Tweede Blad,
Donderdag 24 Februari S92I
Üii de Pers.
de coalitie v/eg?
Heb H uisge zin schrijft
De christel ij k-historische „Ncdedl ander"
jiieb langer over „coalitie" gesproken
foebberi
j pii woord, zegt zij, liad zin, boon vóór
de stembus door politieke partijen een ver
bond moest worden gesloten, waarbij a-f-
sprakeu werden gemaakt oaitirenit candida
te verdoeling over de distirioton, program,
mot hot resultaot dat men bij de stembus
als oen eenheid optrad.
Het evenredig kiesstelsel heeft aam dit all
ies eon einde gemaaktieder partij is bij
de stembus zich zelf.
Heit woord „coalitie" vemdoezeib het eige
ne van iedere partij en dient dus opgebor-
an.
Formeel beeft de „Nederilaaiclear volko
men gelijk.
Hot nieuwe kiesstelsel heeft' aan het
6tefflbus-bomdgenoofcschap aan stembus-
eispraken en stem bus-inschikkel ij kh eden
een etude gemaaktdit is dinkae.ranit aan
stelsel.
Maar heeft het daatnom ook het wezen
der coalitie aangetast, en is het noodzake
lijk dat het dit aantast?
Ons dunkt van niet.
He coalitie van vroeger beoogde., indien
9e stembusstrijd haar gunstig was, geza
menlijk het bewind te aanvaarden.
Was de stembus haar ongunstig, dan
vormde zij to zamen een aaneengesloten
oppositie.
Het sameugaan der ooali&eerende partijen
vas intusschen gegrond op overeejistem-
ImÈng in politieke inzichten, op aanvaar
ding van dezelfde begimseieoi en eensigtezaincl'
leid omtrent punten, van praotdsche ac-
tueele politiek.
Zender dit alles zou een coalitie onbe
staanbaar en misleidend zijn geweest.
Welnu.
Wat is er feitelijk veranderd in het we-
eea der zaak
Dc stembue-afspraken en sbembus-in-
echifckelijl eden vormden toch niet den
inhoud, bepaalden toch niet het karakter
der coalitie.
Die werden gevonden in de overeenstem
ming r programs, in de richting die
uit wilde en de richting die men ue-
êfcreed.
I? dit ook niet thans nog zoo 1
Btejleu Katholieken, antd-revolutionjnad-
ien en christelijk-historischein programs
rast, die mijlen ver uiteenloopen, in plaats
Iran elkaar omtrent de aotueede, urgente en
pmeüsche punten te dekken, dan kan e,r
na den atembusstrijd van samengaan, geen
e zijn, maar dit had ook vroeger niet
gekund vóór den stembus strijd.
De vraag is, zoo niet uitsluitend, dan
toch hoofcdzaak: loopen de. inzichten der
drie partijen van de rechterzijde thans zoo
ver uiteen dat van het vormen ecner -re
geringsmeerderheid geen sprake kan zijn,
dat n rech tsche coalitie in don zin van
overeenstemming omtrent de hoofdpunten
van actueel en pnaetisch staatsbeleid niet
meer lean worden gesproken?
Wij weten niet, wat er gebeurd kan zijn,
dat een bevestigende beantwoording dior
mag zou meebrengen.
Voor ons is het kiesstelsel iets acciden
ts en do overeenstemming in inzichten
de kern en het wezen.
wij zouden het bejammeren, anclien
om iets accidenteels en formeels het be
grip coalitie" werd prijsgegeven, dat do
leoksche Mczcrsgroepen zich in boogaren
ril, los van het sitembuavcirband, heeft
doen beschouwen als een eenheid.
Van alles wat.
Even vastleggen.
Nu gaat de Lente het toch heusch meenen.
ij is den laatst en tijd zoo lachs en zonnig, zoo
geheel andc-rs dan vroeger: niet meer nukkig
«Qguur. Zij zet geen pruillipje, trekt niet meer
wn zuur gezicht, ale een bakvischje dat uit
haar humeur is, maar speelt alle dagen zulk
Ncoi weer, dat wij van de weeromstuit wel
fflee moeten lachen of wij willen of niet. Je
moet a' e;,Q geweldige zuurpijp zijn als je met
WD fihak gezicht kunt blijven kijken naar een
W» lachende oogen en zelfs do meest zwaar-
go zwartkijker loopt in deze dagen vol
nieuwen levenslust in het zonnetje.
Het jonge volkje, dat nauwelijks mistroostig
makon is met een heelen dag regen, is nu
ti het oerste lenteweer heelemaal niet meer te
houden. Zij springen en joolon langs de stra
in dat hot een lieve lust is. De ouwe heertjes
Probecren nu heel voorzichtig of ze hun bouf-
ante kunnen aflaten en philoeopheeren er-
over of het windje misschien nog piet te frisch
'9- Ze maken oen extra wandelingetje door het
antsoen, maar durven nog niet op de ban-
*en le gaan zitten.
Als .e iemand tegenkomt op straat, beweer
je met een luchtige, opgeruimde slem, dat het
l *®ei*je is en je kijkt eens naar de lucht,
oi je er eonig verstand van hadt.
He dames vinden dat ze nu toch onmogelijk
M?er een winterhoed kunnen op hebben, en
toeten ze bepaald een nieuwe mantel heb-
en zo hebben daar zoo'n lief blousje ge-
?eD' ^ééldig! en heelemaal niet duur, en je
2 "werkelijk niet meer buiten. Menigeen
ln zijn dikke winterjas nu wat te warm en
t zijn toevlucht tot de.... regenjas!
ion£®lui hebben het plotseling zoo ge-
0 'K heet gekregen, dat ze absoluut geen jas
60r verdragen, behalve misschien een
I, s*"u^0ndie je nog leunt zien met een
zoo'n ^a' *e Han ook jammer om
■e»»!. lU? 200 sauw weg te doen, want 't staat
'«bazend chic.
bÜn Pr0'K' Ven of w'^ 'n0o niet bi de serre
en zdten. en do ramen van onze kamer
DR. VAN LEEUWEN OVER DE S.D.A.P.
In een viertal artikelen geoft Dr. J. van
Leeuwen in de Telegraaf een- uiteen
zetting van de redenen die hem noopten, na
zijn afdanking als wethouder te Utrecht,
de S. D. A. 1J. te verlaten.
Aan het laatste artikel waarin hij zijne
ervaringen in die partij in het kort om
schrijft is het Volgende ontleend:
Allereerst heb ik ervaren, dat, in strijd
met de eerste eischen van het socialisme, m
de S. D. "A. P. niet bie- l\ts iedere eerh'eft
voor de persoonlijkheid van den enkelen
mensch ontbreekt maar daarin zelfs geen
plaats is voor eon zoodanige» eerbied,
niet slechts, zelfs aan den trouwslen en
moest overtuigden werker, niet wordt toe
gestaan, in overeenstemming met en in
aansluiting aan zijn persoonlijke aanleg en
zijn persoonlijke gaven te arbeiden, zelfs
niet wanneer hij daarbij volkomen rekening
houdt met do beginselen, het program en
het belang der S. D. A. P., nVaar aan zijn
persoonlijkheid een zoodanige» dwang
wordt opgelegd, dat hij zelf daaronder
lijdt en zijn werk daardoor wordt bedor
ven.
Vandaar, dat zoo velen na kortoren of
langoren tijd voor de S. D. A. P. te 'heb
ben gearbeid, zich ontgoocheld aan dien
arbeid onttrekken. Vandaar, dat zoovelen,
die door hun levensbeschouwing tob toetre
den tot de S. D. A. P. gedreven worden,
toijh 1-en slotte buiten deze pariij blijven,
afgeschrikt door hetgeen zij in die partij
waarnemen.
Ik weet bij ondervinding, dat nooit be
tere arbeid wordt verkregen en nooit groo-
tere arbeidsvreugde en arbeidsvoldoening,
dan wanneer men ten volle rekening houdt
met de persoonlijkheid en het persoonlijk
leven van hen, aa-n wie men dien arbeid
toevertrouwt. Ik weet, helaas, ook bij on
dervinding, dat iets dergelijks in de IS. D.
A. P. onbestaanbaar is.
In de tweede plaats heb ik ervaren, dat,
al weer in strijd met de eerste eischen van
het socialisme, in de S. D. A. P. iedere ber
hoorlijke opvoeding van de partijloden 'tot
dcgelijken partijarbeid en tot goede, flinke
ontwikkelde, sociaal-democraten, achterwe
ge blijft. Zelfs wordt een dergelijke opvoe
ding doorgaans overbodig en in strijd met
het partijbelang geacht. En toch zou. ter
wille van het socialisme, ter wrille van den
vooruitgang der mensehheid, ter wille van
de maatschappij-ontwikkeling, niets meer
en niets eerder noodig zijn dan dat. Im
mers, wanneer men wil komen tot een
maatschappij, waarin de vrije, vol-ontwik-
keldo enkelingen te zamen den arbeid zul
len verrichten en regelen, den arbeid van
voortbrenging van den grootst mogelijken
stoffelijken en geestelijken rijkdom, en den
arbeid tot voorbereiding der opkomende
geslachten voor dat werk, dan is toch
wel voor alles noodig, dat- de menschen,
die, socialist, de komst eener dergelijke
maatschappij willen helpen voorbereiden
en mogelijk maken, zelf in het bezit van de
daarvoor moodige kennis on ontwikkeling
kamen.
Het gevolg van dit alles is, dait do S. D.
A. P., naarmate haar ledental groot er
wordt en haar politieke invloed toeneemt,
in omgekeerde richting minder en mindefr
berekend wordt voor haar taaie.
In de derde plaats heb ik ervaren, dat,
mede ten gevolge van het zooeven uiteen
gezette, de S. D. A. P. in toenemende mate
onder de leiding van „voormannen" komt,
dio voor hun taak onvoldoende berekend,
of volkomen onberekend zijn, en waaronder
er, helaas, te velen zijn, dio onder den ver-
derf el ijken invloed staan van een niet be
hoorlijk geleide persoonlijke ambitie. De
best-bedoelde en met den grootsten tact
uitgevoerde pogingen, om den arbeid dezer
voormannen in een goed verband te bren
gen en om daaraan „leiding" te geven, sla
gen minder.naarmate hun aantal grooter
wordt. Zij gaan die leiding zelfs gevoelen
a.ls een hinderlijke aanmatiging, en krijgen
dan spoedig de neiging, zich daartegen te
verzetten. Vooral wanneer de „leider" het
„ongeluk" heeft, van burgerlijke afkomst
te zijn.
Niets ter wereld is in staat, dit proces
tegen te houden.
En in de vierde plaats heb ik ervaren,
dat. er in de S. D. A. P. geen plaats is voot
de socialistische kameraadschap, die vol
strekt onmisbaar is voor de goede ont,
wikkeling der socialistische gedachte on
voor den groei der socialistische beweging.
Persoonlijk heb ik te dezen opzichte goede
heriimerimgen aan mijn Schiedamschen tijd
En te hooi en te gras heb ik daarna ook
nog wel kameraadschap ontmoet. Maar de
•regel is, dat ze ontbneekt. De tegel is,
dat het tegendeel van kaïneraadschap
heerscht. Dat i6 de ondervinding over het
geheele land. Ook hierin kan geen macht
ter wereld verandering brengen.
Zoolang ik oen arbeidsveld had, waarop
ik in overeenstemming met mijn socialisti
sche overtuiging kon werken in dienst dor
S. D. A. P,. zoolang dc kon blijven me
dewerken aan den opbouw, don uitbouw
en de opheffing dezer partij, zoolang
kon ik ook, ondanks mijn bittere ervarin
gen, lid der S. D. A. P. blijven. Immers op
dat arbeidsveld kon ik, naar mijn overtui
ging, nog veel goed werk verrichten.
Toen ik evenwel ook mijn arbeidsveld
prijs moest geven, toen de eenheidsfront-
motie der S. D. A, P. mij van mijn arbeids
veld afjoeg, ja, toen was er geen enkele
reden voor mij meer, om niet het eenige
besluit te nemen, dat mij toen meer open
stond: uit te treden uit de S. D. A. P. Ik
heb da-t besluit niet genomen in overhaas
ting of onder den invloed van oenige
oogenblilckelijke verbittering of ontstem
ming. Ik nam het, mij volledig Tekenschap
gevende van de beteekenis en de gevolgen
van een dergelijk besluit, en bereid om met
en voor de mijnen te zoeken naar een
nieuw maatschappelijk arbeidsveld.
Porlverhooging,
De nieuwe posttarieven zullen reeds 1
Maart a.s. in werking treden.
De te heffen porten en rechten worden
gewijzigd als volgt:
BINNENLANDSCH "VERKEER.
Briefkaarten: 74 cent.
Brieven van een gewicht t.m. 20 gr. 10 ct.
boven 20 tot en met 100 gram 15 ct.
boven 100 tot en met 300 gram 20 ct.
boven 300 tot en met 500 gram 30 ct.
boven 500 bot en met 1000 gram 40 ct.
boven 1000 tat en met 2000 gram 50 ct.
Voor z.g. stadsbrieven bestaat geen af
zonderlijk tarief meer.
Gedrukte stukken:
voor een gewicht tot en met 500 gram 2
cent per 50 gram of gedeelte van 50 gram,
boven 500 tot en met 750 gram 25 ct.
boven 750 tot en met 1000 gram 30 ct.
boven 1000 lot en met 1500 gram 35 ct.
boven 1500 tot en met 2000 gram 40 ct.
Braïlle-drukwerkcn
1 cent per 300 gram of gedeelte van 300
gram.
Nieuwsbladen en bijvoegsels
Indien de frankcering bij abonnement ge
schiedt, voor oen gewicht van niet meer
dan 55 gram i cent, boven 50 gram tot en
met 150 gram 1 cent en voorts voor elk
meerder gewicht van 50 gram of restend
gedeelte van 150 gram i cent daarboven.
Geschiedt de frankeering niet bij abonne
ment, dan is voor alle nieuwsbladen en bij
voegsels bet port der gedrukte stukken
van toepassing.
Met ingang van 1 April ajs. wordt het
port der nieuwsbladen en bijvoegsels, waar
van de frankeering bij abonnement ge
schiedt, nader vastgesteld op: voor een ge
wicht van niet meer dan 55 gram 1 cent;
boven 55 gram tot en met 150 gram 2 cent
en voorts voor elk meerder gewicht van 50
gram of restend gedeelte van 50 gram 1
cent meer,
Monsters
Tot een gewicht van 150 gram 7}*en ver
der voor elk meerder gewient van 50 gram
of gedeelte van 50 gram 21 cent daarboven.
Aangeteekende stukken
Behalve het port is voor gewoon aange-
toekende stukken alsmede voor aangetee-
kende brieven met aangegeven geldswaar
de een recht verschuldigd van 15 cent; voor
aangetèekendè brieven met aangegeven
geldswaarde daarenboven een recht van
2i cent voor elke honderd gulden of res
tend gedeelte van honderd gukien aange
geven geldswaarde.
Expresse Postwissels
Poslbewijzen.
Het recht voor expressebestel
ling binnen den daarvoor vastgestelden
kring bedraagt bij vooruitbetaling:
a. voor brieven en andere stukken 40 ct;
b. voor postpakketten 40 ct.
Het recht voor een bericht van ontvangst
bedraagt bij vooruitbetaling 15 cent.
Van een stuk, waarvan expresse bestel
ling is verzocht, wordt geen bericht van
ontvangst meer verstrekt.
Het bij vooruitbetaling verschuldigde
recht voor postwissels bedraagt:
voor een bedrag tot en met ƒ25 10 cent;
boven ƒ25 tot en met ƒ50 20 cent en
voorts 10 cents voor elke som van ƒ50 of
restend gedeelte van 50 boven 50 tot en
met ƒ500; boven dit bedrag is voor elke
som van 100 of restend gedeelte van 100
10 cent meer verschuldigd.
Het recht der postbewijzen be
draagt 5 cent.
Het recht voor een berichtvan uit
betaling van een postwissel bedraagt 15
cent.
Invordering van gelden op
quitantiën en wissels.
Voor elk ter invordering gegeven stuk is
bij de afrekening of bij de teruggaal van de
onbetaald gebleven stukken een recht van
12: cent verschuldigd. Bij de afrekening
•is bovendien wegens het per borderel in
gevorderde bedrag een recht verschuldigd
hefcwielk bedraagt:
voor een bedrag tot en met f25 10 cent;
boven f 25 tot en met f 50 20 cent en voorts
10 cents voor elke som van f50 of restend
gedeelte van £50 boven f50 tot en met
f500; boven dat bedrag is voor elke f100
of restend gedeelte van f 100 10 cent meer
verschuldigd.
Voor elk verzoek om inlichtingen betref
fende en inzage van een afgerekend bor
derel en het daarbij behoorende afreke-
ningsformulier is een recht van 15 cent
verschuldigd.
Ontoereikend gefrankeerde stukken:
Overgangsbepa! ing
Ontoereikend gefrankeerde stukken, wel
ke* vóór 1 April 1921 worden ter
post bezorgd, worden belast met ^één
maal het ontbrekende bedrag, indien
die stukken toereikend zouden zijn gefran
keerd volgens het tarief, dat gold vóór 1
Maart 1921.
Na i April treedt de strafportregeling
(het dubbele van het tekort) weer in wer
king.
Pakketpost:
Het reclit voor pakketten met aange
geven waarde bedraagt per pakket 15 cent,
vermeerderd met 24 cent voor eikc hon
derd gulden ofrostend gedee to van hon
derd gulden aangegeven waarde.
Een bewijs van ter postbezorging v
een gewoon pakket wordt verstrekt
betaling van 10 cent:
Voor een bericht omtrent de uitr,
van een pakket, alsmede voor elk v.
om inlichtingen betreffende -een verzonden
pakket of om inzage van de adreskaart, is
een recht van 15 cent verschuldigd.
Het bewaarloon wegens niet-uitgereikte
pakketten wordt voortaan geheven met in
gang van den dag volgend op dien, waarop
het pakket voor de eerste maal in de be
stelling werd opgenomen.
Het bewaarloon bedraagt ten minste 10
cent.
Zegels.
Ingevoerd zijn:
a. frankeerzegels van 2, 4 en 30 cent;
b. porlzegels van 4 en 11 cent en van f
c. briefkaarten (enkele en dubbole), elko
kaart voorzien van een zegelafdruk van
71 of van 12J cent;
d. formulieren voor adreswijziging, voor
zien van een zegelafdruk van 2 cent;
e. postbewijsformulieren, voorzien van
een zegelafdruk van 5 oent
f. postzegelboekjes, bevattende 24 zegels
van resp. 2, 10 en 20 cent, alsmede gemeng
de boekjes inhoudende G zegels van 2 cent,
6 zegels van 7} cent en 12 zegels van 10 cL
De uitgifte wordt gestaa k t van:
a. frankeerzegels van i, li en 4i cent;
b. portzegels van 3, 7 en 7è oent;
c. postzegelboekjos bevattende 24 zegels
van li en van 5 cent en gemengde boek Jee
inhoudende zegels van li, 5 en 7J cent.
BINNENLAND.
De uitvoering der Arbeidswet.
„Het Voilik" heeft verdere inlichtingen in
gewonnen aangaande de uitvoering van de
Arbeidswet voor kantoren en winkels.
Men deelde mede
De lcamtoreai hebben den oehit-urigen
werkdag bij de wet gekregen. In het. des
betreffende werktijdenbesluit is het hoofd
zakelijk de materie van den Zaterdagmid-
„dag, die behoeft te worden geregeld. Dit
besluit is thans bij .heit departement van
Arbeid en zal binnenkort naar den Hoogen
Raad om advies wonden gezonden.
Daar de Arbeidswet voor de winkels de
gelegenheid laak tot een 10-urigen werk
dag. is hot. wetrktijdenbeslrit, dat de zaak
v moet regelen, van veel be-
1«. .ing.
Op xw «.raag, hoe lang de a-rbridsdag
voor do winkels zooi worden, er.: oordde
men, dab deze korter dan 10 uur zal wor
den, maar dot overigens de Minister den
duur nog overweegt. Een belangrijk punt
in deze zaak is de vraag, of verschil in
werktijd zal worden gemaakt ssc.hen
mammen en vrouwen. Vem de züde der
vrouwen is aamgevoerd, dat, indien voor
vrouwen bijvoorbeeld de werkdag op 8 en
voor mammen op 9 uren gesteld werd, veel
patroons de vrouwen im hum dienst zouden
ontslaan. De vraag, of vtersehiMende be
palingen voor vrouwen en voor mannen
zullen worden vast gesteld, is nog bij den
Minister in o vei'weging.
Een differentiatie van de winkels maar
gelamg van de intensiteit vain bet be drijf
i®, naar men verklaarde, rnieit mogelijk.
Een scheiding tussohen de. soorten van
winkels, b. v. in manufacturen, in galante
rieën, in koffie en thee, in sigaren enz., is
niet doenlijk, omdat zeer dikwijls de soor
ten ineenvloeien. Ln dat verband wees men
op de warenhuizen in de ©noote stedenOok
zijn in kleine plaatsen veel winkels, die een
oombimatde van antdke&em van aüienled soort
verkoopen.
Het is miet mogelijk verschillende bepa
lingen maar gelang vau de .grootte der win
kels te maken. Men kam aannemen, dat in
winkels, waar een peroomeel van meer dan
10 menschen orbed dit, over het algemeen in
terns gewenkt wordt, omdat anen daar met
de arbeidskrachten economisch pleegt om
•te ©aam. Doch du winkels met een veel
kleiner personeel is dait -personeel ook dik
wijls dem geheeien dog druk bezig.
Op de vmaaig, of men v-oor wmkels een
overgiamgsbesluit moodag achtte, werd ge
antwoord, dat dit mdet als bij de fabrieken
zoozeer noodig was. Bij de fabrieken, aldus
merkte men op, was een o vergangsbesluit
noodig., om dat daar do verkorting warn den
arbeidsdag een üitbreidimg van de ouitilage
eischte. Men had b.v. maeuwe machines noo
dig en daarvoor was een verbouwing nood
zakelijk. Ten aanzien vam winkels kam iets
dergelijks niet -het geval zijn.
Wel bestaat er een verband tusschen de
regeling van den werktijd ram het perso
neel en de gemeentelijke verordeningen op
de winkelsluiting. De materie nopens
laatstgenoemde wet ressorteert ouder het
dep vam Landbouw. Met 't desbetreffende
wetsontwerp heeft de middensta.ndsmaad
zich bezig gehouden. De winkelsluitingswet
zal de avond- en de ZondagssHuiting rege-
openzellen. De fiets wordt al weer netjes op
gepoetst voor een aanstaand tochtje. Kortom
wij hebben den winter geheel uitgebannen en
wij willen ons zoo spoedig mogelijk inleven in
het volle genot van den lentedag. Gevolg daar
van: wij zijn allemaal verkouden.
Waarlijk hot is gezegend weertje.
Voor de baliekluivers en kringetjes-spuwers
op do bruggen is het werkelijk een ideaal, daar
te kunnen blijven staan en hangen en zich te
koesteren in de zon. Wel moeten ze de handen
nog diep in de zakken steken, doch dat staat
niet kwaad, en ze behoeven nu tenminste niet
meer heen en weer te drentelen', omdat het zoo
koud is dat voortdurende stilstaan, want rust
is toch maar aHes. Zorgvuldig wordt de plaats
genoteerd met ettelijke bruine plekken, dio den
zelfden dienst doen als zoovele lakzegels tot
staring van onbetwistbaar eigendomsvecht.
De vliegers kunnen ook al niet meer thuis
blijven zitten en neme» do kans waar om even
een luchtje te scheppen.
De eenige die in deze dagen een kwaad ge
zicht zet, behalve misschien nog een kantoor
jochie, dat het land heeft omdat-io binnen
moot zitten, is het knorrige heertje dat een
paar boodschappen te doen heeft.
Want je kunt geen sigaar halen, of je hoort:
„Heerlijk weertje, vindt u niet?" en nu komen
ze waarachtig in do courant ook nog vertellen
dat het mooi weer Ls.
Dat ontbrak er nog maar aan!
Voor de vrouwen.
In de „Tel." schrijft V. J. C. de V.:
Mijn ervaring is, dat kinderen liefst zoo een
voudig en gewoon mogelijk gekleed gaan. Ze
ker, een enkele maal, bij feestelijke gelegenhe
den, willen zo wel graag eens „poesmooi" zijn,
maar voor alle dag hebben ze liefst kleeren,
die hun zoo min mogelijk in den weg zijn bij
het spelen. Geen lange of wijde 'jurken, ook
geen to lange mouwen, verder geen strooken of
breede kragen, geen mantels met pelerines,
geen grooto „aiwaaierige" hoedon. Uit mijn
eigen jeugd herinner ik mij nog 't volgende:
Nadat ik een heelen winter een heerlijken lan
gen mantel gedragen had van ruige, harige
stof en bruinachtig-beige van kleur, zou ik-
voor 't volgend 6eizoen een zomermantel krij
gen en vroeg bij dio gelegenheid aan mijn; moe
der: „Krijg ik asjeblieft weer net zoo'n mod-
dermanteitje als van den winter?" Mijn zand
kleurig „moddermantel'tje" had mo zulke uit
muntende diensten bewezen, had me zoo vaak
voor straf bewaard, als ik zelf of m'n school-
taseh in de modder waren gevallen, had zoo
veel strepen en vegen van m'n springtouw
opgevangen,' zonder ooit een van al die ge
heimen te verklappen, dat ik er begrijpelijker
wijze tegen opzag, dit dierbare klecdingstuk
to vervangen door een van teerder en dus
verraderlijker kleur.
Over 't algemeen houden meisjes van zach
te, soepele stoffen en van lichte heldero kleu
ren. Ook van bont: een bloemetje, een "kleu
rig patroontje. Jongens daarentegen hebben,
waarschijnlijk uit practische overwegingen,
liever stevig solide goed, een dikko kruljekker,
een manchester pak. Kleur „spielt heine Rolle"
bij hen, tenminste niet uit een aesthetisch oog
punt, voor de rest dan maar liefst donker of
mijn geliefd „modderkleurije". En wil je een
jongen tracteeren, geef hem dan vooral zak
ken, veel zakken; daarvan heeft hij nooit, te
veel naar zijn behoef.
Maar wat alle kinderen, groot of klein, rijk
of arm, jongens zoowel als meisjes, even vrce-
selijk vinden, dat is: op te vallen door hun
kleeding. Niets ergers voor een kind, dan de
aandacht te trekken door een ongewoon,
buitenissig kleedingstuk! Ik ken oen dame,
die een zeer fijne smaak heeft en uitstekend
naaien kan on cr dus plezier in had, zelf dc
kleertjes voor haar dochtertje te maken, 't
Kindje ging dan ook, hoewel zeer eenvoudig,-
allerliefst gekleed, maar haar kleertjes
hadden altijd een bizonder cachet. En zoodra
het kind wat grooter werd, begon het zich te
beklagen: „Moeder, de kinderen op straat
lachen me uit, zo zeggen: „wat een rare man
tel" of „wat een gekke muts". Bovendien be-
merkto zij zeH, dat haar kind door voorbij
gangers aangekeken werd, soms mot spot
weliswaar, maar meest met bewondering: „Kijk
eens, wat snoeperig!" En omdat ze een ver
standige moeder was, dio evenmin bewonde
ring als spot voor haar kind wenschte, kleedde
ze .haar voortaan zoo, dat ze niemand opviel.
Laat iedere moeder hier toch een voorbeeld
aan nemen en bedenken, hoe ze haar kind
martelt, als ze het (al is het maar in zijn
eigen oogen) „voor gek laat loopen!"
Geen regel zonder uilzondering. Er zijn
helaas ook kinderen, die maar al te graag
de aandacht trekken, die niets liever willen,
dan door hun uiterlijk (kleedmg, kapsel, ma
nieren) op te vaHen. Zoo ge hiervan een klein
trekje bij uw kind meent op te merken, wees
dan dobbel op uw hoede; want bij zoo'n kind
is de uiterste eenvoud en soberheid in klccding
toch in de allereerste plaats geboden!
Doorliggen.
Wie een patiënt, die langen tijd bedlegerig
is, moet verplegen, heeft steeds het schrikbeeld
van het doorliggen voor oogen. Er zijn imd-
d len om dit doorliggen te voorkomen of to
genezen.
Maar nu heeft men volgens het „Hbld." in
Engeland heel toevallig een zeer eenvoudig
middel gevonden, dat het doorliggen voorkomt
en groote, open decubitus-wonden zeer snol
doet sluiten. En wel door warmte. Het En-
gelsche blad „Bursing Times" zegt: een groote
wonde genas verrassend enel door de plaats
te verwarmen met een kleinen electrischen ver
warmer. Dit was een toevalige ontdekking.
Zusters, die een patient verpleegden, die groote
decubitus-wonden had, gebruikten een ver
warmer in bed, om tijdens het wasschen af
koeling van den patiënt tegen te gaan.
Toen dat ding bij de rugzijde stond, bleek de
genezende invloed ervan. Driemaal daags 20
minuten achtereen verwarmen was voldoende,
om de wonden, die met veel verschillende din
gen zonder succes behandeld waren, tot slui
ting te brengen.
Ook prophylactisch vond men er baat bij:
verwarmen, gepaard met zacht wrijven, voor
komt doorliggen.
Dit is een pracbiech middel voor do huis
houding. Het komt nogal eens voor, dat men
btdlegerigen moet verzorgen, die al of niet
medische verzorging behoeven. En contacllicht
of een heete kruik of een fön zijn er geschikt
voor. Ook zou men zachtjes kunnen wrijven
met warme lappen. Zoo'n zindelijk, eenvoudig
middel past iedereen met graagte toe.
- (O) -
Het alledaagscke leven is als een rij van
grauwe paarlen. Zij zijn grauw on eentonig,
doch kostbaar.
In verlegenheid.
(Bij het weerzien.) Dame: Ik ben dus
niets veranderd?
Neen, niet in 't minst. U bent nog altijd
do oude.... (zich verbeterend) de jonge oude
de oude jonge, wil ik zeggen.
Ontaarde dochter.
Vertoornde Vader: Ben jij oen!
friseursdockter en wil je trouwen met iemand
die zich zelf scheert? Ga uit mijn oogen!
Gevaarlijk.
Bezoekster (zacht.) Vraagt u niet
aan uw tante om hoed en mantel af te leggen?
Heer des huizes: Om 's Hemele
wid, neen! Dat heb ik eenmaal gedaan en toen
is ze meteen zes weken hier gebleven.
Brief.
In haast deel ik je mede, dat Lk vandaag
hoofd-, kies-, oor- en maagpijn heb. Morgen
meer. Je vriendin
ELLY.
Moïef.
Apotheker: Neen, voor de tiweeda
maal mag ik u do medicijn niet klaar maket^
daarvoor moet u eerst een nieuw recept heb
ben.
Boer: Nou, heb ie dan niet zoo iels wal
d'r op lijkt?
Boer: (aan de ingang van de concert
zaal): Kan ik er niet voor den haken prij9 in?
Ik ben aan één kant doof.
(o)