Tweede Blad. Donderdag 16 Juni 1921 Gemengde Berichten. V De a. s. Kamerverkiezingen. Iedereen is er van overtuigd, dat wij voor 3e -a.s. KamerverHozingen in 1922 met mo- gem stilzitten. Er moet actie worden ge voerd. Vandaar de wenschelijkheid om zoo spoe dig mogelijk de candidaa-telolling af te doen. Als deze achter den rug is, kunnen de gedachten en strevingen er alleen en uit sluitend op gesparmem zijn, om stemmen ite werven voor de Roomsohe lijst-, als zoo danig om voordeden ite erlamgem voor de Roomsohe zaak, afgescheiden van alle pers ooiDtlijikheden Aan eon spoedige .afdoening der candi- 'aattsellong is n-og een ander voordcel ver bonden. Bij do actie hebben de Kiesv. sprekers moodig welnu de Candida tem zijn daar voor de aangewezenen; voor hen is het' leeuwendeel der te voeren aotde. En, als we wat laag bij den grond mogen afdalen, voor Kiesvereemgingm met berooide kas, zal het wel altijd voordeeldg zijn de in den betrokken kieskring gestelde Candida ten als spreker te iavitccren ineer dan het voor reis- en verblijfkosten bemoedigde easchen deze, natuurlijk, niet! Dus zoo spoedig mogelijk de candidaat- stedlimg afdoen. Natuurlijk niet overhaas tig dat wemsebt mie mand. En dan in het begin van 1922 volgens een goed in el kaar gezet plan gearbeid, opdat er geen enkele stem voor de Katholieke partij ver loren ga. Wij hebben alle vertrouwen, dat althans in onzen Kieskring Leiden de bestuurde- a»n der centrale er ook zoo over denken en zij zeker zullen doen, wat in hun ver mogen is, om de camdidaatstelling tijdig Is doem afloopen. ü°t bovenstaande hadden wij gistermid- ceschreven, toen ons het telegram uit IV tüaag bereikte over een mogelijke ka- %Shetserisiö, dus .mogelijke Kamerverkie zing. 't Is dus mogelijk, dat wij al voor 1922, dit jaar rnóg, verkiezingen hebben, doch waarschijnlijk achten wij het niet. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Aan de orde is de behandeling van bet verzoek van den heer Kruyt om verlof tot het richten van vragen tot de Ministers van Buiten'landscho Zaken' en van Justitie betreffende stappen* die de Regeering ge daan heeft of voornemens is te doen in zake de afschaffing- van de visa op pas poorten. Het verzoek wordt toegestaan. De inter pellatie heeft op een nader te bepalen dag plaats. Regeling van den dienstplicht Voortgegaan wordt met het wetsontwerp fcot regeling van den dienstplicht. Art. 27. De discussie over dit artikel en de daarop voorgestelde amendementen wordt voortgezet. D© hew De Monté Verloren (AB.) repliceert en betoogt dat do kosten voor oor. geen reden zijn om van het. eenheids- leger af te zien. Hij betreurt het dat de Minister niet getracht heeft tot samen werking te komen. De heer Duymaer van Twist (A.R.) werpt de verantwoordelijkheid op den Mi nister. Hij betoogt dat 5 maanden oefening Voldoende is. De Minister van Oorlog, de heer Popf 'i&tSHem&SSi var. Uel \<UUj0 acMrw maanden nog te weinig, laat staan vijf". De heer Duymaer van Tw i 91 (AJl.) „De vijf maanden in ons stelsel zijn meer waard dan de zes in het uwe". Do heer Wijk (D.W.) repliceert. Hij protesteert tegen he>t -politiek gescharrel en hij acht het een schande, dat de Re geering onze jongens een wissen dood te gemoet zenden zal. De heer T roe ls tra (S.D.) logt de volgende verklaring af: Ik grijp de gelegenheid tot repliek aan, om de stem te motiveeren, die voor mijne fraclie over dit artikel en daarmede over •het wetsontwerp, zal worden uitgebracht. Al9 resumé der gehouden debatten con stateer ik: dat dit ontwerp een reactie 'beteekent tegen de vermindering der jaarlijksche lichting tot 13000 man, onder dien indruk der hervormingsactie na November 1918 tot stand gekomen; dat het, mede om die roden, niet is o.p te ivabten als een stap in de richting van ver dere vermindering der militaire lasten1; dat het berust op de gevaarlijke fictie, idat voor de middelen, die volgens alle par tijen, van het Nederlandsche volk voor mi- lliteiro doeleinden kunnen worden ge vraagd, -een leger is te, vormen, waarmede met vertrouwen de strijd voor do handha ving der neutraliteit en der nationale on afhankelijkheid is te voeren; dat de overweging, dat de onvoldoend heid van ons leger zal worden aangevuld door troepen van buitenlandse he legers, die met ons een coalitieoorlog zouden voe ren, berust op de' veronderstelling van een Imiilitair verbond <met militair-krachtige staten en consekwtent zal moeten leiden tot aansluiting bij hpt Pransch-Belgisch mi litair verbond, een denkbeeld, dat vol strekt moet worden verworpen, daar hot in zijn gevolgen onze afhankelijkheid meer bedreigt dan handhaafL, ons bloot stelt aan het gevaar van in allerlei impe rialistische militaire avonturen te worJen meegesleept en een verdere verzwaring van militaire lasten in het vooruitzicht stelt, die alles, wat tot nog toe van hot Neder landsche volk voor dit doel is gevraagd, verre zal overtreffen; dat met name in dit verband het ont werp onaannemelijk is en de eenige waar borg tegen verwezenlijking van dit per spectief te vinden is in een heslist aanstu ren op ontwapening in den geest van het besluit van het laatste congres der S.D. A. P.; dat de mogelijkheid dat dit ontwerp door een combinatie van moer militaris- tisch-gezinde met anti-mil itairistische groepen zal worden verworpen ons geen aanleiding geeft, de consequentie uit voor gaande overwegingen niet te trekken, zelfs niet, waar ten gevolge cfier verwerping een langer oefentijd dan het ontwerp wil, tij delijk mocht worden bestendigd; dat toch door het Regeoringsontwerp zelf ls vastgelegd, dat geen langer dienst tijd dan die van 6 maanden noodig is; ter wijl meerdere versterking van heit teger dan die het ontwerp brengt., zelfs op de basis van een 5-maandscb.en oefentijd is mogelijk geacht, waarmede bevestiging van den 84-maandschen oefentijd, die blij kens deskundige gegevens in de huidige prac't-ijk trouwens op een oefening van on geveer 4 maanden neerkomt, als onhoud baar is gekenschetst. Hetzij dan ook de regcering al of niet komt met plannen, die werkelijk als een stap in de richting van systematische, zij het ook geleidelijke, ontwapening kunnen gelden, heeft bet Nederlandsche volk bij de verkiezingen de gelegenheid, zich om trent dit vraagstuk uit te opreken. De soc.-dem. fractie, die slechts dn die richting een oprechte met de feiten reke ning houdende politiek mogelijk acht, wenscht de medeverantwoordelijkheid van dit ontwerp niet te dragen en zal tegen artikel 27 stemmen. De heeren Van Veen (C.-H. en Oud (V.-D.) repliceenen. -tae van huren, maar van koopen. Er werd mij een ingewikkelde begrooting voorge legd, met fnaade projecten, met verhalen over zoovéél malle steun vaso, de gemeente, zóóveel hypotheek van de gemeente, enz. enz. maar de zaak waar 't op neerkwam, was ten slotte déze-, dat, waaj 'liier aRee in de lucht hing, en zelfs de grond nog niet eons door de gemeente was uitgegeven, ik „vertrouwen" meest hebben en zelf min stens ƒ4000 moest dokken als er aan bou wen moest warden -begonnen. Het was „een kwestie van vertrouwen" zoocls de archi tect mij dam ook verzekerde. Van „te huur" was geen sprake. Voed vertrouwen in zulk een affaire, waarin men klakkeloos nog niet bestaande Landhuisjes te huur of te koop aanbiedt kon men -moeilijk van mij verwachten, en de lezer begrijpe dus, dat ik niet toehapte." En deze passage wijst wel op een- groot verschil tussohen wete-tfeeorte en uk-voe- rin-gepractijk „Door ai die vrtiohtelooze démarches heem werd ik verblijd met. de mededeeAing in de couranten, dat er binnemkort een ein de zon worden ge-maakt, aan het leeg „Te koop" staan van zoo haüiooze huizon, cm dat de Huurcommissde binnen korten termijn die maar steeds „Te -koop" leegstaande huizen eenvoudig verhuren zou als de eige naar dat wiet deed. Edoch, juist sedert déze aanslaande maatregel publiek word, heb ik nog nooit zóóveel huizen „Te Koop" riem staan, als voorheenHet lijkt een bespotting van den aangekondigde® maatregel I Toen ik aan den chef van een bekend woningbureau vroeg, of de huiseigenaren er niet le el ijk aan toe waren, met dezen maat regel der HnuTOommissie, wer.d mij glim lachend geantwoord1 (en later precies een der in een ander Woningbureau): „O neen, meneer, in 't geheel niet. Daar weten we wel wat op. De huis eigenaren zetten, als 't eenmaal zoo ver is en er op aankomt, eenvoudig een of ander ver familielid of een -kennis of een daartoe betaald perso nage in dat huis en zeggen dan dót het verhuurd is, nadat ze er ook een paar meubeltjes in hebben gebracht-. En dan wachten ze k-akn af tot ze de huur krijgen die ze hebben wüle-n". Zoodat ook deze hoop voor mij vervlogen was." Knoeierijen met Aspirine-Tabletten. Wij lezen in het „Maandblad t, <L Vervalschin- gen": Godnrendo den oorlogstijd werden in DuHsch- land groot* hoe-veelheden aspirin© in papier wegens gebrek aan glaswerk verpakt, en daar na den. oorlog de glazen verpakking weder in Duitöchland geëischt word, wisten de knoeiers spoodig ©en voordeelige zaak te bedenken, door deze in DuilscMand geweigerde en door het lange liggen slechter en soms schadelijk geworden waar. ons land binnen te smokkelen, ze in glazen buis jes te verpakken waarbij de tabletten door allerlei handen gingen en als de origineele as pirine-tabletten in den handel te brengen. Dat de vervalsching hierbij ook een belangrijke rol 6peelt is ten duidelijkste gebleken, en het pu bliek ontvangt daardoor niet do origineele zui- voro waar, doch oen slechten na-maak, respectief velijk een vorvalscht product. Daarbij wordt gebruik gemaakt van etiketten en dooejee door gewetenlooze fabrikanten nauw- kourig nagemaakt, zoodat het publiek in den waan gébracht word het echte en onveranderdo Duitse,he artikel te koopen. In Wester wolde (G r o n.) is de teejt van varkens zóó groot als nooit te vo- Ten. Elko week door het groote aanbod echter lagere noteering. Spek kost er reeds weer 40 cent per pond Kg.). suon, die zich in onderHceren over het Hof plein bewoog. Door den politieman onder vraagd, zeide hij, niet te weten wat er met hem gebeurd was. hij kon zich nog herinneren, er gens een haring gekocht te hebben. Men toog op onderzoek uit met het resultaat, dat spoedig in een slop de bovenkleeren van het persona ge gevonden werden. In de pantalon bevonden zich nog hol gouden horloge en de porfemon- naie van den nachtelijken avonturier. Gistermorgen, toen de verliezer zich bij de poh'tie aan de Groote Pauwen steeg meldde, be merkte men, dat deze en de nachtelijke /wer ver één on dezelfde persoon waren. De post Galerij hoort aan het zooeven genoemde bi/rcaa waar alle rapporten aanlanden, vandaar het samentroffen. Men is nu bezig, in deze zaak licht te ver schaffen. Bij het binnenhalen van het Vrijdag omgeslagen zeiljacht van den com missaris der Koningin in Friesland, deed rich, naar aan het „N. v. d. D." gemeld wordt, hel volgende geval voor: De stoomponl uit Enkhuizen was, gelijk medegedeeld is, na de redding der schip breukelingen het gezonken vaartuig genaderd. Twee mannen begaven zich toen op -het bijna geheel onder water liggende jacht, om een kabel tusschen boide vaartuigen te bevestigen. Volgens ingekomen rapporten moeten eenigtt visschers zich (oen op ongeoorloofde wijze vaa het jacht hebben meester gemaakt. De twee op het zeiljacht gesprongen pontmaLrozen barlden zich met moeite op de veerpont in veiligheid kunnen brengen. De virscherlieden, wien het om het bergloon to doen was, hebben hei ont redderde vaartuig met behulp van een sleep boot, die evenwel geen aandeel zou hebben, de Enkbuizer haven binnengesleept De politie heeft in deze zaak een onderzoek ingesteld. Verscheidene personen zijn reed© gehoord. De Eindhovensche lucifers. fabrieken ontvingen een partij boom en uiÉ Rusland voor de luciferefabricage. „Het Volk" verneemt, dat bij de verwerking dezer boomea de machines beschadigd worden, doordat zij telkens op kogels stuiten, die in de boom en go- schoten zijn. De wateren van de g o ra e e n te Aalsmeer zoo schrijft mee van daar aaa hel „N. v. d. D.** waren in vroegere jaren rijk van baars voorzien, maar sedert enkele ja ren is die langzamerhand aan het uitsterven* Wat do oorzaak hiervan is, weet men niet, doch wanneer de oorzaak niet opgespoord en bestreden kan worden, zal de baars op den duur geheel uit onze wateren verdwijnen. Ook dit voorjaar kon men veel jonge baars dooi zien drijven. Snoekbaare. hier eenige jaren ge leden uitgezet, teelde goed voort, doch, ook deze visschen rijn niet vrij van ziekte gebleven De baars verschafte vroeger aan enkele visschers flinke verdiensten. Gistermorgen te kwart voor 5 is te Rotterdam de post-aut*die rich op wtg bevond naar het station DeHtsche Pcort op den Stationsweg in -volle vaart tegen eea trottoirband gereden, tengevolge waarvan de auto omsloeg. Een posl-beamble, die naast den chauffeur zat, geraakte onder de auto. IJlinga toegesnelde burgers wisten spoedig de auto overeind te brengen. De postbeambte bleek in wendig zwaar gekneusd te zijn en. werd met den postauto, die nog in staat bleek te zijn te kunnen rijden, naar het ziekenhuis aan de Goolsingel vervoerd. Naar de ouder 1 ij ke woning te Scheveningen is overgebracht het lijk van 'n jongen, ongehuwden varensgezel die op zee aan boord van een stoomtreiler uit ÏJmyiden, dood is aangebracht. Hij was bij een ongeluk aan boord tusschen de machine doodgekneld. Van alles wat. f EVEN VASTLEGGEN. 't Is altijd" een troostrijke overweging eens een blik te slaan in den ouden tijd en dan daarbij te denken: Jongen, jongen, wat zijn wy tock vooruit gegaan. Dan wordt men zoo pret Üff^estemd, men krijgt zoo'n gevoel van meer derwaardigheid, alsof die vooruitgang van onszelf heeft afgehangen. Vóór ons ligt 'n exemplaar van dc „Leydsc Courant" uit het j-aar 1823. Een treurig gedrukt geel blaadje papier, één velletje. Twee kolommen van boven naar beneden, en nog twee kolommetjes schuin aan de kanten, zoo als men wel eens brieven beschreven ziet, door Iemand, die meer wil vortellen, dan er op het papier kan. Dan moet je den brief, al6 een zoekplaatje, naar alle kanten draaien om hem te ontcijferen. En zooals in een keukenmeiden brief het woord is verouderd, hoor, laat ik dat er gauw bij zeggen, het slaat niet meer op orv.e tegenwoordige „hulp in de huishouding 1" in een oude-keukenmeidenbrief dan, het voornaamste nieuws, datgene waar het eigen lijk om gaat, in het postscriptum staat, zoo staat in die oude mummi-achtige krant van 1823 het voornaamste nieuws in de schuinge- drukte kolommetjes aan de kant. Bovenaan staat te lezen, cursief gedrukt van wege de gewichtigheid, dat ar te Leidon in het jaar 1822 van 1 Januarij tot 31 Deo. 622 zoons en 583 dochters geboren zijn, waaronder 13 tweelingen en 1 drieling. Daarover hebben onze grootmoeders en overgrootmoeders beslist dagenlang gebabbeld, zij hebben naarstiglijk uitgevischt, waar die tweelingen en die drioling wel geboren zijn, of ze goed groeiden, of ze gCen last met de tand jes hadden en al dergelyko belangrijke zaken meer. Want dat dit van overgroot belang was, is buiten twijfel, immers het lot van het nage slacht heeft er vanaf gehangen. Wie weet of de een of andere lezer van onze courant, die nu met veel belangstelling kennis neemt van de heugelijke geboorte van een drie ling in den jare 1822, dit bericht ooit zou ge lezen hebben, als een -van deze 3 eens in de Ünderstuipjee gebleven was, Wi* weet? En wat zullen onze overgrootvaders onder het smakkend trekken aan een lange Goudsche pijp, bedenkelijk zwaar geredeneerd hebben over de volgende gebeurtenis, die in den jare 1823 in Januarij is voorgevallen, en die de geheele rubriek „Nederland" (ons tegenwoor dige Binnenland) vult. Te Raamsdonk in N. Br. 't is gelukkig niet de bekende moord van Raamsdonk heeft z5eh vertoond een jongmensch. metende één el en twee palmen, met „blaauwe" oogen, spitsen neus en een grooten mond. Dit jongmensch nu gaf blijken van waanzin, en verkeerde, tenminste volgens zijn uiterlijk, voegt de krant er naief aan toe, in den staat van behoeftigheid, zijnde hij ge kleed in een graauwe linnen bro k cn vestje, zonder overkleed, blootshoofds en barrevoets, (het was, n-otabone, Januari). Niemand wist, waar hij thuis hoorde, hijzelf ook niet, doch hij sprak van zijn broers dié Chef en Hannes heetten en van zijn zusters die de welluidende namen van Lauricn en Mie Ca- tricn droegen. Behalve deze sensationeel© gebeurtenis in het Brabantsche dorpje Raamsdonk, was er in Januarij van den jare 1823 niets in Neder land voorgevallen, waarover onze voorvade ren diepzinnig konden philoeopheeren. Wat zouden ze vreemd gekeken hebben, als zo eens een aflevering van de Leidscho Courant van nu, na 100 jaren, in hun handen hadden ge kregen. De hare® zouden hun te berge gere zen zijn, de Goudsche pijp hun sidderende hand ontvallen, de ijzeren bril was met een vaartje langs hun neus weggcsu'd, grootmoeder had van schrik drie steken laten vallen en haar breikous bovendien, en, als het toen ook al mode was, zou zij zeker flauw gevallen zijn, en „allen en een iegelijk" hadden „zekerlijk" gedacht, dat nu de wereldi wel zou vergaan. Want in die courant stonden drie moorden, verscheidene menschen overreden, 2 verdron ken, een hongersnood in China, een schip ver gaan, opstand in Opper-9Herië, een gevecht met de polRietroepen in Ierland, massa zelf moorden in Sovjet-Rusland, de bliksem inge slagen in vier boerderijen, 17 personen gear resteerd wegens dronkenschap, een stelletje in De Minister ahJtatobrcft kórt, óp enkole opmerkingen. Zoodra de wet in het Staatsblad staal zal de Regeering oen wot tot instelling van een Arfalleilo-fonds voorstellen. Spr. kcunt er legen op, dat do hoer Troelst-ra van een reactie spreekt. Na 1918 is er niets gebeurd en pas toen lmen ging beperken, is beperkt tot wat nu 'wordt voorgesteld. De heer Duymaer van Tw i 91 (A.R.) vraagt voor een -persoonlijk feit hot woord ,ïl1. over een opmerking da© de Minister tot hom gericht heeft. Het amendement-Wijk wordt verworpen met 83 tegen 1 stem. Vóór de heer Wijk. Het amendement-de Monté Verloren wordt verworpen met 67 tegen 18 stam men. Voor de A.-R. en de Chr. Hist. Art. 27 wordt verworpen mot 46 togen 39 stemmen. Voor de R.-K. en die Vrij hends hand. i De Minister van Oorlog, vraagt schor sing der beraadslaging. Ai dus geschiedt. Rijksuitkeering aan gemeenten. Aan de orde zijn het wetsontwerp wijzi ging van de Rijksiiilkeering aan de ge meenten krachtens de artikelen 1 Lol en met 9 bis der wet van 24 Mei 1897. Hierbij is tevens aan de ord'e: do motie van orde van de hoeren van den Tempel en J. ter Laan betreffende herziening van do financieele verhou- dfmg tusschen het Rijk en de gemeenten en het voorstel van wet van den heer De Geer c.s. tot hot nemen van maatregelen tegen te zwaren gemeentelijken belastingdruk. De algemeen© beschouwingen worden geopend. De heer De Kan-ter (VB.) vindt dit ontwerp nieL voldoende. Het Rijk hoeft ruim genoeg voor de gemeenten gedaan. Spr. -bepleit een bijzondere rege ling voor st-eun voor algemeen» en voor bijzondere belangen. De heer Bakker (C.-{L) cdiliseert het ontwerp dat z.i. niet voldoende voor het platteland zorgt. Hij behoudt zich zijn stem alsnog voor. De he®- Van Beresteyn (V.D.) acht deze regeling ook niet voldoende. Hij betreurt het dat do Regeering met zoo'n onvoldoende regeling komt, die nog slech ter wordt door de noodregeling. Hij zal er da; om tegen stemmen. De vergadering wordt verdaagd tot lieden één uur. t Dubbele moord. Men seint uit Zceuwsch-Glinge dd. gisteren aan de „Msbd.": Vanmorgen werden in hun woning met af gesneden hals gevonden dc voorzitter van de landarbcidersvereeniging alhier, de 45-jarige Huigens en zijn ruim 60-jarige vrouw. Zooals begrijpelijk, verkeert de geheele streek in de grootste opwinding. Maréchaus see en politie waren aanstonds Ier plaatse Omtrent de(n) dader(s) tast men nog in het duister. Waarschijnlijk heeft men hier met een roofmoord te doen. Hel echtpaar was kinder loos. Ervaringen van een huiszoeker. In het „Vaderland" schrijft Henri Borel heel smakelijk over zijn bittere ervaringen •bij het zoeken naar een huis in Den Haag. Een staaltje van afzetterij „Blij werd ik verrast door een adverten tie waarin werden aangeboden, (te huur of te koop, Landhuisjes op het- Houtrust- terrein. Het stond er zoo verleidelijk. Te huurLandhuisjesTe koop met een verlokkende omschrijving van al de daaraan verbonden heerlijkheden. Des avonds schreef ik er op en 's morgens reeds kwam er een architect- bij mij, die deze ad vertentie had geplaatst. Eu wat -bleek nu? Ik geef het den lezer -te radendat deze landhuisje® in 't- geheel ■nog niet- bestondenEr wa® ook geen kwes- braken, ten lijk aangespoeld, een geval van cholera, een stijger ingestort, het brood ver hoogd tót 14^ cent hier zou grootmoeder een gil gegeven hebben, en zóó uil haar flauw te dadelijk naar den bakker geloopcn zijn slaking uitgebroken, groote heidebrand, de boser Carpentier in Amerika, (brrr. als die vent maar niet hier komt), de kroonprins op Wieringen enz. enz. En nu, na 100 jaar. Vader leest de fcran*, hij is juist bezig aan „Van alles wat" en o 6chande bij is er overheen in slaap getuktMoeder vraagt: „Is er nog wat gebeurd, man"? Vader schrikt op, en zegt: „Neen, vrouw, niks. Wat staat er tegenwoordig nog in de krant? D'r gebeurt niks meer." Wat zijn we toch vooruit gegaan, niet waar. Wij zijn angstwekkend vooruitgegaan. (o) Een strijd in bed. Hansje: „Moeder, Ernst laat mij heelemaal geen plaats in bed!" Moeder: „Wil hij dan meer dan de helft hebben?" Hansje: „Neen, dat niet, maaT hij wil zijn helft net in 't midden hebben." - (o) - Gemakkelijk. Schoenmaker tot zijn twee leerjongens: „Ko men jullie eens bier naast mij zitten jongens, ieder aan een kant Want ik heb vandaag geen tijd om telkens op te staan als ik jullie eens een muilpeer wil geven." (O) Ze snapte het wel. Dienstbode: „Mevrouw, mag ik nog een haH uurtje m den tuin gaan wandelen, de nachte gaal zingt vanavond zoo wondermooi." Mevrouw: „Ja, ga maar, maar neem voor den nachtegaal weer geen half pond leven worst mee." - (0) 't Kon langzamer. Patiënt: „Groote genade, f 2.50 voor één tand uittrekken! U verdient het geld toch maar gauw." Tandarts: „Nu, indien U dit wenscht, dan kan het ook langer duren. Uit Delfzijl kwam het b e- richt, dat het lijk van den schipper Jan Sump die bij de Friesche wadden van boord sloeg, bij Ameland is aangedreven. Dinsdagavond kwam bij de politie aan de Groote Paauwensteeg te Rot terdam. een persoon aangifte doen, dat hij zijn portefeuille met f 200 en Belgische papie ren verloren had. Het grid behoorde zijn pa troon aan wien hij het heden moest afdragen. Gisternacht bemerkte een agent van politie, gestationneerd aan den post Galerij, een per- Bij een vechtpartij. De eene vechtersbaas tegen dea andere: „Au, au, kerel, laat je mijn oor los, ik ben geea scheurkalonder". Co) Een kwestie van hcoge hoeden. Het monsterachtig hoofddeksel, waarmee on ze vaderen en ook sommigen onzer nog hun heftigheid demonstreeren, behoort in 't En gelsen Lagerhuis volgens oude traditie, die zorgvuldig wordt bewaard, in sommige geval len tot de onmisbare meubelen van iemand die 't woord wil voeren. Wanneer een stemming zal worden gehou den en iemand wil nog een opmerking van orde maken, moet hij dat doen zittende en met zijn hoogen hoed op. Nu gebeurde het de vorige week dal over bet tijdstip van een stemming, -nadat deze was aangekondigd, nog hevig verschil van meening ontstond. Een zekere kapitein Bertn wilde -nog iets zeggen doch had zijn hoogen hoed niet bij de hand. Hij greep toen gauw dien van zijn parlementairen buurman, doch diens schedel bleek beter ontwikkeld dan de zijnen, zoodat de kachelpijp hem over het hoofd zakte. Hij moest zijn hoofd er we^r uitvisschen en spre ken terwijl hij den hoed zorgvuldig als een parapluie boven zijn hoofd hield. Na een tijd van hevig debat was het de heer Samuel die ook een duit in 't zakje der wel sprekendheid wilde gooien, maar ook hij had geen hoogen hoed en als hij zonder dezen het •woord nam, zou het hem onmiddellijk worden ontnomen. Daarom leende hij hem ook eens van een ander, maar deze was nu eens voor hem veel te klein, zoodat die huppeido op zijn hoofd. Dit verwekte zoo algemeen gelach, dat de ge prikkelde stemming al heel spoedig verdween. De oude hooge hoeden hebben dus neg goe den dienst gedaan. „Ctr." Honderd vijf en tachtig woorden. Een -Beiersche courant schreef een prijs vraag uit voor ben, die in den oorlog waren geweest, voor een vrootijke geschiedenis uit de loopgraven. De inhoud mocht niet grooler dan 200 woorden zijn. Gisternacht heeft te Am- s ter dam in eon perceel in het Sarphatipark een inbraak plaats gehad. Vermist worden ju- weelcn, tafelzilver, passagebiljetten en con tanten, ter gezamenlijke waarde van pl.m. f 120000. In verband hiermede heeft een re chercheur een 33-jarigen artist, en een inspec teur een 31-jarige vrouw aangehouden. Gisterenmorgen circa zes uur ontdekte bet personeel van den goederen trein 's BoschUtrecht ter hoogte der Maas brug te Hedel een persoon langs de rails lig- Een voormalige veldgrauwe zond het vol gende in: „In onze loopgraaf was een zekero plaats. De balk waarop men moest gaan zitten, was doorgezaagd. Dit zijn ongeveer vijftien woorden. De andere 185 woorden sprak d© soldaat Meyer toen hij weer te voorschijn kwam nadat hij op den doorgezaagden bolk was gaan -zitten. Deze woorden kan ik echter schriftelijk niet mededeelen." „Msb." - (o) Beginsel trouw. Het Handelsblad vertelt als volgt een mop van de Londensche Opinion na: Eerste bootsman: „Merakel vreemd dat Mug gins verdronken is. Altijd was-t-ie as een rot in het water...." Tweede bootsman: „Tja, ik denk dat-ie acht ure gezwomme heb en d'r toen mee uit schee as zijnde lid van een vakvereeniging." Sterk uitgedrukt. De neus van Robert is vermaard' om zijn Toode kleur, 't Gevolg van onmatig water drin ken. Des avonds, als hot goed donker is, wordJt hij telkens lastig gevallen door lieden, die hem verzoeken of zij hun sigaar even mogen aan steken, zijn neus voor een brandende pijp aanziende. Gisteren woonde hij ean familiedioer bij. „Hé ma!" riep plotseling het tienjarig kind van den huize, „ik wed dat, als men dan neu© van mijnheer in 't water stak, dat het dam pchchut! zou sissen. - (O) - Verstrooid. Een student komt 'e morgens van eea vrooljf- ke partij thuie en wil nog even zijn handea wasschen. Daartoe neemt hij de lampetkan en schenkt water inbij vergissing echter uit het openstaande raam. Een voorbijganger, die daardoor nat gewor den is, roept verontwaardigd naar boven: „Heidaarl Waarom gooi jij daar met water?* „Wel," antwoordt de ander, „wat doe jij dan ook in mijn wasohkom." - (0)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1921 | | pagina 3