Tweede Blad.
BINNENLAND.
Zaterdag 25September!920
Geloofsverdediging.
hst materialisme.
I.
Bij de behandeling van 'het Godsbestaan
hebben wij allereerst betoogd, dat het on-
,jeQe" niet mag worden geloochend en
ikend, omdat men het niet zien kan.
Derhalve mag men niet zeggen: „lk zie
God niet, dos bestaat Hij niet."
Toch wordt deze quasi-redeneering ten
ozichte van het Godsbestaan, alsook ten
opzichte van 'smenschen ziel, onophoude
lijk toegepast en ik houd mij overtuigd dat
jij de huis-, tuin- en keuken-Godlooche
naars, voor zoover ze ten minste redenee-
fcn, deze redeneering vooral aan hun God
loochening ten grondslag ligt.
tVe willen hier de vraag stellen en be
antwoorden, vanwaar deze al te gemakke
lijke manier, om, ondanks de wijshoid en
iet overleg getuigen van een Wijzen en
R'erstandigen 'Maker die uit heel de ons
omringende natuur spreken, het Godsbe
staan te loochenen.
Het antwoord kan kort en goed gegeven
worden: we danken dit aan het ESataria-
sme.
Het Materialisme? Wat is dat? Waarom
jtoch altijd die vreemde onverstaanbare
Ijvoorden?
Ik kan er heusch niets aan doen. 't Is bij
„.is nu eenmaal gebruikelijk veel uitheem-
6che woorden te gebruiken, hetgeen vaak
jammer is, want daardoor krijgen sommi
ge dingen en zalcen, dikwijls een schijn van
geleerdheid, die ze niet verdienen en een
schijn van geheimzinnigheid, terwijl er
niets bijzonders aan is.
Ge moet dan weten, dat het woord „ma-
jarialisme" wordt afgeleid van het Latijn-
gche woord „materia", hetwelk een klein
beetje verhollandsckt ook gebruikt wordt
;als „materie".
Materia of materie nu beteelcent „stof" en
bet daarvan gevormde woord „materialis
me" is de geleerde naam van hetgeen we
gewoon Hollandscli zouden willen noe
men de stof-theorie. Daar heb je al weer
.zoo'n vreemd woord, 't Is om hopeloos te
worden. Enfin, wat theorie beteekenl, we
iten we waarschijnlijk allemaal wel.
Het Materialisme is dus de stof-theorie
ïn daarmede wordt aangeduid een soort
wereldbeschouwing. Men kan n.l. ten op
zichte van de wereld in haar geheel, gelijk
tea opzichte van den mensch afzonderlijk,
-doch dan spreekt men van levensbe-
stawing, verschillende vragen stellen
fflMntvvoorden, als; Vanwaar? 'Waartoe?
Waarheen?
•Fiji die vragen verschillend worden
teanUvoord, zooals een ieder uit de practiijk
ran't dagelijksch leven weet, heeft men
verschillende wereldbeschouwingen, zoo
als de Christelijke en de daarmede wel 't
meest In strijd zijnde, materialistische.
Ziehier de korte inhoud van de materia
listische leer:
Het eenig werkelijk bestaande is de slof,
en buiten de stof of behalve de stof bestaat
gr niets.
Al het zijnde of bestaande is derhalve
slof, niets dan stof, de mensch net "zoo goed
als al het andere.
'Al wat er geschiedt, is werking of bewe-
,ging van de stof; het menschelij-k denken
geen uitzondering, ook dat is
etofbewoging, trilling van de hersenen,
anders niet.
De stof is eeuwig, ongeschapen.
Uit de eeuwige, ongeschapen stof (die
men zich moet denken als eeni veelheid
van ontelbare, allerkleinste, niet meer
deelbare stofdeeltjes, atomen genaamd) is
alles opgebouwd.
Uit haar heeft zich de aarde ontwikkeld,
luchten water, kort en goed alles, dus ook
de mensch uaar zijn geheele bestaan.
Alleen liet zinnelijk v/aarnoembare, m.
w. alleen datgene, wat onder de zintui
gen (gezicht, gehoor enz.) valt en met. de
aintuigen wordt waargenomen is en bestaat
iWasMijk. Al het overige is droombeeld en
fantasie.
de grens der zintuigelijke waarne
ming of ervaring is ook de grens van het'
Bonken gegeven. Daarboven kan men niet
nhgaan of men verliest zich in het onwer
kelijke.
feuilletonT
De ziel is niets anders dan een naam,
die de functies der zenuwen, tezamen:
noemt. De menscli is even goed' als de die
ren een machine.
JAN MISERIE.
Naar P. LOUIS COLOMA S. J.
Ziedaar de materialistische geloofsleer.
Ja, geloofsleer of eigenlijk zeer veel min
dert Want geen; enkel bewijs wordt er voor
al die stellingen aangevoerd. De kopstuk
ken van het materialisme hebben ze als
onfeilbare uitspraken gegeven. Men heeft
ze derhalve te aanvaarden, anders is men
een domkopI
Ik hoop, dat mijne lezers bovenstaande
uiteenzetting van de stof-theorie hebben
kunnen volgen. Of anders ze nog maar
eens ovorgelezen! Ge moet er niets bij
zonders achter zoeken, doch de zinnen en
woorden nemen, zooals ze daar staan, in
de letterlijke beleekenis. En tot beter be
grip kunt ge daarbij nog bedenken hoe te
genover deze materialistische wereldbe
schouwing de Christelijke staat, de Chris
telijke, welke behalve de stof en de stof-
beweging nog bovendien erkent bet be
staan van onstoffelijke, geestelijke wezens
en oorzaken en geestelijke werkingen, als
daar zijn: God en 'smenschen ziel.
Me dunkt, nu deze uiteenzetting mag ik
veronderstellen, dat iedereen weet, wat
het Materialisme behelst.
'Er bestaan verschillende schakeeringen
van het Materialisme, zooals het Pantheis-
me, het Monisme, het Naturalisme. Alweer
vreemde namen! Ik vermeld dat echter
volledigheidshalve. De lezer behoeft zich
volstrekt niet. te verdiepen in de beteelce-
nis dier namen, 't Is genoeg te weten bij
voorkomende gevallen, dat een en hetzelf
de boven verklaarde Materialisme den
grondslag vormt van al die verschillende
schakeeringen. Het is lood om oud ijzer.
Er is niets nieuws onder de zon, zegt 't
spreekwoord. 'En dat geldt ook van het
Materialisme. Het is een heel oude dwa
ling in de vorige eeuw nog weer eens netjes
opgelapt en als„he(. laatste woord der
wetenschap ter verklaring van de wereld
en al het wereld-gebeuren" met groote
brallende en reclame-achtige woorden on
der de menigte geworpen, alwaar het veel
kwaad heeft gesticht en nog steeds voort
gaat kwaad te stichten, de menschen van
God en Godsdienst vervreemdend.
In de „Stimmen der Zeit" van deze
maand verzucht F. Muckertmann S.J. dat
met de Duitsclie wetenschap veel ongeloof
in de wereld gekomen is. Niet het minst
hebben dat op hun geweten de Duitschers-
propagandisten van het materialisme, als
L. Büclmer en 'Haeckel. Het boek
„Kracht en Stof" van den eerste geldt in
kringen, die tot dieper nadenken over en
beoordeelen van hetgeen ze lezen, niet in
staat zijn, als een Evangelie.
Ook het wetenschappelijk socialisme
(hiermede wordt bedoeld de socialistische
iheoric), eveneens een product van Duit-
schen geest, heeft er veel toe bijgedragen,
om het Materialisme onder bet. publiek te
brengen. De ondergrond immers van het
socialistisch stelsel wordt gevormd door de
materialistische beginselen, welke wij bo
ven hebben aangegeven. Het socialisme, is
materialistisch, hetgeen door de pmetijk
trouwens overvloedig bevestigd wordt.
En dat is niet de minste reden waarom
Katholiek-zijn en' soc.ialist-zijn in een en
dezelfde persoon absoluut onvereenigbaar
zijn. Die twee kunnen: onmogelijk samen
gaan. Om de goede gemeente te bedriegen
wordt door de S. D. A. P. ten. onzent wel
dikwijls het tegenovergestelde beweerd en
zelfs lieeft. men oen fractie, die zich Chris
ten-Socialist noemt, doch men moet niet
vregen, wat dat voor oen Christendom is.
Neen, in den Katholiek, die zich socialist
verklaart, moet het Katholiek geloof on
dergaan en wie uit liet socialisme tot de
Katholieke Kerk zou willen overkomen
of terugkomen, hij zou als eerste voor
waarde zijn socialisme moeten verlooche
nen.
Overigens, de zaak is zoo helder als een
zonnige dag. In een eerlijke bui of wan
neer een socialistisch spreker zich eens
vergaloppeert, komt dan ook vaak de be
kentenis naar voren, dat Christendom en
socialisme ^ich verhouden als vuur en
water.
Derhalve, Christendom en Socialisme
verdragen elkander niet. omdat Christen
dom en Materialisme elkander niet ver
dragen, doch twee totaal tegenovergestel
de wereldbeschouwingen zijn.
W. P. J. JANUS,
Warmond. Kapelaan.
HET (BIOSCOOPGEVAAR.
Aan een. Weekpraat.je in „De Maas
bode" ontleen en we de volgende beschou
wing, die de overweging Wèl verdient.
Het) bioscoopgevaar is aT jaren lang in
alle richtingen, gepeild, maar het grootste
gevaar van dit populaire volksgenoegon
schuilt niet in de sensaties en extra-ordinai
re verwikkelingen, maar wel in de étalee-
alng van alle uitbundige weelde, die een
mondaine wereld maar bijeen heeft te
brengen.
Het gevaar schuilt) iftn de verlokking der
schijnbare weelde, die daar ten toon ge
spreid wordt. Het volkskind voelt rich on
gelukkig en misdeeld tomdat het klompen
moet dragen, terwijl het daar een wereld
voor zich ziet van louter f eestelij ken
schijn.
Bet leven op de film wordt één perma
nent, festijn met, vorstelijke zalen, kostbare
toiletten, mot. glanzende auto's en uitgele
zen dranken en spijzen.
Het leven op de'film wordt een leven
van louter overdaad en verkwisting.
Zoo wordt de film, zeker geprezen om
de meesterlijke regie, een permanente ver
lokking tot weelde, een opvoeding tot het
luxeleven, waartoe wij toch in werkelijk
heid niet' kunnen, komen.
Wij worden (vertrouwd met kringen, die
uiteraard de onze niet kunnen zijn, en wij
voelen ons ongelukkig en worden ontevre
den, als vvij deze wereld van schijn niet
tot realiteit kunnen maken.
Wat onmatige en overbodige luxe is,
word't als de schoonheid des levens voorge
houden en de schijngenoegens van de weel-
degeaiietingen worden ons als de ware en
eenige vreugde gesuggereerd. En toch
scheppen zij niet anders dan desillusie on
onvoldaanheid. Hoeveten, die de genietin
gen van d'e weelde kennen, zouden zich
weer de vreugde vaat den eenvoud willen
terugkoop en.
Hoe zouden zij de laarzen van de luxe
willen uitschoppen om, evenals het meisje
in den coupé, weer blij te mogen ronddan
sen op de houten klompjes van den een
voud.
Het geluk is relatief, maar het heeft
zich altijd gemakkelijker doen vinden in
den eenvoud en soberheid, dan in de weel
de en overdaad.
DIPLOMA VOOR ZIEKENVERPLEGING.
Zooals reeds medegedeeld, is ingediend
een wetsontwerp tot wettelijke bescher
ming van het, diploma voor ziekenverple
ging
Ten aanzien van stelsel en grondslagen
van het wetsontwerp wordt het volgende
opgemerkt: eigens het ontwerp zullen be
schermd worden diploma's, verworven
door een examen, dat de sluitsteen zal zijn
van een opleiding in door den Minister
voor dit doel erkende (en gesubsidieerde)
ziekeninrichringen., volgens een nader door
hem te bepalen programma. Er komen dus
bij aanneming van dit wetsontwerp geen
vakscholen met St aalsdiploma, maar aan
gestuurd wordt op ontwikkeling, regeling
en. verbetering ran de bestaande opleiding
in'ziekenhuizen, terwijl het na afloop van
de opleiding af te leggen examen en het
diploma een officieel karakter krijgen.
Het wetsontwerp kan twee soorten van
diploma's: die voor de gewone ziekenver
pleging (diploma A) en die voor de ver
pleging van zenuwzieken en krankzinni
gen (diploma B.).
Het is, zegt de Minister, inderdaad
wenschelijk deze beide soorten van diplo
ma's streng te scheiden.
Wel is het wenschelijk voor hen, die
een diploma A of een diploma B. bezitten,
het, verkrijgen van het andere diploma te
vergemakkelijken.. Het wetsontwerp laat
voor een. dergelijke regeling ruimte.
Bij' een wettelijke bescherming van de
•diploma's rijst allereerst de vraag: Hoever
moet zich de (bescherming uitstrekken? Zal
men voortaan. behoudens eene billijk
heidshalve noodzakelijke overgangsregeling
tiet verplegersberoep sluiten voor allen
die geen bij de Avet beschermd diploma
bezitten? Of wel, dient het beroep ook voor
anderen open te blijven, en dient aan deze
laatsten alleen op straffe verboden te wor
den den titel te voeren die alleen aan wet
telijk gediplomeerden toekomt? In het wets
ontwerp is het tweede stelsel gekozen. Het
voeren van den talel van ziekenverpleger
of -verpleegster wordt verboden aan hen,
die geen wettelijk beschermd diploma bezit
ten).
Het wetsontwerp maakt het mogelijk om
voor bijzondere Onderdeden der ziekenver
pleging een bijzondere aanvullende oplei
ding open te stellen. Zij, die zulk een spe
ciale opleiding hebben, genoten, kunnen
een aanteekening op het diploma "ontvan
gen voor dat bijzonder onderdeel.
De Minister heeft rich afgevraagd of wer
kelijke bescherming van het verplegersdi
ploma bok niet zou moeten medebrengen
bescherming van het verplegerskleed.
Ditusechen zou het. voorsclu-ljven van een
uniforme kleeding aan de wettelijk gediplo
meerden met vorbod aan, de niet-gediplo-
meerden om die kleeding te dragen, in clo
procHijk op moePlijkliked'eJi qUuf-n, ter
wijl 't doel, dat men liieimede zou be
oogen, op veel eenvoudiger wijze kan wor
den bereikt door het 'instellen van een
onderscheidingsteeken voor wettelijk gedi
plomeerden. In het wetsontwerp is een
daartoe strekkende bepaling opgenomen. De
insignes zullen van Rijkswege beschikbaar
worden gesteld. In 'het wetsontwerp is de
overgangstijd gesteld op twee jaren.
Lettoren en Kunst.
DE HEILIGE LAND-STICHTING.
Op de Staatsbegroofcing komt. voor een
post van 1000 gulden voor de Heilige Land
stichting.
Het „Vad." betwijfelde dezer dagen of
de post wel behoort onder „Wetenschap en
Kunst", waaronder ze door de regeering is
gerangschikt.
't Is interessant, dat nu een niet-katho-
liek een zekere van Vredenburch het
in het „Vad." voor de Heilige Land-Stich
ting opneemt. Hij schrijft dan:
„in de toelichting vestigt de minister er
de aandacht op, dat o. a. bedoeld wordt de
exploitatie van een Bijbelsch Openlucht-
Museum, waar men de bezoekers op aan
schouwelijke wijze wil brengen in de sfoer
van het oude Oosten, ten einde hen te on
derrichten omtrent het ontstaan van het
Christendom.
Kort geleden de stichting, welke nog
maar in haar begin is, bezocht hebbende,
kan ik inderdaad, als niet-Roomsche, ge
tuigen, dat hier veel geboden wordt en nog
meer zal geboden worden, dat voor het aan
schouwelijk onderwijs in de geschiedenis
voor een ieder van groote waarde zal
zijn.
De stichting zelf, eenmaal te bekronen
met den bouw eener prachtige basiliek met
kapellen, voorstellende de verbroedering
der Christelijke natiën, is natuurlijk een
zuiver Roomsche schepping, maar in alge
meen cultureel opzicht heeft de zorgvuldige
nabootsing van de talrijke typische gebou
wen uit de eerste periode onzer jaartelling
evenals die van de Catacomben te Valken
burg, een bijzondere beteekenis.
Wanneer men dan nog van den rondlei-
denden geestelijke voor ons gezelschap
was het Rector Suys in eigen persoon, die
zelf in Palestina geweest is dc uitlegging
en verklaring hoort van zeden, gebruiken
enz., dan beginnen deze getrouwe naboot
singen van een huis te Nazareth, een stal
in de rotsen, een rotsgraf met wentelenden
steen, een Jeruzalemsche muurpoort enz.
voor den bezoeker te leven. Zoo belooft dit
openlucht-museum, waaraan een nog klein
binnen-museum met Oostersche kamer ver
bonden is, een zeer belangwekkende be
zienswaardigheid te wordeu.
En-dan is de aangevraagde subsidie wel
te verdedigen."
ONDERWIJS.
vrouwelijke studenten.
Uit de redevoeringen bij overdracht der
rectoraten aan onze Universiteiten blijkt,
dat het totaal aantal ingeschreven stu
denten m. en vr. samen bedroeg (de ge
tallen tussclien haakjes geven de aantallen
vrouwelijke studenten aan):
Amsterdam 1332 (280)
Groningen. 771 (202)
Utrecht 1620 (370)
Delft 2127 (114)
Leiden 1432 (288)
Totaal 7282 (1254)
Door het aantal vr. studenten van het
totaal af te trekken, vindt men dat er
6038 mannelijke zijn, zoodat dus het aan
tal vrouwelijke ruim een vijfde van dat
der mannelijke studenten is.
Voor de drie eerstgenoemde lioogescho-
len is het totale aantal studenten resp. GO,
4i0 ien 167 meer dan het vorige jaar, dus in
totaal 267 meer.
KERKNIEUWS.
het aantal katholieken.
Op do vraag, hoeveel Katholieken er zijn,
antwoordt de Pater Jezuiet Brors in een
pas verschenen apologetisch boekje ;i
und kïar" als voLgt:
Ongeveer 270 milüoen. Met rasser1
schreden naderen wij de 300 millioen, wul
het geboortecijfer onder de katholieken ia
bijna alle landen, met uitzondering van
Frankrijk, tamelijk groot is en zichTn de
missies jaarlijks ontelbare heidenen be-
keeren.
De Katholieke Kerk heeft de grootste
uitbreiding en tevens de grootste eenheid
in geheel de wereld.
Zij is het werk van Christus en Christus'
werk moet alle menschenwerk in groot
heid, eenheid en schoonheid overtreffen.
Afscheid van deken Wijtenburg.
Gisterenmorgen om 11 uur heeft de gees
telijkheid vau hot Dekenaat 's-Gravenhage
officieel afscheid genomen van den Hoog-
Eerw. heer Deken Mgr. P. C. Wijtonburg,
die, zooals men weet, met 1 October gaat
rusten.
Bij dit afscheid dat plaats vond in de
pastorie aan do Willemstraat, werd mgr..
Wijtenburg toegesproken door den Zeer
Eerw. heer mgr. W. van Stee, rector van
St.. Antoniushove te Voorburg, die den
Hoogeerw. deken als souvenir van de gees
telijkheid van het Dekeuaat een tegelta
bleau aanbood, voorstellende het interieur
van de kerk van den H. Jacobus, aan de
Parkstraat, en mgr. de teekening daarvan
overhandigde. Het tegoltableau zal worden
uitgevoerd door de firma Labouchèro te
Delft.
Mgr. Wijtenburg dankte mgr. van Stee
voor zijn waardeerende woorden en de
geestelijkheid van zijn Dekenaat voor dit
echoone aandenken. „Msb."
Jubilea Paters Franciscanen.
Den 3den October zullen do volgende Pa
ters Minderbroeders den dag hordenken.
waarop zij 25 jaren geleden in do Orde van
den H. Franciscus werden opgenomen: Pa
ter Vict. Kruitwagen, Missionaris in Chi
na, (Z. Chansi); P. Borromeus de Greevo,
klooster te Woerden; P. Corb. van Oor
schot, klooster Weert; P. Luch. Moeskops.
Rector in Bleijerheide (Kerkrade)P.
Paul. Hase en P. Ferr. Companus, kap.
Rotterdam (Boschje); P. Agn. Stülemeijer.
kapelaan te Bolsward (S. Franc.); P. Jos.
de Haas, Vicarius generalis in Brazilië, tij
delijk te Weert verblijvend; P. Ad. Thoon-
sen, Missionaris in Brazilië; P. Emestus
Tesser, kapelaan te Zaltbommcl; P. Gualb,
Schoonhof, Missionaris in Brazilië; P. Pad.
Bouters, kapelaan te Leiden (Hartebrug);
P. Ros. v. Berkel, Vicarius to Maastricht;
P. Dr. Caec. Huigens, klooster te Woer
den; P. Vitus Hentzen, kapelaan te Lich
tenvoorde.
Gouden Jubilé van Pater J. Rocbroek S.J.
Men schrijft aan de „Msbd.":
Ons kwam zoo even ter oore, dat de
Eerw. Pater J. Roebroek S.J., leeraar aan
het St. Willibrorduscollege te Katwi.ik aan
den Rijn, op Zondag 26 September den dag
herdenkt., waarop hij voor 50 jaren zijn in
trede deed in de Sociëteit van Jozu6.
Bij het lezen van dien naam zullen bij
velen in het Katholieke Nederland wel
herinneringen oprijzen aan aangename
uren en belangrijke klassen, die zij bij de
zen begaafden leeraar doorbrachten. Zijn
vele talenten van geest en hart heeft hij
onafgebroken met frissche opgewektheid
aan de vorming van de Katholieke jeugd
gegeven en zelfs nu nog is hij 'n zeer ge
waardeerd medewerker onder het corps van
Katwijksche leeraren. Wie hem daar des
morgens prompt op tijd door de klasgan
gen ziet wandelen met dien manlijken, veer-
krachtigen stap, of voor zijn uitspanning
een toertje ziet doen in zijn dierbaar bosch.
zou dien Pater heusch een paar kruisjes
minder geven. Zijn opgewekte levensblij
heid heeft het zware van het afmattend
klassenapostolaat bij dezen werker ver
licht.
Zijn tallooze leerlingen en oud-leerlingen
zullen zonder twijfel een echt hartelijk ge
meend „nog vele jaren" aan Pater Roe
broek op zijn jubilé toewenschen.
het bisdom van haarlem in 1919.
Als vervolg op de statistische cijfers,
welke „St.. Bavo" itn den jaargang 1919
publiceerde over het oorlogstijdvak 1913
1918, geeft, het thans de cijfers over 1919.
We ontleenen er het volgende aan:
In het jaar 1910 werden slechts 10 saecu-
liere priesters gewijd; gelukkig stierven
niet meer dan 2 saeculiere priesters, die in
bediening waren, zoodat het, getal van 12
overledenen (Saiecuüeren en regulieren,
dienstdoende en rustende) het getal actief
dienende priesters niet deed verminderen.
Wegens den priesternood verleende Mgr.
slechts éénmaal eervol ontslag uit d'e be-
Maar: halverwege bleef de vader weer
staan. De Jongen had er slag van, om zich
voornaam te maken, dewijl hij allerlei La-
ajnsche woorden en spreuken rond rich
strooide.
Het was rne een Latijn, dat hij ten beste
fI: Vergilius en Horatius zouden zich in
graf hebben omgekeerd, als zij dat ge-
toord hadden Niettemin, deze manier van
Qoen maakte zeer veel indruk op de een
voudig® menschen in zijne, omgeving. De
)^6r kwam daardoor langzamerhand weer
M de overtuiging dat zijn zoon een genie
«n dat hit hem niet aan de wetenschap
wtnen)>n mcch£, uit gekwetste ijdelheid; hij'
voeld® dab ten hoogste gevleid, als de
£cu>w, om diens groote gö-
«"tenden aan te gapen. HJj vergat
e teleediging, hem aangedaan; ja zelfs,
'J tegc# hafc w*l verklaarbaar te vinden,
bv wcJidei- van geleerdheid zich
er schaamde: hij was toch ook maar
&n eenvoudige, ongeletterde, arme schoen-
jj. T- Rij was weder vast overtuigd, dat
ri zoon, (tenminste den, bisschopsmijter
€0ns verkrijgen zou. Weder ging de
A Gmez aan het bezuinigen en. sparen.
om de verdere -studiën te kunnen bekosti
gen. De ontgoocheling echter kwam en. was
wreed. Zijn zoon maakte hoegenaamd geen
vorderingen; steeds Ibrachö hij de slechtste
getuigschriften naar huis, zoodat het niet
lang duurde, of de jongen werd uit het
seminarie verwijderd. Nu verlangde de
vader, in vollen ernst, dat zijn zoon, in
plaa ts van boeken en pennen, den spanriem
en het pikdraad ter hand zou nemen. Maar
nu ook was hei te laat.
De jonge Lopez weigerde die verandering
beslist, en zelfs Seneca zou hem niet heb
ben overtuigd, dat die verandering nood
zakelijk was. Hij verachtte de schoen
makerij als besneden zijne waardigheid van
pbilosoof. Dus bleef den vader niets anders
over, wilde 'hij zijnen zoon (niet als een
nietsdoener laten rondzwalken, dan de een
of andere betrekking voor hem te zoeken.
Het gelukte bem, den jongen te plaatsen
als koster van een klein kerkje. Vaider
Lopez zelf was een van de voornaamste
parochianen en kerkmeester.
In deze nieuwe betrekking groeide Lopez
junior zóó voorspoedig op, dat hij weldra,
zonder hulp van een stok de (lichten kon
aansteken en uitdraaien. Overigens bleef
hij zooals hij was.
Zijn aangeboren luiheid had een af
schuw van eiken arbeid, lroe die ook heeten
mocht. Zulke naturen ale de zijne haten
eiken dwang, zooate een zedeloos mensch
de deugd haat, die zijne sl-echtheid in het
daglicht tsteU, en de goddelooze den gods
dienst haat, die deugd van -hem vordert.
Zóó ontstond- ook in Lopez een bnovenvin-
nelijke afkeer van alle mogelijke gods
dienstoefeningen, dewijl d<eze hem werk
aanbrachten. Hij begon zelfs tie spotten met
de II. Mis, omdat deze hem moeite gaf, den
pastoor te bescM:mpen, omdat deze hem be
rispte, en tien laatste haat/te hij den gods
dienst. omdat de H. Mis een der Oefeningen
van godsdienst was en lasterde God, omdat
de pastoor diens dienaar was. Daarbij
kwam nog zijn trotsehheid. Op zekeren dag
hield men hem zijn verregaande onwetend
heid voor oogen, die hem verleid had, om
te sprqken over dingen, waarvan hij hoe
genaamd geen begrip had. Hij stoof op en
antwoordde: „Wat? begrijp ik niet? Tk zou
een domkop zijn? De lui, die dat beweren,
zijn domkoppen."
De gansche inhoud van Lopez' wijsbe
geerte hij was toen ongeveer negenden
jaren oud bes tend in deze twee begin
selen: „Alles, wat mij last veroorzaakt, is
onrechtmatig: dus behoef ik het niet te
doen. Wat ik niet begrijp, is een dwaas
heid: dus behoef ik dat niet te gelogen.'
Deze soort van hoogmoedige wijsbegeerte
is niet zoo zeldzaam als men meenen zou.
Zij heeft meer dan een „twijfelaar", meer
dan een „verstandsmensch" voortgebracht.
Zij vindt haar oorsprong in dien eeredienst,
die in den oen zoo afschuwelijk, en in den
ander zoo belachelijk is, in de vereering
van den eigen persoon, van het IK.
Het twas avond geworden. De bewoon
sters van den. Erwtenhof zaten te babbelen
en te naaien voor de huisdeur; de kinderen
speelden „krijgertje" onder veel lawaai en
aanhoudend geschreeuw, en de mannen
keerden meti haastigen tred van hun werk
naar huis en haard terug...
Met. zware slagen dreunde de lclok van de
St. Michaelskerk; en haar metalen tong
verkondigde aan den wijden omtrek, dat de
rust van den nacht volgt op den arbeid
van den dag zoodat/ als de rust des doods
op den arbeid des levens
Nu werd de hof geheel verlaten. Alleen
de oude Salamanca zat nog voor 'hare deur,
onder oen echoonen jasmijnstruik, die met
zijne bloeiende takken als een troonhemel
(hare gestalte overwelfde.
Tusschen ha/re knieën hield zij een roo-
den aarden schotel, 'en daarin brak izij een
hard 'wittebrood, met allerlei toebereidse
len, die daarbij noodig waren, om den ge
liefden kost van het Andalusische volk,
den „Garpacho", gereed te maken.
De deur van 'hare woning stond open, en
zóó kon men zien, dat haar huis, verge
leken bij de overige woningen van den
Erwtenhof, weelderig was ingericht. Een
dozijn fraaie stoelen, met gedraaide pooten,
stond netjes gerangschikt door het vertrek,
en de muren waren versierd met een groot
aantal heelden van allerlei soort. (Het meest
werd de opmerkzaamheid der bezoekers
getrokken door eone voorstelling van den
Calvarieberg. Op een. kastje, met; veel
kleurig papier beplakt, stond het, 'kruis meb
de beeltenis des Heeren; daarnaast stonden,
ter rchterzijde, de H. Moeder Gods, en ter
linkerzijde, St. Jan. Vóór het kruis brandde
een olielampje, en in het rond stond een©
menigte van kopjes, schoteltjes, glazen,
schaaltjes enz. alle met bloemen gevuld.
Dagelijks vernieuwde Salamanca deze
versiering ter eere des Zaligmakers, in
wiens machtigen bijstand rij 'hare zieken
voortdurend aanbeval.
Juist, was Salamanca met haar potje ge
reed, toen een lange magere man op den
hof verscheen. Hij was gehuld in een wij
den versleten mantel. Zijn gewoon* onbe
duidend gelaat, waarop friet de geringste
uitdrukking lag, werd overschaduwd door.
een hoog en breed gerand hoofddeksel, e&n
Gambal'tli-hoed.Zoo als die hoed daar
wiegelde bp dien i an gen 'hopstaak, had
men hem 'kuinnbn houden, voor dien beken
den hoed van don landvoogd Geezler, wel
ken Willem Teil rijn hulde weigenie.
(Wordt vervolgd).