STADSNIEUWS. jede Blad. jag 12 Maart 1921 ianciscne bericiuen. ler a aj. (W3goostad in Budapest rinkel ij k o toestand. jaarscliO correspondent van de I l&: €\i in Budapest is een der treu- II •.lj&s bij do vredesvoorwaarden Drie millioen Hongaren w er aan liet zelfbcstummingsrechi j^n-eeuwen-oude vaderland losgc- wlfQ zicli onderweri>en aan vreem- eilj uitingen. Hoewel hetverdrag en- igSf, bevatte ten aanzien van het hij, matJerheden", ziet de bescherming Her in werkelijkheid bij de nieuwe g i analisten zeer treurig uil. Be Srr- (ooienen hebben de Hongaarsche ambtelijk- en privaatieven ver- 1 telden werden personen, die op rjarsch spraken gevangen ge- q uit do ééne Zeveuburgsche stad werden'over de 4800 families of- ntJljout'U. Be Tchechen hebben in j' i/ija 563 Hongaarsche scholen go- is dan ook geen wonder, dat uit, gebieden duizenden en duizenden vele vroegere beambten, die het hart konden krijgen, den nieu- u eed van trouw af te leggen, bedelaars terug naar den looip van Hongarije, den Midden-Europeeechea Stalen «rlog, wegens gebrek aan bouw- ta waardeloosheid vaai het geld, (gelijk geweest te bouwen. '^if'de al in vredestijd nagenoeg een ronors, doch sinds de eind-kala- er minstens 200.000 gevluchte fa- ren gekomen, wien onderdak ver worden. Het is to verklaren, dat een schrijnend erg woninggebrek er voor do telkens maar opnieuw lingen aankomende treinen geen te vinden was. Ondanks alle rgedaan werd, om in den woning- mien, do ontruiming van ka chelen ontstond er bij de sta- ide stad van wagons met vluchte- rin de armsten met vrouw en kin- r primitieve omstandigheden al huizen. Vele zieke vrouwen en Of cilocven vaak onder den bloolen cr in do gasthuizen geen plaats s, Volgens een oft'iciüele statistiek bij hel begin van den winter nog vagons als woningen gebruikt en leer dan 10.000 menschen zonder dit rlucMcn behooren <ot don meer 't£i 1 AzAfeaaarssiand. [flriba verstrooidheid. lil kostbare momenten van ver- iwdc-u uit het Zuiden van FTank- Journal" bericht. Een zekere op weg naar de Colo d'Azur, ver- u;l eille een oogenblik haar trein, om hot buffet te verfrisseheu. Toen wel in do trein zat, en deze zich (Uimorkelijkcn afstand van Mar- bomerkte zij opeens, dat zij haar de wachtkamer vergeten had. Het lie. voor een waarde van 500.000 jnwcelcn. To Touilon, het vozende rd terstond de politie gewaar- naar Marseille geseind, doch tot de roticulo van Mme Cohen nog if geval wordt uit Nizza gemeld, ip don morgen na mie-carême een zc~' rouw Louise Miech, zich noemende rivan, die als een Byzantijnsche '®iden grootcn optocht had deelge- tiara fer warde van 250.000 francs jriend, den Russischcn groot-Indus- osof in bewaring gegovon. Beze, Migszins zorgeloos in zijn doen en hi ding in zijn vostzak gestoken, itodwcg vergeten. Hij gaf bovendien kamermeisje om bet ter be- lf eca kleermaker te brengen, en laat natuurlijk, dat hij er de i laten zitten. Zooals te verwachten ïich reeds anderen het lot van letrokken en de politie doet thans fc let sieraad terug te vindon. Afschuwelijke moord. liitscho grensplaatsjo Liedcrn bij icct men deze week de vrouw van 'uwer J. E. met gespleten schedel in "Wanden. Op weg naar het zieken pul als rga 1)0! huis te Bocholt stierf zy. Haar man is als verdacht van moord in hechtenis genomen. Hij wordt beschuldigd zijn vtouw van den zolder te hebben geworpen en met een bijl -te hebben afgemaakt. Dieveggen. Eenigen tijd geleden -kwam, naar uit Pariji wordt medegedeeld, de controlecommissie van Financiën tot de ontdekking, dat er van een partij aan het verkeer onttrokken bons van do Nationale Verdediging, niet minder dan 41 van 10.000 francs en 40 van 1ÜOÜ francs v. rdv.enen waren. Bij het onderzoek, dal de politie terstond instelde, bleek, dat twee vrouwelijke beambten van den betrokken dienst zich sinds Becember j.l. aan verschil lende diefstallen, waaronder die dor verdwe nen bons hadden schuldig gemaakt. Zij heb ben bekend, en verklaarden tevens dat zij reeds voor een bedrag van 218.000 francs aan bons hadden ingewisseld. Bit laatste werd vergemakkelijkt door het feit, dat het mi nisterie van Financiën het niet noodig geoor deeldhad, de aan het verkeer onttrokken bonds duidelijk te merken, doch zo slechts aan eenpen had geregen, waardoor een klein gaatje in elke bon werd gemaakt. Boor ech ter de randen van dit gaatje met een bran dende cigarette te verschroeien, kon gemak kelijk aannemelijk worden gemaakt, dat een onachtzaam rookcr een ongeluk met do bon had gehad. Be politie heeft 205.000 francs ten huize van de dieveggen teruggevonden. Be bons, die zij nog niet hadden ingewisseld, waren echter verdwenen. Zij zeggen deze te hebben ver brand, toen zij Jont begonnen te ruiken. Een bandietenbende. Naar uit Tunis wordt bericht, heeft dezer dagen het proces tegen de bandieten van Zag- hoean een aanvang genomen. Bij dit proces zijn 19 inlanders betrokken. Gedurende 3 jaar heeft deze beruchte bende, dio in de bergen van Centraal-Tunis haar schuilplaats had, de geheel© streek van Zaghoean door haar strooptochten onveilig gemaakt. Be oprichter van de troep was èen zekere Koeider ben Mohamcd, een ambtenaar in dienst van het protectoraat, die als sjeik van de streek een grooten invloed op zijn rotge- nooten had. Hij verschafte hun munitie en wapenen, en, aldus good toegerust, begonnen de bandieten in 1917 met hun. bedrijf. Lu den beginne pleegden zij talrijke diefstallen in do buurt, terwijl zij zich tevens aan meisjesroof schuldig maakten. In 1918 weiden zij stout moediger, en plunderden o.ar een Fransche kantine te Khanguet. Het onderzoek, dat door do autoriteiten word ingesteld, leidde toen tot do arrrestalie van Sjeik Koeider, die kort daarna in de gevangenis overleed. Bij de achtervolging van de rest van de bende weiden twee politiebeambten gedood en verscheidene gewond. Een ware expeditie werd toen uitgerust tegen de roovers, en het kwam tot een completen veldslag met hen, maar het resultaat van dit alles was zeer goring. Be bandieten werden «in tegendeel al brutaler en brutaler, en het aantal door hen geploegde diefstallen en misdaden werd bij den dag groot.r. In Becember 1818 namen zij zelfs een autc», waarin Fransche officieren waren gezetov, onder vuur. Be wegen waren niet meer veilig. Ben 12den Januari 1919 haalden de roovers echter een buitengewoon brutaal stukje uit. Zij trokken toen op klaarlichten dag het dorp St. Mari-Duzit binnen, terro riseerden en plunderden do bevolking cn ver wondden een Italiaanschen kantinehouder. Bit deed den beker overloopen, en do Te- geering rustfe een nieuwe expeditie tegen de bende uit. Er had een hevig gevocht plaats in do bergen, waarbij aan beide zijden verschil lende personen werden godood en o gewond'. Het meerendeel der bandieten weid echter gevangen genomen en slechts enkelen slaagden er in, langs hun alleen bekende bergpaden te ontsnappen. Ongetwijfeld zal de doodstraf worden g eischt tegen verscheidenen der ge arresteerden. BIN NE NL AN D. RIJK NEDERLAND? Uit de Jaarcijfers over 1919 blijkt, dat het vermogen in ons land, dat onder do vermogensbelasting val bedroeg: 1914—15 7.680 millioen 1915—'16 7.311 millioen 1918—'19 11.379 millioen 1919— 20 12.108 millioen Het aantal millionnairs was: 1914—'15 G50 1915—'16 G08 1918—'19 950 1919—20 1105 Dit staatje ontleenen wij aan de roode „Voorwaarts", die het publiceert om den arbeiders diets te maken, hoe sterk de Hol- landshce kapitalisten er gedurende den oorlog op zijn vooruitgegaan. En toch is niets minder waart In de Eer ste Kamer heeft de Minister van Financiën Woensdag j.l. nog eens goed doen uitko men!, dat we slechts schijnbaar rijker zijn geworden. Doordien onze gulden nog maar de helft van de voor-oorlogsche koop kracht heeft, zijn we feitelijk armer ge worden. Zoo hebben de sociaal-democra ten altijd beweerd, dat de arbeider, wiens loon sedert Augustus 1914 enkel verdub-, beid is, door do duurte der levensmiddelen, er feitelijk op is achteruitgegaan. Met dien maatstaf moet derhalve ook ons nationaal bezit worden gemeten. En dan komt een ieder tot de overtuiging, dat de 1&408 mil lioen, die wij einde 1920 rijk waren, een kleinere waarde vertegenwoordigen dan de 7.680 millioen, ons bezit in 1914. „Tijd". De overtreding van do Arbeidswet. Een onjuist bericht. Wij hebben gisteren melding gemaakt van een bericht uit de „Tel.", waarin ge zegd werd, dat de werkzaamheden aan de Rolterdamsche Droogdok-Maatschappij te Rotterdam eischten, dat er j.l. Zondag ar beid verricht moest worden. De Minister van Arbeid weigerde dispensatie van het verbod van Zondagsarbeid. Toch deed de directie het werk op Zondag uitvoeren, niet gevolg dat door de politie proces-verbaal is opgemaakt van deze overtreding der Ar beidswet. Naar aaDleiding van dit bericht heeft een der Rolterdamsche berichtgevers zich tot de directie der Droogdok-Maatschappij ge wend. Deze deelde hem mede, dat het be richt totaal onjuist was. Het oenige waro er in is, dat Zondag op de werf gewerkt is. Do inspecteur van den arbeid in het 3e district, de heer Last, wees den medewer ker er nog op, dat de Droogdok-Maatschap pij ingevolge het Werktijdenbesluit geresh tigd is op Zondag te laten werken. Er is dus geen sprake van de noodzakelijkheid - om dispensatie te verkrijgen, en zeker niet van een bekeuring. Ned. R.-K. Volksbond. Woensdag 6 April a.s. zal in 't gebouw „St. Bavo" te Haarlem de 31s(.e algempene vergadering plaats hebben van den Centra- len Raad van den Ned. R.-K. Volksbond. Des morgens te half negen zal te Haar lem in een nader aan te geven kerk een H. Mis worden opgedragen voor de zielerust van den oud-president, den heer W. G. J. Passtoors z.g. Op de agenda, die 17 punten bevat, komt o.m. voof: Verkiezing van vijf leden in het Cen traal Bestuur, wegens periodieke aftreding van do heeren Ch. L. v. d. B'lt, B. J Greb ben, Th. G. C. Hooy, A. J. Loerakker en J. W. Smit. De aftredenden stellen zich her kiesbaar. Verder komt op de agendo, voor: verkie zing van een voorzitter; voorstel van het Centraal Bestuur tot benoeming van een secretaris van den Arbeid, wegens bedan ken van den heer M. L. A. Klein. Een voorstel van do afd. O verveen, om het bureau van den Bond, dat thans tc L e i d o n is- gevestigd,over te plaatsen naar Amsterdam. Uit het financieel verslag blijkt, dat een batig saldo valt te constatoeren van 832.92 De ontvangsten bedroegen 19619.28 tegen de uitgaven ƒ18816.36. Op 31 Dec. 1919 telde do Bond 28000 le den, wolk getal op 31 Doe. 1920 de 30.000 overschreed. Het aantal afdeelingen steeg van 106 tot 112, door aansluiting van de afd. Beem- ster, Egmond-Binnen, Heiloo, Nieuwkoop, Noorden en Wormer. Een poging om ook te Rhoon een afdeeling t.e stichten, mis lukte, wegens tc geringe deelname. To Heer Hugowaard-Noord en Monniken dam zijn nieuwe afdeelingen in voorberei ding. Het conflict tusschen de Tuinbouw veilingen en de binnenlandsche kooplieden (grossiers). Het Centra-al Bureau der Tukibouwvea- lingeai ia Den Haag schrijft on-s Nu de strijd, t-uaschen de tuinbouwvei lingen en de grossiers niet me,er tot bet veiligs terrein beperkt is gebleven, maar tot aa-n den kleinhandel, ja zelfs reeds tot aan de consumenten is uitgestrekt, komt het ons gewensch-t voor, omtrent de veilingen in het algemeen en dezen strijd in het bijzonder een en ander te publicee- ren. Er bestaan in Nederland ongeveer 180 itaiinb o u w vei Jings ver ceniginigen, waarvan ongeveer alle tuinders (plus minus 60.000) lid zijn. De producten worden ctoor de tuinders op de veilingen aangevoerd en daar bij afslag verkocht d.otxr middel van een afmij-nitoestek In 1918 bereikten de gezamenlijke vei- lingsomzobten een totaal bedrag van bijna 120 mililioen guldénin 1920, ondanks de ongunstige omstandigheden em den slech ten fnuifoogafc, eè.i bedrag van meer dan 60 millioen guldenUit deze cijfers blijkt, v>an welk een enorm belang de veilingen voor den tuinbouw zijn. Een rechtvaardiging van het; veiAings- Bysteem te geven zou ons te ver voeren genoeg zij op te meuken, dat sinds het veilingssys-teem is ingevoerd aan het den- boer-opgaan van geweitenlooze commissio- naiz» een einde is gemaakt en de tuinders den werkelijken marktprijs voer hun pro ducten ontvangen; immers op de veilin gen wordt dé prijs bepaald door vraag en aanbod. Uit den aard van het veibmgssysteem volgt, dat op de veilingen twee catego rieën van personen noodzakelijk zijn: tuin ders, dier aanvoeren, en kooplieden, die afnemen. De kooplieden zijn dus voor het veilen een noodzakelijk element; steeds hebben de ve-ilingsbesturen dat ingezien en zooveel mogelijk met hen ovenleg ge pleegd aangaande hun wenschen. Hoe is dan nu plotseling een felle strijd tussohen veilingen en hooplieden ontstaan De veilingen wer.scliten eenhejdsfust in te voeren; dat beteekent: gelijkvormige manden en -kisten, die eigendom der vei- lingsvereenigdngen zijn. Uitgeroeid diende tamelijk te worden het misbruik, dat tuinder A zij-n- tomaten in een mandje van 6 pond, tuinder B in een van 71/2 pond, tuinder C in ©en kistje en tuinder D in een zakje aanvoerde. Uit de invoering van eenheidsfust vo-lgde de slijtagehuurdat betee-kent, dat de kooplieden, die de door hen gekochte prducten niet binnen 24 uur hadden o ver- gepakt in eigen fust, huur zouden moeten betalen wegens gebruik van he-t fust der veiling. Reeds in 1919 we;rd door de veilingsbe- sturen in Zuid-Holland op betaling van huur aangedrongen, echter zonder suc ces. In Med 1920 weigerden de kooplieden langer huur te betalen in Loosduinen, waar deze heffing reeds vroeger was in gevoerd de besturen der beidé Loos- d uóns ch ei veilingen bes-loten echter tot iede ren prijs de heffing to handhaven; bijna kw.am het tot een staking, toen op het laatste oogenblik door do kooplieden en de twee veilingsbesturen besloten werd do kwestie v-oor een Scheidsgerecht te bren gen welks uitspraak bindned zou zijn voor beide partijen voor 2 jaar. Het Scheidsge recht werd gevormd door 2 afgevaardig den der kooplieden en twee afgevaardig den der veilingen, die als onpanwjdig voor zitter kozen prof. mr. Veraart. Deze oom- missie Veraart overwoog „dat het met de billijkheid als met het recht overeenstemt, dat er door de kooplieden wordt bijgedra gen tot liet in stand houden van een fust, waarvan het voortdurende gebruik den kooplieden in niet geringe mate ten goe,- de komt" en bepaalde, „dat bij de Loos- duin scho Groentenvciliingen gedurende den itenmijn van 15 April 1920 tot 1922 ten laste der kooplieden een - elijtagegeld zal worden geheven van 1 pCfc., terwijl van fust, dat aanstonds aa den verkoop op de veiling zelf wordt geledigd, geen hef fing verschuldigd as." Hiermede is voor de veilingen de reclit- maitigheid der slijtageheffing vastgelegd. Zich beroepende op deze uitspraak, wil den mu ook andere veilingen, siij'tagenuur invoeren, met name do veiling te Leidon. Het Leidsche veilingsbestuur gaf ^aaii- de Loidscke kooplieden kennis .van zijn voor nemen en noodigde hen uit tot bespre kingen. Aanvankelijk waren 'de Leddscie kooplieden niet ongenegen een billijke huur te betalen, tot plotseling de Neder-, landsche Federatie van Binnenlandsche Kooplieden op het terrein verscheen, de Leidsche Kooplied en vereeniging in haar organisatie opnam, slijtagehuur pertinent weigerde en tot staking overging. De Leidsche veiling pakte de zaak di rect forsch aan, zoodat do Xeidsche bur gerij geen dag groenten, behoefte to mis sen, maar ze tegen veilings per ij zen kon be trekken. Inmiddels trachtten wij voortdurend tot overleg met de kooplieden te komen zij weigerden echter pertinent ieder over leg besloten werd op alle veilingen in het W-estland tegen zeer lage prijzen te koopen, om aldus hun Leidsche collega's te steunen; op Maandag, 25 Februari, werd dit besluit inderdaad ten uitvoer gebracht. Een storm van verontwaardiging over dezen aanslag op do veilingsooiganisatie ging op in heel het Westland alle vel lingen werden direct stopgezeten met enorme meerderheid werd in do vergade ringen besloten, zélf de producten naar do steden, co voeren en liet uit do hand ver* koopen strafbaar te stellen. Wij «telden ons onmiddellijk ia verbin ding met de gemeentebesturen van den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Haar lem en mochten do volledigste medewer king ondervinden, zoodat de verkoop aan de kleinhandelairen overal rustig kon ge schieden. Hiermede hebben wij een overzicht van het ontstaan van den strijd gegeven. Boo hij verloopon zal is nog niet te overzien. De veilingsoinga/ni&atie ds vast besloten den strijd door te zet/ton, daar zij er niet slechts in ziet een strijd tegen de slijtage heffing, maar vooral een strijd om de macht. Wie zal do baas zijn op de vei lingen, do tuinders of de kooplieden? Dit is de inzet van den strijd en daarom moe ten wij hem doorzetten met alle middelen en alle gevolgen. Het gaat voer den tuin der om het zijn of het niet-zijn hunner veilingsvereenigingenwant een veiling, waar do kooplieden do baas zijn, is geen veiling meer In bijna alle steden hebben de kleinhan delaren onze zijde gekozenzij hebben daarmede verstandig gedaan, want do machtswellust de.r grossiers beperkt zich niet tot de veilingen; reeds vroeger werd ons de eisch gesteld, dat de kleinhandela ren en de consumenten ver eenógangen va-a de veilingen moeeten worden geweerdwij hebben dezen eisch afgewezen. Maar zon den wij thans den strijd verliezen, dan zou ook deze eisoh onmiddellijk worden doorgezet en aldus de veilinghandel door een klein aantal grossiers zijn gemonopoli seerd. De kooplieden hebben iedere poging, om tob overleg te geraken, pertinent af gewezen. De tuinders hebben *deh voort durend bereid verklaard tot overleg, om dat -iedere stagnatie op de veilingen hun schade doet. Daarom hebben wij den eisch gesteld, dat eventueele geschillen geen. stagnatie op de veilingen mogen veroor zaken, maar langs scheidsrechterlijken weg moeten worden opgelost.. Terwijl dit ook op sociaal en zelfs op internationaal gebied als de meest aa.nrewcsen vornr wondt beschouwd om geschillen op te los sen, zijn de. leiders der kooplieden een an dere meening toegedaan. Volgens hbn geeft een abditrale uitspraak geen» vol doende zekerheid ook prof. Veraart zou geconcludeerd hebben op onjuist gronden! Niet alleen mondeling is echter de zaak door het scheidsgerecht behandeld, maar liet wederzijdsch standpunt rs in een tweetal memories schriftelijk uiteengezet, zoodat de kooplieden-arbiters ten volle in de gelegenheid zijn geweest, de argu menten der tuinders-arbiters te ontzenu wen! Het is toch al te naief om dan ach teraf een uitspraak nog te diskwaliflcco- ren. De tuinders zijn. du3 tot dezen strijd ge dwongen, omdat overleg door de koop lieden eenvoudig geweigerd is. pe veilin gen moeten nu zelf den binnenlandschen handel ter hand nemen, ten eind/3 te voov- komen, dab do groenten bederven, of dé steden zonder groenten zitten. Een ge weldige last is daarmede op onze schou ders gelegd, maar wij rekenen op de, me dewerking van de gemeentebesturen eu van do kleinhandelaren. Mocht in eenige steden, ten gevolge vau den strijd, een tekort aan groenten ont staan, dat dan de winkeliersvereenigingen of de marktbesturen ons waarschuwen, want stagnatie in de voedselvoorziening moet zoo mogelijk worden voorsomen. Daarom zijn wij onder deze omstandig heden zelfs bereid onze producten aan winkeliers wreenigimgen of combinaties van winkeliers iter plaatse te leveren. Leidsch Studentencorps, middag heeft in het gTooUaudic fcorium der Leidsche Universiteit de colle- giumswisseling van het Leidsdk Studen tencorps plaats gehad. De nieuwe prae-ses coüegii, de heer W. F. H. van Nievelt, hield daarbij een rede. Heb oude, tretsclie zeilschip, waarme.de> van deze plaaits het Leidsch Studenten corps zoo gaarne werd vergeleken, is, al dus de praeses, langzamerhand door do •talrijke verbeteringen, welke onze voor* gangers hebben aangebracht, een meer modern zeekasteel geworden. Het heeft een veel grooter aantal passagiers dan enkele jaren terug. Spreker betoogde verder, hoe nood zake lijk het is, dat de leden enthousiast 6»» men'werken, ook waar liet geldt de ver schillende sport-, muziek en andere vear- eenigiugon van liet Corps. Deze vereeni gingen sterk en krachtig te maken, zal ook tob verhooging van den bloei van het Corpsbij dragen en de kracht ervan naar buiten verhoogen. feuilleton. gestolen naam. ir bij voor mijner ziele zaligheid, dat p mij staaf, oen lage bc- blik neergeslagen. Zijne !'d bad hem geheel verlaten,doch te maken voor een steeds klim- kj dj» bij uitte door een vreese- ■°P zijn beschuldiger, f^ft u het recht mij dus te bolas- de markies do ViUepreux p--. Wie ben ik dan? Wilt gij jjü0 titels en familiepapieren aar''it mijnheer, uw verbeelding verre> gij verzint zonderlinge fa- lr weet, dat ik mij zal weten te Vwanneer men mij lastert, al roijne toevlucht tot de recht- ^n8en waren rood gekleurd. Hij stoutmoedigheid, die aan de flter woorden zou doen geloo- "i'd Elliott begon te twijfelen: ta!mf a-ntwoorddo Michel. 'S mijnheer, hier comedie te J®; bewaar dat voor later. Een n;.r.. a'"es ophelderen en zeg1- öogen en mijn geheugen mij toijui: bedriegen: Wat hebt gij voor mij gedaan? Waar hebben wij elkander vroeger ont moet?.., Welnu, spreek eens, zeg ons, dat gij geen leugenaar zïjt en dat gij niet over het erfgoed van eenen doode meester «peelt, of wellicht zelfs een moord ge pleegd hebt! Met een krachtig gebaar wilde Yves nog loochenen, maar zijn tong bleef in den mond vastklemmen. Hij kon niet antwoor den, hij gevoelde, dat hij verloren was. Michel barstte in een beleedigenden lach uit en zcide, zic-h tot lord Elliott wenden de: Gij ziet, hij is verforen. Hij antwoordt niet, omdat hij niet kan. Yves gevoelde, dat de strijd onmogelijk was. Zijnen beschuldiger opnieuw mei de rechtbank bedreigen, ware een vermetel heid, waarvan hij het eerste slachtoffer zou zijn, want men kon onmiddellijk getui gen oproepen. Al wie den markies do Vil- lepreux gokend hadden, zouden worden voorgebracht, om te zeggen, dal hij dc ech te markies niet was. Hij gevoelde ccne woede in zijn binnen ste opkomen, gelijk die van den gekwetsten leeuw, die men in een val heeft gelokt. Hoe moest hij nu ontsnappen? Zijn hoogmoedige houding, waarachter hij zich steeds verborgen had, zijne wils kracht welke hem tot dusver had terzijde gestaan, verlieten hem. Die twee mannen hadden zijn geheim doorgrond en hij durf de den blik niet tot hen verheffen. Hij werd laf en gevoelde nu hoe laag hij, de dief, stond tegenover die eerlijke, rechtschapen mannen. Maar verdedig u dan... verdedig u dan, riep Normand nogmaals uit. Gij spreekt van rechtbanken. Wie is er, dio de rcchLbank meer lo vreezen heeft dan gij? De misdaad, waarvan ik u beschuldig, be schuldig met volkomen zekerheid, is straf baar met oenige jaren dwangarbeidO, wees op uw hoede, wees voorzichtig, dat men u zelf niet op het schavot brengel Want wie zegt ons, dat gij, behalve een schriftvervalscher en een dief, ook goen ellendige moordenaar zijt. Dio laai ging den schuldenaar dwars door de ziel. Hij beet zich de lippen ten bloede van spijt en schaamte, om niet m luide woede uit te barsten... Hij wilde zich niet als lafaard, als moordenaar doen verdenken. Zijne verwrongen vingors had den. dien man willen yenvurgen, die zulk een verschrikkelijke beschuldiging tegen hem uitsprak. En toch bloef hij stom. Maar zijn wezen vertoonde in zijn trekken de teekenen van een woeslen strijd. Iedere beschuldiging was hem als een zweepslag vlak in hot aangezicht gestriemd. r Genoeg, riep hij eindelijk uit; genoeg. En hij ging voor lord Elliott staan. Luister, zeide hij met verstikte stem; o, wat moet ik zeggen? En onder de ontzettendste aandoening verpletterd, zweeg hij oen oogenblik. Welnu, ja, zeide hij na een oogenblik stilzwijgen; ja ik ben schuldig. Ik onder vond in dat bootje, waarin ik do eenig overgeblevene van den schipbreuk, 'gevon den werd, een gruwelijke verzoeking. Maar wat den moord betreft, waarvan gij mij beschuldigt, dat is oene beloediging, een eerloosheid. Ik ben geen moordenaar, dal zweer ik op «mijn eer. Op uwo eerl... spotte Normand. Welnu, bij al wat heilig is, ik zweer het bij den hemel. En hij wreef zich do'hand over het be zweet voorhoofd. Ja, ik heb zijn naam en erfgoed gesto len; later heb ik al het gewicht, al de laf heid van die daad begrepen, maar ik kon niet terug, ik beminde Helène te zeer, ja tot waanzinnig wordens toe. Spreken ware haar verzaken en ik zweeg, ik pleegde do •laagste misdaad van al, 't verraad. Hij boog het hoofd, ten prooi aan eeno verpletterende droefheid en zeide: Mijne heeren, gij zult mijn straf bepa len. Alleen, sta mij één verzoek toe: epaar een arme, onschuldige vrouw. En met dol'fe stem ging hij voort: Ik zal vertrekken, indien gij wilt, verrei van hier de vergetelheid en den dood zoo ken, maar laat haar rriot weten, hoe on waardig ik was. Mijn bloed wilde ik geven om een leugen le boeten; mijn leven omj haar één traan te besparen. Lord Elliott stond daar onbewoegüjï voor hem. Zijn blik was als staal, vol onbe- dwingbaren en onuitsprekelijken haat. Hft stond dien man aan to zien, in wiens bleek gelaat oen. schrikkelijke zielsangst te lo- zen wasMaar do zedelijke doodstrijd van den schuldige verteederde den Schob niet en zijn oog bleef onafgebroken op het| golaat van Yves gevestigd. Geen antwoord bekomende, herhaalde! deze Heb medelijden met haar! O, ondankal mijne lafheid, ondanks mijne misdaad be min ik haar toch!... En zij... Hoe zoel) zal zij lijden... Laat haar onwetend! En hij vouwdo de handen. Zie, hoe ik ween, ging hij voort.»,. Me delijden voor haar. Maar de blik van lord Elliott bleef ©Yett verpletterend als misprijzend. {Wordt vorvolgdi»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1921 | | pagina 3