Tweede Blad Donderdag 12 October 1922 Oud-Minister De Vries over het dreigend finantiëel gevaar. Op den gireren to Leiden, gehouden Antircv. Partijdag heeft Oud-Minister De Vries een belangrijke rede gehouden over „Dreigend financieel gevaar". Wij ontleenen het verslag dezer rede aan de „N. L. Crt." Wij hoeren den laateten tijd veel spre ken over het gfcvaar van inflatie en het is wel good alö we weten wat daarmee bedoeld wordt. Wij kennen dit gevaar nog niet., maar onze buren in Duitechland des te beter. Er ie daar één klacht over de duurte. Het levenspeil daalt bij den dag. De nood zakelijke levensbehoeften wonden altijd maar duurder. Do uitgaven gaan omhoog veel sneller dan de inkomsten. Het vreemde is, dat wij, ais we m Duitechland komen daar niets van mer ken. Voor ons is het niet waar dat alles daar duur is. Het vorig jaar betaalde spr. in den D.- trein voor een maaltijd een gulden «n kort geleden betaalde bij ongeveer het zelfde bedrag. Voor ons is het dus uiet duurder ge worden, terwijl de Duitecbere stem en been klagen over de duurte. De geleerden noemen dat inflatie. Nu zou het niet erg zijn als ra^t de uitgaven ook de inkomsten stegen. Zoo gaat het. echter niet. De arbeiders, die telkens hoogere loo- nc-n kunnen afdwingen, zijn eigenlijk nog m de beste conditie, hoewel zij den wed loop volstrekt ndet kunnen volhouden. Wie echter verschrikkelijk lijden, dat zijn de geestelijke arbeiders, doktoren, predikanten enz. en do menschen die van een pensioentje moeten leven. Als voorbeeld noemt spr. een weduwe, die een pensioentje heeft van 3000 Majk. Voor den oorlog kon ze daar behoorlijk van leven, maar thans beteekent dit een inkomen van f3.—. Dergelijke monscben leven in bittere armoede. Dat is het. gevolg van de inflatie. Wat is dat? En bestaat er ook in ons land gevaar voor? Spr. geeft verschillende voorbeelden. Het vorig jaar verdiende een Duitsch minister 180.000 Mark per jaar o-f f 1800 Voor 14 dagen, was het 1.200.000 Mark. Een schitterende verhooging! Maar toch verdient hij slechte f 1200. Nu is het waar dat de Mart land tup*" dat de prijzen sinas November tienmaal verhoogd zijn. Het is duidelijk dat op deze wijze het volk door de inflatie verarmt. Maar wat is dat nu? Ieder weet dat een Bankbiljet een ze kere waarde vertegenwoordïgt.AIs iemand een bankbiljet heeft, waarop staat, dat de Bank aan toonder 1000 betaalt, is de Bank verplicht dat te betalen met geld, dat in zichzelf waarde heeft: zilver of goud, zoo dat bedrag wordt opgevorderd. Wij eischen dat niet, omdat wij weten dat het bij de Ned. Bank in orde is, en dat 2ij -ban haro verplichtingen kan voldoen. Op de Duiteche bankbiljetten staat het zelfde. Maar als wij daar de inlossing eisohen, dan denkt de Bank er niet over. Zij kan het ook niet. Nu begint dat papier het vertrouwen to verliezen. De instelling die het heeft ge geven. blijkt eec zeer onsoliede debiteur te zijn. De Ned. Bank heeft het recht bankbil jetten uit te geven, maar onder voorwaar de dat minsteng 40 van de waarde in rfoud aanwezig i«. In 't begin van den oorlog, was 't net of al 't geld verdwenen wnsa Het werd vastgehouden. We hebben (oen noodgeld gekregen. Er was een uitgebreide behoefte aan geld. En üe bank kon niet doorgaan met bankbiljetten uif. te geven. Toen is de bepaling gemaakt, dat tijde lijk die 40 pet. mocht zijn 20 pet. Die be paling bestaat nog. In principe was het een klein beetje inflatie. Gelukkig behoefde van die wetswijziging geen gebruik to worden gemaakt. Inte gendeel, in stede van 40 pet. is er ruim 60 pet- Men gevoelt hoe het komt dat de Neder- landsclie gulden een goeden naam heeft in het buitenland. Dat is een groot geluk voor ons volk. Wij weten nu niet bij ervaring wat. in flatie is. In Du its oh land is het anders ge gaan. Na enkele maanden oorlog was het geld op. Toch was er geen sprake van om den oorlog te beëindigen. Daarom werd bij de Rijksbank aange klopt om geld. Het moest er zijn. En toen is do drukpers aan het werk gezet en het aantal bankbiljetten zeer sterk ver meerderd. Eerst kregen we een daling op 55 cent. Toen waren er al speoulanten, die zei den: nu koopenI Maar ze hebben 't mis gehad. We koopen ze thans tien voor een cent. Maar zien we nu ook de verhouding in Durtschland. De Rijksbank heeft ongeveer aan goud aanwezig een milliard, terwijl 159 milliard aan papier is uitgegeven. Het is dus slechts voor oen 159ste go- deelte gedekt. Dat was een maand geleden en sinds is de toestand nog verergerd. De marken- voorraad wordt eiken dag vermeerderd met acht milliard, terwijl de goud- waarde 'niet fcoogér wordt. Nu moet ge u voorstellen dat de Duit- sche regeering op zekeren dag 100 mil- lioen goudmarken aan de Entente moet betalen. Dan gaat de Duitsohe Regeering een schuldbekentenis geven aan de Rijksbank om daarvoor marken te ontvangen. Aan papier-marken zou ze dus 100 milliard moeten hebben. Maar de Entente' bedankt er voor. Ze wil goud hebben. De Duitsche regeering moet dus Neder- landsche of Engelsche of Amerikaansche banknoten hebben. Door de groote toevoer van Marken op de markt, daalt echter alweer de waarde. En alle9 wordt alweer duurder. Een dergelijke uitzetting van de uit gaven, noemt men nu inflatie. Het beteekent letterlijk: o p b 1 a z i ng. Het lijkt veel, maar het niets! Opblaring, telkens meer. Toen wij ook een beetje inflatie hadden cm nog hebben, meenden sommigen dat we rijker waren geworden. Kijk eens, zeiden de Socialisten, hoe de Vermogensbelasting omhoog ie gegaan. De bezittingen, deók-^Tv^xtrtikïbn onze ren-^-nl meer guldens uit, maar m wer kelijkheid waren we niet rijker. Nu is de vraag, ale 't nu zoo in DuitechJand ie gegaan, waar men rijk ie aan Marken, maar waar men in werkelijk heid straatarm is, en waar de prijzen al tijd maar hooger worden, of er ook voor ons gevaar bestaat, voor een dergelijke inflatie, voor een geweldige etjigmg van prijzen Ontkend kan niet worden, dit gevaar bestaat. Op 't oogenbük staat t zoo, dat onze vlottende schuld ongeveer 700 m i 11 i o e n gulden bedraagt, dat de Ned. Regee- rmg dus in z.g. schatkistbiljetten van het publiek of van de Ned. Bank, fc ij d e 1 ij k geleend heeft. Wie hoeft nu op dat oogenblik dit be drag geleend? Dat is zoo goed als heelemaal niet ge beurd door de Ned. Bank, wat voor haar crediet ook zeer gevaarlijk zou zijn, en een daling van de waarde van den gulden tengevolge zou hebben. Op dit oogenblik is die 700 millioen echter in hoofdzaak ondergebracht bij het publiek, banken enz. Dat is aan de eene zijde gelukkig, maar aan de andere kant is het een bewijs dat handel en industrie kwijnen, het ka pitaal niet noodig hebben on dus achter uitgaan. Veranderd d'* cischt. (lap zou ;lr L moeten aankloppen. Dat is een gevaar dat thans dreigt. Dat is en van de groot© moeilijkheden waai voor de Regeermig staat. Als er in handel en industrie opleving komt en het gold wordt opgevorderd, dan zou "de kans beslaan, dat. de Ned. Bank haar crediet inboette. Op die manier zou het vertrouwen in ons geld verloren gaan. Er is nog een ander dreigend gevaar, n.l. dat die vlottende schuld zou toenemen doordat de begrooting niet sluit, en de Staat meer uitgeeft dan ze ontvangt, Nn is er een groote kans dat de inkom sten in 1923 blijven beneden de uitgaven. Dat tekort moet door leening worden aangevuld, met het gevaar, dat we, even als Duitechland, naar den kelder gaan. Dan staan onze staatslieden voor deze vraag: of de inkomsten moeten stijgen, of de uitgaven moetendalen, of we moeten leenen. Niemand wil inflatie. Het zal de taak zijn van onze afge vaardigden de Regeering te steunen bij haar pogen om ons volk te bewaren voor do noodlottige gevolgen van inflatie. Spr. hoopt dat de Regeering en do Ka mers krachtig zullen staan en van God wijsheid ontvangen, om ons volk te be waren voor den maatechappelijken jam mer die van inflatie het gevolg is. STADSNIEUWS. Gemeenteraad. De Raad dezer Gemeente sal &A. Maandag des nam. te 2 uur vergaderen ter behandeling vaa de volgende punten: 1. Pmt-odvioa op het verzoek van Prof. Dr. W. de Sitter om eervol ontslag ale lid der Com missie van Toezicht op het Middelbaar Onder wijs. 2. Benoeming van een hd der Owumisaio van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. 3. Benoeming van een leoraar in het teekenen aan het Gymnasium. 4. Benoomng van eene leeraree in het Duitsch aan de Hooger© Furgereohool voor Jongens, voor den cursus 1922—1923. 5. Benoeming van een leeraax in het Neder» landsoh aan de Hooger© Burgerschool voor Jom gens, voor den cursus 1922—1923. 6. Praeadries op het veraoek van J.B. Wil mink. leeraar aan de Hooger© Burgerschool voor Jongens, om ke te mogen geven aan de bijzon dere Hooger© Burgerschool (Instituut „Wul- lings") te Voorschoten. 7. Begroeting, dienst 1923, van het H. G. of Arme Wees* en Kinderhuis. 8. Staat van af- en .overschrijving op d» b©- groob'ng, dienst 1921, van het Collage van Vrou» •weu-Kracmmocdors. 9. Rekening, dienst 192L__ran-h»t Ooügg* diénst 1923, van het College van Vrouwen-Kraommoe ders. 11. Praeadviea op het verzoek van A. J. Ooet- veen, om het te bouwen schuurtje in den tuin van het perceel Decimaatraat no. 6, van hout te mogen maken. 12. Voorstel in zake de verhuring van de wo> mng met tuin en schuur aan don Warmond er weg Sectie P No. 101 ged., aan J. J. Nijseen. 13. Voorstel tot wijziging der bogrooting, dienst 1922, in verband met de nieuw© be grooting»- en retoningsvoorsch riften. 14. Voorstel: a. tot kostelooae overname in eigendom en oa^ derhoud bij de gemeente van de Maria Gouda» straat; b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de kosten van verbetering van die straat. 15. Voorstel tot intrekking van de verordening van 20 April 1905 (Gemeenteblad No. 14), re gelende hot beheer der Gomeente-apothoek en den dienst van den Gemeente-apotheker te Lei» den en tot ontbinding van de Commissie voot de Gemeente-apotheek. 16. Verordening, regelende de samenstelling en den werkkring der Commies», belast met het onderzoek van de bij den Gemeenteraad inge komen bezwaarschriften togen aanslagen in het goraoontelijk vergunningsrecht voor don verkoop van sterken drank in het klein, 17. Praeadviea op het verzoek van C. do Vos om wijziging van de Verordening op het Rijden, ten aanzien van het plaatsnemen op hondenkar» 18. Verordening, houdende wijziging van de verordening vei 10 Februari 1910 (Gemeente» 1 blad No. 3), regelende do voorwaarden, waar onder ten behoeve van bijzond'-re bewaarscholen subsidie uit de Gemeentekas kan worden ver» leend. 19. Voorstel: a. om medewerking te verleenen aaa het Be stuur der R. K. Par. Jongensscholen onder R.K. Par. Kerkbestuur, tot de uitbreiding en/of ver andering van de inrichting van de schoolgebou wen aan de Haarlemmerstraat Ne. 240 en hot Rapenburg No. 48; b. tot vaststelling van den deeboteffenden be- gTOotingsstaat. 20. Verordening, betreffende het Personeel verbonden aan het Openbaar Slachthuis cn don keuringsdienst van vee en vloeech. 21. Verordening, houdende instructie voor den KeuringsYoeerts van het Openbaar Slachthuis en van den keuringsdienst van vee en vloesch. 22. Voorstel tot het doen rooien en verkoopon van boomon. 23. Voorstel tot goedkeuring van oen© af wij» Ving van de voorwaarden, waaronder aan de Leidsche Duinwater-Maatschappij vergunning word verleend tot het maken, aanleggen en ex-- ploiteeren van ©ene waterleiding, in verband met de wijziging van bot z.g. „groot-watertak ri-ef." 24. Voorstol: a. te verklaren dat eenigo gedeelten van de Ooetdwaregracht (Waterweg) en van de Oost- dwarsgracht (O.Z.), niet meer voor den open baren dienst bestemd zullen zijn; b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbetering van de Lootersbrug, de Oostdwars- brug en de Greinbnig en d© daarmede verband houdende werken. 25 Vaststelling van hot 2e suppletoir-kohier der schoolgelden voor Middelbaar on Hooger Onderwijs, schooljaar 19211922. 26. Bezwaarschriften tegen anaalagen in de plaatselijke directe belasting, diensten 1918 1919, 1919—1920 en 1920—1921. 27. Verzoek van den Burgemeester in zake de regeling zijner jaarwedde. R. K. JUVENAAT IN HET BISOOM HAARLEM. (Vervolg.) De Zeer Eerw. Heer "W. L. van Adrichcm, centraal-president der St- Jozefegezelfenvcree- niging, richt even eens een woord van afscheid tot Mgr. van Stee en brengt hem hulde voor zijn Juvenaatswerk, wat den grond leverde voor de St. Jozefegezellen Vereeniging. Spreker hoopt, dat alle prieetere in hun leveneavond nog zoo mogen arbeiden als Mgr. van. Slee, en dat allen in dien levensavond mot zooveel succes mogen terugzien op het verrichte werk. Namens het St. Pranciscus Liefdewerk wordt Mgr. van Stee huMe en dank gebracht door den Wel Eerw. heer J. vaa Kampenhout, rector te Amsterdam. Spreker memoreert zijn groote lief de voor dit bijzonder liefdewerk, het verzorgen der geestelijk-arme jeugd en uit den wensch, dot God hem nog vele jaren moge sparen op dat hij ook den bloei van het liefdewerk moge beleven. i-ïï-"-»on« de leeken spreekt de heer A. Bak- hnijg uit Amsterdam, dio wijst op het groot Mgr. rich steeds zoo Onder den indruk van zoo talrijke bewijzen van sympathie kon Mgr. Van Ste-» ?eon woor den van dank vinden, waarom hij zulks tot aan het ©lot der vergadering wilde bewaren. Alleen deelde hij mede, dat het eero-voorzitter schap door hem word aanvaard. (Tot zoover reeds geplaatst in een gedeolte onzer vorige oplage). Hierna hiad de bestmara verkiezing plaat». Hi het. drietal ter verkiezing van een voor zitter werden gekozen de WeJEww. hear Rector Kok uit Haarfem, de ZeerEorw. heer Pastoor J. H. Ruhe, te Den Haag en de WelEerw. heer Rector W. L. v. Adrichom te Den Haag. De berde aftredende bestuursleden, de ZeerEerw. he>er Pastoor J. G. Kétókhoven van Amsterdam en de heer M. H. Beuke laar uit Beverwijk, werden afe zoodanig herkozen. Hierna wa» liet woord aan denWel Eerw. heer Drenth, KapeWui to 's-Gtravenhogie, die een inleiding hield over: „De verster king van den Roonwohen geest in de pa tronaten". Na zijn voorwoord begint de Eerw. spr. met erop te wijzen, da& de patronaten een band hebben, een traditie, waardoor de godsdienjstig-inaatschappelijke en zede lijke belangen behartigd worden. Verder hebben de patronaten een priester, die in het midden staat der jongen». Dam weten de patronaoJtsdirecsteuren. dat zij hun jon gens overgeven aan de Jozefgez. Vert>i wvaar de Rcom&dhe geest zoo sterk is. Do strijd is tegen wooidig groot in wereld en daarom is de godsdiens, ig- z ed^ lijtk» vorming zoo noodzakelijk, maar oofc zoo moesl'ijk, zoodat de patronaateloden, commissie met zeer veel zorg gekozen moet worden. Die oommissie moet in alle® mede weaken om de jongen» godsdienstig te vormen. Ook de maatschappelijke en lichamelijk® opvoeding dor jongen» geeft veel moeilijk heden, ook financieel». Het is a.lz-oo zeer moeilijk om vecatonking van den Roonisohen geest te verkrijgen. Wat kunnen we daarvoor doen^ \y® hebben, aldiw sprons retiraitewerk, onze Missie-clubs. De kracht voor het patronaa-tsswe-rk in de toekomst ügfc in de congregatie. Dde hard noodig voor de jeugd, want zij lijdt gebrek. Daarin heeft men tevens de me. de werking der oudere. De oongregatie is zelfs in staat om het standsverschil, dat in de steden bestaat, uit den weg te ruimen. Dóór die jongen» wekelijks met zachtn, warme woorden toespreken zal succes brengen In zijn slotwoord vraagt spr., of men niet kan samenspannen om een godsdienst.' avond in de week te houden. Men is heft verplicht aam den eiere-voorzntter om den godsdienstigem zin te verhoog»n. Don naam van „godsdiemstavond" moet bun gerreoht goge-ven worden en kan men het bot een congregatie brengen dam zal de zogen dor H. Maagd zeker op di-rceteursn en oongreganisten rusten. In de hierop volgende gedachten wisse. ling beval do WelEerw. hoer Re-otor v. Kampenhout ten zeerste de Biibelsohfl Geschiedenis voor de jeugd aan, die, toe. gelicht met lichtbeelden, zeer voel kan bijdragen tot het vormen van de jeugd in godsddenstigen zin. De voora. hoopt, dat als re-sultan t van «ie inleiding van kap. Die nth spoedig alh patronaten een oomgregatde mo-cen heb ben. De WelEerw. heer v <L Maxok, kape. laan te 's-Gravcnhage, hield hierna een ia- leiding over: „De sport en de patronaten" Spr. behandelt zijn onderwerp in twe» doden, nl. theorie em practijk. Wat er is te zeggen vam theorie over da sport em wat heeft de ondervinding geleerd over den invloed der sport op het pabro- maats werk, waren de onderdeel-en van het eerste gedeelte. Spr. betoogt, dat men zijn houding ten opzichte der sport moet bepalen M<m moei ze bestrijden of haar leiden. Na uitvoerige citaten vaai bekende pae dagogen, zegt sprekerspel, sport en wed strijden zijn goed. Ziel en lichaam zijn dont God gegeven. Laten dus ziels- en liohimo. hjke ontwikkeling te samengaan. In de practijk is bewezen, dat de leiding in dé Roomsohe Sportbeweging zeer veel goeds in de patronaten ban bewerken D» voetbal, aldus spr„ heeft in Den Haag d« patronaten niet ontvolkt, maar er in tegen» deel veel jongen» ingebracht. De patro naten in Den Haag, die liet grootst aantal r-L"—rito de meest, bloeiend# De ondervinding heeft geleerd, dat er veel gevaren aam hot voetbal verbonden zijn, indien er geen leiding ie. maar ook diat de jongens, bij gsoede leading, licusch niet weg blijven vam godsdienstige bi leen- komsten. Ten slotte heeft de ondervinding gel dat de sportexceseen niet te ondervangen zijn door negatieve middolen. Tegen dez« excessen ia alleen geschikt het onderbren gen dor voet bal verecnigingem in het jeugd werk. Dan aüleon is de jeugd gered Na. eenige gedachten wisseling dankte de Voorzitter don inleider voor zijn gespro- iken woord. Be volgende jaarvergadering zal gehou den worden te Amsterdam. Bij de rondvraag brengt de WelEerw. heer v. Noort, Kapelaan te Voorburg, hut de en dank namens patronaatsleden Katholiek Voorburg, voor al hetgeen Mgr. v. Stee te. Voorburg voor het patro naat heeft gedaan. Na eenige discussies over diverse onder werpen werd de vergadering gesloten met ©en slotwoord door Mgr. v. Stee, die hier in zijn damk uitspreekt voor de hem ge- bn&ohte hulde, doch moet erkennen, 4at zijn verdiensten overschat zijn. Wijl hij weet, dat het patronaatswerk meer zorg en toewijding vereisoht, dian apr. er nan kam geven, hoopt hij, dat een jonge kracht die zorgen moge geven Spreker brengt den meda bes>tnu.re>leden FEUILLETON DE HALFBROEDER. XV. Toen de Amerikaan uit tien Rinkonpoei kwam, bleef hij op eens be&tuileloos staan -Waarheen? Hij had echter spoedig 'n be sluit genomen en stond weldra in het ka binet van den diamanthandelaar Paul Meijer. U komf vermoedelijk naar de stee- men vragen, niet waar mijnheer White? vroeg Meijer, nadat de heer White op de sofa had plaat» gonomen. White knikte hoogmoedig. Ja, daar om kom ik, antwoordde, hij. Eigenlijk is de aardigheid voor mij er af. Ge hebt rnij onverantwoordelijk lang opgehouden, mijnheer .Meijer... Ik hoop, dat ik nu over de sleenen tevreden kan zijn. Paul Meijer wreef zich de handen een» *n zag naar den boekhouder om hulp -Jit-, doch deze nam volstrekt geen notitie ?an zijn patroon of van mijnheer White. Ik kan u de sleenen leveren, mijnheer sprak de handelaar, doch u zal mij, ?ioGp ik, niet kwalijk nemen, als ik een openhartig woord met u wil spreken. Arthur White fronste het voorhoofd. Wat moet dat befeekenen? vroeg hij lang yaam. Paul Meijer wa» blijkbaar rnet de zaak - rlegen, maar na eenig dralen antwoord je hij: i Deze koop betreft eene groote _>5»m gelds; het is mij daarom niet ten ■£SP&de te .duidta jtfc ieidg het u, reeds dadelijk zuiko koopen worden altijd met contante betaling afgedaan. De Amerikaan verbleekte. Beleedigd richtte hij zich op en yrocg met trillende stem: Wat moet dat beduiden, mijnheer Meijer? Zijn mijn bankierorder» niet even goed als baar geld? En al» ik mij herinner, hebben wij'dit punt reeds vroe ger afgehandeld. Paul Meijer knikte beleefd en hernam Het is mij een groote eer, u te kun non dienen... maar,, ik heb mijn infor- maliën ontvangen... en... Wat bedoelt ge daarmee? Wilt ge mij som» beleedigen, mijnheer? viel nu Arthur While op barschen toon in. Paul Meijer ging nu naar zijn lessenaar haalde daar een brief uit en overhandigde hem mot een kleine buiging aan den Ame rikaan. Ik verzoek u beleefd, dit schrij. ven zelf te lezen, het komt van mijne handelsvrienden te New-York. Ik heb ge ïnformeerd omdat deze koop over eene som gelds loopt, die het tienvoud van mijn vermogen overtreft en men moet te genwoordig een beetje voorzichtig zijn in den handel. De Amerikaan doorzag in een oogen blik den geheoler, inhoud van een brief, welke luidde: Op uwe aanvrage naar. Harry White Go., te Chicago, hebben wij de eer u te berichten, dat deze firma in het alge meen zeer goed staat aangeschreven, hoe wel zij door den brand aanmerkelijke ver •liezen moet hebben geleden. Het verwon dert on» echter, dat de heer Arthur Whi te, die als spaarzaam bekend staat, het plan heeft zulke groote sommen aan edel- gesteepten te beateefeo. Ook hegrijpen wij niet, hoe die heer thans in Europa kan zijn, daar hij, volgens vertrouwbare be richten, ziek ligt op zijn landgoed „White Cottage". Wij zullen ons best doen, om u nadere informatiën te verschaffen en daarom onmiddellijk aanvrage doen te Chicago. In afwachting daarvan raden wij u de grootete voorzichtigheid aan, en hebben de eer t.o zijn... enz. Arthur White verbleekte onder het le zen van den brief, dien hij nu aan den hoer Meijer teruggaf met do woorden:.—; Ik zie, dat u in uwe zaken voorzichtig te werk gaat... doch de brief is reed» eenige weken oud.. Heeft u.. intusschen nadere informatiën ontvangen? Met een glimlachje maakte Paul Meijer nu een koele buiging. Ik zal mij niet verstouten u den brief te laten lezen, antwoordde hij. Dwe particuliere za ken gaan mij niet aan en het kan ook on mogelijk waar zijn, dat u gestorven rijt in Amerika, terwijl gij hier gezond voor mij zit... doch in deze omstandigheden moet ik afzien van alle zaken met u, die niet met contant geld worden afgedaan. Arthur W'hite sprong weder op en zag den koopman toornig aan. Weet go wel, mijnheer, dat dit een beleediging is? Paul Meijer haalde de schouders op en keek weer eens naar den boekhouder, of die hem te hulp zou komen, maar Pe ters bleef rustig aan zijn werk. Het is volstrekt mijn bedoeling niet u te belee digen, mijnheer Wlfrrte. De steenen zijn aangekomen, er zijn geen gebreken aan te ontdekken en zij kunnen dadelijk ge leverd worden, maar ik vezoek u, uwe bank ie reorder» zijn zoo goed a!» baar geld, «gt u Ja, dat zou ik meenen, sprak White trotsoh. Welnu ik wilde u verzoekeD, die bankiersorders hier ter stede te laten in wisselen bij een der groote bankinstel lingen, waarmee u hl betrekking staat. Misschien wil mijnheer uw broeder dat wel doen, om u genoegen te verschaffen. W'hite had zijn hoed en stok gogrepen en met verbeten woedo zei hij nu: Weet ge wel, mijnheer, dat dit een laag heid is? Binnen vier weken ga ik trouwen en nu drijft ge zulk onverantwoordelijk spel met mij. Hij hield even op, om adem te scheppen, en vervolgde toen: Ik geloof, dat ge zelf geen vertrouwen ge noeg geniet, om de steenen zonder contan_ te betaling in uw bezit te krijgen. Ge wilt u nu met een uitvlucht redden. Paul Meijer kookte inwendig, maar hij bedwong zich cd antwoordde vinnig: De firma Paul Meijer Co., is bekend om haar soliditeit. Mijnheer Peters wees zoo goed en haal voor mij de »teenen uit de brandkluis. Ho, dat ia niet,noodig, schreeuwde Arthur White opgewonden. Ge kunt voor mijn part de steenen opzouten. Na zulk een ongehoorde beleediging wil ik met u geen zaken doen. Hij wist zelf niet, ,lioe hij het huis uitgekomen was, dochstapte met groote schreden voort alsof hij een gevaar wilde ontkomen. Eerst toen hij in het huis zijn» broeder» in zijn eigen vertrek was, kwam hij tot bezinning. Hij wierp zich op de sofa en zuchtte telkens, Ik geloof, dat het ein de nabij is, fluisterde hij en deze be kentenis viel hem zeker rwaar, want hij atewid op en pe^c onrustig in de kamer heen en weer te loopen. Neen, neen, het einde mag niet nabij zijn, mompelde hij. John, John, bon Je zoo dom geworden, dat. je geen enke len uitweg meer weet? Moeten nu al je groolsche plannen mislukken? En dan? Wat dan? Hij bleef staan en staarde zich, in gedachten verzonken, lie! was of hij een visioen zag... een duffe, ellen dige gevangeniaeel't was of 'hij de ke tens aan handen en voeten hoorde ram melen. Na'een lange poos begonnen zijn oogen echter weder te schitteren. Vooruil. dan er op of er onder ik wil alles wagen op de laatste kaart on ik moet winnen ik moeL Doch hij bedacht niet, dut «ija vaste wil alleen niet voldoende was. HiJ hervatte zijn wandeling in de kamer en bleef uren lang nadenken over oen nieutf plan. Het w*a» reeds laat in den avond, toen hij hoed en stok greep en in groot* haast naar het telegraafkantoor stapte Weder bracht de electrische draad eeri boodschap over. in onschuldige woordert opgesteld, doch met de bedoeling vijand te vernietigen, die in Chioaga waarheden zocht te ontdekken, welke b'j verborgen wilde houden; Den volgenden morgen liet Waldmaoo zijn broeder verzoeken, om bij hem komen in het blauwe salon; hij wilde hein spreken. Arthur White kon zelf met be grijpen, waarom hij zoo enel ontstelde over deze ultnoodiging. Hij bracht zij3 kleeding m oide en ging naar hot bedod* de salon. [(Wordt vervolgiWl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1922 | | pagina 4