord ontvangen.
De heer Eikerbout meent dat de
reorganisatieplannen wel degelijk door
den adj. directeur kunnen worden voorbe
reid. Spr. gevoelt de bezwaren tegen het
voorstel van B. en W., omdat we ons daar
Beee binden. Hij zou ook gaarne vernemen
t>f het inderdaad niet mogelijk is, onder
het gem. personeel een cand-idaat te vin
den. Als er in een öf ander bedrijf iemand
is, dan zou hij lijdelijk zoo noodig op noil-
activiteit gesteld kunnen worden. Spr.
dient een voorstel in, waarin wordt uit
gesproken dat de betrekking van direc-
eur van markt- en havendienst wordt op
geheven en B. en W. worden uitgenoo-
digd daarmee hij de reorganisatie te re
kenen.
De heer Oostdam is do:r den Voorz.
tot andere gedachten gehrach.t Nadrukke
lijk is toch gezegd dat wij volkomen vrij
blijven. We hebben dan dit voor, dat wij
iemand van builen krijgen met een fris-
schen kijk op de zaak. Spr. zou dan ech
ter nu reeds willen uitspreken, dat bij
eventueelö benoeming van een directeur
sollicitanten worden opgeroepen, 'opdat
dan ook het gemeentepersoneel een kans
krijgt.
De heer Sijtsma betreurt het, dat
vanmiddag niet is gestemd, daar dan een
der afwijkende voorstellen zou zijn aan
genomen. Bezuiniging wordt nu weer on
mogelijk gemaakt. Het zal nu wel blijken,
ondanks alle verzekeringen, dat we nu aan
den heer v. Kesteren gebonden zijn. Spr.
betreurt het optreden van den heer Pera,
die maar zonder meer heeft gezegd, dat
hier in Leiden niemand le vinden was.
De heer Pera ontkent dit ten stel
ligste.
De heer S ij t s m a zegt verder den heer
Romanesko te hebben opgebeld, die zich
volkomen bereid verklaarde van advies te
dienen. Spr. betwijfelt of een oud-politie
ambtenaar in staat is de reorganisatie
voor te bereiden. De zaak is dat B. en W»
de plannen klaar hadden, moeten hebben.
De heer Eerdmans: Zeer juist.
De heer Sijtsma betoogt, dat het
voorstel van B. en W. niet is in 't belang
der gemeente. Als wo alleen over bezuini
ging praten, komen we niet verder.
De heer E ejrd mans zegt. dat de Raad
als geheel wil bezuinigen. Er is echter
verschil van gevoelen over de wij2e.
Daarom viaagt spr. hoever de denkbeel
den over de reorganisatie zijn gevorderd.
Spr. heeft den indruk gekregen dat alles
zal afhangen van het advies van den heer
v. Kesteren. Blijkt dit niet het geval en
geven B. en W. de verzekéring dat het
niet de bedoeling is weer een directeur le
benoemen, dan zal spr. met het voorstel
meegaan.
De heer Pera. welh., zegt dat het ge-
heele bezuinigingsplan van B. en W. is
uitgegaan. Nu stelt men het voor alsof
het omgekeerde het geval is. Van B. en W
is het plan uitgegaan den directeur af te
schaffen en na to gaan welke rang de
nieuwe titularis zal hebben. Spr. kan den
heer Eerdmans dus volkomen gerust stel
len.
Verder zegt spr. dat uit de sollicitatie
schijnt,dat de bedoeling is. van denheer v.
K., directeur te worden. Bij do bespreking
is echter het tijdelijk karakter van de
functie sterk op den voorgrond gesteld.
De raad blijft volkomen vrij. Men wil nu
de zaak aanvankelijk voortzetten met het
aanwezige personeel. Maar dat kan niet,
daar de onder-directeur daartoe niet in
staat is.
De heer Sijtsma: Hij treedt Donder
dag al in functie.
De heer Pera: Neen, hij heeft ver
klaard deze functie niet te kunnen waar
nemen. Spr. betoogt verder dat. hij zich
gehouden heeft aan de afspraak om een
onderzoek in tr stellen. De w ij z e waar
op hij dit gedaan heeft, wil hij hier niet
uiteenzetten. Het resultaat van het on
derzoek was, dat er onder hen, die niet
een vaste positie hebben, niet iemand was,
geschikt om in dezen tak van dienst ge
plaatst te worden en die wij de leiding
durfden toevertrouwen. Spr. vestigt er
nog de aandacht op, dat hier heel wat
meer noodig is. dan geschiktheid voor ad
ministratie. Den heer Eikerbout ant
woordt spr. nog dat. de adjunct hiervoor
niet kan worden' aangewezen. Wat be
treft de vraag van den' heer Oostdam out
sollicitanten' op te roepen zegt spr. dat bij
van oordeel is, dat daar niets tegen is.
In elk geval staan we tegenover den heer
v. K. gehel vrij. Met den heer Groeneveld
is spr. het eens, dat de tegenwordige di
recteur niet de meest geschikte persoon
ia als adviseur op te treden.
De heer Groeneveld: Dat heb ik
niet gezegd.
De heer Pera: Ja, n hebt 't met na
druk gezegd. De heer Sijtsma zegt, dat de
heer Romanesko nog bereid was te blij
ven. Maar dan begrijpt spr. den heer R.
na diens pertinente verklaringen niet.
De Voorz. doet mededeeling van een
voorstel van den heer Eerdmans, om
met 1 Januari een tijdelijk ambtenaar aan
te stellen met den titel van markt- en
havenmeester.
De heer Groeneveld bespreekt nog
de wijze waarop de heer v. K. met B. en
W. in contact is gekomen. Tal van ande
ren hadden nu l iet de gelegenheid te sol-
liciteeren. De adj. dir. is volgens den
heer Pera niet geschikt tijdelijk op te
treden, maar dan hebben B. en W. zich
bij diens aanstelling vergist.
De heer Pera: Hij is ziek geworden.
De heer Groeneveld merkt den
heer Wülmer op, niet te kunnen geloo-
ven dat onder ons groote ambtenarencorps
niemand is om tijde ijk deze functie waar
te nemen. Dat ia een onverdiende smet.
Spr. vindt het verkeerd aan de eene zijde
ambtenaren te ontslaan en aan de andere
zijde nieuwe ambtenaren aan te stellen.
Spr. vindt het vreemd dat B. en W. er
niets van gezegd hebben, dat de heer v.
K. reeds 53 jaar is.
De heer Pera, welh., zegt nog dat bij
een oproeping allicht meer keus zou ge
weest zijn, maar men verge le niet dat
het hier een tiideiljkc benoeming geldt.
De leeftijd acht spr. geen bezwaar.
De Voorz. heeft niet veel meer te
zeggen. De bezAiiniging is inderdaad uit
gegaan van B. en W. In verband daarmee
is geen oproeping gedaan. Do bedoeling is
blijkbaar een der hoogere ambenaren van
de lichtfabrieken, die straks misschien
overbodig wordt, te benoemen, teneinde
daar plaats te maken voor jongeren. Als
deze echter benoemd was, dan zat hij er
mee. We zouden .hem dan toch niet te
rug kunnen brengen. Zoo'n plaats kan
toch niet opengehouden worden. De heer
Wilbrink wil blijkbaar iemand uit een
andere betrekking nemen, maar dan heeft
hij er weinig kijk op, wat voor dit
baantje gevraagd wordt. We kunnen toch
niet iemand tijdelijk uit een andere be
trekking nemen.
D, heeren Wilbrink en K o Q i s t r a
achten dit zeer goed mogelijk.
De Voorz. betoogt nog, dat hun voor
stel het veiligste is. Hun bedoeling is, de
betrekking van adj. dir. op te heffen.
Waarschijnlijk Kan ook een der haven-
rechercheurs gemist worden. Spr. be
grijpt niet, waarom eventueel niet een op
roeping gedaan zou kunnen worden. De
leeftijd van den heer v. K. kan hier bui
ten bespreking blijven, daar zijn pen
sioen verzekerd is. Wat betreft de adj.
directeur, die is door den Raad benoemd.
Niemand kan helpen, dat de man ziek is
geworden. Spr. betoogt nog, dat het hier
een persoonlijke zaak betreft. Men wil
iemand, thans in een andere functie, deze
betrekking bezorgen. Maar als hij dan la
ter niet benoemd werd, dan zou hem een
leelijke kool gestoofd" zijn.
Nu de amendementen. Het meeste be
zwaar heeft spr. tegen het voorstel-Elker-
bout. We moeten hebben een chef van
dienst die er wat van weet. Dat is een
voordeel bij den heer v. K., die hier de
straat kent. Het is absoluut onmogelijk
den chef van dienst, af te schaffen, afge
zien van den titel die zulk een ambtenaar
heeft.
De heer Wilbrink wil het voorstel aan
houden en do dienst tijdelijk aan een an
dere ambtenaar opdragen.. Dit tan echter
niet'.
De heer Sijtsma wil den heer Romanes
ko lijdelijk behouden of deze functie tij
delijk aan een ambtenaar opdragen. Maar
dat laatste 1st juist wait B. en W. voorstel
len. Zij vragen niets anders.
Wat de heer Eerdmans wil komt ook
.vrijwel op hetzelfde neer. B. en W. staan
er volstrekt niet op, dat de titel onveran
derd blijft.
Thans wordt tot stemming overgegaan.
Het voorstel-Elkerbout wordt verwor
pen met 25 tegen 2 stemmen. Voor de hee
ren Schoneveld en Elkerbout.
Het voorstel-Wilbrink wordt verworpen
met tegen 13 stemmen. Voor de heeren
Meijnen, Splinter, Wilbrink, Sanders, Eerd
mans, Sijtsm.a, Kui venhoven en de Soc.-
Democraten.
Het voorstel- Groeneveld wordt verwor
pen met 18 tegen 9 stemmen.
Voor de heeren Wilbrink, Eerdmans,
Sijtsma en de Soe. Dem.
Het voorstel-Sijtsma wordt verworpen
met. 18 tegen 9 stemmen. Voor de heeren
Wilbrink, Sijtsma, Eerdmans en de Soc.-
Democraten.
Het voorstel-Eerdmans wordt verwor
pen met 18 tegen 9 stemmen. Voor de hee
ren Wilbrink, Eerdmans, Sijtsma en de
Soc.-Democraten.
Het voorstel van B. en W. in stemming
gebracht wordt aangenomen met 15 tegen
12 stemmen.
Tegen de heeren Meijnen, Wilbrink, San
ders, Eerdmans, Sijtsma, Kuivenhoven en
de Soc.-Dem.
21. Voorstel in zake de vaststelling van
het bedrag der verpleegkosten van arm
lastige patiënten in het Academisch Zie
kenhuis door arbiters.
De heer Groeneveld zegt dat de
Comm. van den Geneeskundigen Dienst
als regel eens per maand moet vergade
ren. Sinds Mei is echter niet vergaderd,
ook niet voor belangrijke voorstellen als
dit.
De heer v. d. L i p, wetk., zegt dat B.
en W. alleen die dingen bij de Comm.
brengen, waarop zij advies noodig hebben
Het voorstel wordt goedgekeurd.
22. Vaststelling van hot kohier dor
school geldon voor Middelbaar- en Hoo-
fend-cn begrootte gsstaat.
Ron d v r a a g.
De heer B o i welh., zegt, dat de heer
Knuttel in de vorige vergadering inlichtin
gen heeft gevraagd, omtrent de cokesprij-
zen. De prijs is hier ƒ1.40 voor gewone
cokes, ƒ1.60 voer geklopte en ƒ1.30 voor
parelcckes. Dat is de marktprijs die hier
gemaakt kon worden. Bij onderzoek is
gebleken dat in. andere plaatsen de prij
zen volstrekt niet lager zijn, behalve in
Amsterdam, waar in verband met de
moeilijkheden bij het bezorgen, de afna
me niet zoo groet is.
De heer Eerdmans vraagt aandrang
uit te oefenen bij de tram, dat op ruwe
dagen al deze eenige beschutting wordt
geboden.
De heer Mulder, weth., zegt dat. er
alle kans bestaat dat een voorziening
wordt getroffen.
De heer Groeneveld zegt dat vanwege
de gasfabriek 'n de Langegraeht een kabel
werd gelegd. Men heeft een diepe geul
gegraven, maar er was geen voorziening
getroffen, zoodat oude menschen hun wo
ning niet konden verlaten. Spr. heeft ge
poogd verbetering te verkrijgen, maar dat
rs hem niet gelukt.
De heer Bot», weth., zal hieraan aan
dacht schenken.
De heer Pik aar zegt dat achter de
Maresingel op een onverantwoordelijke
wijze wordt gehandeld. Er worden galen
in den weg gegraven, die 's avonds niet
worden verlicht.
De heer Mulder, weth., zal maatrege
len nemen.
|ee;rj
De heer Eikerbout vraagt of h
B. en W. bekend is dat do Kraaicrsbrj
door aanvaring belangrijk beschadigd
De Voorz. zegt dat dit bekend is
dat de schade vergoed wordt.
De heer E1 k e r b o'u t zegt voorts di
de Gehoorzaal gratis is afgestaan voc
volksontwikkeling, op voorwaarde dat tfc'
Raadsleden daar toegang zouden hebbe
De Voorz. zfgfc dal dit in de blade
heeft gestaan.
De heer S ij t s m a zegt, dat er verschilrf
lende onderwijzers op wachtgeld zijn ge|c
plaatst. Toch wordt nog tijdelijk persei
neel opgeroepen. Hoe zit dal? Verde Pr,
heeft spr. gezien, dat een onderwijzen
bij den Inspecteur is werkzaam gcsteli er(
Krijgt ieder een beurt?
Eindelijk vraagt spr. hoe 't zit met
Maria-Gondastraai. Het geld voor de vertap
betering is gestort, maar er is niets aa
gedaan. jekl
De heer v. d. L i p, wetln, zal in een yoj
gende vergadeiing antwoorden.
De heer Mulder, weth., zegt dat H ing.
geld gestort is, maar de overdracht heef
nog niet plaats gehad.
Daarna wordt de vergadering gesloten,
Ui! de Omqêvim
ALPHEN AAN DEN RIJN. S"
Aanbesteding. Vanwege "het Prov.
stuur van Zuid-Holland werd gisteren aan39
besteed:
lo. Het verbeteren van een gedeelte va iE
Oostelijke beschoeiing van het Aarki!1
naai nabij de Rijnbrug en gedeelte dt F
Westelijke beschoeiing nabij de Aardan 1
-brug en bijkomende werken, onder dlc
gemeente Alphen aan den Rijn en Ter Aar,
Laagste inschrijver was Chr. Zanen
Gouda voor f 44,373,—.
;o. Het verbeteren van 845 M. lengte va F
de Oostelijke kade van het Aarkanaal tu«f!'
schen de Kattenhrug en de Amsteri
met nieuwe boordverdediging, wegve haj,
ding en bijkomende werken onder de gcii
Le'imuiden. Laagste inschrijver J. Verstoepte
Den Haag, voor f G4.443.p
BODEGRAVEN. W
Op hol. Zaterdagmorgen
paard1 in dë onmiddellijke nabijheid dooi ik
het schrikken van een trein op hol. D p.
berijder K. werd van liet voertuig, e
drie-wiel enJ?a/r, geslingerd, waarbij hei
een der wielen over het lichaam gin
Gewond werd K. opgenomen en het s(, ast
tïonegebouw ingedragen, waarna -genei
kundige hulp werd ingeroepen. Effdc
paard werd' bij de Brugs bran b" tot
gebracht.
Te water. Zaterdagmorgen geradn
een dochtertje van den heer v. P. aan <ki
Overtocht in den Rijn. Met groote moeil
i.agde men er in het kind van een wé-
sen dood tc redden.
Onze tegenwoordige straatverlichting.
Sinds 1 November is dan onze electii
scho straatverlichting in gebruik gestel
en wij kunnen zeggen met goed gevolf
De donkere straten weleer behoor en thans
tot het verleden en sierlijke booglampen j j
geven ons dorp een vroolijk aspect. Be
hoek Brug-, van Tol-, Prins Hendrik- "Wil
helminastraat is er sinds de proef ver licit
tang niet. op vooruit .gegaan. De groot j
lamp, welke bij de proef verlichting diens -
deed, is door een uit drie lampen bestaan"
de vervangen, waarvan des avonds
tweetal automatisch worden gedoofd
slechts een den geheel en nacht blijft door
branden. Ook op de hoek Brug-, Noord-
Kerkstraat, verspreidt een zelfde lamp cc%
schitterend licht. Toch is er één punt )Qj
waarop de aandacht dient te werden
vestigd en dat is wel op het uur van doo
ven der nachtveriichting. Op welktija
stip dit geschiedt is ons niet bekend, dodi
dit weten wij wel dat 'reizigers voor
beide eerste treinen eii dit zijn
velen zich min of meer tastend naar
heb station moeten begeven, omdat alsd
FEUILLETON
Van helden en verraders.
M).
Ik wil niet, dat zulk bloed uwe han
den bezoedele, Alain. Op den dag dat God
mij vrij zal gemaakt hebben, zal ik me
verheugen, maar hoe slecht het hart van
dien man ook zijn moge, hij is aan mij
verbonden door den heiligsten der eeden
en zoolang hij in leven is, ben ik zijn
vrouw.
Maar hij gelooft, dat gij dood zijt; hij
moet dit tenminste wel gelooven, hij die
xich van u wilde ontdoen in dien ver-
echrikkelijken Decembernacht van 1789,
nu ongeveer vier jaren geleden.
Gij vergeet er bij te voegen, dat gij
en uw broeder de schijndoode aan het
graf hebt ontrukt, dat deze ontvoering in
de geheele streek een diepen indruk heeft
gemaakt, en dat men er ten laatste van
afzag, ze op allerlei manieren uit te leg
gen, toen men bemerkte te vergeefs te
zoeken.
Maar gij zelf, hernam Alain, gij
zelf vergeet ook, dat wij uwe begrafenis
plechtigheden hebben gevierd te Primel,
dat wij voor de oogen van onze broeders
uw doodkist hebben geplaatst tusschen de
rotsen op de zeekust, en dat gij gedurende
een geheel jaar voor aller oogen verbor
gen hebt geleefd. Behalve enkele getrou
wen, kan niemand vermoeden dat Ma
piaouank en gravin Ameline een en de
zelfde persoon zijn.
De gravin zuchtte:
Helaas, mijn vriend, dit vermoeden
heeft reeds menigeen bezig gehouden.
Herinner u slechts de terechtstelling
van dien verrader, welken gij nauwelijks
acht dagen ge'.eden gestraft hebt. Ge
looft gij dat hetgeen Leroux raadde, Kil-
lerton niet geweten heeft? Is er nog niet
een ander verrader, wiens naam gij wel
eens genoemd hebt, en welken ik verge
ten ben?
Ja, Balahic, antwoordde Prigent,
wiens wenkbrauwen zich fronsten, terwijl
hij zijn vuisten balde.
Zij bewaarden een oogenblik het stil
zwijgen. Vervolgens hernam Alain:
Waarom heeft die ander zijn naam
geleend aan den onbeschoften schavuit,
die de soldaten aanvoerde? Dat is iets,
wat ik mij maar niet kan verklaren. Niets
zou gemakkelijker zijn, dunkt mij, dan
den valschen Kiilerton te beschamen.
Neen, want Kil'lerton, degene welken
wij gezien hebben te Plestin, draagt wer
kelijk dien naam. Arthur de Kergroaz
heeft zich willen wapenen met een dub
belen naam, want onder het omhulsel
van dien onopgevoeden bandiet zal nie
mand adellijk bloed vermoeden. Is dit
niet het beste middel om alien op een
dwaalspoor te brengen.
Misschien, zeide Prigent naden
kend.
Op dit oogenb'ik kw%m duidelijk het ge
huil van een kat-uil den sprekende ter
oore.
Ah, zeide de aanvoerder, hoort
gij de waarschuwing? Ik ga naar de ver
zamelplaats in het bosch. Kom u zoo spoe
dig mogelijk bij ons aansluiten.
Weldra bedekte een groote vilten hoed
met breede randen Ameline'a prachtige
lokken, een paar pistolen hingen in haar
gordel en, weder Mapiaouank geworden
zijp.de, verliet zij de hut en drong in liet
woud, dat zich lien mijlen in de rondte
uitstrekte, dicht en ondoordringbaar. Als
een echte bosehbewoonster wist Mapia
ouank er zich echter een weg door te ba
nen, en richtte oogenschijnlijk haar schire
den naar de open plek die aan de hoofden
der broedersóhap door Alain Prigent als
verzamelplaats was aangewezen.
Maar een diepe stilte heerschte in het
woud, het scheen dat de geluiden, die
imen er zooeven hoorde, verloren waren
gegaan onder de onmetelijke schaduwen
en duisternissen van het bosch.
Plotseling maakte de jonge vrouw een
beweging van verwondering, en het meer
opene gedeelte van het bosch verlatende,
sloop zij snel cn heimelijk achter een
groep zware eikenstammen en verborg
zich daar in het kreupelgewas en hoog op
gaand gras.
Tamelijk dicht naderbij vernam; zij zeer
duidelijk het geritsel en breken van
takjes en twijgen, gepaard aan het dof ge
trappel van paarden, hoezeer deze gelui
den ook gedempt werden door het nattige
gras en mos, dat den bodem overdekte.
Mapiaouank boog een knie op den grond
en als van zelf, zonder er aan te denken,
greep zij een der pistolen, die in haar gor
del hingen. Tevens hield zij in de linker
hand een geducht jachtmes.
Drie ruiters kwamen tegelijkertijd uit
het dicht gebladerte te voorschijn. De een
was de wreede en brutale man, die, onder
den naa-n van Kiilerton, het bevel had ge
voerd aanhouding van graaf en gra
vin De i iestin.
De tweede, van reusachtige gestalte,
met een ruw uiterlijk, droeg de kleedij
van de boeren uit die streek. De laatste
was ongetwijfeld een vreemdeling. Groot
en slank gevormd, droeg hij met sierlijk
heid den wijden mantel uit dien tijd met
breeden kraag en opslagen, het haar was
zorgvuldig gekamd en gepoederd, geheel
zijn gestalte en trekken verrieden de An
gelsaksische afkomst. Pistolen met kol
ven van gedreven zilver sierden den za
delknop, en een rijzweep, gelijk aan die
van een pikeur, stak uit den hoogen om
slag van zijn rechterlaars.
Ah, zeide hij met een licht Engel-
schen tongval, hier hebben wij een uit
stekend geschikt plaatsje om eens te pra
ten.
Hum, gromde de Bretagner,
wij moeten hier niet al te openhartig zijn.
Wat bedoeR ge hiermede Balahic,—
vroeg de vreemdeling.
Ik bedoel hiermede, dat myior'd heel
wat aandurft, om aldus zonder geleide in
deze streek rond te reizen. My lord we.et
toch, wat er varleden week te Plestin ge
beurd is?
Neen, ik weet het niet. Wat is er
dan voorgevallen?
Balahic glimlachte ongeloovig en keek
schuin naar den derden reisgezel.
f—, Verduiveld, ik dacht dat mylord er
van verwittigd was door mijnheer Killer-
ton. Hij kan het beste vertellen wat er
heeft plaats gehad, want hij deed er aan
mede en het scheelde maar zeer weinig
of hij was in de schermutseling geble
ven, tehminsto zooals men mij heeft ge
zegd. -
De vreemdeling fronste de wenkbrau
wen, hij beschouwde den Brc.tagner
uit de hoogte en zeide:
Verklaar je duidelijker, lompe boer'!
ik hen hier niet gekomen om raadseltjes
op te lossen.
Mylord,hernam Balahic, die ziel
niet veel scheen te storen aan dezen uit-
val; mij komt het voor, al denkt gij eï
dan ook anders over, dat deze plaats nic»
al te best geschikt is voor een dergelijk m
onderhoud. Achter iederen boom kan c-cn
geweerloop gereed staan, en de broeder^
schap loopt dagelijks en zonder ophouden
het pad af.
De Engelschman trok de schouders op
en antwoordde:
iWat raakt mij de broederschap,
heb tachtig mijlen paardenrit in de beo
nen, en ik kan op 't oogenblik niets aaiW »i
genamer vinden dan op deze schaduwrij
ke plek wat uit te rusten. Daarenboven
moet de afdeeling van het kustleger, dal
ik vooruit ben gegaan reeds te Morlaii
zijn aangekomen. Voor het oogenblik helt
ben wij dus met het minste te vreezen.
En terwijl hij dit zeide, hield de ruitef
zijn paard in, vlak nabij het struikgewas s
waarachter Mapiaouank zich had verschil
len, en sprong op den grond met de be
hendigheid en Vlugheid van een man, dia Jf
blij is, na lang gezeten to hebben, de l#®"
nen weder eens te kunnen bewegen.
De andere medereizigers volgden
na; hij liet zijn paard grazen dicht bM
hem, en strekte zich behaaglijk uit op he*
groene grastapijt. -u
Mapiaouank verroerde geen lid.Zij hid'
haren adem in en luisterde scherp-
(Wordt vervoisd-ï