J? IfiittG Clfflt" Tweede Blad, BINNENLAND. Uit de Omgeving. Dinsdag 26 Juli 8021. Uit de Pers. REVOLUTIONAIRE WOELINGEN. Onder dit opschrift schrijft De Maas bode Al moor blijkt, dat de roerende vertoogen yoor de vrijheid van gewet o n, waarop we de laatste weken wederom zijn onthaald, in den grond der zaak niets anders zijn dan pogingen om dn ons go ode vaderland den revolutionnairen geeöt weer wat aan te wakkeren cn met de oproervaan te zwaaien. Het gerei toch, dat rondom den honger- tunetenaar-antd-militairiot is ontstaan en jiunstmatig wordt onderhouden, staat wel iheel ver af van den angst-kroot der godvree- irendo ziel, die zioh gedwongen ziet tegen do inspraak van het geweten te 'handden. Het zijn dan ook in hoofdzaak -lieden, voor wie do Icuan „geweten" een ijdele klank is, die in naam der „gewetensvrijheid" trach ten het land op stelten te zetten. Men schrikt daarbij blijkbaar voor niets ÖBTttg. Want naijverig op de lauweren wel ke zich de boeren De Ligt en Do Jong reeds Verwierven, die als martelaren voor do „hei- llige zaak" zioh in booien lieten slaan, heb ben thans een 200-tal geestverwanten een dusgenoerod „Opruilngs-manifcst" de we reld ingezonden, waarin zij, de revolutio naire taal, die ex-deminee de Ligt achter riot en grendel braoht, tot de hunno ma- ifcend, dc regoering openlijk schijnen te wil ton uitdagen om ook aan hen 'gelijk recht te doen. Men treft onder de onderteekenaars be- ïalvo een zwerm onbekende grootheden de- ttelfde namen aan van voortrekkers in de anarchistische beweging, wolke doorgaans onder do uitgaven op „anti-militairistisch" gebied paradeeren. Dit pamflet intusschen is meor dan ©en in opgewonden taal geschreven propaganda der „aaiti-geweW'-menschen; 'het is een publieke uittarting van het overheidsgezag een brutaal bravooren van de wet, een ep- inien om op te ruien. Wij zijn benieuwd, welke houding do re geering tegenover dit revolutionnair gedoe zal aannemenaan haar prestige lijkt, zij ons verplicht, den haar op zoo drieste wijze toegeworpen -handschoen niet te laten lig gen. De reügieuseii en het onderwijs in Nederland. De heer A. Tincen|t (de bekende Broeder Cyprianus) te Maastricht heeft in Katho liek Nederland, het orgaan van het Cen traal Bureau voor de Katholieke Sociale Actie, artikelen geschreven over „De re- hgieusen en het onderwijs in Nederland", waaraan wij het volgende ontleênen: De Omwenteling (van 17951 had den doodsteek gegeA'en aan de oude school, die na een haast ongewijzigd bestaan van' an-v öerhalf a twee eeuwen met de oude repu bliek roemloos bezweek. Na allerlei pogingen in 1799, 1801, 1803, kregen we eindelijk in 1806 de officieele godsdiensMooze school. We zeiden 't reeds: de katholieken voel- jJeö dat als een opluchting. Eén der zeven Aartspriesters hier te lande, de Aarts priester van Friesland, B. de Haan gaf Jiiting daaraan. Maar ook slechts éen» der keven. En dan nog, niet om \t geen de Wet van 1800 schiep», maar om 't. geen ze ver* hietigde. Intusschen: wettelijk leek alles voor de katholieken een groole vooruitgang, maar feitelijk was er na. 1795 weinig veranderd. Vooral uit 'de benoemingen der Schoolop zieners bleek reeds spoedig; -dat onz» eerste schoolwet reeds in de periode der reactie was tol stand gebracht. Van de §5 W&ren er 32 ju-3lc-ela.nl. avjuv- rider 22 pn— clikaulen ci" ri'-chis 3 ka'lho': -ken. Lricr zag men 7-Us is* - dal getal 2 te ver minderen. Zoo kwam feitelijk i openhaar tmdcrwij- wederom -n handen der pre'. lantscüe geestelijkheid, waardoor 't exa men voor katholiek» candidaals-onderv ij- zeï's vrijwel hopeloos werd. Van de 12 ka tholieke candidate a. die zich in die dagen presenteerden, werden er 11 afgewezen, en '1 lieve onderwijsblad „Concordia" (sic!) \ermcldde dien uitslag onder hel op schrift: Zijn do woorden ltoomseh en dom nog synoniem? Men bodenke wol, dal op het examen voor dc* ..Algemeen»» toelating" als onder wijzer ook een. „gemeenzaam onderhoud" plaats had, waarbij de predikant-school opziener naar de godsdienstige gezindheid moest informeeren. Slaagde een katholiek dan tóch, dan be sliste een „vergelijkend examen" over een benoeming. Werd dan een vraag gedaan over het nut der- gezegende hervorming, clan lei een katholiek oandidaat 't natuur lijk glansrijk at bij de dithyrambe, door zijn prolestantschen mededinger geest driftig ten beste gegeven! „Gij hebt geen geschikte mannen!" heet te hel. als de katholieken klaagden. Zoo kon hel gebeuren, dat de oude toe stand, waarbij de schoolmeester .tevens koster, voorganger en voorlezer was der 'Hervormde kerkgemeente, eenvoudig op veruit do meeste plaatsen bleef bestaan; tia-t men een onderwijzer niet meer be noemde, maar beriep, dat een beshiit van 4 Februari 1802 de schoolmeester eenvou- Üig bij de kerkelijke bedienden -inlijfde! De te gebruiken boeken waren allen voorgeschreven in de „Boekenlijst". Dia boeken waren alle® van proteslantschen aard. De kinderen konden er uit leeren, dat er 2 Sacramenten waren, het doopsel en het nachtmaal; dat ze Roorasch oolc wel konden spellen" met de letters bijge- loovig en dom, enz. enz. Het Nul had de •hoogste troeven: het. regelde zelfs de prijs uitdeeling op het R.-K. Weeshuis te Haar lem! Zeker, er was vrijheid om bijzondere scholen op te richten, behoudens autori satie der Overheid! Maar die Overheid vond 't gouvernementeel e -onderwijs zeer ideaal. JEn daarom stond alleen om het motief eener aanvrage de weigering nagenoeg bij voorbaat va-at. „Mogen de katholieken niet onderwijzen tenzij door de autoriteiten 'gemachtigd, dan staan zij buiten 't onder wijs", schreef de „Noord—Brabanter" dier Üagen. Groen van Prinsterer noemde de vrijheid „de wijheid van een slaaf!" en Witlox zegt niet te veel, wanneer hij het noodzakelijk verlofvragen voor het bijzon der onderwijs doodelijk noemt. Waarom weid ik vrij breedvoerig uit over dezen tijd in dit zoo kort bestek? Omdat door een schets van de toenma lige school toestanden de hooge zedelijke moed van den stichter en do religieuzea der Congregatie van Zusters en Broeders het best belicht wordt. Want de stich ting der Congregaties van Ursulinen,Fran ciscanen, van de Zusters van Tilburg, van die van 't Heilig Gezelschap, enz. enz., van Broeders van Maastricht, van Tilburg, van Oudenbosch, van Utrecht, van Huibergen, c.a. valt juist in die dagenj! Duizenden re- ligicusen gingen zich aan het onderwijs wijden, en zij stonden vrijwel alleen, om dat de katholieke leekewonderwijzer in 't onderwijs geen bestaan kon vinden. Zeker, ook onder de wetten! van 1857 en 1878 hebben de Congregaties geleden, en 't leed werd mede geleden door onze niet- religieuse collega's. Maar nooit zijn ka tholieke onderwijzers en onderwijzeressen gegaan door zulk een haag van hoon als onze religieuzen vóór de wet van 1857! Nooit is er nadien zulk een' armoede ge leden! .Toen, een Oorbeeld ié SoeïSeh, Mgr. Rullen, de stichter dor Congregatie van dfe 1-readers ie Maastricht, om autorisatiebij den magistraat aldaar aanklopte, weigerde dese. terwijl hij toch over gediplomeerde iH: d- - te ?»<•-•• bikken had. en honder dei; Amdere-u z:»i.d r onderwijs cpgroei- aoEti M«?r. - .11 zelfs onder pelilie- -toezicl:! Toen later de Broeders in Weert onder wijs gaven, eischic men, dat zij hun reli gieuze kleederen zouden afloggem want een kloosterkleed was in strijd mei de wet! De heker.de heer Selireuder, direc teur der Kweekschool te Lier, -drong te Maastricht de bewaarschool der Broeders binnen, om wetsovertredingen te eons'a- teeecn! De armoede der religieuzen was zóó groot, dat ze hun boterham belegden! met dc schijfjes der aardappelen, die wa ren overgebleven van hun middagmaal Ik ga niet verder! Ik zeg alleen: Hoeden af voor die vrouwen en mannen van karak ter, van idealen, van zelfopoffering! Hoe den af voor hen, die 't werk der religieu zen van vóór tic Hervorming weer hebben opgevat; die onder de kommervols te om standigheden hebben geleefd cn geleden; voor hen. die de tegenwoordige zegepraal hebben voorbereid, en die voor dit alles geen. ijdele wereldsche glorie hebben ge zocht! Hun was '1 genoeg, indien hun werk gezien werd door Hem, aan wicn zjj zich als dienaars hadden toegewijdl Mogen wij, religieuzen! van onze dagen, uit hun voorbeeld de kracht putten om met dezelfde geestdrift als zij tc werken, te strijden en te lijden voor de ziel van 'het kind, hun taak, die thans de onze is! De moeder van -Mozes verborg haar jonge kind voor de gevaren, waarmede koning Pharao de jonge Israëlitische kin deren bedreigde. Maar toen ze zelf daar toe geen kans -meer zag, droeg ze de zorg Aan het kind over aan do koningsdochter, die liet met haar machtige bescherming zou omringen. Mogen ook dern oeders van onzen tijd, na eerst haar jonge kinderen onder eigen hoede zorgvuldig te hebben bewaard, hen gerustelijk en met het volste vertrouwen 'aan dat andere koningskind, het katho liek onderwijs in het algemeen, aan de Congregaties in hot bijzonder overdragen, opdat deze op haar beurt de kinderen zullen groot brengen en beschermen tegen de gevaren van het leven! Dat geve God! De wet-De Visser ver gemakkelijkt die taak. EEN BEZADIGD WOORD. „Een van de oude Garde" schrijft in „Het Volk" een vrij nuchter stukje dat komt daar niet eiken dag voor! over de zaak-Groene odaal. Hij zegt, schrijvend over de machthebbers o.a.: „Zij hebben de wet to -eerbiedigen! en daarmede uit. Evenals dc Groenendaals, daar -helpt geen lieve moedertje aan. Of ik Grocnendaal ken? Noen! cn)niets belet mij aan te nemen, dat hij in menig opzicht beter is, dan ik op dien leeftijd was. Maar of hij het verlichte onderwijs fen -cle oordeelkundige, opvoeding hoeft ont vangen die .mij ten deel viel, betwijfel ik zeer. Misschien! ook is hij een afgod je ge weest van vader of moeder of van bei den en plukt hij daar nu de wrange vruch ten van, gezien z'n gewichtigdoenerij. In elk geval is het een jónger* die zich niet door z'n verstand laat leiden, doch uitsluitend door z'n gevoel. Wie echter bedrogen wil uitkomen moet dat invaar doen en wie den strijd tegen hot militairisme wi-1 vertroebelen, moet zich bovenmate voor zulke mannekens inte resseeren en vooral ee® aureool om hun slapen vlechten. Nog eens. ik ken Groenend aal niet. maar eenige van z'n iRëSe-d «eofctwei geraa rs keu ik wel, al bui ede heel wat voorlichters van dat soort kwibussen, die met groote, dikke woorden schermen, doch den zin ce niet van vatten. ïKn reken! cr op. dat vo'en er- van i'A bloedvergieten in staat zijn. maar het mo gaan legen het wollig gezag, vóór de anarchie. Treitert err verzet u tegen al wal over heid is, ziedaar hunne leuze. JEn dc heilige anarchie, zal morgen heerschen over de aard!" Veel van wat hier wordt gezegd, is de overweging waard. DE „HEEREN" WETHOUDERS VAN WORMERVEER. Men schrijft uit Wormervecr aan „De Tijd": In de vergadering van den Gemeente raad op 21 dezer gehouden, kwam aan de orde de bespreking der publicatie Aan het college Aan Burgemeester en Wet houders gericht: „Aan de Burgerij",waar in de Wethouders den Burgemeester ver- Aveten niet met hem samen te werken. Als staaltje wat de „hceren" Wethouders wel onder „samenwerken" verstaan deelde dc Burgemeester het volgende mede: In de vergadering van Burgemeester cn Wethouders van 4 Juli stelde de voor zitter voor, om in dc notulen van 6 Juni welke toen in behandeling kwamen, in te voegen: „De Wethouder Binnendijk voegt den voorzitter de woorden toe „(Godslastering) ploert, leugenaar, schoft, alles Avat je zegt is kletskoek" en in de vergadering van Burgemeester en Wet houders van 10 Juli stelde de A'oorzitter bij. de goedkeuring van de notulen voor, om in die van 4 Juli in te voegen: „De heeren Wethouders voegen den voorzitter toe dc woorden „(Godslastering) schoft, je zit weer te liegen, je kunt stikken met je parlementaire A'ormen en burgerlijke manieren, je bent gek. een idioot, een ploert en een burgerlijke apack." De Burgemeester zcide vervolgens, dat als de hceren Wethouders prijs stellen op samenwerking, zij juist moesten be ginnen om eenigermale de parlementaire vormen en burgerlijke manieren in acht te nemen, dat er nimmer eenige veront schuldiging kon zijn A'oor zulke ernstige misdragingen, dat hij hoopte, dat de fractie waartoe de heeren "iVcthoudcrs behooren, hare partijgcnooten zal kunnen beAvcgen om, in 't belang der gemeente, A-an houding te veranderen, omdat, welke politieke ge voelens men ook moge toegedaan zijn, men zal moeten erkennen, (Lat het inacht- nemen der goede Aormen inliaerent moet zijn aan het vervullen van een openbaar ambt. ALTIJD HETZELFDE LIEDJE. Uit Zaandam wordt aan het „Hbld." ge mold: De Zaanlandsche Waterleiding, indertijd een onderdeel A-an de Maatschappij tot Ex ploitatie van Waterleidingen in Nederland, en nu overgenomen door de Provincie, was een g-oed rendoerend bedrijf met tarieven voor huishoudelijk watergebruik van circa één derde van do nu ontworpen regeling. In Zaandam word door den heer Francken met één of twee bedienden de goheele admi nistratie. gevoerd. Thans zit op datzelfde buroau eon perso neel van 15 man, do prijs van hot water is 'tweemaal zoo duur en in het. eerste halfjaar van zijn bestaan heeft liet Provinciaal Wa terleidingbedrijf een te kort van f 25.000. Leve de ambtenarij. RIJNSBURG. j Gemeenteraad. (Vervolg). 6. Benoeming commissie uit den raad om te verschijnen voor Ged. Staten op Dinsdag 26 Juli a.s. in verband met aansluiting water leiding. I'-?n heer S. SchoiLQveöf fs'fcot rtité duhfdHflJ wat -bedoelde commissie bij G. moot cn fiic-H hieromtrent ticnigo vragen. Do A sorzilttr deelt mede, dat heul c-:t me! pro»:'. hetend is. wt G. S. daag crv,'ri? «tillen vrager.. Vermoedelijk hands v." itUnoodiging terband met dc L-ostaauvlf quest ie maten B. en W. cn don Rued oon tre-nt de aansluiting aaa de wak-rk »ioig va* 27 huizen aan de Broinve rast raai ca IsA alet uil voeren door B. en \V. vaa hot lUndtfbeéfrJC van 1 Juli 1921Veemoodc!ijk zufiua G. ftj trachten een ©c hi kt iag lot stand te brengén. D r. Jonker is tegen tel «enden va® een commissie. De Raad weet uiet wal bel doel is, er zijg; geen concrete vragen gesteld, zoodat nven d* ton.uiissie geen opdtachl 20u kunnen govon^ en deze dus niet uil naam van den gehedeuf Raad zou spreken. Do lieer v. d. G u g t o a zegt dat d«{ kwestie nog eenvoudiger op <e lossen is. n.tj doordal de Voorzitter het Roadsbe--! an. (j Juli 1920 uitvoert. De overige- raaé^.-.k-u sluG ten zich hierbij «aan. De heer S. Sclioae veld acht met deze zaak de eer van den goheolcn Raad go* moeid. 1 Juli 1920 is een besluit genomen^ dat de Voorzitter had behooren uit te voeren* Een beroep op art. 22 der Bouwverordening gaat niet op, omdat dit alleen van toepassing is op nieuw te bouwen huizon. Ook de ver» ordening op de voorziening van drinkwater is niet van toepassing, omdat art. 4 den Raadi •gunt hiervan at te wijken. Ook oen beroep, op art. 70 der gemeentewet gaat niet op, om dat, al is de zienswijze van den Voorzitten! juist, de tijd om het besluit ter vernietiging; voor 4e dragen niet in acht genomen is. De Voorzitter kan niet inzien, zelf» al is zijn zienswijze verkeerd, waarom de Raadi in deze met G. C. niet wil samenwerken, waaw door een oplossing mogelijk is. De heer W. L. v. d. Guiten meent dat de medewerking van den Voorzitter moet ko< men. Ruim een jaar geleden is een besluit ge» nomen en de Voorzitter weigert het uit ta oeren. Door do stijfhoofdigheid Aan dol' Voorzitter, spr. betreurt liet' dit 4e moeten zeg» gen. zijn 200 mcnschen van drinkwater ver» stoken, en hierdoor draagt de Voorzitter itt dezen tijd van typhusgevaar een groole ver* antwoording. Ook den heer J. Schonere! d komll bet niet gewenscht voor, orn volgens de agea» da voor G. S. tc „verschijnen". Dit doet eenig* zins aan een bc*-huldigde denken. De beer S. Schone veld leest ee® advies voor van een deskundige in gemeente» zaken, welke geheel zijn meening deelt, en 00Ü meent dat de Voorzitter tot uitvoering ver-: plicht is. Nadat de Voorzitter van dit ai» vies heeft kennis genomen, moet dese mee» deelcn, dat, gezien de deskundigheid van hen* die bet gaf, dit wel indvuk op hem maakt. Ddl Voorzitter zal daarom den volgenden dag na» dere inlichtingen inwinnen bij G. S. en, indio®' noodig, onmiddellijk tot uitvoering van het be sluit overgaan. De heer S. Schone veld vraagt ofi hc-t den Voorzitter niet mogelijk is, reeds -mt een besluit te nemen. De kwestie is nu reedfl' zoo lang aanhangig en ondertusschcn blijvoii| de anenscb-en verstoken van water. De Voorzitter herbaalt zijn <oe» zegging den anderen dag advies te vragen bii G. S„ doch kan nu geen besluit nemen. De heer S. Schone veld acht diti niet Aoldoendc en zal daarom voorstellen eoal motie van afkeuring 4e zenden naar den Mi nister van Binncnl. Zaken en naar den Gom» raissaris der Koningin, wegens de weigering! van den Voorzitter om een genomen Raada» besluit uit te voeren. Het voorstel van B. en W. tot het zonde® Aan een commissie maar G. S. woïdt met 9—» 1 stem verworpen. Het voorstel van den heer S. S c h o n veld wordt met alg. stemmen aangenomen^ Benoemd wordt een commissie van redaoti®{ bestaande uit -de heeren J. en S. Schonevebfi 7. Intrekking Verordening winkelsluiting esj verordening beperking verlichting winkels. B. cn W. stellen voor deze beide verorde ningen, welke alleen in de mobilisatie jaw® noodig weren, in te trekken. De Melkboer. Mevrouw Jochems is een goed menscli, doch zij heeft een gebrek: ze is vreeselijk oriftig en haar opvliegendheid is erg on aangenaam voor haar dienstmeid Trientje, de eenige, die onbeschut aan die buien van «waad humeur is blootgesteld. De heer aochcms kan ten minste nog in zijn koffie huis een toevlucht gaan zoeken tegen de «tonnen aan zijn echtelijken hemel, maar die arme Trien heeft nu letterlijk niets, :waar zij ,cen goed heenkomen kan vinden. Nu moet van den and-eren kant .gezegd Worden, dat Trien een onhandig schepsel J« en dat mevr. Jochems meestal geen on- €fclijk heeft, wanneer zij haar dienstmeid voor „stommeling" uitscheldt. De bedoeling «>n echter op zachter wijze worden uitgo- örukt, maar dat iigt niet in den opvlie genden aard van gonoemde -dame. Zeker zou mevrouw Jochems allang die domme, onhandige Trien de deur uit „ge bonjourd" hebben, maar er is een on zichtbare doch niettemin sterkere band die meesteres en dienstbode aan elka-a-r hecht. Zoo dom is Trien niet, of ze weet wel dat eil in een anderen dienst geen zak zout «ou opeten on daarom moet zij hoewel di-cwijls met wrok de buien van mevrouw ikalra verdragen. En het echtpaar Jochems ^erkeert in de droevige omstandigheden betere dagen gekend te hebben, moet nu met een schrale beurs zijn stand ophouden en voor het loon dat Trien verdient zou mevrouw Jochems anders geen „groole meid" kunnen houden. Maar de familie Jochems heeft nu een Jantje gekregen om er weer bovenop te «omen, een buiten-kansje. Jochems is gisteren in de wolken van vreugde thuisgekomen. Hij had een ont moeting gehad; zijn anderen vriend Thcu- mssen was hij op straat tegengekomen en !.e ontmoeting kon van groote gevolgen *'ju voor het toekomstig lot van Jochems zijn vrouw. Theuinisseii had" met Jochems school ge- en later als jongniensch, twaalf a rn- achten en dertien ongelukken ^e-haE Lm-. delijk was hij verdwenen en Jochems had nooit meer iets A an hem gehoord, tot gis teren, toen hij hem op straat eensklaps voor zich zag. Theuuissen was al dien tijd in Amerika geweest, had daar fortuin gemaakt en nu had heimwee hem naar hot vaderland te ruggedreven. Hij was schatrijk, had land .noch kraai, maar vond zich zelf nog te jong nu ai op zijn. lauweren te gaan rusten. Daarom zocht hij gelegenheid om geld in de eene of andere zaak te steken en weer eens flink aan den slag tc gaan. nadat hij al een pleizierreis rond de heele wereld had gemaakt, en nu, naar zija meening. lang- genoeg had geluierd. Toen Theunisscn dit alles aan zijn vriend Jochems vertelde, kreeg deze een kolossale gedachte cn stelde zij.11 vriend maar dade lijk voor om dan in zijn zaak tc komen, een zaak die bloeien konwanneer er maar genoeg kapitaal was, doch dit was au juist het eenige wat Jochems ontbrak. Theunissen had er oorea naaar en be loofde dat liij den volgenden middag bij den heer en mevr. Jochems zou komen thee drinken, dan konden zij alles eens in de lengte en breedte bespreken. Mevrouw Jochems was daar opgetogen over. Zij vond het heel mooi van dien. Theunissen, dat hij dien conferentie in haar tegenwoordigheid wilde houden. En nu werd alles op de ontvangst van den koogen gast voorbereid. De mooie kamer was 's morgens flink „gedaan", mevrouw Jochems had nu haar zijden japon aan en mijnheer was 111 zijn Zondagscho costuum. Trien had een nieu we voorschoot gekregen cn zette in den sa lon het thee-servies gereed, terwijl mijn heer en mevrouw in cle huiskamer zaten le wachten, totdat de gast zou aanbellen. Daar klonk een slag. Mevrouw sprong op en vloog naar den salon, waar Trien met onthutst gezicht stond te zien naar ■een groote Araas, die zij zooeven van den schoorsteen ha-d afgestooten en die nu ia stukken op den vloog lag. Stommelingschreeuw,dó mevrouw, wier gezicht hoogrood gekleurd- werd en geheel uit de gelegen heids plooi en viel. stommeling, mijn mooie vaas -gebroken, welke ik van mijnheer op mijn verjaardag heb gekregen. En -dat juist nu. Ik kon 't niet helpen, stamelde Trien. Ja Trien, gij zijfe vreeselijk onhandig, zei Jochems, iets gemoedelijker, omdat hij wel begreep dat met razen die vaas toch niet weer beel kwam. 't Kon het waarlijk niet helpen, mijn heer, zei Trien iets blocker. Och wat, snauwde mevrouw haar toe, gij kunt niets helpen, maar ondertusschen ■breekt gij mijn heele huishouden kort en Hein. Als ik u voor niemendal had, dan had ik u nog te duur. Maar ge zult me die vaas betalen, 25 gulden zal ik er u voor afhouden, iedere maand een riksge liadt gevraagd om Zondag uit te -gaan, maar daar komt niets van. Gij blijft -thuis hoor. Stil! roept Jochems zijn vrouw toe, en zij doet moeite om haar gezicht, weer ia de gelegenheidsplooien te trekken, want.... er wordt gebeld. Daar is hij. zegt Jochems. vrouw, neem gauw die scherven weg, en gij Trien, ga opendoen. Mevrouw, pruttelend, dat zij nu zelf nog den boel van die onhandige meid moot op ruimen, raapt de scherven bijeen, maar Trien blijft staan alsof zij aan -dea grond genageld is. In haar lodder-oogen schit tert iets van wraaklust, die lang gesmeuld heeft en nu eindelijk haar slag kan slaan. Nu, hoort ge niet, zegt Jochems te gen de meid, ga opendoen. Neen, zegt ze -kalm. Wat! Ik doe 't niet. Mevrouw laat van schrik de scherven weer op den grond vallen. Zijl gij gek gewórden? schreeuwt ze. Ik doe 't niet. Er wordt weer -gebeld. Nu. hoort ,ge niet, zegt Jochems opge wonden. "Waar denkt ge aan! -roept mevrouw uit. Wal moet Theunissen daar wel van denken? Hot zou wezen of we geen meid hadden. Maar iemand moet toch open doen. Zeker. Allo, geen dwaasheid, Trien, doe open. Neen. Maar Jochems trekt haar aan haar mouw, hij begrijpt, da-t Trien hen ua in liaar macht heeft en zegt bloemzoet: Komaan Trientje, wat'is dat .nu? Ga toch even opendoen. Da-ar is de mijnheer, dien we wachten. Maar onmiddellijk klinkt het Ik doe 't- niot. Het is een rijke mijnheer, die u zeker wel een fooi zal -geven als hij vanavond heengaat. Dat zal me dan de eerste fooi zijn, die ik hier gekregen heb. 'k Heb zelfs met Nieuwjaar niets gehad. Ge zult morgen, 'n rijksdaalder nieuw jaar hebben, maar doe nu open. Nogmaals klinkt do -bel en het angst zweet- breekt Jochems uit-, maai- Trien ver roert zich niet. Nu? Dat zegt go nu, maar morgen krijg ik toch aiicts. Wilt ge -aanstonds uw riks heb ben? Trien houdt» haar hand open cn Jochems legt er zuchtend een rijksdaalder in. GA nu gauw. Neen. Wat wilt ge dan nog meer? Ik betaal die vaas -niet, Neen, dat heeft mevrouw maar in haar drift gezegd, natuurlijk niet. En Zondag moet ik uitgaan. Zeker, den heelen dag, als ge wilt. Mevrouw Jochems maakt een bewoging van ongeduld, maar mijnheer Jochems her haalt positief den heelen dag. En ik wil niet meer voor stommeling worden uitgescholden. Ooli, dat .meent mevrouw vo;, niet. Ik wil niet meer uiügiL üen wor den. Goed, ik beloof 't u en ik vraag u nog excuus op de-n koop toe, is 'L nu goeli Neen, want gij scheldt me nooit uit^ maar mevrouw. Moet mevrouw excuus \rragen? Ja. Mevrouw Jochems trilt van woedeal® ze naar haar gemoed te werk gegaan was, dan had ze haar man en die „stommeling''' met huil koppen tegen elkaar geslagen eit ze moest op haar zakdoek bijten om ka&£ mond te kunnen houden. Kom vrouw, vraagt .gij Trien nu ex» cuus. Mankeert 't u hior? eiste mevrouw1, Jochems, terwijl zij met haar wijsvinger tegen haar voorhoofd tikte. Ik zou datë vTouwmensch excuus moeten vragen. IJd wou nog liever, dat gij en uw Theunis-se® allebei naar de maan liepen. Doe 't gauw, 't kan niet anders, mor* gen schoppen wij haar de deur uit, voegddl hij er in 't F.ransch aan toe. Dat vooruitzicht maakt mevrouw Jo« clicms in staat door den zuren appel heent le bijten en stotterend zegt ze tegen Trien.fl Ik waag u excuus. Zoo is 't goed. Jochems en zijn vrouw herademen. Doe nu open. Ik ga al. En slof-slof gaat Trie® de kamer uitj Mevrouw verbergt haastig do scherven va® de gebroken vaas in eon kast en daanw zet het echtpaar zich plechtig neer oö? den hoogen gast ie ontvangen. Het gelaat van mevrouw Jochems U van de verkropte woede nog hoogrood ge* .kleurd, maar Jochems maakt bij zich zetf; de opmerking, dat die blos zijn vrout^f lang niet slecht staat. V Dc deur gaat open. Beidon staan op. Jochems gaat naar d®, deur cn een hartelijk welkomstwoord hem .reeds op de lippen, maar hel besterf^ daar. r De meid komt alleen terug. -h Welnu? at aagt hij met angstig bjft Ttfts de melkboer,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1921 | | pagina 3