A/eede Blad, dag 15 Februari S92S Uit de Pers. Byiteolandsche Berichten, Gemengde Berichten. en gestolen naam. p WEÏII0L1DERSQUAESTIE TE F UTRECHT. er den titel „Politiek Nieuws" schrijft Ulrechtsch Dagblad: heer Van Leeuwen is zoo verstandig na liet wijkend vertrouwen van zijn e oplossing niet te bemoeilijken zijn aanblijven als wethouder. Maar lientair gesproken had hem geen en- i. 0 jnvijt kunnen worden toegebracht, hij zijn zetel was blijven bekleeden oen naadsvotum hem tot'heengaa-n. genoodzaakt. t geen hier to Utrecht gebeurd is, geeft ïvaarlijk antecedent ten opzichte van an[lelijke gemeentepolitiek. Moet men, oorbijgaan van do taak onzer grond- insteliingien, in het bestuur ou- ■inilnieenten in den vervolge te rade gaan e beslissingen der politieke partijYcr- ingen? Het geheele gemeentebestuur Jan allengs komen te staan op losse even. Wat zal er geschieden, wan- hei [je andere partijen het voorbeeld gaan a van de S.D.A.P.? 'gen aan den dag zouden de Katholie- en Berge, de Protestantsch-Ghristelij- )c Waal Malefijt, de liberalen Kett- iinnen bewegen tot heengaan, door het van elks kiosvereeniging. Of heeft jiaal-democrati© het voorrecht van de matie over wethouders, die, na erken van do algemeene politieke situatie, Pu! xlen zijn allereerst te handelen in het g der gemeente? In het incident- °li Leeuwen wreekt zich het compromis, aoer en meer blijkt niet to zijn bc- cene poging bot samenwerken van ntieerde politieke minderheden, oen kunstmatig en gewrongen sa- anfoppclcn van uitoenloopende innerlijk ogene groepen. De vraag rijst of dit mt geen aanleiding geeft het geheele romis te herzien, waar door het feit, len geen raadsvotum heeft afgewacht, ken is, dat de S.D.A.P. het wethou- hap opvat als oen partijzaak, op het Zl|ent, waarin zij geen meerderheid in Raad bezit, die haar in s,taat stelt tot roeron van principieele sociaal-demo- sche politiek. e verzekert ons, dat met den opvolger dr. Van Leeuwen niet gelijksoortige uiifen kunnen plaats hebben als met hem? verzekert ons, dat niet het dagelijksch ige onze gemeente een voortdurende ïling zal te aanschouwen geven van iJ-domoc-roiilsche functionarissen?Zou ?-rge/ijke vloeiende bestuursorganisa- ,aE a het belang van onze gemeente zijn, a haar departementen allereerst con- teit van noode heeft? Wij voor ons, aan die continuïteit, al ligt ze dan n richting welke wij onjuist achten, iorkeur boven een voortdurende va- in ons bestuurscollege, waarvoor thans de poorten beeft opengezet. de sociaal-democratie een derde van de bevolking achter zich heeft, )ohooren de wenschen van dat be- ijk volksdeel tot geldigheid te komen Jt gemeentelijk beleid, ar dan willen wij ook volgens de so- •democratische beginselen geregeerd en, en niet worden geringeloord door saiciaal-democratische partij fractie, t wèl erkennen wij de volksovertui- ook indien die socialistisch is ge- 'd, als maatstaf voor het gemeentelijk d, maar wij niet-socialisten weigeren. K kennen de suprematie van het sociaal- 1 icratisch partij-orgaan over ons". cr den persoon van dr. Van Leeuwen ijft het blad: erhaaldelijk hebben wij in deze kolom- tegen dat beleid scherpe oppositie ge il. Maar wij gevoelen het als plicht, zijn afscheid te constaloeren, dat de iaal-democratische partij in deze per- lijkheid een gevoelig verlies lijdt. Van uwen is een figuur. Hij is een man van te en oorspronkelijke denkbeelden, die >k den tegenstander, hij moge ze dik- gevaarlijk achten, past te bcwonde- Hij is oen mees loepend redenaar. Wie ooit hoorde, zal onder de suggestie gé- Den zijn van zijn machtig, bezielend, sier woord. Of de zondvloed van bezwaren, thans over dr. Van Leeuwen golft, elementen vain juistheid bevat, afgesohei den van elke actueel© waarde, zal eerst la ter volkomen kunnen worden beoordeeld". Spoor fa koop. Het befiluur van -de BenthoLmer Kreisbarm (lijn GoevordenBenthelm) heeft aan het ge meentebestuur van Goevorden, den geheel on spoorweg, gebouwen, stations, materialen in cluis, aangeboden voor éón toni 1509 kegels per minuut. Kolonel Thomson, die, tijdens den oorlog, staf overste van de Amerikaansche artillerie in Frankrijk was, heeft, naar een bericht uit Washington, een „verbeterd" gewoer beproefd, dat door zijn vader, generaal Thomson, uitge vonden is. Met dit geweer kunnen er niet min der dan 1500 kogels per minuut geschoten wordenI Het geweer, ongeladen, weegt maar zeven pond. Kolonel Thomson heeft het moorddadig ge weer reeds in handen van verschillende politie korpsen gegeven, doch hij verklaart, dat, uit hoofde van hun volmaaktheid cn ook van hel gevaar, dat zij opleveren in handen van mis dadigers, deze wapens nooit in den handel zulleu mogen komen. De Parijsche bandieten. Ook de politie-beambto Binnet, het derde slachtoffer van Bacquet, dan moordenaar der heide Fransche rechercheurs, is aan de beko men wonden overleden. Zooals bekend, had Bacquet, kort voor hij zelf door eon doodelijk schot getroffen werd, Binet zoo ernstig ge wond, dat men voor diens leven vreesde. Een oorlog tusschen Amerika en Engeland mogelijk? Frank Crane, oen van de meest gelezen Amcrik&ansche journalisten, gaat in een arti kel voor de „Associated Newspaper" na wat een oorlog tusschen Engeland en Amerika wel zou heteekenen: „Wij herhalen telkens en zijn gewoon ge worden te beweren, dat een oorlog tusschen Amerika en Engeland niet denkbaar is. Dit is echter niet waar. Alles is denkbaar. Laat ons dan ook eens trachten ons voor te stellen wat zoo'n oorlog wel zou beteekenen. Er is immers een zeer sterk element in dit land (Amerika, „Vad.") dat op zulk een ramp aanstuurt. Er is in de eerste plaats nog 6teeds de oude veete uit den tijd van den opstand; de herinnering er aan wordt wakker gehouden door hot on- dertvijs ie onze scholen. Dan i3 er het feit dat de vaderlandsliefde voor de menigte altijd meer haat tegen een andere natie dan wel liefde tot eigen volk beteekent en Engeland is onze eerste vijand geweest. Men voege daarbij de onder familieleden steeds voorkomende ge schillen en de Iersche kwestie-... „Uit al die kleinigheden kan er ten slotte een nieuw wereldconflict ontstaan. „Niemand heeft den laatsten grooten oorlog verwacht. Hij groeide langzaam tot rijpheid. Niemand verwacht thans een strijd inot wape nen tusschen de twee groote Engelsch spre kende volkeren. Maar men stuurt niet wetens en willens op een oorlog aim; een oorlog is een ontploffing welke ontstaat bij al te groote opstapeling van haat, jaloerschheid, vloten en legers. Dit alles haat, jaloerschheid, vloten en legers zijn nu weer flink aan 't toene men. All'S wat er nog ontbreekt, is dat er een of-andere gek een vlammetje bij de munitie brengt. „Het eerste gevolg voor ons zal zijn dat wij de Noordelijke grens tegen Canada moeten gaan versterken. De Canadeezon zijn loyale burgers van het Engelsche Tijk eni ze kunnen flink vechten. Wij hebben jaren lang als goede buren naast hen geloefd. Wie kan zich echter voorstellen wat een -oorlog langs zulk een enorm uitgebreide grens wel zou beteekenen? Londen en, New-York zouden gebombardeerd worden. Tusschen de twee machtigste vloten der wereld zou het tot een botsing komen. Wat een verlies aan menschenlevens en aan rijk dommen! Het zou-nog heel wat anders worden dan de laatste oorlog, toen de Duitschers slechts België en een deel van Frankrijk overrompel den; (sic!) ditmaal zouden de rijkste centra der beschaving in 't gedran^comen. „Het is vrij zeker dat Amerika en Enge land op dit oogenblik aan het hoofd der be schaving slaan. Komt het tot een oorlog tus- schep die twee, dan zullen beide er bij te grónde gaan. „Die oorlog zou den ondergang van Europa en van de Vereenigde Staten tot gevolg hebben. Zooals na den ondergang van Griekenland en Rome onder bet geweld der Barbaren zou den pr weer duistere middeleeuwen aanvan gen. „Dit alles ware onzinnig! Stellig, maar de wereldoorlog dien wij nu achter den rug heb ben, was dit ook!" Poincaré over den oorsprong vian den oorlog. Raymond Poincaré, de oud-president der Fransche republiek, is een reeks van lezingen over den oorsprong van den oorlog begonnen. Zooals te verwachten, vond de conferencier een voornaam gezelschap bijeen, o. m. maar schalk Foeh, de generaals Manoury, Mangen en Balfourier, Leon Bourgeois, den president van den Senaat, Ribot, Golrat, gezanten en een groot aantal leden van het parlement en do academie. Poincaré zette op de eerste plaats uiteen, dat Duitechland, lijdende aan megalomanie, sinds 1870 voortdurend naar oorlog met Frankrijk streefde om dit land te verpletteren, zijn natio naal bestaan te vernietigen, en bet zoo te ver nederen, dat het niots meer zou zijn dan een dienaar van Duitschland. Hoe gedroeg zich Frankrijk, vroeg Poincaré dan, tegenover deze Duitsche bedreigingen? „Dt ken", zeide bij, „geen enkelen Franschen minis ter, geen enkelen president der Fransche re publiek, die ooifr het woord revanche tiifegespro- ken heeft, ik ken er geen enkelen, die ooit, in het geheim of in het openbaar, het idee van een gewapend conflict gepropageerd heeft. Al onze regeeringen, conservatief, republi kein, gematigd ol radicaal hebben steeds go- tracht met Duitschland niet alleen correote en beleefde, maar zelfs, indien mogelijk, vriend schappelijke betrekkingen te onderhouden. Het eenige, wat allen, sinds 1871, geweigerd heb ben, is afstand te doen van hun intiemste ge dachten en de twee Fransche provincies te ver loochenen. Dat ware een verraad geweest. Duitschland had d« edelmoedige gedachte van Frankrijk moeten begrijpen en mot ons relaties van goede nabuurschap moeten onder houden, zonder ons door een regime van vuist slagen te willen verbitteren. Maar bet werd go- dreven door de fataliteit, welke bij het ontstaan van zijn eenheid en de stichting van het rijk voorgezeten had." Fluiten en trommelen. Een: missionaris, pas uit de binnenlanden van Afrika teruggekeerd, vertelt in een der Fransche bladen, dat sommige volksstammen -daar in het bezit zijn van wat men zou kun nen noemen een primitieve telefoon. Hun „toe stel" is een fluit, waaraan drie tonen ontlokt kunnen worden, maar door allerlei variaties, langgerekt en kort fluiten, enz., woten zij uit voerige mededeelingen over grooten afstand te doen, en heele gesprekken te ïiouden. De negers zijn nooit zonder die drietonige fluit, zij roepen er mee om hulp als ze in gevaar zijn, zij houden er gesprekken door mot hun geliefde aan de andere zijde van het dorp. Iedere neger heeft zijn eigen typische wijze van fluiten, en door den heideren Afrikaan- 6chen nacht klinken vaak allerlei accoorden door elkander, zonder dat de verschillende „sprekers" in de war gebracht worden, omdat ze den eigen toon van hem of haar met wie ze converseeren, uit alle andere onderkennen. Voorts bedienen de negers zich van trom- meltaal, gelijk ook de inboorlingen van de Zuidzce-cilandeni en Zuid-Amerika dat doen. Zij houden him afstands-gesprekken, zonder last te hebben van storing en telefoon-misère, him fijn gehoor, een fluit of een trommel, is al wat zij behoeven. Wij Westerlingen, met onze meer gecompliceerde instrumenten, ne men nochtans ook nog wel eens'onze toevlucht tot fluiten/ en trommelen, om uiting te geven aan onze gedachten. Wanneer? In den schouwburg als de acteurs of hot stuk ons niet bevallen en we dat ken- baar maken door te fluiten. En in de Tweede Kamer, als we het voorrecht hebben 'afgevaar digde te zijn en door trommelen met alles en nog wat op de lessenaars, ons kwaad humeur over den loop der zaken duidelijk willen laten blijken. Een abonnement in het graf. Een rijke industrieel in den staat Kansas heeft bij testament bepaald, dat gedurende twintig jaren na zijn dood een door hem voor uitbetaald abonnement op do „Daily Telegraph" dagelijks op zijn graf moet worden neergelegd. Voor dit doel had'hij reeds tien jaren te vo ren zijn graf laten inrichten, waar ook per manent een electrische lamp moest branden en een leesstandaard moest gereed staan. Een veel gelukkiger idee had een anderen man, die geen Amerikaan was, maar die bij testament bepaalde dat zijn lijfblad tien jaren lang moest bezorgd worden bij vijf onvermo gende families. Door deze erflating, richtte hij zich een dank baarder gedenkteeken, daar hij nu zelf dag en nacht in dankbare herinnering bij deze fami- lios voortleeft. Wie doet 't hem na? „Msb." Men maakt zich in de Purmer op, het derde eeuwfeest der droogleg ging feestelijk te vieren. Het aanvankelijk kleine meer onderging in 1170 een groote uitbreiding, waardoor eenige daarom liggende dorpen verdwenen. Bij of kort na dun grooten vloed van 1212, waarbij alleen in het tegenwoordige Noord-Holland zestig duizend menschen moeten zijn omgekomen, werd het. opnieuw vergroot. Toen werd groo- tendeels verzwolgen het dorpje Purmer, dat zijn naam heeft gegeven aan Purmerend. Her tog Albrecht van Beioren verleende aan de inwoners van Purmerend in 1358 de vrijheid inplaats van de kapel, die te klem geworden was, een kerk te stichten, onder voorwaarde evenwel, dat de kerken van Purmer en Pur merend zouden bediend worden door Jacob Mas, curo'yt (pastoor) van Purmer. Bij zijn dood zou de kerk te Purmer vervallen. Het vischrecht op dit meer behoorde aan de steden Edam, Monnikendam en Pirrmerend en de dorpen Purmerland en Ilpendam. Vooral de paling was bekend on de uitvoer orvan naar Engeland gaf veel voordeel. „Men wil zelfs", zegt Van der Aa, „dat he den ten dago (1847) nog op de vischniarkt to Londen een bank getoond wordt, welke daaraan zijn naam ontleend heeft." Na de droogmaking van de Beemeler ver zochten Edam en Monnikendam octrooi tot het bedijken van de Purmer, dat de staten van Holland en West-Friesland op li) Juni 1817 verleenden onder-voorwaarde, dat deze ste den tot overeenstemming moesten komen met Purmerend, Purmerland, Ilpendam en Kat- woude, mederechthebbenden op het meer, dat zjj ten Oosten van Edam een eteenen sas zou den aanleggen, dat de Vrouwenstuis vernieuwd en de haven van Edam goed onderhouden zou worden. Het volgend jaar werd het werk be gonnen en in 1622 was het meer droog. De ge wonnen grond had een oppervlakte van 253,910.78 H.A., die in 1623 verdeeld werd in kavels van 20 morgen. Het volgende jaar ves tigden" zich er de eerste bewoners en in dat zelfde jaar werd er het eerste kind geboren, een meisje, dat de namen van Purmeitje Pie- ters ontving. Tot 1632 waren er slechts twee huizen: in 1732 stonden er 102. In 1655 werd de Beem- ster in polders verdeeld, wat noo&g was door de ongelijke hoogte der landerijen. In de streek van Ilpendam is de bodem het minst goed. In het deel, dat aan Purmerend grenst werd de eerste school gebouwd (1633), die in 1750 doof een nieuwe van steen vervangen werd. In de 18e eeuw was de Purmer rijk aan fraaie buitenplaatsen, waarvan er twee, Sand- wijk en Toeval, tot het midden der vorige eeuw zijn blijven etaan. Ook het slot Elpenstein is toen verdwenen. Te Antwerpen is een heele bende valsche munters gearresteerd, dib •zich er op toelegden valsche Nederlandsche bankbiljetten te maken. De politie heeft in de Zwedenstraat de drukkerij gevonden, waar de valsche bankbiljetten van 25, 40 en 60 gulden gemaakt werden. Alle materiaal is in beslag genomen. Omtrent deze arrestatie verneemt het „Han delsblad van Antwerpen" o.m. nog het vol gende: De politie is er in geslaagd al de handlan gers in haar netten te vangen. Een paar weken geleden kwam ze te weten dat er valsche Ne derlandsche bankbriefjes in omloop waren en het den schijn had, dat deze te Antwerpen werden: uitgegeven. Opzoekingen werden ge daan, verschillende personen werden in het oog gehouden en zoo kwam het dat een eerste spoor in handen kwam door de aanhouding van zekeren Van der B., in een hotel uit den omtrek van het station. Deze v. d. B., een Brusselaar, woonachtig te Parijs, ma,ar tijde lijk te Antwerpen verblijvende, werd in het be zit gevonden van een vijftigtal valsche bank briefjes van 25 gulden. Naar aanleiding van deze aanhouding zette de politie met verdubbelden ijver haar on derzo k voort. Ze kwam daarna te weten dat in deze zaak betrokken waren zekere v. D., uit de Van Beersstraat, A. uit de De Vrièrestraat en V. uit de Zwedenstraat. Huiszoekingen werden gedaan bij van D. eo A., die weinig opleverden. Anders was hei echter gesteld bij de laatst aangehoudenen. Op een kamer werd een moderne steendrukkerij gevonden met pers en alle andere benoodigd- keden en druksteenen, wel een tiental met allerhande teekeningenr van Nederlandsche bankbrieven ingegraveerd, zoowel voor den opdruk van teekening, nummers, handteeken en watermerk. Volgens de sporen die op de druksteenen werden gevonden, kon men op maken dat er briefjes werden gemaakt, Bel gische van 20 franken, en Nederlandsch van 25, 40 en 60 gulden. Zeker was het dat de laatst aangehoudene V., de bewoner van het huis, niet de drukker was dezer briefjes, om de eenvoudige reden dat hij hoegenaamd geen vakkennis bezat. Niettegenstaande alle pogingen was er niet veol van V. te vernemen. Doch door de aan houding zijner vrouw vernam men meer. Twee •mannen, drukkers van beroep, hadden de kamer gehuurd en kwamen enkele dagen in de week, na 6 uur 's avonds, werken. Geen 23 uur waren verloopen of de tweedrukkere waren achter slot. HcA zijn twee zeer bekwame steendrukkers Sp. en D. Toen men den geheelen inboedel van het werkhuis had opgeladen, werden nog ten honderd-tal afgewerkte bankbriefjes gevonden.' Het kwam er nu nog op aan den mail ie vinden die de teekoiuugen op de ateenen hoeft gegraveerd en daarbij een groote kunde hooft aan den dag gelegd. De oaaporingen naar den graveur leidde tot de aanhouding van een vier end wintig-jarigen jongeling C., woonachtig Piantijntei. Deze jongeling woont bij zijn ouders, zeer oppassende lieden en bekende el ijk de maker te zijn der gravuren. Hij toonde grooten spijt over het gebeurde en wiai niet aan welke ergo-gevolgen hij zich bloot stal- Ook had hij voor het gedane werk niets ontvangen. Wel was hem beloofd een deel te krijgen der opbrengst. Alhoewel deze valsche munt er ij ainds een jaar werkzaam is, hebben noch drukkers, noch graveerder fortuin gemaakt, want nergens was er eenig spoor van weelde, en volgens de eer ste inlichtingen werden do valsche briefjes oor een. derde van de waaide verkocht. Het onderzoek wordt nog voortgezet. Zondagmiddag heeft te Maastricht in de Hommelstraat eene instor ting plaats gehad. Rondom de ijzeren telefoon mast is de straat over do geheele breedte, op 5 plaatsen ingezakt. Duidelijk zijn op de plaats der instorting de overblijfselen der oude oaoo- menten te zien. De straat is geheel afgezet en. plaats der instorting met een'touw om heind. Eon wandelaar heeft aan het Posthuis Zeebad Schoveningen een ongo- sprongen granaat afgegeven van 7 c.M. Hij deelde daarbij mede, dat or nog twee van dio gevaarlijke voorwerpen bij de kustbatterij leu gen, welke mededeeling bij ondorzoek juist bleek te zijn. De granaten zijn onmiddellijk op een veilige plaats geborgen. Te N i e u w-W eordijage wer- den verleden jaar 7 H.A. best baggervoea aan gekocht voor f 57,000; thans nu zij wear in veiling werden gebracht konden zij niet meer dan f 17,400 opbrengen. -Te Delft werd, tengev o-i- ge van het plotseling' witvaUen van een turbine Zaterdagavond omstreeks 6 uur het olectriach licht door de geheele stad gedurende een half uur gedoofd. -Te Boxtel kwam een 2Vi- jarig kind van W. v. d. V. met de kleertjes ia aanraking met de as van de dorachmachine, Het is aan de bekomen verwondingen bezwe ken. - Toen de trein naar N ij- megen te Wijchen Zaterdagmiddag stil hield, trok plotseling zekere B. een mes en 9tak dit zijn coupégenoot, den 16-jarigen Bosch/man in den rug. De jongen zakte voor den trein in een. Zijn toestand: is zeer ernstig. Men 6 c h r ij f t a a'u het „Vad.": Dezer dagen verloor oen heer zijn portefeuille met een belangrijk bedrag aan bankpapier in de vestibule van het station van de Hotlandr scho spoor te '»-Gravenhagc, hetgeen hij eeret later, op reis zijnde, bemerkte. Bij terugkomst daar ter stede mocht hij echter het genoegen smaken het verloren schaap veilig en wel bij zich aan huis te vinden, alwaar de eerlijke vinder het had bezorgd. Van een goederentrein uit Coevorden naar Zwolle zijn Zaterdagavond de machine en drie wagens ontspoord nabij de stopplaats Heffte Vsldhoek, juist waar de lijn van de Noord-Ooster locaalspoor op de hoofdlijn MeppelZwolle komt. De Sneltreinen van het Noorden (LeeuwardenGroningen) ondervonden vertraging. Persoonlijke ongeluk ken hadden niet plaats. In de laatste nachten, is te Kerkraae weer flink gestolen. Op sommige plaatsen werden de dieven verjaagd, op andere konden ze hun slag slaan. In een winkel werdl des middags gestolen eeu ijzeren geldkistje uit een kast op de slaapkamer. Hot kistje be vatte geen geld, doch allerlei papieren, die voor den bezitter van groote waarde zijn. Heb zijn allen Duitschers, die do gemeente en om geving onveilig maken. Hot gaat te gemakke lijk om de HolLandsck-Duitseke grens te over schrijden. 't Is ook al zoover gekomen dat „dar» mes" in de woningen boeken (geïllustreerde) te koop komen aanbieden voor de hygiënische behandeling der vrouw. Zaterdag ie de in aan bouw zijnde fabriek der firma J. A. A. Ker- stens aan de Stevenzandscheetraat te Tilburg voor een gedeelte ingestort. Van het drie verdiepingen hooge gebouw ter lengte van 42 M. opgetrokken in gewapend! beton, is nagenoeg een derde deel tot op de eerste verdieping geheel in elkaar gezakt. Wonder boven wonder zijn geen persoonlij ke ongelukken to betreuren, omdat door een toevallige omstandigheid, de arbeiders allen beneden waren, toen de instorting plaats had. Het gebouw was, voor zoover do betonee- ring betreft, zoo goed als gereed. Het dak waa er op, en juist eenige dagen geleden had men de stutten en kratten verwijderd rond de ma- sale 'betonpijlers der tweede verdieping, Zes weken geleden waren deze pijlers ge stort en waar voor de versterving slechts vier i weken wordt gerekend, konden de stutten zon- feuilleton. dte Yves Villepreux, was woes ►ad broer nocli zuster. Liefhebber zijn- 1211 avofnitiivreii en redzeu, had hij Indië ®i za&n, de maagdelijke bo&schen d/oor- en> m de hindoes ch© tempels binoien- 611Maar toen was de storm ge- 116,1 Nu ging hij d© laatste reis on- Pmendie, waarvan men nooit te- eert. .- - -O-V, ro iguimiutuiiou, maar de overwon zijn moed. Het zweet pa- hem va®, het voorhoofd en zijne lip- stameJden eenige onverstaanbare 11 en. Eindelijk werd toch, door een poging, zijn stem eenigszins hei- ei ten minste hoorbaar. -e*a> zeide hij, de brieventas oh, die bp® borst zit en indien gij mij over- n !fj10n oea?: voor'b ij varend schip uw red..F schrijf dan zoodua gij een ha- MnneWoopt, naar het kasteel Ville- t'i"? ^3°Eda,ë. In mijn dorp is een t,™ lC^e vcw?r den iaataum afstam- S Aian een uitgestorven geslacht zal j z©g hem, dat ik al wat ik bezit ie armen schenk.... en zeg ook.... ja JUouwe crisis overviel hem: Yves de eux in den eersten doodstrijd. Slechts een gerochel in de -keel zeide, dat hij nog niet geheel had opgehouden te le ven. De uren kropen langzaam vooruit en de zon zakte reeds naai* het westen. "Wel dra zond hij een laat&ban straal over de zee en kort daarop viel de nacht in, zwaar, donker, schrikwekkend. Yves de Villepreux lag nog steeds met den doodsreutel in de keel en do ander zat ,nog altijd in afwachting van wat er gebeuren zou. Toen het morgen werd, was de ademhaling van den lijder aanmerke lijk verzwakt. Nu werd hot dag en aan den horizon vereenigde zich weer de helder blauwe lucht met de onmeetbare zee. Van den storm was geen spoor meer te ontwaren en de oppervlakte van het zoute water schit terde en weerspiegelde de helder, koeste rende zonnestralen. De golven," nu traag en als vermoeid geworden, schenen zelfs geen macht te hebben om de zwakke sloep op te lichten. En hoe de schipbreukeling ook rond zich staarde, nergens ontwaarde hij iets anders dan de blauwe lucht in de zwarte, spiege- v lende watervlakte. Hij stond op van de bank. Geen adem tocht ontsnapte nog aan de kleurlooze lip pen van zijn lotgenoot. Toen nam hij de brieventasch van zijne borst, sloot die zorg vuldig toe, stak ze bij zich en sloot de oogon van den markies. Ten slotte nam hij de handen van den doode en vouwde die, vol gens een oud Bretonsch gebruik, op diens borst te zamen, om alzoo aan Yves de Vil lepreux het aanzien te geven van iemand, die in het gebed verslonden is. Hij zelf bad niet. Hij had het De profun- dis vergeten, dat men ginder in Bretagne, in het schiereiland Quiberon, zoo godvruch tig bij de dooden bidt. Langzaam dreef de boot steeds voort en Yves Kermogern, die door een zonderling samentreffen, denzelfden doopnaam droeg als de doode, ging terug op zijne bank zit ten en droomde Welk zou nu zijn lot zijn? Zou hij, nu eenig overgeblevene van de IJselijke schip breuk, veroordeeld zijn om eenige uren, eenige.dagen op dat dwalende vaartuig door te brengen? Zou hij daar nu niet van koude en honger sterven? Want hij had zelfs geen beschuit meer om de krampen te stillen, die tengevolge van het lange vasten, zijne ingewanden begonnen te pij nigen? Zou hij daar zoo, verjaten, sterven naast zijn slachtoffer? Neen, dat geloofde hij niet. Weldra zou hij oan zeil ontdekkenHij behoof de slechts te waken. Eensklaps sidderde hij. Levende wezens van zonderling voorkomen stegen uit de zee op, bewogen hunne lange, staalblauwe vleugels en spoedden met snelle vlucht voorbij, om op korten afstand weer onder de watervlakte te verdwijnen. Het was eene school vliegende visschen, die, opgeschrikt bij het zien van hel vaar tuig, voor een oogenblik hun lement ver laten hadden. De boot dreef voort als een verlaten, le venloos wrak. Weer eindigde de dag en een kalme nacht viel nogmaals in. Yves droomde nog steeds voort, met zijn geheugen de 25 jaren van zijn veelbewogen leven doorloopend. Hij dacht aan eene ar me Bretonsche hut, eenzaam aan den hoek van den dorpsweg gelegen.Die hut. had hem zien geboren worden. Onder haar dak had zijne wieg gestaan Toen hij nog 'zeer klein was, nam zijn vader hem als visschersj'ongen mede naar zee en zoowel in de warme nachten van den zomer als 'in den ijskouden winterstorm wierpen zij te zamen hunne netten uit. De vader verdronk, en de wees werd de vriend van den jongen André, een bankiers zoon, die alle jaren zijn vacanüetijd in bet. dorp Pentiry in een prachtig buitenverblijf kwam doorbrengen. Yves werd zijn onmis bare speelkameraad. Dat waren gelukkige dagen voor hetvis- sclicrskind Maar niet altijd, want hij begon de schamele hut met het rijke ver blijf van zijnen vriend te vergelijken. In den winter schreven de kinderen brie ven aan elkander. Yves sprak alsdan over de eentonigheid der vlakten, de grillen der zee. De zoon van den bankier vertelde van, zijne vermaken en onveranderlijk begon nen zijne brieven met: „Verbeeld u, waar de vriend!" Het was hard, zich liet geluk van andere* altijd te moeten verbeelcfenUren lang zat de arme jongen op de steenen banÉ voor de hut en bij het ruischen van ileo oc-oaan droomde hij, verbeeldde hij zic|j wat André geschreven had. En zich z©4 eene ingebeelde tooverwereld soheppend4 gevoelde hij de knaging van oon opKomen- de afgunst, van hoogmoed 'in zijn hart. De zucht naar fortuin steeg hem als ee* bedwelmenden drank naa/r het hoofd :Nee% hij zou niet altijd ongekend en arm die oini delooze zee aanschouwen, in die arme h\A wonen? Hij wild© vooruit! Hij zou zijn jeug* benutten om kpnnis en geleerdheid te ver werven, en, met een geduehtigen ruk zoil hij de deur inloopen, waarachter de for tuin voor hem gereed lag. En met stralende oogen snelde hij op zekeren morgen naar zijne moeder. Een brief van André riep hem naar Parijs ca zeide: „Kom! Wij zulten dezelfde lessen vol gen. Mijn vader heeft het beloofd". (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1921 | | pagina 3