Tweede Blad. BINNENLAND. Zaterdag 25September!920 Geloofsverdediging. hst materialisme. I. Bij de behandeling van 'het Godsbestaan hebben wij allereerst betoogd, dat het on- ,jeQe" niet mag worden geloochend en ikend, omdat men het niet zien kan. Derhalve mag men niet zeggen: „lk zie God niet, dos bestaat Hij niet." Toch wordt deze quasi-redeneering ten ozichte van het Godsbestaan, alsook ten opzichte van 'smenschen ziel, onophoude lijk toegepast en ik houd mij overtuigd dat jij de huis-, tuin- en keuken-Godlooche naars, voor zoover ze ten minste redenee- fcn, deze redeneering vooral aan hun God loochening ten grondslag ligt. tVe willen hier de vraag stellen en be antwoorden, vanwaar deze al te gemakke lijke manier, om, ondanks de wijshoid en iet overleg getuigen van een Wijzen en R'erstandigen 'Maker die uit heel de ons omringende natuur spreken, het Godsbe staan te loochenen. Het antwoord kan kort en goed gegeven worden: we danken dit aan het ESataria- sme. Het Materialisme? Wat is dat? Waarom jtoch altijd die vreemde onverstaanbare Ijvoorden? Ik kan er heusch niets aan doen. 't Is bij „.is nu eenmaal gebruikelijk veel uitheem- 6che woorden te gebruiken, hetgeen vaak jammer is, want daardoor krijgen sommi ge dingen en zalcen, dikwijls een schijn van geleerdheid, die ze niet verdienen en een schijn van geheimzinnigheid, terwijl er niets bijzonders aan is. Ge moet dan weten, dat het woord „ma- jarialisme" wordt afgeleid van het Latijn- gche woord „materia", hetwelk een klein beetje verhollandsckt ook gebruikt wordt ;als „materie". Materia of materie nu beteelcent „stof" en bet daarvan gevormde woord „materialis me" is de geleerde naam van hetgeen we gewoon Hollandscli zouden willen noe men de stof-theorie. Daar heb je al weer .zoo'n vreemd woord, 't Is om hopeloos te worden. Enfin, wat theorie beteekenl, we iten we waarschijnlijk allemaal wel. Het Materialisme is dus de stof-theorie ïn daarmede wordt aangeduid een soort wereldbeschouwing. Men kan n.l. ten op zichte van de wereld in haar geheel, gelijk tea opzichte van den mensch afzonderlijk, -doch dan spreekt men van levensbe- stawing, verschillende vragen stellen fflMntvvoorden, als; Vanwaar? 'Waartoe? Waarheen? •Fiji die vragen verschillend worden teanUvoord, zooals een ieder uit de practiijk ran't dagelijksch leven weet, heeft men verschillende wereldbeschouwingen, zoo als de Christelijke en de daarmede wel 't meest In strijd zijnde, materialistische. Ziehier de korte inhoud van de materia listische leer: Het eenig werkelijk bestaande is de slof, en buiten de stof of behalve de stof bestaat gr niets. Al het zijnde of bestaande is derhalve slof, niets dan stof, de mensch net "zoo goed als al het andere. 'Al wat er geschiedt, is werking of bewe- ,ging van de stof; het menschelij-k denken geen uitzondering, ook dat is etofbewoging, trilling van de hersenen, anders niet. De stof is eeuwig, ongeschapen. Uit de eeuwige, ongeschapen stof (die men zich moet denken als eeni veelheid van ontelbare, allerkleinste, niet meer deelbare stofdeeltjes, atomen genaamd) is alles opgebouwd. Uit haar heeft zich de aarde ontwikkeld, luchten water, kort en goed alles, dus ook de mensch uaar zijn geheele bestaan. Alleen liet zinnelijk v/aarnoembare, m. w. alleen datgene, wat onder de zintui gen (gezicht, gehoor enz.) valt en met. de aintuigen wordt waargenomen is en bestaat iWasMijk. Al het overige is droombeeld en fantasie. de grens der zintuigelijke waarne ming of ervaring is ook de grens van het' Bonken gegeven. Daarboven kan men niet nhgaan of men verliest zich in het onwer kelijke. feuilletonT De ziel is niets anders dan een naam, die de functies der zenuwen, tezamen: noemt. De menscli is even goed' als de die ren een machine. JAN MISERIE. Naar P. LOUIS COLOMA S. J. Ziedaar de materialistische geloofsleer. Ja, geloofsleer of eigenlijk zeer veel min dert Want geen; enkel bewijs wordt er voor al die stellingen aangevoerd. De kopstuk ken van het materialisme hebben ze als onfeilbare uitspraken gegeven. Men heeft ze derhalve te aanvaarden, anders is men een domkopI Ik hoop, dat mijne lezers bovenstaande uiteenzetting van de stof-theorie hebben kunnen volgen. Of anders ze nog maar eens ovorgelezen! Ge moet er niets bij zonders achter zoeken, doch de zinnen en woorden nemen, zooals ze daar staan, in de letterlijke beleekenis. En tot beter be grip kunt ge daarbij nog bedenken hoe te genover deze materialistische wereldbe schouwing de Christelijke staat, de Chris telijke, welke behalve de stof en de stof- beweging nog bovendien erkent bet be staan van onstoffelijke, geestelijke wezens en oorzaken en geestelijke werkingen, als daar zijn: God en 'smenschen ziel. Me dunkt, nu deze uiteenzetting mag ik veronderstellen, dat iedereen weet, wat het Materialisme behelst. 'Er bestaan verschillende schakeeringen van het Materialisme, zooals het Pantheis- me, het Monisme, het Naturalisme. Alweer vreemde namen! Ik vermeld dat echter volledigheidshalve. De lezer behoeft zich volstrekt niet. te verdiepen in de beteelce- nis dier namen, 't Is genoeg te weten bij voorkomende gevallen, dat een en hetzelf de boven verklaarde Materialisme den grondslag vormt van al die verschillende schakeeringen. Het is lood om oud ijzer. Er is niets nieuws onder de zon, zegt 't spreekwoord. 'En dat geldt ook van het Materialisme. Het is een heel oude dwa ling in de vorige eeuw nog weer eens netjes opgelapt en als„he(. laatste woord der wetenschap ter verklaring van de wereld en al het wereld-gebeuren" met groote brallende en reclame-achtige woorden on der de menigte geworpen, alwaar het veel kwaad heeft gesticht en nog steeds voort gaat kwaad te stichten, de menschen van God en Godsdienst vervreemdend. In de „Stimmen der Zeit" van deze maand verzucht F. Muckertmann S.J. dat met de Duitsclie wetenschap veel ongeloof in de wereld gekomen is. Niet het minst hebben dat op hun geweten de Duitschers- propagandisten van het materialisme, als L. Büclmer en 'Haeckel. Het boek „Kracht en Stof" van den eerste geldt in kringen, die tot dieper nadenken over en beoordeelen van hetgeen ze lezen, niet in staat zijn, als een Evangelie. Ook het wetenschappelijk socialisme (hiermede wordt bedoeld de socialistische iheoric), eveneens een product van Duit- schen geest, heeft er veel toe bijgedragen, om het Materialisme onder bet. publiek te brengen. De ondergrond immers van het socialistisch stelsel wordt gevormd door de materialistische beginselen, welke wij bo ven hebben aangegeven. Het socialisme, is materialistisch, hetgeen door de pmetijk trouwens overvloedig bevestigd wordt. En dat is niet de minste reden waarom Katholiek-zijn en' soc.ialist-zijn in een en dezelfde persoon absoluut onvereenigbaar zijn. Die twee kunnen: onmogelijk samen gaan. Om de goede gemeente te bedriegen wordt door de S. D. A. P. ten. onzent wel dikwijls het tegenovergestelde beweerd en zelfs lieeft. men oen fractie, die zich Chris ten-Socialist noemt, doch men moet niet vregen, wat dat voor oen Christendom is. Neen, in den Katholiek, die zich socialist verklaart, moet het Katholiek geloof on dergaan en wie uit liet socialisme tot de Katholieke Kerk zou willen overkomen of terugkomen, hij zou als eerste voor waarde zijn socialisme moeten verlooche nen. Overigens, de zaak is zoo helder als een zonnige dag. In een eerlijke bui of wan neer een socialistisch spreker zich eens vergaloppeert, komt dan ook vaak de be kentenis naar voren, dat Christendom en socialisme ^ich verhouden als vuur en water. Derhalve, Christendom en Socialisme verdragen elkander niet. omdat Christen dom en Materialisme elkander niet ver dragen, doch twee totaal tegenovergestel de wereldbeschouwingen zijn. W. P. J. JANUS, Warmond. Kapelaan. HET (BIOSCOOPGEVAAR. Aan een. Weekpraat.je in „De Maas bode" ontleen en we de volgende beschou wing, die de overweging Wèl verdient. Het) bioscoopgevaar is aT jaren lang in alle richtingen, gepeild, maar het grootste gevaar van dit populaire volksgenoegon schuilt niet in de sensaties en extra-ordinai re verwikkelingen, maar wel in de étalee- alng van alle uitbundige weelde, die een mondaine wereld maar bijeen heeft te brengen. Het gevaar schuilt) iftn de verlokking der schijnbare weelde, die daar ten toon ge spreid wordt. Het volkskind voelt rich on gelukkig en misdeeld tomdat het klompen moet dragen, terwijl het daar een wereld voor zich ziet van louter f eestelij ken schijn. Bet leven op de film wordt één perma nent, festijn met, vorstelijke zalen, kostbare toiletten, mot. glanzende auto's en uitgele zen dranken en spijzen. Het leven op de'film wordt een leven van louter overdaad en verkwisting. Zoo wordt de film, zeker geprezen om de meesterlijke regie, een permanente ver lokking tot weelde, een opvoeding tot het luxeleven, waartoe wij toch in werkelijk heid niet' kunnen, komen. Wij worden (vertrouwd met kringen, die uiteraard de onze niet kunnen zijn, en wij voelen ons ongelukkig en worden ontevre den, als vvij deze wereld van schijn niet tot realiteit kunnen maken. Wat onmatige en overbodige luxe is, word't als de schoonheid des levens voorge houden en de schijngenoegens van de weel- degeaiietingen worden ons als de ware en eenige vreugde gesuggereerd. En toch scheppen zij niet anders dan desillusie on onvoldaanheid. Hoeveten, die de genietin gen van d'e weelde kennen, zouden zich weer de vreugde vaat den eenvoud willen terugkoop en. Hoe zouden zij de laarzen van de luxe willen uitschoppen om, evenals het meisje in den coupé, weer blij te mogen ronddan sen op de houten klompjes van den een voud. Het geluk is relatief, maar het heeft zich altijd gemakkelijker doen vinden in den eenvoud en soberheid, dan in de weel de en overdaad. DIPLOMA VOOR ZIEKENVERPLEGING. Zooals reeds medegedeeld, is ingediend een wetsontwerp tot wettelijke bescher ming van het, diploma voor ziekenverple ging Ten aanzien van stelsel en grondslagen van het wetsontwerp wordt het volgende opgemerkt: eigens het ontwerp zullen be schermd worden diploma's, verworven door een examen, dat de sluitsteen zal zijn van een opleiding in door den Minister voor dit doel erkende (en gesubsidieerde) ziekeninrichringen., volgens een nader door hem te bepalen programma. Er komen dus bij aanneming van dit wetsontwerp geen vakscholen met St aalsdiploma, maar aan gestuurd wordt op ontwikkeling, regeling en. verbetering ran de bestaande opleiding in'ziekenhuizen, terwijl het na afloop van de opleiding af te leggen examen en het diploma een officieel karakter krijgen. Het wetsontwerp kan twee soorten van diploma's: die voor de gewone ziekenver pleging (diploma A) en die voor de ver pleging van zenuwzieken en krankzinni gen (diploma B.). Het is, zegt de Minister, inderdaad wenschelijk deze beide soorten van diplo ma's streng te scheiden. Wel is het wenschelijk voor hen, die een diploma A of een diploma B. bezitten, het, verkrijgen van het andere diploma te vergemakkelijken.. Het wetsontwerp laat voor een. dergelijke regeling ruimte. Bij' een wettelijke bescherming van de •diploma's rijst allereerst de vraag: Hoever moet zich de (bescherming uitstrekken? Zal men voortaan. behoudens eene billijk heidshalve noodzakelijke overgangsregeling tiet verplegersberoep sluiten voor allen die geen bij de Avet beschermd diploma bezitten? Of wel, dient het beroep ook voor anderen open te blijven, en dient aan deze laatsten alleen op straffe verboden te wor den den titel te voeren die alleen aan wet telijk gediplomeerden toekomt? In het wets ontwerp is het tweede stelsel gekozen. Het voeren van den talel van ziekenverpleger of -verpleegster wordt verboden aan hen, die geen wettelijk beschermd diploma bezit ten). Het wetsontwerp maakt het mogelijk om voor bijzondere Onderdeden der ziekenver pleging een bijzondere aanvullende oplei ding open te stellen. Zij, die zulk een spe ciale opleiding hebben, genoten, kunnen een aanteekening op het diploma "ontvan gen voor dat bijzonder onderdeel. De Minister heeft rich afgevraagd of wer kelijke bescherming van het verplegersdi ploma bok niet zou moeten medebrengen bescherming van het verplegerskleed. Ditusechen zou het. voorsclu-ljven van een uniforme kleeding aan de wettelijk gediplo meerden met vorbod aan, de niet-gediplo- meerden om die kleeding te dragen, in clo procHijk op moePlijkliked'eJi qUuf-n, ter wijl 't doel, dat men liieimede zou be oogen, op veel eenvoudiger wijze kan wor den bereikt door het 'instellen van een onderscheidingsteeken voor wettelijk gedi plomeerden. In het wetsontwerp is een daartoe strekkende bepaling opgenomen. De insignes zullen van Rijkswege beschikbaar worden gesteld. In 'het wetsontwerp is de overgangstijd gesteld op twee jaren. Lettoren en Kunst. DE HEILIGE LAND-STICHTING. Op de Staatsbegroofcing komt. voor een post van 1000 gulden voor de Heilige Land stichting. Het „Vad." betwijfelde dezer dagen of de post wel behoort onder „Wetenschap en Kunst", waaronder ze door de regeering is gerangschikt. 't Is interessant, dat nu een niet-katho- liek een zekere van Vredenburch het in het „Vad." voor de Heilige Land-Stich ting opneemt. Hij schrijft dan: „in de toelichting vestigt de minister er de aandacht op, dat o. a. bedoeld wordt de exploitatie van een Bijbelsch Openlucht- Museum, waar men de bezoekers op aan schouwelijke wijze wil brengen in de sfoer van het oude Oosten, ten einde hen te on derrichten omtrent het ontstaan van het Christendom. Kort geleden de stichting, welke nog maar in haar begin is, bezocht hebbende, kan ik inderdaad, als niet-Roomsche, ge tuigen, dat hier veel geboden wordt en nog meer zal geboden worden, dat voor het aan schouwelijk onderwijs in de geschiedenis voor een ieder van groote waarde zal zijn. De stichting zelf, eenmaal te bekronen met den bouw eener prachtige basiliek met kapellen, voorstellende de verbroedering der Christelijke natiën, is natuurlijk een zuiver Roomsche schepping, maar in alge meen cultureel opzicht heeft de zorgvuldige nabootsing van de talrijke typische gebou wen uit de eerste periode onzer jaartelling evenals die van de Catacomben te Valken burg, een bijzondere beteekenis. Wanneer men dan nog van den rondlei- denden geestelijke voor ons gezelschap was het Rector Suys in eigen persoon, die zelf in Palestina geweest is dc uitlegging en verklaring hoort van zeden, gebruiken enz., dan beginnen deze getrouwe naboot singen van een huis te Nazareth, een stal in de rotsen, een rotsgraf met wentelenden steen, een Jeruzalemsche muurpoort enz. voor den bezoeker te leven. Zoo belooft dit openlucht-museum, waaraan een nog klein binnen-museum met Oostersche kamer ver bonden is, een zeer belangwekkende be zienswaardigheid te wordeu. En-dan is de aangevraagde subsidie wel te verdedigen." ONDERWIJS. vrouwelijke studenten. Uit de redevoeringen bij overdracht der rectoraten aan onze Universiteiten blijkt, dat het totaal aantal ingeschreven stu denten m. en vr. samen bedroeg (de ge tallen tussclien haakjes geven de aantallen vrouwelijke studenten aan): Amsterdam 1332 (280) Groningen. 771 (202) Utrecht 1620 (370) Delft 2127 (114) Leiden 1432 (288) Totaal 7282 (1254) Door het aantal vr. studenten van het totaal af te trekken, vindt men dat er 6038 mannelijke zijn, zoodat dus het aan tal vrouwelijke ruim een vijfde van dat der mannelijke studenten is. Voor de drie eerstgenoemde lioogescho- len is het totale aantal studenten resp. GO, 4i0 ien 167 meer dan het vorige jaar, dus in totaal 267 meer. KERKNIEUWS. het aantal katholieken. Op do vraag, hoeveel Katholieken er zijn, antwoordt de Pater Jezuiet Brors in een pas verschenen apologetisch boekje ;i und kïar" als voLgt: Ongeveer 270 milüoen. Met rasser1 schreden naderen wij de 300 millioen, wul het geboortecijfer onder de katholieken ia bijna alle landen, met uitzondering van Frankrijk, tamelijk groot is en zichTn de missies jaarlijks ontelbare heidenen be- keeren. De Katholieke Kerk heeft de grootste uitbreiding en tevens de grootste eenheid in geheel de wereld. Zij is het werk van Christus en Christus' werk moet alle menschenwerk in groot heid, eenheid en schoonheid overtreffen. Afscheid van deken Wijtenburg. Gisterenmorgen om 11 uur heeft de gees telijkheid vau hot Dekenaat 's-Gravenhage officieel afscheid genomen van den Hoog- Eerw. heer Deken Mgr. P. C. Wijtonburg, die, zooals men weet, met 1 October gaat rusten. Bij dit afscheid dat plaats vond in de pastorie aan do Willemstraat, werd mgr.. Wijtenburg toegesproken door den Zeer Eerw. heer mgr. W. van Stee, rector van St.. Antoniushove te Voorburg, die den Hoogeerw. deken als souvenir van de gees telijkheid van het Dekeuaat een tegelta bleau aanbood, voorstellende het interieur van de kerk van den H. Jacobus, aan de Parkstraat, en mgr. de teekening daarvan overhandigde. Het tegoltableau zal worden uitgevoerd door de firma Labouchèro te Delft. Mgr. Wijtenburg dankte mgr. van Stee voor zijn waardeerende woorden en de geestelijkheid van zijn Dekenaat voor dit echoone aandenken. „Msb." Jubilea Paters Franciscanen. Den 3den October zullen do volgende Pa ters Minderbroeders den dag hordenken. waarop zij 25 jaren geleden in do Orde van den H. Franciscus werden opgenomen: Pa ter Vict. Kruitwagen, Missionaris in Chi na, (Z. Chansi); P. Borromeus de Greevo, klooster te Woerden; P. Corb. van Oor schot, klooster Weert; P. Luch. Moeskops. Rector in Bleijerheide (Kerkrade)P. Paul. Hase en P. Ferr. Companus, kap. Rotterdam (Boschje); P. Agn. Stülemeijer. kapelaan te Bolsward (S. Franc.); P. Jos. de Haas, Vicarius generalis in Brazilië, tij delijk te Weert verblijvend; P. Ad. Thoon- sen, Missionaris in Brazilië; P. Emestus Tesser, kapelaan te Zaltbommcl; P. Gualb, Schoonhof, Missionaris in Brazilië; P. Pad. Bouters, kapelaan te Leiden (Hartebrug); P. Ros. v. Berkel, Vicarius to Maastricht; P. Dr. Caec. Huigens, klooster te Woer den; P. Vitus Hentzen, kapelaan te Lich tenvoorde. Gouden Jubilé van Pater J. Rocbroek S.J. Men schrijft aan de „Msbd.": Ons kwam zoo even ter oore, dat de Eerw. Pater J. Roebroek S.J., leeraar aan het St. Willibrorduscollege te Katwi.ik aan den Rijn, op Zondag 26 September den dag herdenkt., waarop hij voor 50 jaren zijn in trede deed in de Sociëteit van Jozu6. Bij het lezen van dien naam zullen bij velen in het Katholieke Nederland wel herinneringen oprijzen aan aangename uren en belangrijke klassen, die zij bij de zen begaafden leeraar doorbrachten. Zijn vele talenten van geest en hart heeft hij onafgebroken met frissche opgewektheid aan de vorming van de Katholieke jeugd gegeven en zelfs nu nog is hij 'n zeer ge waardeerd medewerker onder het corps van Katwijksche leeraren. Wie hem daar des morgens prompt op tijd door de klasgan gen ziet wandelen met dien manlijken, veer- krachtigen stap, of voor zijn uitspanning een toertje ziet doen in zijn dierbaar bosch. zou dien Pater heusch een paar kruisjes minder geven. Zijn opgewekte levensblij heid heeft het zware van het afmattend klassenapostolaat bij dezen werker ver licht. Zijn tallooze leerlingen en oud-leerlingen zullen zonder twijfel een echt hartelijk ge meend „nog vele jaren" aan Pater Roe broek op zijn jubilé toewenschen. het bisdom van haarlem in 1919. Als vervolg op de statistische cijfers, welke „St.. Bavo" itn den jaargang 1919 publiceerde over het oorlogstijdvak 1913 1918, geeft, het thans de cijfers over 1919. We ontleenen er het volgende aan: In het jaar 1910 werden slechts 10 saecu- liere priesters gewijd; gelukkig stierven niet meer dan 2 saeculiere priesters, die in bediening waren, zoodat het, getal van 12 overledenen (Saiecuüeren en regulieren, dienstdoende en rustende) het getal actief dienende priesters niet deed verminderen. Wegens den priesternood verleende Mgr. slechts éénmaal eervol ontslag uit d'e be- Maar: halverwege bleef de vader weer staan. De Jongen had er slag van, om zich voornaam te maken, dewijl hij allerlei La- ajnsche woorden en spreuken rond rich strooide. Het was rne een Latijn, dat hij ten beste fI: Vergilius en Horatius zouden zich in graf hebben omgekeerd, als zij dat ge- toord hadden Niettemin, deze manier van Qoen maakte zeer veel indruk op de een voudig® menschen in zijne, omgeving. De )^6r kwam daardoor langzamerhand weer M de overtuiging dat zijn zoon een genie «n dat hit hem niet aan de wetenschap wtnen)>n mcch£, uit gekwetste ijdelheid; hij' voeld® dab ten hoogste gevleid, als de £cu>w, om diens groote gö- «"tenden aan te gapen. HJj vergat e teleediging, hem aangedaan; ja zelfs, 'J tegc# hafc w*l verklaarbaar te vinden, bv wcJidei- van geleerdheid zich er schaamde: hij was toch ook maar &n eenvoudige, ongeletterde, arme schoen- jj. T- Rij was weder vast overtuigd, dat ri zoon, (tenminste den, bisschopsmijter €0ns verkrijgen zou. Weder ging de A Gmez aan het bezuinigen en. sparen. om de verdere -studiën te kunnen bekosti gen. De ontgoocheling echter kwam en. was wreed. Zijn zoon maakte hoegenaamd geen vorderingen; steeds Ibrachö hij de slechtste getuigschriften naar huis, zoodat het niet lang duurde, of de jongen werd uit het seminarie verwijderd. Nu verlangde de vader, in vollen ernst, dat zijn zoon, in plaa ts van boeken en pennen, den spanriem en het pikdraad ter hand zou nemen. Maar nu ook was hei te laat. De jonge Lopez weigerde die verandering beslist, en zelfs Seneca zou hem niet heb ben overtuigd, dat die verandering nood zakelijk was. Hij verachtte de schoen makerij als besneden zijne waardigheid van pbilosoof. Dus bleef den vader niets anders over, wilde 'hij zijnen zoon (niet als een nietsdoener laten rondzwalken, dan de een of andere betrekking voor hem te zoeken. Het gelukte bem, den jongen te plaatsen als koster van een klein kerkje. Vaider Lopez zelf was een van de voornaamste parochianen en kerkmeester. In deze nieuwe betrekking groeide Lopez junior zóó voorspoedig op, dat hij weldra, zonder hulp van een stok de (lichten kon aansteken en uitdraaien. Overigens bleef hij zooals hij was. Zijn aangeboren luiheid had een af schuw van eiken arbeid, lroe die ook heeten mocht. Zulke naturen ale de zijne haten eiken dwang, zooate een zedeloos mensch de deugd haat, die zijne sl-echtheid in het daglicht tsteU, en de goddelooze den gods dienst haat, die deugd van -hem vordert. Zóó ontstond- ook in Lopez een bnovenvin- nelijke afkeer van alle mogelijke gods dienstoefeningen, dewijl d<eze hem werk aanbrachten. Hij begon zelfs tie spotten met de II. Mis, omdat deze hem moeite gaf, den pastoor te bescM:mpen, omdat deze hem be rispte, en tien laatste haat/te hij den gods dienst. omdat de H. Mis een der Oefeningen van godsdienst was en lasterde God, omdat de pastoor diens dienaar was. Daarbij kwam nog zijn trotsehheid. Op zekeren dag hield men hem zijn verregaande onwetend heid voor oogen, die hem verleid had, om te sprqken over dingen, waarvan hij hoe genaamd geen begrip had. Hij stoof op en antwoordde: „Wat? begrijp ik niet? Tk zou een domkop zijn? De lui, die dat beweren, zijn domkoppen." De gansche inhoud van Lopez' wijsbe geerte hij was toen ongeveer negenden jaren oud bes tend in deze twee begin selen: „Alles, wat mij last veroorzaakt, is onrechtmatig: dus behoef ik het niet te doen. Wat ik niet begrijp, is een dwaas heid: dus behoef ik dat niet te gelogen.' Deze soort van hoogmoedige wijsbegeerte is niet zoo zeldzaam als men meenen zou. Zij heeft meer dan een „twijfelaar", meer dan een „verstandsmensch" voortgebracht. Zij vindt haar oorsprong in dien eeredienst, die in den oen zoo afschuwelijk, en in den ander zoo belachelijk is, in de vereering van den eigen persoon, van het IK. Het twas avond geworden. De bewoon sters van den. Erwtenhof zaten te babbelen en te naaien voor de huisdeur; de kinderen speelden „krijgertje" onder veel lawaai en aanhoudend geschreeuw, en de mannen keerden meti haastigen tred van hun werk naar huis en haard terug... Met. zware slagen dreunde de lclok van de St. Michaelskerk; en haar metalen tong verkondigde aan den wijden omtrek, dat de rust van den nacht volgt op den arbeid van den dag zoodat/ als de rust des doods op den arbeid des levens Nu werd de hof geheel verlaten. Alleen de oude Salamanca zat nog voor 'hare deur, onder oen echoonen jasmijnstruik, die met zijne bloeiende takken als een troonhemel (hare gestalte overwelfde. Tusschen ha/re knieën hield zij een roo- den aarden schotel, 'en daarin brak izij een hard 'wittebrood, met allerlei toebereidse len, die daarbij noodig waren, om den ge liefden kost van het Andalusische volk, den „Garpacho", gereed te maken. De deur van 'hare woning stond open, en zóó kon men zien, dat haar huis, verge leken bij de overige woningen van den Erwtenhof, weelderig was ingericht. Een dozijn fraaie stoelen, met gedraaide pooten, stond netjes gerangschikt door het vertrek, en de muren waren versierd met een groot aantal heelden van allerlei soort. (Het meest werd de opmerkzaamheid der bezoekers getrokken door eone voorstelling van den Calvarieberg. Op een. kastje, met; veel kleurig papier beplakt, stond het, 'kruis meb de beeltenis des Heeren; daarnaast stonden, ter rchterzijde, de H. Moeder Gods, en ter linkerzijde, St. Jan. Vóór het kruis brandde een olielampje, en in het rond stond een© menigte van kopjes, schoteltjes, glazen, schaaltjes enz. alle met bloemen gevuld. Dagelijks vernieuwde Salamanca deze versiering ter eere des Zaligmakers, in wiens machtigen bijstand rij 'hare zieken voortdurend aanbeval. Juist, was Salamanca met haar potje ge reed, toen een lange magere man op den hof verscheen. Hij was gehuld in een wij den versleten mantel. Zijn gewoon* onbe duidend gelaat, waarop friet de geringste uitdrukking lag, werd overschaduwd door. een hoog en breed gerand hoofddeksel, e&n Gambal'tli-hoed.Zoo als die hoed daar wiegelde bp dien i an gen 'hopstaak, had men hem 'kuinnbn houden, voor dien beken den hoed van don landvoogd Geezler, wel ken Willem Teil rijn hulde weigenie. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1920 | | pagina 3