Ingezonden stukken.
De Officier Van Justitie acföUe liet ten laste
gelegde bewezen en requireerde 100 boete
•ubs. 1(30 dagen hechtenis.
Te verdediger, Mr. J. Beliiifam'e, bad met
■verwondering dit requisitoir aangeboord, daar
dit absoluut niet "slaat op -de dagvaarding.
De president merkt op. dat deze Officier
plotseling in moest vallen en dus niet met de
juiste zaak ten volle op de boog»o is.
Mr. Beünfamte neemt acte van deze verklaring
daar de eisch van doi Officier van Justitie
meer skat op smaadschrift dan op eenvoudige
belediging.
Deze hooge eisch zal (lan ook wel niet ge
handhaafd kannen worden.
Komende tot do zaai., wijst spreker er op.
dat deze zaak de algemeene belangstelling in
Den Haag beeft getrokken temeer waar bier een
journalistiek belang op bet spel staat. Vandaar
de groóte belangstelling van de pers bij deze
«aak.
Pleiter zal zijn verdediging gronden op twee
fundamenten.
Op de allereerste plaats, dat de geïncrimi
neerde woorden niets beleedigends inhouden en
ten Uveede, dat- beklaagde allerminst de be
doeling bad den beer Wesseling te beleedigen.
Komende tot zijn eerste stelling, wijst spreker
er op. dat men geen enkelen zin uit een heel
artikel mag rukken om dan dien zin, die een
geheel ander karakter krijgt, als een beleedi-
giog op te- vatten.
Men moet die woorden, dit uit de dagvaar
ding geknipt zijn, lezen in hun verband.
Nu zegt de heer Wesseling, dat ..De Residen
tiebode" hem belcedigd beeft, maar bet is de
beer W. geweest, die in ..Het Volk" ..De Re
sidentiebode" fel beeft aangevallen. Hij noem
de daar ..Do Residentiebode" een Asmodee, een
scheidblad enz., uitdrukkingen, die veel belee-
digender zijn dan de lieer Bruijsten in zijn blad
och reef.
De heer W. noemde de persmanieren* van
,.De Residentiebode" befaamd, bij noemde de
campagne van ,.De Residentiebode" dom en
laf.
Hij schreef zelfs, dat er een persoonlijke
vcrok als achtergrond in deze zaak aanwezig
was.
Mocht nu de lieer Bruijsten niet schrijven,
dat eon dergelijke taal gelijk staat aan die der
vischwijven?
Er stond niet, dat de heer Wesseling een
visehwijf was. maar dat hij woorden gebruikte
«ls een visebwijf.
Ook schreef de heer Bruijsten. dat de heer
W den lezers van ..Het Volk" zand in de
oogen strooide, maar dit Ï6 een uitdrukking,
die in de politiek van den tegenstander dage
lijks gebruikt wordt en niemand ziet daarin
iele bJeedigend.
De derde geincrimineerdo zinsnede luidt,
dat het gedrag van W. de spuigaten uilliep,
zelfs zoover dat schoolkinderen onder elkaar
erover praatten.
Hiermede is niels anders gezegd, dan dat
bel gedrag van W. zóó de spuigaten uitliep,
dat zelfs de kinderen erover praatten. Meer
staal er letterlijk niet in en wie niet don zin
«Heen leest, mar in verhand met bet goh ook
artikel, zal moeten erkennen, dat er niets be
leedigends in zit.
Hel is heel goed mogelijk, dat d'e lieer W. zich
heleedigd gevoelde, maar dit is een kweslio,
■waar de rechtbank niets mee te maken beeft.
De tweede stelling van sprekers betoog is
echter van veel grootere befeekenis, ook uit een
journalistiek oogpunt.
Bok!, bevestigt uitdrukkelijk dat hij niet be
leedigen wilde. Bell. bad tot plicht om als
hoofdredacteur van een Katholiek blad om aHos
te doen wat zou kunnen leiden tot een zuive
ring van de politieke beginselen.
De „Residentiebode" bad tot plicht te wa
ken voor de ongereptheid der Katholieke begin
eelen, ook tegenover een eigen partijgenoot, die
deze beginselen door zijn gedrag in opspraak
bracht.
Gebeurde dit niet, dan zou de volksmond
gaan zeggen, de Katholieke partij verkondigt
wel mooie beginselen maar de voorgangers ne
men met die beginselen een loopje.
De journalist moet tot taak hebben in deze
te kunnen optreden en bet zou een zeer ge
vaarlijk pTaecedent zijn. indien de rechtbank
een dergelijke journalistiek strafbaar stelde.
Spreker wijst bier op een soortgelijk geval,
van Mr. Marcbant. tegen wie rechtsingang werd
verleend, omdat hij in een proces een getuige
bcleedigd bad.
Niemand minder dan de president der Teclif-
bank Mr 3u Mosch heeft loon uitdrukkelijk
voor de advocaten en schrijvers het recht op
gevorderd om in het ai gemeen belang te zeggen
of te schrijven wat noodig was.
Dit is nu ook hier het geval.
Duizenden in Den llaag, niet alleen Katho
lieken, maar ook andersdenkenden hebben zich
geërgerd aan de publieke gedragingen van
den lieer W. dit is een feit dat niemand kan
ontkennen.
Mocht de heer Br. daar nu niet op wijzen?
Moebt bij niet in eigen kving, in bet alge
meen belang, waarschuwen tegen bot gedrag
van. den beer W. En dit Iron hij niet anders
doen, dan door feilen te noemen, die natuurlijk
voor den heer W. belecdigoid w?/ren.
Wat heeft de hoor W. nu met deze klacht
beoogd?
Is het zoo aangenaam voor den lieer W„ dat
de zaak nu nog eens weer wordt opgerakeld?
De uitspraak van de commissie-Aengenenl
hield duidelijk in, dat de lioer Br. gelijk bad.
Deze commissie heeft uitdrukkelijk uitge-
spKiken, dat de heer W. in zijn publiek leven
zich onvoorzichtig gedragen heeft, ofschoon der
commissie niet gebleken is, dat hij noodzake
lijk als publiek vertegenwoordiger moet heen
gaan. Dit laatste is êen kwestie van apprecia
tie.
De heer Br. meent, dat iemand, die zich on
voorzichtig gedragen heeft, moet beengaan, de
Commissie niet. Een rehabilitatie is dus van
dit proces voor bom niet te verwachten.
De bedoeling van den heer W. kan alleen
zijn. mn wanneer de rechtbank fcokl. Br. ver
oordeelt een civiele actie van eenige duizen
den in te stellen, om op die wijze den heer Br.
het zwijgen op te leggen.
Spreker hoopt daarom dat de rechtbank
voor de journalistieke vrijheid zal waken en
geen veröordeeleud vonnis zal vellen.
De uitspraak werd hierna bepaald op Don
derdag 19 Januari a.s.
Faillissementen.
Faillissementen.
Uitgesproken:
D. Krook, te Katw ijk aan Zee, cur.mr.
F. K. de Haan.
(Builen verantwoordelijkheid der Red.)
Alphen. aan den Rijn, 10 Januari 1922.
Mijnbeer de Redacteur,
Vergun mij s.v.pl. een klein plaatsje in Uw
gecerd blad, naar aanleiding van het volgende:
Op pag. 2 van het 2e blad Uwer editie van he
denavond komt voor onder 't kopje ..Leger en
Vloot" een overname uit do „Avondpost" een
blad, dat op hel voormeld gebied, nogal erg
tijdig, meestal, is ingelicht, waarin wordt ge
sproken over bet doen inleveren van wapenen.
Op de allereerste plaats werpt bol bericht
een flinke aanmerking op de legerad ministra-
tie bij de korpsen, die blijkbaar op dit toch
wèl ernstig punt niet in orde is.
Maar in plaats van zich dan toch stil te hou
den en bedoelden vraag om inlevering te stel
len zoodra de man ouder de wapenen is aan
gekomen. werkt men de fraude met de wapens
prachtig in de hand èo door te vertellen, dat
de administratie niet in orde is, èn door de
bekendmaking, dat, als men onder de wapenen
komt voor herhalingsoefeningen, zal worden ge
vraagd: Heb je wapen6 in je bezit? Hierdoor
werkt men om duidelijk te zijn in de hand. dat
een kwaadwillige antwoordt: „Neen", hoewel
hij ze wèl heeft.
Zou men niet wat voorzichtiger kunnen wor
den met publicaliën aan het Departement van
Oorlog?
Met dank voot de plaatsruimte,
Hoogachtend,
BERN. KXAAPEN.
Land- en Tuinbouw.
De Economische Vooruitzichten van den
Land- en Tuinbouw.
Twee en een ha-lf jaar geleden werd
door den Minister van Landbouw een
Commissie benoemd, om na te gaan den in
bond van de wijzigingen in bot coïiomïsehe
leven, en in welke richting, in verband
daarmee, de landbouw zich zal moeten be
wegen. Deze commissie beeft bet lsle ge
deelte van baai rapport het licht doen
zien: het is een blik op het verleden en 't
lieden. Is het 2e deel even belangrijk als
hot 1ste, dan zal het geheel een belangrijk
stuk werk zijn. Een terugblik kan veel te
leeren geven, 't Kan daarom zijn nut heb
ben, stil te staan bij den land- en tuin
bouw in het tijdperk, dat aan den wereld
oorlog vooraf ging. Zij ving aan om
streeks 1877 en duurde voort tot dicht bij
het eind der vorige eeuw. Weet Europa
werd overstroomd met graan onze zuivel
producten waren door knoeierij van de
Engelscke markt verdrongen voor ons vee
wrden de buitenlandsche grenzen geslo
ten. Kortom, onze boeren werden als het.
ware met hun producten op hun eigen erf
opgesloten. Daarbij kwamen als oorzaken
van vervalde achterlijkheid van den
boerenstand en onvoldoende Staatszorg.
Een Staatscommissie werd, als nu, inge
steld. Dit was in 18S6. Zij gaf een 12-tal
adviezen, die beoogden vermeerdering van
kennis, ontwikkeling en ondernemings
geest der boeren, liet tegengaan van
knoeierijen en daardoor bescherming en
herwinning van den goeden naam onzer
producten in het buitenland, onderwijs en
voorlichting op landbouwkundig gebied, be
vordering van de landbouworganisatie,
verbetering van de fokkerij van paarden,
rund- en kleinvee, en verbetering van het
la-ndbouwcrcdiet. Regeering en boeren
werkten samen. Met bewonderenswaardige
snelheid werd de reuzentaak volbracht.
Het bloeitijdperk dat volgde, vloeide voort
uit innerlijke kracht, al is liet- waar, dat
na 1S95 de conjunctuur zich in gunstigen
zin wijzigde.
De hoofdzaak was herwinning van ver
loren afzetgebied. Een gelukkige omstan
digheid deed zich voor, n.l. deze: dat de
industrie eerst in Engeland en daarna in
België en vooral ook in Duitschland een
geweldige vlucht had genomen. Ons land
nam door de steeds toenemende koop
kracht van die industrieele bevolking een
bevoorrechte positie in met betrekking tot
die producten, welke spoedig aan bederf
onderhevig zijn. Onze bedrijven gingen
zich inrichten naar de behoeften dier .in
dustriegebieden. In tegenstelling van de ja
ren vóór 1SS0. toen in hoofdzaak graan
werd verbouwd voor eigen binnenlandseh
verbruik, ging onze akkerbouw zich toe
leggen op de productie van artikelen, die
als zoodanig of na omzetting in fabriek of
dierlijk lichaam voor uitvoer geschikt zijn.
In de tweede plaats waren de producten,
door land- en tuinbouw hier voortgebracht
zoodanige, die in meerdere of mindere
mate tot dc weeldeartikelen gerekend kun
nen worden, althans voor d'e voeding niet
in de eerste plaats noodzakelijk geacht be
hoeven tc worden. In enkele woorden
saam,gevat, kunnen we feggen wij konden
onsafzetgebied herwinnen, omdat er al
gemeene. welvaart heërschte. en in de gren
zende gè-hieden bij den kleinen midden
stand en bij de arbeidsbevolking de koop
kracht 9tcrk r as toegenomen. Toch zou
den de resultaten niet verkregen zijn, in
dien onze landbouw niet was ongeheven
uit zijn achterlijken toestand. Indien man
niet het voornaamste ter harte had geno
menVermeerdering van kennis, ontwik
keling en ondernemingsgeest der boeren.
Er lag voor de eerste riikslandbonwlecra-
ren een breed arbeidsveld open. in zeer
vele gevallen werd de wetenschap nog
met onverschilligheid en argwaan begroet.
Een vruchtbaar terrein werd al spoedig ge
vonden in het ijveren voor Coöperatie. De
weg tusschcn den groothandel en den
producent, werd bekort. Lanes coöperatie
ven neg werd ook liet bredietwezén, gere
geld. Door samenwerking in verkoopver-
ecnigingen leerde men voldoende zorg be
steden aan de ten verkoop aangeboden
producten de kwaliteit der pro du eten ging
vooruit, daardoor steeg het vertrouwen
daarin en werd betrekkelijk spoedig onze
naam hersteld. De landbouwers werden be
kend met het gebruik en do voordeden
van den kunstmest. Deze maakte de vroe
ger noodzakelijke verhouding lussehen dc
oppervlakte van het akkerland en de-
grootte van den veestapel losser, het be
drijf werd allengs geschoeid op een nieuwe
leest. Verbeterde grondbewerking, verbe
tering van 'den waterstand, en niet het
minst verbetering van het zaad en poot-
gped, werden als middelen tot opvoering
dor productie aangewend. De moderne
landbouwwerktuigen stelden in staat den
grond beter te bewerken de veehouders
gingen over tot verbetering der stallen en
rationeele voedermethoden. Stamboeken
Werden gereorganiseerd, slierhouderijen,
fok? en eontrolevereenigingen werden op
gericht. Het opkomend geslacht werd toe
gerust met theoretische kennis. De drang
naar ontwikkeling werd overal grootcr, en
daarmee steeg de ondernemingsgeest, zich
uitende ook in ontginning. Deze periode
van gestadige ontwikkeling werd helaas
in 1914 gestoord door den wereldoorlog.
Trotsky als Jood verdoemd.
Op aanklacht van ai ja ouden, half blinden
vader heeft do Joodsehe kerk Leon Bronstein,
alias Trotsky, als een vijand van God en de
tiienschen, mat de zeven Joodsehe vloeken ver
doemd en hem vervallen verklaard van de Jood
sc-he gomeprscha.p. Naar -de Berlijnsche corres
pondent van de Daily Express mededeelt heeft
deze typische Joodsehe plechtigheid plaats
gehad in dc kleine synagoge van Jekaterinoslaf
Na den gewonen Sabbalhdienst, toen dc kerk
gangers op het punt stonden, de kerk te verla
ten. sprak de rabbi:
Een Joodsehe broeder wenscht een Jood te
beschuldigen. Daarop stond achter in de kerk
oen oude half Winde man op. die steunende
op zijn zoons naar de ark strompelde.
Dit was Mozes Bronstein, de vader van den
Ru^ischen dictator.
In de lange zwarte kaftan van den Oosfcér-
sc-hen Jood, op het hoofd een klein zwart kapje
en in do handen dc gebed en riöm was bij tel
toonbeeld van waardige droefenis.
Voor de ark buigend zeide Mozes Bronsteiai
met bevende slem: Ik beschuldig Leon Bron
stein, een lid van onze gemeenschap.
Waarin bestaat deze beschuldiging? vraagt
de rabbi.
IT ij heeft het geloof zijner vaderen afgezwo
ren. Hij heeft zich een vijand van het Jodendom
betoond. Hij is de vloek der menschheid ge
worden.
En de bewijzen? vraagt de rabbi, waarop
Mozes Bronstein:
Teder lid onzer gemeenschap is e.-n getuige,
iedere Rus. de heele wereld.
Alle aanwezigen getuigen gezamenlijk.
Zoodra de stilte hersteld ie. verklaart de
rabbi het bewijs geleverd.
Wat moet ik doen? vraagt hij op dramati-
schen toon.
Ik wenseh, dat Leon Bronslein uit de ge
meenschap der Joden wordt verbannen. Jk
wónscli dat hij vervloekt en verdoemd worde,
met den vloek, welke sedert de schepping der
wereld alleen is gesproken tegen de vijanden
van God den vloek van, welken geen vergif
fen^ is, noch op deze aarde, noch in de hel,
noch im den hemel.
Als een profeet uit het Oude Testament slaat
Leon Bronstein daar met opgeheven armen,
het gelaat ten hemel gewend, vragende dat
erger dan de dood zijn zoon zal treffen.
Dc gemeente staat op en met opschoven ar
men roept ieder: Hij worde uitgebannen. Hij
worde vervloekt. Hij worde verdoemd.
Een priester legt de hand aan dc heilige
hoorn.
ITij blaast naar de vier windstreken en roept
telkens: Hoort Israël, hoort. Dit is de naam
van uw vijand. Leon Bronstein heeft liet geloof
zijner va demi afgezworen. Loon Bronstein
heeft zich een vijaftd van de Joden betoond.
Loon Bronstein is de vloek der cueuschlieid
geworden
Daarop worden plechtig de zeven vloeken
voorgelezen. Een Voor een blaast de rabbi
de zeven kandelaars uil eu er hcerseht een half
duister.
Loon Bronstein is uitgeworpen en vervloekt
Maar gij. Mozes Bronstein. vraagt een hooger
straf.
De wet van God dwingt mij u Ie vragen, of
gij will, dal hij in alle eeuwigheid vervloekt
zal zijn.
Doodsche stille heersëbt in de kerk, De rabbi
wacht on het antwoord van den vader.
Mozes Bronstein is op de knieën gezonken
en bidt. Op de knieën liggend roept hijN en
zijn stem klinkt als die van een gemartelde: Hij
zal vervloekt zijn tol in alle eeuwigheid.
Een angstkreet klinkt te midden der drei-
Eene ui-ui.
Hot volgende als berin nering aan een poli
tieke vergadering uit de dagen der schoolwet:
Opgewonden voorstander: „En, meueeren,
ik sta niet alleen! Aan mijne zijde slaan drie
Hoogloeraren, mannen, wier namen genoemd
mogen worden: Bruin, Spuis cn Fruyt.... ik
verspreek mij, ik bedoel Fruis,, Bruit en Spuin
ik ik meen
Welwillend hoorder: „Fru'n, Buys en Srruyt."
Redenaar: „Ja. juist, -zooals meneer zegt:
Fruiu, Buis en Spuit!" (Hilariteit. Daverend
applaus. Spreker af!).
(o)
Liefdadigheid.
(Vlaamsche m o p.)
Jef kwam met een traan in zijn oog op bet
bureel.
Wat scheelt er Jef'? vroeg men.
Ah, zegt Jef, 'k heb gisterenavond iels
geweigerd aan een arme vrouw en 'k heb er
heel den nacht niet kunnen van slapen.
Zoo, zei mom hem, dat doel u eer aan.
En wie was. die arme vrcuw?
llijn wijf, zei Jef. „Vad."
Een juist advies.
Een juffrouw had zonder er op te letten
plaats genomen in een ooupé-rooken. Zij zag
hoe een man naast haar bedachtzaam zijn pijp
ging stoppen en ze zeide: „Rookcn maakt me
altijd ziek."
De man »lak net op, en na eenigo rustige
halen, merkte hij laconiek op: „Nou juffie, -dan
zou ik 't ook nooit meer doen als ik u was."
(O)
Getroefd.
Iemand, dio een eenvoudigen ouden man
aan hol plagen was over wonderen; als dat
van Balcams «zei, dio tot zijn berijder sprak,
zei tenslotte: „Hoe ia 't mogeiijit voor een ezel
1 wn als een mensch te pralenr"
O" antwoordde de goloovige, „ik zie beo
gende stilte. Hol ïs de oude moeder van Trotsky
die niet langer verdraagt. Zij valt in zwijm.
De kandelaars worden weder ontstoken, de
moeder komt weder tot zichzelf en langzaam
stroomt do synagoge leeg.
Maar voor hen en voor n-Lle .Todon op do we-
reM bestaat gee-u Leon Bronstein meer.
De dictator van Rusland beeft opgehouden
Jood le zijn.
Gemengde Berichten.
Brand.
Te PeLzermade bij Groningen is de
groote boerderij van den heer P. En
gels tot den grond afgebrand-, meldt bel „N. v.
d. D." De boer was met een stallantaarn in do
schuur over een klomp hooi gestrompeld,
waardoor de lantaarn viel en hel hooi vlam
valte. Hij trapte dit vuur uit, waarna hij Daal
huis ging. Een kwartier daarna kwam ecu kind
dal in de schuur geweest was, schreeuwende
in huis: „Vader in de schuur is een groote
vlam!" Do schuur was één vuurzee, die alles
verteerde. Van de 4 paarden en 20 kooien,
kwamen 7 runderen om. Een der koeien, wild'
geworden, rende de kamer binnen, waar de
boerin bezig was de geldswaar-dige papieren te
verzamelen. Het dier dat alles kort cn klein
sloeg, noodzaakte de vrouw met achterlating
van het geld. te vluchten. AM es is verbrand.
De boerderij, die midden op het land stond,
was met motorspuitcn niet te bereiken. Huis
en inboedel zijn verzekerd.
Te Korcngarst, gemeente Noordbroek, is
gisterenavond de kapitale boerderij van J.
winter afgebrand. Eenige varkens verbrandden
mee.
Te Leeuwarden heeft
Dinsdagmiddag aan de steenhouwerij van de
firma. L. J. van der Meulen, aau de Giaohtswal
een droevig ongeval plaats gevonden.
Bij het overladen van zware marmeren pla
ten van een laslaulo naar het fabrieksterrein,
is de bok, waarop eenige platen gélaclen waren
gekanteld, met het ongelukkig gevolg dat twee
werklieden tusschcn een tegen den muur staand
stuk marmer en de vallende platen gekneld
geraakten.
De een. de 40-jarige A. H. Ruedïsuli van
Breda geboortig, eerst kort geleden gehuwd,
was terstond dood; de andere, de 36-jarige S.
van der Kamp, overleed onge\cer een uur la
ter; laatstgenoemde laat een vrouw met drie
jonge kinderen na.
De deelneming in dit droevige bedrijfsonge
val is groot.
Te Ilpendam is Maandag-
naoht in eenige perccelen o. a. bij den dokter
en.den pastoor ingebroken.
Bij eerstgenoemde is een motor jas met een
portefeuille, inhoudende 30.ontvreemd,
alsmede een spaarpot.
Bij den chef van liet Gem. El. Bedrijf werd
een rijwiel meegenomen. In andere perccelen,
vermoedelijk ook in bet Raadhuis, zijn pogin
gen tot inbraak gedaan, zooals aan vernieldo
sloten bleek. Een - onderzoek naar de daders
heeft nog niets opgeleverd.
Burgerlijke Stand.
HAARLEMMERMEER.
Geb.: Neeltje d. v.' P. Onkonhouten A. M. Kost
Boudewijn z. van B. J. Pop en R. Bonda
Saapke d. v-- T Weseelins en T. A. Riienhof
Jacobus z. van M. A. de Loos cn A. Kassing
Hcndrikue z. van F v»i Alphen en L. C. van
Wanruoy Lcvenlooze z. van T. van der Luit
en L. C. Gortzak Hcndrilos TLeodorua z.
van G. Uiterniark en TL Braak.
0 v e r 1 e (1 e A. Guitcneau 72 j. C. Pijlman
83 j. wedr. J. Koopniaus 4 mnd.
LISSE.
Geboren: Henrieus N. z. v. C. II. Wegman en M.
J. Kramer Jacoba Hondrika d. van J. J. Li?-
verse en W van Egmond Seldenina Maria d.
van J. Polle en J. M. C. Stabel - G -- •»-Ja
coba d. van J. van Ruiten en C. J. Binst
Theodora Langina d. van J. Kofs cn A. Trouwen
Neeltje Catlièrina d. van W. F. Braam en
J. Mei je rs
Gehuwd: A. Scbrama en G. O. do Kuiper
A. Taas en Th. A v. d. Voort
Overleden: M C. Sebalt 2 j.
lemaal niet in, waarom het voor een ezel niet
«ven gemakkelijk zou wezen, om als een
mensch te spreken, als voor den mensch om
als een ezel te spreken.
(o)
Een militair curiosum.
In de infauleriekazerne te Deventer zijn al
geruimen tijd geen manschappen onderge
bracht. schrijft hct „Dev. Dgtol." Wel zijn er
nog uitwonende officieren en kader, cn wat
gewichtiger is, er is een reglement voor den
inwendigen dienst, in staal om zoolang voor
schriften tc geven, als er nog één militair zich
binnen de kazernepoort vertoon».
!t Is zóó: 's Avonds n»'"1» rKe.in? van
de week appèl houden iroodl voor
het appèl aan, omdat er niemand is. Maar toch
moet de sergeant klokke 10 in de kazerne zijn
voor dit door hel reglement V. D. I. D. voor
geschreven appèl. Hij bromt dan, ongestraft
iets voor zich heen.
Toch moet hij nog wel een béétje oppassen,
want even na tienen olapt martiaal de luite
nant van de weck aan, die eontrolceron moet,
of de sergeant van de week wel appèl heeft
gehouden. Het reglement V. D. I. D. schrijft
dat gestreng voor, en dc luitenant weet wat
dat bctoekent. Hij laat den sergeant inrukken
en constateert, dat in dc leego kazerne me4
den besten wil geen appèl is te houden en dat
de sergeant zijn plicht heeft gedaan.
Dan komt nog de kapitein van de week, om
den luitenant tc conlr-olceren, of deze---- etc.
En den anderen morgen rappor toert deze
kapitein op het bureau van 'den majoor, dai
op bot avondappèl alles alwéér in erde was.
De bataljons-commandant betuigt daarover
zijn tevredenheid. Hij weet dat 'liet zóó moot,
en dat, met een volle of leege kazerne, het
reglement V. D. I. D. gehandhaafd moet wor-
Van alles wat.
Uitgestorven type.
Onder het kopje „Amsterdamsche dingen"
vertelt het „Hibld.":
„Kwajongens, mehejer?" zei ouwe Dirk, ter
wijl lpj zijn flesschen spoelde, „kwajongens,
die benne d'r nie' meer. Wat je nou vindt, dat
benne kleine diefies, inklimmers, lajelichicrs,
i kwartjesvinders en zuk soort; maar kwajon
gens, die had je vroeger, nou nie' meer.
Zoo'n kwajongen, dio kon je 'n kool stove, hij
kon je bliksems nijdig maken, en schaai toe
brengen ook. Maar de streek, de mop, daar
was 't 'm om te doen, de 6chaai die kwam d'r
bij zonder dat-ie 't wou.
„Heb u doove Jansen, de kruienier uitte
Utrocbsehe straat nog gekend? Nee, natuur
lijk niet; u bent 'n vijftiger, schat ik. Ik ben
misschien wei vijf en twintig jaar ouwer. Nou,
f dat was 'n tiep! Zoo doovig was-ie nou niet,
maar hij liet de menschen altijd, as-ie in z'n
kamer achter z'n koppie koffie zat, verbazend
lang wachten.
„Op 'n keer komt Manus, de jongen van den
kruier uit de Utrechsche dwarsstraat de
lachende brievenhus noemden ze 'n 'm, orndal-
ie zoon wije mond had en aJLijd lachte om
'n pond suiker of zoo ies z'n winkel binnen.
Follekl roept-ie, maar jawel, Jansen denkt:
eerst m'n koffie. Nou had destijds iedere kruie-
mier nog zoo'n rol louw boven z'n toonbank
f". hangen, waar dan altijd 'n end van na bemejo
hing.' Terwijl Manus z'n eigen zoo staat te
's. 'ver^'ricn, komt er 'n hond den winkel insnuf-
felon, en plotseling krijgt de lachende brieven-
bus 'n Idee. Hij lokt 't beesie na 'm toe en bindt
*m het end touw an z'n staart. Toe jaagt-ie
Fikkje de straat op, en smeert 'm den winkel
uit, wachtend op dc dingen dio kommen zeilen,
f - Op dat moment komt Jansen z'n kamer uit en
«iet niks anders dan 'n touw dat weglooptl In
plaats dat do stommerd nou eerst dat touw
afsnijdt, maar nee, lvij na buiten om le zien
wie 'm dat levert. De hond, door bet gekke
gevoel an z'n staart en door het lawaai en ge
schreeuw, dat Jansen aohler 'm maakt, zet de
spat. Maar 'n paar huizen verder, daar stopt-le
meteen met 'n igil. .Het end van het touw zat
vastgebonden. Jansen geeft 'ra 'n schop onder
z'n derjerie en Fikkie echiet los. Maar voor
Jansen z'n deur stond het zwart van de men
schen. En op z'n. toonbank daar was het 'n
vroolijke boel. Alle boosc-happc». die klaar ston
den, waren door het touw na dc vloer ge
zeuld; 'n flesch azijn was an sdherrevën, 'n
pot 6troop lag an 't leegloopen, 't was me
'n kerremis! An de overkant stond, de lachen
de brievenbus en. nooit was-ie zoover ope ge
gaan!
„Gut nee, mehejer, dat tiep kwajongens is
uïfgestorreven. Maar 1 scheen dat ze altijd
winkeliers moslen hebben. Dichtbij den Nieu-
wendijk, daar had jc 'n ilcercn winkel. Daar
stonden altijd van die angeklcedc poppon ach
ter 't glae, eerst 'n heel klein jochie, dan een
'n beetje groeier en zoo tot de achterste toe,
dat 'n reus was. Onder het raam was 'n roos
ter, zoo'n ventilasie-gaalje zal ik maar ereis
zeggen, en nou wisten die deksolsche kwajon
gens uit de buurt altijd met 'n stokkie door dc
gaatjes van dat roostor to kommen. Dan sloot
ten ze het mooi angckloede jochie tegen z'n
becncn, en zoo gauw as die dat gckrieuwel an
z'n verlakte kuiten voelde, liet-ie z'n eigen
achterovervallen, waardoor dan vanzelf z'n
achterbuurman ook omduikelde, en dan ging
het heele zestal, net as domenec-siecnen die
wc as kinderen op 'n rijtje zetten en óók om
Heten duikelen op z'n rug. U weet piet. wat 'n
idioot gezicht as dat was. mehejer, as je daar
dat geselschap, met hun scholleviscboogen te-
?en de zoldering, achterover zog loggen.
„Maar zooas :k zei, mehejer, dat liep is
irilgcelorrevel"
(O)
Bij den Notaris.
Boertje: Meneer. iV -?
ten maakt?
Notaris: Zeker wol vriend.
Boertje: Nou, dan mot u mijn ouwe en
nieuwe Testament er is opknappen, en als u
bet netjes doet, dan zal ik u rikkeinedeeren an
mc zwager, die heit ook nog zoo'n ouwe bijbel.
Co)
Liever opdokken!
Jansen, Rectors en Dingemans waren alle
drie in den wijngaard des Hoeren verzeild, en
zwierden naar huis. Ze waren overeengekomen
dat, wie niet deed wat zijn vrouw hem zei, a.te
hij thuis kwam. zou tracteeren met den man
zijn 100 oesters en Rijnwijn.
Jansen, toen hij thuis kwam, trapte op de
kat. die vveeeolijk jankte.
,,'k Zou het arme beest liever dood trappen?"
riep z'n vrouw.
„Verdekken, dacht Jansen, een kat is tóch
geen souper met oesters waard".
En bij trapte de kat dood.
Peelers, toon hij thuis kwam. viel tegen de
piano.
„Stamp liever de piano kapot" snauwde zijn
wederhelft.
En Peeters deed het.
Toen Dingomane te buis kwam, struikelde
hij op den trap.
„Val er af en breek dc beencn!" riep zijn
vrouw van uit baar bed.
„Dat zicde van hier", zei Dieigemans. „Ik
betaal liever het soupéken".
(o)
Oorzaak cn gevolg.
„Let nu eens op", zei de meester, „de be
volking van China is zoo groet, dat telkens
twee Ghmrczen sterven, zoo dükwijls als wij
diep ademhalen".
Even na school zag hij een kleinen jongen
met een heel rood gezicht, die diep stond
adem to halen.
„Wat ben jij aan het doen. Whmpie?" vroeg
de meester verbaasd.
..Tk hen OUineezen aan "t dood r»-D.<vn" z<:.
ÏVimpie. ..Tk mag >.e riet «u
maak ik er zooveel d..--l, a