.Is kfeilt Emu" Tweede Blad. Zaterdag 24 April 1920 Geloofsverdediging. TWEEDE GRONDSLAG: GOD KAN EEN BEPAALDEN GODSDIENST OPENBAREN. De vorige tweelc hebben wij dan kennis gbmaakt met. het Rationalisme, en zooals wè gezien hebben, komt deze ongeloovige theorie 'hierop neer, dat zij de m o g e lij k- h e id eener goddelijke openbaring en dus de m o g e 1 ij k h e i d van "een geopen- baarden Godsdienst ontkent. .Welnu, tegen deze theorie, die den grond slag van alle bovennatuurlijken godsdienst! vernietigt, gaan wij thans opkomen. Wij zullen bewijzen, dat cene openbaring van Oodswtege vv 1 m o g e 1 ij k ia en God derhalve een bepaalden godsdienst kan openbaren. Men begrijpe het dus goed; hei pa at thans nog niet over het feitelijk geschied zijn der openbaring, doch alleen nog maar over de mogelijkheid. Alvorens echter met de bewijsvoering, die hoofdzakelijk zal neerkomen op een weerlegging van de rationalistische argu- mbnicn, aan te vangen, wil ik er toch nog even '.op wijzen, hoever het toch komen kan met 's mcnschen geeist, wanneer de af keer van of is het misschien de langst eh de vrees?, het bovennatuurlijke hem te /pakken heeft. Dan worden de meest eenvoudige, de meest direct-tastbare waar heden ontkent. En op welke gronden? Op zylke gronden, dat ge er kennis van ne mend, bijna niet aan de goedte trouw der mefisclien gelooven kunt. Of lis het niet be spottelijk dat men, nadat het bestaan van God bewezen is, nog moet gaan bewijzen, dat die God teene openbaring geven kan. Enfin, we zullen onze ergernis maar overwinnen en een begin met de zaak ma ken. Welnu, indien een goddelijke openba ring onmogelijk is, zooals liet Rationalis me beweert, dan' ligt d,i:t óf aan God óf aan den redelijken mensch. Dat is duideLijk, niet waar? Daarom vraag ik: Kan het aan God liggten? Weineen, dat is al te dwaas en doodgewoon onzi.n! Verbeeldt U, we leerden God kennen als den Maker en Schepper van het heelal. Wij bewonderen zijn Macht en Wijsheid, die ons uit de Schepping tegenstralen. Wij gingen verder en we teerden God nader kennen als de ongeschapen, .uit zich be staande, toaal onafhankelijke, onbeperkte Oorzaak van al hetgeen ons omringt en zoodoende kwam 'God voor onzen geest to staan als de Oneindig Volmaakte, onein dig in al zijn godd'elijke eigenschappen, derhalve als de Almachtige, de Alomtegen woordige, de Alwetende, enz. Zeg ik dan to' veel, wanneer wij, gezien Gods. önbe- perkte Macht en Wijsheid, het een dwaas heid en teen onzinnigheid noemen, de mo- gV'iijkheid eener openbaring in God te zoe ken? Men beperkt immers zoodoende den Almachtige in zijn macht, den Alwetende in zijn wijsheid. Terecht zegt dan ook W. Devivier in zijn „Apologie des Christeöoms": ,,Een enkele opmerking van het gezond verstandis Téeds voldoende om geheel dïe bewering eener ongteloovige wetenschap omver te terpen. De mensch, een eindigen onder zoovele opzichten beperkt verstand, heeft van God het vermogen ontvangen om zijn gedachten aan zijn medem'ensch bekend te maken en God zelf zou dn de onmogelijk heid zijn ieta aan den mensch mede He dee- len? De geleerde kan aan den onwetendp tie geheimen ontsluieren, die zijn geest heeft, doorschouwd en God zou het aan middelen ontbreken om ons de waarheden te 'openbaren, die ons van het 'hoogste be lang zijn'" Men ziet en begrijpt aan het onvermogen Gods ligt het sliet, want dat onvermogen bestaat niet. Het is klinkklare willekeur zoo iets'ie beweren. Van Gods kant der halve tis een geopenbaarde Godsdienst'zeer wel mogelijk. Maar ligt het dan misschien aan den meusch? Kan het zijn, dat de mensch uit zijn aard, dus van nature, ben beletsel vormt, om een openbaring te ontvangen, dat feitelijk van zijn kant beschouwd, c,-'n openbaring onmogelijk is? Ik antwoord: Jieeii, geen questie van! Want door zijn re- delijk',» natuur is de mensch in staat ook van buiten af 'kennis op te doe n. Het is thinners een feit, dat wij Charles Maurice de Taüeyrand-Périgord Hoe slim hij overigens ook zijn mocht, hacl had ditmaal niet ingezien, dat op den duur geen twee mannen met een bcvelkt po litiek verleden zouden kunnen samenwer ken. Toen hij zich later van zijn las'tigen ambtgenoot wilde ontdoen, was het te laat: in do oogen dcis volks behóórden ze bijeen Cn waren re teven schuldig. Men kon en wilde het verschil in afkomst en mentali teit -lusscherr öteze twee persoontjes niet er- bennen; hun revolutionair verleden, zoo wel als beider evoluties maakten ben tot ^n vdonverp van haat bij verschillend© partijen. Toen de uitslag der verkiezingen van 22 Augustus 1915 bekend word, bleek 'kt dan ook, dat het ministerie moest nft.re-" Het zou ook allerzonderlingst geweest Ïl-In, indien een gewezen koningsmoorde naar en een gehuwd bisschop zich aan de waincr hadden voorgesteld als verantwoor- ®ijke ministers. Talleyrand mo eist. dus gallen, doch hij deed dit zonder zijn uiler- '|be waardigheid to verliezen. Onder voor- ondsel, dat hij, de man, die te Weenen onderhandelingen had gevoerd, de ver kerende voorwaarden, door dg gallieer- di'J1 'opgelegd, niet wilde onderteekenen, l ^cn koning zijn ontslag in. koning willigde aanstonds dit verzoek "ïzelfe to. ^ereede.lijk naar den zin van zelfs meer van" anderen fvan Luiten af) leeren, dan.door eigen oorspronkelijk in zicht (van binnen uit). Indien dit zoo is #cn wie zal het.ontkennen, wat een willekeur is het dan nitet te beweren, dat een mensch niet tot meerdere kennis onderricht kan worden door eene openbaring. Wat een willekeur, ja, te beweren dat wel'het eene redtelijk' wezen geleerd kan worden door een ander redelijk wezen, maar niet doorGod! Ik hoop, dat de lezer zal inzien en begrij pen, dat :de rationalistische bewering om trent de on.mogelijkheiid der openbaring, niet berust op het gezond verstand en lo gische redeneering doch (niets meer is dan ben vooropgezette meening. O die zooge naamde wetenschap! Wat hébben wij, ge- loovige mcnschen, al moeten hooren over onze vooroordeelen, over onze vooropgezet te meeningen! Altemaal dlingen, die ons beletten werkelijk wetenschap te (beoefe nen! Neen, daar waren zij, de ongeloovi- gen' vrij van. Zij houden er geen vooroor deelen of vooropgezette meeningen op na! Aldus, waarde tezór, is er en wordt er tot op den huidigen dag nog voortdurend door de ongeloovige wétenschap geschermd. Maar inderdaad staan de zakten juist an dersom. N/iet ons, maar de rationalisten houdt een ellendig vooroordeel gevangen. Do Christelijke openbaring rn5g niét waar zijn en kan wiet waar zijn, dat is d e op zet! En dus moet er iets op gevonden wor den en ziet, men heeft de theorie uitge dacht, dat een openbaring onmogelijke is. Zoodoende hoopte men den grondslag zeiven van. allen bovennatuurlijken Gods dienst te vernietigen Doch wij zullen aan 't gezond verstand, dat ons de mogelijkheid eener openbaring zoo Iklaar doet zien, vast houden, liever dan- de onbewezen stellingen -eener van God vervreemde wetenschap te aanvaarden. Echter, al staat nu de mogelijkheid van een geoper.baarden- Godsdienst in beginsel voor ons vast, toch zijn wte er nog niet. Een rationalist geeft zich niet gewonnen. Het is ons dan ook niet ta doen deze te bekeeren; we willen slechts de voosheid en ■nietswaardigheid hunner argumenten la ten zien, om van den anderen kant te laten uitkomen op welke logische en verstande lijke .redeneeringen onzte geloofsovertuiging rust. Bewezen is derhalve dat. een openbaring van Godswege mogelijk is. Vragen we thans verder: óp welke manier God een openbaring gteven kan? Dat kan geschie den op tweëerlei wijze. God kan zich n.l. met zijn openbaring wenden tot iederen .mensch afzonderlijk of Hij kan zich bedie nen van een ttussehenpersoor, m.a.w. van een Godsgezant, opdat deze namens God spreke tot. de andere mensch en. Wat nu d<e -'eerste manier betreft, daar over btehoöven we niet lang te praten.. Een •feit is het, dat God niet aan iedereen af zonderlijk geopenbaard heeft, hoe Hij wil gediend worden. Ik ivoor mij ben me dat ten minste heelemaai niet bewust en Ik ben overtuigd, dat mijn lezers hetzelfde zul len moeten getuigen. Daartegenover staat, dat het CIi ris ten- dom zich beroept op een Godsgezant, iemand derhalve die namens God een Godsdienst (heeft gepredikt. Doch daarover later, wanneer wij den derden grondslag zullen bespreken. Voor het oogenblik komt slechïs de vraag ter sprake of we dan maar terstond iedereen gehoor moeten verleenen, die zich als Godsgezant aan dient? Op die vraag antwoordt.het. -nuchter verstand: Natuurlijk niet"! Wij zijn onder geen enkel opzicht gehouden den eersten den besten die tot óns komt met de be wering: ,,diit of dat h-eeft God gezegd", te gèlooven. Zoo onnoozel moet niemand zijn. Als redelijke mensehen hebben we zoo'n Godsgezant -naar de bewijzen zijner zending te vragen. Kan hij die n-iet leveren, dan hebben wij niet met hem te maken. Een Godsgezant verkeert in hetzelfde geval als bijv. éen regiséur, diie bij U aanklopt om huiszoeking te doen Wie van zoo iemand bezoek ontvangt en niet door zenuwachtig heid zijn hoofd verliest, zal doodnuchter zeggen: Alles goed en wel, me ne'er, maar mag ak Uw bewijsstukken eens inzien! Zoo ook moet een Godsgezant zich ltegiti meeren, m. a. w. hij moet. zijn bewijzen oyerlegg'en, dat hij werkelijk door God ge- zonden is. Het spreekt vanzelf dat we in zoo'n geval geen genoegen kunnen nemen met bewijzen, die ieder een kan geven. -Neen het moet tets heel bijzonders zijn; het moet ten bewijze dat God hem inderdaad gezon den heeft, een Goddelijk teeken zijn, kor tom het. moet een w onder wezen. Derhalve door eten wonder moet een Godsgezant zich Segibiméërcn. W. P. J. JANUS, Warmond Kapelaan. Tail cv ran cl. Sinds het Ween-er Congres was de Rus sische keizer Talleyrand vijandig gezind en hij verheugde zich dan ook in diens val. Aan Lodewijk XVIII liet hij wéten, dat hij gaarne den hertog de Richlieu a!s diens opvolger zou zien. Om meer dan eeno redten was dit eene gelukkige keuze, wat reeds dadelijk bleek, toen de hertog ver schillende concessies van de mogendheden wist te krijgen. Talleyrand werd tot groot kamerheer ben-eomd. Onverstoorbaar kalm nam hij bij alle officieele plechtigheden plaats achter den zetel des komngis. Tijdens de geheele Restaura*te bleef 'hij buiten lief actieve politieke leven, doch dit belette geens zins, dait bij nauwlettend alls gebeurtenis sen kon gacleslaan. De geringste -tactische^ fout werd door hem opgemerkt en scherp*- gelaakt. In 1821 sprak hij in het Huis der 1 Pairs tegten de expeditienaar (Spanje en voor de -vrijheid van drukpers. ,.Er is 1 iemand," zoo riep hij uit, ,.d'ie geestiger is j dan Voltaire, dan Bonaparte, dan de leden van he*. Directoire, dan de ministers, die er ooit geweest zijn -en die ooit komen zul len; dat is iedereen". Den strijd aanbin den over eene zaak, waarbij iedereen be lang mteent te hebben, dat iis eene politieke fout begaan, en in dezen tijd zijn alle po litieke fouten gevaarlijk." Toen het rnini- sterie-Villèle (1827) b-p het punt stond af te .treden, schreef hij uit Boyrbgn^ vvaar hij STADSNIEUWS^ GEMEENTEZAKEN. Verhuring voormalig Invalidenhuis. Overeenkomstig het verzoek van de beeren E. J. Schoondergarig en' A. de Groot te Voor hout om in huur te mogen bekomen een ge deelte van het open voorplein van het voormalig Invalidenhuis aan den Ouden Rijn voor het op slaan van vaten me- gezouten: groenten die if de open lucht-bewaard kunnen worden, geven B. en W. den Raad in overweging daaraan te voldoen en tot uitimo April 1921 pl.m. 400 vierb. At. van dit plein te verhuren tegen f 0.75 per vierk. M. met een .minimum van f 300 in totaal en verder o,p de bekende voorwaarden. Beambteuworumgen aan het Openbaar Slachthuis. Met het voorste! van de Commissie van Be heer over het Operfbaar Slachthuis in zake ver betering van een zestal beambtetrwoningen kun nen B. en W. zich vereenigen. De daarvoor ver- eischte gekten zullen echter, evenals steeds ge schiedt aan het bedrijf dienen tc worden ge- leerfd, Aangezien het bedrijfskapitaal niet (>e- stemd is, om daaruit uitgaven als de onder havige te betalen». (Zij geven den Raad mitsdien in overweging door vaststelling van den overgelegdeti sup- pletöïren begrootingssfaa: ten behoeve var. de verbetering der zes beambten woningen een be drag van f -13.500 ter beschikking van de Com missie van Beheer over het Openbaar Slacht huis te stelten), ter storfiiig in -het Af schrij vlugs- enVerrtieirwiugsfonds, onder bepaling, dat dit bedrag uit de exploitatie van het Openbaar Slachthuis in* 40 jaren za! worden afgelost en dat jaarlijks 6 pC:. rente door lie: Slacliiniis aan de gemeente za! worden vergoed. Personeel voor de buitengewone school voor L. O. Bij de in-werlcing-treding der desbetreffende verordening, -kregen zoowel hot hoofd ais de onderwijzers en onderwijzeressen van bijstand van bovengenoemde school, met het oog op het bijzonder karakter dier inrichting f 500 meer uit de gemeentekas, dan hun collega's bij ihet gé- woon lager ouderwijs, welke laatste -echter nog in het genot waren van de mtkeerteg ad f 100, krachtens de z.g. wet-Kecelaar. Aavaukelijk kwam het B. en vV. met de P'aat- selijqe Schoolcommissie voor, dac hei onder-vij zend personeel aan de buitengewone school f 500 hooger moest worden bezoldigd dan zijn collega's 'bij het gewoon -lager onderwijs, doch nu reeds in'eeii paar andere gemeenten- een l'.oogcre marge is aangenomen, komt het B. en W. in het belang van "liet onderwijs gew-aiisch: voor het verschil op i '699 te be paleis. Aders toch vreezenj eij geen geschikte krachten, te kunnen krijgen of (e behouden, te meer waar het aantal benoembaren -belrekk-eJ-ijk gering is, De -nieuwe regeling diént -terugwerkende kracht te krijgen} tot d Januari -19$. De aan de nteuwe regeling verbonden meer dere kosten zulten over het iaar 1919 f 3124.59 bedragen. Daar staat tegenover, Jat -Jé gemeen te -ook een belangrijk ihooger'e Rijkssubsidie •zal ontvangen. „Havengeld" en „Bragg-eld". Reeds in de jaren 1912 en 1915 wijdde B. en VV. hun aandacht aan.- een verjiooging der brug- en havenbclden hier ter stede, omdat daardoor een niet onbelangrijke bate voor.de gemeente zou kunnen worden verkregen, welke eenigszins tegemoet zou kómen aan de groo-te uitgaven,, ten behoeve van 'den Havendienst ge daan. Beide keeren echter hebben zij gemeend, deze zaak te moeten aanhouden! en dus itog geen voorstel bij den Raad aanhangig te moe ten maken, vooral daar de Kamer van Koophan del en Fabrieken alhier zich telkens tegen de plannen tot verhoogiiig van het havengeld ten sterkste verzette. Thans -heeft liun College deze 1 aangelegenheid opnieuw onder de oogen! gezien eit is het van oordeel, dat met een heraten'tig van deze belasting niet 'anger mag worden ge wacht. De in dent laatsten tijd aanzienlijk toe genomen ondeiUioudskostenl vaii v/alinuren en beschoeiingen en de stijging van prijzen- en- ico nen maken de hier besproken,1 verhoogi-ngeii runners inderdaad noodzakelijk. De Kamer, van Koophandel, wier meeiiing B. en W. ook thans hebben ingewonnen, heeft tegen -de ontworpen wijzigingen der desbetreffende verordeningen geen- bezwaar; zij erken: do b.'ilïkheid, dat de meerdere upitgaven-, die de gemeente zich op die gebied heeft te getroosten-, door een verdubbe ling van de meeste tarieven althans ten deeie door de schipperij worden vergoed, Overeenkomstig het gevoelen van de Kamer van £oop'hai:de! vinden B. en „V". het met het cog op de vóel grooteie schade, welke stooui- cn molorbooteis aan de oevers toebrengen, ge- wenscht, dat er een verschii wordt gemaakt tus- schen- het tarief, 'dat van deze en dat vati de overige vaartuigen wordt -geheven. Tiet tar-ief voor stoom- en niotorbooteir hebben zij daarom o,p fO.Ö5, dat voor vaartuigen van 10 ton en daarboven op f 0.03 per ton voor elke reis gesteld (thans is het voor beide f 0.02). de baden gebruikte, aan een vriend: Ik vveeet niet, of het komt door dten invloed, dien de baden op mij uitwerkten of door andere oorzaken, maar het is een feit, dat ik nooit uit Parijs ben geweest met zulke sombere voorgevoelens omtrent den loop der regeeringszakten als ditmaal. Ik vrees, dat het op revolutie zal uitloopen, indien de censuur op de tegenwoordige manier blijft werken." Toen Napoleon van Elba was terugge keerd, had Fonché, die -toenmaals in Parijs de lakens uitdeelde, een afgezant naar Carlsbad gtezonden, om Talleyrand te pol sen aangaande diens houding tegenover eene Orleanist-ische monarchie. Talleyrand vergenoegde znch met t-e antwoorden, dat de deur nog niet open was, doch dat hij, zoo zij ooit geopend mocht worden, niet de noodzakelijkheid inzag haar met geweld te sluiten." In 1830 nu werd deze deur ge opend, en zooate altijd, wist Talleyrand met de uiterste omzichtigheid door die deur binnen te gaan. Inliet begin*hield hij zich stilletjes achteraf, doch zoodra Iiij zv- kerlieid had, hoe do afloop van hét* conflict zou zijn, zond hij een zijner secretarissen naar Saint-Cloud, om te zien. of de koning vertrokken vvas. Karei X was reeds op weg naar Chérbough. Taik-yimul, nu go- rustgosteld, haastte zich dietizelfden secre taris naar Nevilly te zenden, waar do her tog van Oj.l^ans zich ophoudt. Mtwiujue ÖrfTliët tóeziclït op de naleving der bclashng- yerordening te vergemakkelijken,, word: voor gesteld te bepalen, dat de vaartuigen, waarvoor een! abonnement is genomen, gedurende t'en abonnementstermijn van een uitwendig duidelijk zlchtbazr leekem of van den naam van den schipper voorzien moeten zijt». Ook in de op dit punt in Den Haag bestaandé v&rardening komt een dergeiijke bepaling voor. De venhooging der belasting, genaamd „brug geld", zal het dubbele bedragen. Uit de Omgeving. BODEGRAVEN. Gemeenteraad, Dé RaS'd dezer gemeente is in een spoed- eèsclietvde vergadering bijeen geroepeiu Aanwe zig waren alle leden. Nadat de vergadering voor het eerst met ge bed was geopend, doet de Secretaris voorle zing' der notulen, we!ke na eemgc opmerking v an den lieer Heusdens worden goedgekeurd. Ingekomen is liet Procesverbaal van kasopna me, waaruit blirkt Jat de stand- ckr kas Is als vólgi: inkomstèni 363678.04 1/2 gid.; uitgaven 361408.06 grid., a'.zoo een saldo van 269.98 1/2 gld., welk bedrag in kas aanwezig bleek te zijn Boeken en bescheiden zijn i-n orde bevonden. Op voorstel van den Voorz. wordt dit proces verbaal voor kertnisgevHig aangenomen. Beslo ten wordt voorts om adljaesle -te betuigen met een adres der gemeente Voorschoten aan Ged. Staten, houdende verzoek tot afschaffing van alle particuliere toI!en>. Vervolgens komt het ©enige punt der agenda ter tafel, n.l. een verzoek van B. en W. om ;oe- sremming tot het voeren van eeni rechtsgeding. De Voorz. memoreert het besluit van den Raad in October van het vorig jaar tot aan koop van een perceel grond, -gelegen in Oud- Bodegraven. tot het inrichten van een nieuwe asoh en vuilnisbelt. Te dezer zake zijn door de gemeente alle formaliteiten der hinderwet in acht genomen, Ged. Staten hebben bedoeld Raadsbesluit goedgekeurd. Thans zijn echter eeiüige beletselen in den weg getreden de eige naar vati -de tegenover liggende landerijen iieefc n.l., de toegang tot bedoeld perceel ver sperd door het plaatsen van een 2-tal boomen, .zoodat men hierop met geen' wagen kan komen. B. en W. hebben geconfereerd met bedoelde personen, waarop deze zich hebben bereid ver klaard den, weg te verbreeden -tegen een jaar- lijksche restitutie van 50 gld., waarbij -door de gemeente -de raadsman van genoemde personen moest worden betaald. Op dit tariei kou slechts voor een jaar worden gerekend, aangezien du jaar zou worden beschouwd als een proef, of de vuilnisbelt geen hinder voor de omgeving zou opleveren. Later is nog gebleken, da: na een jaar -de aan te brengeni' dam_yoor de Ge meente moest worden betaald, welk bedrag 1509 gld. zoude-zijn. In verband met deze besprekin gen is door B. en \V. het advies van een ces- kitndige gevraagd, waarbij is gebleken dat B. i-it W. recl'A hebben op een doorgang, lu ver band met art. 143 der gemeentewet vragen' 13. en W. thans -toestemming lom tot dagvaarding der betrokkenen over te gaan. Na verzending der convocaties is Inmiddels i:og eeti adres ingekomen van de betrokken personen n.!. de h.h. N. van Niekerk, B. Vink eti J. Mich ie'en, waarin de geheele zaak®»:cg- inaals wordt uiteengezet. Voornamelijk wordt m dit adres gewezen op het advies der gezond heidscommissie, waavait de heeren Doirwes Dekker cn Heus den-s de commissie vair onder zoek hebben uitgemaakt. Volgens adressanten zou de heer Heusdens hebben verklaard het terrein everfceus voor vuilnisbelt ongeschikt te vinden'; na een breedvoerige uiieenzettn-g ver- ■zoekeri adressanten tenstöttë den Raad terug te 'komen op baar vroeger genomen besluit. (Nog is ingekomen; een adres, everteeus van de 3 geitoeuidé-heercn, waarin d-e gestekle voor waarden nogmaals wordeni uiteengezet, ter wijl hieraan door adressamen wo-.lt t'^ge- voeg-d. dat het niet er om :e doen is, er een geldzaakje van ie maken, terwiji adressanten) zelf bereid zijn. het perceel gronJ met daarop gebouwd 'huis van de gemeente over te nemen. Ten- 'slotte is ingekomen eem derde adres n.i van de Gemeente - Zwammerdam (onder welke gemeente -het gewraakte terrein is gelegen. Corr.h houdende- eveneens re: verzoek, mode in verband met verschillende ontvangen klachten, op het genomen besluit terug te konten en een ander terrein voor deze bete te kiezen-. De Voorz. opent de beraadslagingen inzake het voorstel, waarbij de ingekomen adressen zulten behandeld wor-ien. De heer Heusdens komt op tegen de ir.siuatie Ier adressanten, volgens welke spt. a's l i der gezondheidscommissie zou hebben gezegd, da: •het terrein ongeschikt werd beschouwd. Spr.- Leeft destijds bezwaar gemaakt tegen de aan wezigheid van heihuis op dit terrein; toen ech ter in later gehouden vergadering is gebleken, dat bedoeld huis voor paardenstal zou worden ingericht en liet,geheele terrein mei een schut ting van 2 M.'hoogte zou worden omgeven, Adelaide, da zuster van den man, die spoedig koning Louis Philippe zal wezteó, is ten zeerste verblijd over Talleyrand's toeken van leven.en roept uit: ,,Die goede Talleyrand! Ik wist wel, dat bij ons niet zou vergeten!" De zeer voorzichtige hertog van Orleans was eventeehfe verheugd over Talleyrand's medewerking en zei: ,,Alé Tal leyrand voor den dag komt, dan is de par tij gewonnen, dan kan ik verdere stappen doen." Dadelijk nam 'hij dan ook den titel aan van luitenant-generaal (31 Juli en den 7den Augustus was hij koning der Fran- echen". Louis-Philippine vergat nief. dat hij als hertog van Orleans groote verplichting had aan Talleyrand en bood 'hein de portefeuil le van 1"! ui ten land sch e Zakten aan. Talley rand weigerde dit, doch wilde zich wel la ten benoemen tot gezant te Londen. Hierdoor bewees hij aan de jonge mo narchie een prooien dienst, ai wilden de vorsten van Europa dit niet inzien. Zijne spiteekwoordelijk geworden bekwaamheid zijne betrekkingen met de meest vooraan staande En-gelsche staatslieden, zooals Welington en lord Gei v, vergemakkelijkten zijne taak. Talleyrand wees nogmaals op de gemeenschappelijkte belangen van Frank rijk en Engeland, op de verhouding van beide staten tegenover liet- overige Europa, zoowel als beider verlangen naar vrede. Eon Engelsclmian beschreef het opt;Veten IteMt spr. geen bezwaar moer gemaakt. docÜ tót goedkeuring geadviseerd. Dc hoer van de Marei laakt eveneens de ver dachtmakingen- in bedoeld adres. Voorts gaat spr. breedvoerig het verloop der zaak, na en wijst op de buitengewoon zware voorwaarden; zelfs eeit aanlegplaats, moest worden aange bracht, hetwelk in dit adres nog wordt \ern zwegen. Spr. kan dan ook zijn houding net wij zigen, doch wil thans doorgaan. iDe heer- van Dijk is van meening, dat de lei* den van den Raad in Ootober van het vorig jaar, niet voldoende ingelicht waren betreffende de ligging van het terrein-. Thans wordt gesproken om tc proccdecren. Spr. is van meening. da' ctej Gemeente er nog een) vuilnisbelt op al tocge- vero. Spr. adviseert daarom, op liet eens geno men besluit terug te komen, Laat de Raad ntf eens erkennen! dat hij het mis heeft gehad. Spt*. stelt ten slotte voor het terrein te verkoopen ere een ander stuk, geschikt voor dc vuilnisbe'Ü trachten te bekome. Wethouder Batekan schaart zich aan de zljdd van v. d. Mare!. De -houding door de hcerctï adressanten aangenomen, acht spr. niet in dei< haak. Spr. memoreert eveneens het verloop der zaak. Het bod-rag ad. 150U güd. acht spr. ge wéldig 'hoog en een grove gcldklopperij. De toe-< gangsw-eg is ook -niet verbreed, zooals wordt' bewoerd; er is slechts oen hekje afgehaald', waardoor de toegang breed genoeg was. Ook aan spr. is het spreekwoord van den! heer van Dijk bekend: „Wie pleit om een koe geeft es een toe". Er is een inspecteur uit den Haag ge weest, welke het terrein heeft bezichtigd etij deze achtte de bezwaren zoo gering dat de toe stemming niet mocht worden onthouden. Wif hebben dit. zegt spr.. ook op dc conferentie te* gen den heer Michie'cir gezegt. doch deze ver klaarde toen dat dc Gezondheidscommissie het terrein ev-eifcems ongeschikt vond; terwiji dé hoer Heusdert/s als lid der Gézon-dheidscommls-* sie uitdrukkelijk zou -hebben verklaard, het ter- lein totaal ongeschikt te achten. Thans blijkt' ■echter, zegt spr., dat de leugen aan de anderé zijde zit. Spr.'s eindconclusie is, dat het ge- weuscht is, dat B, en W. machtiging bekomen', deze procedure te voeren, doch alsnog trachiet* in overeenstemming met adressanten: te komen. De lieer-v. -d. Marei komt even terug op het verwijt van den heer van Dijk en betoogt, daö de gemeente absoluut geen strop heeft gehaald. De lieer Ruling spij: het te moeten zeggen^ dat hij van meening verschilt me: B. en' W. Spr. wil erkennen dat de heer v. d. Marei al3 Voorz. van Publieke werken en lid van het Dag. Best. een oiitn'sbaar jiersoó-n is. Overigens had Spr. wel verwacht dat betreffende de ligging van bedoeld terrein een kaar: aanwezig zoude zijn. aangezien de ligging spr. onbekend is. Sp-, liecft nooit geweten dat Oud Bodegraven- onder de wandelwegen werd gerangschikt, ofschoon zulks thans in de adressen wordt betoogd. Spr. meent echter, dat dc.ze w-eg reeds vroeger geen ideale wandelweg kon worden -genoemd, reeds voordat van een vuilnisbelt sprake was. Spr. vijst ui verband hiermede op de exportslach'e- ij. w-e.kc. bij zomerweer vooral, een ondragelij ke. lucht verspreidt. Voorts wil ook spr. erken nen dat d-e -gemeente g-x-n .strop hoeft gehaald1. De lieer van Dijk kan hieromtrent niet spreken. Deze' immers beeft geen kennis van landwaar de. Bedoeld terrein zal eer nicer dan minder opbrengen. Spr. wil in verband met deze proce* dure wijzen op een gezégde van Minister Treub^ „Wie niet werkt maakt geen fouten". Een fout is er echter gemaakt, groot of klein; immers wanneer rheis iets koopt vraagt men toch naar de rechten, daaraan verbonden. Het 'vorige ter rein was hoogst geschikt voor -dit bedrijf; mei» -verkocht den grond voor woningbouw, terwijl door mij werd -gevraagd of uij wederom ecu geschikt terrein zouden bekomen; waarop ccu beslist antwoord werd gegeven. Nu hebben wij een terrein niet geschikt voor het doel, terwijl op hei andere huizen reeds staan, Dè drukte over dit terrein wordt dagelijks erger; het lijkt of de lucht reeds tot Gouda komt; en zoo groot is toch onze belt niet.- Mede omdat Oud Bode graven in afzienbaren tijd tot Bodegraven z.it gaan behooreu moet spr. een procedure ont raden. De -hoer van Dijk meent te moeten corstatee- ren dat Lij in verschiltetude opzichten gelijlc heeft gekregen. Spr. -houdt echter vol dat het terrein voor de gemeente een strop is omdat men het voor het doel waarvoor het werd aan gekocht niet kan gebruikeiu De heer Claushuis wijst er eveneens op dat het terrein voor de gemeeyte nimmer een strop za! worden, zelfs al werd het verkocht in een publieke veiling. Voorts is spr. van oordeel dat de gemeente het proces zal winnen, doch is er niettemin voor den m-ddeisweg te kiezen, overleg te plegen, en a)l!ee« zoo nooaig tot deze maatregel over te» gaau. De heer B. Ba te! Jan vind liet nog niet geheel) duidelijk waarom het eigenlijk gaat en geeft ecu breedvoerige uiteenzetting der situatie. Spr. con stateert :en slotte, dat het de bedóelng is van B. en. W.. te bewerken, da- de versperringen door Je bedoelde heeren aangebracht, zal ver wijderd worden. Spr. ;s er echter voor alsnog van Talleyrand in bei gebouw der Fran- sclio ambassade alB volgt: ..Als Talleyrand audiëntie verleende aan zijne landgenootcn, droeg hij eene ïonde hoed niet eene drie kleurige cocardc. Op 'de sofa zaten steeds drie jonge sans-culotton, die bij hail mee genomen, om zich een repubb-keinseh air te geven. Toen Louis Philippine eenmaal vast op don troon zat, ven:ween echter do cocarde eri met haar verdwenen ook do jonge republikeinen. Nu hij niets meer be hoefde te vreezen, kwam bij Talleyrand do oude- despotic weer boven. Iedereen zag hij die aan zijn voeten. De Kngtelsche adel zocht zijn gezelschap, de diplomaten van alle landen bogen voor hem. Lord Palnior- ston was dc benige, -die ham tlnrfde,weer staan; niet alleen trad hij in zaken van hé- lang tegen hem *>p, doch ook in kleinighe den deed hii al het mogelijke, om hem hin derlijk te zijn." Bij versehiller.de gelegenheden wi-,4 Taf*- ïeyrand belangrijke .voordoelen te behalen. Bij de opening van de Londems.-he con-fo» reet ie zei hij: „Mijne hoeren, ik kom bi-re met u samen, ter beraming van de midde len tot .behoud van den vrede in Europa." Het scheen wel. alsof hij alleen de scheids rechter was, die over het lot van Europa te beslissen had en die over oorlog of vre de beschikte. België had het. aan hem to£ danken, dal het definitief gescheiden wordt van Holland sn cene consUtuttonvele tyv>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1920 | | pagina 7