Tweede Blad, Donderdag 24 Februari S92I Üii de Pers. de coalitie v/eg? Heb H uisge zin schrijft De christel ij k-historische „Ncdedl ander" jiieb langer over „coalitie" gesproken foebberi j pii woord, zegt zij, liad zin, boon vóór de stembus door politieke partijen een ver bond moest worden gesloten, waarbij a-f- sprakeu werden gemaakt oaitirenit candida te verdoeling over de distirioton, program, mot hot resultaot dat men bij de stembus als oen eenheid optrad. Het evenredig kiesstelsel heeft aam dit all ies eon einde gemaaktieder partij is bij de stembus zich zelf. Heit woord „coalitie" vemdoezeib het eige ne van iedere partij en dient dus opgebor- an. Formeel beeft de „Nederilaaiclear volko men gelijk. Hot nieuwe kiesstelsel heeft' aan het 6tefflbus-bomdgenoofcschap aan stembus- eispraken en stem bus-inschikkel ij kh eden een etude gemaaktdit is dinkae.ranit aan stelsel. Maar heeft het daatnom ook het wezen der coalitie aangetast, en is het noodzake lijk dat het dit aantast? Ons dunkt van niet. He coalitie van vroeger beoogde., indien 9e stembusstrijd haar gunstig was, geza menlijk het bewind te aanvaarden. Was de stembus haar ongunstig, dan vormde zij to zamen een aaneengesloten oppositie. Het sameugaan der ooali&eerende partijen vas intusschen gegrond op overeejistem- ImÈng in politieke inzichten, op aanvaar ding van dezelfde begimseieoi en eensigtezaincl' leid omtrent punten, van praotdsche ac- tueele politiek. Zender dit alles zou een coalitie onbe staanbaar en misleidend zijn geweest. Welnu. Wat is er feitelijk veranderd in het we- eea der zaak Dc stembue-afspraken en sbembus-in- echifckelijl eden vormden toch niet den inhoud, bepaalden toch niet het karakter der coalitie. Die werden gevonden in de overeenstem ming r programs, in de richting die uit wilde en de richting die men ue- êfcreed. I? dit ook niet thans nog zoo 1 Btejleu Katholieken, antd-revolutionjnad- ien en christelijk-historischein programs rast, die mijlen ver uiteenloopen, in plaats Iran elkaar omtrent de aotueede, urgente en pmeüsche punten te dekken, dan kan e,r na den atembusstrijd van samengaan, geen e zijn, maar dit had ook vroeger niet gekund vóór den stembus strijd. De vraag is, zoo niet uitsluitend, dan toch hoofcdzaak: loopen de. inzichten der drie partijen van de rechterzijde thans zoo ver uiteen dat van het vormen ecner -re geringsmeerderheid geen sprake kan zijn, dat n rech tsche coalitie in don zin van overeenstemming omtrent de hoofdpunten van actueel en pnaetisch staatsbeleid niet meer lean worden gesproken? Wij weten niet, wat er gebeurd kan zijn, dat een bevestigende beantwoording dior mag zou meebrengen. Voor ons is het kiesstelsel iets acciden ts en do overeenstemming in inzichten de kern en het wezen. wij zouden het bejammeren, anclien om iets accidenteels en formeels het be grip coalitie" werd prijsgegeven, dat do leoksche Mczcrsgroepen zich in boogaren ril, los van het sitembuavcirband, heeft doen beschouwen als een eenheid. Van alles wat. Even vastleggen. Nu gaat de Lente het toch heusch meenen. ij is den laatst en tijd zoo lachs en zonnig, zoo geheel andc-rs dan vroeger: niet meer nukkig «Qguur. Zij zet geen pruillipje, trekt niet meer wn zuur gezicht, ale een bakvischje dat uit haar humeur is, maar speelt alle dagen zulk Ncoi weer, dat wij van de weeromstuit wel fflee moeten lachen of wij willen of niet. Je moet a' e;,Q geweldige zuurpijp zijn als je met WD fihak gezicht kunt blijven kijken naar een W» lachende oogen en zelfs do meest zwaar- go zwartkijker loopt in deze dagen vol nieuwen levenslust in het zonnetje. Het jonge volkje, dat nauwelijks mistroostig makon is met een heelen dag regen, is nu ti het oerste lenteweer heelemaal niet meer te houden. Zij springen en joolon langs de stra in dat hot een lieve lust is. De ouwe heertjes Probecren nu heel voorzichtig of ze hun bouf- ante kunnen aflaten en philoeopheeren er- over of het windje misschien nog piet te frisch '9- Ze maken oen extra wandelingetje door het antsoen, maar durven nog niet op de ban- *en le gaan zitten. Als .e iemand tegenkomt op straat, beweer je met een luchtige, opgeruimde slem, dat het l *®ei*je is en je kijkt eens naar de lucht, oi je er eonig verstand van hadt. He dames vinden dat ze nu toch onmogelijk M?er een winterhoed kunnen op hebben, en toeten ze bepaald een nieuwe mantel heb- en zo hebben daar zoo'n lief blousje ge- ?eD' ^ééldig! en heelemaal niet duur, en je 2 "werkelijk niet meer buiten. Menigeen ln zijn dikke winterjas nu wat te warm en t zijn toevlucht tot de.... regenjas! ion£®lui hebben het plotseling zoo ge- 0 'K heet gekregen, dat ze absoluut geen jas 60r verdragen, behalve misschien een I, s*"u^0ndie je nog leunt zien met een zoo'n ^a' *e Han ook jammer om ■e»»!. lU? 200 sauw weg te doen, want 't staat '«bazend chic. bÜn Pr0'K' Ven of w'^ 'n0o niet bi de serre en zdten. en do ramen van onze kamer DR. VAN LEEUWEN OVER DE S.D.A.P. In een viertal artikelen geoft Dr. J. van Leeuwen in de Telegraaf een- uiteen zetting van de redenen die hem noopten, na zijn afdanking als wethouder te Utrecht, de S. D. A. 1J. te verlaten. Aan het laatste artikel waarin hij zijne ervaringen in die partij in het kort om schrijft is het Volgende ontleend: Allereerst heb ik ervaren, dat, in strijd met de eerste eischen van het socialisme, m de S. D. "A. P. niet bie- l\ts iedere eerh'eft voor de persoonlijkheid van den enkelen mensch ontbreekt maar daarin zelfs geen plaats is voor eon zoodanige» eerbied, niet slechts, zelfs aan den trouwslen en moest overtuigden werker, niet wordt toe gestaan, in overeenstemming met en in aansluiting aan zijn persoonlijke aanleg en zijn persoonlijke gaven te arbeiden, zelfs niet wanneer hij daarbij volkomen rekening houdt met do beginselen, het program en het belang der S. D. A. P., nVaar aan zijn persoonlijkheid een zoodanige» dwang wordt opgelegd, dat hij zelf daaronder lijdt en zijn werk daardoor wordt bedor ven. Vandaar, dat zoo velen na kortoren of langoren tijd voor de S. D. A. P. te 'heb ben gearbeid, zich ontgoocheld aan dien arbeid onttrekken. Vandaar, dat zoovelen, die door hun levensbeschouwing tob toetre den tot de S. D. A. P. gedreven worden, toijh 1-en slotte buiten deze pariij blijven, afgeschrikt door hetgeen zij in die partij waarnemen. Ik weet bij ondervinding, dat nooit be tere arbeid wordt verkregen en nooit groo- tere arbeidsvreugde en arbeidsvoldoening, dan wanneer men ten volle rekening houdt met de persoonlijkheid en het persoonlijk leven van hen, aa-n wie men dien arbeid toevertrouwt. Ik weet, helaas, ook bij on dervinding, dat iets dergelijks in de IS. D. A. P. onbestaanbaar is. In de tweede plaats heb ik ervaren, dat, al weer in strijd met de eerste eischen van het socialisme, in de S. D. A. P. iedere ber hoorlijke opvoeding van de partijloden 'tot dcgelijken partijarbeid en tot goede, flinke ontwikkelde, sociaal-democraten, achterwe ge blijft. Zelfs wordt een dergelijke opvoe ding doorgaans overbodig en in strijd met het partijbelang geacht. En toch zou. ter wille van het socialisme, ter wrille van den vooruitgang der mensehheid, ter wille van de maatschappij-ontwikkeling, niets meer en niets eerder noodig zijn dan dat. Im mers, wanneer men wil komen tot een maatschappij, waarin de vrije, vol-ontwik- keldo enkelingen te zamen den arbeid zul len verrichten en regelen, den arbeid van voortbrenging van den grootst mogelijken stoffelijken en geestelijken rijkdom, en den arbeid tot voorbereiding der opkomende geslachten voor dat werk, dan is toch wel voor alles noodig, dat- de menschen, die, socialist, de komst eener dergelijke maatschappij willen helpen voorbereiden en mogelijk maken, zelf in het bezit van de daarvoor moodige kennis on ontwikkeling kamen. Het gevolg van dit alles is, dait do S. D. A. P., naarmate haar ledental groot er wordt en haar politieke invloed toeneemt, in omgekeerde richting minder en mindefr berekend wordt voor haar taaie. In de derde plaats heb ik ervaren, dat, mede ten gevolge van het zooeven uiteen gezette, de S. D. A. P. in toenemende mate onder de leiding van „voormannen" komt, dio voor hun taak onvoldoende berekend, of volkomen onberekend zijn, en waaronder er, helaas, te velen zijn, dio onder den ver- derf el ijken invloed staan van een niet be hoorlijk geleide persoonlijke ambitie. De best-bedoelde en met den grootsten tact uitgevoerde pogingen, om den arbeid dezer voormannen in een goed verband te bren gen en om daaraan „leiding" te geven, sla gen minder.naarmate hun aantal grooter wordt. Zij gaan die leiding zelfs gevoelen a.ls een hinderlijke aanmatiging, en krijgen dan spoedig de neiging, zich daartegen te verzetten. Vooral wanneer de „leider" het „ongeluk" heeft, van burgerlijke afkomst te zijn. Niets ter wereld is in staat, dit proces tegen te houden. En in de vierde plaats heb ik ervaren, dat. er in de S. D. A. P. geen plaats is voot de socialistische kameraadschap, die vol strekt onmisbaar is voor de goede ont, wikkeling der socialistische gedachte on voor den groei der socialistische beweging. Persoonlijk heb ik te dezen opzichte goede heriimerimgen aan mijn Schiedamschen tijd En te hooi en te gras heb ik daarna ook nog wel kameraadschap ontmoet. Maar de •regel is, dat ze ontbneekt. De tegel is, dat het tegendeel van kaïneraadschap heerscht. Dat i6 de ondervinding over het geheele land. Ook hierin kan geen macht ter wereld verandering brengen. Zoolang ik oen arbeidsveld had, waarop ik in overeenstemming met mijn socialisti sche overtuiging kon werken in dienst dor S. D. A. P,. zoolang dc kon blijven me dewerken aan den opbouw, don uitbouw en de opheffing dezer partij, zoolang kon ik ook, ondanks mijn bittere ervarin gen, lid der S. D. A. P. blijven. Immers op dat arbeidsveld kon ik, naar mijn overtui ging, nog veel goed werk verrichten. Toen ik evenwel ook mijn arbeidsveld prijs moest geven, toen de eenheidsfront- motie der S. D. A, P. mij van mijn arbeids veld afjoeg, ja, toen was er geen enkele reden voor mij meer, om niet het eenige besluit te nemen, dat mij toen meer open stond: uit te treden uit de S. D. A. P. Ik heb da-t besluit niet genomen in overhaas ting of onder den invloed van oenige oogenblilckelijke verbittering of ontstem ming. Ik nam het, mij volledig Tekenschap gevende van de beteekenis en de gevolgen van een dergelijk besluit, en bereid om met en voor de mijnen te zoeken naar een nieuw maatschappelijk arbeidsveld. Porlverhooging, De nieuwe posttarieven zullen reeds 1 Maart a.s. in werking treden. De te heffen porten en rechten worden gewijzigd als volgt: BINNENLANDSCH "VERKEER. Briefkaarten: 74 cent. Brieven van een gewicht t.m. 20 gr. 10 ct. boven 20 tot en met 100 gram 15 ct. boven 100 tot en met 300 gram 20 ct. boven 300 tot en met 500 gram 30 ct. boven 500 bot en met 1000 gram 40 ct. boven 1000 tat en met 2000 gram 50 ct. Voor z.g. stadsbrieven bestaat geen af zonderlijk tarief meer. Gedrukte stukken: voor een gewicht tot en met 500 gram 2 cent per 50 gram of gedeelte van 50 gram, boven 500 tot en met 750 gram 25 ct. boven 750 tot en met 1000 gram 30 ct. boven 1000 lot en met 1500 gram 35 ct. boven 1500 tot en met 2000 gram 40 ct. Braïlle-drukwerkcn 1 cent per 300 gram of gedeelte van 300 gram. Nieuwsbladen en bijvoegsels Indien de frankcering bij abonnement ge schiedt, voor oen gewicht van niet meer dan 55 gram i cent, boven 50 gram tot en met 150 gram 1 cent en voorts voor elk meerder gewicht van 50 gram of restend gedeelte van 150 gram i cent daarboven. Geschiedt de frankeering niet bij abonne ment, dan is voor alle nieuwsbladen en bij voegsels bet port der gedrukte stukken van toepassing. Met ingang van 1 April ajs. wordt het port der nieuwsbladen en bijvoegsels, waar van de frankeering bij abonnement ge schiedt, nader vastgesteld op: voor een ge wicht van niet meer dan 55 gram 1 cent; boven 55 gram tot en met 150 gram 2 cent en voorts voor elk meerder gewicht van 50 gram of restend gedeelte van 50 gram 1 cent meer, Monsters Tot een gewicht van 150 gram 7}*en ver der voor elk meerder gewient van 50 gram of gedeelte van 50 gram 21 cent daarboven. Aangeteekende stukken Behalve het port is voor gewoon aange- toekende stukken alsmede voor aangetee- kende brieven met aangegeven geldswaar de een recht verschuldigd van 15 cent; voor aangetèekendè brieven met aangegeven geldswaarde daarenboven een recht van 2i cent voor elke honderd gulden of res tend gedeelte van honderd gukien aange geven geldswaarde. Expresse Postwissels Poslbewijzen. Het recht voor expressebestel ling binnen den daarvoor vastgestelden kring bedraagt bij vooruitbetaling: a. voor brieven en andere stukken 40 ct; b. voor postpakketten 40 ct. Het recht voor een bericht van ontvangst bedraagt bij vooruitbetaling 15 cent. Van een stuk, waarvan expresse bestel ling is verzocht, wordt geen bericht van ontvangst meer verstrekt. Het bij vooruitbetaling verschuldigde recht voor postwissels bedraagt: voor een bedrag tot en met ƒ25 10 cent; boven ƒ25 tot en met ƒ50 20 cent en voorts 10 cents voor elke som van ƒ50 of restend gedeelte van 50 boven 50 tot en met ƒ500; boven dit bedrag is voor elke som van 100 of restend gedeelte van 100 10 cent meer verschuldigd. Het recht der postbewijzen be draagt 5 cent. Het recht voor een berichtvan uit betaling van een postwissel bedraagt 15 cent. Invordering van gelden op quitantiën en wissels. Voor elk ter invordering gegeven stuk is bij de afrekening of bij de teruggaal van de onbetaald gebleven stukken een recht van 12: cent verschuldigd. Bij de afrekening •is bovendien wegens het per borderel in gevorderde bedrag een recht verschuldigd hefcwielk bedraagt: voor een bedrag tot en met f25 10 cent; boven f 25 tot en met f 50 20 cent en voorts 10 cents voor elke som van f50 of restend gedeelte van £50 boven f50 tot en met f500; boven dat bedrag is voor elke f100 of restend gedeelte van f 100 10 cent meer verschuldigd. Voor elk verzoek om inlichtingen betref fende en inzage van een afgerekend bor derel en het daarbij behoorende afreke- ningsformulier is een recht van 15 cent verschuldigd. Ontoereikend gefrankeerde stukken: Overgangsbepa! ing Ontoereikend gefrankeerde stukken, wel ke* vóór 1 April 1921 worden ter post bezorgd, worden belast met ^één maal het ontbrekende bedrag, indien die stukken toereikend zouden zijn gefran keerd volgens het tarief, dat gold vóór 1 Maart 1921. Na i April treedt de strafportregeling (het dubbele van het tekort) weer in wer king. Pakketpost: Het reclit voor pakketten met aange geven waarde bedraagt per pakket 15 cent, vermeerderd met 24 cent voor eikc hon derd gulden ofrostend gedee to van hon derd gulden aangegeven waarde. Een bewijs van ter postbezorging v een gewoon pakket wordt verstrekt betaling van 10 cent: Voor een bericht omtrent de uitr, van een pakket, alsmede voor elk v. om inlichtingen betreffende -een verzonden pakket of om inzage van de adreskaart, is een recht van 15 cent verschuldigd. Het bewaarloon wegens niet-uitgereikte pakketten wordt voortaan geheven met in gang van den dag volgend op dien, waarop het pakket voor de eerste maal in de be stelling werd opgenomen. Het bewaarloon bedraagt ten minste 10 cent. Zegels. Ingevoerd zijn: a. frankeerzegels van 2, 4 en 30 cent; b. porlzegels van 4 en 11 cent en van f c. briefkaarten (enkele en dubbole), elko kaart voorzien van een zegelafdruk van 71 of van 12J cent; d. formulieren voor adreswijziging, voor zien van een zegelafdruk van 2 cent; e. postbewijsformulieren, voorzien van een zegelafdruk van 5 oent f. postzegelboekjes, bevattende 24 zegels van resp. 2, 10 en 20 cent, alsmede gemeng de boekjes inhoudende G zegels van 2 cent, 6 zegels van 7} cent en 12 zegels van 10 cL De uitgifte wordt gestaa k t van: a. frankeerzegels van i, li en 4i cent; b. portzegels van 3, 7 en 7è oent; c. postzegelboekjos bevattende 24 zegels van li en van 5 cent en gemengde boek Jee inhoudende zegels van li, 5 en 7J cent. BINNENLAND. De uitvoering der Arbeidswet. „Het Voilik" heeft verdere inlichtingen in gewonnen aangaande de uitvoering van de Arbeidswet voor kantoren en winkels. Men deelde mede De lcamtoreai hebben den oehit-urigen werkdag bij de wet gekregen. In het. des betreffende werktijdenbesluit is het hoofd zakelijk de materie van den Zaterdagmid- „dag, die behoeft te worden geregeld. Dit besluit is thans bij .heit departement van Arbeid en zal binnenkort naar den Hoogen Raad om advies wonden gezonden. Daar de Arbeidswet voor de winkels de gelegenheid laak tot een 10-urigen werk dag. is hot. wetrktijdenbeslrit, dat de zaak v moet regelen, van veel be- 1«. .ing. Op xw «.raag, hoe lang de a-rbridsdag voor do winkels zooi worden, er.: oordde men, dab deze korter dan 10 uur zal wor den, maar dot overigens de Minister den duur nog overweegt. Een belangrijk punt in deze zaak is de vraag, of verschil in werktijd zal worden gemaakt ssc.hen mammen en vrouwen. Vem de züde der vrouwen is aamgevoerd, dat, indien voor vrouwen bijvoorbeeld de werkdag op 8 en voor mammen op 9 uren gesteld werd, veel patroons de vrouwen im hum dienst zouden ontslaan. De vraag, of vtersehiMende be palingen voor vrouwen en voor mannen zullen worden vast gesteld, is nog bij den Minister in o vei'weging. Een differentiatie van de winkels maar gelamg van de intensiteit vain bet be drijf i®, naar men verklaarde, rnieit mogelijk. Een scheiding tussohen de. soorten van winkels, b. v. in manufacturen, in galante rieën, in koffie en thee, in sigaren enz., is niet doenlijk, omdat zeer dikwijls de soor ten ineenvloeien. Ln dat verband wees men op de warenhuizen in de ©noote stedenOok zijn in kleine plaatsen veel winkels, die een oombimatde van antdke&em van aüienled soort verkoopen. Het is miet mogelijk verschillende bepa lingen maar gelang vau de .grootte der win kels te maken. Men kam aannemen, dat in winkels, waar een peroomeel van meer dan 10 menschen orbed dit, over het algemeen in terns gewenkt wordt, omdat anen daar met de arbeidskrachten economisch pleegt om •te ©aam. Doch du winkels met een veel kleiner personeel is dait -personeel ook dik wijls dem geheeien dog druk bezig. Op de vmaaig, of men v-oor wmkels een overgiamgsbesluit moodag achtte, werd ge antwoord, dat dit mdet als bij de fabrieken zoozeer noodig was. Bij de fabrieken, aldus merkte men op, was een o vergangsbesluit noodig., om dat daar do verkorting warn den arbeidsdag een üitbreidimg van de ouitilage eischte. Men had b.v. maeuwe machines noo dig en daarvoor was een verbouwing nood zakelijk. Ten aanzien vam winkels kam iets dergelijks niet -het geval zijn. Wel bestaat er een verband tusschen de regeling van den werktijd ram het perso neel en de gemeentelijke verordeningen op de winkelsluiting. De materie nopens laatstgenoemde wet ressorteert ouder het dep vam Landbouw. Met 't desbetreffende wetsontwerp heeft de middensta.ndsmaad zich bezig gehouden. De winkelsluitingswet zal de avond- en de ZondagssHuiting rege- openzellen. De fiets wordt al weer netjes op gepoetst voor een aanstaand tochtje. Kortom wij hebben den winter geheel uitgebannen en wij willen ons zoo spoedig mogelijk inleven in het volle genot van den lentedag. Gevolg daar van: wij zijn allemaal verkouden. Waarlijk hot is gezegend weertje. Voor de baliekluivers en kringetjes-spuwers op do bruggen is het werkelijk een ideaal, daar te kunnen blijven staan en hangen en zich te koesteren in de zon. Wel moeten ze de handen nog diep in de zakken steken, doch dat staat niet kwaad, en ze behoeven nu tenminste niet meer heen en weer te drentelen', omdat het zoo koud is dat voortdurende stilstaan, want rust is toch maar aHes. Zorgvuldig wordt de plaats genoteerd met ettelijke bruine plekken, dio den zelfden dienst doen als zoovele lakzegels tot staring van onbetwistbaar eigendomsvecht. De vliegers kunnen ook al niet meer thuis blijven zitten en neme» do kans waar om even een luchtje te scheppen. De eenige die in deze dagen een kwaad ge zicht zet, behalve misschien nog een kantoor jochie, dat het land heeft omdat-io binnen moot zitten, is het knorrige heertje dat een paar boodschappen te doen heeft. Want je kunt geen sigaar halen, of je hoort: „Heerlijk weertje, vindt u niet?" en nu komen ze waarachtig in do courant ook nog vertellen dat het mooi weer Ls. Dat ontbrak er nog maar aan! Voor de vrouwen. In de „Tel." schrijft V. J. C. de V.: Mijn ervaring is, dat kinderen liefst zoo een voudig en gewoon mogelijk gekleed gaan. Ze ker, een enkele maal, bij feestelijke gelegenhe den, willen zo wel graag eens „poesmooi" zijn, maar voor alle dag hebben ze liefst kleeren, die hun zoo min mogelijk in den weg zijn bij het spelen. Geen lange of wijde 'jurken, ook geen to lange mouwen, verder geen strooken of breede kragen, geen mantels met pelerines, geen grooto „aiwaaierige" hoedon. Uit mijn eigen jeugd herinner ik mij nog 't volgende: Nadat ik een heelen winter een heerlijken lan gen mantel gedragen had van ruige, harige stof en bruinachtig-beige van kleur, zou ik- voor 't volgend 6eizoen een zomermantel krij gen en vroeg bij dio gelegenheid aan mijn; moe der: „Krijg ik asjeblieft weer net zoo'n mod- dermanteitje als van den winter?" Mijn zand kleurig „moddermantel'tje" had mo zulke uit muntende diensten bewezen, had me zoo vaak voor straf bewaard, als ik zelf of m'n school- taseh in de modder waren gevallen, had zoo veel strepen en vegen van m'n springtouw opgevangen,' zonder ooit een van al die ge heimen te verklappen, dat ik er begrijpelijker wijze tegen opzag, dit dierbare klecdingstuk to vervangen door een van teerder en dus verraderlijker kleur. Over 't algemeen houden meisjes van zach te, soepele stoffen en van lichte heldero kleu ren. Ook van bont: een bloemetje, een "kleu rig patroontje. Jongens daarentegen hebben, waarschijnlijk uit practische overwegingen, liever stevig solide goed, een dikko kruljekker, een manchester pak. Kleur „spielt heine Rolle" bij hen, tenminste niet uit een aesthetisch oog punt, voor de rest dan maar liefst donker of mijn geliefd „modderkleurije". En wil je een jongen tracteeren, geef hem dan vooral zak ken, veel zakken; daarvan heeft hij nooit, te veel naar zijn behoef. Maar wat alle kinderen, groot of klein, rijk of arm, jongens zoowel als meisjes, even vrce- selijk vinden, dat is: op te vallen door hun kleeding. Niets ergers voor een kind, dan de aandacht te trekken door een ongewoon, buitenissig kleedingstuk! Ik ken oen dame, die een zeer fijne smaak heeft en uitstekend naaien kan on cr dus plezier in had, zelf dc kleertjes voor haar dochtertje te maken, 't Kindje ging dan ook, hoewel zeer eenvoudig,- allerliefst gekleed, maar haar kleertjes hadden altijd een bizonder cachet. En zoodra het kind wat grooter werd, begon het zich te beklagen: „Moeder, de kinderen op straat lachen me uit, zo zeggen: „wat een rare man tel" of „wat een gekke muts". Bovendien be- merkto zij zeH, dat haar kind door voorbij gangers aangekeken werd, soms mot spot weliswaar, maar meest met bewondering: „Kijk eens, wat snoeperig!" En omdat ze een ver standige moeder was, dio evenmin bewonde ring als spot voor haar kind wenschte, kleedde ze .haar voortaan zoo, dat ze niemand opviel. Laat iedere moeder hier toch een voorbeeld aan nemen en bedenken, hoe ze haar kind martelt, als ze het (al is het maar in zijn eigen oogen) „voor gek laat loopen!" Geen regel zonder uilzondering. Er zijn helaas ook kinderen, die maar al te graag de aandacht trekken, die niets liever willen, dan door hun uiterlijk (kleedmg, kapsel, ma nieren) op te vaHen. Zoo ge hiervan een klein trekje bij uw kind meent op te merken, wees dan dobbel op uw hoede; want bij zoo'n kind is de uiterste eenvoud en soberheid in klccding toch in de allereerste plaats geboden! Doorliggen. Wie een patiënt, die langen tijd bedlegerig is, moet verplegen, heeft steeds het schrikbeeld van het doorliggen voor oogen. Er zijn imd- d len om dit doorliggen te voorkomen of to genezen. Maar nu heeft men volgens het „Hbld." in Engeland heel toevallig een zeer eenvoudig middel gevonden, dat het doorliggen voorkomt en groote, open decubitus-wonden zeer snol doet sluiten. En wel door warmte. Het En- gelsche blad „Bursing Times" zegt: een groote wonde genas verrassend enel door de plaats te verwarmen met een kleinen electrischen ver warmer. Dit was een toevalige ontdekking. Zusters, die een patient verpleegden, die groote decubitus-wonden had, gebruikten een ver warmer in bed, om tijdens het wasschen af koeling van den patiënt tegen te gaan. Toen dat ding bij de rugzijde stond, bleek de genezende invloed ervan. Driemaal daags 20 minuten achtereen verwarmen was voldoende, om de wonden, die met veel verschillende din gen zonder succes behandeld waren, tot slui ting te brengen. Ook prophylactisch vond men er baat bij: verwarmen, gepaard met zacht wrijven, voor komt doorliggen. Dit is een pracbiech middel voor do huis houding. Het komt nogal eens voor, dat men btdlegerigen moet verzorgen, die al of niet medische verzorging behoeven. En contacllicht of een heete kruik of een fön zijn er geschikt voor. Ook zou men zachtjes kunnen wrijven met warme lappen. Zoo'n zindelijk, eenvoudig middel past iedereen met graagte toe. - (O) - Het alledaagscke leven is als een rij van grauwe paarlen. Zij zijn grauw on eentonig, doch kostbaar. In verlegenheid. (Bij het weerzien.) Dame: Ik ben dus niets veranderd? Neen, niet in 't minst. U bent nog altijd do oude.... (zich verbeterend) de jonge oude de oude jonge, wil ik zeggen. Ontaarde dochter. Vertoornde Vader: Ben jij oen! friseursdockter en wil je trouwen met iemand die zich zelf scheert? Ga uit mijn oogen! Gevaarlijk. Bezoekster (zacht.) Vraagt u niet aan uw tante om hoed en mantel af te leggen? Heer des huizes: Om 's Hemele wid, neen! Dat heb ik eenmaal gedaan en toen is ze meteen zes weken hier gebleven. Brief. In haast deel ik je mede, dat Lk vandaag hoofd-, kies-, oor- en maagpijn heb. Morgen meer. Je vriendin ELLY. Moïef. Apotheker: Neen, voor de tiweeda maal mag ik u do medicijn niet klaar maket^ daarvoor moet u eerst een nieuw recept heb ben. Boer: Nou, heb ie dan niet zoo iels wal d'r op lijkt? Boer: (aan de ingang van de concert zaal): Kan ik er niet voor den haken prij9 in? Ik ben aan één kant doof. (o)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5