Tweede Blad. Zaterdag 15 November 1919 De hongersnood in Oostenrijk. Jonnni Duschek is het twaalfjarig doe litertje van den .e enigen katholieken rechterlijken ambtenaar- in Oberholla- •brun (Oostenrijk), dochtertje uit een gezin van negen kinderen. Zij is door hulpvaardige geloofsgenooten met hon derden andere kinderen uit het ouder lijke huis gehaald en nu ondergebracht in een liefdadig en braaf gezin, ergens in Noord-Brabant. De .vader van dat Brabantsche gezin is welgescld, maar geen rijkaard. Hij heeft ook al voor een talrijk kroost te zorgen, maar desnietemin nam hij met hartelijke goedheid de uitgeteerde Oos ten rijksche op. Het kind is er nu geheel thuis, kvvikt zienderoogen op, sterkt aan, maar houdt den zorgelijken trek om don jongen mond. Thuis is het niet goed, zegt ze dan. En in den stillen fa miliekring vertelt zo dan, eenvoudig, zonder smuk, kinderlijk cn voelbaar waar van hét lijden der gemartelde mensehen in Oostenrijk. Do Brabant sche huisvader sluipt dikwijls slillekens weg om deze ontroerende verhalen en leedigt zijn spaarpot om weer 'n kist met levensmiddelen te zenden naar het benarde gezin van zijn Wanni Maar op een goeden dag lieert hij gezegd: gij moet dat alles eens opschrij ven, dan zal ik het in de courant laten zetten. De menscben in Nederland be seffen niet half, hoe hevig er geleden wordt daarginds in.Oostenrijk. Vertel het hun op uw eigen, kinderlijke wijs en zij zullen, heeft hij erbij gedacht, hun spaarpotten ledigen. Hier volgt de vertaling van het kin derlijke verhaal: Geen kruimel eten in 't heelc huis! Vader ging vroc-g haar de kerk om zijn •eid iret Gods zégen'aan te vangen. Na Mis kon moederhem niets voorzetten... at een drukkende dag! Mijn kleinere zus sen broertjes schr eiden van honger, moc- ston d half wezenloos: waar zou zij eden komen? Zij kleedde zich en ging dc boo- n af om een weinig meel, melk of aard- ipcïe-n te vragen. Zij werd koud de,deur igp\vezen met: „Dat hebben we zelf noo- Moeder ging met beklemd hart cii bc- cefd naar, hu-is.. Onze eerste vraag was ze'iets had meegebracht, Het 'antwoord d ons bittere tranen storten cn moeder radeloos, nvant 'hét was reeds-elf uur niets, riiets was er voor het middagmaal, atwaalf uur kwam vader van zijn arbeid ri/yén zag dat er weder niets te eten was. "lér.gèr kwelde hem, dat laat zich den- Vermoeid van 't werken en dan geen dat. was hard, zeer hard. Wij'gin- tocli bijeen zitten en.baden God om komst. Avonds moesten we in den donker zit- geon kaarsen, geen petroleum, en idiisch licht aanleggen, dat konden wij bekostigen. Zonder dien dag van klein groot iets gegeten te hebben, gingen wij naar l>cd. Zulke dagen, zwaar en droevig, waren ft zeldzaam. Mijne lieve, ouders zeiden als 't zoo voort- verhongeren. wij met onze kinderen, bang gevoel doorpriemt het hart, als in zoo iets aanziet en zelf mede maakt, llijn oudere broeder liep vaak huilend en demvringend door de kamer cn sloeg zijn vuisten op de deuren. Hij doorsnuf- 'ilo het heclc lniis-cm iets eetbaars te iden en moedor moest alles wegsluiten, th wist hij soms iets machtig te worden. Cod gaf echter ook betere dagen. Als er Ie verdoelen viel, kwam, vader eerst dc beurt: viel hij, dan vielen we allen; rolgens werd met de kleinen aangevan- Ik was de eciste der groeten en móést ak toezien. Moeder was altijd de laatste. Ccti vriendinnetje bracht wel eens iets. ar moeder is weduwe cn gaat uit vvcr- kriigt wel eens wat. Dan komt mijn ïPdinnetjc juichend aanspringen met korsdes \lioog zwart brood, die met handdrukken, tranen en kussen betaald worden. i De vaeantiedagen naderden snel. Dan "was ik voor goed van school; dan zou ik moeder van dienst kunnen zijn, die zich ongeveer blind geweend heeft; dan zou ik de boeren afloopcn om wat'te vragen. Dit laatste bereidde ik immer met. kerkbezoek voor om Gods zegen te vragen. Soms be kwam ik iets voor giof geld, na-lang smec- ken; meermalen slaagde ik. niet. Toch wa ren we in hoofdzaak aangewezen op ande ren, want bioodkaailen, vetkoarten, enz. hadden weinig te beduiden; bijna nooit kon men er iets op krijgen. Naar II o 11 a n d. Daar hoorde men, dat de heer X. N. den 28 Juli naar Holland zou gaan cn 73 kinde ren mee 'zou nemen.-Vadc-r hielp alles mee ordenen. Ter hclooning voor zijn diensten zouden van ons twee kindereu meegaan. Een jonger zusje cn ecu nog jonger Lu oor tje werden uitgekozen. Een week voor de afreis ging mijne moe der naar den hoer N. N. om de eischcn van liet Comité te vei nemen. Het antw oord perste haar tranen iiit.de oegon: daar kon zij niét aan voldoen. De goede, lieer zei ont roerd: „Dan zullen wij die meenemen en laat alles maar aan mij over/" Moedei wist niet wat ze liporde, het greep haar zeer aan. „Kern", werd haar gezegd, „vader heeft dat wel verdiénd." Ik had in dien tusschentijd inkoopen ge daan. Moeder reikte mij het bewijs over. Ik -sprong op van vréugde en moedei ween de van geluk. „Die goede lieer Tv. N.", snikte zij. Ik baadde in zaligheid, ging in de kamer cn dankte God. Dan echter vlug voor dc klecrcn gezorgd cm tijdig klaar te zijn. Dit gelukte dank dc hulp mijner oud ste zuster. 1) Den 28en Juli vertrokken wij. Wij ston den om vijf uur op; dan vlug aangekleed om niet tc laat te. 'komen in de vroeg-Mis. Te zes uur waren we in de kerk om onze reis onder Gods hoede te stellen. Na de Mis verzamelden wij ons"op het kerkplein, waar wij vier aan -sier opgesteld werden. Dan met groote schreden naar het station. Daar moesten we nog een half uur wachten op •den trein. Onderlussclren werden de na men opgelezen om tc zien of allen er waren. Natuurlijk, alle 73 stonden gereed! Een droevig afscheid. Wij namen zwaar afscheid! Ik kon mijn tranen niet bedwingen: zij spoten mij dc oogen uit. Ach wat hard scheiden van al die 'dierbaren. Eenc verlichting, dat moeder tot Weenen zou meegaan. Eindelijk stoomde de trein voort. Dan werd geweend, 'geroepen, ook gelacbc-n, zoo hlid, dat men de oorc-n dicht moest houden. Om 10 uur waren wij in Weenen Aan 't station moesten we twee uren wruhlon. Om 12 uren gingen we met de electrjsche naar het Wcsterstaticn. Daar stonden reeds 500 Weener kinderen te Wachten, die ook de reis naar Holland zouden 'onderne men. Zeer vele ouders waren er bijeen om van hunne kinderen afscheid te nemen. Hoe goed dat moeder,was meegegaan, want vooreerst .was mijn zusje-in de clcctrisehc or.wel geworden en dan, er was aan- dot giodc station veel gedrang en gevaar, lat ik mijn broertje en zusje kwijt zou raken. Daar kwam dc speciale trein met bloe men c*n kransen versierd. Alien liepen op den trein toe om een plaats te bemachtigen, want er waren 575 kinderen. Moeder is aan onze coupé gebleven tot wc vertrokken. Met betraande oogen heeft ze ons nagezien zoo ver mogelijk. Ze verbood ons te weenen en \\o stemden lachend in met hei dave rend, donderend A d e. en H u r r a, toen we de overkapping uitstoomden. Ka Jinaal Pifl gaf dé langzaam voorbijrijdende kin deren vele malen zijn zegen. Tot dan had niémand aan eten gedacht, maar ave: builen Weenen overviel «ilion een gevoel van honger; allen in onze coupé gingen eten. Ons bad moeder siechts drie stukken brood kunnen meegeven, die zij bij andere menscben had moeten vragen; een vriendin had vóór de afreize nog diio stuk jes -spek geluncht. God mocht voor 't ove rige voorzien; thuis werd gebeden. Voor hel e e r si weer een b o t e r h a m. Groot was de vreugde toen we Duitseh- land instormden. In Mannheim bekwa men wij, ja „boteihaih" roet-melk. Wij riepen: „Wal wordt hier uitgedeeld? Bof er-- ham? Hoe ziet dat er uit? Wat is dat?."' Ieder kreeg een 'stuk „boterham". Wij aten met. vrome aandacht. O! hoe kan toch iets zoo heerlijk smaken! Kon ik nog maar meer krijgen! Hiertoe bestond uit zicht. Men vroeg of wij nog meer boterham beliefden. Eén lange, herhaalde uitroep schalde: „Asjeblief, asjeblief, ik nog boter ham." Zoozeer -smaakte dat eerste stuk naar meer. Onder luid „Hoch Deutschland" reden wij van Mannheim af. Er was nog een weinig clen en wij brach ten het Ic-t Woensdagmorgen, dank /.ij de zorg der begeleiders, die voor minder be deelden inzameling hic-lden. Geslapen heb ik in den trein eigenlijk niet. Ik zal als eenige groote bij 10 kleinen die ik 's avonds, toen 't donker werd, (er was geen verlichting) in slaap komman deerde. Twee had ik er in het net gelegd, andcie op de banken, anderen op den vloer. Ik zocht maar een plaats, maar alle ruimte was ingenomen. Nog zoekend hoor de ik daar boven gekraak en kwam juist bijtijds om een der kleinen uit het ge scheurde net op te vangen. De andere, mijn broertje, werd bang cn vroeg schreiend om verlost tc worden. Na. veel passen en schik ken eindelijk allen in rust, ik hurkte neder in den doorgang. Slapen lukte echter niet; nu en dan dommelde ik wat j.n, maar ten slotte stond ik op'en zocht in den donker een ligplaats. Tevergeefs! Nog eens naar mijn huishouden „omgezien" en eindelijk begon lat ecnigszins licht (e worden. Het landschap gaf afleiding.. Die wakker wer den in mijn coupé ging ik wasschen cn verder opknappen. Den tweeden nacht heb ik met een vrien din, die 't ook niet vinden kon, voor 't raampje gedaan om lichtjes to zoeken en schaduwen te ontraadselen. Daar kwam Woensdagmorgen een man door den trein, dien wc half begrepen. We dachten, dat hij ons moed insprak en dat we „Holland raderde»".- Holland! Daar krijgen we melk, melk, -melk! Maar even en dan verder! In Arnhem werd weder „Let ei hour' uitgedeeld, maar nu met worst. Snikkend van vreugde heb ben wc die eerste Hollandsehe spijze ge nuttigd. Eindelijk! Het Beloofde Land! Ilct beloofde land. Angst der kleinen voor de Hol landsehe rautse n! Tegen 9 uren stapten de eerste kinderen uit, eerst de Wcensche. Wij hadden nog den lijd. Achtereenvolgens werden ook aan ons kaarten verstrekt, waarop de namen van onze pleegouders vermeld v. aren. Wat verrukkelijke, vergezichten! Wat hoera ging er op a oor den eersten molen dien we ontdekten. En die Hollandsehe mutsen. „Och! gilde mijn zusje, als ik maar riet i ii zoo een kom en ze sloeg- de han den voor de oogen cn spr-eng van 't raam- pjo weg. Histegen de eersten onzer uit met do laatste Weenschc, ach ook mijne ■meest.geliefde vriendinnen,-die ons mond voorraad gegeven hadden. Ik gevoelde een groot wee en 't werd leeg daar binnen. Nog erger was 't toen alle begeleiders en bege leidsters, .ook „de goede lieer" ons verlie ten cn wij met eif móesten blijven. Een dame," die geen Duilséh verslond, voerde ons vérder., immer verder, steeds eenzamer. -Ach, her naar is dat: steeds verder, steeds eenzamer! We werden stil en zacht vielen onzo tranen neder. Geen landschap trok ons aan; we waren droef cii mat. Nog eenmaal.overstappon, wachten, we der instappen cn nogmaals dat versuffende, verdoovende gerommel! Scheid e n doet p ij n. Daar wenkt men ons e i n d e 1 ij k uit den trein. Een Pater cn een heer wachtten oias af. Ook een rijtuig stond er. Een jon gen werd opgeladen; zijn zusje wilde mee; mocht niet; broertje wuift, zusje snikt, weent, huilt en laat zich willoos meetrek ken. Reeds lang waren wij allen beklemd door namclooze naarheid, we weenden c-n snikten piet zusje mee, één in ongeluk, één in tranen. Zoo trok de stoet moeizaam Aoort. We kregen iets in een rood papiertje cn ons werd in goed Duitsch'! gezegd: „Dal kun je opeten! Sommigen scheurden ile papiertjes af en een donkerbruin koekje kwam to voorschijn, dat heerlijk geurde.Wc vroegen elkaar wat dat zijn kon. Daar juicht er een: Chocolade! Als uit een langen droom ontwakend herkende zij aan den.smaak en don geur de-kostelijke lekker nij uit vroeger jaren! Wat heerlijke af:ei- ding! Is Holland dan bet huisje van Hans en Gretel. Zoet aangedaan hoorden we er een zeggen: ,,Dat wil ik voor moedertje bewaren." Daar kwamen ons vele kinderen tegen- geloopcn. We lazen eerst nieuwsgierigheid, maar terstond medelijden in al hun spre ken en gebaren. Ze nemen onze rugzakken en pakken en dragen die naast ons. Dan overtoog ons een zalig gevoel en we zeiden tot. elkaar: „Wat lieve kinderen hier in Holland!" Pas warén wij in 't dorp of groot cn klein kwam toestroomen, velen, vooral on der de kinderen, op k 1 o ni p e n. Toen hebben we hartelijk gelachen: dat waren dan de echte Hollandsehe klompen, die we ons op school zoo moeilijk konden voor stellen. Inlussehen lazen de menscben onze kaar ten en we werden, de een na den ander meegenomen. (Slot volgt.) 1) Er moesten kleeren van grootero kin deren vermaakt worden; dit is bij vele kin deren het geval geweest. .(Vertaler). Uit de Omgeving RdSKOOP. Gemeenteraad, De burgemeester de heer Duval Stalhou- wer is met verlof wegens huwelijk afwezig. Voorzitter is wethouder Jongejans. Be halve den lieer v. Wilgen, wegens ziekte •niet tegenwoordig, zijn alle leden aanwezig De voorzitter opent de vergadering cn stelt voor dc zeer uitgebreide notulen dei- vorige vergadering aan le houden, waar toe wordt besloten. Ingekomen is een sdhiijven van Ged. Sta ten inhoudende verhuring \an een stukje kw eekerijgrond, eigendom van de gemeeir- te. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is een suLs'dic-aanbod van do provincie Zuid-Holland, groot f 7630, om daarvoor tc doen maken, volgens voor schriften der provincie omtrent de uitvoe ring, een 68 meter lange wegverbrecrdJng aan de Zuidkade in deze gemeente. Vanaf dc gemeente-gasfabriek tot do grens der gemeente Waddingsveen. De kosten wor den geraamd op f 2000, waarvan de pro vincie 3/7 gedeelte zal bijdragen, a'smede een bijdrage van de provincie, eveneens 3/7 in de reeds gemaakte kosten voor ver breeding van den weg langs de Gouwe, vanaf de gasfabriek tot de Zuidstraat, w el ke verbreedLng reeds voor rekening dei- gemeente is uitgevoerd en waarvoor aan do provincie subs'dïe is gevraagd. Het praeadvies van B. on W. is. deze voor onzo gemeente gunstige voorstellen van de pro vincie te aanvaarden. De hoer Boekraad vraagt den voorzilier op welke wijze de uitvoering van de GS M. lange wegverbrccding zal plaats,hebben; of er een openbare aanbesteding zal plaats hebben of dat, als tot dusverre -met der- ge'ijke werken, ook dit werk door losse werklieden en gomeciitewerkllcden door dc gemeente wordt uitgevoerd. Spreker is met het oog op vakkundig uitvoeren, alsmede om de hoogere kosten, er geen voorstander van om dit. werk in eigen beheer uit te voeren, en wenscht hiervoor openbare aan besteding. Wethouder v. d. Tak antwoordt hierop, dat dezen .win ter geen voldocrido werk te vinden is voor de vaste gemeente wei.klieden en dit werk tevens voor andere werkverschaffing kan worden, indien dc .gemeente het in eigen beheer neemt. De heer Brand meent, dat al wordt dit werk aanbesteed, desnoods onder aannemers ter pteatsê, d:t toch ook werkverschaffing is, daar de aannemer toch ook dc noodige werkkrachten aan liet werk moet ste'len, en dit de gemeente voordeeliger zal uitko men dan werk in eigen beheer cn stelt dus voor evenals de heer Boekraad, openbars panhr-stedin? ven bet werk. Het voorstel vair. den beeren Boekraad on Brand wordt verworpen; voor alleen be'de voorstellers. Thans is.aan de. orde voorstel tot vevbar- ding van liet. gedeinofe gedeelte aan den Ziiieweg. Een bedrag van f 890 -wordt hiervoor uitgetrokken, daar alle leden van oordeèl zijn. voorloopig no.g geen te groote kosten aan def.en weg tc moeten maken en eerst na een of twee jaar tot bestraten over tc gaan. Enkele leden verzoeken voor be woners aan dien gerlejnpten weg een pad voor rekeniHg van de gemeente fe doen aanloggen van ouden voorraad steenen om n;ot dóór den modder vanaf hun woonhuis naar den straatweg behoeven te gaai Een gehouden stemming mankt irt dat dit niet A-oor rekening der gemeente zal geschieden maar ïr.en zelf zulks kan doen aanbrengen. IRerna sluiting der vergadering. Gemeenteraad. Mevrouw R. Benthem- dc Wilde, lfd van den gein. raad, zal in liet. begin A*an December de "cmeente ver laten. Als zoodanig komt baar zetel in den gemeenteraad vacant. De opvolger van do lijst der S. D. A. P. is de lieer 1'. D. Noest, lal terzetter. Tegenslag van het weer. Door den tc vroeg ingevallen winter, zijn verschillende kweekers, die nog «ets tc veneenden heb ben. zeer gedupeerd. Dc verschillende werkzaamheden in verband rnet het pak- ken van boomen en planten worden daar bij zeer bemoeilijkt. Daarbij nog gerekend'de transportmoei lijkheden, de bezwaren om een wagon te krijgen, zoodat sonis dagen achtereen c^n wagonvracht moet blijven liggen, hetgeen tengevolge heeft, dat dc planten kunnen bevriezen. Het is voor de kweekers tegen slag op tegenslag. Verkoopïng. Bij de verkooping van vaste goederen op 12 November in Hotel Kiaassen, door notaris Maarschalk gehou den, zijn alleen afgemijnd perceel 7: 33 II.R. tuinveld, in bod gebracht op f 2300, op f 2400; kooper J. v. Klaveren J.P.zn., Boskoop;, en perceel 8: twee woningen on der een dak met pcrccal 250 R.R. tuinveld in Laag Boskoop, in bod gebracht op f 6100, verhoogd met f 900, samen f 7000, afge mijnd op f300, kooper de lieer J. Gecrs, te Boskoop, voor de som van f 7300. Alte andere perceclen zijn opgehouden. Eigenaardige inbraak. Een zeer eigen aardige inbraak heeft in den nacht van Woensdag op Donderdag plaats gehad. In den paardenstal van den landbouwer J. Bulk heeft men ingebroken. Een in goede» staat zijnd rijwiel werd meegenomen. Wat nooit gebeurt: voor het gestolen rijwiel Avcrd er een in de plaats gezet wat niet behoeft onder te doen voor het gcslolene. Ra-ra wat is dat? HILLEGOM. Eerste lustrum van „dc Hanze". Woensdag is het vijfjarig bestaan der afd. Hillegom en Omstreken van „dc Hanze" op schitterende Avijze gevierd. In de Parochiekerk van den H. Joseph werd des morgens te 8 uur een gezongen If. Mis door den gèes. adviseur, kapelaan II. J. M. Nieuwenhuizen, opgedragen; vooraf AAcrd het „Vcni Creaior" gezongen. Het zangkoor A'oerde zeer verdienstelijk uit Mis- sa S.S. Cordi van J. G. v. Balen. De meeste leden met hunne vrouwen waren hierbij te genwoordig en naderden tot-do II. Com munie. Na de Mis werd liet Bondslied ge zongen. Des avonds was er. een feestelijke bijeen komst in café „Flora". Dc zaal zag er met hare keurigo versiering rcclit gezellig uit. Ook voor goede muziek was zorg gedragen. De opkomst Avas zeer goed, dank zij ook Je ruime gelegenheid tot introductie. Ook de gewestelijke vakafdeelingen Avaron verte genwoordigd. Te ruim 8 uur opende de lieer P. Klaver, voorzitter der Feestcommissie, do vergade ring met deil chr. grot en heette in cum goedgekozen-woorden allen welkom. Spr. zette het. doel van deze bijeenkomst uiteen en memoreerde, wat de vereeniging irt do vervlogen 5 jaren heeft tot stand gebracht. In verband hiermede herdacht hij de lieer J. W. Kroon, die op zoo eminente wijze 4 jaar liet secretariaat heeft behartigd, doch dit feest niet heeft mogen beleven. Daar het thans zulk een ongedwongen gelegenheid is zijn feestvreugde te uiten in den vorm van een gilt A'oor hot Altaarfonds, Avordt eene collecte gehouden, die f28.45 opbrengt. Hierna hield de heer C. G. v. d. Poll een rede. Op de hem eigen zakelijke, klemmen de Avijze schetst hij den Roomschen Midden stand en wat hij "vermag, indien allen hern steunen met woord en met daad; met het Avoord door propaganda te maken Avaar 't maar mogelijk is, niet do daad door zich aan tc sluiten bij de vakbonden. Spreker spoorde in 't bizonder aan, trouw de verga deringen bij te wonen en beriep zich op den invloed der dames, die hoe langer lioc meer 't vereenigingsleven gaan meeleven en mco (moeten leven. Ilierna word weder muziek gegeven. Mej. Kruijdenberg cn de heer Th. P. v. d. Meij hebben tijd noch moeite gespaard om dezen avond op te luisteren: zij werden dan ook hartelijk toegejuicht. Wat ten gchoore Avcrd gebracht Avas mooi, was kunst, was subliem, cn.de honderden aanwezigen heb ben Averkelijk genoten. Kapelaan Nieuwenhuizen, de ijverige Hanze-adviscur, schetste het mooie, Room-, sche vereenigingslevc-n en feliciteeide be stuur en leden met dit eerste lustrum, sprak levens zijn beste wenSchen uit voor do toekomst der Hanze, dié veel groolsch in haien schoot draagt, mils men voor oogen 14 Charles Maurice de Talleyrand-Périgcrd (1754-1838.) tangen tijd is men in hel onzekere gc- 8t omtrent plaats en tijd zijner priestcr- iiling. In zijne „Mémoires" rept hij cr jcen woord van. Deze onzekerheid ■'lt haar grond in de omstandigheid, dat kt diocees Parijs had verlaten en zich liet bisdom Reims had laten, inschrijven. 18rn December 1779 werd hij dooi' Mgr. Griinaldi, bisschop van -Noyon, in de f'l van het. aartsbisdom Reims tot prics- gewijti cn onderging deze groote hnn- •nszins zonder emotie. Den aArond voieiiiad zijn vriend Choiseub hem een gebracht, cn vónd hem zeer aange- Mi, in tranen wegsmeltend. Hij trachtte zijne gewone energie terug te geven tam tc bewegen nog terug te treden, :l1 Talleyrand ees hem op de scène, die ®rdoor zou veroorzaken, op het vor- fl,dat zijne moeder er zeker van hebben teen zei: „Het is te laat, ik kan niet terug." Wgs na zijne priesterwijding benoemde f|oni hem tot vicaris-generaal. Nu ont- '4 zich voor hem eene eervolle loopbaan, 'te'! volgende jaar, toen in dc provincie 'lr* fen „agent general du clerqé" moest lf|zen worden, viel de keuze op liëm, wat groote- eer, doch tevens eene zware rvoor hem werd. Gedurende den tijd. dö zitting geschorst was, werd aan twee leden, die om de vijl' jaar door twee van :de kerkelijke provincies om beurten werden gekozen, de macht opgedragen, om namens de vergadering op te reden. Zij werden voorgeseld aan den Minister van Justitie, vertegenwoordigen do geestelijk heid tegenover.den koning en de ministers, waakten over de vrijheden'cn voorrechten der geestelijken cn ontvingen en beheerden de geldmiddelen, Abbé de Périgord logde bij dc uitoefening der hem opgedragen taak zeldzame hoeda nigheden aan den dag. Had hij reeds de reputatie, een geestig man te zijn, nu voeg de liij er die van een bekwaam man nog aan toe. Tot belooning A-oor zijn ijver benoemde do vergadering van geestelijken hem in 1782 tot promotor, in 1785 tot secretaris. Spoedig verwierf hij zich eene groote populariteit, door de uitgaven, die hij deed en door zijne bereidvaardigheid, steeds als verdediger der geringe lieden op te treden. Pozzo rli Borgo zei van hem: „Deze man heeft, zich grootgemaakt, door zich altijd to midden van de kleine lui tc plaatsen cn diegenen tc helpen, die zijne hulp hét meest behoef den." Toch A-erzuiihrïe hij niet. ook dc aandacht der grooten lot zich te trekken. Door tus- schenkomst van Mirabeau sioót liij vriend schap niet Calonnè, die hem in de finan- cicelé vraagstukken inwijdde en hem loer de op luclitigén loon de ernstigste onder werpen ter wereld te behandelen, in een of ander hoekje op ccfte canapé in een dc-i; salons. Hij begon zijn leertijd ü.ls' staatsman Het gebruik wilde, dat de „agents géné-, raux clu 'clergé' na ui.t hun ambt ontslagen te zijn, tot bisschop werden benoemd. Nu had abbé de Périgord zicli niet alleen schit terend van zijne taak gekweten, maar daar enboven had de A'crgadering hem nog bij zonder in dc gunst van den koning aanbe volen. Toch rnaakc men voor hem eene uitzondering; zijne voorliefde voor kringen, die. niet al te goed bekend stonden, zijn omgang met mannen, Avier gedrag on ideeèn geenszins eene aanbeveling koiulcn Avezen, zijn vrije levenswijze, waren oor zaak, dat hij ditmaal gepasseerd werd. Mirabeau, die met hem gebrouilleerd was, keerde zicli tegen zijn vroegereu vriend en zei van hem: „Hij is een laag en heersch- zuchtig mensch, een intrigant, begeprig naar si ijk en geld. Voor geld heeft hij zijne eer en zijn vriend verkocht. Voor geld zou hij zijne ziel verkojópen cn hij zou daarin gelijk hebben, want dan zou hij zijn vuil verruilen voor goud!" Voortdurend koesterde hij het vetTang'cii,, om coüto quo coülo eene politieke roi tc spelen; zelfs had hij cr een oogenblik aan gedacht, om in navolging van Mazarin, dc kardinaalshoed tc verwerven A-óór de mij ter. Om dit gedaan te krijgen, had hij zicli gewend tot den Luthofschen koning, Giis- laaf III van Zweden. Deze vorst had een bezoek gebracht aan Paus Pius VI en was verrukt over zijne vriendelijke ontvangst; van zijn kant had de Heilige Vader de goe de hoedanigheden en dc zielcgrootheid van den Scandinavische»- vorst gewaardeerd, van. Avicn dan ook terecht'of ten; onrechte Averd .beweerd, dat hij te Rome Veel in vloed had. Gustaaf III, door Mme de Brionne daar toe aangezocht, was genegen ten gunste van abbé de Périgord als bemiddelaar op Ie treden. Het" scheen dan ook reeds eene uit gemaakte zaak, toen plotseling koningin Maria Antoinette den Oostenrijkschen ge zant opdroeg, zich tegen de bc-noeming te verzetten. De tegenwerking van het hof, die twee jaren duurde, heeft abbé de Périgord diep %egriefd. Aan zijn vriend de Choiseub schreef hij: „Niets gaat mij naar Avenscn. Geen oogenblik voel ik nic gelukkig. Dat zal echter Avel veranderen; ik kan wachten en men zal wel eens inzien, dat een man van vier en dertig jaar, die altijd heeft ge werkt, die vijf jaar lang zijn uiterste krach ten heeft ingespannen, verdient cenigszins anders behandeld te worden/' Om het -verzet van den koning te over- Avinnen, was er inlussehen heel wat noo- dig, niét meer of minder n.l. dan de dood van graaf Daniel de Talleyrand, den vader van den abbé. Lodewijk XVI, die gedurende zijne kin derjaren dc Talleyrand tot leidsman had geluid, c-n hem nog steeds genegenheid en achting toedroeg, bracht hem eens een be zoek. Hij vond den ouden" 'man op zijn sterfbed, treurig cn geheel let neergeslagen. Nu speelde ziel» eene n.erende .-eene af. De zieke richtte zich met inspanning van al zijne krachten op cn o inter tranen herin nerdc hij den koning aan het roemrijrio veri'eden van zijne familie; aan de trouwe diensten, die hij zelf aan de monarchie had bewezen, niet het minst in den zevenjari gen oorlog. Hij riep-uil, dat hij met schande beladen uit de wereld zou scheiden, indien hij zijn zoon moest achterlaten, zonder dat deze Aveer door den koning in genade was aangenomen. Lodewijk XVI, begaan met den toestand van den ouden man, die nog slechts enkele uren tc leven had, beloofde hem, dat hij zijn zoon bisschop maken zon. Toen men later aan Lodewijk kwam Ara gen, aan deze onvoorzichtige opwelling van edelmoedigheid geen verder geA'olg te ge. ven, antwoordde hij: „Ik heb miin woerd gegeven." Den 2den November" 1788, twee dagen voor den dood- zijns vaders, werd abbé de Périgord tot bisschop van Autun benoemd. Hij ontving namens den koning het volgende schrijven: „Gezien de voor beeldige levenswijze, de godsvrucht en de verschillende uitmuntende hoedanigheden van abbé Charles Maurice de Talleyrand, vicaris-genera-pi van Reims, benoemt Zijne Majesteit hem tot bisschop van Autun, .in de overtuiging, dat hij met ijver al zijne talonten zal gebruiken in dienst der Kerk." Aan boA-engenoemdo Avaardigheid Avas slechts een inkomen van 22,0(H) l'tvres ver bonden, doch het bisdom Autun behoorde lol de voornaamste van Frankrijk en word beschouwd" als de gewone overgang naar hel aartsbisdom Lyon. De twee onmiddel lijke voorgangers van abbé de Périgord, Mgr. de Marbeuf en Mgr. do Montazet, Ava-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 7