Tweede Blad.
Woensdag 10 Maart 1920
Uit de Omgeving.
KATWIJK AAN DEN RIJN.
TUINBOUW.
Maandag hield de Tuinbouwver. Katwijk
en O. haar jaarvergadering in de boven
zaal van Hotel de Roskam. De opkomt
was groot. De voorzitter, de heer J. v. d.
Perk opent de vergadering met een woord
van welkom en zegt o.m.: Mochten we op
ynviwfl laarvergaderingen roemen op gun-
N ons bedrijf, heden kun
nen we «a» niet doen. Het jaar
1919 was in doorsnee genomen «en jaai,
waarin we bij de meerite onzer producten
moesten bijpassen. Wat er vorige jaren a!
Iets oververr'iend, het jaar 1919 heeft dat
voor bet meerendrel w«er genomen. De prij
zen, welke we voor onze producten kregen,
waren, op enkele uit zonderingen na, niet
slechts niet loonend, mnar bleven vaak bfne
den de productiekosten. Wat hiervan de
oorzaak was is.u allen bekend.
Tengevolge der lage geldkoersen konden
we met het buitenland geen zaken doen, en
lag de exporthandel bijna geheel stil; wat
dat beteekent hebben we in het afgeloo-
penjaar ondervonden. De gevolgen bleven
niet uit; een prijsdaling zooals nimmer
werd aanschouwd. Letten we elecht9 op de
bedragen van omzet in 1918 en die van
1919. In 1918 514 ton. terwijl we het in 1919
ternauwernood tot 3 ton konden brengen.
Was dus het vorig jaar verre van voordee-
lig, ook in de toekomst zien we nog duis
tere wolken hangen. De valuta waar.toch
voor onzen handel zoo veel van afhangt
is nog eerder slechter dan beter geworden,
en we hebben het ten vorige jare gezien
dat de exporthandel hiermede ten nauwste
samenhangt. Indien we geheel op het
binnenland zijn aangewezen, dan, dat h'eefl
de ondervinding ons geleerd, zijn we niet
best af. Gelukkig dat aan het hoofd van on
ze organisatie mannen staan, die de toe
komst onder de oogen durven zien, en al
het mogelijke doen om den handel met het
buitenland in zekere banen te leiden. Dit
geteft nog weer hoop op de toekomst. Laten
we gezamenlijk, in onze organisatie, trach
ten, de moeilijken tijden, welke ons mis
schien nog te wachten staan, het hoofd te
biedeh. Juist in deze tijden-'hebben we on
ze organisatie zoo noodig. Hopen we
dat de uitkomst van 1920, onder Gods ze
gen, nog goed moge zijn en .we met Gods
hulp ons dagelijksch brood mogen verdienen.
Hierna werden de notulen der vorige ver
gadering gelezen. Deze werden goedge
keurd. Uit het keurig en uitgebreid jaar
verslag van den secretaris, den h^er Jac.
Wassenaar, stinpen we het volgende aan.
Omzetcijfer f 303978.67. Aantal veilingen
gehouden 103. Ledenai 180. Geveild waren
o.m. 7330 zak eigenheimers, 31987 zak vroe
ge groote aardappelen, 1291 zak kleine aard
appelen, 290,020 K.G. uien. 255150 K.G.
peen, 91953 bos peen;, 1453557 bloemkool,
b'enevens veel gele en roode kool, rapen,
schorseneeren, enz. Daarna wais aan de
orde rekening en verantwoording, De ex
ploitatierekening over 1919 was met de bc-
grooting voor 1920 den leden gedrukt toe-
gezonden. De administratie van den vei
lingmeester en den penningmeester was het
geheele jaar nagezien door den accountant
der vereenigina, en steeds in orde bevon-
^pn. De exploitatiekosten werden na .en
kele ophelderingen goedgekeurd.
De provisie, salarissen van het be
stuur en beambten worden geregeld in den
geest als int 1919. In verband met de min
VREUGDE! GELUK!
I
Bij het neerschrijven van die' woorden
overvalt mij dezelfde stemming, waarvan
Mgr. v. Keppler, de Apostel der vreugde
gewaagt, 't Is alsof duizenden .blond-gelok
te kindergezichtjes met hunne blauwe en
donkere kijkers zich naar mij wenden; *t
is, alsof ze mij smteeken met oogen vol
droefheid: „vreugde, gelukkige vreugde!
breng haar bij ons, wij missen haar toch
zoo!"En achter hen doemen andere
gezichten op, verlept en gerimpeld, gebla
seerd en afgeleefd, en hun sombere, doffe
blik zegt: „Spreek daar niet over, er be
staat geen vreugde!" Doch zij worden weer
verdrongen door roodwangige, vriende
lijk heimwee naar het geluk, waarvoor
hoopvolle, heldere oogen richten zich vol
aanmoediging op mij: „Ja, spreek over de
vreugde! Zeg ons, wat wij kunnen doen
om haar te redden <pn te vermeerderen
voor ons en voor anderen in deze tijden,
zoo arm aan vreugdel
Wij streven naar- geluk! Er is geen
trek vnn ons wezen, die ons meer aange
boren, ingeschapen, „eigen" is, dan deze
streving naar geluk. .God Bchlep ons voor
zichzelf. Hij beeft ons hart zóó groot ge
maakt, dat slechts Hij het geheel kan vul
len. Toen bij de schepping onze ziel de
goddelijke Scheppershand verliet om zich
te verenigen met het haar bestemde li
chaam, toen bleef in die ziel een ongenees
lijke heimwee naar het geluk, waarvoor
God haar schiep. Hij drukte als een stem
pel op die ziel Zijn eigen beeld en gelijke
nis, opdat onuitwischbaar en voor altijd
dujdelijk zou zijn: .Ik ben v a n U, en .ben
vo 0 r U, mijn God!"......
Wij streven naar gelukl wij* smachten
naar gelukl Onze streving naar geluk zou
men kunnen; vergelijken met het „diepe
smachten naar de zon, dat, volgens Wib-
belt „door de gansche schepping gaat."
,,Het klei ie zaadje in den donkeren
schoot der aarde h'eeft geen rust, het wil
omhoog, naar het licht. Met zijns fijne
worteltjes klemt het zich vast in den grond
en heft dan het hoofdje op en rekt zich uit
en zwelt met jeugdige kracht tot het door
de aardekorst heenbreekt en naar buiten
treedt. 01 daar is de groote heerlijke zon,
dere werkzaamheden van enkele bestuurs
leden door het eindigen der regeeringsmaat-
regelen wordt het salaris van drie bestuurs
leden iets verlaagd voor 1920. Bij de ver
kiezing van voorzitter, die elk jaar af
treedt, werd de heer L. v. d. Perk, met
bijna algemeene «temmen herkozen.
Ook de isecretarie-penningmeester de heer
Jac, Wassenaar en het bestuurslid de beer
H. Grimbergen verkregen weer bijna alle
stemmen, Onder dank voor het in hen ge
stelde vertrouwen, nemen allen de benoe
ming aan,
Hot bestuur heeft een voorstel om ook
landbouwgewassen op do velling toe te la
ten ep dan legen een lagere provisie, n.l.
3 pCt. voor tuinbouwproducten is dit
pCt.) Wordt na eenge bespreking zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer D. Minnee heeft het volgende
voorstel ingediend: Door het bestuur zul
len besprekingen worden aangeknoopt met
veilinigsbesturen ln het Westland en Noord-
Holland om een prijs vast ie stellen voor
ónze producten, opdat het bedrijf niet te
gronde gaat. De voorsteller licht zijn voor
stel als volgt toe: als ondergeteekfcnde na
gaat wat de uitkomst is geweest van het
tuinbouwbedrijf in 1919, dan geloof ik dat
er niet veel winsten zijn te boeken, doch 'n
tekort. In 1920 gaan wij met een bezwaard
hart planien en zaaien omdat alios te duur
Is. En He omstandigheden wijzen er op dut
weer alles voor een ar»pel en een e! van de
hand zal móeten worden gedaan, De duur-
te-com missies doen nl hun best, om maar
goedkoop voedsel te krijgen. De fabrikan
ten zeggen maar „dat is de prijs" en min
der ,gaat het niet. De artikelen waarvan
de prijs is vastgesteld zijn te veel om op
te noemen. En dikwijls zoo hoog, dat ze
ons doen watertanden. En moeten wij tuin
ders het ons laten welgevallen wat ze om
geven willen. Is hier niets tegen te doen.
Mij dunkt het spreekwoord „Eendracht
maakt macht" is ook voor ons van kracht.
Kan er gfèen samenwerking gezocht worden
met andere veilingen, om een prijs te be
palen voor onze producten, die loonend is,
en wij dus kunnen blijven produceeren.
Kan bijv. niet vastgesteld worden een prijs
voor 3 dagen of voor .'n week naar gelang
de aanvoer en het beschot. Wat de vastge-
stelden prijs niet op kan brengen zou 't be
stuur aan een exporteur kunnen verkoopen
of zelf exploiteeren.. Als wij hierin slagen wa
ren we niet zoo afhankelijk van de grillen
van de kooplieden!.
Ik vrees dat de tuinbouw anders een don
kere toekomst tegemoet gaat.
Het praeadvies van het bestuur hierop,
luidt: Het bestuur is met den voorsteller
van oerdeel dat middelen moeten worden
gezocht op dat een loonende prijs voor
onze'producten kan worden verkregen, Zij
verschilt echter met hem omtrent de wijze
van uitvoering. Een prijs vast te stellen
voor het binnenland van 3 dagen of een
week en dan het surplus verkoopen aan
een exporteur, of zelf exporteren achten
wij niet gewenscht. Wij hebben de vrije
concurrentie voor binnen- en buitenland
op onze veilingen herkregen, laten wij
hiervoor dankbaar zijn. Doch waar schuilt
de te lage prijs onzer tuinbouwproducten,
immers alleen in den abnormaal lagen
stand der buitenlandsche valuta.
En hierin verbetering aan te brengen,
schijnt een zeer moeilijke kwestie, waar
aan zeker de enkeling geen oplossing zal
kunnen brengen. Het doet daarom het be
stuur genoegen de vergadering te mogen'
mteedeelen dat door het Centraal Bureau
van de veilingen in Nederland als hetmoge-
lijlte wordt gedaan om in de donkere
toekomst eenig licht te verkrijgen. Wij
moeten de organisatie niet verlaten, doch
alleen hierin onze kracht zoeken. Het cre-
dietvraagstuk, in welke richting naar u be
kend is, wordt gewerkt, moge niet aanlok
kelijk zijn. Indien wij maar verzekerd kun
nen zijn van f.en loonenden binnenl. prijs
zijn wij reeds op den goeden weg. Onze be
langen zijn bij den> heer Valstar en diens
andere collega's bestuursleden in goede
handen. Het bestuur besluit daarom u het
voorstel al8 thans Ingediend, te ontraden.
Uivoerig wordt door de vergadering nog
over deze zaak gediscussieerd. De vergade
ring neemt hierna aan het praeadvies van
het bestuur.
Hierna komt in behandeling een voorstel
van den heer C. Barnhoorn inzake het sta
tiegeld voor materiaal. Het bestuur zegt
ln een praeadvies dit voorstel als onuitvoer
baar te achten en het de vergadering te
moeten ontraden; Do vergadering te van
hetzelfde gevoelen en na zeer lange dis
cussie wordt het voorstel verworpen met
bijna algemeene stemmen, Wel wordt het
bestuur opgedragen tegenover koopers die
mlsbuik maken van materiaal der leden
door dit voor eigen bedrijf te gebruiken en
soms waardeloos terug brengen, streng
op te treden. Om dit euvel te voorkomen
wordt nog aanbevolen verhooging van sta
tiegeld. Dit zal bepaald worden in de Junl-
vergadering.
j Bij de rondvraag vraagt de heer N.
l Bos om «en hoogere boéte te ei6chen bij
overtreding van het reglement inzake het
verplicht veilen of althans dit artikel beter
te handhaven. Indirect lijden die leden die
zich stipt aan het, regiemeent houden schade
door het ontduiken door anderen. Het be
stuur noemt verschillende oorzaken die
sommigen ertoe gebracht hadden zich niet
aan de voorschriften te houden, zegt echter
toe, dat voortaan aan het desbetreffends
artikel streng de hand zal worden gehou-
den."Het bestuur doet hierna mededeeling
dat door den terreinbeambte voor de le
den worden vervaardigd z.g. koolkragen,
welke dienen ter bescherming der koolplan-
ten tegen de koolvlieg. Deze kosten den le-
i den 6.50 per 1000 stuks. Zij worden dóór
den Phytopatologischen dienst te Wage-
ningen aanbevolen als een zeer goed mid
del tegen de koolvlieg, die haar eieren legt
bij de koolplant, waardoor z.g. worm ont
staat en de planten voor een groot gedeel
te wegvallen, hetgeen soms voor den tuin
der een groote ischade zijn kan. De heer N.
Bos heeft het vorig jaar in»overleg met den
Rijkstuinbouwleeraar, den heer Volkertz, te
Lisse in Katwijk een proefveld aangelegd
en de uitkomsten waren schitterend. De
heer N. Bos doet verslag van zijn bevin
dingen op dit proefveld en noemt de kool
kragen ook een afdoend middel tegen de
gevreeisde koolvlieg. De uitkomsten zijn
schitterend. Opgave voor deze koolkragyn
kunnen gedaan worden bij den secretaris,
den-heer Jac. Wassenaar.
Na neg enkele besprekingen sluit de
voorzitter te half elf met dank voor de op
komst en de aangename en zakelijke dis
cussie» d<eze belangrijke vergadering.
VOORHOUT.
Het patronaat, Zondagavond had Ln
het Patronaat de plechtige intronisatie
plaats van het beeld van het H. Hart. Voor
deze plechtigheid waren 'de vaders en do
nateurs uitgenoodigd. De vóonzriJtter, de
her P. N. Vesteir, dankt o. m. aJlen, die
(hadden bijgedragen), om het patror.aats-
gehouw au Ik een prachtiig H. Hairtibeeldl te
schenken. Nadat de ZeerEerw. heer Pas
toor een korte toespraak had gehouden
verrichte ZijnEerw. die plechtige intronL-
satie.
Hierna zongarj een vijftal jongen» van
het Patronaat een hed, waarbij de heer
Vermeijs op de pianJo begeleide.
Vervolgens hieldi een der jongens een
van dankbaarheid! getuigende toespraak
tot den ZeerEerw. Heer Pastoor en bood
ZijnEerw. als bewijs van erkentelijkheid
een viertal boeken aan.
Ook de ZeerEerw. Heer v. d. Burg werd
hierna toegesproken en namen* de jongens
van het groot-patronaat werden ZijnEerw.
bi paar mooie vazen aangeboden.
Hierna waa het feest geëindigd.
Professor v. d. Burg gaf nu zijn twee
den Oudersavomd, en sprak over de vreug
den van het leven in het bijzonder van het
kinderleven.
(Prof. 'd. Burg heeft ons een reek*
bijdrager, over dit onderwerp toegezon
den, Do eerste daarvan ii io
ons nummer van VANDAAG
geplaatst. Wij maken op deze dm vorm
en ir-houi meer lezenswaardige artikelen,
onize lezers bijzonder attent. De lezing er
van i« nuttig en aangenaam. Red.).
Een collecte ten bate van het tekort voer
het H, Hartbeeld bracht ruim 28 gld. op.
NOOTDORP.
Ned. R. K. BouwvaHarbeidsbond. Do
afd. Nootdorp van genoemden Bond hield
een algemecno ledei.'vergadering, wu.<
door bijna allo leden bezocht was. De Vo
rittor opende de vergadering met J -rj
Chrdietelijken groet, waarna de Secretaris
de notulen las, welke onveranderd werden
goedgekeurd. Er werd besloten een klein©
verhooging var. contributie te heffen om
den penningmeester voor zijn omvangrij
ken arbeid eer. kleine gratificatie te kunw
nem geven. De Secretaris maakte bekend,
dat binnenkort afschriften van het colectief
arbeidscontract verkrijgbaar wouden wor-
derj gestold. Teven* deelde hij medio, dat
het busje, geplaatst bij do contributjobeta-
lir-g ten bate voor de noodlijdende W*en-
eche kinderen, het bedrag vara f 12.—- bad
opgebracht. Hij bracht dank ann de ge
vers, maar sprak er 'rijn tefleurstell-
over uit dat het bedrag zoo gering was, Hij
verklaarde, dat hij vast vcrwadht had dat
petf lid een gulden zou gestort rijn, en i'-U
was het bedrag nog ruLet do helft.
Er word eer.ige oogenblikken gediscus
sieerd over het vaststellen van het loon
voor oud© en invoUëde arbeiders.
Niets meer man de orde zijnde «luit d«
Voorzitter de vergadering mat den Ghriste.
lijken groet
Ingezonden stukken.
jBuiten verantwoordelijkheid der Red)
Roomeeh-Kntholleken van Lelden en
Omstreken.
Door ait stukje, waarvoor da redactie
welwillend eenige plaatsruimte afstaat,
vraagt ondergeteekende namens vele per
sonen uw aller medewerking om het onze
delijke étaleer en te bestrijden.
Het is meer dan schandelijk zooals op
heden de étalage van een bekende Leidsche
firma er uitriei
Ondergeteekende heeft aan de Dlrèctrlce
dezer firma beleefd gevraagd, om te zor
gen, det da étalagepoppen niet meer gv-
hvel of gedeeltelijk ontkleed in de étalage
etaan. Op dit schrijven is nooit een ant
woord gezonden.
Is nu hier niet lefts te <ïoen vooralle
R. K. y e r 0 n i g i n g e id; dat zij o(p
hun eerstvolgende vergadering bespreken,
om niet bij zulk een firma te koop en zoo
lang rij op een dergelijke manier étaleert.
Komt, Katholieken van Leiden en Om
streken, Iaat dergelijke firma's voelen in
hun kog dat rij in strijd handelen met hat
zedelijkheidsgevoel. Koopt niet bij bon.
Geachte redactie, na mijn oprechten'
dank voor de plaatsing van dit stukje
blijf ik
Uw dw. dn.
A. O. TELENG.
Naschrift: De geachte inzendereal
meer geërgerd zijn door de kleedingstukr
ken, welke de bedoelde beelden domor:.
etreeren moeten, dan door de beelden z&lf..
De étalage var: dergelijke ,,klee'dlng"-gtuk-
ken is dan ook inderdaad ergerlijk.
De inzeider noemt den naam der
door hem bedoelde firma. Om meer.
dere redenen, die wij den ir>-
zendeor gaarno persoonlijk willen mede-
dedleh, achten wij het in dit geval niet
goed, zulke te doen»
Mijnheer de Redacteur,
Nu in de ons besturende collages, zoowel
landelijk als plaatselijk zich weer stemmen
geen verheffen van hen die-zich geroepen
gevoelen om te trachten een nadere rege
ling in het leven te roepen voor den ver-
koop, beperken verkoop of totalen uitverkoop
van alcoholhoudende dranken, te het voor
iemand die als handelaar in dat artikel op
treedt weer de tijd om het gevoel van zich
af te schudden, dat men bezig is ^en bedrijf
té decllneeren en een blaam te werpen op
den handel en wandel van Slaateburge;»
die volgens mijn bescheiden nieoning zulks
niet verdienen.
Bet is daarom, M. de R., dat ik u eenige
plaateruimte verzoek ten einde een poging
te wagen om dit vraagstuk 'eons van 'n an
dere zijde te bezien, waarbij ik dan voor
een groot gedeelte zal citeeren de memorie
van toelichting die is gevoegd bij het adres
van den Bond van Distillateura en Likeur
stokers aan de Tweede Kamer naar aan
leiding van het ontwerp van wet tot wijzi
ging van de Drankwet ingediend door rie
hforen Rutgers, c.s.
Onze bestaande Drankwet gaat uit van
het beginsel, dat het gebruik van sterken
drank geoorloofd is en dus niet wordt be
schouwd als een kwaad, maar dal alleen
misbruik als zoodanig behoort te wer
den bestempeld, waarom dan ook de bepa
lingen van die wetten doel hebben, dat zoo.
veel mogelijk datgene wordt uitgeschakeld,
wat, tot dat. kwaad, bet misbruik dus, sou
kunnen leiden.
Daarom beperkt'de Drankwet het aantal
vergunningen; opent do mogelijkheid om iti
buurten, waar een vergunning het guva&r
bijzonder groot zou maken,.hot hebben van
een vergunning geheel te verbieden; laat
ruimte-om op speciale dagen of uren het
gebruik van de vergunning te verbieden;
geeft bepalingen, die het mogelijk maken
die personen van -het vergunningsrecht uit
te sluiten, in wier handen dat recht wellicht
misbruikt zou worden; ontzegt kindoren
zonder geleide den toegang tot vergunnings
lokalen; stelt eischen omtrent lucht en licht
in die localen; kortom in een complex van
bepalingen,- die slechts ten doel hebben zoo
veel mogelijk misbruik tegen te gaan door
onder zoo gunstig mogelijke omstandigheden
in beperkt© en voldoende mate .gelegenheid
te geven tot gebruik van sterken drank, bet-
welk in het systeem van deze wet op zich
zelf als geoorloofd, als oirbaar en eerbaar
wordt erkend.
Wanneer de misschien niet geheel onbe
vangen blik van een belanghebbende nog
voldoende scherpte kan bezitten om de lij
nen afgeteekend te zien, waarbinnen de ar
gumenten en motieven geplaatst zijn van
hen die fcen nadere regeling noodzakelijk
achten, .dan meen ik te mogen vaststellen
dat zij even noodzakelijk van oen der
twee volgende stellingen overtuigd moeten
zijn: ofwel het beginsel der.wet is valsch,
d. w. z. het gebruik van sterken drank is
ongeoorloofd, op zich zelf; ofwel de wet scha
kelt niet voldoende uit datgene wat het
kwaad is en tot erger kan leiden, het mis
bruik.
Heeft de eerste categorie gelijk, waarvoor
van mij geen argumenten verwacht kunnen
worden; is dus het gebruik van sterken
drank op zichzelf ongeoorloofd dan on
verbiddelijk leegpompen en droogleggen.
Maar heeft de tweede categorie gelijk, wat
te cont.roleeren is, dan is er slechte verschil
over de manier waarop, over het tem
po, en dan meen ik ook nadrukkelijk te
rnogten vastleggen dat de strijd tegen het
misbruik het gemeenschap-
pel ij k doel i
Gemeenschappelijk doel, niet slecht* van
Drankwetgever cn zij die verandering van
systeem wenachen, maar van alle weid en
kendie menachen waaronder ik voorloo-
pig met goedvinden nog reken dB belang-
hebbenden, die al bevat de Drankwetgeving
voor hen veel noodelooze hinder en schade.
Jijke bepalingen, gaarne het doc-i der wet
beamen en... helpen bevorderen.
daarboven aan den hemel! Zij is het ge
weest, die het zaadje met langzamen, war
men vinger gewekt heeft; zij heeft met
zoete geluidjes het kind gelokt en nu ziet
zij er .op neer, moederlijk glimlachend. Het
jonge Iplantje strekt verlangende de armen
naar haar uit en opent het lichte bloeme-
ong *en lacht tegen de Moeder, daarboven
aan den hemel. Staat de plant gevangen in
het donker, dan zoekt zij naar elke spleet,
waardoor het licht zich dringt en met
bleeke, zieke groeikracht werkt ze zich r-r
heen. Wendt ge haar af van de zon, dan
b<egint. ze, langzaam en met moeitevol ge
duld, blad en bloem, rank en stengel t.e
wenden en te verdraaien tot zij de Moeder
weder in de oogen kan schouwen. Er ligt
iets roerends in de trouw, waarmee de
zonnebloem haa groote, zware kroon naar
de zon richt. Het gele, vlammende bloeme-
nangezicht is zelf als een beeld der Dag
vorstin, en blikt als in stomme, dankbare
aanbidding tot haar op, en volgt haar
langzaam en staart haar verlangend na,
als de koningin des avonds de purperen
gordijnen om haar sponde schuift. Menig
bloempje vindt het dan niet meer de moei
te waard, de oogen nog langer open te
houden; bet sluit de zachte blaadjes en
krimpt ineen, als voelde het. zich verlaten,
nu de lieve zon er niet meer is. En hoe
hebben de dieren de zon lief! Hoog in 1e
toppen der boomen zien merel en; spreeuw
naar haar uit en roepen haar met smach
tende zangen en begroeten' haar met jubel
tonen. Naar het zuiden rich't de vogel den
ingang vari zijn nest, opdat, de zon met
warme hand het jonge broed strode; en
niets is te vergelijken met het welbehagen,
waarmede de kat zich knipoogend uitrekt
in hét warme zond. Zelfs het koude, stom
me volkje in vijver en beek komt uit' het
koele duister en laat zich behaaglijk wie
gelen in het zonnige water. Wanneer bij
ons de dagen korten en de zon haar glans
verminderen gaat, dan ontwaakt in de
kleine hartjes der trekvogels het verlangen
naar het lichte Zuiden en zij maken zich
op tot de groote reis en rij roeien zich dcor
de onmetelijke zee der luchten en trekken
over den ontzagwekkend en Alpenmuur en
snellen over de eenzame waterwoestijn,
naar zonniger stranden. Verlangend staart
ons oog z* na' ach, konden wij maar
medetrekken! De oude drang naar de zon
nelanden ontwaakt in ons hart. Ons,
Noordlanders, is hij aangeboren en zoo
menigen reiziger heeft hij naar Italië ge
voerd, deze oude drang, die wellicht een
heimwee is uit de eerste jeugd van uns
volk, die in het verre Oosten heeft gebloeid
Er is een tweestrijd, diep in ons gemoed,
een trouwe liefde voor het donkere woud,
voor de groene weide, voor de bruine heide
van het vaderland .met al hun strenge
zwaarmoedige schoonheid en tegelijk
een brandend verlangen naar de zon, naar
den lachenden hemel en de heldere kleu
ren van het Zuiden. Is hij daarginds, de
zonnezoeker, dan ruischt 'bet verre woud
door zijn donkere droomen; keert hij terug,
dan weent zijn ziel om licht' en kleuren
gloed.
Een schoone droom! De zon na te snel
len, de hand aan den sleependen zoom ven
^aar purperen mantel, gelijk het kind de
egvluchtende moeder naloopt.
Een zeldzaam zonnesmachten glotlt
dikwerf ln 's menschen ziel, wanneer hij
sterven gaat. De ziel wil niet in donkeren
nacht schelden gaan en wacht op den mor
gen, op hel licht op de Zonl „Ach, dat de
zon toch maar spoedig mocht opkomen",
zoo zuchtte reeds zoo menige bleeke mond
en zoo menig brekend oog heeft het nade
rend morgenrood, de eerste voorbode van
de zon, met dankbare, tot rust gekomon
blikken begroet. Lit het licht is de ziel ge
boren en nnnr hel L'cbl keert zij weer.
Het zonnesmachten, dat alles uit het
duister in het licht trekt, dat alles tot hoo-
ger onlwikkeling vormt en brengt, dat met
toovermacht door hïl gansche Heelal grijpt
en een gouden keten slingert om het wor
den en geschieden, om hel rijpen en vol
brengen is het g£en heerlijk symbool --
ja, meer nog dan dat: is het geen borg
tocht voor den triomf van het goede en van
het schoone? Want het zonnesmachten is
niet slechts, het schept en het werkt. Voor
het kortzichtig oog mag het schijnen alsof
de wereld in een eeuwigen, zinloozen kring
rondwentelt en zeifs, onder den last van
haar rwaarte in de diepte zinkt; het is
niet waar: de wereld stijgt omhoog naar
een heerlijk, verhaven doel. Door het zonne
smachten gedreven zweeft rij opwaarts
waarheen? waarbeen? waarheen anden
dan naar de Zon, de bron van hel licht,
de bron van het Leven."
Evenals door de schepping vaart eru
smachten naar de zon, zoo ook is de geh-iole
schepping het zonnesmachten is er slechts
oen symbool van! aangegrepen door een
onweerstaanbaar snakken naar geluk. De
mfensch alleen is zich bewuist van die stre
ving. Daar vreugde het genot is van verkre
gen geluk, zal eerst het bezit van U e t
Geluk, het bezii van God, volkomen vreug
de, d. i. bevrediging des harten schenken
Toch zal alles, vooral wat medehelpt fin
tot God te komen, maar ook wat met God
genoten kan worden, in meer of mindere
mate gelukkig maken, vreugde bieden..
,,De te©! der vreugde is onze moedertale".
Een hart, dat zich sluit voor vreugd'e, ver
dort, verkwijnt, streft weg. Het hart, dat
geen vreugde wil kennen, verzaakt aan een
bestanddeel des levens: geluksdrang, drang
naar vreugde, bevrediging van zielesmach
ten. Wij zijn gebortjn voor geluk, voor
vreugde. Bij alles, wat wij doen, zoeken wij
vreugde. Het licht, het geluk, de vreugde is
ons levenselement. Zooals het Heelal de
zon tegenlacht, zoo ook heeft ons leven
behoefte aan een zon. De Zon nu des levens
is de vreugde. Een leven zonder vreugde
kan niet lang bestaanHeel het leven
geen ware vreugd te vinden, het zal zicli
tevredenstellen, of neen zich „behelpen"
met schijnvreugd: maar vreugde zoekt ieder
leven. Want vreugde is de bevrediging met
gevond'en geluk. En naar geluk streeft ieder
schepsel van nature.
„Het,ls een bekend feil", verhaalt ons P.
v. d. Tempel, „dat op sommige tijden van
het jaar bij den vuurtoren, den Brandaris,
droeve dingen worden afgespeeld. A1b de
avond gevallen is en de electriische vlam
van den toren door de prisma's haar breede
lichtbundels to-t vèr in de duisternis werpt,
ziet men opeens zwermen trekvogels op
dat verblindend licht aanvliegen. Door dc
helle stralen aangetrokken en betoovsrd,
vallen zij op het licht aan, gaan weer heen,
maar vliegen, als door een geheime macht
aangetrokken, telkens en telkens op het
licht Ln. Arme dieren! Terwijl de kleuren
pracht van hun roode en blauwe vederen
door het wonderlicht no gr stralender en
glanzender wordt, bonzen zij telken* feller
en woester tegen het barde glas, totdat zij
op het eind door afmatting uitgeput met
geknotte vleugels en gebroken snebbon aan
den voet van den torep neervallen. Daar
liggen zij dan des morgens in honderdtal
len verstijfd uitgestrekt op den bazalten
vloer van den vuurtoren."
Dit nu is het beeld van hetgeen plaats
grijpt in de groote menschenwereld. Gelijk
de vogels op het verblindend licht zoo vlie
gen wij op het geluk aan en hunkert ons
hart naar vreugde en genoegens. Wee
echter den gelukzoekende, die zich werpt
op schijngeluk of het ware geluk verkeer
delijk najaagtl
Volgens den H. Paulus is de gfeheele
natuur, al het geschapene voortdurend in
pijnlijk afwachten. Zij heeft gehoord het
hoopvolle woord van den God van het
Parardijs, zij hoopt dientengevolge op het
geluk, zij verwacht het met smartelijk
heimwee. Het is als viel in de natuur een
lichtstraal uit het Paradijs, als klinkt van
daaruit nog voortdurend een echo na van
het vervlogen geluk cn de hoopbrengende
Belofte
En onze kinderen? Hdr kind, dat nr.g
het mee&fc „natuurlijke" onder de verstan
delijke wezens 1b, gevoeld dP behoefte naar
geluk ook het meest.' In om1? kinderen is
de drang naar het gelnk, naer de vreugde
hcW krachtigst. ZIJ (hebben ook lm>t£ zoo
weinig woenstand om afwezigheia van
vreugde te drngen. Een jeugd zonder geluk
of vreugde drukt ccn onzalig stempel op
hel geheele-lev^n!Kinderen, die In hun
Jeugd veel smarten moeten lijden zond- r
geluk, zonder vreugde, worden gewoonlijk
mislukkingen, Jenn Paul had ge'ijk: .„Ach
schaft de tranon der kinderen af; hot lange
regenen op de bloesems is zoo dade
lijk"Dus te veel tranen afschaften!
't 1 a n g e regenen is schadelijk!,.. Dpze'fdo
kindervriend zcid© ook: „evenals do eitjes
der zangvogels en het pasgeboren jong van
de duif, zoo verlangen do kinderen alleen
naar warmte. En wat is warmlo voor die
kleine wezens? Vroolijkh^id. Zij doet; de
jonge krachten als morgenstralen opgaan;
zij is de hemel, waaronder alles gedijt, ver
gif uitgezonderd 1"
Het kind zoowel als de volwaswne Miakt
naar geluk, naar vreugd»,
Hag«viI<L G. P. 7, BURG, pr.