Uit de Omgeving
bi Tweede Blad.
Zaterdag 20 Maart 1920
mL—
'ark?
egt!
ei
t
gesti
Geloofsverdediging.
r g
ibri
STA
ilD.|
dal) ;eRST6 GRONDSLAG: CR IS EEN GOD.
'nSü j) e r a m p c r: des levensvormen
Scc r-~ e w ij s tegen 5: -1
bp 1 a a n v an Go d.
De Godloochenaars hebben nooit bewe-
e! eii dat er geen Gocl bestaat, >:iedaar de
Ve" i0it2 inhoud van or.s laa'ste 'aitikel. Op
[et -einde daarvan veronderstelden we,
la! iemaT d vroeg, wat wc tl an wel 1e
enken en te honden hébben omtrent de
_er.--hillfr.de opwerpingen, die ivaüi God-
'rziHtacheriaari-- .af Viijdenkerszijde tegen
Srllf,, God bestaan gemaakt worden.
Welnu, het is deze kwestie, 'die br.s
L,;s gaat bezighouden.
[Stellen «ve dan allereerst het feit. vast.
lardj fokex er wordt heel wat -dn heel sterk te-
tek r: het Godsbestaan gerscleitcerd; uit vfr-
Di'tücnile- feiten en gcbeurt'-niisscn den-
tfj wc slechts aan den oorlog wordt
inhoudelijk de gevolglrokkinig of con-
isic gcjiïaakt, Uat er .ge n God bestaan
Niet waar, men ker.t de zeer populaire
L r.'crk v 'breide op werping: „Als er een
Ld besiond, dan zou 'dit of dat neet kur.-
ien .gebeuren." Met 'andere woord-er.-, men
fcèt, dat sommige bepaalde gebeurtenis
je la--ni we t.c ir. 'hot algemeen maar
imperi noemen onmogelijk te rijmen
ij ij met bet bestaan aan God, let wed, aan
In oneindig goeden God. Indien er een
Windig g' ede Gocl i nieter daad bestond. dan
fou'len s «Kier {Zijn wereldbestuur dar ge-
0r|(l ijkc ran a- n zeker niet voorkomen. En
aai' wij i u vooiidurend getu'gen zijn
in 'allerlei ellende en rampen, daar is
ti (och duid dijk, dat een on 'indig goede
od rist bestaanbaar is.
W&t zulicn >.ve hierop antwoorden?
Veofgersl dit. Men denlcc toch v. p.
|;ct, dat d:ze op werping rieuw >3. Ze is
oud als de weg van K ra1 in gen, gelijk
spreekwoord zegt, of juister nog, ze is
oud ais liet mc-nschdom zelf. Ik zeg dit
[ar: het adres van Hogen en-, die m co non
iees lnorelcze opwerping met iets heel bi zon-
ors voor den dag te'feomem. Och arme,
■•n allen tijde heeft men aich bezig gchou-
ier.i niet vraag, hoe ele rampen in liet
keo: oven ck-r menschhi id toch te ïijmc-n zijn
m -t het Godsbestaan. De grootste ge eaten
ran dvn :«udercn en dor.' nieuw-ren tijd
-V-'L l,vi :v u (lio vraag gest id. maar cn
j.,i komt het verschil met dj zelfbewuste
l Vrijdenkers van li< der: ondanks alles
lebben zij vastgehouden oan de ktoarblij-
iijf.c waaihciid van 3iet Godsbestaan". Dat
it Vpreekt boekdcclcr:De fout der
Gptoocliejiaa.rs is, dat w in het geheel
W-rjfoog hebben voor de klare en heddero
,IS? icwijzin d:ii? hef. Godsbestaan ofcornstoo-
fj lelijk vas'stellen, terwijl f -zich blindsla-
lioft ren ep do moeilijkheden (verbonden aan het
:i)bs titaan; van God. Ik herhaal daarom zoo
nadinikkclijk mogelijk, de tvoorafgaan-
d| firtikelerj geven me eladrtoe het recht
dat men tooli hooit vorgete, dat, op
fironrlen aan de menscholijke rede ont-
'r j her. elhet, Go 'd sbesla a n b e w e-
'r:C^ ien is.
Een tweed© fout, waaraan z'ch de Vn'j-
j'd :r.kersdia dc gen«»-mde op werping naar
Ivorerjbrengen, schuldig maken is. dat zij,
nis zjj zich dan eens een. voorstöUing van
fcofl maken, deze voorstelling totaal J-det
'deugt. 7...0 dikwijls ik met Godloochenaars
[in aanraking kwam is het mij opgevallen,
line zij zich God1 dei ken, men vergere mij
de miUlrakking, als een sóórt buurman
met dezelfde klein-menschelijke vermogens
7 en mej hetzelfde beperkte" in. zicht en ver-
Mand a's dj zei vein. Omdat, (li u n Arorsla,r.d
on dmdat ,h u n Inzicht geen gronderr Vind't
jof kont, waarop hel (bestaan- van God w 1
to verconigen I's met h't aavwez-ig zijtf
van rampen, daarom beweren zij, el at gr
peen God kan bestaar.'. D«>ch komt hc-t
dan' iri het brein dier monsclkn -nooit op,
dat Hij, dien ons vers-ar d leerde kennen
als de Schepper eeroer werekl, welke ele
if-Miwen door aan dc geleerden' slof lol stu
dio biedt en bieden zal, dat Hij, dien
nr> verstand IcM'de koivnen als de Onaf-
3 harkelijke, Ongeschapen en drhaFve in
"alles, ook in verstand en in-
ticht. Oneindige Oorzaakik vraag,
pmt bet in het breir: dier memschen dan
:ke
■Ad
gdei
nooit öp, dat diio God ?ci9ktffi0ri en groruï
te over kan hebbcir., om rarnpon te villen
of toe te laten, zonder dat een memsch met
o i'.oo beperkt verstajnd die red ener zelfs
bevroeden kan?
De mensch, die een ander mensch, Kom
irj verstand on tin-zicht overtreffend, ziet
werken, zal zich indiifin, ten minste zijn
verbeelding r.iet grooter is dan Lijn var-
stand wel wachten over het doen en
laten van diorj ander oen oordeel, laat
staan, oen veroordeeling uit te spreken,
maar waar het Gods doen er.: laten (betreft,
is mm spoedig klaar met een veroordee
ling. Ik vraag maar of flat redelijk is? Jet,
denkt er maar eens goed over na: ,,iis dat
redelijk?" Ik zeide zooeveii'-', men I>e-
schouwt Gocl als zijn b'uunn-an». Daarmede
heb ik eigenlijk »ic»g to vciei gezegd. Im-
mers, doet onze buurman iets. waar wij
niet ,,bij" kuuinen, waarvan wij de- reden
oile.t kpnnen aclitcihalcn of dat wij mis
sel i ion ardors zouden 'doen, dan zal inen
ten laatste nog beskuiten, enfin, hij zal liet
zelf wol het beste weleru Maar voor God is
or geon pardon, hnmeedoogenloos wordt
zijn werk beoordeeld en, vororrdoeld, zóó
dat men'zeJfs zijn bestaan durft. Ie looche-
nnn. dat verstandig? Neen, dat is eigen
wijs en afschuwelijke hoogmoed!
De derde font der Godloochenaars
cn hiermede komen (wij, aon hot. zooge
naamd o bewijs is, dal zij zond r moor
als b e w o 7. e n voorepzett -n wat pu'st
bewezen moot worden. Het is inderdaad
waar, ii n d i e n. ik üog.on dat ..i'-clion"
den vollen nadruk inelien bewozor: was,
dat ..goedzijn" en zelfs or^iuilig goedi
zijn", e:n eigenschap van God, onmogelijk
kar. samengaan met het aandoen van leed
en el'lendc of het toelatcp van rampen, ja.
dani, maar tlan ook alh cr. zou er voor de
bewering: „indien er om God was zou die
of die ramp ons niet tziin overkomen", veel
te «eggen zijn, dan, maar dan ook alleen
zou men inogcr: besluit n, dus is er geen.
God. Maar de zaak is, dat men nooit kan
aer.itoonon. dat „goed zijn" of zelfs „on
eindig goed zijn" het toelagen of willen var:
rampen, cn ellende uitsluit. Er: toch, daar
zit 'rn de knoop. Laat ik u cl&ze vraag eens
stellen: Kan 'iemand, die goed of oneindig
goed is, nooit een /eden hebben, om den
mensch lijden te overzenden?
Ik heb er reeds dikwijls op gewezen en
doe heit hi ei' wederom: Wanneer het om
Goel gaat, verlaten de Godloochenaars d< n
gewoner, weg \'an het denken cn gaan iiit
op.avonturen. Niet waar, terwiji „iemand
leed aandoen" tonder ons rnenechcn som
tijds juist geldt als een bewijs-va-n waar-
ac-'Mijgc. goediheid, mag dat ni-et jepga-an
va.n God. Een vader geeft zijn ondeugen
der: jongen een flinke kastijding litt is,
omda-t li ij zielsveel van zijn.jongen houdt
en hem, indücaii lied.'dan noödig blijkt, zelfs
c»p gevoelige as'ijze tot een degelijk mensch
wilt oproeiden. Een dokter tpereert zijn
patiënt onclor veel pijn on desondaiiks
houdt de patiënt 5i io-t op te hei halen, dat
zijn doktor toch zoo'n goede doktor is. Uit
deze voorbeeld or: zien we flus, hoe goed
heid of l.gord zijn" kan samengaan nwt
leed aandoen. Welnu, hoe kar. au n dan
toöh in 's homels naam beweren: „als er
een God bcstoivd, zou elïo of die ramp or.s
niet zijn overkomen." Kan de go-ede God,
om maar iets te noemen, niet door een-
z-oMde beweegreden- geleid worden als die
vaeler of die dokter, wanneer Hij d-cn
iner.isch of de menschlieid eloe-t. of laat Jij,-
don? Immers ja! En evengoed als l?cd aan
doen in dien vader of in dier.- dokter het
bewijs van waarachtige goedheid is, even
goed kan lie-l dat ook zijn ir. God.
Vorder moeten zij, die zoo geweld:g
schermen met: „als er een God bestond
er.izeons de-ze vraag beantwcord-en
Moet c-en vorst zich maar straffeloos la
ten beleedigen, ómdat hij go:d is? Neon,
met waar! Welnu, el-ar. God cve-.rmvn. Wat
voor denkbeeld hebbe'n de Goüloochenaars
toch van ,,gocd zijn"? O Oh, zo verwarrer:
goedheid -met ..apenliefde" en -go:d zijn"
met „sullig frijn". Laten, ze maar eens
denken aan de echt hollandsehe uitelruk-
kinger.: „wel goed Mmar niet gek" ,of bok,
,,n.l Ie goed is buurmans gek".
Wil tk nu door bovenstaande beschou
wing bewerem, dat ir. ieder afzonder.ijk
ge va], waarin God ons lijden overzendt of
ons ramp er: laat overkomen. 11,-, rede-a
daarvan is, dat God on- daardoor wil
strafL-n of verbeteren? Volstrekt ui t! Jlc
heb t 'ecbts bi'.en, zier., dat ons eigen
verstan cl redenen lean aan voer r-r.,
waarom Semarwl .d.io. goed i-s eer. cTr.der
leed kan laten overkomen. Wtlrm. el a a r-
u i t v o lg t el a n r o o d z a k e 1 i j k,
dat de opwerping, „ïnd'en er b-n God be
stond, dan zou die of -die ramp r iet ge
schied eijn", absolu-ut niet.opgaat on dat
niemand derhalve op dier: grand r e d e-
f ij K r w ij t o' zfjh "Gö'dloölïïfeïUlng kan1
of mag volhoudctn.
Meer hebber: we niet willen botoogen.
Meer kunnen we ook.iiiet betoogen, Meor
beflroeA'cn we ook niet te bet oog er:. Om
yoor ons geloof in God een r-edel ij ken
grondslag t-e hebber:, is het. volstrekt niet
noodiig, dat we van Gods doen en Oaten
steeds en in ieder geval dc juiste redien
kennen dat kou. gezic-n ons beperkt in
zicht er: Gods oneindige volmaaktheid, 'n
dwaze en hoogmoedige oisch zijn doch
het 'is voldoende, als ons verstand bewe
zen heeft, dat er geen tegenstrijdigheid
gelegen is ir. de bewering, dat een onein
dig goede God den mensch of Jdo men-sch-
heidi lijden overzonde-r: kan. Welnu, dat
hebben- we bewezen.
W. P. J. JANUS,
Warmond. Kapelaan.
Gemengde Berichten.
K^pp en tf« Keizer. Dr. Kapp heeft, na
zijn vlucht uil Berlijn, bij de Nederland-
ische regeerirvg verlof gevraagd om te Ame-
rongen ecin onderhoud mei den keizer te
hebben.
Dit is hem natuurlijk geweigerd op
grond van het op bet-kaslcel geldende kap-
verbod.
Wij hopen, dal onze a£fn keizerfantasi-eën
lijdende buitenlandsche collega's deze bit
tertafelmop nu eens niet voor ernst zullen
opnemen. „Vad."
Een vondst. Bij hó't graven op liet Ier-
rein achter Boeiineer voor "het nieuwe
voetbalveld van „Bredania" te Breda zijn,
meldt het „Dagbl. v. N.-Brabant". funda
menten blootgelegd, waarschijnlijk van
een oud klooster. Er werden daarbij ook
geraamten gevonden, waarschijnlijk van
vrouwen, zoodat verondersteld wordt dat.
ter plaatse een vrouwenklooster heeft ge
staan.
Onder oor» trririwaigeM gedood. De
dertien-jarige H. W. te Hengelo.geraakte al
spelende onder een goedeWnwagen der,
tram, welke door andere jongens aan het
rollen werd gebracht. Hij was onmiddel
lijk dood.
Doc-r het sohïctnr&sker. Toen een sTa-
gcr in de Koningstraat te Hilversum een
koe het schietmasker wilele opzetten,
stootle het dier hem cloor een onverwachten
ruk het masker uit de hand, waardoor dit
op den grond viel en het schot afging.
De kogel trof den knecht P. Hagen, woon
achtig te Kortenhoef, in -den huik. Hij zak
te ineen en werrl in hoogst ernstigen toe
stand naar de R.K-. Ziekenverpleging ver-
voerdj
Oi^g&wensohte vreemetebugen. Te Win
terswijk zijn vier Duitschers naar Zut-
plien overgebracht, verdacht van moord,
gepleegd op een landbouwer in het grens
plaat'sjc Burlo. Bovendien hebben ze zien
in ele buurtschap World onder Winters
wijk, schiildig.gemaakt aan diefstal van
drie rijwielen.
Smokkei-auïo's aange'haud.en. Aan den
douanepost te Nispen kwamen Dinsdag
avond twee auto's, waarin drie personen
waren gezeten, over de grens. Terwijl de
douanen de noodige formaliteiten vervul
den, sloegen opeens de auto's in vlieg'onde
vaart op de vlucht. Ze werden echter te
Roosendaal door de maréchaussees weder
om aangehouden, waar bleek, dat de
auto's smokkelwaar bevatten en de be
stuurders van wapenen voorzien waren.
De auto's mét inhoud, werden nu in beslag
genomen en de inzittenden -in vrijheid ge
steld.
Dure Korset*. 0>p het einde der vori
ge weck zijn dc eerste kersen op de Parij-
scho markt \*erschenen. Zij gingen tegen
den fabelachtigen prijs \ran 89 rrancs per
trosje van 5 kensen van dc hand.
Zou het gewénscht zijn, vraagt ele
„Croix" op deze vruchten cle luxe-bcla3-
'ting van toepassing te verklaren?
De onveiligheid ten Ptatfelande. Door
eon groot aantal burgemeesters in West-
Friesland is een vergadering gehouden,
teneinde middelen te beramen tegen de
groote onveiligheid op het platteland. Tai
van inbraken en diefstallen hebben in de
laatste maanden plaats gehad. Er schijnt
e'on bencle te bestaan, die er 's nachts met
een auto op uitgaat om te stelen, wat tot
nu toe met succes is geschied.
Kct ss genoeg. In den ring Fallink-
borstel (Duitschlandl wilde een houteige
naar een groote partij hout verknopen, cn
had daarvoor den dag aangekondigd.
Bij den aanvang der ve7-kooping hadden
zich een groot aantal kooplustigen verza
meld. Toen de verpJoping begon, werd
er flink geboden, daar iedereen hout wilde
koopen.
Dc bouteIg'CnS'cêr KBOTdé fÏÏStTg Toe. Toen'
de kooplustigen aan zijn gemaakte taxatie
gekomen waren, trad hij naar voren en
sprak: „Es ist genug. mehr will ich nicht
für das Holz haben?" Door deze verkla
ring hield het bieden op en menigü kleine
patroon kon voor een behoorlijken prijs
een partijtje hout bekomen.
De redacteur van liet R.-K. Bondsblad
voor Houtbewerkers, dat bovenstaand be
richtje uit Der Holzkauefer overneemt,
voegt cr aan toe:
Dit lijkt mij wel het meest aanbevelcnswaar
dig voorbeeld om alle onrust cn drijverij
uit ele wereld te helpen en weer tol nor
male omstandigheden te komen.
„Het is genöeg" beteekent dat men te-
veden is. „Vad."
Dienstbodetmood. 't Geschiedde op de
Hooidrift. Ie Rotterdam, schrijft het „Rott.
Nieuwsblad":
Een familie aldaar woonachtig, liet haar
dienstbode, met wie het lieusch niet langer
ging, omdat frij allerlei minder gunstige
aanwendsels had, om het nu maar heel
laenschlievenel uit te drukken door een
politie-agtent uit baar huis zetten. Zoo iets
trekt .natuurlijk ele aandacht in ele buurt.
Er vormen zich groepen, die voor- en te
genstanders van mevrouw zijn. Er wordt
druk gebabbeld over het geval.
Doch hoort wat hier geschiedde. j
Uit een huis aan de overzijde kwam cèn
mevrouw snel en vlijtig door öe huisdeur
en de stoep af, de straat op gewandeld. Zi]
ging naar de builengezette. dienstbode, die
hoonlachend protesteerde, nam haar liefde
vol onder den arm en bracht haar troos
tend en vriendelijke woordjes toesprekend,
bij haar binnen.
Zij bad zoovele weken vergeefs om een
meid geadverteerd En nu had ze er één
kant en klaar, met pak en zak, die dade
lijk aan den arbeid kon gaan.
Zij vond het een buitengewonen bof!
ROELOFARENDSVEEN.
R. K. Prop. Olub „St. WiJlibrorilus".
Deze vareonigir.g hield Woensdagavond
oen verplichte Gdenvergaderirg, waartoe
ook de damespropagandiston waren uitge-
nioodjgd. Dc Veorz. opomt de vergadering,
verwelkomt Geestelijken Adviseur, Be
stuur en talrijke leden ■ctj zet vervolgens
uiteen, waartoe de-zo gecombineerd: ver
gadering lis bije-n geroep cm. Op de jongst
leden-gehouden vergadering voor vrouwen,
•uitgeschreven door do R. K. Kicsvere'-inl-
giiag „Alkemade' warc-iu ook ineisjcspro-
pagandisten aangenomon. Nu is h:t de
bedoeling, dat zij ook ais lid der beslaan
de R. K. Prop. Club zouden wond.in opge
nomen, om onder één bestuur de sociale
en politieke werkzaamh cd ar: te vi?mch-
tein.
\'eTvolgens werden door den (secretaris
de notulen der vorige vergalderir.g gelezen
die daarop werden goedgekeurd.
Hierna volgde de wijziiging der.Slatu-
ten, in vcrbar.d met tie reoigarasati.e der
R. K. Prop. Club. Deze werdt-n met a'ge-
iheene stemmen naugenomer: en rul.'en
Avórden opgezpnidc.n ter ydrkrijgit'.g der.
Bisschoppelijke cn Koruinblijke goedkeu
ring. Het fluisb. Rcgl. werd vlug afge
handeld.
Door den Geestelijken A'dv. Kapelaan
Sister mans werd nog oen Avoorcl gespro
ken tot de propagandisten. ZijnEcrw. be
toogt, dat door het. vam kracht worden
van ho|. vrouwenkiesrecht, ook dames- in
verschiiiilendtc vcirevniigingon deel zullen
uitmaken van het bestuur cn dat zulks
ook in de Prop. Club volgens de Statuten
zat plaats hebber:. Deze verkiezing zal
geschieden r,P de eerstvolgend? ledenver
gadering. Zijn Eerw. wekt de Propagan
disten op, de gelegenheid te baat te ne
men, om nog rcenige weldoen ©rsfsters) en
Donateurs(tiüces) a*oor de B. K. Prop. Club
aar. te werven en spoort allen aan tot bij-
woning der oiitwikkelingsavorclen.
Hierna werd dé vergadering geslot :n.
RIJNSATERWOUDE.
Gemeenteraad.
Voorzitter de lieer E. Weststeijn, wet
houder. Afwezig de lieer Dt? Rijk.
De notulen der vorige vergadering Avor-
den onveranderd vastgesteld.
De toelichting der verschillende stukken
geschiedt grootendeels door de heeren J.
C. Baumann, burgemeester van Woubrug-
ge, én C. J. a-an As, ambtenaar ter secreta
rie van Rijnzaterwoude.
Er zijn talrijke ingekomen stukken, o.
a.: o. goedkeuring door Geel. Staten van
erfpachtuitgifte van grond aan A. Th. de
Boer: b. proces-verbaal van kasopname bij
den gemeente-ontvanger op 29 Dec. j1.
constateerende 'dat f 1107.82,5 ut (Tatf was»
met inbegrip van verrekenbare stukken;
c. op een verzoek van den Raad van de
federatie yan .Vrijwillige Burgerwachten'
genaamd Baljuwschap Alphen aan den
Rijn om subsidie te mogen ontvangen teri
bedrage v an een halve cent per inwoner.,
wordt besloten t e berichten dat Rijnzater-.
woude niet onder Alplien maar onder.
Nieuwër-Amstel hoort. De heer Baumann
licht toe hoe cr verwarring is ontstaan
over deze kwestie, d. De lieer L. Bout
hoorn, arts te Leimuiden, v erzoekt alsnog
uitbetaling van zijn nota ad f29 Noor ver
richte vaccinatie. De heeren Baumann en
Van As lichten toe dat de vaccinateur niet
aan zijne verplichtingen heeft voldaan,
doordat niet tijdig publiciteit is gegeven,
niet eens maar meerdere malen. De hee.
ren Hoogeboom, Verbeek en v. d. Zvvan
Avillen toch uitbetalen, Avaarloe dan ook
met algemeene stemmen wordt besloten,
e. Op een verzoek der afd. Aalsmeer .van
den Bond van Ned. Scliilderpatroons oni
f 30 subsidie aan de patroonsleergang al
daar wordt afwijzend beschikt, f. Eveni
zoo op sen verzoek van G. Willems e. a.
betreffende uitkeering aan gedemobiliseer-r
den. De termijn is reeds lang gesloten en
deze zaak behoort trouwens tot de compe
tentie Aran den burgemeester. De heer Ver
beek zou er Avel voor voelen hot indertijc^
te dezer zake genomen Raadsbesluit U
herzien, maar cle lieer Baumann zegt dat
er niets meer aan te doen is. g. Ged. Staten
drongen er op aan, aan de Politieschool
te Hilversum een subsidie te geven van
f20. Dit wordt aangehouden in verband
met de mogelijke combinatie met Leimui
den. li. Ged. Staten immers zonden be
richt dat zij met de a'oorbereiding van een
desbetreffend wetsontwerp zijn begonnen,
i. Zij zonden tevens een schrijven inhou
dende dat de gemeente-ontvanger C. van
Heijningen tegen 1 Juli a.s. reeds 3 jaar
tijdelijk Averkzaam is en dat dus met dien
datum zijn eerste verhooging ad f 25 dient
in te gaan. In verband met zijn pensioen
geven zij in o verweging hem, le rekenen
van 27 Juni 1917 af, vast aan te stellen.
Nadat hierover nog comite-generaal is ge
houden, wordt hiertoe besloten cn wel met
algemeene stemmen. De heer Iloogehoom
was aanvankelijk tegen met het oog op de.
combinatie der gemeenten, j. Verzoek van
den klokkenist J. Kroon om verhooging
van zijn jaarwedde van f50 tot f90. Na
eenige discussie, cn nadat een voorstel om
liem vrij pensioen te geven geen bijval
liad gevonden, Averd met algemeene stem
men besloten liet gevraagde toe te slaan,
k. In verband met een schrijven te dier
zake wordt besloten den heer geneesheer
te Woubrugge voor een jaar aan te stellen
tot vaccinateur. Deze is door B. en W. in
middels al met de doodschouw belast. Hier
mede verviel punt 3.
2.'Aan de orde is dan punt 2: Electrifica-
tie. De heer Hoogeboom doet verslag van
de bekende conferentie van raadsleden te
Nieuwveen. Na breede discussies wordt be
sloten het gevraagde crediet van f 150 toe
te staan. Tot lid van cle commissie wordt
Avethouder Hoogeboom benoemd. In liet
algemeen* was de Raad van oordeel dat,
na het gevallen besluit van den Leimuïd-
sclien Raad, van de electrificatie wel niet
komen zal.
4. Benoeming stembureau. Voorzitter
burgemeester Ninaber, plaatsvervangend
voorzitter de heer E. Weststeijn. Tot le
den Avorden bij acclamatie aangewezen
de heeren Compeer, Iviebert en Hooge
boom.
5. Vastgesteld wordt het kohier der hon
denbelasting over 1920.
6. Wijziging verordening op de heffing
a*an den Hoofd. Omslag. B. en W. stellen
voor f650 af te trekken met f50 voor ieder
kind beneden 16 jaar, zulks mede in ver
band met een verzoek van de afd. van den
R. K. Volksbond om de aftrek te bepalen
op f 600 voor gehuwden cn f 500 voor on-
geliuwden, benevens a-oor de kinderen:
het eerste f50, het tweede f70, het derdo
f90, het vierde fllD. bet vijfde en a-olgen-
de f 130. Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen.
7. Wegens benoeming'van den heer C.
J. van As tot commies ter secretarie a-an
Gouda wordt hem eervol ontslag verleend
als ambtenaar van den Burg. Stand. Als
zoodanig bezoldigd ambtenaar wordt be
noemd de heer G. J. M. baron van Slinge-
landt en als plaatsvervangend ambtenaar
wethouder E. Weststeijn.
8. Commissie tot wering van schoolver
zuim. Eervol ontslag worelt op verzoek ver
leend aan den beer G. Eikelenboom we
gens ziekte. De commissie vraagt uitbrei
ding van haar ledental tot 5. Hiervoor
Avorden, afgaande op het mede ingezonden
verslag dier commissie over het vorig
jaar, geen termen gevonden.
9. Wegens benoeming van mej. Tanne-
FEUILLETON.
GEORGE BRUNiNG.
George groette hem minzaam; toen zag
de geijsaard op en nam zijn muts af. „Zoekt
fiij Ti plaatsje uit, goede man?" y.roeg
George.
Zooals liet God behaagt", antwoordde
de oude, „met den wensch om weldra te
sterven ga ik slapen en sta er mee op. Ik
lien-ten allen tijde lot mijn afscheid uit
de/,e wereld gereed."
..Goede oude!" vroeg George hierop,
..kunt gij mij het graf van de oude boerin
ook aanwijzen? Zij was de moeder van
dvn laatsten boer der hofstede hier, die
Jacob Bi nning heette."
he oude zag verwonderd op en sprak:
J)at kan zoo dadelijk gebeuren, want zij
is mijne vrouw geweestIk zelf be
woonde de hofstede."
Thans zag George den oude aan; het
was de Lekende stem, hetzelfde geluid a-an
Vroegere jaren, maar \-f.el zwakker, het
was het gelaat zijns vaders en met den
uitroep„Vader, vader!" kent gij uw Geor-
ge niet meer?" viel hij hem om den hals.
D.e oude was bedwelmd en cle zoon zóó
ontroerd, dat het lang duurde eer er een
«MSKjisseldBj.nl. o-
Wie bad ook kunnen denken, dat die
voorname heer want George stond claar
voor hem in deftig gewaad zijn zoon
ware, die eens onbemiddeld 't ouderlijke
huis verlaten had en als gemeen soldaat
de wereld was ingegaan?
„Vader!" riep George opnieuw, „kent gij
dan uwen George niet meer?"
De oude keek op en scheen uit een
droom te ontwaken, of veeleer hij meende
den 'geest yan zijn zoon te zien. Woorden
vond hij niet. Hij zonk uit de armen van
zijn zoon op zijn kniecn, nam zijn hoofd
deksel ai cn bad. Tranen gaven zijn boe
zem lucht en bet licht zijner oogen glin
sterde met nieuwe Veracht.
„God!" riep hij, de handen omhoog hef
fende, „nu mag ik in vrede vertrekken."
George werd weemoedighij hief zijn
vader op cn bad liem, dit oogenbïik door
'treurige gedachten niet te verbitteren.
„Maar zoon! zoo gij het zijn moogt!" riep
de grijsaard in den zichtbaarsten strijd
tusschen vreugde en smart, „zoon! lioe
kunt gij -mij de handelwijze vergeven,' die
.gij in uw jeugd van een ontaarden vader
ondervonden liebt!" in smartelijke aandoe
ning en met gewrongen handen ging hij
voort: „Neen, neen! hoe kunt gij liet mij
vergeven; schrikkelijk wreekte IIij zich;
en gij, gij zijt een mensch!"
„Geen woord meer daarvan, yjjder!"
sprak George, „of het zou mij berouwen u
te hebben Avedergevonden. Ik weet al te
goed wie dc schuld was en mij hatelijk
maakte in uw oog. God vergove het haar
en zij hare ziel genadig! Ik kom niet om
te klagen, maar om bij u gelukkig te zijn:
zwijgen wij daarom van het verledcne cn
zien wij in de toekomst!"
Thans begaven zij zich naar het graf der
moeder; vooraf echter wilde George het
pad naar het huis van den koster inslaan,
toen deze juist het kerkhof op kwam, en
zijn verbonden arm toonde zichtbaar, dat
hij evenzeer in de woelingen der laatste tij
den gewikkeld Avas geweest.'
De ouele Ivoenraad zag hem aan en riep
hem vreugdevol toe: „Deze is mijn zoon
George.". En tegen George: „Kent gij uw
ouden schoolmeester niet .meer?" De beide
bekenden lagen bij dit gezegde reeds in el
kanders armen en met innige vriendschap
liield George den onderwijzer Avant cle
koster was sedert daartoe aangesteld ge
worden aan zijn hart geklemd; hij was
liet niet vergeten hoe deze man hem voor
eenige jaren op de minzaamste wijze had
opgenomen, toen zijn liart zoo geschokt
was, over do gevoellooze ontvangst bij zijn
broeder. De onderwijzer vervolgde lot den
ouden man: „Ik meende u juist ten avond
maal afgehaald te hebben daar gij zoo
lang uitbleef; thans lieve George, gaat gij
zeker mede, om tevens bij mij te overnach
ten"; en zij begaven zich te zamen naar de
koster.
Naar het verhaal a-an den koster was de
oude Ivoenraad voor eenige maanden te
ruggekomen. Van plaats tot plaats had hij
ondersteuning moeten vragen, jaren lang
had hij in behoefte doorgebracht en toen
de nood ten hoogste klom was hij hier
heen gekeerd, om te beproeven of hij het
hart van zijn zoon niet vermurwen kon;
toen echter de oude man de algemeene
vernieling bemefkt had, a iel hij half
dood op den sneeuwgrond. Zoo werd hij
door de dorpelingen gevonden, aoI mede
lijden namen zij hem op, om de beurt
wordt,hij door hen verpleegd cn gevoed cn
heden was het de week, dat hij hij den
koster verzorging vond. Hij nam op zijn
dringend verzoek een postje in de ge
meente Avaar, Avijl hij zijn brood niet om
Godswil verlangde.
De woning a-an den koster genaderd, ont
ving de vrouw des huizes, die George
oogenbiikkelijk herkende, den zoon en den
vader op de hartelijkste wijze cn toonde
dat de Avederzjjdsclie achting in weerwil
van tijd cn lot toch was blijven bestaan.
Terwijl zij aan tafel zaten vroeg George
of men niets van zijn broeder Jacob ge
hoord bad. De koster gaf een ontkennend
antwoord en George vond het niet raad
zaam laatste ontmoeting thans le her
halen. I oude Ivoenraaad at weinig; cle
zoon, dien hij had wedergevonden, hield
zijn oog - - 'durig bezig cn toen
George erwijzer mededeelde,
dat hij 1. ..n op het vaderlijke erf
alles te lui. - h-rsn.-llen *en te herbouwen,
werd dit met, \rcHigde nangr-hoord.
Onder meer andere erlangde
George ook opheldering *..0 er-
bonden arm van den koster; „als iemand
u daarover spreekt", was het antwoord,
„zeg dan maar, dat ik sedert jaren een
gezwel aan mijn arm heb; maar u wil ik
de zaak wel openbaren. Ik heb deelgeno
men aan den strooptocht, en ben door een
wakkeren huzaar aan mijn arm gewond."
„Ik dank God", zeide zijne vrouw, „dat u
niets ergers overkomen is."
„Ja, gij hebt gelijk", sprak de koster, „en
het spijt mij altijd, dat ik mij in die zaken
gewikkeld heb." Maar die hem nauwlettend
gadesloegen zagen wel, dat zijn berouw zoor
ernstig niet gemeend kon zijn.
George leverde het verhaal zijner lotge*
vallen en de koster gaf zijn spijt te ken
nén, dat cle pastoor thans niet in den kring
Avas; „hij werd in de handen der bloeddor*
stige vijanden gevangen gehouden, en God
weet wanneer hij nog terugkomt.
(Wordt vervolgd)»