Tweede Blad
Donderdag 12 October 1922
Oud-Minister De Vries over
het dreigend finantiëel
gevaar.
Op den gireren to Leiden, gehouden
Antircv. Partijdag heeft Oud-Minister De
Vries een belangrijke rede gehouden over
„Dreigend financieel gevaar".
Wij ontleenen het verslag dezer rede
aan de „N. L. Crt."
Wij hoeren den laateten tijd veel spre
ken over het gfcvaar van inflatie en
het is wel good alö we weten wat daarmee
bedoeld wordt.
Wij kennen dit gevaar nog niet., maar
onze buren in Duitechland des te beter.
Er ie daar één klacht over de duurte.
Het levenspeil daalt bij den dag. De nood
zakelijke levensbehoeften wonden altijd
maar duurder. Do uitgaven gaan omhoog
veel sneller dan de inkomsten.
Het vreemde is, dat wij, ais we m
Duitechland komen daar niets van mer
ken. Voor ons is het niet waar dat alles
daar duur is.
Het vorig jaar betaalde spr. in den D.-
trein voor een maaltijd een gulden «n
kort geleden betaalde bij ongeveer het
zelfde bedrag.
Voor ons is het dus uiet duurder ge
worden, terwijl de Duitecbere stem en
been klagen over de duurte.
De geleerden noemen dat inflatie.
Nu zou het niet erg zijn als ra^t de
uitgaven ook de inkomsten stegen. Zoo
gaat het. echter niet.
De arbeiders, die telkens hoogere loo-
nc-n kunnen afdwingen, zijn eigenlijk nog
m de beste conditie, hoewel zij den wed
loop volstrekt ndet kunnen volhouden.
Wie echter verschrikkelijk lijden, dat
zijn de geestelijke arbeiders, doktoren,
predikanten enz. en do menschen die van
een pensioentje moeten leven.
Als voorbeeld noemt spr. een weduwe,
die een pensioentje heeft van 3000 Majk.
Voor den oorlog kon ze daar behoorlijk
van leven, maar thans beteekent dit een
inkomen van f3.—.
Dergelijke monscben leven in bittere
armoede.
Dat is het. gevolg van de inflatie.
Wat is dat? En bestaat er ook in ons
land gevaar voor?
Spr. geeft verschillende voorbeelden.
Het vorig jaar verdiende een Duitsch
minister 180.000 Mark per jaar o-f f 1800
Voor 14 dagen, was het 1.200.000 Mark.
Een schitterende verhooging! Maar toch
verdient hij slechte f 1200.
Nu is het waar dat de Mart
land tup*" dat de prijzen
sinas November tienmaal verhoogd zijn.
Het is duidelijk dat op deze wijze het
volk door de inflatie verarmt. Maar
wat is dat nu?
Ieder weet dat een Bankbiljet een ze
kere waarde vertegenwoordïgt.AIs iemand
een bankbiljet heeft, waarop staat, dat
de Bank aan toonder 1000 betaalt, is de
Bank verplicht dat te betalen met geld,
dat in zichzelf waarde heeft: zilver of
goud, zoo dat bedrag wordt opgevorderd.
Wij eischen dat niet, omdat wij weten
dat het bij de Ned. Bank in orde is, en dat
2ij -ban haro verplichtingen kan voldoen.
Op de Duiteche bankbiljetten staat het
zelfde.
Maar als wij daar de inlossing eisohen,
dan denkt de Bank er niet over. Zij kan
het ook niet.
Nu begint dat papier het vertrouwen to
verliezen. De instelling die het heeft ge
geven. blijkt eec zeer onsoliede debiteur
te zijn.
De Ned. Bank heeft het recht bankbil
jetten uit te geven, maar onder voorwaar
de dat minsteng 40 van de waarde in
rfoud aanwezig i«. In 't begin van den
oorlog, was 't net of al 't geld verdwenen
wnsa Het werd vastgehouden. We
hebben (oen noodgeld gekregen. Er was
een uitgebreide behoefte aan geld. En üe
bank kon niet doorgaan met bankbiljetten
uif. te geven.
Toen is de bepaling gemaakt, dat tijde
lijk die 40 pet. mocht zijn 20 pet. Die be
paling bestaat nog.
In principe was het een klein beetje
inflatie.
Gelukkig behoefde van die wetswijziging
geen gebruik to worden gemaakt. Inte
gendeel, in stede van 40 pet. is er ruim
60 pet-
Men gevoelt hoe het komt dat de Neder-
landsclie gulden een goeden naam heeft
in het buitenland.
Dat is een groot geluk voor ons volk.
Wij weten nu niet bij ervaring wat. in
flatie is.
In Du its oh land is het anders ge
gaan.
Na enkele maanden oorlog was het geld
op. Toch was er geen sprake van om den
oorlog te beëindigen.
Daarom werd bij de Rijksbank aange
klopt om geld. Het moest er zijn. En
toen is do drukpers aan het werk gezet en
het aantal bankbiljetten zeer sterk ver
meerderd.
Eerst kregen we een daling op 55 cent.
Toen waren er al speoulanten, die zei
den: nu koopenI Maar ze hebben 't mis
gehad. We koopen ze thans tien voor een
cent.
Maar zien we nu ook de verhouding in
Durtschland. De Rijksbank heeft ongeveer
aan goud aanwezig een milliard, terwijl
159 milliard aan papier is uitgegeven.
Het is dus slechts voor oen 159ste go-
deelte gedekt.
Dat was een maand geleden en sinds is
de toestand nog verergerd. De marken-
voorraad wordt eiken dag vermeerderd
met acht milliard, terwijl de goud-
waarde 'niet fcoogér wordt.
Nu moet ge u voorstellen dat de Duit-
sche regeering op zekeren dag 100 mil-
lioen goudmarken aan de Entente moet
betalen.
Dan gaat de Duitsohe Regeering een
schuldbekentenis geven aan de Rijksbank
om daarvoor marken te ontvangen. Aan
papier-marken zou ze dus 100 milliard
moeten hebben.
Maar de Entente' bedankt er voor. Ze
wil goud hebben.
De Duitsche regeering moet dus Neder-
landsche of Engelsche of Amerikaansche
banknoten hebben.
Door de groote toevoer van Marken op
de markt, daalt echter alweer de waarde.
En alle9 wordt alweer duurder.
Een dergelijke uitzetting van de uit
gaven, noemt men nu inflatie. Het
beteekent letterlijk: o p b 1 a z i ng.
Het lijkt veel, maar het niets!
Opblaring, telkens meer.
Toen wij ook een beetje inflatie hadden
cm nog hebben, meenden sommigen dat we
rijker waren geworden.
Kijk eens, zeiden de Socialisten, hoe de
Vermogensbelasting omhoog ie gegaan.
De bezittingen, deók-^Tv^xtrtikïbn onze
ren-^-nl meer guldens uit, maar m wer
kelijkheid waren we niet rijker.
Nu is de vraag, ale 't nu zoo in
DuitechJand ie gegaan, waar men rijk ie
aan Marken, maar waar men in werkelijk
heid straatarm is, en waar de prijzen al
tijd maar hooger worden, of er ook voor
ons gevaar bestaat, voor een dergelijke
inflatie, voor een geweldige etjigmg van
prijzen
Ontkend kan niet worden, dit gevaar
bestaat.
Op 't oogenbük staat t zoo, dat onze
vlottende schuld ongeveer 700 m i 11 i o e n
gulden bedraagt, dat de Ned. Regee-
rmg dus in z.g. schatkistbiljetten van het
publiek of van de Ned. Bank, fc ij d e 1 ij k
geleend heeft.
Wie hoeft nu op dat oogenblik dit be
drag geleend?
Dat is zoo goed als heelemaal niet ge
beurd door de Ned. Bank, wat voor haar
crediet ook zeer gevaarlijk zou zijn, en
een daling van de waarde van den gulden
tengevolge zou hebben.
Op dit oogenblik is die 700 millioen
echter in hoofdzaak ondergebracht bij het
publiek, banken enz.
Dat is aan de eene zijde gelukkig,
maar aan de andere kant is het een bewijs
dat handel en industrie kwijnen, het ka
pitaal niet noodig hebben on dus achter
uitgaan.
Veranderd d'*
cischt. (lap zou ;lr L
moeten aankloppen.
Dat is een gevaar dat thans dreigt.
Dat is en van de groot© moeilijkheden
waai voor de Regeermig staat.
Als er in handel en industrie opleving
komt en het gold wordt opgevorderd, dan
zou "de kans beslaan, dat. de Ned. Bank
haar crediet inboette.
Op die manier zou het vertrouwen in
ons geld verloren gaan.
Er is nog een ander dreigend gevaar,
n.l. dat die vlottende schuld zou toenemen
doordat de begrooting niet
sluit, en de Staat meer uitgeeft dan ze
ontvangt,
Nn is er een groote kans dat de inkom
sten in 1923 blijven beneden de uitgaven.
Dat tekort moet door leening worden
aangevuld, met het gevaar, dat we, even
als Duitechland, naar den kelder
gaan.
Dan staan onze staatslieden voor deze
vraag: of de inkomsten moeten stijgen, of
de uitgaven moetendalen, of we moeten
leenen.
Niemand wil inflatie.
Het zal de taak zijn van onze afge
vaardigden de Regeering te steunen bij
haar pogen om ons volk te bewaren voor
do noodlottige gevolgen van inflatie.
Spr. hoopt dat de Regeering en do Ka
mers krachtig zullen staan en van God
wijsheid ontvangen, om ons volk te be
waren voor den maatechappelijken jam
mer die van inflatie het gevolg is.
STADSNIEUWS.
Gemeenteraad.
De Raad dezer Gemeente sal &A. Maandag
des nam. te 2 uur vergaderen ter behandeling
vaa de volgende punten:
1. Pmt-odvioa op het verzoek van Prof. Dr.
W. de Sitter om eervol ontslag ale lid der Com
missie van Toezicht op het Middelbaar Onder
wijs.
2. Benoeming van een hd der Owumisaio van
Toezicht op het Middelbaar Onderwijs.
3. Benoeming van een leoraar in het teekenen
aan het Gymnasium.
4. Benoomng van eene leeraree in het Duitsch
aan de Hooger© Furgereohool voor Jongens,
voor den cursus 1922—1923.
5. Benoeming van een leeraax in het Neder»
landsoh aan de Hooger© Burgerschool voor Jom
gens, voor den cursus 1922—1923.
6. Praeadries op het veraoek van J.B. Wil
mink. leeraar aan de Hooger© Burgerschool voor
Jongens, om ke te mogen geven aan de bijzon
dere Hooger© Burgerschool (Instituut „Wul-
lings") te Voorschoten.
7. Begroeting, dienst 1923, van het H. G. of
Arme Wees* en Kinderhuis.
8. Staat van af- en .overschrijving op d» b©-
groob'ng, dienst 1921, van het Collage van Vrou»
•weu-Kracmmocdors.
9. Rekening, dienst 192L__ran-h»t Ooügg*
diénst 1923, van het College
van Vrouwen-Kraommoe ders.
11. Praeadviea op het verzoek van A. J. Ooet-
veen, om het te bouwen schuurtje in den tuin
van het perceel Decimaatraat no. 6, van hout te
mogen maken.
12. Voorstel in zake de verhuring van de wo>
mng met tuin en schuur aan don Warmond er weg
Sectie P No. 101 ged., aan J. J. Nijseen.
13. Voorstel tot wijziging der bogrooting,
dienst 1922, in verband met de nieuw© be
grooting»- en retoningsvoorsch riften.
14. Voorstel:
a. tot kostelooae overname in eigendom en oa^
derhoud bij de gemeente van de Maria Gouda»
straat;
b. tot beschikbaarstelling van gelden voor
de kosten van verbetering van die straat.
15. Voorstel tot intrekking van de verordening
van 20 April 1905 (Gemeenteblad No. 14), re
gelende hot beheer der Gomeente-apothoek en
den dienst van den Gemeente-apotheker te Lei»
den en tot ontbinding van de Commissie voot de
Gemeente-apotheek.
16. Verordening, regelende de samenstelling
en den werkkring der Commies», belast met het
onderzoek van de bij den Gemeenteraad inge
komen bezwaarschriften togen aanslagen in het
goraoontelijk vergunningsrecht voor don verkoop
van sterken drank in het klein,
17. Praeadviea op het verzoek van C. do Vos
om wijziging van de Verordening op het Rijden,
ten aanzien van het plaatsnemen op hondenkar»
18. Verordening, houdende wijziging van de
verordening vei 10 Februari 1910 (Gemeente» 1
blad No. 3), regelende do voorwaarden, waar
onder ten behoeve van bijzond'-re bewaarscholen
subsidie uit de Gemeentekas kan worden ver»
leend.
19. Voorstel:
a. om medewerking te verleenen aaa het Be
stuur der R. K. Par. Jongensscholen onder R.K.
Par. Kerkbestuur, tot de uitbreiding en/of ver
andering van de inrichting van de schoolgebou
wen aan de Haarlemmerstraat Ne. 240 en hot
Rapenburg No. 48;
b. tot vaststelling van den deeboteffenden be-
gTOotingsstaat.
20. Verordening, betreffende het Personeel
verbonden aan het Openbaar Slachthuis cn don
keuringsdienst van vee en vloeech.
21. Verordening, houdende instructie voor den
KeuringsYoeerts van het Openbaar Slachthuis en
van den keuringsdienst van vee en vloesch.
22. Voorstel tot het doen rooien en verkoopon
van boomon.
23. Voorstel tot goedkeuring van oen© af wij»
Ving van de voorwaarden, waaronder aan de
Leidsche Duinwater-Maatschappij vergunning
word verleend tot het maken, aanleggen en ex--
ploiteeren van ©ene waterleiding, in verband
met de wijziging van bot z.g. „groot-watertak
ri-ef."
24. Voorstol:
a. te verklaren dat eenigo gedeelten van de
Ooetdwaregracht (Waterweg) en van de Oost-
dwarsgracht (O.Z.), niet meer voor den open
baren dienst bestemd zullen zijn;
b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de
verbetering van de Lootersbrug, de Oostdwars-
brug en de Greinbnig en d© daarmede verband
houdende werken.
25 Vaststelling van hot 2e suppletoir-kohier
der schoolgelden voor Middelbaar on Hooger
Onderwijs, schooljaar 19211922.
26. Bezwaarschriften tegen anaalagen in de
plaatselijke directe belasting, diensten 1918
1919, 1919—1920 en 1920—1921.
27. Verzoek van den Burgemeester in zake de
regeling zijner jaarwedde.
R. K. JUVENAAT IN HET BISOOM
HAARLEM.
(Vervolg.)
De Zeer Eerw. Heer "W. L. van Adrichcm,
centraal-president der St- Jozefegezelfenvcree-
niging, richt even eens een woord van afscheid
tot Mgr. van Stee en brengt hem hulde voor
zijn Juvenaatswerk, wat den grond leverde
voor de St. Jozefegezellen Vereeniging. Spreker
hoopt, dat alle prieetere in hun leveneavond nog
zoo mogen arbeiden als Mgr. van. Slee, en dat
allen in dien levensavond mot zooveel succes
mogen terugzien op het verrichte werk.
Namens het St. Pranciscus Liefdewerk wordt
Mgr. van Stee huMe en dank gebracht door den
Wel Eerw. heer J. vaa Kampenhout, rector te
Amsterdam. Spreker memoreert zijn groote lief
de voor dit bijzonder liefdewerk, het verzorgen
der geestelijk-arme jeugd en uit den wensch,
dot God hem nog vele jaren moge sparen op
dat hij ook den bloei van het liefdewerk moge
beleven.
i-ïï-"-»on« de leeken spreekt de heer A. Bak-
hnijg uit Amsterdam, dio wijst op het groot
Mgr. rich steeds zoo
Onder den indruk van zoo talrijke bewijzen
van sympathie kon Mgr. Van Ste-» ?eon woor
den van dank vinden, waarom hij zulks tot
aan het ©lot der vergadering wilde bewaren.
Alleen deelde hij mede, dat het eero-voorzitter
schap door hem word aanvaard.
(Tot zoover reeds geplaatst in een gedeolte
onzer vorige oplage).
Hierna hiad de bestmara verkiezing plaat».
Hi het. drietal ter verkiezing van een voor
zitter werden gekozen de WeJEww. hear
Rector Kok uit Haarfem, de ZeerEorw.
heer Pastoor J. H. Ruhe, te Den Haag en
de WelEerw. heer Rector W. L. v.
Adrichom te Den Haag.
De berde aftredende bestuursleden, de
ZeerEerw. he>er Pastoor J. G. Kétókhoven
van Amsterdam en de heer M. H. Beuke
laar uit Beverwijk, werden afe zoodanig
herkozen.
Hierna wa» liet woord aan denWel Eerw.
heer Drenth, KapeWui to 's-Gtravenhogie,
die een inleiding hield over: „De verster
king van den Roonwohen geest in de pa
tronaten".
Na zijn voorwoord begint de Eerw. spr.
met erop te wijzen, da& de patronaten een
band hebben, een traditie, waardoor de
godsdienjstig-inaatschappelijke en zede
lijke belangen behartigd worden. Verder
hebben de patronaten een priester, die in
het midden staat der jongen». Dam weten
de patronaoJtsdirecsteuren. dat zij hun jon
gens overgeven aan de Jozefgez. Vert>i
wvaar de Rcom&dhe geest zoo sterk is.
Do strijd is tegen wooidig groot in
wereld en daarom is de godsdiens, ig- z ed^
lijtk» vorming zoo noodzakelijk, maar oofc
zoo moesl'ijk, zoodat de patronaateloden,
commissie met zeer veel zorg gekozen
moet worden. Die oommissie moet in alle®
mede weaken om de jongen» godsdienstig
te vormen.
Ook de maatschappelijke en lichamelijk®
opvoeding dor jongen» geeft veel moeilijk
heden, ook financieel».
Het is a.lz-oo zeer moeilijk om vecatonking
van den Roonisohen geest te verkrijgen.
Wat kunnen we daarvoor doen^ \y®
hebben, aldiw sprons retiraitewerk, onze
Missie-clubs.
De kracht voor het patronaa-tsswe-rk in
de toekomst ügfc in de congregatie. Dde
hard noodig voor de jeugd, want zij lijdt
gebrek. Daarin heeft men tevens de me.
de werking der oudere. De oongregatie is
zelfs in staat om het standsverschil, dat in
de steden bestaat, uit den weg te ruimen.
Dóór die jongen» wekelijks met zachtn,
warme woorden toespreken zal succes
brengen
In zijn slotwoord vraagt spr., of men
niet kan samenspannen om een godsdienst.'
avond in de week te houden. Men is heft
verplicht aam den eiere-voorzntter om den
godsdienstigem zin te verhoog»n. Don
naam van „godsdiemstavond" moet bun
gerreoht goge-ven worden en kan men het
bot een congregatie brengen dam zal de
zogen dor H. Maagd zeker op di-rceteursn
en oongreganisten rusten.
In de hierop volgende gedachten wisse.
ling beval do WelEerw. hoer Re-otor v.
Kampenhout ten zeerste de Biibelsohfl
Geschiedenis voor de jeugd aan, die, toe.
gelicht met lichtbeelden, zeer voel kan
bijdragen tot het vormen van de jeugd in
godsddenstigen zin.
De voora. hoopt, dat als re-sultan t van
«ie inleiding van kap. Die nth spoedig alh
patronaten een oomgregatde mo-cen heb
ben.
De WelEerw. heer v <L Maxok, kape.
laan te 's-Gravcnhage, hield hierna een ia-
leiding over: „De sport en de patronaten"
Spr. behandelt zijn onderwerp in twe»
doden, nl. theorie em practijk.
Wat er is te zeggen vam theorie over da
sport em wat heeft de ondervinding geleerd
over den invloed der sport op het pabro-
maats werk, waren de onderdeel-en van het
eerste gedeelte.
Spr. betoogt, dat men zijn houding ten
opzichte der sport moet bepalen M<m moei
ze bestrijden of haar leiden.
Na uitvoerige citaten vaai bekende pae
dagogen, zegt sprekerspel, sport en wed
strijden zijn goed. Ziel en lichaam zijn dont
God gegeven. Laten dus ziels- en liohimo.
hjke ontwikkeling te samengaan.
In de practijk is bewezen, dat de leiding
in dé Roomsohe Sportbeweging zeer veel
goeds in de patronaten ban bewerken D»
voetbal, aldus spr„ heeft in Den Haag d«
patronaten niet ontvolkt, maar er in tegen»
deel veel jongen» ingebracht. De patro
naten in Den Haag, die liet grootst aantal
r-L"—rito de meest, bloeiend#
De ondervinding heeft geleerd, dat er
veel gevaren aam hot voetbal verbonden
zijn, indien er geen leiding ie. maar ook
diat de jongens, bij gsoede leading, licusch
niet weg blijven vam godsdienstige bi leen-
komsten.
Ten slotte heeft de ondervinding gel
dat de sportexceseen niet te ondervangen
zijn door negatieve middolen. Tegen dez«
excessen ia alleen geschikt het onderbren
gen dor voet bal verecnigingem in het jeugd
werk. Dan aüleon is de jeugd gered
Na. eenige gedachten wisseling dankte
de Voorzitter don inleider voor zijn gespro-
iken woord.
Be volgende jaarvergadering zal gehou
den worden te Amsterdam.
Bij de rondvraag brengt de WelEerw.
heer v. Noort, Kapelaan te Voorburg, hut
de en dank namens patronaatsleden
Katholiek Voorburg, voor al hetgeen
Mgr. v. Stee te. Voorburg voor het patro
naat heeft gedaan.
Na eenige discussies over diverse onder
werpen werd de vergadering gesloten met
©en slotwoord door Mgr. v. Stee, die hier
in zijn damk uitspreekt voor de hem ge-
bn&ohte hulde, doch moet erkennen, 4at
zijn verdiensten overschat zijn. Wijl hij
weet, dat het patronaatswerk meer zorg
en toewijding vereisoht, dian apr. er nan
kam geven, hoopt hij, dat een jonge kracht
die zorgen moge geven
Spreker brengt den meda bes>tnu.re>leden
FEUILLETON
DE
HALFBROEDER.
XV.
Toen de Amerikaan uit tien Rinkonpoei
kwam, bleef hij op eens be&tuileloos staan
-Waarheen? Hij had echter spoedig 'n be
sluit genomen en stond weldra in het ka
binet van den diamanthandelaar Paul
Meijer.
U komf vermoedelijk naar de stee-
men vragen, niet waar mijnheer White?
vroeg Meijer, nadat de heer White op
de sofa had plaat» gonomen.
White knikte hoogmoedig. Ja, daar
om kom ik, antwoordde, hij. Eigenlijk
is de aardigheid voor mij er af. Ge hebt
rnij onverantwoordelijk lang opgehouden,
mijnheer .Meijer... Ik hoop, dat ik nu
over de sleenen tevreden kan zijn.
Paul Meijer wreef zich de handen een»
*n zag naar den boekhouder om hulp
-Jit-, doch deze nam volstrekt geen notitie
?an zijn patroon of van mijnheer White.
Ik kan u de sleenen leveren, mijnheer
sprak de handelaar, doch u zal mij,
?ioGp ik, niet kwalijk nemen, als ik een
openhartig woord met u wil spreken.
Arthur White fronste het voorhoofd.
Wat moet dat befeekenen? vroeg hij lang
yaam.
Paul Meijer wa» blijkbaar rnet de zaak
- rlegen, maar na eenig dralen antwoord
je hij: i Deze koop betreft eene groote
_>5»m gelds; het is mij daarom niet ten
■£SP&de te .duidta jtfc ieidg het u, reeds
dadelijk zuiko koopen worden altijd
met contante betaling afgedaan.
De Amerikaan verbleekte. Beleedigd
richtte hij zich op en yrocg met trillende
stem: Wat moet dat beduiden, mijnheer
Meijer? Zijn mijn bankierorder» niet
even goed als baar geld? En al» ik mij
herinner, hebben wij'dit punt reeds vroe
ger afgehandeld.
Paul Meijer knikte beleefd en hernam
Het is mij een groote eer, u te kun
non dienen... maar,, ik heb mijn infor-
maliën ontvangen... en...
Wat bedoelt ge daarmee? Wilt ge mij
som» beleedigen, mijnheer? viel nu
Arthur While op barschen toon in.
Paul Meijer ging nu naar zijn lessenaar
haalde daar een brief uit en overhandigde
hem mot een kleine buiging aan den Ame
rikaan. Ik verzoek u beleefd, dit schrij.
ven zelf te lezen, het komt van mijne
handelsvrienden te New-York. Ik heb ge
ïnformeerd omdat deze koop over eene
som gelds loopt, die het tienvoud van
mijn vermogen overtreft en men moet te
genwoordig een beetje voorzichtig zijn
in den handel.
De Amerikaan doorzag in een oogen
blik den geheoler, inhoud van een brief,
welke luidde:
Op uwe aanvrage naar. Harry White
Go., te Chicago, hebben wij de eer u
te berichten, dat deze firma in het alge
meen zeer goed staat aangeschreven, hoe
wel zij door den brand aanmerkelijke ver
•liezen moet hebben geleden. Het verwon
dert on» echter, dat de heer Arthur Whi
te, die als spaarzaam bekend staat, het
plan heeft zulke groote sommen aan edel-
gesteepten te beateefeo. Ook hegrijpen wij
niet, hoe die heer thans in Europa kan
zijn, daar hij, volgens vertrouwbare be
richten, ziek ligt op zijn landgoed „White
Cottage". Wij zullen ons best doen, om
u nadere informatiën te verschaffen en
daarom onmiddellijk aanvrage doen te
Chicago. In afwachting daarvan raden
wij u de grootete voorzichtigheid aan, en
hebben de eer t.o zijn... enz.
Arthur White verbleekte onder het le
zen van den brief, dien hij nu aan den
hoer Meijer teruggaf met do woorden:.—;
Ik zie, dat u in uwe zaken voorzichtig te
werk gaat... doch de brief is reed»
eenige weken oud.. Heeft u.. intusschen
nadere informatiën ontvangen?
Met een glimlachje maakte Paul Meijer
nu een koele buiging. Ik zal mij niet
verstouten u den brief te laten lezen,
antwoordde hij. Dwe particuliere za
ken gaan mij niet aan en het kan ook on
mogelijk waar zijn, dat u gestorven rijt
in Amerika, terwijl gij hier gezond voor
mij zit... doch in deze omstandigheden
moet ik afzien van alle zaken met u, die
niet met contant geld worden afgedaan.
Arthur W'hite sprong weder op en zag
den koopman toornig aan. Weet go
wel, mijnheer, dat dit een beleediging is?
Paul Meijer haalde de schouders op en
keek weer eens naar den boekhouder, of
die hem te hulp zou komen, maar Pe
ters bleef rustig aan zijn werk. Het is
volstrekt mijn bedoeling niet u te belee
digen, mijnheer Wlfrrte. De steenen zijn
aangekomen, er zijn geen gebreken aan
te ontdekken en zij kunnen dadelijk ge
leverd worden, maar ik vezoek u, uwe
bank ie reorder» zijn zoo goed a!» baar geld,
«gt u
Ja, dat zou ik meenen, sprak
White trotsoh.
Welnu ik wilde u verzoekeD, die
bankiersorders hier ter stede te laten in
wisselen bij een der groote bankinstel
lingen, waarmee u hl betrekking staat.
Misschien wil mijnheer uw broeder dat
wel doen, om u genoegen te verschaffen.
W'hite had zijn hoed en stok gogrepen
en met verbeten woedo zei hij nu:
Weet ge wel, mijnheer, dat dit een laag
heid is? Binnen vier weken ga ik trouwen
en nu drijft ge zulk onverantwoordelijk
spel met mij. Hij hield even op, om
adem te scheppen, en vervolgde toen:
Ik geloof, dat ge zelf geen vertrouwen ge
noeg geniet, om de steenen zonder contan_
te betaling in uw bezit te krijgen. Ge wilt
u nu met een uitvlucht redden.
Paul Meijer kookte inwendig, maar hij
bedwong zich cd antwoordde vinnig:
De firma Paul Meijer Co., is bekend om
haar soliditeit. Mijnheer Peters wees zoo
goed en haal voor mij de »teenen uit de
brandkluis.
Ho, dat ia niet,noodig, schreeuwde
Arthur White opgewonden. Ge kunt
voor mijn part de steenen opzouten. Na
zulk een ongehoorde beleediging wil ik
met u geen zaken doen. Hij wist zelf
niet, ,lioe hij het huis uitgekomen was,
dochstapte met groote schreden voort
alsof hij een gevaar wilde ontkomen.
Eerst toen hij in het huis zijn» broeder»
in zijn eigen vertrek was, kwam hij tot
bezinning. Hij wierp zich op de sofa en
zuchtte telkens, Ik geloof, dat het ein
de nabij is, fluisterde hij en deze be
kentenis viel hem zeker rwaar, want hij
atewid op en pe^c onrustig in de kamer
heen en weer te loopen.
Neen, neen, het einde mag niet nabij
zijn, mompelde hij. John, John, bon
Je zoo dom geworden, dat. je geen enke
len uitweg meer weet? Moeten nu al je
groolsche plannen mislukken? En dan?
Wat dan? Hij bleef staan en staarde
zich, in gedachten verzonken, lie! was
of hij een visioen zag... een duffe, ellen
dige gevangeniaeel't was of 'hij de ke
tens aan handen en voeten hoorde ram
melen.
Na'een lange poos begonnen zijn oogen
echter weder te schitteren. Vooruil. dan
er op of er onder ik wil alles wagen
op de laatste kaart on ik moet winnen
ik moeL Doch hij bedacht niet, dut «ija
vaste wil alleen niet voldoende was. HiJ
hervatte zijn wandeling in de kamer en
bleef uren lang nadenken over oen nieutf
plan. Het w*a» reeds laat in den avond,
toen hij hoed en stok greep en in groot*
haast naar het telegraafkantoor stapte
Weder bracht de electrische draad eeri
boodschap over. in onschuldige woordert
opgesteld, doch met de bedoeling
vijand te vernietigen, die in Chioaga
waarheden zocht te ontdekken, welke b'j
verborgen wilde houden;
Den volgenden morgen liet Waldmaoo
zijn broeder verzoeken, om bij hem
komen in het blauwe salon; hij wilde hein
spreken. Arthur White kon zelf met be
grijpen, waarom hij zoo enel ontstelde
over deze ultnoodiging. Hij bracht zij3
kleeding m oide en ging naar hot bedod*
de salon.
[(Wordt vervolgiWl