Tweede Blad.
BINNENLAND.
Uit de Omgeving
Zaterdag 23 Juni 1920.
Gsioofsverdediging.
DERDE GRONDSLAG.
Gad heeft een bepaalden Godsdienst
geopenbaard door Christus.
Na liet bestaan van God (eerste grond
slag) en de mogelijkheid van een geopcn-
baarden Godsdienst, (tweede grondslag) te
hebben aangtettoond, was het onze- taak vast
te stellen, dat er inderdaad -door God ons
ec-n bepaalde Godsdienst as voorgeschre
ven en wel door middel van Zijn Gezant
Jezus Christus. Maar om ons van deze taak
te kwijten, hebben we beslist de Evangeliën
noodig, omdat de Evangeliën van oudsher
de bronnen worden genoemd, die ons vol
ledig en volkomen omtrent de leer en de
daden van Jezus Christus kunnen inlichten.
Daar er echter zijn, die de geloofwaardig
heid der Evangeliën loochenen, moeeten we
wel allereerst een onderzoek instellen naar
de vertrouwbaarheid en geloof waardigheid
der Evangeliën. Dit onderzoek hebben we
in ons vorig artikel geëindigd. Met welk
resultaat? Met .dit resultaat, dat de ge
schiedkundige waarheid, m. a. w. de ver
trouwbaarheid der Evangelische verhalen
zoo duidelijk mogelijk aan den "dag getre
den is.
De Evangeliën vormen ©en echte, ten
vollo vertrouwenswaardige geschiedbron,
waaruit we derhalve ïn het vervolg zonder
vrees voor redelijke tegenspraak mogen
putten. Wat de Evangelisten verhalen is
waarheid-
Met de Evangeliën in de hand moeten
we derhalve thans gaan aantoonen, dat Je
zus Christus werkelijk een Godsgezant is
gewteest, die namens God ons een bepaal
den Godsdienst is komen openbaren. Nu is
dat volstrekt niet moeilijk! Men sla de
Evangeliën slechts open. Wie ze leest, zal
zo-der t/wijfel tot de erkenning moeten ge
raken, dat Christus zich uitgaf voor,- een
Godsgezant, zoo klaar en zoo duidelijk
staat het daar 'herhaaldelijk uitgedrukt.
Hierbij dienti men te weten, dat de woor
den „Messias", „Christus", „Profeet" een
zelfden zin en beteekenis hebben in den
samenhang als de uitdrukking Godsge
zant".
Wte zullen nu allereerst op ©enige uitla
tingen van Jezus Christus uwe aandacht
vestigen, om daarna eveneens met behulp
der Evangeliën te zien of Christus Zijne
bewering Godsgezant te zijn t>ok door bo
vennatuurlijke teektenen (wonderen) heeft
bevestigd. Te voren wil ik echter opmer
ken, dat wij voor dit doel zullen bezigen
het zoogenaamde „Bijbeltje", d.w.z. ue
Evangeliën door de Apologetische Yereeni-
ging „Petrus Canisi-us" uitgegeven, waar
van te wViisehen was dat liet in ieder
Roornsch hugezin werd aangetroffen en...
gelezen en herlezen.
Welnu dan: Christus gaf zicli uit voor een
Godsgezant.
Eenige texten: Toen de Joden den Chris
tus hadden hooren predikten en leeren,
stonden ze verwonderd en zeiden: ,,Hoe is
deze geletterd zonder geleerd te zijn." Al
dus verhaalt ons dte Evangelist Joannes.
Maar „Jezus antwoordde him en zeidte:
Mijne leer is niet de mijne, maar van 4ie
Mij gezonden heeft"„Wie uit zich zei-
ven spreekt, zoekt zijn eigene eer, doch
wie de eer zoekt van die hem zend, hij is
waarachtig en geen bedrog is in hem".
(Joannes 7 16 en 18).
Een anderen keer verweet 'Christus zijn
tegenstrevers; „Indien God uw Vader was,
züudi ge Mij btemimien, want van God ging
Ik uit en kom Ik; want ook uit Mij zeiven
hen ik niet gekomen, maar Hij heeft mij
gezonden." (Joannes 8 42). En wederom
bij ecu under© gelegenheid: „Wie Mij ver
acht en mijne woorden niet aanneemt,
heeft zijn oordeelaar; het woord dat ik
eprak, dat zal hem oordeelen op den jong-
sten dag. Want ik sprak niefl uit Mij zelveh,
maar ée Vader dia Mij zand, heelt mij op
dracht gegeven, wat ik zeggen en wat ik
spreken zou". (Joannes 12 48 en 49).
Wanneer bij de put van Jacob de Sama-
ritaansche vrouwt zegt: „ik weet, dat do
Messias komt (die Christus genoemd wordt)
Wanneer die komt zal Hij ons alles ver
kondigen"antwoord Christus haar:
Dat ben Ik d:ie met u spreekt." (Jocs 4 25).
Toen de Joden Hem eens zeiden het was
bij gelegenheid van het tempelwijdings-
feest „Hoelang nog houdt Ge ons in
spanning? Als Gij" de Christus rijt, zog het
ons ronduit.1'antwoordde Jezus hun:
..Ik heb het u gezegd en ge gelooft het
fact beschouwde (Ma(theus 21 46).
Deze twee laatste texten herinneren ons
aan de levende verwachting van het Jood-
sclie vólk, een verwachting die vooral om
streeks Christus" tijd zeer sterk was, dat er
een Leeraar, een Profeet, door God "ou
den, komen moest. Welnu, voor dien
Leeraar, voor dien Profeet gaf Chris-ius
zich herhaaldelijk uit en ten gevolge daar
van kon dan ook de Evangelist MatYheus
getuigen, dat het volk Hem als een Pre
laat beshouwde (Mattheus 21 5.6)
Tot aan het eind zijns leveme heeft Chris
tus zi jn Godsgezant schap volgehouden,
want zelfs voor Piiatus tijdens bet ver
hoor sprak Hij het nog zoo duidelijk uit:
,.Ik hen daartoe geboren en daartoe in de
wereld gekomen, orn te getuigen, tvoor de
'Waarheid. Al wie uit de waarheid rs, luis
tert naar mijne stem" ^Joannes 18 37).
Wij hebben deze t xï. n aa> gehaalt, om
dat daarin als met evenzoo voel woorden
staat uitgtedrukt, dat Christus zich een
„gezondene", een „gezant" noemde. Maar
nogmaals: uit Deei liet opticien, uit al
zijn woorden en daden bpzetkf dit feit zoo
krachtig, dat men de Evangeliën" lezend,
dien indruk niet' ontgaan kan. Telkens en
telktens weer as er sproke van zijn Vader
n.l. God, die Hem gezonden heeft. (Joan
nes 5 30). Voliediglieidshalv hebben we
dan ook bovensiaande aanhalingen ge
daan.
Doch nu komt een andere quaeslie ter
sprake. Wé hebben in vroegere artikelen
betoogd, dat een gezant zich 'legitimeeren
moet, d. w. z. hij moet liet bewijs leve
ren, waaruit zijn wet tigte zending klaar en
duidelijk blijkt. Want daar een ieder zich
voor gezant, ook voor Godsgezant kan uit
geven, is niemand verplicht zich louter en
alleen op het woord van een dusdanig per
soon te verlaten. Dat is vooral het geval
als iemand zicli aandient alis Godsgezant.
Welnu aldus hebben we vroegter gezegd
en hei spreekt voor zich liet eenlg ver
trouwbare teeken.of bewijs, waardoor een
Godsgezant zicli kan legitimeeren, is een
woud-Et. De mogelijkheid en kenbaarheid
van bet wonder hebben wte vroeger bespro
ken en bewezen, we behoeven derhalve
daarop niet meer ibrug te komen. Op het
oogenblik hebben we niets anders te doen
dan na te gaan of er ten gunste van Jezus
Christus, bepaaldelijk als Godsgezant, won
deren zijn geschied.
En ziehier alweer een quaesüe, waarvan
de oplossing door een ieder onmiddellijk
in cle Evangeliën kan worden gevonden.
De Evangelische verhalen wemelen van
■wonderen, allen door. Jezus Christus ge
wrocht om zijn verheven goddelijke zen
ding en de waarheid zijner leer te bevesti
gen. Daarom wees de Christus zelf de on-
geloovige Joden <op zijn wonderen: „Da
werken, die ik doa in den naam mijns Va
ders, dia getuigen van Tdlj." (Joannes 10
25) en verder in datzelfde 10de hoofdstuk:
„Indien Ik nfiet de werken mijns Vaders
doe, gelooft Mij n-ict; doe Ik ze echter,
dan at gelooft ge ook Mij niet gelooft,
de werken." Eertijds had Joannes de Doo-
per voor Christus ten aanhoore van het
volk getuigd, maar zegt Christus: ..Ik ech
ter heb het getuigenis, dat grooter is dan
Joannes: want de werken, die de Vader
Mij te volbrengen gaf, de werken zelve, die
Ik verricht, getuigen van Mij, dat de Va
der Mij gezonden heeft" (Joannes 5': 36).
Op één wonder wil ik uwe aandacht ves
tigen, omdat Christus zelf tijdens het wer
ken van dat wonder dengenen, die er bij
'tegenwoordig waren te verstaan gaf. dat
het geschiedde, „opdat zij gelccrvea, dat
Gij Mij gezonden hebt" (Joannes 11 42).
Het is de opwekking van Lazarus uit den.
dood en men kan bet vinden in het aan
gegeven elfde hoofdstuk van Joannes. Het
was kort daarna, dat juist om dit opzien
barende wonder het Joodsche volk den
Christus juichend en jubelend binnen
haalde binnen Jerusalem's muren. En
wat was de zegekreet „Hosanna, r azecend
DIE KOMT IN DEN NAAM DES KEEREN"
(Joannes 12 13).
'Waarlijk, Jezus Christus -gaf Zich uit
voor Godsgezant en Hij bevestigde dit door
wonderen. Met Nieodemus moe'ten wij al
len op het eind van dit artikel de belijde-
his afleggen: „Rabbi (Meester), we weten,
dat Ge van Godswege gekomen rijt als
leeraar: want niemand kan deze wonder-
teekenen doen, die Gij doet, indien God
niet met Hem is.. (Joês 3 2).
W. P. J. JANUS.
Warmond. Kapelaan.
SEKSTE LUSTRUMVIERING R. K. DIO
CESANE LAND- EN TÜINSOUWBOND.
Donderdag heeft de L. T. B. te Haarlem
zijn vijfjarig bestaan gevierd met een
(ft vergadering, waarbij tegenwoordig
was Z. D. H. Mgr.. A. J. Gallier, Bisschop
van Haarlem.
Des morgens werd in de Si Josophskerk
ann de St. Janstraat om 10 uur een plech
tige H. Mis opgedragen door don bond's-
clirwteur, rector Bosboom u'it Haarlem,
daarbij geassisteerd door de weleerw. hee-
ren kapelaans Boks ©n Luhn.
Eenige honderden L. T. B.'ers woonden
het H. Misoffer bij. Een schitterend begin
van de feestviering aldus.
Om half één had de feestvergadering
plaats in de .groot© zaa-1 van het gebouw
,.St. Bavo".
Om kwart voor één arriveerde Mgr. in
de vergaderzaal, vergezeld van de beide
secretaris*'ii, terwijl ter vergadering reeds
aanwezig was Mgr. G. H. T. Stoffels, de
ken van Haarlem.
Nadat door het trio n>ej. Bonarius, pia-
r h e, Jo de Klerk, fluitist en zanger, en
Jau Berg, cellist, een keurig'muzieknum
mer ten geLoore was gebracht, verwel
komd© do lieer N. Dekker, de bondsvoor
zitter, de vergaderden en gaf uiting aan den
trots én blijdschap van den L. T. B. om het
feit dat Mgr. deze vergadering met z-ijn
tegenwoordigheid vereerde. Hij legde aan
de voeten van Mgr. de getuigenis neder
van den eerhied van den L. T. B. jegens Z.
D. H. Ook heette spr. Mgr. Stoffels welkom.
Hij vroeg ten slotte het geld en den steun
van alie L. T. B.'ers om den bond groot
te maken, o. m. moeten er zoo spoedig
mogelijk eigen scholen worden opgericht.
Aan den a)gem. secretaris, den heer En
gels, bnacht spr. bijzonderen dank voor de
vele zorgen in bet belang van den L. T. B.
Na deze inleiding en nog een muziek
nummer w as de heer Engels aan het woord
die liet ontstaan van den Bond en zijn
groei memoreerde. Vooral wees hij o,p de
gehoorzaamheid waarmede in den begin
ne aan den oproep van Mgr.'was gehoor
gegeven, zoodat de bond nu reeds is uit
gegroeid tot 100 afdeelingcn met ruim
8000 leden, terwijl de vele instellingen van
den L. T. B., getuigenis afleggend van bet
vruchtbaar streven van den Bond, in aan
tal en sterkte toenemen. Geld, kennis en
steun zijn noodig van de leden en dan kan
de Bond de beste en grootste organisatie
in den lande worden. De heer Engels ge
waagde van den weldadigen invloed van
den L. T. B. op godsdienstig, moreel en
economisch terrein. Hoe de Bond de re-
traiten bevorderde, invloed uitoefende op
de regeering, en zijn invloed ook buiten
het bisdom deed gelden doordat van hier
uit z:>o'n mooi voorbeeld werd gegeven van
organisatie op zuiver R. K. grondslag. Hij
wees ook op de economische beteekenis,
door Ie herinneren aan de coöperaties van
<l<*n Bfmd. Hij'meent-dal de printtpleele
organisatie voor liet platteland een middel
van grooten bloei is. Algemeen cultureel e
beteekenis meende hij aan den L. T. B. te
moeten toekennen door te wijzen op de
gebeurtenissen van November 1918, die
misschien ««Klers zouden geloopen zijn als
naast onze arbeiders ook de boeren niet
R. K. veroenigd waren geweest en imet
ben de middenstand. Soe.-dem. hadden
spr. gezegd, dat zij bang zijn van de goed
georganiseerde boeren. Dat Leeft Mgr. ge
daan, zeide hij, die de boeren in een R. K.
organisatie verecnigde. Die organisatie is
nog noodig om het socialisme te weren en
de revolutie. Hij meende dat de R. K. L.
T. B. in de toekomst meer nog dan reeds
bet geval is geweest, zal blijken te zijn van
groote cultureele beteekenis.
De lieer Klaver, onder-voorzitter van den
Bond, bood den voorzitter een gedenkboek
aan, daarin de L. T. B. is geschetst in haar
opkomst, bloei en huidige instelling. Het
boek is met foto's verlucht.
Als feestredenaar trad op ror. dr. Jan
/van Best., die zeide nog vol te zijn van de
Woensdag in Amsterdam gehouden wa
penschouwing en vervuld van dankbaar
heid jegens God en jegens de geestelijke
overheid voor haar doorzicht om onze R.
K. menscben R. K. te vereenigen. Dat is
bet behoud van onze Maalsr' npjj. In Ne
derland wiizen wij nu op den Christus, die
alles moet herstellen om onze zieke maat
schappij beter te maken, terwijl men in
andere Tanden doolt en rooft en moordt.
Volgens-spr. .heeft de L. T. B. een voor
beeld gegeven van eendrachtige samen
werking, dóe, onder Gods zegen gedijen
onnet, zooals dal geschied is. Zulke orga
nisatie:; zijn in b"t alg.w.maatschap
pelijk en ecnnonrüs' h belang en tegen liet
beuken ri°t* revolutionaire golven s'nat
nep de keizer hem toe. Uw gfclaat zegt het
uiij.
ïnden'nad, o Cea'-nr, an1 woordrle
'Burrhus, Einrivi is s dood; rij stierf on
der (1© foltci'uig.
En loeft zij bekend?
Niets: ia mi o - akt oogenblik
sloeg zij zich zelve bei touw om den ha(s
en wurgde z'cf».
Nero staarde met den voet.
De beul moet sie. v - i die zoo slecht
zijn werk vewfaal. N.uss ze hij, niets
van Agrip'pina? vroe lij we 'oud.
G: ij woord; wel r n; het Ro-
nieinsche volk, dat 't de ox.ijke moeder
liefheeft om. i. rijke gaven, zicli onte-
vi« dén ov.-r 'hei half1 gedwongen vertrek
ian Agi'ippina uit Rome; Ie; mort) en
Spreek op, ik wil welen wat het volk
van Rome waagt te denken.
Verbeven me stier, het vreest dat gij
%uwe moeder hot -ei ie lot bereidt, dat uw
wijdheid eens voor Gctavia, uw gemalin
goed dacht.
-T- Zoo? Het Volk vreest? Het volk denkt?
De adeien op 's keizers voorhoofd z\vol-
3 en.
O Lócnsta» het uur is daad: zij of ik.
Het zij zoo. Jacta est alea, ztei eenmaal
de groote Caesar. Luister, mijn vertrouw
den, die 'k met rijkdom en waardigheden
overlaadde:-een c - groot o <'nad is noo-
cig. Gij zult Nero's va;.' enuen troon b<v
•onze Uoomsche solidariteit, met liel ce
ment der R. K. organisatie. Uitvoerig
wees de heer van Best er op dat de zieke
wereld genezing noodig heelt en dat deze
alleen kan komen door den godsdienst,
omdat de wereld niet ziek is door een of
ander economisch stelsel, maar omdat de
godsdienst verdwenen is.
De heer Van Best vond een warm ap
plaus en na een muziektrio kwam Z. D. H.
aan het woord.
Mgr. zeide met groot genoegen de feest-
ergader.ing te hebben willen bijwonen en
wanneer iemand meent dat ddt was om
de leden voldoening te geven, dan is dat
niet geheel onwaar, maar toch is dat niet
de voornaamste reden. De voornaamste
reden dial Mgr. deze vergadering wilde
bijw onen was om zich van zijn plicht van
dankbaarheid te kwijten. Dank te brengen
aan de K. S. A., 'die op Mgr. eerste aan
vrage het werk aanvatten om de R. K.
land- en tuinbouwers te organise eren,
maai- op uitsluitend R. K. grondslag. Mgr.
bracht dank aan die mannen, die Hem, nu
5 jaar geleden, na de eerste vergadering
konden telegrafeeren, dat de eerste verga
dering een succes was geworden en de R.
K. Landskin. Tuinbouwbond laat. ons ge
rust zeggen de eerste geheel R. K. L. T. B.
was opgericht. Dank bracht Mgr. aan
hen, die tot het welslagen van die eerste
vergadering hadden bijgedragen. In het
bijzonder aan den heer Engels, die zich
zoozeer ingespannen heeft om aan Mgr.'s
verlangen te voldoen. Dank bracht Mgr.
ook aan de 300 ileden, die toetraden als
lid van den Bond. „Ik ben hoogst dank
baar. aldus Mgr., maar niet voldaan." Wel
■over de aanwezigen is Mgr. voldaan, maar
niet over de afwefigen, want als Mgr. zoo
hier en daar -op zijn vormreizen in het
Bisdom eens vraagt hoe h.et staat met den
LT. B., dan hoort Mgr. zoo dik wij'-s
zeggen: „Mijne boeren willen er niet aan"
en op de vraag: waarom niet? volgt het
antwoord: Zij" zien er het nut niet Aan in,
zoolang zij niet precies in munt kunnen
uittellen welk voordeel zij er aan hebben.
Dat verwondert Mgr. ten zeerste, vooral
van boeren, die toch bij 't afsluiten van
pachten ook liefst voor zoo lang mogelijk
een pacht afsluiten, omdat zij wel weteü
dat de vruchten van den arbeid niet in
het eerste jaar. maar in de latere jaren
pas vallen. En nu het er op aankomt zich
R. K. te orgauiseeren, njj willen zij direct
voordeelen zien. Die redeneering vindt
Mgr. zeer dwaas. Mgr. vervolgde: de voor- j
zitter heeft gezegd dat deze vergadering
een feestvergadering is. En dat daar reden
voor is. Dat is ook zoo. Maar tevens hoopt
mgr. dat deze vergadering een propagan
da vergadering is; opdat wanneer het Mgr.
moge gegeven zijn bij 't tweede lustrum
wederom tegenwoordig te zijn, hij voldaan
moge zijn, niet alleen over de aanwezigen
maar ook over de afwezigen. Ik wensch,
aldus Mgr., dat alle R. K. land- en tuin
bouwers van Noord tol Zuid van zijn Bis
dom, van Texel tot Walcheren, iid zijn
van den L. T. B.
•Gok van .het aantal gaat kracht, uit. Dat
de L. T. li. groeie in aantal en dat alle
It. K. landbouwers en tuinders zich daarin
vereenigen, is niet alleen de wensch van
Mgr., maar ook van Z. II. den I'aus. Mgr.
deed dezer dagen verslag aan Z. H. over
den toestand van het bisdom en daarbij
ook over den L. T. B. Z. H. heeft 1oen
aanleiding gevonden, een groote lilijk van
erkentelijkheid en propaganda ie geven
door den voorzitter van den L. T. B. te be
noemen tot ridder in de orde van den II.
Gregorius den Grooten.. een groote onder
scheiding. Mgr. wenschte den heer Dek
ker met die onderscheiding, die hij zich
ook op andere wijze waardig maakte,
maar die hem verleend was als voorzitter
van den L. T. B., geluk en niet alleen hem,
maar den geheelen Bond. Ten slotte wekte
m— -.iip n/iwezïwen op trompetten te zijn
voor de afwezigen en het door heel het
bisdom te vertellen, dat het de wensch is
van Mgr. en ook van Z. H. den Paus, dat
alle R. K. hoeren en tuinders in den L. T.
B. vereenigd zijn.
Nadat, het applaus, dat op deze toespraak
volgde, was weggestorven, dankte de heer
N. Dekker voor de eervolle onderscheiding
en de bezielende woorden van Mgr. en be
slont met. een beroep op de aanwezigen.
•Dan werd gezongen: „Aan U, o Koning
der Eeuwen" en verliet Mgr. de vergade
ring. dóe daarop werd gesloten.
HET BOYCOT-FIASCO.
Ooq het Algemeen Neder landsch Vakver
bond, kennis benomen hebbende van het ui'sp e-
ken van den boy co: tegen Hongarije door bet
Internationaal Verbond van Vakverenigingen,
heeft besloten dat de 'bij bera aangesloten or
ganisaties geeii niedeucrking zullen verleenen
aan dezen boycol. In een communiqué verklaart
het. vooral hierom zich piet te crevni-
vdstigen, want zoolang ^al hij wankelen tot
do liand verwijderd is, die nieti ophoudt
hom te schudden. Zie dit schip: het is bet
vaartluig, dat Agrippina met haar keizer
lijken zoon zal verzoenen. Gij, Tigclinus,
nteemt de leiding; gij Bunhus, de zorg dat
bet plan gelukt, al zouden zelfs de zeego
den weigeren, zulk een rijk offer te aan-
V" i lui. Ik zal rustig toezien. Gij ver
staat mij.
De beide ellendelingen bogten.
Wij verstaan u, o Caesar, en gehoor
zamen.
Yen oogenblik later ruischte het zijden
vo iliaugsel open en vo; scheen ile siauike ge
sta-te van Sporus op den drempel der zaal.
De zoon vaiF GrY !.-.iik:ijd bad niets van
zijn schoonheid verlui- n, doch deze geleek
nu: -i' op de schoonheid van een maimer-
bc- !ci: alle leven scheen uit. zijn blecke
tie ken gteweken, geen vroolijkc lacli krul
de nu er zijn Üpp li. 11 ij epn vreem
den blik op Nero, die in zijn gesprek niet
Burrhus niet bad opgemerkt, eon bedwon
gen haat en <och ietvan meicüjden licht
te n zijn donktere oogen, toen hij den kei
zer naderde.
Nero v. c-n'Me zich om en een zachte trek
gleed over zijn gelaat.
Gaat, zeide hij, zijn gunst ngen met
een handbeweging beduidend te vertrek
ken. Gij ktent mijn wil. Wanneer gij komt,
richtte hij zich tot Sporus, is bet mij alsof
gen mc: dozen boycot, om-da: in «j
;x.rofien worden, die gedu-ende cr; n.
'og de grootste ontberingen hebben g
cok nu weer het zwaars: zn'Ln Woruv
troffen. Het Algemeen Nc.IcrkirJseh. V r-
bond acht dan pok de thans aar gevangen igi-
tatie in hooge mate' ongewenseht, sp ci.ial
voor de economische cn sociale verhoud i ;cn
der Hongaarsche stand-cnooien.
Men ds 't overigens achicr de schermen roe*
rend eens zegt De T ij dat de licele
boycot-opzet een verkeerde zet is geweest. Ook
zijn reeds protesten ingekomen uit (Jtongarije,
niet alleen van de arbeiders doch ook van de
Joden, en zelfs Amslerflaimsehe Jodgp hebben
zich tot den heer Fimmen gewend met protes
ten en de verzekering, dat hij herig is, door
een domme onhandigheid, de goede positie
•hunner -icloofsgenooten daargids te bederven.
inmiddels soheldt „Hei Voik", weef op den
heer Huszaf cn. laat de heer Firramen verkorii-
gen. dat hij door de Horraarsche regecring is
„aangezocht" voor «onderra-:delingen1". Het
feit is. w»j herhalen liet, niet juiht. De Hon-
gaarsche 'Kcgeeriog doe: voor den heer Fim
men geen knieval en is 't ook Jiieï van zins
te doen Wat de lieer Rimmcn te Wcewn mag
gaaw doen is kennis nemen van de bewijzen der
on-waarbeid. welke hij in het bekende manifest
heeft rondgebazuind!
Het fiasco is niet larjer te verbbemen!
Actie tap verbod te A/nersfoort
In verband met het dozer da; n door
den gemeenteraad van Annnsfoorl geno
men besluit inzake „Tapverbod" heelt
zich aldaar 'een oomité van. Actie gevormd,
dat zich ten doel stelt IV trachten met allo
geoorloofde middelen t' tapverbod practisch
onmogelijk te maken.
Tengevolge daarvan waren Vrijdag-
morgen, bij wijze v an ven fusing, met
het oog op den marktdag, alle tapperijen,
café's, restaurants en hotels gesloten. De
ramen dezer inrichtingen zijn van groote,
gele aanplakbiljetten voorzien met den
volgenden inhoud:
Protest tegen het tapverbod.
De boeren, die met paard en wagen of
per fiets gistermorgen ter markt kwamen,
waren daardoor grootendeels genoodzaakt
on ver ricii terzake terug te kteeren, daar'
voor hen geen gelegenheid bestond bun
paarden, wagens en fietsen te stallen.
Heb plan zou bestaan dezen maatregel
van sluiting op den marktdag voorloopig
een viertal Vrijdagen te handhaven.
Inmiddels liteeft mén zich gericht tot liet
College van Gedeputeerde Statten, om het
besluit van den Raad te dezer zake to ver
nietigen en heeft men de Kroon cr np ge-
wezen, dat bet besluit in strijd zou zijn
met 'e Rijkswet.
4g*wrn^Bwai—MlPMtWff TTT M-WTI MUIjl'WM lj_ X32EUWI
KATWIJK.
Gemeenteraad.
(Vervolg.)
Komt in 'behandeling het rapport der com
missie herziening loonen getnpeoéepersoneéL
De meerderheid der commissie is voor verhoo*
gin?- B. en W- wenschen ook deze verhoo
rdngen toe te staan, doch zouden den Coniro-
leur der Belasting, den heer de Jon;, niet 'All
ien uitsluiten cn hem een verhooging willen
geven van f 200.Verder nog de momenrs en
boekhouders der gemeen,'ebedrijven een grootc-
re verhooging.
B- en. W. hebben een stok on'\aog*ui
van het bestuur der Christelijke Politielx)*id.
De heer P. v. Duivenbodc zegt, i(at in de
oom-missie gezegd is dat een opzich'.er. oi
chetmouteur niet hoven een inspecteur van ro-
lilie staat. De voorzitter en wethouder L. Kruit
geven tiierop de ge wenschte inlichtingen.
De heer de Ruyter Zylker zegt dat wc nood
gedwongen de richting uitgaan die w© f-aaa,
en dat niet altijd de verantwoorddijkhèid aaü-
vaard kan worden voor hetgeen besloten wordt
Spr. wil niet de schuld werpen op de werk
lieden, doch de aigemeene toestand cischt
zulks. Doch spr- zou in het openbaar er loc'fo
wel eens op willen wijzen dat de noodigc
plichtsbetrachting nie*. uit het oog verloren
mag worden.
Vervolgens word! behandeld het reglement
■behandelend het salaris van he: politie perso
neel Verschillende verhoogin «n worden aan
Jicl politiepersoneel toegekend."
•De' verordening voor de gcmcentcwcrklicdcrt
moet ook voor de nltrildlltouiilRtgewij
zigd worden. De voorwerkers krijgen b.v. per
week f 4 meer; langere rangen krijgen f 3 per
week verhoogïng. De voerlieden krijgen boven
dien f 2 per week meer. Hierna wordt geregeld
het salaris van het pcrsorecl van-gasiabiek cii
duinwaterbedrijf. Na lange discussie over ':et
salaris van den heer v- Donk, stelt dc heer lt{.
Ouwehaud voor het salaris \an dezee l.ccr te
brengen op f 2200. alzoo ©en verboot in? van
de zon opgaat, voor wier stralen tic duis
ternis vlucht.
Burrhus en Tigelinus verwijderden z;ch
buigend; Nero en SpoiuB bleven alleen.
Ik wenschte zoo ganrne, ging de kei
zer vooit, de zon die ik in u begroet,
te zien spiegelen op uw geiaat. Gij rijt uiat
gdukkig, Sporus. Alles noemt je 1^4 uw»,
wat het buit van een jongeling kan ver
blijden. Gij bezit de gunst van Nero. dj#
duizenden en duizenden u benYoen, en
toch zijt ge niet gelukkig.
Kan ik het zijn, Caeaart vror^g Spo
rus. Dall ik bij al de pracht die mij omgeefL
niet gelukkig ben, is bet tetnige wat mij
nog aan het leven hecliU de pch&amta
moest mij anders dooden. En een ding ia
er nog wat mij met heti lot verzoent, dat
het mij somwijlen doch, ach, zoo zei,*
den vergund is, een offer te ontrukken
aan Nero's hand, dat zonder mij de ande
ren zou zijn gevolgd om hem te wachten
aan den troon van Nomises. Gelukkig, ikt
O, Nero, dood mij. Gij zijt) toch maestafl
over het leven, dat gij mij spaart, laat mi)
dooden. Caesar, en ik ben gelukkig.
(Wordt vervolgdk
rdOlLLb'lCfv.
Een Keizersdroom.
29)
Epicharis, ook zij onder die dwazen, dal
geeft mij te gen ken. Locusta wflarechuwde
hietl rite vergeefs, blies niet vergeefs de vlam
aan die mijn ziel verschroeit. Ik moet baai
onschadelijk maken, ik moet. Zij of ik
Hij ging onrustig de zaal op en neer.
eindelijk bleef hij wederom voor de taicl
staan.
Daar is oen kever ingesloten in bet
helle, doorzichtige barnstieten, zette hij zijn
alleenspraak voort, een donker punt in zoo
veel licht: dat is de wolk die mijn zon ver
duistert; die ik verdrijven moet., verdrijven
tot iederen prijs.
Het purperen voorhangsel werd terzijde
iV'Scbovefil en Tingelinus verscheen voor
zijn -keizerlijken mteester.
Gij komt van Agrippina, mijn moeder,
zei Vf"v. '-rinsed. Gfj waart op haar villa
aan het Thyrencr meer. Nu, hoe neemt zij
1de gevangenneming en foltering van haar
viiu-c/.eie.:. up: is zij bevreesd, dat die.
vrouw onthullingen zal doen en smeekte zij
om genade voor haar vriendin? Niet waar,
zij waarschuwde dat het volk morde over
mijn strengheid en dat Biitunnkus anders
zou geharidteld hebben.
N et§ yan dnd .i les, d beer, antwoord
de TigJmns. Ik vond Agrq.pina kalm en
waardig als altijd. Zij was zich volkomen
bewust, dat Epicharis oen strenge straf
wachtte. Siert it »Vsi woord sprak zij, dat
mij opviel;*dat was: Laat Nero niet te ver
gaan; ik ken dp zielskracht van Epic' u s;
geen pijnbank -dwingt onthullingen uit
haar mond.
k eent zij? zei Nero honend, goed, wij
zulten .ien.
De voorlezeres ondergaat juist den
sflerksien graad en zal wel bekennen, we
er «néér in het complot betrokken zijn. l)e
gedachte zich tegten Nero ie vt-ii-eifen. is
7.0*0 groot dall liij onmogelijk alleen ui de
slavenkoppen van lJiso en Scaevius women
•kan.
En wat zegt rnijn keizerlijke gebio-der
van rlen opstand van GaJba, d e door den
Galliër Vindex wordt onderstem!; zooals
het volk zegt? 1 i'kt ir t u een kinderspel?
Een wolk be< ekte Nero's voorhóold.
Hier spreekt niemand ow#r, op strafte
des doofs. Gaiba's dag^n zijn geleld. Weet
Tigelinus, als een aardworm zal hij zich
wringen en kruipen, hij, die het waagt., de
han i 11 iti te strekken naar Nero's diadeem,
en ik
W ederom werd hij onderbroken, nu door
Burrhus, den overste zijner trawanten, die
met ontsteld gelaat de zaal binnmtari.
Gi.j brengt. Nero een slechte tijding!