!_Bé Cent."
fwe©de BSad.
Woensdag 22 Sept. 1920
PERSSTEMMEN OVER DE
TROONREDE.
I.
net Handelsblad (lib.) vindt de
lai cieele parographen van de Troonrede
fl karig, maar het. blad verklaart zulks
rem) doordat, „een jaar geleden
Troonrede verschillende flnanèieele
Isontwerpen zijn aangekondigd, die het
lalsbiad nog niet hehbep. bereikt, en
nrvan sommige zelfs nog niet zijn in
dient!. Men mag derhalve wel aanne-
dat 'het in de bedoeling Bigt, voort, te
met do afwerking van dit vroeger'
ngekondigde program."
Over do plannen, van de ministeries van
1 ndorwijs en van Arbeid is het blad heel
ed te spreken.
I, Vertrouwen hebben wij in de belofte
'indiening- van een nieuwe regeling van
j\P o.; aan het, onderwijs-departement
irdt blijkbaar gewerkt, zooals ook het
jrnemen ftot regeling van het landbouw-
Jerwijs bewijst. Dat, de huisindustrie ge
reld zal worden, en de ongevallenverze-
t rim? ook lol den landbouw uitgebreid,
rtrieat toejuiching, -evenals het voorn e-
>n gezondheidsdiensten i.n te stellen
«aar zij nog niet zijn, waarschijnlijk;
>rs de regeering zal zeker niet de ui{-
inlend werkende gezondheidsdiensten in
i jjge stedeai op zij willen ze tien. "-
DeNieuweRott. Crt. [(lib.) juicht,
nsLelliïig met enkje.le andere bla-
p 'jle blijkbaar veel van. woordemgeram-
jj houden, de kortheid van de Troonrede
,Veel franje, waarmede dit belangrijke
iaisstuk placht te worden versierd, is er-
weggelaten, veel gemeenplaatsen, die
onbeduidende uitlatingen een schijn
p gewichtigheid poogden te geven, zijn
ruit vervallen.
'1 Is goed zoo. En wij mogen hopen, dat
nieuwe geluid, dat. ons uit deze \Troon-
fc tegemoetkomt, de voorbodo moge zijn
n een nieuwe lente, en nieuw leven bp
fijjek en maatschappelijk gebied, waar
de ijdele breedsprakigheid van het af
dolen tijdperk niet meer harmonieert."
Ook Het Vaderland (lib.) is over
[s-Troonrede tevreden.
,Ui( km aard der zaak is de Troonrede
een ministerie zijn derde jaar ingaat,
top zijn belangrijkst. Wat 'het Minisfce-
l voornemens is tot stand te brengen
rat.men, voor wat de hoofdzaak betreft;
fttetkans heeft daarin te slagen, daar-,
Toot$ven de twee jaren, -die het achter
m rvgheeft, genoegzaam maatstaf."
Mr zég het blad:
„Samengevat, noemen, wij de Troonrede
n stuk van' gelukkige gematigdheid en
■rijkheid. Zorgvuldig is daarin verme
il den politieker); tegenstander ook maar
l't minst onaangenaam te zijn."
|En het liberale blad uit den- wensdh:
»3Ioge het aan het thans zittend Kabinet,
I reeds veel goeds tot stand bracht, ge-
ren worden zijn program al te maken."
DeNieuwe Coura n t. (lib.) besluit
ff beschouwing aldus:
.Groote productie is in deze dagen van
irte een der eerst noodige dingen, groo-
producfie ook en vooral qualitafcief
Mgt dc Troonrede van het parlement,
oorbeeld van de Regeering, die van
Bete werkkracht en arbeidsvreugde doet
Sin en de wijze,- waarop de Kamer na
begin, dat. 't ergste (deed vreezen, later
(bel pu afgesloten, parlementair jaar de
ken heeft aangepakt, gieven hoop, dat de
bering zeer vele van de n u aangekon-
pie plannen als wetten in 'het. „Staat,*-
zal zie verschijnen. Moge die hoop
orden vervuld."
Aan een artikel in D e Ma asbode
p--K.) ontleenen we:
„Wanneer het Koninklijk woord, waar
de heden de zitting der Staten-Generaai
N geopend, als een! leidraad gelden
Kbt voor parlementaire welsprekendheid,
p zouden vooral de meest praatzieke le
ft onzer volksvertegenwoordiging er een
ui), kunnen putten, hoe in weinig woor-
ftvce!- te zeggen: nog nimmer toch werd
bet staatsstuk datden jaarhjkschea
bod van eloquentie pleegt vooraf be gaan
o naar beknoptheid en beperking ge-
gis dit maal,
Het Ës alsof hét hooge voorbeeld hot
woord van ernstig vermaan wil beklemto
nen, nu in deze openingsrede tot tweemaal
toe aan den ornst der tijden wordt herin
nerd, wtelko de gevolgen der aanhoudende
duurte „zorgwekkend" moot doen achten
en ,,de uiterste spaarzaamheid geboden".
De T ij d (R.-K.) schrijft o.m.:
„Dat reeds onmiddellijk een tegelijk ern
stige en blijmoedige loon wordt taangesla-
gen, is geheel overeenkomstig het dictaat
van den tijd. Want in de wederwaardighe
den, die wij als de natuurlijke gevolgen
der ontwrichting van Europa nog hebben
te doorworstelen, zijn wij maar al -fce ge
neigd do zegeningen te vergeten, welke
ons land des vredes blijft genieten te mid
den der schokken, die andere landen
voortgaan te teisteren. De 'herinnering
aan het „voorrecht", over de werken- des
vredes te mogen -spreken, is in den aan
hef der Troonrede, die tniet weinig las
ten komt aankondigen, dan ook even juist
aangebracht als de zinspeling op de gunst
vair God, dat Nvlj, terwijl elders nog de oor
logsfakkel brandt, hier voortdurend werk
zaam zijn aan 'l herstel van liet verbroken
evenwicht.
Tot dit 'herstel behoort vooral de
duurte-bestrijding en het stemt- tot. vol
doening, dat de ïtegeering zich door de
bruuske oppositie der sociaal-democraten,
die het- bekende wetsontwerp hielpen
verwerpen en zoo medewerken tot- het
hoog -houden der prijzen, waarover zij
zich nu beklagen om de. Regeering een ver
wijt te maken .niet laat afbrengen van
de toewijding én het beleid, om door nieu
we maatregelen de eerste lévensbehoef
ten goedkooper te maken."
Hier volgen eenige bladen, die weinig of
niets goeds in de Troonrede weten te ont
dekken.
Het. meest weerzinwekkende ïs wel het
geschrijf in De Telegraaf (alles
behalve rechts).
„Het eerste woord, dat den lezer van de
ze „Troonrede" ontrolt, is de verzuchting:
„Wanneer houdt men nu eens eindelijk
op met dit zinledig woordengespeel?"
„Een woordgespeel, omdat, al déze woor
den de onmacht- van deze regeering verber
gen moeten om tin deze koortsige tijden
met een koel hoofd weerstand te bieden aan
de economische conflicten, die ons en elk
ander volk met ons, bedreigen.
Van het groote vraagstuk duurte maakt
dc Regeering zich af met. oen goed geslaag
de 'banaliteit: „volle toewijding en groot
beleid zullen alleen de oplossing kunnen
brengen." Men vraagt zich af wiens toe
wijding en wiens groot; beleid?, al getuigt
het van zelfkennis, dat de Regeering ver
zwegen' Heeft, dat zij zich zelf niet. daarme
de Heeft bedoeld."
Het- L e i d e c h Dagblad, hetweiK,
zoo wij ons niet vergissen, dit jaar voor het
eerst een korte bespreking geeft van de
Troonrede, oordeelt de met name genoem
de ontwerpen „niet onbelangrijk Bet blad
vindt 'echter in het staatsstuk weinig „hou
vast" en de „grootst mogelijke onzeker
heid". Met- name moet de minister van
van Financiën het ontgelden.
„Op de K>.i. momenteel het meest op den
voorgrond tredende punten wordt, vrijwel
't stilzwijgen bewaard, n.l. ten aanzien van
het duurtevraagst.uk en dat der belastin
gen. 't I's waar, beide worden aangeroerd,
maar' op een dusdanige manier, dat men
feitelijk niets meer dan aan het- bestaan
van deze twee brandende vraagstukken
wordt herinnerd, hetgeen op zichzelf -vrij
overbodig mag heeten, waar deze zelf wel
zorgen, dat men ze 'niet vergeet.
-Ten aanzien van heb eerste 'heet het:
Voile toewijding en groot beleid zullen al
leen de oplossing kunnen brengen van de
vraagstukken, welke zij ons voorlegt." De
juistheid daarvan zal zeker niemand dur
ven aanranden, maar zelfs de minste aan
wijzing in welke richting de regeering
eenige oplossing zal zoeken, ontbreekt. Na
deze passage is roen even wijs als tevoren
men weet nog niets. Of de regeering zelf
nog geheel en al in 't duister tast?
En ten aanzien van de belastingen gaat
het al niet veel beter. Geen twijfel Baat
men bestaan aa.n een hoogeren belasting
druk, het eenige 'houvast uit de desbetref
fende passage. Verder weer de grootst mo
gelijke onzekerheid in welken vorm deze
hoogjere belastingdruk zich zal doen ge
voelen. „Hel toont wel op evidente wijze,
hoe onze landsschatkislbewaarder, de Mini
ster van Financiën, geen richting heeft,
zooals uit zijn diverse plannen, gelukkig
meorendeels plannen gebleven, reeds was
af te leiden."
Ten slotte „Het Vol k" (S.D.) dat-, na
tuurlijk, ook al weinig beteekenends vindt
in liet staatsstuk dor rechtscbe regeering.
„De bizondere korte troonrede is ook
bizönder weinig beteekenend en geeft dus
tot bizon dér weinig kanttekeningen aan
leiding.
Omtrent de aangekondigde wetsontwer
pen valt. niets te zeggen, aangetzien geener
lei omschrijving hunner nadere strekking
gegeven wordt; afwachten is de bood
schap. Alleen wat de in uitzicht, gestélde
maatregel- ton bate dér gemeenlefinanciën
betreft, wtordt iets meer medegedeeld;
Hjeromrent valt Ie- zeggen, dat er bpnieuw
uit blijk, hoe weinig begrip de minister van
financiën, hoewel vele jaren lang wethou
der der hoofdstad, van de positie en de ver-
eischlen der gemeenten toont. Het denk
beeld om de rijksuilkeering aan de gemeen
ten „sleohts" als noodmaatregel té verhoo-
gen, is haast grotesk van wanbegrip."
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Opgravingen. Bij de uitgravingen voor
liet maken van de fundamenten voor de
nieuw te bouwen' kerk en toren der Ned.
Herv. Gemeente alhier, werd voor de we
tenschap een merkwaardige ontdekking
gedaan. Voor dit werk moest 330 Meter
grond uitgegraven worden. Op 185 Meter
bevond zich een zware kleilaag, waarin
een groot aantal ruwe palen, welke blijk
baar niet tot den bouw van de in 1916 af
gebrande kerk behoorden. In en vooral op
deze kleilaag bevinden zich fragmenten
uit het Romeinsche tijdperk. Tal van ge
schiedschrijvers wijzen 'Alphen aan als een
legerplaats der Romeinen, doch men was
het "er tot heden nog niet over eens of Al
phen zoo'n castrum is geweest. Doch nu
na een bezoek van prof. dr. J. H. Holwer-
da, daar ter plaatse, is alle twijfel opgehe
ven.
(Het oog van de kennis ontdekte niet al
leen de voorwerpen in de ldei uit dien tijd,
imaar ook de overblijfselen van verbrande
leemhutten. De voorwerpen aldaar gevon
den cn welke nog worden ontdekt zullen
gedeponeerd worden in het Rijksmuseum
van Oudheden te iLeiden.
LISSE.
Retraite fonds. Het Retraite-Spaarfonds
herdacht Zondag haar 10-jarig bestaan. In
een plechtig Lof had de wijding plaats
•van het mooie nieuwe vaandel, hetwelk
den geheelen dag, omgeven van bloemen
en waslicht-, naast het. hoogaltaar prijkte.
Het is geleverd door de firma A. W. v. d.
Meer alhier; het is een prachtig kunstvol
stuk werk. Op donker-paarsen grond prijkt
in een medaillon de beeltenis van den H.
Ignatius van Loyola; het Pauselijke, het
Bisschoppelijke en het Gemeentelijke wa
pen is er op afgebeeld.
Onmiddellijk na het Lof had in 't- Bonds-
gebouw de f eestverga daring plaats, waar
als spreker optrad de ZeenEerw. Pater
Justin us Janssen O.F.'M. De zaal was tot
in de uiterste hoeken gevuld met genoo-
digden en belangstellenden.
Iïet bestuur had plaats genomen op bet
looneel, waarop tusschen groen de vaan
dels van St. Ignatius ent St. Isidorus prijk
ten.
Onder de aanwezigen merkten we op be
halve den geest, adviseur, kapelaan van
den Berg, de ZeerEerw. Heeren: Rector
Huef, 'Rector Jansen Schmidt en de plaat
selijke geestelijkheid.
Met den/ Chr. groet opende de voorzit
ter, de heer P. Warmerdam, de vergade
ring en heette allen, in het- bijzonder den
ge-wijden spreker en de eerw. geestelijk
heid, welkom. Hierna gaf hij het woord
aan den heer H. Vogelzang, om het verslag
van het afgeloopen tijdperk uit te brengen.
Deze bracht o. a. in zijn verslag hulde aan
den' voorzitter, den heer 'Warmerdam, die
10 jaren onafgebroken het voorzitlerschap
heeft vervuld en buitengewoon veel voor
het retraitewerk heeft gedaan. Spreker
herinnerde er aan, hoe 2 'December 1910
drie leden, cn wel het dagelijksch bestuur,
van het fonds, ter retraite gingen. Dit ge
tal ging alras met groote sprongen voor
waarts, zoodat in 1917 ruim 170 leden een
gesloten retraite hielden.
De voorzitter bracht een woord van
dank aan den heer Vogelzang voor den
ijver tijd-cnls zijn secretariaat voor het
fonds verricht.
De geest, adviseur gaf hierna een uitleg
ging van de symbolen op het vaandel. Ver
volgens bedankte de voorzitter den heer
v. d. Meer voor de levering van dit mooie
kunstwerk.
Hierna was het woord aan den gewijden
spreker. Pater Jus tin us Jansen, wees in
een overtuigende geestdriftige rede op het
sympathieke, schoone doel der vereeniging,
en op het onberekenbaar groote nut der
re tr ai ten.
iNa het hartelijk applaus op deze rede
spralc de voorzitter,-een dankwoord.
Als stoffelijk blijk van dankbaarheid
overhandigde de voorzitter den; scheiden
den. secretaris namens de leden een Tho
mas h -Kempis. De heer Vogelzang dankte
in eenige goedgekozen woorden en/ hij
sprak -den wensqh uit, dat in de Romende
10 jaren zeker alïe mannen van Lisse £en
rétraite zulljyu meemaken. De lieer Bon
had een' dankwoord op rijm. De voorzitter
dankte hot afdeelingsbestuur voor den
steun inzake de leening voor het vaandel
verkregen. Voorts deelde hij mede dat in
den aanvang der vergadering van- een der
aanwezigen een gift was ontvangen ter
aflossing van de schutkl van het vaandel
en ten' slotte verzocht hij allen, die in het
a.s. seizoen een' retraite willen meemaken,
zich tijdig op te geven, opdat net bestuur
de aanvragen kan regelen, waarna de schit
terend geslaagde vergadering werd ge
sloten.
NIEUW-VENNEP.
Landarbeiders. De plaatselijke afdeeling van
de R;-K. Landarb. Org. „St Deus Dodit" hield
een vergadering in café Niissen.
De Hoofdbestuurder, de heer H. Kampers, van
Loosduinen, zotte uiteen wat aan deze vergadering
was voorafgegaan en wees er op, dat het do be-
doelina van deze vergadering is, te voorkomen,
dat in de bietencampagne te groot verschil van
loon wordt betaald. Spr. adviseert, dat het vast
gestelde minimumtariof zal worden nageleefd.
Spr. hield daarna een propagandarede. waarin
hij uileen zette het groote belang van georga
niseerd zijn. Spr. wijst or op, dat positief werk
moet worden geleverd en betreurt het dat van de
200.000 landarb. er hoogstens 1/4 georganiseerd
is, waarnaast staat een R.-K. Patroonsverecniging
in hetzelfde bedrijf van 80.000 georganiseerden.
Tenslotte wijst hij er op, dat, als de «landarb.
beter bun belang begrepen en krachtiger zich or
ganiseerden, er ook meer kracht van hen zou uit
gaan om een goede sociale landarbeiderswet te
krijgen.
Nadat de eerw. adviseur nog eenige opwekken
de woorden had gesproken, sloot de voorzitter
de vergadering met- den Chr. groet.
NOORDWIJKERHOUT.
Gemeenteraad.
Tegenwoordig zes leden. Afwezig de heer
H. Heemskerk. Voorzitter: de Burgmeester.
Aan de orde is: I. Ingekomen: stukken:
Mededeeling wordt gedaan van de goed
keuring door Ged. Staten van hot kohier
rioolgeld cn van de Kon. goedkeuring van
de gewijzigde verordening op den Iloofde-
1 ijken Omslag. Deze stukken worden voor
kennisgeving aangenomen.
II. Voordracht, college van zetters.
Overeenkomstig het advies van B. en
W. zullen aan den Commissaris der Ko
ningin worden voorgedragen als eerste
candidaten de heeren C. Heemskerk en P.
Verdegaal, aftredende leden, en als tweede
Candida ten de heeren E. Qostdam Hzn. en
Adr. Pennings.
Ut. Subsidie ten behoeve van de Poli
tieschool te Hilversum en politiecursuseen
in verschillende plaatsen.
De voorzitter zegt dat B. on- W. eerst
geen aanleiding vonden om het geven van
eenje subsidie ter zake aan den Raad voor
te stellen. Het nut dezer instellingen wordt
door B. en W. niet- -ontkend, doch B. en W.
waren van oordeel, dat het Rijk wal nuttig
is zelf maar moet betalen en niet om een
bijdrage bij de gemeenten aan moet ko
men. Er zijn zoovele bultige dingen die het
Rijk de gemeente laat opknappen.
Intusschen is een nadere circulaire van
Ged. Staten gekomen, waarbij wordt aan
gedrongen om een bedrag van f20 beschik
baar te stellen. B. ens W. meenen aan dien
naderen aandrang te moeten gevolg geven
en stellen voor f 20 jaarlijks beschikbaar te
stellen ten behoeve van het vakonderwijs,
te geven door den Alg. Ned. Politiebond.
Dien/overeenkomstig wordt besloten.
IV. Adres van het bestuur van den R. K.
Volksbond om toeslag op de prijzen der
brandstoffen.
De voorzitter zegt dat B. en W. na rijp
beraad meenen den Raad te moeten advi-
seeren dit adres voor kennisgeving aan te
nemen.
lAls we de gestie "der regeering nagaan,
zegt spreker, dan zien wij, dat deze zich
gaandeweg nagenoeg geheel van hel toe
slagen-stelsel heeft teruggetrokken. Naar
de meening van B. en W. ligt het niet op
den weg der gemeente om de taak
der regeering in1 deze over te nemen.
Zulks te minder waar de gemeente voor
zeer zware lasten zit en de 'Hoofdei. Om
slag, die toch reeds vrij hoog is, vermoe
delijk nog zal stijgen. Do gemeente wil
gaarne medehelpen, waar het Rijk zijn
steun verleent. Spr. zou leunnen verwijzen
naar den woningbouw en ook Ier zake van
den bruinbrood'toeslag hebben B. en W.
aan den minister verzocht dezen toeslag
te handhaven. (Werkte hei Rijk mede en
was dit bereid een gedeelte van den toe
slag op brandstoffen te dragen, dan zou
den B. cn !W. ter zake geen' afwijzend
standpunt innemen, doch waar de geheele
toeslag ten/ laste der gemeente komt, hui-
veren B. en W. de toch reeds gqstegen be
lastingen hiermede te verzwaren. Vergeten1
moet voorts niet worden dat de economi
sche toestand der gemeente slecht is, ook
voor hen, die van den toeslag niet profi-
teeren doch er in zullen hebben; bij to dra
gen. Verleden jaar is een/ toeslag verleend
en B. eru :W. hebben dienl toen, ter uitvoe
ring van 'het Raadsbesluit, aan diverse
personen toegekend. Dit was echter een:
ondankbare taak voor B. en W. en- mocht
de Raad daarom thans besluiten om toe
slag te verleenen, dan prefereeren/ B. en W.
dat een commissie uit den Raad zich met
de toekenning van den toeslag belast.
Den heer A. H. van Noort 'betreurt liet
standpunt door B. en) W. ingenomen. Hij
had een ander standpunt yerwacht. Dat
verleden jaar de brandstoffeiutoeslag is
mislukt, is de schuld- van B. en, W. Juist
omdat het Rijk in deze aangelegenheid
niet helpt, moet de gemeenite helpen. Spr.
weet heel goed, dat de financieel e toestand
van de gemeente niet van dien aard is,
dat een ruime toeslag kan worden gege
ven-, doch spr. zou alleen willen dat de
armstenl in hun allergrootsten nood wor
den geholpen. Spr. stelt daarom voor dat
onder nader te omschrijven voorwaarden
aan hen die daaraan het meest behoefte
hebben een1 brandstoffentoeslag wordt ver
leend tot een( maximumbedrag van f750
in totaal.
De voorzatter izegt, dat hij over de mis
lukking van den brandstoffentoeslag .van
verleden jaar niet heeft gesproken. Spr.
zegt, dat de heer Van Noort de laatste
•moet zijn om ter zake critiek uit te oefe
nen, want hij weet toch dat toen. B. en W.
ten opzichte zijner voorstellen een zeer
tegemoetkomende houding hebben aange
nomen. Dat toen do beslissing of brand
stoffentoeslag zou worden verleend waf
laat is gevallen, ïs het ge-volg geweest van
omstandigheden die B. en W. niet hebben
kunnen verhinderen. Spreker begrijpt trou
wens niet goed' wat deze zaak met het'
thans aanhangige voorstel te maken! heeft.
Den heer A. II. v. Noort betreut het, dat
de voorzitter zijne woorden verkeerd uit
legt. Hij heeft enkel B. en W. willen aan
sporen tot tijdige afhandeling van de
kwestie van den brandstoffentoeslag.
De voorzitter zegt, dat B. cn W. wel
zullen zorgen, dat- de zaak tijdig wordt af
gehandeld en die aansporing du9 achter
wege had kunnen blijven..
De voonzitter zegt het in zooverre met
den lieer A. II. v. 'Noort eens te zijn, dat
de menschcrÉ in hun allergrootsten nood
moeten worden geholpen en hebben zij
geen geld om brandstoffen te koopen dan
moet daarin voorzien worden. Spr. meent
dat dit /meer op den weg van het armbe
stuur dan van het gemeentebestuur ligt.
De heer A. H. v. Noort wil dit niet ont
kennen, doch waar moeten de armbestu
ren dan het geld vandaan halen?
De voorzitter zegt- dat de gemeente dan
maar een/ extra subsidie aan do armbestu
ren moet geven. De armbesturen weten
beter wie het noodig heeft dan het. gemeen_
tebestuur.
De heer E. Oostdam zegt dat hij het
standpunt van B. en W. juist acht. De toe
stand dor gemeentefinanciën laat niet toe
een toeslag te verleenen.
De heer van 'Eeuweni is het eens met den
heer A. H. v. Noort. Hij is van oordeel dat
de gemeente ter zake moet ingrijpen en
dat het veel beter is dat de toeslag door
het gemeentebestuur dan door het arm
bestuur wordt verleend.
De heer Geerlings zou evenals te Lisse
een commissie willen benoemen; die de
zaak nader onderzoekt en daarover rap
port in den Raad uitbrengt.
(Wethouder van Noort merkt op dat als
er thans gestemd moet worden voor of te
gen toeslag, 'hij buiten stemming zal blij
ven. Hij is in 't algemeen niet voor toeslag,
doch wil van den anderen kant niet wei
geren de menschcn in hun grootsten nood-
te helpen. Hij is het met den voorzitter
eens dat deze hulp het best door de arm
besturen zou kunnen worden verstrekt.
Do voorzitter zegt, dat B. en W. ge
zien de discussies in dew gemeenteraad'
er zich wel mede kunnen vereenigen, dat
de izaak door een commissie wordt onder
zocht. Spr. zal daarom hetvoorstel-Geer-
lings in stemming brengen c»m een com
missie te benoemen; de vraag of toeslag
zal wondon verleend, zal dan dn eenj vol
gende vergadering, nadat do commissie
haar oordeel heeft- uitgesproken, worden
beslist.
1-Iet voorstel'-G eerl ings wordt hierna in
FEUILLETON.
JAN MISERIE.
Nnar P. LOUIS COLOMA S. J.
SJMe bruiloften? Moe dat?"
-Au, duf is lieel zeker! Daar hebben we
to'vooreerst Rosa, dan die van Pilonge,
"ton...
heks hield met haar werk op, en zag
panne een oogenblik listig aan. Toen
tyte ze mot haar druipoogen en besloot:
pft- en dan u w bruiloft!
„De mijne?" iriep Marianne verrast. En
'r' -"r vloog haar naar de wangen.
'■.Zeker, de uwe! grijnsde de oude. „En
aaeer zal het er Van door gaan!"
j, P heen vrouw Salamanca, en praat
d onz'n met. Dat zal wel met. Sint Jut-
wwea, alg de kalveren op het ijs dan-
vWel zoo, maar waarom dan? Waarop
j!13e dan nog, meisje?"
Mil? «r ook een vraag! Waarop ik
»am t - lïa98Chien wel op het voor-
op den bruidegom!"
:f' lPraal maar niet, kind!" onderbrak
f' met 0®n geheimzinnig lachje. Tus-
neniel ep aarde blijft niets, verbor-
1 VAfk! 1 UUUU1UCil: VlUCg iMCLLl-
mieekend en hare oogen strak op
hel, gezicht van do oude richtend. Waarom
zegt gij mij dat, Salamanca?"
De oude, die wel den blik van een arend
zou hebben uitgehouden, ging zonder blik-
kon of blozen rustig met, haar wasch door,
en antwoordde met een zacht, spotachtig
grinniken: „Waarom ik u dit zeg, rnijn
dochtcrtje? Och Heer, een bijzondere reden
heb ik daar niet voor. Er steekt, ook niets
in. De mensehen vertellen maar, dat je met
Jan Miserie verkeering hebt en dat-.."
„Zoo, juffrouw Salamanca?" "onderbrak
het jonge meisje de oude heftig. „Dat, is
schandelijk, dat is gemeen! Als de men-
schen, die meer babbelen, dan ze verant
woorden kunnen, hun tong verloren, dan
zou het wezenlijk in de wereld heler gaan!
Geloof mij, de lui, die zeggen dat ik aan 't
verkeeren ben met Jan Miserie, liegen het,
volop! Het eenige wat er van de heele zaak
waar is, is alleen, dat Jan Miserie mij lief
heeft en dat ik ook van hem houd. En dat
is waarachtig !t,och geen doodzonde!"
„Neen, zeker niet, liefje, zeker niet'. Maal
ais uw vader nu zijn toestemming niet
geeft, en dat vloet- hij zeker niet, wat dan?
Wat. zult je dan doen?"
„Ik zal wachten! Wie wezenlijk en op
recht lief heeft, moet ook geduld weten te
oefenen."
„Neen, mijn kindje, dat is dwaasheid!"
antwoordde do öude met een loens'•hen blik.
Hopen en rekken, dat doen de gekken. En
je moest ook waarlijk je verstand wel heb
ben verloren, als je, wie weet hoe lang, op
dien Jan Miserie wou wachten, die niets
heeft or niet voel beter d'an een bedelaar."
„Zóóals hij (is, airm en eerlijk, juist
zóó houd ik van hem", hernam Marianne
scherp. „Als hij rijk cn eerloos was, zou ik
hem versmaden... „Maar wat gaat. het u
aan, juffrouw Salamanca. Bekommer u er
niet om, 'hoe het brood wordt gebakken,
dat ge niet eten zult".
„Zeker, meisje, bak jij je brood maar al
leen!" riep de oude met spotlenden lach
„Naar uw mondje te oordeelen, zal het wel
best. uitvallen; maar of het uw maag ook
goed bekomen zal, dat zullen wc eerst r og
eens afwachten. De tijd zal nog ^vvel komen,
dat het u bitter berouwen zal, dat ge, om
wille van dien aap, de Imooie blanke rijks
daalders van mijn neef Lopez, die dol veel
van je houdt, van dé hand gewezen hebt."
„Dat mankeert er nog maar aan!" riep
Marianne (usschen toom en lachen. De
goeie juffrouw denkt zeker, dat ze allen
en een Seder met de blanke rijksdaalders
van haar neef in. haar zak heeft! Neen,
warde juffrouw Salamanca, dan hebt u
het mis. Nóch Piel Lopez, nóch een andere
Piet en al was het de koning zelf hij
zou mij niet kunnen afbrengen van mijn
woord, dat ik gegeven heb. Ziet, u, juf
frouw Salamanca, zóó hoort het voor een
fatsoenlijk meisje."
Dc oude werd bleek van woede. Ze boen
de haar wasch met dubbele kracht, en
duwde haar met gedwongen kalmte toe:
„zeker, met zooals het hoort, om midden
in den nacht een afgesproken samenkomst
te hebben!
„Wie zegt dat?" schreeuwde Marianne
bevend van opgewondenheid, en ze kwam
een slap vooruit, alsof ze de oude wilde
aanvliegen.
„Een of andere Ieugensverkó'jper waar
schijnlijk", antwoordde deze spottend, zon
der zich iin haar werk te laten storen.
En toen zij zag, dat het arme meisje,
ontsteld en verbluft, zich omkeerde-, om
zich €n haar woning terug (e trekken, riep
ze haar in dezelfden spotlenden toon na:
„steek je bloemetjes maar goed vast in je
haar, diefjeAnders vallen ze weer op
de straat, zooals vann-acht., en konden ze
toevallig door een vrijer worden opge
raapt."
Met volle recht had de oude Salamanca
van Maarten Corver, den vader van Ma
rianne gezegd „jong gewend, oud gedaan."
De luiheid, die reeds in zijn jeugd zijn
meest kenmerkende eigenschap was, nam
bij hem toe met de jaren, eoodat hij ten
laatste, niet alleen op den Erwtenhof maar
in het geheele stadskwartier, haast niet
anders /öekend was, dan onder den naam
van „luie Tinus". Maarten was metselaar
vao beroem maar rttkwjds gingen er maan
den voorbij, zonder dab hij een troffel
in de hand mam, of een steen opraapte.
„Zondag," zoo redeneerde hij, „is het,
volgens Be geboden der Kerk, zonde te wer
ken! 's Maandags moet men natuurlijk var»
het Zondaghoudcn uitrusten; Dinsdag is
een ongeluksdag, en 's Woensdag is da
week op de helft; np Vrijdag is O.L. Heer
gestorven' en Zaterdag is de voorbereidings
dag voor den Zondag.Er blijft dus nog. maar
één dag over, de Donclordag; en dan is be|j
toch wezenlijk de moeite niet meer waard),
om met het werk te beginnen.
En daar de Heiligheid het begin van alle
ondeugden is, zoo was hij gestadig dron
ken; en de vlijt en ijver, waarmee Ma
rianne halve nachten aan de wasohkuip of
de naaitafel doorbracht, om het levensein»
derhouel voor het kleine huishouden te ver
dienen, vergold hij haar door een hondscAa
behandeling. Bovenal was liij beslist tegejï
haar huwelijk met Jnn Miserie, een eer^jk
en eerzaam arbeider, Uic zijn- ongolukkigen
bijnaam te danken bail aan jammerlijke
omstandigheden, waarin v is onge-»
groeid.