A/eede Blad,
dag 15 Februari S92S
Uit de Pers.
Byiteolandsche Berichten,
Gemengde Berichten.
en gestolen naam.
p WEÏII0L1DERSQUAESTIE TE
F UTRECHT.
er den titel „Politiek Nieuws" schrijft
Ulrechtsch Dagblad:
heer Van Leeuwen is zoo verstandig
na liet wijkend vertrouwen van zijn
e oplossing niet te bemoeilijken
zijn aanblijven als wethouder. Maar
lientair gesproken had hem geen en-
i. 0 jnvijt kunnen worden toegebracht,
hij zijn zetel was blijven bekleeden
oen naadsvotum hem tot'heengaa-n.
genoodzaakt.
t geen hier to Utrecht gebeurd is, geeft
ïvaarlijk antecedent ten opzichte van
an[lelijke gemeentepolitiek. Moet men,
oorbijgaan van do taak onzer grond-
insteliingien, in het bestuur ou-
■inilnieenten in den vervolge te rade gaan
e beslissingen der politieke partijYcr-
ingen? Het geheele gemeentebestuur
Jan allengs komen te staan op losse
even. Wat zal er geschieden, wan-
hei [je andere partijen het voorbeeld gaan
a van de S.D.A.P.?
'gen aan den dag zouden de Katholie-
en Berge, de Protestantsch-Ghristelij-
)c Waal Malefijt, de liberalen Kett-
iinnen bewegen tot heengaan, door het
van elks kiosvereeniging. Of heeft
jiaal-democrati© het voorrecht van de
matie over wethouders, die, na erken
van do algemeene politieke situatie,
Pu! xlen zijn allereerst te handelen in het
g der gemeente? In het incident-
°li Leeuwen wreekt zich het compromis,
aoer en meer blijkt niet to zijn bc-
cene poging bot samenwerken van
ntieerde politieke minderheden,
oen kunstmatig en gewrongen sa-
anfoppclcn van uitoenloopende innerlijk
ogene groepen. De vraag rijst of dit
mt geen aanleiding geeft het geheele
romis te herzien, waar door het feit,
len geen raadsvotum heeft afgewacht,
ken is, dat de S.D.A.P. het wethou-
hap opvat als oen partijzaak, op het
Zl|ent, waarin zij geen meerderheid in
Raad bezit, die haar in s,taat stelt tot
roeron van principieele sociaal-demo-
sche politiek.
e verzekert ons, dat met den opvolger
dr. Van Leeuwen niet gelijksoortige
uiifen kunnen plaats hebben als met hem?
verzekert ons, dat niet het dagelijksch
ige onze gemeente een voortdurende
ïling zal te aanschouwen geven van
iJ-domoc-roiilsche functionarissen?Zou
?-rge/ijke vloeiende bestuursorganisa-
,aE a het belang van onze gemeente zijn,
a haar departementen allereerst con-
teit van noode heeft? Wij voor ons,
aan die continuïteit, al ligt ze dan
n richting welke wij onjuist achten,
iorkeur boven een voortdurende va-
in ons bestuurscollege, waarvoor
thans de poorten beeft opengezet.
de sociaal-democratie een derde
van de bevolking achter zich heeft,
)ohooren de wenschen van dat be-
ijk volksdeel tot geldigheid te komen
Jt gemeentelijk beleid,
ar dan willen wij ook volgens de so-
•democratische beginselen geregeerd
en, en niet worden geringeloord door
saiciaal-democratische partij fractie,
t wèl erkennen wij de volksovertui-
ook indien die socialistisch is ge-
'd, als maatstaf voor het gemeentelijk
d, maar wij niet-socialisten weigeren.
K kennen de suprematie van het sociaal-
1 icratisch partij-orgaan over ons".
cr den persoon van dr. Van Leeuwen
ijft het blad:
erhaaldelijk hebben wij in deze kolom-
tegen dat beleid scherpe oppositie ge
il. Maar wij gevoelen het als plicht,
zijn afscheid te constaloeren, dat de
iaal-democratische partij in deze per-
lijkheid een gevoelig verlies lijdt. Van
uwen is een figuur. Hij is een man van
te en oorspronkelijke denkbeelden, die
>k den tegenstander, hij moge ze dik-
gevaarlijk achten, past te bcwonde-
Hij is oen mees loepend redenaar. Wie
ooit hoorde, zal onder de suggestie gé-
Den zijn van zijn machtig, bezielend, sier
woord. Of de zondvloed van bezwaren,
thans over dr. Van Leeuwen golft,
elementen vain juistheid bevat, afgesohei
den van elke actueel© waarde, zal eerst la
ter volkomen kunnen worden beoordeeld".
Spoor fa koop.
Het befiluur van -de BenthoLmer Kreisbarm
(lijn GoevordenBenthelm) heeft aan het ge
meentebestuur van Goevorden, den geheel on
spoorweg, gebouwen, stations, materialen in
cluis, aangeboden voor éón toni
1509 kegels per minuut.
Kolonel Thomson, die, tijdens den oorlog,
staf overste van de Amerikaansche artillerie in
Frankrijk was, heeft, naar een bericht uit
Washington, een „verbeterd" gewoer beproefd,
dat door zijn vader, generaal Thomson, uitge
vonden is. Met dit geweer kunnen er niet min
der dan 1500 kogels per minuut geschoten
wordenI Het geweer, ongeladen, weegt maar
zeven pond.
Kolonel Thomson heeft het moorddadig ge
weer reeds in handen van verschillende politie
korpsen gegeven, doch hij verklaart, dat, uit
hoofde van hun volmaaktheid cn ook van hel
gevaar, dat zij opleveren in handen van mis
dadigers, deze wapens nooit in den handel
zulleu mogen komen.
De Parijsche bandieten.
Ook de politie-beambto Binnet, het derde
slachtoffer van Bacquet, dan moordenaar der
heide Fransche rechercheurs, is aan de beko
men wonden overleden. Zooals bekend, had
Bacquet, kort voor hij zelf door eon doodelijk
schot getroffen werd, Binet zoo ernstig ge
wond, dat men voor diens leven vreesde.
Een oorlog tusschen Amerika en Engeland
mogelijk?
Frank Crane, oen van de meest gelezen
Amcrik&ansche journalisten, gaat in een arti
kel voor de „Associated Newspaper" na wat
een oorlog tusschen Engeland en Amerika wel
zou heteekenen:
„Wij herhalen telkens en zijn gewoon ge
worden te beweren, dat een oorlog tusschen
Amerika en Engeland niet denkbaar is. Dit is
echter niet waar. Alles is denkbaar. Laat ons
dan ook eens trachten ons voor te stellen wat
zoo'n oorlog wel zou beteekenen. Er is immers
een zeer sterk element in dit land (Amerika,
„Vad.") dat op zulk een ramp aanstuurt. Er
is in de eerste plaats nog 6teeds de oude veete
uit den tijd van den opstand; de herinnering
er aan wordt wakker gehouden door hot on-
dertvijs ie onze scholen. Dan i3 er het feit dat
de vaderlandsliefde voor de menigte altijd
meer haat tegen een andere natie dan wel
liefde tot eigen volk beteekent en Engeland is
onze eerste vijand geweest. Men voege daarbij
de onder familieleden steeds voorkomende ge
schillen en de Iersche kwestie-...
„Uit al die kleinigheden kan er ten slotte
een nieuw wereldconflict ontstaan.
„Niemand heeft den laatsten grooten oorlog
verwacht. Hij groeide langzaam tot rijpheid.
Niemand verwacht thans een strijd inot wape
nen tusschen de twee groote Engelsch spre
kende volkeren. Maar men stuurt niet wetens
en willens op een oorlog aim; een oorlog is
een ontploffing welke ontstaat bij al te groote
opstapeling van haat, jaloerschheid, vloten en
legers. Dit alles haat, jaloerschheid, vloten
en legers zijn nu weer flink aan 't toene
men. All'S wat er nog ontbreekt, is dat er een
of-andere gek een vlammetje bij de munitie
brengt.
„Het eerste gevolg voor ons zal zijn dat wij
de Noordelijke grens tegen Canada moeten
gaan versterken. De Canadeezon zijn loyale
burgers van het Engelsche Tijk eni ze kunnen
flink vechten. Wij hebben jaren lang als goede
buren naast hen geloefd. Wie kan zich echter
voorstellen wat een -oorlog langs zulk een
enorm uitgebreide grens wel zou beteekenen?
Londen en, New-York zouden gebombardeerd
worden. Tusschen de twee machtigste vloten
der wereld zou het tot een botsing komen. Wat
een verlies aan menschenlevens en aan rijk
dommen! Het zou-nog heel wat anders worden
dan de laatste oorlog, toen de Duitschers slechts
België en een deel van Frankrijk overrompel
den; (sic!) ditmaal zouden de rijkste centra der
beschaving in 't gedran^comen.
„Het is vrij zeker dat Amerika en Enge
land op dit oogenblik aan het hoofd der be
schaving slaan. Komt het tot een oorlog tus-
schep die twee, dan zullen beide er bij te
grónde gaan.
„Die oorlog zou den ondergang van Europa
en van de Vereenigde Staten tot gevolg hebben.
Zooals na den ondergang van Griekenland en
Rome onder bet geweld der Barbaren zou
den pr weer duistere middeleeuwen aanvan
gen.
„Dit alles ware onzinnig! Stellig, maar de
wereldoorlog dien wij nu achter den rug heb
ben, was dit ook!"
Poincaré over den oorsprong vian den oorlog.
Raymond Poincaré, de oud-president der
Fransche republiek, is een reeks van lezingen
over den oorsprong van den oorlog begonnen.
Zooals te verwachten, vond de conferencier
een voornaam gezelschap bijeen, o. m. maar
schalk Foeh, de generaals Manoury, Mangen
en Balfourier, Leon Bourgeois, den president
van den Senaat, Ribot, Golrat, gezanten en
een groot aantal leden van het parlement en
do academie.
Poincaré zette op de eerste plaats uiteen, dat
Duitechland, lijdende aan megalomanie, sinds
1870 voortdurend naar oorlog met Frankrijk
streefde om dit land te verpletteren, zijn natio
naal bestaan te vernietigen, en bet zoo te ver
nederen, dat het niots meer zou zijn dan een
dienaar van Duitschland.
Hoe gedroeg zich Frankrijk, vroeg Poincaré
dan, tegenover deze Duitsche bedreigingen? „Dt
ken", zeide bij, „geen enkelen Franschen minis
ter, geen enkelen president der Fransche re
publiek, die ooifr het woord revanche tiifegespro-
ken heeft, ik ken er geen enkelen, die ooit, in
het geheim of in het openbaar, het idee van
een gewapend conflict gepropageerd heeft.
Al onze regeeringen, conservatief, republi
kein, gematigd ol radicaal hebben steeds go-
tracht met Duitschland niet alleen correote en
beleefde, maar zelfs, indien mogelijk, vriend
schappelijke betrekkingen te onderhouden. Het
eenige, wat allen, sinds 1871, geweigerd heb
ben, is afstand te doen van hun intiemste ge
dachten en de twee Fransche provincies te ver
loochenen. Dat ware een verraad geweest.
Duitschland had d« edelmoedige gedachte
van Frankrijk moeten begrijpen en mot ons
relaties van goede nabuurschap moeten onder
houden, zonder ons door een regime van vuist
slagen te willen verbitteren. Maar bet werd go-
dreven door de fataliteit, welke bij het ontstaan
van zijn eenheid en de stichting van het rijk
voorgezeten had."
Fluiten en trommelen.
Een: missionaris, pas uit de binnenlanden
van Afrika teruggekeerd, vertelt in een der
Fransche bladen, dat sommige volksstammen
-daar in het bezit zijn van wat men zou kun
nen noemen een primitieve telefoon. Hun „toe
stel" is een fluit, waaraan drie tonen ontlokt
kunnen worden, maar door allerlei variaties,
langgerekt en kort fluiten, enz., woten zij uit
voerige mededeelingen over grooten afstand te
doen, en heele gesprekken te ïiouden.
De negers zijn nooit zonder die drietonige
fluit, zij roepen er mee om hulp als ze in
gevaar zijn, zij houden er gesprekken door mot
hun geliefde aan de andere zijde van het dorp.
Iedere neger heeft zijn eigen typische wijze
van fluiten, en door den heideren Afrikaan-
6chen nacht klinken vaak allerlei accoorden
door elkander, zonder dat de verschillende
„sprekers" in de war gebracht worden, omdat
ze den eigen toon van hem of haar met wie ze
converseeren, uit alle andere onderkennen.
Voorts bedienen de negers zich van trom-
meltaal, gelijk ook de inboorlingen van de
Zuidzce-cilandeni en Zuid-Amerika dat doen.
Zij houden him afstands-gesprekken, zonder
last te hebben van storing en telefoon-misère,
him fijn gehoor, een fluit of een trommel, is
al wat zij behoeven. Wij Westerlingen, met
onze meer gecompliceerde instrumenten, ne
men nochtans ook nog wel eens'onze toevlucht
tot fluiten/ en trommelen, om uiting te geven
aan onze gedachten.
Wanneer? In den schouwburg als de acteurs
of hot stuk ons niet bevallen en we dat ken-
baar maken door te fluiten. En in de Tweede
Kamer, als we het voorrecht hebben 'afgevaar
digde te zijn en door trommelen met alles en
nog wat op de lessenaars, ons kwaad humeur
over den loop der zaken duidelijk willen laten
blijken.
Een abonnement in het graf.
Een rijke industrieel in den staat Kansas
heeft bij testament bepaald, dat gedurende
twintig jaren na zijn dood een door hem voor
uitbetaald abonnement op do „Daily Telegraph"
dagelijks op zijn graf moet worden neergelegd.
Voor dit doel had'hij reeds tien jaren te vo
ren zijn graf laten inrichten, waar ook per
manent een electrische lamp moest branden en
een leesstandaard moest gereed staan.
Een veel gelukkiger idee had een anderen
man, die geen Amerikaan was, maar die bij
testament bepaalde dat zijn lijfblad tien jaren
lang moest bezorgd worden bij vijf onvermo
gende families.
Door deze erflating, richtte hij zich een dank
baarder gedenkteeken, daar hij nu zelf dag en
nacht in dankbare herinnering bij deze fami-
lios voortleeft.
Wie doet 't hem na? „Msb."
Men maakt zich in de
Purmer op, het derde eeuwfeest der droogleg
ging feestelijk te vieren.
Het aanvankelijk kleine meer onderging in
1170 een groote uitbreiding, waardoor eenige
daarom liggende dorpen verdwenen. Bij of kort
na dun grooten vloed van 1212, waarbij alleen
in het tegenwoordige Noord-Holland zestig
duizend menschen moeten zijn omgekomen,
werd het. opnieuw vergroot. Toen werd groo-
tendeels verzwolgen het dorpje Purmer, dat
zijn naam heeft gegeven aan Purmerend. Her
tog Albrecht van Beioren verleende aan de
inwoners van Purmerend in 1358 de vrijheid
inplaats van de kapel, die te klem geworden
was, een kerk te stichten, onder voorwaarde
evenwel, dat de kerken van Purmer en Pur
merend zouden bediend worden door Jacob
Mas, curo'yt (pastoor) van Purmer. Bij zijn
dood zou de kerk te Purmer vervallen.
Het vischrecht op dit meer behoorde aan de
steden Edam, Monnikendam en Pirrmerend en
de dorpen Purmerland en Ilpendam. Vooral
de paling was bekend on de uitvoer orvan naar
Engeland gaf veel voordeel.
„Men wil zelfs", zegt Van der Aa, „dat he
den ten dago (1847) nog op de vischniarkt to
Londen een bank getoond wordt, welke daaraan
zijn naam ontleend heeft."
Na de droogmaking van de Beemeler ver
zochten Edam en Monnikendam octrooi tot het
bedijken van de Purmer, dat de staten van
Holland en West-Friesland op li) Juni 1817
verleenden onder-voorwaarde, dat deze ste
den tot overeenstemming moesten komen met
Purmerend, Purmerland, Ilpendam en Kat-
woude, mederechthebbenden op het meer, dat
zjj ten Oosten van Edam een eteenen sas zou
den aanleggen, dat de Vrouwenstuis vernieuwd
en de haven van Edam goed onderhouden zou
worden. Het volgend jaar werd het werk be
gonnen en in 1622 was het meer droog. De ge
wonnen grond had een oppervlakte van
253,910.78 H.A., die in 1623 verdeeld werd in
kavels van 20 morgen. Het volgende jaar ves
tigden" zich er de eerste bewoners en in dat
zelfde jaar werd er het eerste kind geboren,
een meisje, dat de namen van Purmeitje Pie-
ters ontving.
Tot 1632 waren er slechts twee huizen: in
1732 stonden er 102. In 1655 werd de Beem-
ster in polders verdeeld, wat noo&g was door
de ongelijke hoogte der landerijen. In de streek
van Ilpendam is de bodem het minst goed.
In het deel, dat aan Purmerend grenst werd
de eerste school gebouwd (1633), die in 1750
doof een nieuwe van steen vervangen werd.
In de 18e eeuw was de Purmer rijk aan
fraaie buitenplaatsen, waarvan er twee, Sand-
wijk en Toeval, tot het midden der vorige eeuw
zijn blijven etaan. Ook het slot Elpenstein is
toen verdwenen.
Te Antwerpen is een
heele bende valsche munters gearresteerd, dib
•zich er op toelegden valsche Nederlandsche
bankbiljetten te maken. De politie heeft in de
Zwedenstraat de drukkerij gevonden, waar de
valsche bankbiljetten van 25, 40 en 60 gulden
gemaakt werden. Alle materiaal is in beslag
genomen.
Omtrent deze arrestatie verneemt het „Han
delsblad van Antwerpen" o.m. nog het vol
gende:
De politie is er in geslaagd al de handlan
gers in haar netten te vangen. Een paar weken
geleden kwam ze te weten dat er valsche Ne
derlandsche bankbriefjes in omloop waren en
het den schijn had, dat deze te Antwerpen
werden: uitgegeven. Opzoekingen werden ge
daan, verschillende personen werden in het
oog gehouden en zoo kwam het dat een eerste
spoor in handen kwam door de aanhouding
van zekeren Van der B., in een hotel uit den
omtrek van het station. Deze v. d. B., een
Brusselaar, woonachtig te Parijs, ma,ar tijde
lijk te Antwerpen verblijvende, werd in het be
zit gevonden van een vijftigtal valsche bank
briefjes van 25 gulden.
Naar aanleiding van deze aanhouding zette
de politie met verdubbelden ijver haar on
derzo k voort. Ze kwam daarna te weten dat
in deze zaak betrokken waren zekere v. D., uit
de Van Beersstraat, A. uit de De Vrièrestraat
en V. uit de Zwedenstraat.
Huiszoekingen werden gedaan bij van D. eo
A., die weinig opleverden. Anders was hei
echter gesteld bij de laatst aangehoudenen. Op
een kamer werd een moderne steendrukkerij
gevonden met pers en alle andere benoodigd-
keden en druksteenen, wel een tiental met
allerhande teekeningenr van Nederlandsche
bankbrieven ingegraveerd, zoowel voor den
opdruk van teekening, nummers, handteeken
en watermerk. Volgens de sporen die op de
druksteenen werden gevonden, kon men op
maken dat er briefjes werden gemaakt, Bel
gische van 20 franken, en Nederlandsch van
25, 40 en 60 gulden.
Zeker was het dat de laatst aangehoudene
V., de bewoner van het huis, niet de drukker
was dezer briefjes, om de eenvoudige reden
dat hij hoegenaamd geen vakkennis bezat.
Niettegenstaande alle pogingen was er niet
veol van V. te vernemen. Doch door de aan
houding zijner vrouw vernam men meer. Twee
•mannen, drukkers van beroep, hadden de
kamer gehuurd en kwamen enkele dagen in
de week, na 6 uur 's avonds, werken. Geen 23
uur waren verloopen of de tweedrukkere
waren achter slot. HcA zijn twee zeer bekwame
steendrukkers Sp. en D.
Toen men den geheelen inboedel van het
werkhuis had opgeladen, werden nog ten
honderd-tal afgewerkte bankbriefjes gevonden.'
Het kwam er nu nog op aan den mail ie
vinden die de teekoiuugen op de ateenen hoeft
gegraveerd en daarbij een groote kunde hooft
aan den dag gelegd. De oaaporingen naar den
graveur leidde tot de aanhouding van een vier
end wintig-jarigen jongeling C., woonachtig
Piantijntei. Deze jongeling woont bij zijn
ouders, zeer oppassende lieden en bekende
el ijk de maker te zijn der gravuren. Hij
toonde grooten spijt over het gebeurde en wiai
niet aan welke ergo-gevolgen hij zich bloot stal-
Ook had hij voor het gedane werk niets
ontvangen. Wel was hem beloofd een deel te
krijgen der opbrengst.
Alhoewel deze valsche munt er ij ainds een
jaar werkzaam is, hebben noch drukkers, noch
graveerder fortuin gemaakt, want nergens was
er eenig spoor van weelde, en volgens de eer
ste inlichtingen werden do valsche briefjes
oor een. derde van de waaide verkocht.
Het onderzoek wordt nog voortgezet.
Zondagmiddag heeft te
Maastricht in de Hommelstraat eene instor
ting plaats gehad. Rondom de ijzeren telefoon
mast is de straat over do geheele breedte, op
5 plaatsen ingezakt. Duidelijk zijn op de plaats
der instorting de overblijfselen der oude oaoo-
menten te zien. De straat is geheel afgezet en.
plaats der instorting met een'touw om
heind.
Eon wandelaar heeft aan
het Posthuis Zeebad Schoveningen een ongo-
sprongen granaat afgegeven van 7 c.M. Hij
deelde daarbij mede, dat or nog twee van dio
gevaarlijke voorwerpen bij de kustbatterij leu
gen, welke mededeeling bij ondorzoek juist
bleek te zijn. De granaten zijn onmiddellijk op
een veilige plaats geborgen.
Te N i e u w-W eordijage wer-
den verleden jaar 7 H.A. best baggervoea aan
gekocht voor f 57,000; thans nu zij wear in
veiling werden gebracht konden zij niet meer
dan f 17,400 opbrengen.
-Te Delft werd, tengev o-i-
ge van het plotseling' witvaUen van een turbine
Zaterdagavond omstreeks 6 uur het olectriach
licht door de geheele stad gedurende een half
uur gedoofd.
-Te Boxtel kwam een 2Vi-
jarig kind van W. v. d. V. met de kleertjes ia
aanraking met de as van de dorachmachine,
Het is aan de bekomen verwondingen bezwe
ken.
- Toen de trein naar N ij-
megen te Wijchen Zaterdagmiddag stil hield,
trok plotseling zekere B. een mes en 9tak dit
zijn coupégenoot, den 16-jarigen Bosch/man in
den rug. De jongen zakte voor den trein in
een. Zijn toestand: is zeer ernstig.
Men 6 c h r ij f t a a'u het „Vad.":
Dezer dagen verloor oen heer zijn portefeuille
met een belangrijk bedrag aan bankpapier in
de vestibule van het station van de Hotlandr
scho spoor te '»-Gravenhagc, hetgeen hij eeret
later, op reis zijnde, bemerkte. Bij terugkomst
daar ter stede mocht hij echter het genoegen
smaken het verloren schaap veilig en wel bij
zich aan huis te vinden, alwaar de eerlijke
vinder het had bezorgd.
Van een goederentrein
uit Coevorden naar Zwolle zijn Zaterdagavond
de machine en drie wagens ontspoord nabij
de stopplaats Heffte Vsldhoek, juist waar de
lijn van de Noord-Ooster locaalspoor op de
hoofdlijn MeppelZwolle komt. De Sneltreinen
van het Noorden (LeeuwardenGroningen)
ondervonden vertraging. Persoonlijke ongeluk
ken hadden niet plaats.
In de laatste nachten, is
te Kerkraae weer flink gestolen. Op sommige
plaatsen werden de dieven verjaagd, op andere
konden ze hun slag slaan. In een winkel werdl
des middags gestolen eeu ijzeren geldkistje
uit een kast op de slaapkamer. Hot kistje be
vatte geen geld, doch allerlei papieren, die
voor den bezitter van groote waarde zijn. Heb
zijn allen Duitschers, die do gemeente en om
geving onveilig maken. Hot gaat te gemakke
lijk om de HolLandsck-Duitseke grens te over
schrijden. 't Is ook al zoover gekomen dat „dar»
mes" in de woningen boeken (geïllustreerde)
te koop komen aanbieden voor de hygiënische
behandeling der vrouw.
Zaterdag ie de in aan
bouw zijnde fabriek der firma J. A. A. Ker-
stens aan de Stevenzandscheetraat te Tilburg
voor een gedeelte ingestort.
Van het drie verdiepingen hooge gebouw ter
lengte van 42 M. opgetrokken in gewapend!
beton, is nagenoeg een derde deel tot op de
eerste verdieping geheel in elkaar gezakt.
Wonder boven wonder zijn geen persoonlij
ke ongelukken to betreuren, omdat door een
toevallige omstandigheid, de arbeiders allen
beneden waren, toen de instorting plaats had.
Het gebouw was, voor zoover do betonee-
ring betreft, zoo goed als gereed. Het dak waa
er op, en juist eenige dagen geleden had men
de stutten en kratten verwijderd rond de ma-
sale 'betonpijlers der tweede verdieping,
Zes weken geleden waren deze pijlers ge
stort en waar voor de versterving slechts vier
i weken wordt gerekend, konden de stutten zon-
feuilleton.
dte Yves Villepreux, was woes
►ad broer nocli zuster. Liefhebber zijn-
1211 avofnitiivreii en redzeu, had hij Indië
®i za&n, de maagdelijke bo&schen d/oor-
en> m de hindoes ch© tempels binoien-
611Maar toen was de storm ge-
116,1 Nu ging hij d© laatste reis on-
Pmendie, waarvan men nooit te-
eert.
.- - -O-V, ro iguimiutuiiou, maar de
overwon zijn moed. Het zweet pa-
hem va®, het voorhoofd en zijne lip-
stameJden eenige onverstaanbare
11 en. Eindelijk werd toch, door een
poging, zijn stem eenigszins hei-
ei ten minste hoorbaar.
-e*a> zeide hij, de brieventas oh, die
bp® borst zit en indien gij mij over-
n !fj10n oea?: voor'b ij varend schip uw
red..F schrijf dan zoodua gij een ha-
MnneWoopt, naar het kasteel Ville-
t'i"? ^3°Eda,ë. In mijn dorp is een
t,™ lC^e vcw?r den iaataum afstam-
S Aian een uitgestorven geslacht zal
j z©g hem, dat ik al wat ik bezit
ie armen schenk.... en zeg ook....
ja JUouwe crisis overviel hem: Yves de
eux in den eersten doodstrijd.
Slechts een gerochel in de -keel zeide, dat
hij nog niet geheel had opgehouden te le
ven.
De uren kropen langzaam vooruit en
de zon zakte reeds naai* het westen. "Wel
dra zond hij een laat&ban straal over de
zee en kort daarop viel de nacht in, zwaar,
donker, schrikwekkend.
Yves de Villepreux lag nog steeds met
den doodsreutel in de keel en do ander
zat ,nog altijd in afwachting van wat er
gebeuren zou. Toen het morgen werd, was
de ademhaling van den lijder aanmerke
lijk verzwakt.
Nu werd hot dag en aan den horizon
vereenigde zich weer de helder blauwe
lucht met de onmeetbare zee. Van den
storm was geen spoor meer te ontwaren en
de oppervlakte van het zoute water schit
terde en weerspiegelde de helder, koeste
rende zonnestralen. De golven," nu traag
en als vermoeid geworden, schenen zelfs
geen macht te hebben om de zwakke sloep
op te lichten.
En hoe de schipbreukeling ook rond zich
staarde, nergens ontwaarde hij iets anders
dan de blauwe lucht in de zwarte, spiege- v
lende watervlakte.
Hij stond op van de bank. Geen adem
tocht ontsnapte nog aan de kleurlooze lip
pen van zijn lotgenoot. Toen nam hij de
brieventasch van zijne borst, sloot die zorg
vuldig toe, stak ze bij zich en sloot de oogon
van den markies. Ten slotte nam hij de
handen van den doode en vouwde die, vol
gens een oud Bretonsch gebruik, op diens
borst te zamen, om alzoo aan Yves de Vil
lepreux het aanzien te geven van iemand,
die in het gebed verslonden is.
Hij zelf bad niet. Hij had het De profun-
dis vergeten, dat men ginder in Bretagne,
in het schiereiland Quiberon, zoo godvruch
tig bij de dooden bidt.
Langzaam dreef de boot steeds voort en
Yves Kermogern, die door een zonderling
samentreffen, denzelfden doopnaam droeg
als de doode, ging terug op zijne bank zit
ten en droomde
Welk zou nu zijn lot zijn? Zou hij, nu
eenig overgeblevene van de IJselijke schip
breuk, veroordeeld zijn om eenige uren,
eenige.dagen op dat dwalende vaartuig
door te brengen? Zou hij daar nu niet van
koude en honger sterven? Want hij had
zelfs geen beschuit meer om de krampen
te stillen, die tengevolge van het lange
vasten, zijne ingewanden begonnen te pij
nigen? Zou hij daar zoo, verjaten, sterven
naast zijn slachtoffer?
Neen, dat geloofde hij niet. Weldra zou
hij oan zeil ontdekkenHij behoof de
slechts te waken.
Eensklaps sidderde hij. Levende wezens
van zonderling voorkomen stegen uit de
zee op, bewogen hunne lange, staalblauwe
vleugels en spoedden met snelle vlucht
voorbij, om op korten afstand weer onder
de watervlakte te verdwijnen.
Het was eene school vliegende visschen,
die, opgeschrikt bij het zien van hel vaar
tuig, voor een oogenblik hun lement ver
laten hadden.
De boot dreef voort als een verlaten, le
venloos wrak. Weer eindigde de dag en
een kalme nacht viel nogmaals in.
Yves droomde nog steeds voort, met zijn
geheugen de 25 jaren van zijn veelbewogen
leven doorloopend. Hij dacht aan eene ar
me Bretonsche hut, eenzaam aan den hoek
van den dorpsweg gelegen.Die hut. had hem
zien geboren worden. Onder haar dak had
zijne wieg gestaan
Toen hij nog 'zeer klein was, nam zijn
vader hem als visschersj'ongen mede naar
zee en zoowel in de warme nachten van
den zomer als 'in den ijskouden winterstorm
wierpen zij te zamen hunne netten uit.
De vader verdronk, en de wees werd de
vriend van den jongen André, een bankiers
zoon, die alle jaren zijn vacanüetijd in bet.
dorp Pentiry in een prachtig buitenverblijf
kwam doorbrengen. Yves werd zijn onmis
bare speelkameraad.
Dat waren gelukkige dagen voor hetvis-
sclicrskind Maar niet altijd, want hij
begon de schamele hut met het rijke ver
blijf van zijnen vriend te vergelijken.
In den winter schreven de kinderen brie
ven aan elkander. Yves sprak alsdan over
de eentonigheid der vlakten, de grillen der
zee. De zoon van den bankier vertelde van,
zijne vermaken en onveranderlijk begon
nen zijne brieven met: „Verbeeld u, waar
de vriend!"
Het was hard, zich liet geluk van andere*
altijd te moeten verbeelcfenUren lang
zat de arme jongen op de steenen banÉ
voor de hut en bij het ruischen van ileo
oc-oaan droomde hij, verbeeldde hij zic|j
wat André geschreven had. En zich z©4
eene ingebeelde tooverwereld soheppend4
gevoelde hij de knaging van oon opKomen-
de afgunst, van hoogmoed 'in zijn hart.
De zucht naar fortuin steeg hem als ee*
bedwelmenden drank naa/r het hoofd :Nee%
hij zou niet altijd ongekend en arm die oini
delooze zee aanschouwen, in die arme h\A
wonen? Hij wild© vooruit! Hij zou zijn jeug*
benutten om kpnnis en geleerdheid te ver
werven, en, met een geduehtigen ruk zoil
hij de deur inloopen, waarachter de for
tuin voor hem gereed lag.
En met stralende oogen snelde hij op
zekeren morgen naar zijne moeder. Een
brief van André riep hem naar Parijs ca
zeide: „Kom! Wij zulten dezelfde lessen vol
gen. Mijn vader heeft het beloofd".
(Wordt vervolgd.)