Tweede Blad.
Donderdag 16 Juni 1921
Gemengde Berichten.
V De a. s. Kamerverkiezingen.
Iedereen is er van overtuigd, dat wij voor
3e -a.s. KamerverHozingen in 1922 met mo-
gem stilzitten. Er moet actie worden ge
voerd.
Vandaar de wenschelijkheid om zoo spoe
dig mogelijk de candidaa-telolling af te
doen.
Als deze achter den rug is, kunnen de
gedachten en strevingen er alleen en uit
sluitend op gesparmem zijn, om stemmen
ite werven voor de Roomsohe lijst-, als zoo
danig om voordeden ite erlamgem voor
de Roomsohe zaak, afgescheiden van alle
pers ooiDtlijikheden
Aan eon spoedige .afdoening der candi-
'aattsellong is n-og een ander voordcel ver
bonden.
Bij do actie hebben de Kiesv. sprekers
moodig welnu de Candida tem zijn daar
voor de aangewezenen; voor hen is het'
leeuwendeel der te voeren aotde. En, als
we wat laag bij den grond mogen afdalen,
voor Kiesvereemgingm met berooide kas,
zal het wel altijd voordeeldg zijn de in den
betrokken kieskring gestelde Candida ten
als spreker te iavitccren ineer dan het
voor reis- en verblijfkosten bemoedigde
easchen deze, natuurlijk, niet!
Dus zoo spoedig mogelijk de candidaat-
stedlimg afdoen. Natuurlijk niet overhaas
tig dat wemsebt mie mand. En dan in
het begin van 1922 volgens een goed in el
kaar gezet plan gearbeid, opdat er geen
enkele stem voor de Katholieke partij ver
loren ga.
Wij hebben alle vertrouwen, dat althans
in onzen Kieskring Leiden de bestuurde-
a»n der centrale er ook zoo over denken
en zij zeker zullen doen, wat in hun ver
mogen is, om de camdidaatstelling tijdig
Is doem afloopen.
ü°t bovenstaande hadden wij gistermid-
ceschreven, toen ons het telegram uit
IV tüaag bereikte over een mogelijke ka-
%Shetserisiö, dus .mogelijke Kamerverkie
zing. 't Is dus mogelijk, dat wij al voor
1922, dit jaar rnóg, verkiezingen hebben,
doch waarschijnlijk achten wij het niet.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Aan de orde is de behandeling van bet
verzoek van den heer Kruyt om verlof tot
het richten van vragen tot de Ministers
van Buiten'landscho Zaken' en van Justitie
betreffende stappen* die de Regeering ge
daan heeft of voornemens is te doen in
zake de afschaffing- van de visa op pas
poorten.
Het verzoek wordt toegestaan. De inter
pellatie heeft op een nader te bepalen dag
plaats.
Regeling van den dienstplicht
Voortgegaan wordt met het wetsontwerp
fcot regeling van den dienstplicht.
Art. 27.
De discussie over dit artikel en de
daarop voorgestelde amendementen wordt
voortgezet.
D© hew De Monté Verloren (AB.)
repliceert en betoogt dat do kosten voor
oor. geen reden zijn om van het. eenheids-
leger af te zien. Hij betreurt het dat de
Minister niet getracht heeft tot samen
werking te komen.
De heer Duymaer van Twist (A.R.)
werpt de verantwoordelijkheid op den Mi
nister. Hij betoogt dat 5 maanden oefening
Voldoende is.
De Minister van Oorlog, de heer Popf
'i&tSHem&SSi var. Uel \<UUj0 acMrw
maanden nog te weinig, laat staan vijf".
De heer Duymaer van Tw i 91 (AJl.)
„De vijf maanden in ons stelsel zijn meer
waard dan de zes in het uwe".
Do heer Wijk (D.W.) repliceert. Hij
protesteert tegen he>t -politiek gescharrel
en hij acht het een schande, dat de Re
geering onze jongens een wissen dood te
gemoet zenden zal.
De heer T roe ls tra (S.D.) logt de
volgende verklaring af:
Ik grijp de gelegenheid tot repliek aan,
om de stem te motiveeren, die voor mijne
fraclie over dit artikel en daarmede over
•het wetsontwerp, zal worden uitgebracht.
Al9 resumé der gehouden debatten con
stateer ik:
dat dit ontwerp een reactie 'beteekent
tegen de vermindering der jaarlijksche
lichting tot 13000 man, onder dien indruk
der hervormingsactie na November 1918
tot stand gekomen;
dat het, mede om die roden, niet is o.p te
ivabten als een stap in de richting van ver
dere vermindering der militaire lasten1;
dat het berust op de gevaarlijke fictie,
idat voor de middelen, die volgens alle par
tijen, van het Nederlandsche volk voor mi-
lliteiro doeleinden kunnen worden ge
vraagd, -een leger is te, vormen, waarmede
met vertrouwen de strijd voor do handha
ving der neutraliteit en der nationale on
afhankelijkheid is te voeren;
dat de overweging, dat de onvoldoend
heid van ons leger zal worden aangevuld
door troepen van buitenlandse he legers,
die met ons een coalitieoorlog zouden voe
ren, berust op de' veronderstelling van een
Imiilitair verbond <met militair-krachtige
staten en consekwtent zal moeten leiden tot
aansluiting bij hpt Pransch-Belgisch mi
litair verbond, een denkbeeld, dat vol
strekt moet worden verworpen, daar hot
in zijn gevolgen onze afhankelijkheid
meer bedreigt dan handhaafL, ons bloot
stelt aan het gevaar van in allerlei impe
rialistische militaire avonturen te worJen
meegesleept en een verdere verzwaring van
militaire lasten in het vooruitzicht stelt,
die alles, wat tot nog toe van hot Neder
landsche volk voor dit doel is gevraagd,
verre zal overtreffen;
dat met name in dit verband het ont
werp onaannemelijk is en de eenige waar
borg tegen verwezenlijking van dit per
spectief te vinden is in een heslist aanstu
ren op ontwapening in den geest van het
besluit van het laatste congres der S.D.
A. P.;
dat de mogelijkheid dat dit ontwerp
door een combinatie van moer militaris-
tisch-gezinde met anti-mil itairistische
groepen zal worden verworpen ons geen
aanleiding geeft, de consequentie uit voor
gaande overwegingen niet te trekken, zelfs
niet, waar ten gevolge cfier verwerping een
langer oefentijd dan het ontwerp wil, tij
delijk mocht worden bestendigd;
dat toch door het Regeoringsontwerp
zelf ls vastgelegd, dat geen langer dienst
tijd dan die van 6 maanden noodig is; ter
wijl meerdere versterking van heit teger
dan die het ontwerp brengt., zelfs op de
basis van een 5-maandscb.en oefentijd is
mogelijk geacht, waarmede bevestiging
van den 84-maandschen oefentijd, die blij
kens deskundige gegevens in de huidige
prac't-ijk trouwens op een oefening van on
geveer 4 maanden neerkomt, als onhoud
baar is gekenschetst.
Hetzij dan ook de regcering al of niet
komt met plannen, die werkelijk als een
stap in de richting van systematische, zij
het ook geleidelijke, ontwapening kunnen
gelden, heeft bet Nederlandsche volk bij
de verkiezingen de gelegenheid, zich om
trent dit vraagstuk uit te opreken.
De soc.-dem. fractie, die slechts dn die
richting een oprechte met de feiten reke
ning houdende politiek mogelijk acht,
wenscht de medeverantwoordelijkheid van
dit ontwerp niet te dragen en zal tegen
artikel 27 stemmen.
De heeren Van Veen (C.-H. en
Oud (V.-D.) repliceenen.
-tae van huren, maar van koopen. Er werd
mij een ingewikkelde begrooting voorge
legd, met fnaade projecten, met verhalen
over zoovéél malle steun vaso, de gemeente,
zóóveel hypotheek van de gemeente, enz.
enz. maar de zaak waar 't op neerkwam,
was ten slotte déze-, dat, waaj 'liier aRee in
de lucht hing, en zelfs de grond nog niet
eons door de gemeente was uitgegeven, ik
„vertrouwen" meest hebben en zelf min
stens ƒ4000 moest dokken als er aan bou
wen moest warden -begonnen. Het was „een
kwestie van vertrouwen" zoocls de archi
tect mij dam ook verzekerde. Van „te
huur" was geen sprake. Voed vertrouwen in
zulk een affaire, waarin men klakkeloos
nog niet bestaande Landhuisjes te huur
of te koop aanbiedt kon men -moeilijk van
mij verwachten, en de lezer begrijpe dus,
dat ik niet toehapte."
En deze passage wijst wel op een- groot
verschil tussohen wete-tfeeorte en uk-voe-
rin-gepractijk
„Door ai die vrtiohtelooze démarches
heem werd ik verblijd met. de mededeeAing
in de couranten, dat er binnemkort een ein
de zon worden ge-maakt, aan het leeg „Te
koop" staan van zoo haüiooze huizon, cm dat
de Huurcommissde binnen korten termijn
die maar steeds „Te -koop" leegstaande
huizen eenvoudig verhuren zou als de eige
naar dat wiet deed.
Edoch, juist sedert déze aanslaande
maatregel publiek word, heb ik nog nooit
zóóveel huizen „Te Koop" riem staan, als
voorheenHet lijkt een bespotting van
den aangekondigde® maatregel I
Toen ik aan den chef van een bekend
woningbureau vroeg, of de huiseigenaren er
niet le el ijk aan toe waren, met dezen maat
regel der HnuTOommissie, wer.d mij glim
lachend geantwoord1 (en later precies een
der in een ander Woningbureau): „O neen,
meneer, in 't geheel niet. Daar weten we
wel wat op. De huis eigenaren zetten, als
't eenmaal zoo ver is en er op aankomt,
eenvoudig een of ander ver familielid of
een -kennis of een daartoe betaald perso
nage in dat huis en zeggen dan dót het
verhuurd is, nadat ze er ook een paar
meubeltjes in hebben gebracht-. En dan
wachten ze k-akn af tot ze de huur krijgen
die ze hebben wüle-n".
Zoodat ook deze hoop voor mij vervlogen
was."
Knoeierijen met Aspirine-Tabletten.
Wij lezen in het „Maandblad t, <L Vervalschin-
gen":
Godnrendo den oorlogstijd werden in DuHsch-
land groot* hoe-veelheden aspirin© in papier
wegens gebrek aan glaswerk verpakt, en daar
na den. oorlog de glazen verpakking weder in
Duitöchland geëischt word, wisten de knoeiers
spoodig ©en voordeelige zaak te bedenken, door
deze in DuilscMand geweigerde en door het lange
liggen slechter en soms schadelijk geworden waar.
ons land binnen te smokkelen, ze in glazen buis
jes te verpakken waarbij de tabletten door
allerlei handen gingen en als de origineele as
pirine-tabletten in den handel te brengen. Dat
de vervalsching hierbij ook een belangrijke rol
6peelt is ten duidelijkste gebleken, en het pu
bliek ontvangt daardoor niet do origineele zui-
voro waar, doch oen slechten na-maak, respectief
velijk een vorvalscht product.
Daarbij wordt gebruik gemaakt van etiketten
en dooejee door gewetenlooze fabrikanten nauw-
kourig nagemaakt, zoodat het publiek in den
waan gébracht word het echte en onveranderdo
Duitse,he artikel te koopen.
In Wester wolde (G r o n.) is
de teejt van varkens zóó groot als nooit te vo-
Ten. Elko week door het groote aanbod echter
lagere noteering. Spek kost er reeds weer 40
cent per pond Kg.).
suon, die zich in onderHceren over het Hof
plein bewoog. Door den politieman onder
vraagd, zeide hij, niet te weten wat er met hem
gebeurd was. hij kon zich nog herinneren, er
gens een haring gekocht te hebben. Men toog
op onderzoek uit met het resultaat, dat spoedig
in een slop de bovenkleeren van het persona
ge gevonden werden. In de pantalon bevonden
zich nog hol gouden horloge en de porfemon-
naie van den nachtelijken avonturier.
Gistermorgen, toen de verliezer zich bij de
poh'tie aan de Groote Pauwen steeg meldde, be
merkte men, dat deze en de nachtelijke /wer
ver één on dezelfde persoon waren. De post
Galerij hoort aan het zooeven genoemde bi/rcaa
waar alle rapporten aanlanden, vandaar het
samentroffen.
Men is nu bezig, in deze zaak licht te ver
schaffen.
Bij het binnenhalen van
het Vrijdag omgeslagen zeiljacht van den com
missaris der Koningin in Friesland, deed rich,
naar aan het „N. v. d. D." gemeld wordt, hel
volgende geval voor:
De stoomponl uit Enkhuizen was, gelijk
medegedeeld is, na de redding der schip
breukelingen het gezonken vaartuig genaderd.
Twee mannen begaven zich toen op -het bijna
geheel onder water liggende jacht, om een
kabel tusschen boide vaartuigen te bevestigen.
Volgens ingekomen rapporten moeten eenigtt
visschers zich (oen op ongeoorloofde wijze vaa
het jacht hebben meester gemaakt. De twee op
het zeiljacht gesprongen pontmaLrozen barlden
zich met moeite op de veerpont in veiligheid
kunnen brengen. De virscherlieden, wien het
om het bergloon to doen was, hebben hei ont
redderde vaartuig met behulp van een sleep
boot, die evenwel geen aandeel zou hebben,
de Enkbuizer haven binnengesleept
De politie heeft in deze zaak een onderzoek
ingesteld. Verscheidene personen zijn reed©
gehoord.
De Eindhovensche lucifers.
fabrieken ontvingen een partij boom en uiÉ
Rusland voor de luciferefabricage. „Het Volk"
verneemt, dat bij de verwerking dezer boomea
de machines beschadigd worden, doordat zij
telkens op kogels stuiten, die in de boom en go-
schoten zijn.
De wateren van de g o ra e e n
te Aalsmeer zoo schrijft mee van daar aaa
hel „N. v. d. D.** waren in vroegere jaren
rijk van baars voorzien, maar sedert enkele ja
ren is die langzamerhand aan het uitsterven*
Wat do oorzaak hiervan is, weet men niet,
doch wanneer de oorzaak niet opgespoord en
bestreden kan worden, zal de baars op den
duur geheel uit onze wateren verdwijnen. Ook
dit voorjaar kon men veel jonge baars dooi
zien drijven. Snoekbaare. hier eenige jaren ge
leden uitgezet, teelde goed voort, doch, ook deze
visschen rijn niet vrij van ziekte gebleven De
baars verschafte vroeger aan enkele visschers
flinke verdiensten.
Gistermorgen te kwart voor
5 is te Rotterdam de post-aut*die rich op
wtg bevond naar het station DeHtsche Pcort
op den Stationsweg in -volle vaart tegen eea
trottoirband gereden, tengevolge waarvan de
auto omsloeg. Een posl-beamble, die naast den
chauffeur zat, geraakte onder de auto. IJlinga
toegesnelde burgers wisten spoedig de auto
overeind te brengen. De postbeambte bleek in
wendig zwaar gekneusd te zijn en. werd met
den postauto, die nog in staat bleek te zijn te
kunnen rijden, naar het ziekenhuis aan de
Goolsingel vervoerd.
Naar de ouder 1 ij ke woning
te Scheveningen is overgebracht het lijk van
'n jongen, ongehuwden varensgezel die op zee
aan boord van een stoomtreiler uit ÏJmyiden,
dood is aangebracht. Hij was bij een ongeluk
aan boord tusschen de machine doodgekneld.
Van alles wat.
f EVEN VASTLEGGEN.
't Is altijd" een troostrijke overweging eens
een blik te slaan in den ouden tijd en dan
daarbij te denken: Jongen, jongen, wat zijn wy
tock vooruit gegaan. Dan wordt men zoo pret
Üff^estemd, men krijgt zoo'n gevoel van meer
derwaardigheid, alsof die vooruitgang van
onszelf heeft afgehangen.
Vóór ons ligt 'n exemplaar van dc „Leydsc
Courant" uit het j-aar 1823. Een treurig
gedrukt geel blaadje papier, één velletje. Twee
kolommen van boven naar beneden, en nog
twee kolommetjes schuin aan de kanten, zoo
als men wel eens brieven beschreven ziet, door
Iemand, die meer wil vortellen, dan er op het
papier kan. Dan moet je den brief, al6 een
zoekplaatje, naar alle kanten draaien om hem
te ontcijferen. En zooals in een keukenmeiden
brief het woord is verouderd, hoor, laat ik
dat er gauw bij zeggen, het slaat niet meer op
orv.e tegenwoordige „hulp in de huishouding 1"
in een oude-keukenmeidenbrief dan, het
voornaamste nieuws, datgene waar het eigen
lijk om gaat, in het postscriptum staat, zoo
staat in die oude mummi-achtige krant van
1823 het voornaamste nieuws in de schuinge-
drukte kolommetjes aan de kant.
Bovenaan staat te lezen, cursief gedrukt
van wege de gewichtigheid, dat ar te Leidon in
het jaar 1822 van 1 Januarij tot 31 Deo. 622
zoons en 583 dochters geboren zijn, waaronder
13 tweelingen en 1 drieling.
Daarover hebben onze grootmoeders en
overgrootmoeders beslist dagenlang gebabbeld,
zij hebben naarstiglijk uitgevischt, waar die
tweelingen en die drioling wel geboren zijn, of
ze goed groeiden, of ze gCen last met de tand
jes hadden en al dergelyko belangrijke zaken
meer. Want dat dit van overgroot belang was,
is buiten twijfel, immers het lot van het nage
slacht heeft er vanaf gehangen.
Wie weet of de een of andere lezer van onze
courant, die nu met veel belangstelling kennis
neemt van de heugelijke geboorte van een drie
ling in den jare 1822, dit bericht ooit zou ge
lezen hebben, als een -van deze 3 eens in de
Ünderstuipjee gebleven was, Wi* weet?
En wat zullen onze overgrootvaders onder
het smakkend trekken aan een lange Goudsche
pijp, bedenkelijk zwaar geredeneerd hebben
over de volgende gebeurtenis, die in den jare
1823 in Januarij is voorgevallen, en die de
geheele rubriek „Nederland" (ons tegenwoor
dige Binnenland) vult. Te Raamsdonk in N.
Br. 't is gelukkig niet de bekende moord
van Raamsdonk heeft z5eh vertoond een
jongmensch. metende één el en twee palmen,
met „blaauwe" oogen, spitsen neus en een
grooten mond. Dit jongmensch nu gaf blijken
van waanzin, en verkeerde, tenminste volgens
zijn uiterlijk, voegt de krant er naief aan toe,
in den staat van behoeftigheid, zijnde hij ge
kleed in een graauwe linnen bro k cn vestje,
zonder overkleed, blootshoofds en barrevoets,
(het was, n-otabone, Januari).
Niemand wist, waar hij thuis hoorde, hijzelf
ook niet, doch hij sprak van zijn broers dié
Chef en Hannes heetten en van zijn zusters die
de welluidende namen van Lauricn en Mie Ca-
tricn droegen.
Behalve deze sensationeel© gebeurtenis in
het Brabantsche dorpje Raamsdonk, was er in
Januarij van den jare 1823 niets in Neder
land voorgevallen, waarover onze voorvade
ren diepzinnig konden philoeopheeren. Wat
zouden ze vreemd gekeken hebben, als zo eens
een aflevering van de Leidscho Courant van
nu, na 100 jaren, in hun handen hadden ge
kregen. De hare® zouden hun te berge gere
zen zijn, de Goudsche pijp hun sidderende
hand ontvallen, de ijzeren bril was met een
vaartje langs hun neus weggcsu'd, grootmoeder
had van schrik drie steken laten vallen en
haar breikous bovendien, en, als het toen ook
al mode was, zou zij zeker flauw gevallen zijn,
en „allen en een iegelijk" hadden „zekerlijk"
gedacht, dat nu de wereldi wel zou vergaan.
Want in die courant stonden drie moorden,
verscheidene menschen overreden, 2 verdron
ken, een hongersnood in China, een schip ver
gaan, opstand in Opper-9Herië, een gevecht
met de polRietroepen in Ierland, massa zelf
moorden in Sovjet-Rusland, de bliksem inge
slagen in vier boerderijen, 17 personen gear
resteerd wegens dronkenschap, een stelletje in
De Minister ahJtatobrcft kórt, óp
enkole opmerkingen. Zoodra de wet in het
Staatsblad staal zal de Regeering oen wot
tot instelling van een Arfalleilo-fonds
voorstellen. Spr. kcunt er legen op, dat do
hoer Troelst-ra van een reactie spreekt.
Na 1918 is er niets gebeurd en pas toen
lmen ging beperken, is beperkt tot wat nu
'wordt voorgesteld.
De heer Duymaer van Tw i 91 (A.R.)
vraagt voor een -persoonlijk feit hot woord
,ïl1. over een opmerking da© de Minister
tot hom gericht heeft.
Het amendement-Wijk wordt verworpen
met 83 tegen 1 stem. Vóór de heer Wijk.
Het amendement-de Monté Verloren
wordt verworpen met 67 tegen 18 stam
men. Voor de A.-R. en de Chr. Hist.
Art. 27 wordt verworpen mot 46 togen
39 stemmen. Voor de R.-K. en die Vrij hends
hand. i
De Minister van Oorlog, vraagt schor
sing der beraadslaging.
Ai dus geschiedt.
Rijksuitkeering aan gemeenten.
Aan de orde zijn het wetsontwerp wijzi
ging van de Rijksiiilkeering aan de ge
meenten krachtens de artikelen 1 Lol en
met 9 bis der wet van 24 Mei 1897.
Hierbij is tevens aan de ord'e:
do motie van orde van de hoeren van
den Tempel en J. ter Laan betreffende
herziening van do financieele verhou-
dfmg tusschen het Rijk en de gemeenten
en het
voorstel van wet van den heer De Geer
c.s. tot hot nemen van maatregelen tegen
te zwaren gemeentelijken belastingdruk.
De algemeen© beschouwingen worden
geopend.
De heer De Kan-ter (VB.) vindt
dit ontwerp nieL voldoende. Het Rijk
hoeft ruim genoeg voor de gemeenten
gedaan. Spr. -bepleit een bijzondere rege
ling voor st-eun voor algemeen» en voor
bijzondere belangen.
De heer Bakker (C.-{L) cdiliseert
het ontwerp dat z.i. niet voldoende voor
het platteland zorgt. Hij behoudt zich
zijn stem alsnog voor.
De he®- Van Beresteyn (V.D.)
acht deze regeling ook niet voldoende. Hij
betreurt het dat do Regeering met zoo'n
onvoldoende regeling komt, die nog slech
ter wordt door de noodregeling. Hij zal er
da; om tegen stemmen.
De vergadering wordt verdaagd tot
lieden één uur. t
Dubbele moord.
Men seint uit Zceuwsch-Glinge dd. gisteren
aan de „Msbd.":
Vanmorgen werden in hun woning met af
gesneden hals gevonden dc voorzitter van de
landarbcidersvereeniging alhier, de 45-jarige
Huigens en zijn ruim 60-jarige vrouw.
Zooals begrijpelijk, verkeert de geheele
streek in de grootste opwinding. Maréchaus
see en politie waren aanstonds Ier plaatse
Omtrent de(n) dader(s) tast men nog in het
duister. Waarschijnlijk heeft men hier met een
roofmoord te doen. Hel echtpaar was kinder
loos.
Ervaringen van een huiszoeker.
In het „Vaderland" schrijft Henri Borel
heel smakelijk over zijn bittere ervaringen
•bij het zoeken naar een huis in Den Haag.
Een staaltje van afzetterij
„Blij werd ik verrast door een adverten
tie waarin werden aangeboden, (te huur of
te koop, Landhuisjes op het- Houtrust-
terrein. Het stond er zoo verleidelijk.
Te huurLandhuisjesTe koop
met een verlokkende omschrijving van al
de daaraan verbonden heerlijkheden. Des
avonds schreef ik er op en 's morgens reeds
kwam er een architect- bij mij, die deze ad
vertentie had geplaatst.
Eu wat -bleek nu? Ik geef het den lezer
-te radendat deze landhuisje® in 't- geheel
■nog niet- bestondenEr wa® ook geen kwes-
braken, ten lijk aangespoeld, een geval van
cholera, een stijger ingestort, het brood ver
hoogd tót 14^ cent hier zou grootmoeder
een gil gegeven hebben, en zóó uil haar flauw
te dadelijk naar den bakker geloopcn zijn
slaking uitgebroken, groote heidebrand, de
boser Carpentier in Amerika, (brrr. als die
vent maar niet hier komt), de kroonprins op
Wieringen enz. enz. En nu, na 100 jaar.
Vader leest de fcran*, hij is juist bezig aan
„Van alles wat" en o 6chande bij is er
overheen in slaap getuktMoeder vraagt:
„Is er nog wat gebeurd, man"?
Vader schrikt op, en zegt: „Neen, vrouw,
niks. Wat staat er tegenwoordig nog in de
krant? D'r gebeurt niks meer."
Wat zijn we toch vooruit gegaan, niet waar.
Wij zijn angstwekkend vooruitgegaan.
(o)
Een strijd in bed.
Hansje: „Moeder, Ernst laat mij heelemaal
geen plaats in bed!"
Moeder: „Wil hij dan meer dan de helft
hebben?"
Hansje: „Neen, dat niet, maaT hij wil zijn
helft net in 't midden hebben."
- (o) -
Gemakkelijk.
Schoenmaker tot zijn twee leerjongens: „Ko
men jullie eens bier naast mij zitten jongens,
ieder aan een kant Want ik heb vandaag geen
tijd om telkens op te staan als ik jullie eens
een muilpeer wil geven."
(O)
Ze snapte het wel.
Dienstbode: „Mevrouw, mag ik nog een haH
uurtje m den tuin gaan wandelen, de nachte
gaal zingt vanavond zoo wondermooi."
Mevrouw: „Ja, ga maar, maar neem voor
den nachtegaal weer geen half pond leven
worst mee."
- (0)
't Kon langzamer.
Patiënt: „Groote genade, f 2.50 voor één
tand uittrekken! U verdient het geld toch maar
gauw."
Tandarts: „Nu, indien U dit wenscht, dan
kan het ook langer duren.
Uit Delfzijl kwam het b e-
richt, dat het lijk van den schipper Jan Sump
die bij de Friesche wadden van boord sloeg, bij
Ameland is aangedreven.
Dinsdagavond kwam bij de
politie aan de Groote Paauwensteeg te Rot
terdam. een persoon aangifte doen, dat hij
zijn portefeuille met f 200 en Belgische papie
ren verloren had. Het grid behoorde zijn pa
troon aan wien hij het heden moest afdragen.
Gisternacht bemerkte een agent van politie,
gestationneerd aan den post Galerij, een per-
Bij een vechtpartij.
De eene vechtersbaas tegen dea andere:
„Au, au, kerel, laat je mijn oor los, ik ben
geea scheurkalonder".
Co)
Een kwestie van hcoge hoeden.
Het monsterachtig hoofddeksel, waarmee on
ze vaderen en ook sommigen onzer nog hun
heftigheid demonstreeren, behoort in 't En
gelsen Lagerhuis volgens oude traditie, die
zorgvuldig wordt bewaard, in sommige geval
len tot de onmisbare meubelen van iemand die
't woord wil voeren.
Wanneer een stemming zal worden gehou
den en iemand wil nog een opmerking van
orde maken, moet hij dat doen zittende en met
zijn hoogen hoed op.
Nu gebeurde het de vorige week dal over
bet tijdstip van een stemming, -nadat deze was
aangekondigd, nog hevig verschil van meening
ontstond. Een zekere kapitein Bertn wilde -nog
iets zeggen doch had zijn hoogen hoed niet bij
de hand. Hij greep toen gauw dien van zijn
parlementairen buurman, doch diens schedel
bleek beter ontwikkeld dan de zijnen, zoodat de
kachelpijp hem over het hoofd zakte. Hij
moest zijn hoofd er we^r uitvisschen en spre
ken terwijl hij den hoed zorgvuldig als een
parapluie boven zijn hoofd hield.
Na een tijd van hevig debat was het de heer
Samuel die ook een duit in 't zakje der wel
sprekendheid wilde gooien, maar ook hij had
geen hoogen hoed en als hij zonder dezen het
•woord nam, zou het hem onmiddellijk worden
ontnomen. Daarom leende hij hem ook eens van
een ander, maar deze was nu eens voor hem
veel te klein, zoodat die huppeido op zijn hoofd.
Dit verwekte zoo algemeen gelach, dat de ge
prikkelde stemming al heel spoedig verdween.
De oude hooge hoeden hebben dus neg goe
den dienst gedaan. „Ctr."
Honderd vijf en tachtig woorden.
Een -Beiersche courant schreef een prijs
vraag uit voor ben, die in den oorlog waren
geweest, voor een vrootijke geschiedenis uit de
loopgraven. De inhoud mocht niet grooler dan
200 woorden zijn.
Gisternacht heeft te Am-
s ter dam in eon perceel in het Sarphatipark
een inbraak plaats gehad. Vermist worden ju-
weelcn, tafelzilver, passagebiljetten en con
tanten, ter gezamenlijke waarde van pl.m.
f 120000. In verband hiermede heeft een re
chercheur een 33-jarigen artist, en een inspec
teur een 31-jarige vrouw aangehouden.
Gisterenmorgen circa zes
uur ontdekte bet personeel van den goederen
trein 's BoschUtrecht ter hoogte der Maas
brug te Hedel een persoon langs de rails lig-
Een voormalige veldgrauwe zond het vol
gende in: „In onze loopgraaf was een zekero
plaats. De balk waarop men moest gaan zitten,
was doorgezaagd. Dit zijn ongeveer vijftien
woorden. De andere 185 woorden sprak d©
soldaat Meyer toen hij weer te voorschijn kwam
nadat hij op den doorgezaagden bolk was gaan
-zitten. Deze woorden kan ik echter schriftelijk
niet mededeelen." „Msb."
- (o)
Beginsel trouw.
Het Handelsblad vertelt als volgt een mop
van de Londensche Opinion na:
Eerste bootsman: „Merakel vreemd dat Mug
gins verdronken is. Altijd was-t-ie as een rot
in het water...."
Tweede bootsman: „Tja, ik denk dat-ie
acht ure gezwomme heb en d'r toen mee uit
schee as zijnde lid van een vakvereeniging."
Sterk uitgedrukt.
De neus van Robert is vermaard' om zijn
Toode kleur, 't Gevolg van onmatig water drin
ken.
Des avonds, als hot goed donker is, wordJt
hij telkens lastig gevallen door lieden, die hem
verzoeken of zij hun sigaar even mogen aan
steken, zijn neus voor een brandende pijp
aanziende.
Gisteren woonde hij ean familiedioer bij.
„Hé ma!" riep plotseling het tienjarig kind
van den huize, „ik wed dat, als men dan neu©
van mijnheer in 't water stak, dat het dam
pchchut! zou sissen.
- (O) -
Verstrooid.
Een student komt 'e morgens van eea vrooljf-
ke partij thuie en wil nog even zijn handea
wasschen. Daartoe neemt hij de lampetkan
en schenkt water inbij vergissing echter
uit het openstaande raam.
Een voorbijganger, die daardoor nat gewor
den is, roept verontwaardigd naar boven:
„Heidaarl Waarom gooi jij daar met water?*
„Wel," antwoordt de ander, „wat doe jij dan
ook in mijn wasohkom."
- (0)