A. WAALS - Haarlemmerstraat 114
oen ander het geluk zr.lt vinden, dat hij u niet
schenken kan on verzoekt n liem in zijn gebe
den to hordenken. nis iemand, dio aan de over
zijde van den Oceaan begraven is."
Rosa had deze tijding, dio haar geluksdroom
verijdelde, bleek, met opeengeklemde lippen aan
gehoord. zonder een traan to storten. Bij de
laatste noorden was zij onder het slaken van
eon luiden kreet als levenloos inééngezonken.
Wekenlang zweefde zij tusschen leven en dood.
Haar verstand 6cheen beneveld, toon zij als uit
den doodsslaap ontwaakte. Nimmer kwam zij den
onverwaebten slag te boven.
Als haar moeder trachtte to peilen wat er
in haar hart omging en haar aandacht vestigde
op de jongelieden die haar met oplettendheden
overlaadden, gaf zij steeds ten antwoord: „Ik
heb mijn woord aan Jean Tromeur gegeven;
zoolang hij tot de levende behoort, zal ik op
hem wachten."
Veertig, vijf-en-veer tig jaren zijn sedert dien
noodlottigen stond verloopen en nimmer heeft
Rosa Martin iets van Jean Tromeur gehoord.
In een brief waaruit diepe rooedolooslwid sprak,
nam hij afscheid van zijn ouders, hun meldend
dat hij zicb bij een groep goudzoekers aange-
doten had. Na dit bericht hadden ook zij nooit
eenige tijding van hem ontvangen.
Oud geworden en tot armoede vervallen,
koestert Rosa nog immer do hoop hom terug te
zien.
Zeg haar niet dat zij hoopt tegen allo waar
schijnlijkheid in. W3nt aan6tond6 voegt zij u
toe: .Hij leeft nog; de westenwind brengt mij
op zijn adem zijn groeten over." Nu begrijpt
gij ook waarom het hart dor oude opspringt van
vreugdo als do westenwind de golven het strand
doet benken. Vooral als Pasclon in aantocht is
en de stormwinden van Maart en April do ba
ren geeselen. verlaat de anno oudo het strand
niet. Zij dwaalt van links naar rechts, van
rechts naar links, met welbehagen luisterend
aaar de stem van don geweldige. Daar had dien
middag de koorknaap haar dan ook gevonden,
'be door der» pstoor gezonden was om haar mede
te doelen, dat deze haar onverwijld wenschte
te spreken.
Wat zon mijnheer pastoor haar mede to deel en
bobben?
,-Ga zitten Rosa", zei do grijze priester, „rost
maar even uit."
Daarna nam hij een pakje van de taiel dat
ra een zakdoek geknoopt was.
„Ik heb Paascheieren voor u", ging hij voort,
..zooals men er weinig ziet."
De priester heeft den zakdoek ontknoopt en
logt het pakje in het voorschoot der oude die
zich de speelbal harer verbeelding waant. De
zakdoek is een verkleurde, grof katoenen lap,
toch het pakje bevat een twintigtal afgeronde
«toenon, naar zij moent, die zeer zwaar schijnen.
De oudo staart den priester verbaasd aan.
,Dat zijn Paascheieren van zuiver goud," zei
hij, „doch raad eens wie zo u aanbiedt."
Op dit cogcnblik treedt een man de sacristie
binnen. Hij is als heer gekleed. Een grijze baard
omlijst zijn verweerd gelaat. Zonder hem in 't
aangezicht gezien te hebben, roep de oude uit,
torwijl zij van haar stoel opspringt: „Jean
Tromeur? Gij zijt Jean Tromeur, niet waar?"
De vreomdeling' schudde ontkennend het hoofd.
„Negen en dertig jaren geleden het was
in Aljaska etelde Joan Tromeur mij op zija
•torfbod deze goudklompen voor u ter hand. Ik
ral u ophelderen, waarom ik mij nu eerst van
mijn opdracht kwijt"
Maar het was te laat. Rosa viel in haar stoel
terug. Haar hoofd zakto op haar borst. Do oudo
«touw was don slaap ingegaan waaruit men niet
weder ontwaaktde tijding van Jean Tro-
meur'a dood had ook haar levenedraad afgesne*
den. J. M.
Verrezen!
Het was kort voor het hoogfeest van
Pasobm, dat een. Duitsch geleerde, een
krachtige breed geschouderde man met
(blonden ringbaard, na eene vermoeiende
wandeling door het Hooggebergte in het
aipenhotel van zeker dorp in Zwitser
land zijn intrek nam.
De hooggelegen kerk van het dorp, wier
•lanke toren tusschen de rotsspleten zich
verheft is het mijlenver zichtbare merk-
teeken van het wild romantische reuzen-
daL
De Duiteche professor, die de natuurwe
tenschap als zija bijzonder veld bearbeid
de, was geen nieuweling in de alpenwereld
reeds meermalen had hij in den zomer zijn
voe/ op de gletachere en ijsbanen der al
pen gezet, maar thans wilde hij de ver
schrikkelijke majesteit der gcbergtewereld
in haar ontwakende lente leeren kennen,
wanneer het water wild bruisend van de
hoogte neerstort, en zijne schuimende dan
sen opvoert.
Na korte raat trad de vreemde tourist
op het terras des hotels, en voor hem, diep
onder zijne voeten, en hoog boven hem,
breidde zic-h een wondervol, onbeschrijfelijk
•choon panorama, uit.
Het was, ale ware de natuur verstijfd,
als stokte haar polsslag, want de steile
rotsgevaarten, dio snel in den afgrond
storten en in duizelende hoogte opbrui
sen, droegen een glinsterend ijs pants er
en ieder blok, iedere spits, iedere vooruit
springende kant droeg een glinsterend
«n eeu w-h ermel ijn.
In enge rotsspleten, waar de steenmas
sa's uit eikander gescheurd waren, rolde
zich, donderend en brullend, de smaragd
groene, met schuim gekroonde Tteuss, van
rots tot rots vallend, door den met ijs fran
je-s versierden afgrond naar het Vierwald-
etatter-meer toe.
Ten westen verhief zioh de donkere co
lossus de Gothard, en ten oosten rees de
geweldige pyramido van den Bristenstocke
op. Uit alle rotsspleten hingen ijskegels
als zilverdraden en uit de steenkolken,
waarin meer of minder groote lawinen
met denderend geraas en gekraak neer
kwamen, stegen uitspattende sneeuwwol
ken op.
Diep in het dal hijgde op de schitteren
de rails langs den oever van den koken
den Reuss een spoortrein over zijn ijzeren
baan, en een wijle later etc eg hij hoog bo
ven het dorp met b-talen voorhoofd voorbij,
de donkere kaken van den Gotkardüunnel
binnen.
0r»Z8 zeer groote oensefi, als
ook onze enorme sorteering in
MANTELS, COSTUMES, JAPONNEN
BLOUSES EN ROKKEN
stellen ons in staat, tegen werke
lijk lage prij'zen te verkoopen
BEZICHTIG ONZE ETALAGES, OF BEZOEK ONZE MAGAZIJNEN, EN
WIJ ZIJN OVERTUIGD, DAT GU NAAR UW GENOEGEN ZULT SLAGEN
Alle veranderingen gratis
GEKLEURDE PAASCHEIEREN.
Het is zoo'n aardig oud gebruik om op
het Paascbfeest Paascheieren te eten en
liefst nog gekleurde.
Gekleurde Paascheieren op tafel staan
zóó Icnte-achtig, hooren zoo echt bij het
zonnige en vreugdevolle van Paschen, dat
ze in geen enkel huishouden moesten ont
breken cn vooral niet daar, waar kinderen
zijn. Zo zijn immers makkelijk en met
weinig onkosten te maken; dikwijls kun
nen do kinderen Vzelf doen of er aan mee_
helpen. Fleschjes en pakjes met onschade
lijke kleurstof kan men tegenwoordig
overal in de winkels krijgen en ook pa
piertjes, die men vóór het koken om het
ei bevestigt en ze er later afneemt. Ze
hebben dan een aardige*kleur en een
voorstelling, b.V. 'een bouquet bloemen,
op 't ei achtergelaten.
Men kan ook de eieren niet waterverf
beschilderen of er een leuk gezicht van
maken, wat kinderen erg waardeeren. Een
„Chinees" geven we een paar schceve
oogen, hangende zwarte snorren en baard
je en plakken boven op zd kruintje een
staart van zwart gevlochten garen.
Onze gekleurde eieren kunnen we alle
maal 6amen op een groote schaal leggen
met een suikeren of chocolade kip in '1
midden. We kunnen ze ook in aparte nest
jes over de tafel verdeelen. Een diep bord
vullen we met mos en middenin leggen
we enkele eieren van dezelfde kleur, zoö-
dat we een nestje hebben met roode
eieren, met blauwe, met gele. Ze staan
snoezig op tafel en kinderen vinden zoo'n
gekleurd eitje heel ieta anders en veel
lekkerder dan een gewoon.
Bijzonder fijn zijn bruine eitjes met
zwarte silhouetten. We zetten een panne
tje water op met de buitenste bruine vel
letjes van uien en koken daar de eieren
in. Daarna wrijven we ze met een beetje
Heb als d-ronkene oog omvat heb groot-
sohe panorama, maar waar is de pe-n, die
heb weergeven kan?
Plotseling weerklonk in de onmiddellij
ke nabijheid van het alpen-hotel een. zilver
klinkend klokje, een priester bracht een
stervende de laat-ste H. Teerspijze; vele
vrouwen volgden biddend den geestelijke,
wiens haren zoo wit waren, als de sneeuw
der alpen.
„Dezo treurige stoet", murmelde de pro
fessor bij zioh zeiven, „post zoo juist bij de
schrikwekkende natuur en den in alle ge
daanten met ongeduld loerenden dood. Al
les herinnert hier aan dien kouden zeis
man: de onmetelijke ijsvelden, de sneeuw-
kruinen, de vreesclijke neerstortingen, de
valsche lawinen, en nu ook nog de misdie
naar met zijn. doods-Mokje 1 Hoe nietig is
de mens-oh tegenover deze hemelreakende
reuzen en toch ondervind ik een
zalig, prikkelend, huiverend gevoel in deze
wildernis, waar een enkele misstap mij in
den afgrond slingeren zou want ik be-
ebuder de natuur, en zeek haar te be
grijpen, haar geheime wezen en leven te
vatten. Mijn geesb beheersobt deze gewel
dige granietmassa, hij kan over haar heen-
vliegen, haar doordingen, haar in hare dee-
len ontleden, en heeft niet den mensehe-
lijke geest zelfs dit Hooggebergte
in ijzeren boeien geslagen, is de ijze
ren spoorbaan, die van rots tot rots e>n
over den. woelenden Reuss voortsohuift, en
die in enkele minuten den mijlenverren
Boboot v-an den Gothard doorvliegen kan,
niet de hoogste triomf van den mensche-
lajken geest?"'
„Dat is zeer schoon gezegd", aldus
wendde een oud man, wiens kleeding den
boschwachter verried, zich tot den geleer
de, „maar weet ge, mijnheer, wat ons men-
flchcn, die jaar in jaar uit in den winter
zoowel als in den gevaarlijkst en lentetijd
ons hier in de alpen wereld bewegen, bij al
le gevaren, die ons dreigen, sterkte en
troost schenkt?''
„Wel, gij zijt met de gevaren groot ge
worden, gij trotseert ze stoutmoedig. Gij
kent ioderen weg cn steg. iedere rotsspleet
en de plaatsen, die onheil verbergen."
„Dat is we] juist opgemerkt, mijnheer
maar wat ons moed geeft, dat is het be
wustzijn. dat allen in de hand des Almacb-
-tigen zioh bevinden, zonder Wiens wil
geen haar op ons hoofd gekrenkt wordt."
De vreemde lac-hte en «treek met de vlce-
zige hand over den ringbaar, ten-wijl hij
zeide
„Dit geloof is zeker schoon en troost
rijk. maar de mannen, der wetenschap
deden het niet."
slaolie, om ze mooi glanzend te maken en
plakken er met gluton een silhouetje op.
Dit krijgen wc door op vloeipapier een
aardig kinderfiguurtje dier of bloemetje,
dat we hier en daar in een krant of tijd
schrift vinden, over te trekken en heele-
maal met inkt zwart te maken.
Met zulke bruine eitjes kunnen we een
aardige voorjaarsmand maken. Misschien
hebben we in huis nog wel een oud of on
gebruikt bloemenmandje. Dit vullen we
eerst met mos of groen papier en leggen
er dan dè bruine eieren in. Met een gelen
strik maken we aan het hengsel een bos
katjes vast en zoo hebben we een eebt
lente-mandje.
Kalender der week.
16-23 April
ZONDAG HOOGFEEST VAN PASCHEN
Mie: Resurrexi. Evang. Marcus XVI
16. De vrouwen bij het Giraf. Credo.
Praefafde ven Pasdhen (in b&c potieei-
mum die) en Communie-antes gedurende
het geHeele octaaf.
MAANDAG TWEEDE PAASCHDAG
MisIntroduxit. Evang. Loc. XXIV
1635. De Emmaüsgangers. Oredo.
DINSDAG DERDE PAASCHDAG
Mis: Aqua eapientdae. Evang. Lac.
XXIV 8647 Christus verschijnt aan
zijn leerlingen, Oredo.
WOENSDAG VAN HET OCTAAF
Mis: Verrite. 2e gebed voor Paus of
Kerk. Evang. Jo I 114. De wonderbare
vifichvangst. Oredo.
DONDERDAG VAN HET OCTAAF
Mis: Vietricem. 2e gebed' voor Paps of
Kerk. Evang. Jo XX 1119. Verschijning
van Ohri&tue aan Maria Magdalena.
VRIJDAG VAN HET OCTAAF
Mis: Eduxit; 2e gebed voor Paus of
Kerk. Evang. Mt. XXVIII 1620. Zen
ding der Apostelen. Oredo.
ZATERDAG VAN HET OCTAAF
MisEduxit 9e gebed v. d H. Fran-
cascus van. Paula. Evang. Jo XX 19.
Bezoek van St. Petrus aan het ledige
graf. Oredo.
BuitenlaRdschG Berichten.
De kaizartijke ballingen op Madeira
De dood. van Karei,
De „Edho de Paris" heeft van dr Machadc
do6 Santos, directeur van het militaire hospi-
Pf
5 «te
'da |j
M,
taai te Funehal, oen brief ontvangen,
deae do volgoc de ontroereudn bijzon^
over bot afsterven van ex-kekser Karei
Ik zond u eenige smartelijke details
laatste oogenMikkon van den oogeloi
keizer Karei, dien ik op zjj'a sterfbed
gestaan.
Aangetast door een dubbele loDg©^
heeft de keizor, ofschoon hij Bands adht
Botende was en vaak een koorts van mi
40 graden had, slechts d si dag voor zjj
de hulp der geneeshecren ingeroepen.
Men kaïn ódh aijn deerniswekkend® I
stand indenfken. Hij had zelfs niet de ge
som golds bot zijn beschikking en wae
durend verplicht ju-weeleu van betrekkelj
ringe waard© te verkoopen
Een edelmoedig bewoner van Madeira,
het oógenblik in Zwitserland verblijft, h» jj
een goed gemeubileerde villa op 4 K M. t
stad aangeboden met een prachtig part,
waar men een heerlijk uitzicht op zee lij)
andere persoon had auto en chauffeur t
schikking van den Keizer gesteld. Z.M
allee aangenomen, wetende, dat het hem
volheid des harten word aangeboden
De bewoners van Madeira kenden ali;
droeve k>t van den vervallen verklaard®
verein. Zij hadden den oprechtst en
voor hem Allen groetten hor en hij anh
de met een melancholisch glimlachje.
In doze kommernis, mot zeven kindi
afwachting van het achtste dat in Mi
wereld eal komen, wilde de keizer zijn
don niet vermeerderen door do hulp ti
geneesheer in te roepon. Terneergeslagt
deprkneerd en zonder hoop, dacht -hij
aan God, aan zijn volk en aan zijn huisp
De keizer wist, dat hij ging sterven
gedachten waren dan ook geheel gerk I
zijn geruïneerd volk, dat hij
(hart liefhad, op zijn kinderen en op zijn
vtouw, do bewondorengwaard-igf te aller
wen, wier offervaardigheid slechts dooi
onbeperkt vertrouwen in G jd ovwti
wordt.
Vlak voor zrija dood sprak de keizeïj f
zijn kind, dat binnenkort geboren zal m I
De keizerin heeft hem geen oogenhlik
rende ziijn ziekte verlaten. En toen het 6
ven oogenblik gekomen was, zeide zij h
gebeden der stervenden voor. welke de
«net een volk om en onderwerping
herhaalde.
Eenige oogenb'ükken voor zijn dood
keizer mot heldere stem: „Ik offer mijn
voor mijn goed volk. Mijn Heer en mij?
ik leg mijn lot in Uw handen, evenals dt
miïn vrouw en kinderen."
Dan stierf hij. Zoo wa6 het eindo ti
velbannen keizer
De toestand der koizerijj
familie.
Te Woenen is uit Pundhal hot volgend
gram van den Weenschfln genetsheer dr,
over den toestand dor keizerlijke
ontvangen
Funohal, April 3
Hare Majesteit is gezond. Brie kindon
gen met een kahto catlh- jr te bed De
is helaas vochtig en zeer moeilijk te v«
men. Een gezonde woning ie aleolunt no«
lijk, doch do middelen daartoe ontbreken.
De Portugeesche bevolking gedraagt
voorbeeldig. De uitstekende geneesheere
Lei te Montero, dr Mino Porten dr. Mi
Santos hebben met buitengewone zeik
ring gewerkt
w. g. Dr. DEI ,j
Ontploffing.
Iki de nabijheid van Charleston i
is door onbekende ooreaak 20,000 poml
in de lucht gevlogen, terwijl men bezig
gTanatsu te demon teeren. Drie werklied®
gedood, een aantal gekwetst en groote
is aangericht.
„Zoo, zoo gelooft ge dan, mijnheer, dat
hier de alpen zich van zelf hebben ge
vormd, en dat de ganeche verhevene ge-
bexgtewereld zich toevallig heeft opge
heimen, dde meit zonderlingen idoëen van el
hennen, die met zonderlinge ideën van el
ders Iiier kwam en in de rotsen.wildernis
of op de ijsvelden verdwaalde, en die dan
in zijn groeten nood weder bidden leerde.
De Zwitser ban menig etubje daarvan ver
halen."
De professor lachte weder en antwoordde
„Laten wij deze kwestie marten. Gelooft
gij echter, dat ik den weg te voet over Ge
schenen door de Schollen en naar Amder-
matt wagen ban?"
De oude bosch wachter zette groote
oogen op. „Moet gij dien weg dan nemen
vraagde hij.
„Neen, het is liefhebberij van mijik
wil het enge dal, dat reeds in den zomer
zoo prachtig is, in zijn winters ch ijsbleed
bennen".
„Gij begeeft u in groot gevaar, mijn
heer, want de weg is te Schellenen wegens
den val deir lawinen zeer uitgezet, vooral
echter daar, waar de gletschera smelten."
,.Het gevaar ie het juist, dat mij prik
kelt wanneer ik slechts de mogelijkheid
heb, er door te komen, dan zal ik voor
sneeuwstormen niet terugschrikken".
„Dan behoede u God!" verzuchtte de
oude man.
Op den volgenden morgen ving de pro
fessor de wandeling aan en na eern korten
marscdi bereikte hij hot wild romantischs
éón uur lange enge dal der Schoülenen, dat
in talrijke kronkelingen bergop leidt en
van beide kanten door hooge graniet rot-
Ben ingesloten isin de diepte bruist de
woelende Reuss.
In deze huiveringwekkende eenzaamheid
was niets te hoorden, dam het bruioen van
den vloed, die in uitbundige vropl ijkhcid
zijn met steenblokken bezette bedding door
huppelde, en het storten en glijden van
kleine sneeuwwolken in de hoogte, welke
de scherpe zuidwestenwind deed: verstuiven
Hier cn daar hing het als een sluier
over de rots waaiden, plotseling in wolkge
vaarte over de rots-kruinen heen®tuivond>
als de druipende golvenschuim over de klip
pen des oevers, en daarna volgde een don
derende en tegelijk juichende val over een
steen gak rij naar omlaag in de rot-senkolk
en den 1 oogopspringenden Reuss.
„PraeRig!" riep de professor, „welk een
onvergelijkelijk, hoopverwekkend natuur
tafereel de hoogten bevrijden zich van
hunne lasten, gelijk mijne ziel, welke de
diagelijksche inspanning van zich heeft af
geschud I"
stond hij in een dichten en eeuw
nevel, die zich uit miliioemetn puntjes te
zame-ii pakte; zijn oog schemerde, toen de
wind dcai nevel scheurde tegen den rots
wand, uit welks spleten schitterende zil
verdraden met vroolijk geplas- nederdam-
eteu.
Reeds hadi de vreemdeling de gevaar-
iqkete, door de lawinen het meest uitge
zette en met een lange beschuittingsgalerij
voorziene plaats des ravijna, achter zich,
reeds naderde hij de hmveringwekkende
„Teufelshrücke", waar de Reusa in het
grooteohe rotsen-landschap van een aan-
rienlijke hoogte neerstort, toen opeens een
geweldige rukwind, die ook het water hoog
deed opspatten, terzijde van den eenzamen
wankelaar een rotsblok neerslingerde.
Een vreeeelijk donderen cn karaken door
trilde de verduisterde lucht, en in het
volgende oogerublik suisde en bruiste, rom
melde en plofte het uit de hoogte naar om-
Jaag, dat de aarde beefde, en het scheen
alsof de aaaongevoegde gebergtewereld in
haar diepste grondvesten was geschokt ge
worden.
Een groote lawine was neergestort.
De dochter dier elementaire revolutie bad
met korten vers toringajubel hare met puin-
bezaaide zege-baan doorloopen, daarna
werd allee geheimmkvol stik
Om den professor been, die een bevige
pijn aan bet achterhoofd voelde, was het
duister gewordendichte sneeuwmassa's,
met ateenpuin, sparrenappels en dennentak
ken doorzaaid, sloten hem in, bij was
versperd, levend begraven!
De iets overhangende rotswand bad de
sneeuwmassa van zijn boofd afgeweerd,
overigens echter vermocht hij geen bd te
Hij wilde roepen, maar de stem bleef ate
ken, en immer vaster boorden zich in zijn
lichaam de scherpe punten d-er ijskegels.
„De jachtopziener bad gelijk", mompel
de hij in halve vertwijfeling, „ik ben verlo
ren als men mij niet komt helpen.
Maar wie vermoedt hier een hulpbehoe
vend ingesloten memsch?
Wellicht brengt de post, die voor hare
sleden baan moet maken, mij redding.
Heden is bet Goede Vrijdag, de dag van
lijden en smarthij past zoo juist bij mij
nen toestand''.
De minuten werden tot eeuwigheden, en
in dezen kwel'lcnden toestand, deed niets
voorzien, dat het sneeuwgraf zich spoedig
boven hem openen zou.
De dood van bevriezen of van verstik
ken stond den ongelukkige voor oogen
zijn oor boorde duidelijk bet ruischen van
den vloed en het nederploffen van meerde
re sneeuwmassa's, maar geen mensd
Het gansche lichaam, dat
koortsachtige trillingen geschokt weid,
voelde een zware drukking, die allen)
een &oo<rt pijnlijk gevoel overging.
Het hoofd brandde hem zijn poli
onstuimig, tot de levend begraven©
bewustzijn verloor.
Hoe lang die toestand bad geduurd,
de man niet, toen bij ontwaaktehij i
eerst er op peinzen, in welken toesta!
was, en toen hem nu de geheele aff
lijkheid zijner positie voor oogen trad
hij zich de lippen ten bloede, de ha
woelde hij zoekend in den konden bk
mantel, en in wanhopige vertwijl
stiet bij de verzuchting uit: „Almad
God, ontferm U mijner
Had hij werkelijk God, Wiens bestaa
gisteren nog trotsch ontkende, om hulpi
geroepen?
Had hij zich tot den Almachtige
wend. Dien de door hem verdedigde
tenschap door natuurkrachten -gelooM
kunnen vervangen
Ja, «ai meer dan dit,de prol
bad, zooaJa hij in zijn jeugd gebeden
„Het was op Goeden Vrijdag, t-oen A
^prijselijks ramp intrad", murmelde hu-
het voer mij ook een Paschen geven!
Maar hoor, was dat niet 't gelui!
ver verwijderde kerkklokken, -die wel
den Paa-schmorgen verkondigden? Juin
de menschen riet reeds bij hunne
alleluja, en hij, de rampzalige, zat
in het donkere grat een orooi des d
die reod6 zijn begeerige knokkel w"1
den naar hem uitstrekte.
En nog andere tonen trilden aan
oor, dat angstig 'luisterdehet waren
schenstemmen en mensobeneobreden.;
was bet geruisch van schoppen en ho«
Jen, welke een baan door den sneen*
braken.
En na enkele, angstvolle uren w«
plotseling licht en helder om hem he
eneeuwmantel zonk, en a'erwonderd
ken de arbeiders een mensoh uit de
ibige massa, die slechts verward en
gebroken geluiden zijn dank stamde^
Men legde hem op een baar en
hem naar Andeirmiutt aan den voet vaa
Gothard, waar de professor na, een,
Jcwikkenden slaap het volle bewusiri11
der erlangde.
„Heden is het Pasohen", zeide hi]
ohend „voor mij een dubbele Pasdb®
bon opgestaan uit het sneeuwgraf
graf van twijfel en ongeloof
„God ik dank UAlleluja 1"