A. WAALS - Haarlemmerstraat 114 oen ander het geluk zr.lt vinden, dat hij u niet schenken kan on verzoekt n liem in zijn gebe den to hordenken. nis iemand, dio aan de over zijde van den Oceaan begraven is." Rosa had deze tijding, dio haar geluksdroom verijdelde, bleek, met opeengeklemde lippen aan gehoord. zonder een traan to storten. Bij de laatste noorden was zij onder het slaken van eon luiden kreet als levenloos inééngezonken. Wekenlang zweefde zij tusschen leven en dood. Haar verstand 6cheen beneveld, toon zij als uit den doodsslaap ontwaakte. Nimmer kwam zij den onverwaebten slag te boven. Als haar moeder trachtte to peilen wat er in haar hart omging en haar aandacht vestigde op de jongelieden die haar met oplettendheden overlaadden, gaf zij steeds ten antwoord: „Ik heb mijn woord aan Jean Tromeur gegeven; zoolang hij tot de levende behoort, zal ik op hem wachten." Veertig, vijf-en-veer tig jaren zijn sedert dien noodlottigen stond verloopen en nimmer heeft Rosa Martin iets van Jean Tromeur gehoord. In een brief waaruit diepe rooedolooslwid sprak, nam hij afscheid van zijn ouders, hun meldend dat hij zicb bij een groep goudzoekers aange- doten had. Na dit bericht hadden ook zij nooit eenige tijding van hem ontvangen. Oud geworden en tot armoede vervallen, koestert Rosa nog immer do hoop hom terug te zien. Zeg haar niet dat zij hoopt tegen allo waar schijnlijkheid in. W3nt aan6tond6 voegt zij u toe: .Hij leeft nog; de westenwind brengt mij op zijn adem zijn groeten over." Nu begrijpt gij ook waarom het hart dor oude opspringt van vreugdo als do westenwind de golven het strand doet benken. Vooral als Pasclon in aantocht is en de stormwinden van Maart en April do ba ren geeselen. verlaat de anno oudo het strand niet. Zij dwaalt van links naar rechts, van rechts naar links, met welbehagen luisterend aaar de stem van don geweldige. Daar had dien middag de koorknaap haar dan ook gevonden, 'be door der» pstoor gezonden was om haar mede te doelen, dat deze haar onverwijld wenschte te spreken. Wat zon mijnheer pastoor haar mede to deel en bobben? ,-Ga zitten Rosa", zei do grijze priester, „rost maar even uit." Daarna nam hij een pakje van de taiel dat ra een zakdoek geknoopt was. „Ik heb Paascheieren voor u", ging hij voort, ..zooals men er weinig ziet." De priester heeft den zakdoek ontknoopt en logt het pakje in het voorschoot der oude die zich de speelbal harer verbeelding waant. De zakdoek is een verkleurde, grof katoenen lap, toch het pakje bevat een twintigtal afgeronde «toenon, naar zij moent, die zeer zwaar schijnen. De oudo staart den priester verbaasd aan. ,Dat zijn Paascheieren van zuiver goud," zei hij, „doch raad eens wie zo u aanbiedt." Op dit cogcnblik treedt een man de sacristie binnen. Hij is als heer gekleed. Een grijze baard omlijst zijn verweerd gelaat. Zonder hem in 't aangezicht gezien te hebben, roep de oude uit, torwijl zij van haar stoel opspringt: „Jean Tromeur? Gij zijt Jean Tromeur, niet waar?" De vreomdeling' schudde ontkennend het hoofd. „Negen en dertig jaren geleden het was in Aljaska etelde Joan Tromeur mij op zija •torfbod deze goudklompen voor u ter hand. Ik ral u ophelderen, waarom ik mij nu eerst van mijn opdracht kwijt" Maar het was te laat. Rosa viel in haar stoel terug. Haar hoofd zakto op haar borst. Do oudo «touw was don slaap ingegaan waaruit men niet weder ontwaaktde tijding van Jean Tro- meur'a dood had ook haar levenedraad afgesne* den. J. M. Verrezen! Het was kort voor het hoogfeest van Pasobm, dat een. Duitsch geleerde, een krachtige breed geschouderde man met (blonden ringbaard, na eene vermoeiende wandeling door het Hooggebergte in het aipenhotel van zeker dorp in Zwitser land zijn intrek nam. De hooggelegen kerk van het dorp, wier •lanke toren tusschen de rotsspleten zich verheft is het mijlenver zichtbare merk- teeken van het wild romantische reuzen- daL De Duiteche professor, die de natuurwe tenschap als zija bijzonder veld bearbeid de, was geen nieuweling in de alpenwereld reeds meermalen had hij in den zomer zijn voe/ op de gletachere en ijsbanen der al pen gezet, maar thans wilde hij de ver schrikkelijke majesteit der gcbergtewereld in haar ontwakende lente leeren kennen, wanneer het water wild bruisend van de hoogte neerstort, en zijne schuimende dan sen opvoert. Na korte raat trad de vreemde tourist op het terras des hotels, en voor hem, diep onder zijne voeten, en hoog boven hem, breidde zic-h een wondervol, onbeschrijfelijk •choon panorama, uit. Het was, ale ware de natuur verstijfd, als stokte haar polsslag, want de steile rotsgevaarten, dio snel in den afgrond storten en in duizelende hoogte opbrui sen, droegen een glinsterend ijs pants er en ieder blok, iedere spits, iedere vooruit springende kant droeg een glinsterend «n eeu w-h ermel ijn. In enge rotsspleten, waar de steenmas sa's uit eikander gescheurd waren, rolde zich, donderend en brullend, de smaragd groene, met schuim gekroonde Tteuss, van rots tot rots vallend, door den met ijs fran je-s versierden afgrond naar het Vierwald- etatter-meer toe. Ten westen verhief zioh de donkere co lossus de Gothard, en ten oosten rees de geweldige pyramido van den Bristenstocke op. Uit alle rotsspleten hingen ijskegels als zilverdraden en uit de steenkolken, waarin meer of minder groote lawinen met denderend geraas en gekraak neer kwamen, stegen uitspattende sneeuwwol ken op. Diep in het dal hijgde op de schitteren de rails langs den oever van den koken den Reuss een spoortrein over zijn ijzeren baan, en een wijle later etc eg hij hoog bo ven het dorp met b-talen voorhoofd voorbij, de donkere kaken van den Gotkardüunnel binnen. 0r»Z8 zeer groote oensefi, als ook onze enorme sorteering in MANTELS, COSTUMES, JAPONNEN BLOUSES EN ROKKEN stellen ons in staat, tegen werke lijk lage prij'zen te verkoopen BEZICHTIG ONZE ETALAGES, OF BEZOEK ONZE MAGAZIJNEN, EN WIJ ZIJN OVERTUIGD, DAT GU NAAR UW GENOEGEN ZULT SLAGEN Alle veranderingen gratis GEKLEURDE PAASCHEIEREN. Het is zoo'n aardig oud gebruik om op het Paascbfeest Paascheieren te eten en liefst nog gekleurde. Gekleurde Paascheieren op tafel staan zóó Icnte-achtig, hooren zoo echt bij het zonnige en vreugdevolle van Paschen, dat ze in geen enkel huishouden moesten ont breken cn vooral niet daar, waar kinderen zijn. Zo zijn immers makkelijk en met weinig onkosten te maken; dikwijls kun nen do kinderen Vzelf doen of er aan mee_ helpen. Fleschjes en pakjes met onschade lijke kleurstof kan men tegenwoordig overal in de winkels krijgen en ook pa piertjes, die men vóór het koken om het ei bevestigt en ze er later afneemt. Ze hebben dan een aardige*kleur en een voorstelling, b.V. 'een bouquet bloemen, op 't ei achtergelaten. Men kan ook de eieren niet waterverf beschilderen of er een leuk gezicht van maken, wat kinderen erg waardeeren. Een „Chinees" geven we een paar schceve oogen, hangende zwarte snorren en baard je en plakken boven op zd kruintje een staart van zwart gevlochten garen. Onze gekleurde eieren kunnen we alle maal 6amen op een groote schaal leggen met een suikeren of chocolade kip in '1 midden. We kunnen ze ook in aparte nest jes over de tafel verdeelen. Een diep bord vullen we met mos en middenin leggen we enkele eieren van dezelfde kleur, zoö- dat we een nestje hebben met roode eieren, met blauwe, met gele. Ze staan snoezig op tafel en kinderen vinden zoo'n gekleurd eitje heel ieta anders en veel lekkerder dan een gewoon. Bijzonder fijn zijn bruine eitjes met zwarte silhouetten. We zetten een panne tje water op met de buitenste bruine vel letjes van uien en koken daar de eieren in. Daarna wrijven we ze met een beetje Heb als d-ronkene oog omvat heb groot- sohe panorama, maar waar is de pe-n, die heb weergeven kan? Plotseling weerklonk in de onmiddellij ke nabijheid van het alpen-hotel een. zilver klinkend klokje, een priester bracht een stervende de laat-ste H. Teerspijze; vele vrouwen volgden biddend den geestelijke, wiens haren zoo wit waren, als de sneeuw der alpen. „Dezo treurige stoet", murmelde de pro fessor bij zioh zeiven, „post zoo juist bij de schrikwekkende natuur en den in alle ge daanten met ongeduld loerenden dood. Al les herinnert hier aan dien kouden zeis man: de onmetelijke ijsvelden, de sneeuw- kruinen, de vreesclijke neerstortingen, de valsche lawinen, en nu ook nog de misdie naar met zijn. doods-Mokje 1 Hoe nietig is de mens-oh tegenover deze hemelreakende reuzen en toch ondervind ik een zalig, prikkelend, huiverend gevoel in deze wildernis, waar een enkele misstap mij in den afgrond slingeren zou want ik be- ebuder de natuur, en zeek haar te be grijpen, haar geheime wezen en leven te vatten. Mijn geesb beheersobt deze gewel dige granietmassa, hij kan over haar heen- vliegen, haar doordingen, haar in hare dee- len ontleden, en heeft niet den mensehe- lijke geest zelfs dit Hooggebergte in ijzeren boeien geslagen, is de ijze ren spoorbaan, die van rots tot rots e>n over den. woelenden Reuss voortsohuift, en die in enkele minuten den mijlenverren Boboot v-an den Gothard doorvliegen kan, niet de hoogste triomf van den mensche- lajken geest?"' „Dat is zeer schoon gezegd", aldus wendde een oud man, wiens kleeding den boschwachter verried, zich tot den geleer de, „maar weet ge, mijnheer, wat ons men- flchcn, die jaar in jaar uit in den winter zoowel als in den gevaarlijkst en lentetijd ons hier in de alpen wereld bewegen, bij al le gevaren, die ons dreigen, sterkte en troost schenkt?'' „Wel, gij zijt met de gevaren groot ge worden, gij trotseert ze stoutmoedig. Gij kent ioderen weg cn steg. iedere rotsspleet en de plaatsen, die onheil verbergen." „Dat is we] juist opgemerkt, mijnheer maar wat ons moed geeft, dat is het be wustzijn. dat allen in de hand des Almacb- -tigen zioh bevinden, zonder Wiens wil geen haar op ons hoofd gekrenkt wordt." De vreemde lac-hte en «treek met de vlce- zige hand over den ringbaar, ten-wijl hij zeide „Dit geloof is zeker schoon en troost rijk. maar de mannen, der wetenschap deden het niet." slaolie, om ze mooi glanzend te maken en plakken er met gluton een silhouetje op. Dit krijgen wc door op vloeipapier een aardig kinderfiguurtje dier of bloemetje, dat we hier en daar in een krant of tijd schrift vinden, over te trekken en heele- maal met inkt zwart te maken. Met zulke bruine eitjes kunnen we een aardige voorjaarsmand maken. Misschien hebben we in huis nog wel een oud of on gebruikt bloemenmandje. Dit vullen we eerst met mos of groen papier en leggen er dan dè bruine eieren in. Met een gelen strik maken we aan het hengsel een bos katjes vast en zoo hebben we een eebt lente-mandje. Kalender der week. 16-23 April ZONDAG HOOGFEEST VAN PASCHEN Mie: Resurrexi. Evang. Marcus XVI 16. De vrouwen bij het Giraf. Credo. Praefafde ven Pasdhen (in b&c potieei- mum die) en Communie-antes gedurende het geHeele octaaf. MAANDAG TWEEDE PAASCHDAG MisIntroduxit. Evang. Loc. XXIV 1635. De Emmaüsgangers. Oredo. DINSDAG DERDE PAASCHDAG Mis: Aqua eapientdae. Evang. Lac. XXIV 8647 Christus verschijnt aan zijn leerlingen, Oredo. WOENSDAG VAN HET OCTAAF Mis: Verrite. 2e gebed voor Paus of Kerk. Evang. Jo I 114. De wonderbare vifichvangst. Oredo. DONDERDAG VAN HET OCTAAF Mis: Vietricem. 2e gebed' voor Paps of Kerk. Evang. Jo XX 1119. Verschijning van Ohri&tue aan Maria Magdalena. VRIJDAG VAN HET OCTAAF Mis: Eduxit; 2e gebed voor Paus of Kerk. Evang. Mt. XXVIII 1620. Zen ding der Apostelen. Oredo. ZATERDAG VAN HET OCTAAF MisEduxit 9e gebed v. d H. Fran- cascus van. Paula. Evang. Jo XX 19. Bezoek van St. Petrus aan het ledige graf. Oredo. BuitenlaRdschG Berichten. De kaizartijke ballingen op Madeira De dood. van Karei, De „Edho de Paris" heeft van dr Machadc do6 Santos, directeur van het militaire hospi- Pf 5 «te 'da |j M, taai te Funehal, oen brief ontvangen, deae do volgoc de ontroereudn bijzon^ over bot afsterven van ex-kekser Karei Ik zond u eenige smartelijke details laatste oogenMikkon van den oogeloi keizer Karei, dien ik op zjj'a sterfbed gestaan. Aangetast door een dubbele loDg©^ heeft de keizor, ofschoon hij Bands adht Botende was en vaak een koorts van mi 40 graden had, slechts d si dag voor zjj de hulp der geneeshecren ingeroepen. Men kaïn ódh aijn deerniswekkend® I stand indenfken. Hij had zelfs niet de ge som golds bot zijn beschikking en wae durend verplicht ju-weeleu van betrekkelj ringe waard© te verkoopen Een edelmoedig bewoner van Madeira, het oógenblik in Zwitserland verblijft, h» jj een goed gemeubileerde villa op 4 K M. t stad aangeboden met een prachtig part, waar men een heerlijk uitzicht op zee lij) andere persoon had auto en chauffeur t schikking van den Keizer gesteld. Z.M allee aangenomen, wetende, dat het hem volheid des harten word aangeboden De bewoners van Madeira kenden ali; droeve k>t van den vervallen verklaard® verein. Zij hadden den oprechtst en voor hem Allen groetten hor en hij anh de met een melancholisch glimlachje. In doze kommernis, mot zeven kindi afwachting van het achtste dat in Mi wereld eal komen, wilde de keizer zijn don niet vermeerderen door do hulp ti geneesheer in te roepon. Terneergeslagt deprkneerd en zonder hoop, dacht -hij aan God, aan zijn volk en aan zijn huisp De keizer wist, dat hij ging sterven gedachten waren dan ook geheel gerk I zijn geruïneerd volk, dat hij (hart liefhad, op zijn kinderen en op zijn vtouw, do bewondorengwaard-igf te aller wen, wier offervaardigheid slechts dooi onbeperkt vertrouwen in G jd ovwti wordt. Vlak voor zrija dood sprak de keizeïj f zijn kind, dat binnenkort geboren zal m I De keizerin heeft hem geen oogenhlik rende ziijn ziekte verlaten. En toen het 6 ven oogenblik gekomen was, zeide zij h gebeden der stervenden voor. welke de «net een volk om en onderwerping herhaalde. Eenige oogenb'ükken voor zijn dood keizer mot heldere stem: „Ik offer mijn voor mijn goed volk. Mijn Heer en mij? ik leg mijn lot in Uw handen, evenals dt miïn vrouw en kinderen." Dan stierf hij. Zoo wa6 het eindo ti velbannen keizer De toestand der koizerijj familie. Te Woenen is uit Pundhal hot volgend gram van den Weenschfln genetsheer dr, over den toestand dor keizerlijke ontvangen Funohal, April 3 Hare Majesteit is gezond. Brie kindon gen met een kahto catlh- jr te bed De is helaas vochtig en zeer moeilijk te v« men. Een gezonde woning ie aleolunt no« lijk, doch do middelen daartoe ontbreken. De Portugeesche bevolking gedraagt voorbeeldig. De uitstekende geneesheere Lei te Montero, dr Mino Porten dr. Mi Santos hebben met buitengewone zeik ring gewerkt w. g. Dr. DEI ,j Ontploffing. Iki de nabijheid van Charleston i is door onbekende ooreaak 20,000 poml in de lucht gevlogen, terwijl men bezig gTanatsu te demon teeren. Drie werklied® gedood, een aantal gekwetst en groote is aangericht. „Zoo, zoo gelooft ge dan, mijnheer, dat hier de alpen zich van zelf hebben ge vormd, en dat de ganeche verhevene ge- bexgtewereld zich toevallig heeft opge heimen, dde meit zonderlingen idoëen van el hennen, die met zonderlinge ideën van el ders Iiier kwam en in de rotsen.wildernis of op de ijsvelden verdwaalde, en die dan in zijn groeten nood weder bidden leerde. De Zwitser ban menig etubje daarvan ver halen." De professor lachte weder en antwoordde „Laten wij deze kwestie marten. Gelooft gij echter, dat ik den weg te voet over Ge schenen door de Schollen en naar Amder- matt wagen ban?" De oude bosch wachter zette groote oogen op. „Moet gij dien weg dan nemen vraagde hij. „Neen, het is liefhebberij van mijik wil het enge dal, dat reeds in den zomer zoo prachtig is, in zijn winters ch ijsbleed bennen". „Gij begeeft u in groot gevaar, mijn heer, want de weg is te Schellenen wegens den val deir lawinen zeer uitgezet, vooral echter daar, waar de gletschera smelten." ,.Het gevaar ie het juist, dat mij prik kelt wanneer ik slechts de mogelijkheid heb, er door te komen, dan zal ik voor sneeuwstormen niet terugschrikken". „Dan behoede u God!" verzuchtte de oude man. Op den volgenden morgen ving de pro fessor de wandeling aan en na eern korten marscdi bereikte hij hot wild romantischs éón uur lange enge dal der Schoülenen, dat in talrijke kronkelingen bergop leidt en van beide kanten door hooge graniet rot- Ben ingesloten isin de diepte bruist de woelende Reuss. In deze huiveringwekkende eenzaamheid was niets te hoorden, dam het bruioen van den vloed, die in uitbundige vropl ijkhcid zijn met steenblokken bezette bedding door huppelde, en het storten en glijden van kleine sneeuwwolken in de hoogte, welke de scherpe zuidwestenwind deed: verstuiven Hier cn daar hing het als een sluier over de rots waaiden, plotseling in wolkge vaarte over de rots-kruinen heen®tuivond> als de druipende golvenschuim over de klip pen des oevers, en daarna volgde een don derende en tegelijk juichende val over een steen gak rij naar omlaag in de rot-senkolk en den 1 oogopspringenden Reuss. „PraeRig!" riep de professor, „welk een onvergelijkelijk, hoopverwekkend natuur tafereel de hoogten bevrijden zich van hunne lasten, gelijk mijne ziel, welke de diagelijksche inspanning van zich heeft af geschud I" stond hij in een dichten en eeuw nevel, die zich uit miliioemetn puntjes te zame-ii pakte; zijn oog schemerde, toen de wind dcai nevel scheurde tegen den rots wand, uit welks spleten schitterende zil verdraden met vroolijk geplas- nederdam- eteu. Reeds hadi de vreemdeling de gevaar- iqkete, door de lawinen het meest uitge zette en met een lange beschuittingsgalerij voorziene plaats des ravijna, achter zich, reeds naderde hij de hmveringwekkende „Teufelshrücke", waar de Reusa in het grooteohe rotsen-landschap van een aan- rienlijke hoogte neerstort, toen opeens een geweldige rukwind, die ook het water hoog deed opspatten, terzijde van den eenzamen wankelaar een rotsblok neerslingerde. Een vreeeelijk donderen cn karaken door trilde de verduisterde lucht, en in het volgende oogerublik suisde en bruiste, rom melde en plofte het uit de hoogte naar om- Jaag, dat de aarde beefde, en het scheen alsof de aaaongevoegde gebergtewereld in haar diepste grondvesten was geschokt ge worden. Een groote lawine was neergestort. De dochter dier elementaire revolutie bad met korten vers toringajubel hare met puin- bezaaide zege-baan doorloopen, daarna werd allee geheimmkvol stik Om den professor been, die een bevige pijn aan bet achterhoofd voelde, was het duister gewordendichte sneeuwmassa's, met ateenpuin, sparrenappels en dennentak ken doorzaaid, sloten hem in, bij was versperd, levend begraven! De iets overhangende rotswand bad de sneeuwmassa van zijn boofd afgeweerd, overigens echter vermocht hij geen bd te Hij wilde roepen, maar de stem bleef ate ken, en immer vaster boorden zich in zijn lichaam de scherpe punten d-er ijskegels. „De jachtopziener bad gelijk", mompel de hij in halve vertwijfeling, „ik ben verlo ren als men mij niet komt helpen. Maar wie vermoedt hier een hulpbehoe vend ingesloten memsch? Wellicht brengt de post, die voor hare sleden baan moet maken, mij redding. Heden is bet Goede Vrijdag, de dag van lijden en smarthij past zoo juist bij mij nen toestand''. De minuten werden tot eeuwigheden, en in dezen kwel'lcnden toestand, deed niets voorzien, dat het sneeuwgraf zich spoedig boven hem openen zou. De dood van bevriezen of van verstik ken stond den ongelukkige voor oogen zijn oor boorde duidelijk bet ruischen van den vloed en het nederploffen van meerde re sneeuwmassa's, maar geen mensd Het gansche lichaam, dat koortsachtige trillingen geschokt weid, voelde een zware drukking, die allen) een &oo<rt pijnlijk gevoel overging. Het hoofd brandde hem zijn poli onstuimig, tot de levend begraven© bewustzijn verloor. Hoe lang die toestand bad geduurd, de man niet, toen bij ontwaaktehij i eerst er op peinzen, in welken toesta! was, en toen hem nu de geheele aff lijkheid zijner positie voor oogen trad hij zich de lippen ten bloede, de ha woelde hij zoekend in den konden bk mantel, en in wanhopige vertwijl stiet bij de verzuchting uit: „Almad God, ontferm U mijner Had hij werkelijk God, Wiens bestaa gisteren nog trotsch ontkende, om hulpi geroepen? Had hij zich tot den Almachtige wend. Dien de door hem verdedigde tenschap door natuurkrachten -gelooM kunnen vervangen Ja, «ai meer dan dit,de prol bad, zooaJa hij in zijn jeugd gebeden „Het was op Goeden Vrijdag, t-oen A ^prijselijks ramp intrad", murmelde hu- het voer mij ook een Paschen geven! Maar hoor, was dat niet 't gelui! ver verwijderde kerkklokken, -die wel den Paa-schmorgen verkondigden? Juin de menschen riet reeds bij hunne alleluja, en hij, de rampzalige, zat in het donkere grat een orooi des d die reod6 zijn begeerige knokkel w"1 den naar hem uitstrekte. En nog andere tonen trilden aan oor, dat angstig 'luisterdehet waren schenstemmen en mensobeneobreden.; was bet geruisch van schoppen en ho« Jen, welke een baan door den sneen* braken. En na enkele, angstvolle uren w« plotseling licht en helder om hem he eneeuwmantel zonk, en a'erwonderd ken de arbeiders een mensoh uit de ibige massa, die slechts verward en gebroken geluiden zijn dank stamde^ Men legde hem op een baar en hem naar Andeirmiutt aan den voet vaa Gothard, waar de professor na, een, Jcwikkenden slaap het volle bewusiri11 der erlangde. „Heden is het Pasohen", zeide hi] ohend „voor mij een dubbele Pasdb® bon opgestaan uit het sneeuwgraf graf van twijfel en ongeloof „God ik dank UAlleluja 1"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1922 | | pagina 8