!_Bé Cent." fwe©de BSad. Woensdag 22 Sept. 1920 PERSSTEMMEN OVER DE TROONREDE. I. net Handelsblad (lib.) vindt de lai cieele parographen van de Troonrede fl karig, maar het. blad verklaart zulks rem) doordat, „een jaar geleden Troonrede verschillende flnanèieele Isontwerpen zijn aangekondigd, die het lalsbiad nog niet hehbep. bereikt, en nrvan sommige zelfs nog niet zijn in dient!. Men mag derhalve wel aanne- dat 'het in de bedoeling Bigt, voort, te met do afwerking van dit vroeger' ngekondigde program." Over do plannen, van de ministeries van 1 ndorwijs en van Arbeid is het blad heel ed te spreken. I, Vertrouwen hebben wij in de belofte 'indiening- van een nieuwe regeling van j\P o.; aan het, onderwijs-departement irdt blijkbaar gewerkt, zooals ook het jrnemen ftot regeling van het landbouw- Jerwijs bewijst. Dat, de huisindustrie ge reld zal worden, en de ongevallenverze- t rim? ook lol den landbouw uitgebreid, rtrieat toejuiching, -evenals het voorn e- >n gezondheidsdiensten i.n te stellen «aar zij nog niet zijn, waarschijnlijk; >rs de regeering zal zeker niet de ui{- inlend werkende gezondheidsdiensten in i jjge stedeai op zij willen ze tien. "- DeNieuweRott. Crt. [(lib.) juicht, nsLelliïig met enkje.le andere bla- p 'jle blijkbaar veel van. woordemgeram- jj houden, de kortheid van de Troonrede ,Veel franje, waarmede dit belangrijke iaisstuk placht te worden versierd, is er- weggelaten, veel gemeenplaatsen, die onbeduidende uitlatingen een schijn p gewichtigheid poogden te geven, zijn ruit vervallen. '1 Is goed zoo. En wij mogen hopen, dat nieuwe geluid, dat. ons uit deze \Troon- fc tegemoetkomt, de voorbodo moge zijn n een nieuwe lente, en nieuw leven bp fijjek en maatschappelijk gebied, waar de ijdele breedsprakigheid van het af dolen tijdperk niet meer harmonieert." Ook Het Vaderland (lib.) is over [s-Troonrede tevreden. ,Ui( km aard der zaak is de Troonrede een ministerie zijn derde jaar ingaat, top zijn belangrijkst. Wat 'het Minisfce- l voornemens is tot stand te brengen rat.men, voor wat de hoofdzaak betreft; fttetkans heeft daarin te slagen, daar-, Toot$ven de twee jaren, -die het achter m rvgheeft, genoegzaam maatstaf." Mr zég het blad: „Samengevat, noemen, wij de Troonrede n stuk van' gelukkige gematigdheid en ■rijkheid. Zorgvuldig is daarin verme il den politieker); tegenstander ook maar l't minst onaangenaam te zijn." |En het liberale blad uit den- wensdh: »3Ioge het aan het thans zittend Kabinet, I reeds veel goeds tot stand bracht, ge- ren worden zijn program al te maken." DeNieuwe Coura n t. (lib.) besluit ff beschouwing aldus: .Groote productie is in deze dagen van irte een der eerst noodige dingen, groo- producfie ook en vooral qualitafcief Mgt dc Troonrede van het parlement, oorbeeld van de Regeering, die van Bete werkkracht en arbeidsvreugde doet Sin en de wijze,- waarop de Kamer na begin, dat. 't ergste (deed vreezen, later (bel pu afgesloten, parlementair jaar de ken heeft aangepakt, gieven hoop, dat de bering zeer vele van de n u aangekon- pie plannen als wetten in 'het. „Staat,*- zal zie verschijnen. Moge die hoop orden vervuld." Aan een artikel in D e Ma asbode p--K.) ontleenen we: „Wanneer het Koninklijk woord, waar de heden de zitting der Staten-Generaai N geopend, als een! leidraad gelden Kbt voor parlementaire welsprekendheid, p zouden vooral de meest praatzieke le ft onzer volksvertegenwoordiging er een ui), kunnen putten, hoe in weinig woor- ftvce!- te zeggen: nog nimmer toch werd bet staatsstuk datden jaarhjkschea bod van eloquentie pleegt vooraf be gaan o naar beknoptheid en beperking ge- gis dit maal, Het Ës alsof hét hooge voorbeeld hot woord van ernstig vermaan wil beklemto nen, nu in deze openingsrede tot tweemaal toe aan den ornst der tijden wordt herin nerd, wtelko de gevolgen der aanhoudende duurte „zorgwekkend" moot doen achten en ,,de uiterste spaarzaamheid geboden". De T ij d (R.-K.) schrijft o.m.: „Dat reeds onmiddellijk een tegelijk ern stige en blijmoedige loon wordt taangesla- gen, is geheel overeenkomstig het dictaat van den tijd. Want in de wederwaardighe den, die wij als de natuurlijke gevolgen der ontwrichting van Europa nog hebben te doorworstelen, zijn wij maar al -fce ge neigd do zegeningen te vergeten, welke ons land des vredes blijft genieten te mid den der schokken, die andere landen voortgaan te teisteren. De 'herinnering aan het „voorrecht", over de werken- des vredes te mogen -spreken, is in den aan hef der Troonrede, die tniet weinig las ten komt aankondigen, dan ook even juist aangebracht als de zinspeling op de gunst vair God, dat Nvlj, terwijl elders nog de oor logsfakkel brandt, hier voortdurend werk zaam zijn aan 'l herstel van liet verbroken evenwicht. Tot dit 'herstel behoort vooral de duurte-bestrijding en het stemt- tot. vol doening, dat de ïtegeering zich door de bruuske oppositie der sociaal-democraten, die het- bekende wetsontwerp hielpen verwerpen en zoo medewerken tot- het hoog -houden der prijzen, waarover zij zich nu beklagen om de. Regeering een ver wijt te maken .niet laat afbrengen van de toewijding én het beleid, om door nieu we maatregelen de eerste lévensbehoef ten goedkooper te maken." Hier volgen eenige bladen, die weinig of niets goeds in de Troonrede weten te ont dekken. Het. meest weerzinwekkende ïs wel het geschrijf in De Telegraaf (alles behalve rechts). „Het eerste woord, dat den lezer van de ze „Troonrede" ontrolt, is de verzuchting: „Wanneer houdt men nu eens eindelijk op met dit zinledig woordengespeel?" „Een woordgespeel, omdat, al déze woor den de onmacht- van deze regeering verber gen moeten om tin deze koortsige tijden met een koel hoofd weerstand te bieden aan de economische conflicten, die ons en elk ander volk met ons, bedreigen. Van het groote vraagstuk duurte maakt dc Regeering zich af met. oen goed geslaag de 'banaliteit: „volle toewijding en groot beleid zullen alleen de oplossing kunnen brengen." Men vraagt zich af wiens toe wijding en wiens groot; beleid?, al getuigt het van zelfkennis, dat de Regeering ver zwegen' Heeft, dat zij zich zelf niet. daarme de Heeft bedoeld." Het- L e i d e c h Dagblad, hetweiK, zoo wij ons niet vergissen, dit jaar voor het eerst een korte bespreking geeft van de Troonrede, oordeelt de met name genoem de ontwerpen „niet onbelangrijk Bet blad vindt 'echter in het staatsstuk weinig „hou vast" en de „grootst mogelijke onzeker heid". Met- name moet de minister van van Financiën het ontgelden. „Op de K>.i. momenteel het meest op den voorgrond tredende punten wordt, vrijwel 't stilzwijgen bewaard, n.l. ten aanzien van het duurtevraagst.uk en dat der belastin gen. 't I's waar, beide worden aangeroerd, maar' op een dusdanige manier, dat men feitelijk niets meer dan aan het- bestaan van deze twee brandende vraagstukken wordt herinnerd, hetgeen op zichzelf -vrij overbodig mag heeten, waar deze zelf wel zorgen, dat men ze 'niet vergeet. -Ten aanzien van heb eerste 'heet het: Voile toewijding en groot beleid zullen al leen de oplossing kunnen brengen van de vraagstukken, welke zij ons voorlegt." De juistheid daarvan zal zeker niemand dur ven aanranden, maar zelfs de minste aan wijzing in welke richting de regeering eenige oplossing zal zoeken, ontbreekt. Na deze passage is roen even wijs als tevoren men weet nog niets. Of de regeering zelf nog geheel en al in 't duister tast? En ten aanzien van de belastingen gaat het al niet veel beter. Geen twijfel Baat men bestaan aa.n een hoogeren belasting druk, het eenige 'houvast uit de desbetref fende passage. Verder weer de grootst mo gelijke onzekerheid in welken vorm deze hoogjere belastingdruk zich zal doen ge voelen. „Hel toont wel op evidente wijze, hoe onze landsschatkislbewaarder, de Mini ster van Financiën, geen richting heeft, zooals uit zijn diverse plannen, gelukkig meorendeels plannen gebleven, reeds was af te leiden." Ten slotte „Het Vol k" (S.D.) dat-, na tuurlijk, ook al weinig beteekenends vindt in liet staatsstuk dor rechtscbe regeering. „De bizondere korte troonrede is ook bizönder weinig beteekenend en geeft dus tot bizon dér weinig kanttekeningen aan leiding. Omtrent de aangekondigde wetsontwer pen valt. niets te zeggen, aangetzien geener lei omschrijving hunner nadere strekking gegeven wordt; afwachten is de bood schap. Alleen wat de in uitzicht, gestélde maatregel- ton bate dér gemeenlefinanciën betreft, wtordt iets meer medegedeeld; Hjeromrent valt Ie- zeggen, dat er bpnieuw uit blijk, hoe weinig begrip de minister van financiën, hoewel vele jaren lang wethou der der hoofdstad, van de positie en de ver- eischlen der gemeenten toont. Het denk beeld om de rijksuilkeering aan de gemeen ten „sleohts" als noodmaatregel té verhoo- gen, is haast grotesk van wanbegrip." ALPHEN AAN DEN RIJN. Opgravingen. Bij de uitgravingen voor liet maken van de fundamenten voor de nieuw te bouwen' kerk en toren der Ned. Herv. Gemeente alhier, werd voor de we tenschap een merkwaardige ontdekking gedaan. Voor dit werk moest 330 Meter grond uitgegraven worden. Op 185 Meter bevond zich een zware kleilaag, waarin een groot aantal ruwe palen, welke blijk baar niet tot den bouw van de in 1916 af gebrande kerk behoorden. In en vooral op deze kleilaag bevinden zich fragmenten uit het Romeinsche tijdperk. Tal van ge schiedschrijvers wijzen 'Alphen aan als een legerplaats der Romeinen, doch men was het "er tot heden nog niet over eens of Al phen zoo'n castrum is geweest. Doch nu na een bezoek van prof. dr. J. H. Holwer- da, daar ter plaatse, is alle twijfel opgehe ven. (Het oog van de kennis ontdekte niet al leen de voorwerpen in de ldei uit dien tijd, imaar ook de overblijfselen van verbrande leemhutten. De voorwerpen aldaar gevon den cn welke nog worden ontdekt zullen gedeponeerd worden in het Rijksmuseum van Oudheden te iLeiden. LISSE. Retraite fonds. Het Retraite-Spaarfonds herdacht Zondag haar 10-jarig bestaan. In een plechtig Lof had de wijding plaats •van het mooie nieuwe vaandel, hetwelk den geheelen dag, omgeven van bloemen en waslicht-, naast het. hoogaltaar prijkte. Het is geleverd door de firma A. W. v. d. Meer alhier; het is een prachtig kunstvol stuk werk. Op donker-paarsen grond prijkt in een medaillon de beeltenis van den H. Ignatius van Loyola; het Pauselijke, het Bisschoppelijke en het Gemeentelijke wa pen is er op afgebeeld. Onmiddellijk na het Lof had in 't- Bonds- gebouw de f eestverga daring plaats, waar als spreker optrad de ZeenEerw. Pater Justin us Janssen O.F.'M. De zaal was tot in de uiterste hoeken gevuld met genoo- digden en belangstellenden. Iïet bestuur had plaats genomen op bet looneel, waarop tusschen groen de vaan dels van St. Ignatius ent St. Isidorus prijk ten. Onder de aanwezigen merkten we op be halve den geest, adviseur, kapelaan van den Berg, de ZeerEerw. Heeren: Rector Huef, 'Rector Jansen Schmidt en de plaat selijke geestelijkheid. Met den/ Chr. groet opende de voorzit ter, de heer P. Warmerdam, de vergade ring en heette allen, in het- bijzonder den ge-wijden spreker en de eerw. geestelijk heid, welkom. Hierna gaf hij het woord aan den heer H. Vogelzang, om het verslag van het afgeloopen tijdperk uit te brengen. Deze bracht o. a. in zijn verslag hulde aan den' voorzitter, den heer 'Warmerdam, die 10 jaren onafgebroken het voorzitlerschap heeft vervuld en buitengewoon veel voor het retraitewerk heeft gedaan. Spreker herinnerde er aan, hoe 2 'December 1910 drie leden, cn wel het dagelijksch bestuur, van het fonds, ter retraite gingen. Dit ge tal ging alras met groote sprongen voor waarts, zoodat in 1917 ruim 170 leden een gesloten retraite hielden. De voorzitter bracht een woord van dank aan den heer Vogelzang voor den ijver tijd-cnls zijn secretariaat voor het fonds verricht. De geest, adviseur gaf hierna een uitleg ging van de symbolen op het vaandel. Ver volgens bedankte de voorzitter den heer v. d. Meer voor de levering van dit mooie kunstwerk. Hierna was het woord aan den gewijden spreker. Pater Jus tin us Jansen, wees in een overtuigende geestdriftige rede op het sympathieke, schoone doel der vereeniging, en op het onberekenbaar groote nut der re tr ai ten. iNa het hartelijk applaus op deze rede spralc de voorzitter,-een dankwoord. Als stoffelijk blijk van dankbaarheid overhandigde de voorzitter den; scheiden den. secretaris namens de leden een Tho mas h -Kempis. De heer Vogelzang dankte in eenige goedgekozen woorden en/ hij sprak -den wensqh uit, dat in de Romende 10 jaren zeker alïe mannen van Lisse £en rétraite zulljyu meemaken. De lieer Bon had een' dankwoord op rijm. De voorzitter dankte hot afdeelingsbestuur voor den steun inzake de leening voor het vaandel verkregen. Voorts deelde hij mede dat in den aanvang der vergadering van- een der aanwezigen een gift was ontvangen ter aflossing van de schutkl van het vaandel en ten' slotte verzocht hij allen, die in het a.s. seizoen een' retraite willen meemaken, zich tijdig op te geven, opdat net bestuur de aanvragen kan regelen, waarna de schit terend geslaagde vergadering werd ge sloten. NIEUW-VENNEP. Landarbeiders. De plaatselijke afdeeling van de R;-K. Landarb. Org. „St Deus Dodit" hield een vergadering in café Niissen. De Hoofdbestuurder, de heer H. Kampers, van Loosduinen, zotte uiteen wat aan deze vergadering was voorafgegaan en wees er op, dat het do be- doelina van deze vergadering is, te voorkomen, dat in de bietencampagne te groot verschil van loon wordt betaald. Spr. adviseert, dat het vast gestelde minimumtariof zal worden nageleefd. Spr. hield daarna een propagandarede. waarin hij uileen zette het groote belang van georga niseerd zijn. Spr. wijst or op, dat positief werk moet worden geleverd en betreurt het dat van de 200.000 landarb. er hoogstens 1/4 georganiseerd is, waarnaast staat een R.-K. Patroonsverecniging in hetzelfde bedrijf van 80.000 georganiseerden. Tenslotte wijst hij er op, dat, als de «landarb. beter bun belang begrepen en krachtiger zich or ganiseerden, er ook meer kracht van hen zou uit gaan om een goede sociale landarbeiderswet te krijgen. Nadat de eerw. adviseur nog eenige opwekken de woorden had gesproken, sloot de voorzitter de vergadering met- den Chr. groet. NOORDWIJKERHOUT. Gemeenteraad. Tegenwoordig zes leden. Afwezig de heer H. Heemskerk. Voorzitter: de Burgmeester. Aan de orde is: I. Ingekomen: stukken: Mededeeling wordt gedaan van de goed keuring door Ged. Staten van hot kohier rioolgeld cn van de Kon. goedkeuring van de gewijzigde verordening op den Iloofde- 1 ijken Omslag. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. II. Voordracht, college van zetters. Overeenkomstig het advies van B. en W. zullen aan den Commissaris der Ko ningin worden voorgedragen als eerste candidaten de heeren C. Heemskerk en P. Verdegaal, aftredende leden, en als tweede Candida ten de heeren E. Qostdam Hzn. en Adr. Pennings. Ut. Subsidie ten behoeve van de Poli tieschool te Hilversum en politiecursuseen in verschillende plaatsen. De voorzitter zegt dat B. on- W. eerst geen aanleiding vonden om het geven van eenje subsidie ter zake aan den Raad voor te stellen. Het nut dezer instellingen wordt door B. en W. niet- -ontkend, doch B. en W. waren van oordeel, dat het Rijk wal nuttig is zelf maar moet betalen en niet om een bijdrage bij de gemeenten aan moet ko men. Er zijn zoovele bultige dingen die het Rijk de gemeente laat opknappen. Intusschen is een nadere circulaire van Ged. Staten gekomen, waarbij wordt aan gedrongen om een bedrag van f20 beschik baar te stellen. B. ens W. meenen aan dien naderen aandrang te moeten gevolg geven en stellen voor f 20 jaarlijks beschikbaar te stellen ten behoeve van het vakonderwijs, te geven door den Alg. Ned. Politiebond. Dien/overeenkomstig wordt besloten. IV. Adres van het bestuur van den R. K. Volksbond om toeslag op de prijzen der brandstoffen. De voorzitter zegt dat B. en W. na rijp beraad meenen den Raad te moeten advi- seeren dit adres voor kennisgeving aan te nemen. lAls we de gestie "der regeering nagaan, zegt spreker, dan zien wij, dat deze zich gaandeweg nagenoeg geheel van hel toe slagen-stelsel heeft teruggetrokken. Naar de meening van B. en W. ligt het niet op den weg der gemeente om de taak der regeering in1 deze over te nemen. Zulks te minder waar de gemeente voor zeer zware lasten zit en de 'Hoofdei. Om slag, die toch reeds vrij hoog is, vermoe delijk nog zal stijgen. Do gemeente wil gaarne medehelpen, waar het Rijk zijn steun verleent. Spr. zou leunnen verwijzen naar den woningbouw en ook Ier zake van den bruinbrood'toeslag hebben B. en W. aan den minister verzocht dezen toeslag te handhaven. (Werkte hei Rijk mede en was dit bereid een gedeelte van den toe slag op brandstoffen te dragen, dan zou den B. cn !W. ter zake geen' afwijzend standpunt innemen, doch waar de geheele toeslag ten/ laste der gemeente komt, hui- veren B. en W. de toch reeds gqstegen be lastingen hiermede te verzwaren. Vergeten1 moet voorts niet worden dat de economi sche toestand der gemeente slecht is, ook voor hen, die van den toeslag niet profi- teeren doch er in zullen hebben; bij to dra gen. Verleden jaar is een/ toeslag verleend en B. eru :W. hebben dienl toen, ter uitvoe ring van 'het Raadsbesluit, aan diverse personen toegekend. Dit was echter een: ondankbare taak voor B. en W. en- mocht de Raad daarom thans besluiten om toe slag te verleenen, dan prefereeren/ B. en W. dat een commissie uit den Raad zich met de toekenning van den toeslag belast. Den heer A. H. van Noort 'betreurt liet standpunt door B. en) W. ingenomen. Hij had een ander standpunt yerwacht. Dat verleden jaar de brandstoffeiutoeslag is mislukt, is de schuld- van B. en, W. Juist omdat het Rijk in deze aangelegenheid niet helpt, moet de gemeenite helpen. Spr. weet heel goed, dat de financieel e toestand van de gemeente niet van dien aard is, dat een ruime toeslag kan worden gege ven-, doch spr. zou alleen willen dat de armstenl in hun allergrootsten nood wor den geholpen. Spr. stelt daarom voor dat onder nader te omschrijven voorwaarden aan hen die daaraan het meest behoefte hebben een1 brandstoffentoeslag wordt ver leend tot een( maximumbedrag van f750 in totaal. De voorzatter izegt, dat hij over de mis lukking van den brandstoffentoeslag .van verleden jaar niet heeft gesproken. Spr. zegt, dat de heer Van Noort de laatste •moet zijn om ter zake critiek uit te oefe nen, want hij weet toch dat toen. B. en W. ten opzichte zijner voorstellen een zeer tegemoetkomende houding hebben aange nomen. Dat toen do beslissing of brand stoffentoeslag zou worden verleend waf laat is gevallen, ïs het ge-volg geweest van omstandigheden die B. en W. niet hebben kunnen verhinderen. Spreker begrijpt trou wens niet goed' wat deze zaak met het' thans aanhangige voorstel te maken! heeft. Den heer A. II. v. Noort betreut het, dat de voorzitter zijne woorden verkeerd uit legt. Hij heeft enkel B. en W. willen aan sporen tot tijdige afhandeling van de kwestie van den brandstoffentoeslag. De voorzitter zegt, dat B. cn W. wel zullen zorgen, dat- de zaak tijdig wordt af gehandeld en die aansporing du9 achter wege had kunnen blijven.. De voonzitter zegt het in zooverre met den lieer A. II. v. 'Noort eens te zijn, dat de menschcrÉ in hun allergrootsten nood moeten worden geholpen en hebben zij geen geld om brandstoffen te koopen dan moet daarin voorzien worden. Spr. meent dat dit /meer op den weg van het armbe stuur dan van het gemeentebestuur ligt. De heer A. H. v. Noort wil dit niet ont kennen, doch waar moeten de armbestu ren dan het geld vandaan halen? De voorzitter zegt- dat de gemeente dan maar een/ extra subsidie aan do armbestu ren moet geven. De armbesturen weten beter wie het noodig heeft dan het. gemeen_ tebestuur. De heer E. Oostdam zegt dat hij het standpunt van B. en W. juist acht. De toe stand dor gemeentefinanciën laat niet toe een toeslag te verleenen. De heer van 'Eeuweni is het eens met den heer A. H. v. Noort. Hij is van oordeel dat de gemeente ter zake moet ingrijpen en dat het veel beter is dat de toeslag door het gemeentebestuur dan door het arm bestuur wordt verleend. De heer Geerlings zou evenals te Lisse een commissie willen benoemen; die de zaak nader onderzoekt en daarover rap port in den Raad uitbrengt. (Wethouder van Noort merkt op dat als er thans gestemd moet worden voor of te gen toeslag, 'hij buiten stemming zal blij ven. Hij is in 't algemeen niet voor toeslag, doch wil van den anderen kant niet wei geren de menschcn in hun grootsten nood- te helpen. Hij is het met den voorzitter eens dat deze hulp het best door de arm besturen zou kunnen worden verstrekt. Do voorzitter zegt, dat B. en W. ge zien de discussies in dew gemeenteraad' er zich wel mede kunnen vereenigen, dat de izaak door een commissie wordt onder zocht. Spr. zal daarom hetvoorstel-Geer- lings in stemming brengen c»m een com missie te benoemen; de vraag of toeslag zal wondon verleend, zal dan dn eenj vol gende vergadering, nadat do commissie haar oordeel heeft- uitgesproken, worden beslist. 1-Iet voorstel'-G eerl ings wordt hierna in FEUILLETON. JAN MISERIE. Nnar P. LOUIS COLOMA S. J. SJMe bruiloften? Moe dat?" -Au, duf is lieel zeker! Daar hebben we to'vooreerst Rosa, dan die van Pilonge, "ton... heks hield met haar werk op, en zag panne een oogenblik listig aan. Toen tyte ze mot haar druipoogen en besloot: pft- en dan u w bruiloft! „De mijne?" iriep Marianne verrast. En 'r' -"r vloog haar naar de wangen. '■.Zeker, de uwe! grijnsde de oude. „En aaeer zal het er Van door gaan!" j, P heen vrouw Salamanca, en praat d onz'n met. Dat zal wel met. Sint Jut- wwea, alg de kalveren op het ijs dan- vWel zoo, maar waarom dan? Waarop j!13e dan nog, meisje?" Mil? «r ook een vraag! Waarop ik »am t - lïa98Chien wel op het voor- op den bruidegom!" :f' lPraal maar niet, kind!" onderbrak f' met 0®n geheimzinnig lachje. Tus- neniel ep aarde blijft niets, verbor- 1 VAfk! 1 UUUU1UCil: VlUCg iMCLLl- mieekend en hare oogen strak op hel, gezicht van do oude richtend. Waarom zegt gij mij dat, Salamanca?" De oude, die wel den blik van een arend zou hebben uitgehouden, ging zonder blik- kon of blozen rustig met, haar wasch door, en antwoordde met een zacht, spotachtig grinniken: „Waarom ik u dit zeg, rnijn dochtcrtje? Och Heer, een bijzondere reden heb ik daar niet voor. Er steekt, ook niets in. De mensehen vertellen maar, dat je met Jan Miserie verkeering hebt en dat-.." „Zoo, juffrouw Salamanca?" "onderbrak het jonge meisje de oude heftig. „Dat, is schandelijk, dat is gemeen! Als de men- schen, die meer babbelen, dan ze verant woorden kunnen, hun tong verloren, dan zou het wezenlijk in de wereld heler gaan! Geloof mij, de lui, die zeggen dat ik aan 't verkeeren ben met Jan Miserie, liegen het, volop! Het eenige wat er van de heele zaak waar is, is alleen, dat Jan Miserie mij lief heeft en dat ik ook van hem houd. En dat is waarachtig !t,och geen doodzonde!" „Neen, zeker niet, liefje, zeker niet'. Maal ais uw vader nu zijn toestemming niet geeft, en dat vloet- hij zeker niet, wat dan? Wat. zult je dan doen?" „Ik zal wachten! Wie wezenlijk en op recht lief heeft, moet ook geduld weten te oefenen." „Neen, mijn kindje, dat is dwaasheid!" antwoordde do öude met een loens'•hen blik. Hopen en rekken, dat doen de gekken. En je moest ook waarlijk je verstand wel heb ben verloren, als je, wie weet hoe lang, op dien Jan Miserie wou wachten, die niets heeft or niet voel beter d'an een bedelaar." „Zóóals hij (is, airm en eerlijk, juist zóó houd ik van hem", hernam Marianne scherp. „Als hij rijk cn eerloos was, zou ik hem versmaden... „Maar wat gaat. het u aan, juffrouw Salamanca. Bekommer u er niet om, 'hoe het brood wordt gebakken, dat ge niet eten zult". „Zeker, meisje, bak jij je brood maar al leen!" riep de oude met spotlenden lach „Naar uw mondje te oordeelen, zal het wel best. uitvallen; maar of het uw maag ook goed bekomen zal, dat zullen wc eerst r og eens afwachten. De tijd zal nog ^vvel komen, dat het u bitter berouwen zal, dat ge, om wille van dien aap, de Imooie blanke rijks daalders van mijn neef Lopez, die dol veel van je houdt, van dé hand gewezen hebt." „Dat mankeert er nog maar aan!" riep Marianne (usschen toom en lachen. De goeie juffrouw denkt zeker, dat ze allen en een Seder met de blanke rijksdaalders van haar neef in. haar zak heeft! Neen, warde juffrouw Salamanca, dan hebt u het mis. Nóch Piel Lopez, nóch een andere Piet en al was het de koning zelf hij zou mij niet kunnen afbrengen van mijn woord, dat ik gegeven heb. Ziet, u, juf frouw Salamanca, zóó hoort het voor een fatsoenlijk meisje." Dc oude werd bleek van woede. Ze boen de haar wasch met dubbele kracht, en duwde haar met gedwongen kalmte toe: „zeker, met zooals het hoort, om midden in den nacht een afgesproken samenkomst te hebben! „Wie zegt dat?" schreeuwde Marianne bevend van opgewondenheid, en ze kwam een slap vooruit, alsof ze de oude wilde aanvliegen. „Een of andere Ieugensverkó'jper waar schijnlijk", antwoordde deze spottend, zon der zich iin haar werk te laten storen. En toen zij zag, dat het arme meisje, ontsteld en verbluft, zich omkeerde-, om zich €n haar woning terug (e trekken, riep ze haar in dezelfden spotlenden toon na: „steek je bloemetjes maar goed vast in je haar, diefjeAnders vallen ze weer op de straat, zooals vann-acht., en konden ze toevallig door een vrijer worden opge raapt." Met volle recht had de oude Salamanca van Maarten Corver, den vader van Ma rianne gezegd „jong gewend, oud gedaan." De luiheid, die reeds in zijn jeugd zijn meest kenmerkende eigenschap was, nam bij hem toe met de jaren, eoodat hij ten laatste, niet alleen op den Erwtenhof maar in het geheele stadskwartier, haast niet anders /öekend was, dan onder den naam van „luie Tinus". Maarten was metselaar vao beroem maar rttkwjds gingen er maan den voorbij, zonder dab hij een troffel in de hand mam, of een steen opraapte. „Zondag," zoo redeneerde hij, „is het, volgens Be geboden der Kerk, zonde te wer ken! 's Maandags moet men natuurlijk var» het Zondaghoudcn uitrusten; Dinsdag is een ongeluksdag, en 's Woensdag is da week op de helft; np Vrijdag is O.L. Heer gestorven' en Zaterdag is de voorbereidings dag voor den Zondag.Er blijft dus nog. maar één dag over, de Donclordag; en dan is be|j toch wezenlijk de moeite niet meer waard), om met het werk te beginnen. En daar de Heiligheid het begin van alle ondeugden is, zoo was hij gestadig dron ken; en de vlijt en ijver, waarmee Ma rianne halve nachten aan de wasohkuip of de naaitafel doorbracht, om het levensein» derhouel voor het kleine huishouden te ver dienen, vergold hij haar door een hondscAa behandeling. Bovenal was liij beslist tegejï haar huwelijk met Jnn Miserie, een eer^jk en eerzaam arbeider, Uic zijn- ongolukkigen bijnaam te danken bail aan jammerlijke omstandigheden, waarin v is onge-» groeid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1920 | | pagina 3