STADSNIEUWS.
jede Blad.
jag 12 Maart 1921
ianciscne bericiuen.
ler a
aj. (W3goostad in Budapest
rinkel ij k o toestand.
jaarscliO correspondent van de
I l&:
€\i in Budapest is een der treu-
II •.lj&s bij do vredesvoorwaarden
Drie millioen Hongaren w er
aan liet zelfbcstummingsrechi
j^n-eeuwen-oude vaderland losgc-
wlfQ zicli onderweri>en aan vreem-
eilj uitingen. Hoewel hetverdrag en-
igSf, bevatte ten aanzien van het
hij, matJerheden", ziet de bescherming
Her in werkelijkheid bij de nieuwe
g i analisten zeer treurig uil. Be Srr-
(ooienen hebben de Hongaarsche
ambtelijk- en privaatieven ver-
1 telden werden personen, die op
rjarsch spraken gevangen ge-
q uit do ééne Zeveuburgsche stad
werden'over de 4800 families of-
ntJljout'U. Be Tchechen hebben in
j' i/ija 563 Hongaarsche scholen go-
is dan ook geen wonder, dat uit,
gebieden duizenden en duizenden
vele vroegere beambten, die het
hart konden krijgen, den nieu-
u eed van trouw af te leggen,
bedelaars terug naar den
looip van Hongarije,
den Midden-Europeeechea Stalen
«rlog, wegens gebrek aan bouw-
ta waardeloosheid vaai het geld,
(gelijk geweest te bouwen.
'^if'de al in vredestijd nagenoeg een
ronors, doch sinds de eind-kala-
er minstens 200.000 gevluchte fa-
ren gekomen, wien onderdak ver
worden. Het is to verklaren, dat
een schrijnend erg woninggebrek
er voor do telkens maar opnieuw
lingen aankomende treinen geen
te vinden was. Ondanks alle
rgedaan werd, om in den woning-
mien, do ontruiming van ka
chelen ontstond er bij de sta-
ide stad van wagons met vluchte-
rin de armsten met vrouw en kin-
r primitieve omstandigheden al
huizen. Vele zieke vrouwen en
Of cilocven vaak onder den bloolen
cr in do gasthuizen geen plaats
s, Volgens een oft'iciüele statistiek
bij hel begin van den winter nog
vagons als woningen gebruikt en
leer dan 10.000 menschen zonder
dit
rlucMcn behooren <ot don meer
't£i 1 AzAfeaaarssiand.
[flriba verstrooidheid.
lil kostbare momenten van ver-
iwdc-u uit het Zuiden van FTank-
Journal" bericht. Een zekere
op weg naar de Colo d'Azur, ver-
u;l eille een oogenblik haar trein, om
hot buffet te verfrisseheu. Toen
wel in do trein zat, en deze zich
(Uimorkelijkcn afstand van Mar-
bomerkte zij opeens, dat zij haar
de wachtkamer vergeten had. Het
lie. voor een waarde van 500.000
jnwcelcn. To Touilon, het vozende
rd terstond de politie gewaar-
naar Marseille geseind, doch tot
de roticulo van Mme Cohen nog
if geval wordt uit Nizza gemeld,
ip don morgen na mie-carême een
zc~' rouw Louise Miech, zich noemende
rivan, die als een Byzantijnsche
'®iden grootcn optocht had deelge-
tiara fer warde van 250.000 francs
jriend, den Russischcn groot-Indus-
osof in bewaring gegovon. Beze,
Migszins zorgeloos in zijn doen en
hi ding in zijn vostzak gestoken,
itodwcg vergeten. Hij gaf bovendien
kamermeisje om bet ter be-
lf eca kleermaker te brengen, en
laat natuurlijk, dat hij er de
i laten zitten. Zooals te verwachten
ïich reeds anderen het lot van
letrokken en de politie doet thans
fc let sieraad terug te vindon.
Afschuwelijke moord.
liitscho grensplaatsjo Liedcrn bij
icct men deze week de vrouw van
'uwer J. E. met gespleten schedel in
"Wanden. Op weg naar het zieken
pul
als
rga
1)0!
huis te Bocholt stierf zy. Haar man is als
verdacht van moord in hechtenis genomen. Hij
wordt beschuldigd zijn vtouw van den zolder
te hebben geworpen en met een bijl -te hebben
afgemaakt.
Dieveggen.
Eenigen tijd geleden -kwam, naar uit Pariji
wordt medegedeeld, de controlecommissie van
Financiën tot de ontdekking, dat er van een
partij aan het verkeer onttrokken bons van
do Nationale Verdediging, niet minder dan
41 van 10.000 francs en 40 van 1ÜOÜ francs
v. rdv.enen waren. Bij het onderzoek, dal
de politie terstond instelde, bleek, dat twee
vrouwelijke beambten van den betrokken
dienst zich sinds Becember j.l. aan verschil
lende diefstallen, waaronder die dor verdwe
nen bons hadden schuldig gemaakt. Zij heb
ben bekend, en verklaarden tevens dat zij
reeds voor een bedrag van 218.000 francs aan
bons hadden ingewisseld. Bit laatste werd
vergemakkelijkt door het feit, dat het mi
nisterie van Financiën het niet noodig geoor
deeldhad, de aan het verkeer onttrokken
bonds duidelijk te merken, doch zo slechts aan
eenpen had geregen, waardoor een klein
gaatje in elke bon werd gemaakt. Boor ech
ter de randen van dit gaatje met een bran
dende cigarette te verschroeien, kon gemak
kelijk aannemelijk worden gemaakt, dat een
onachtzaam rookcr een ongeluk met do bon
had gehad.
Be politie heeft 205.000 francs ten huize
van de dieveggen teruggevonden. Be bons, die
zij nog niet hadden ingewisseld, waren echter
verdwenen. Zij zeggen deze te hebben ver
brand, toen zij Jont begonnen te ruiken.
Een bandietenbende.
Naar uit Tunis wordt bericht, heeft dezer
dagen het proces tegen de bandieten van Zag-
hoean een aanvang genomen. Bij dit proces
zijn 19 inlanders betrokken. Gedurende 3 jaar
heeft deze beruchte bende, dio in de bergen
van Centraal-Tunis haar schuilplaats had, de
geheel© streek van Zaghoean door haar
strooptochten onveilig gemaakt.
Be oprichter van de troep was èen zekere
Koeider ben Mohamcd, een ambtenaar in
dienst van het protectoraat, die als sjeik van
de streek een grooten invloed op zijn rotge-
nooten had. Hij verschafte hun munitie en
wapenen, en, aldus good toegerust, begonnen
de bandieten in 1917 met hun. bedrijf. Lu den
beginne pleegden zij talrijke diefstallen in do
buurt, terwijl zij zich tevens aan meisjesroof
schuldig maakten. In 1918 weiden zij stout
moediger, en plunderden o.ar een Fransche
kantine te Khanguet. Het onderzoek, dat door
do autoriteiten word ingesteld, leidde toen tot
do arrrestalie van Sjeik Koeider, die kort
daarna in de gevangenis overleed.
Bij de achtervolging van de rest van de
bende weiden twee politiebeambten gedood en
verscheidene gewond. Een ware expeditie werd
toen uitgerust tegen de roovers, en het kwam
tot een completen veldslag met hen, maar het
resultaat van dit alles was zeer goring. Be
bandieten werden «in tegendeel al brutaler en
brutaler, en het aantal door hen geploegde
diefstallen en misdaden werd bij den dag
groot.r. In Becember 1818 namen zij zelfs
een autc», waarin Fransche officieren waren
gezetov, onder vuur. Be wegen waren niet
meer veilig. Ben 12den Januari 1919 haalden
de roovers echter een buitengewoon brutaal
stukje uit. Zij trokken toen op klaarlichten
dag het dorp St. Mari-Duzit binnen, terro
riseerden en plunderden do bevolking cn ver
wondden een Italiaanschen kantinehouder.
Bit deed den beker overloopen, en do Te-
geering rustfe een nieuwe expeditie tegen de
bende uit. Er had een hevig gevocht plaats in
do bergen, waarbij aan beide zijden verschil
lende personen werden godood en o gewond'.
Het meerendeel der bandieten weid echter
gevangen genomen en slechts enkelen slaagden
er in, langs hun alleen bekende bergpaden te
ontsnappen. Ongetwijfeld zal de doodstraf
worden g eischt tegen verscheidenen der ge
arresteerden.
BIN NE NL AN D.
RIJK NEDERLAND?
Uit de Jaarcijfers over 1919 blijkt, dat
het vermogen in ons land, dat onder do
vermogensbelasting val bedroeg:
1914—15 7.680 millioen
1915—'16 7.311 millioen
1918—'19 11.379 millioen
1919— 20 12.108 millioen
Het aantal millionnairs was:
1914—'15 G50
1915—'16 G08
1918—'19 950
1919—20 1105
Dit staatje ontleenen wij aan de roode
„Voorwaarts", die het publiceert om den
arbeiders diets te maken, hoe sterk de Hol-
landshce kapitalisten er gedurende den
oorlog op zijn vooruitgegaan.
En toch is niets minder waart In de Eer
ste Kamer heeft de Minister van Financiën
Woensdag j.l. nog eens goed doen uitko
men!, dat we slechts schijnbaar rijker zijn
geworden. Doordien onze gulden nog maar
de helft van de voor-oorlogsche koop
kracht heeft, zijn we feitelijk armer ge
worden. Zoo hebben de sociaal-democra
ten altijd beweerd, dat de arbeider, wiens
loon sedert Augustus 1914 enkel verdub-,
beid is, door do duurte der levensmiddelen,
er feitelijk op is achteruitgegaan. Met dien
maatstaf moet derhalve ook ons nationaal
bezit worden gemeten. En dan komt een
ieder tot de overtuiging, dat de 1&408 mil
lioen, die wij einde 1920 rijk waren, een
kleinere waarde vertegenwoordigen dan de
7.680 millioen, ons bezit in 1914.
„Tijd".
De overtreding van do Arbeidswet.
Een onjuist bericht.
Wij hebben gisteren melding gemaakt
van een bericht uit de „Tel.", waarin ge
zegd werd, dat de werkzaamheden aan de
Rolterdamsche Droogdok-Maatschappij te
Rotterdam eischten, dat er j.l. Zondag ar
beid verricht moest worden. De Minister
van Arbeid weigerde dispensatie van het
verbod van Zondagsarbeid. Toch deed de
directie het werk op Zondag uitvoeren, niet
gevolg dat door de politie proces-verbaal
is opgemaakt van deze overtreding der Ar
beidswet.
Naar aaDleiding van dit bericht heeft een
der Rolterdamsche berichtgevers zich tot
de directie der Droogdok-Maatschappij ge
wend. Deze deelde hem mede, dat het be
richt totaal onjuist was. Het oenige waro
er in is, dat Zondag op de werf gewerkt is.
Do inspecteur van den arbeid in het 3e
district, de heer Last, wees den medewer
ker er nog op, dat de Droogdok-Maatschap
pij ingevolge het Werktijdenbesluit geresh
tigd is op Zondag te laten werken. Er is
dus geen sprake van de noodzakelijkheid -
om dispensatie te verkrijgen, en zeker niet
van een bekeuring.
Ned. R.-K. Volksbond.
Woensdag 6 April a.s. zal in 't gebouw
„St. Bavo" te Haarlem de 31s(.e algempene
vergadering plaats hebben van den Centra-
len Raad van den Ned. R.-K. Volksbond.
Des morgens te half negen zal te Haar
lem in een nader aan te geven kerk een H.
Mis worden opgedragen voor de zielerust
van den oud-president, den heer W. G. J.
Passtoors z.g.
Op de agenda, die 17 punten bevat, komt
o.m. voof:
Verkiezing van vijf leden in het Cen
traal Bestuur, wegens periodieke aftreding
van do heeren Ch. L. v. d. B'lt, B. J Greb
ben, Th. G. C. Hooy, A. J. Loerakker en J.
W. Smit. De aftredenden stellen zich her
kiesbaar.
Verder komt op de agendo, voor: verkie
zing van een voorzitter; voorstel van het
Centraal Bestuur tot benoeming van een
secretaris van den Arbeid, wegens bedan
ken van den heer M. L. A. Klein.
Een voorstel van do afd. O verveen, om
het bureau van den Bond, dat thans tc
L e i d o n is- gevestigd,over te plaatsen naar
Amsterdam.
Uit het financieel verslag blijkt, dat een
batig saldo valt te constatoeren van 832.92
De ontvangsten bedroegen 19619.28 tegen
de uitgaven ƒ18816.36.
Op 31 Dec. 1919 telde do Bond 28000 le
den, wolk getal op 31 Doe. 1920 de 30.000
overschreed.
Het aantal afdeelingen steeg van 106 tot
112, door aansluiting van de afd. Beem-
ster, Egmond-Binnen, Heiloo, Nieuwkoop,
Noorden en Wormer. Een poging om ook
te Rhoon een afdeeling t.e stichten, mis
lukte, wegens tc geringe deelname.
To Heer Hugowaard-Noord en Monniken
dam zijn nieuwe afdeelingen in voorberei
ding.
Het conflict tusschen de Tuinbouw
veilingen en de binnenlandsche kooplieden
(grossiers).
Het Centra-al Bureau der Tukibouwvea-
lingeai ia Den Haag schrijft on-s
Nu de strijd, t-uaschen de tuinbouwvei
lingen en de grossiers niet me,er tot bet
veiligs terrein beperkt is gebleven, maar
tot aa-n den kleinhandel, ja zelfs reeds
tot aan de consumenten is uitgestrekt,
komt het ons gewensch-t voor, omtrent de
veilingen in het algemeen en dezen strijd
in het bijzonder een en ander te publicee-
ren.
Er bestaan in Nederland ongeveer 180
itaiinb o u w vei Jings ver ceniginigen, waarvan
ongeveer alle tuinders (plus minus 60.000)
lid zijn. De producten worden ctoor de
tuinders op de veilingen aangevoerd en
daar bij afslag verkocht d.otxr middel van
een afmij-nitoestek
In 1918 bereikten de gezamenlijke vei-
lingsomzobten een totaal bedrag van bijna
120 mililioen guldénin 1920, ondanks de
ongunstige omstandigheden em den slech
ten fnuifoogafc, eè.i bedrag van meer dan
60 millioen guldenUit deze cijfers blijkt,
v>an welk een enorm belang de veilingen
voor den tuinbouw zijn.
Een rechtvaardiging van het; veiAings-
Bysteem te geven zou ons te ver voeren
genoeg zij op te meuken, dat sinds het
veilingssys-teem is ingevoerd aan het den-
boer-opgaan van geweitenlooze commissio-
naiz» een einde is gemaakt en de tuinders
den werkelijken marktprijs voer hun pro
ducten ontvangen; immers op de veilin
gen wordt dé prijs bepaald door vraag en
aanbod.
Uit den aard van het veibmgssysteem
volgt, dat op de veilingen twee catego
rieën van personen noodzakelijk zijn: tuin
ders, dier aanvoeren, en kooplieden, die
afnemen. De kooplieden zijn dus voor het
veilen een noodzakelijk element; steeds
hebben de ve-ilingsbesturen dat ingezien
en zooveel mogelijk met hen ovenleg ge
pleegd aangaande hun wenschen.
Hoe is dan nu plotseling een felle
strijd tussohen veilingen en hooplieden
ontstaan
De veilingen wer.scliten eenhejdsfust in
te voeren; dat beteekent: gelijkvormige
manden en -kisten, die eigendom der vei-
lingsvereenigdngen zijn. Uitgeroeid diende
tamelijk te worden het misbruik, dat
tuinder A zij-n- tomaten in een mandje
van 6 pond, tuinder B in een van 71/2
pond, tuinder C in ©en kistje en tuinder
D in een zakje aanvoerde.
Uit de invoering van eenheidsfust
vo-lgde de slijtagehuurdat betee-kent, dat
de kooplieden, die de door hen gekochte
prducten niet binnen 24 uur hadden o ver-
gepakt in eigen fust, huur zouden moeten
betalen wegens gebruik van he-t fust der
veiling.
Reeds in 1919 we;rd door de veilingsbe-
sturen in Zuid-Holland op betaling van
huur aangedrongen, echter zonder suc
ces. In Med 1920 weigerden de kooplieden
langer huur te betalen in Loosduinen,
waar deze heffing reeds vroeger was in
gevoerd de besturen der beidé Loos-
d uóns ch ei veilingen bes-loten echter tot iede
ren prijs de heffing to handhaven; bijna
kw.am het tot een staking, toen op het
laatste oogenblik door do kooplieden en
de twee veilingsbesturen besloten werd do
kwestie v-oor een Scheidsgerecht te bren
gen welks uitspraak bindned zou zijn voor
beide partijen voor 2 jaar. Het Scheidsge
recht werd gevormd door 2 afgevaardig
den der kooplieden en twee afgevaardig
den der veilingen, die als onpanwjdig voor
zitter kozen prof. mr. Veraart. Deze oom-
missie Veraart overwoog „dat het met de
billijkheid als met het recht overeenstemt,
dat er door de kooplieden wordt bijgedra
gen tot liet in stand houden van een fust,
waarvan het voortdurende gebruik den
kooplieden in niet geringe mate ten goe,-
de komt" en bepaalde, „dat bij de Loos-
duin scho Groentenvciliingen gedurende den
itenmijn van 15 April 1920 tot 1922 ten
laste der kooplieden een - elijtagegeld zal
worden geheven van 1 pCfc., terwijl van
fust, dat aanstonds aa den verkoop op
de veiling zelf wordt geledigd, geen hef
fing verschuldigd as."
Hiermede is voor de veilingen de reclit-
maitigheid der slijtageheffing vastgelegd.
Zich beroepende op deze uitspraak, wil
den mu ook andere veilingen, siij'tagenuur
invoeren, met name do veiling te Leidon.
Het Leidsche veilingsbestuur gaf ^aaii- de
Loidscke kooplieden kennis .van zijn voor
nemen en noodigde hen uit tot bespre
kingen. Aanvankelijk waren 'de Leddscie
kooplieden niet ongenegen een billijke
huur te betalen, tot plotseling de Neder-,
landsche Federatie van Binnenlandsche
Kooplieden op het terrein verscheen, de
Leidsche Kooplied en vereeniging in haar
organisatie opnam, slijtagehuur pertinent
weigerde en tot staking overging.
De Leidsche veiling pakte de zaak di
rect forsch aan, zoodat do Xeidsche bur
gerij geen dag groenten, behoefte to mis
sen, maar ze tegen veilings per ij zen kon be
trekken.
Inmiddels trachtten wij voortdurend
tot overleg met de kooplieden te komen
zij weigerden echter pertinent ieder over
leg besloten werd op alle veilingen in
het W-estland tegen zeer lage prijzen te
koopen, om aldus hun Leidsche collega's
te steunen; op Maandag, 25 Februari,
werd dit besluit inderdaad ten uitvoer
gebracht.
Een storm van verontwaardiging over
dezen aanslag op do veilingsooiganisatie
ging op in heel het Westland alle vel
lingen werden direct stopgezeten met
enorme meerderheid werd in do vergade
ringen besloten, zélf de producten naar do
steden, co voeren en liet uit do hand ver*
koopen strafbaar te stellen.
Wij «telden ons onmiddellijk ia verbin
ding met de gemeentebesturen van den
Haag, Amsterdam, Rotterdam en Haar
lem en mochten do volledigste medewer
king ondervinden, zoodat de verkoop aan
de kleinhandelairen overal rustig kon ge
schieden.
Hiermede hebben wij een overzicht van
het ontstaan van den strijd gegeven. Boo
hij verloopon zal is nog niet te overzien.
De veilingsoinga/ni&atie ds vast besloten
den strijd door te zet/ton, daar zij er niet
slechts in ziet een strijd tegen de slijtage
heffing, maar vooral een strijd om de
macht. Wie zal do baas zijn op de vei
lingen, do tuinders of de kooplieden? Dit
is de inzet van den strijd en daarom moe
ten wij hem doorzetten met alle middelen
en alle gevolgen. Het gaat voer den tuin
der om het zijn of het niet-zijn hunner
veilingsvereenigingenwant een veiling,
waar do kooplieden do baas zijn, is geen
veiling meer
In bijna alle steden hebben de kleinhan
delaren onze zijde gekozenzij hebben
daarmede verstandig gedaan, want do
machtswellust de.r grossiers beperkt zich
niet tot de veilingen; reeds vroeger werd
ons de eisch gesteld, dat de kleinhandela
ren en de consumenten ver eenógangen va-a
de veilingen moeeten worden geweerdwij
hebben dezen eisch afgewezen. Maar zon
den wij thans den strijd verliezen, dan
zou ook deze eisoh onmiddellijk worden
doorgezet en aldus de veilinghandel door
een klein aantal grossiers zijn gemonopoli
seerd.
De kooplieden hebben iedere poging,
om tob overleg te geraken, pertinent af
gewezen. De tuinders hebben *deh voort
durend bereid verklaard tot overleg, om
dat -iedere stagnatie op de veilingen hun
schade doet. Daarom hebben wij den eisch
gesteld, dat eventueele geschillen geen.
stagnatie op de veilingen mogen veroor
zaken, maar langs scheidsrechterlijken
weg moeten worden opgelost.. Terwijl dit
ook op sociaal en zelfs op internationaal
gebied als de meest aa.nrewcsen vornr
wondt beschouwd om geschillen op te los
sen, zijn de. leiders der kooplieden een an
dere meening toegedaan. Volgens hbn
geeft een abditrale uitspraak geen» vol
doende zekerheid ook prof. Veraart zou
geconcludeerd hebben op onjuist gronden!
Niet alleen mondeling is echter de zaak
door het scheidsgerecht behandeld, maar
liet wederzijdsch standpunt rs in een
tweetal memories schriftelijk uiteengezet,
zoodat de kooplieden-arbiters ten volle
in de gelegenheid zijn geweest, de argu
menten der tuinders-arbiters te ontzenu
wen! Het is toch al te naief om dan ach
teraf een uitspraak nog te diskwaliflcco-
ren.
De tuinders zijn. du3 tot dezen strijd ge
dwongen, omdat overleg door de koop
lieden eenvoudig geweigerd is. pe veilin
gen moeten nu zelf den binnenlandschen
handel ter hand nemen, ten eind/3 te voov-
komen, dab do groenten bederven, of dé
steden zonder groenten zitten. Een ge
weldige last is daarmede op onze schou
ders gelegd, maar wij rekenen op de, me
dewerking van de gemeentebesturen eu
van do kleinhandelaren.
Mocht in eenige steden, ten gevolge vau
den strijd, een tekort aan groenten ont
staan, dat dan de winkeliersvereenigingen
of de marktbesturen ons waarschuwen,
want stagnatie in de voedselvoorziening
moet zoo mogelijk worden voorsomen.
Daarom zijn wij onder deze omstandig
heden zelfs bereid onze producten aan
winkeliers wreenigimgen of combinaties
van winkeliers iter plaatse te leveren.
Leidsch Studentencorps,
middag heeft in het gTooUaudic
fcorium der Leidsche Universiteit de colle-
giumswisseling van het Leidsdk Studen
tencorps plaats gehad. De nieuwe prae-ses
coüegii, de heer W. F. H. van Nievelt,
hield daarbij een rede.
Heb oude, tretsclie zeilschip, waarme.de>
van deze plaaits het Leidsch Studenten
corps zoo gaarne werd vergeleken, is, al
dus de praeses, langzamerhand door do
•talrijke verbeteringen, welke onze voor*
gangers hebben aangebracht, een meer
modern zeekasteel geworden. Het heeft
een veel grooter aantal passagiers dan
enkele jaren terug.
Spreker betoogde verder, hoe nood zake
lijk het is, dat de leden enthousiast 6»»
men'werken, ook waar liet geldt de ver
schillende sport-, muziek en andere vear-
eenigiugon van liet Corps. Deze vereeni
gingen sterk en krachtig te maken, zal
ook tob verhooging van den bloei van het
Corpsbij dragen en de kracht ervan naar
buiten verhoogen.
feuilleton.
gestolen naam.
ir bij
voor
mijner ziele zaligheid, dat
p mij staaf, oen lage bc-
blik neergeslagen. Zijne
!'d bad hem geheel verlaten,doch
te maken voor een steeds klim-
kj dj» bij uitte door een vreese-
■°P zijn beschuldiger,
f^ft u het recht mij dus te bolas-
de markies do ViUepreux
p--. Wie ben ik dan? Wilt gij
jjü0 titels en familiepapieren
aar''it mijnheer, uw verbeelding
verre> gij verzint zonderlinge fa-
lr weet, dat ik mij zal weten te
Vwanneer men mij lastert, al
roijne toevlucht tot de recht-
^n8en waren rood gekleurd. Hij
stoutmoedigheid, die aan de
flter woorden zou doen geloo-
"i'd Elliott begon te twijfelen:
ta!mf a-ntwoorddo Michel.
'S mijnheer, hier comedie te
J®; bewaar dat voor later. Een
n;.r.. a'"es ophelderen en zeg1-
öogen en mijn geheugen mij
toijui:
bedriegen: Wat hebt gij voor mij gedaan?
Waar hebben wij elkander vroeger ont
moet?.., Welnu, spreek eens, zeg ons, dat
gij geen leugenaar zïjt en dat gij niet over
het erfgoed van eenen doode meester
«peelt, of wellicht zelfs een moord ge
pleegd hebt!
Met een krachtig gebaar wilde Yves nog
loochenen, maar zijn tong bleef in den
mond vastklemmen. Hij kon niet antwoor
den, hij gevoelde, dat hij verloren was.
Michel barstte in een beleedigenden lach
uit en zcide, zic-h tot lord Elliott wenden
de:
Gij ziet, hij is verforen. Hij antwoordt
niet, omdat hij niet kan.
Yves gevoelde, dat de strijd onmogelijk
was. Zijnen beschuldiger opnieuw mei de
rechtbank bedreigen, ware een vermetel
heid, waarvan hij het eerste slachtoffer
zou zijn, want men kon onmiddellijk getui
gen oproepen. Al wie den markies do Vil-
lepreux gokend hadden, zouden worden
voorgebracht, om te zeggen, dal hij dc ech
te markies niet was.
Hij gevoelde ccne woede in zijn binnen
ste opkomen, gelijk die van den gekwetsten
leeuw, die men in een val heeft gelokt.
Hoe moest hij nu ontsnappen?
Zijn hoogmoedige houding, waarachter
hij zich steeds verborgen had, zijne wils
kracht welke hem tot dusver had terzijde
gestaan, verlieten hem. Die twee mannen
hadden zijn geheim doorgrond en hij durf
de den blik niet tot hen verheffen. Hij werd
laf en gevoelde nu hoe laag hij, de dief,
stond tegenover die eerlijke, rechtschapen
mannen.
Maar verdedig u dan... verdedig u
dan, riep Normand nogmaals uit. Gij
spreekt van rechtbanken. Wie is er, dio de
rcchLbank meer lo vreezen heeft dan gij?
De misdaad, waarvan ik u beschuldig, be
schuldig met volkomen zekerheid, is straf
baar met oenige jaren dwangarbeidO,
wees op uw hoede, wees voorzichtig, dat
men u zelf niet op het schavot brengel
Want wie zegt ons, dat gij, behalve een
schriftvervalscher en een dief, ook goen
ellendige moordenaar zijt.
Dio laai ging den schuldenaar dwars
door de ziel. Hij beet zich de lippen ten
bloede van spijt en schaamte, om niet m
luide woede uit te barsten... Hij wilde
zich niet als lafaard, als moordenaar doen
verdenken. Zijne verwrongen vingors had
den. dien man willen yenvurgen, die zulk
een verschrikkelijke beschuldiging tegen
hem uitsprak.
En toch bloef hij stom. Maar zijn wezen
vertoonde in zijn trekken de teekenen van
een woeslen strijd. Iedere beschuldiging
was hem als een zweepslag vlak in hot
aangezicht gestriemd.
r Genoeg, riep hij eindelijk uit; genoeg.
En hij ging voor lord Elliott staan.
Luister, zeide hij met verstikte stem;
o, wat moet ik zeggen?
En onder de ontzettendste aandoening
verpletterd, zweeg hij oen oogenblik.
Welnu, ja, zeide hij na een oogenblik
stilzwijgen; ja ik ben schuldig. Ik onder
vond in dat bootje, waarin ik do eenig
overgeblevene van den schipbreuk, 'gevon
den werd, een gruwelijke verzoeking. Maar
wat den moord betreft, waarvan gij mij
beschuldigt, dat is oene beloediging, een
eerloosheid. Ik ben geen moordenaar, dal
zweer ik op «mijn eer.
Op uwo eerl... spotte Normand.
Welnu, bij al wat heilig is, ik zweer
het bij den hemel.
En hij wreef zich do'hand over het be
zweet voorhoofd.
Ja, ik heb zijn naam en erfgoed gesto
len; later heb ik al het gewicht, al de laf
heid van die daad begrepen, maar ik kon
niet terug, ik beminde Helène te zeer, ja
tot waanzinnig wordens toe. Spreken ware
haar verzaken en ik zweeg, ik pleegde do
•laagste misdaad van al, 't verraad.
Hij boog het hoofd, ten prooi aan eeno
verpletterende droefheid en zeide:
Mijne heeren, gij zult mijn straf bepa
len. Alleen, sta mij één verzoek toe: epaar
een arme, onschuldige vrouw.
En met dol'fe stem ging hij voort:
Ik zal vertrekken, indien gij wilt, verrei
van hier de vergetelheid en den dood zoo
ken, maar laat haar rriot weten, hoe on
waardig ik was. Mijn bloed wilde ik geven
om een leugen le boeten; mijn leven omj
haar één traan te besparen.
Lord Elliott stond daar onbewoegüjï
voor hem. Zijn blik was als staal, vol onbe-
dwingbaren en onuitsprekelijken haat. Hft
stond dien man aan to zien, in wiens bleek
gelaat oen. schrikkelijke zielsangst te lo-
zen wasMaar do zedelijke doodstrijd
van den schuldige verteederde den Schob
niet en zijn oog bleef onafgebroken op het|
golaat van Yves gevestigd.
Geen antwoord bekomende, herhaalde!
deze
Heb medelijden met haar! O, ondankal
mijne lafheid, ondanks mijne misdaad be
min ik haar toch!... En zij... Hoe zoel)
zal zij lijden... Laat haar onwetend!
En hij vouwdo de handen.
Zie, hoe ik ween, ging hij voort.»,. Me
delijden voor haar.
Maar de blik van lord Elliott bleef ©Yett
verpletterend als misprijzend.
{Wordt vorvolgdi»