Ju
mf.
Tweede Blad.
Woensdag 10 Sept. 1319
BINNENLAND.
Letteren en Kunst.
Gemengde Berichten.
DE DOCHTER VAN DEN
BEELDHOUWER.
DE R. K. MIDDENSTAND TEGEN DE
PRIJSOPDRIJVING.
De middenstanders beramen
maatrcgölen ter bestrijding.
Het Centrale Hanzc-Bureau in het bis
dom s-IIcrtogcnbosch heeft den besturen
der plaatselijke afdeelingen van ..De Han
ze" het volgende onder de aandacht ge
in acht:
Waar algemeen de klachten over de
duurte blijven aanhouden en alreeds door
vorming van consumcnlcnvcreenïgingen
getracht wordt aan ongemotiveerde prijs
opdrijving paal en perk te stellen, meenen
wij. dat de georganiseerde middenstand
niet langer werkeloos mag toezien. Te meer
klemt dit, wanneer eenmaal op groote
schaal door georganiseerd varzet van de
consumenten belangrijke verbetering zou
zijn tot stand gebracht, de middenstand in
zijn geheel, schuldig of niet. dc nadeelen
zou moeten ondervinden.
Om het kwaad zooveel mogelijk te voor
komen en zelf aclief mede te werken aan
bestrijding van ongemotiveerde prijsopdrij
ving; komt het ons gewenscht voor. dat
door iedere afdeeling wordt gevormd een
commissie, bij welke de consumenten zich
kunnen beklagen, wanneer zij meenen een
te hoogen prijs voor eon of ander artiikel
te moeien betalen.. Zulk een commissie zou
moeten beslaan uit leden van dc Hanze
van de R. K. Werkgeversvereniging, van
don R. K. Roerenbond en van de R. K.
Werkliedenvereniging. Plaatselijke om
standigheden dienen tc bepalen, lioc groot
hot aantal leden van dc commissie dient te
wezen.
De commissie zal zich, bij hol ontvangen
ecner klacht, belasten met het onderzoek
naar de redelijkheid van den gevraagden
.prijs, zoo mogelijk in overleg met den be
trokken middenstander. Bovendien zal van
haar kunnen uitgaan, directe actie ter
voorkoming van prijsopdrijving, door den
middenstand te wijzen op hel immoreele
van een te hoog opgedreven prijs.
Men verzuime daarbij niet, van do vor
ming dezer commissie in de plaatselijke of"
{^westelijke pers melding te maken en
haar tevens op de hoogte te houden van de
werkzaamheden dier commissie. Mocht
iemand zich bij herhaling sehuldig maken
aan prijsopdrijving, dan zou na waarschu
wing overwogen kunnen worden, zijn
naam te publiceeren.
Men doordringe zich terdege van het boo-
rre belang van deze voorgestelde maatrege
len en verzuime vooral niet, onverwijld de
vorming dezer commissie ter hand te ne
men: daarmede ontneemt men aan consu
menten het recht, den middenstand in zijn
geheel van prijsopdrijving te beschuldigen
en kweekt men bovendien bij bet publiek
het vertrouwen in de rechtschapenheid van
den middenstand.
ARMENZORG.
De h e I n d i g i ng der
S u n c ia 11 s.
Bij de opheffing van de steuncomité's
rijzen er allerlei moeilijkheden voor de in
stellingen van Armenzorg. De .scheidings
lijn moet getrokken worden en bepaald
moet worden, wie der bijgestanen tot deze
instellingen moeten worden verwezen. In
het Juli-Augustusnummer van bet ..Diaco
naal Correspondentieblad voor dc Gerefor
meerde Kerken inNederland",schrijft mr.
M. J. X. van Beeck Calkoen over deze
kwestie, die van actueel belang is en ook
op de aanstaande diaconale conferentie der
gereformeerde kerken te Zwolle zal worden
besproken. Wij halen uit genoemd artikel
het volgende aan:
Het lijdt geen twijfel, of bij het beëindi
gen der steunbeweging zal voor een deel de
hulp, die thans wordt verleend, moeten
overgaan op de instellingen van armen
zorg. Houden we vast aan hetgeen we
hierboven uiteenzetten omtrent het ont
slaan der steuncomité's. dan valt de con
clusie tot hetgeen geschieden moet bij het
beëindigen van de taak dier comité s niet
zoo moeilijk. In den aanvang toch vloeide
dooreen de hulp aan hen. die eigenlijk meer
bij de armverzorging hun toevlucht hadden
moeten zoeken. De scheidslijn, die toen te
loor ging. zal thans te trekken zijn. En
dan ligt het voor de hand. dat de flinke
valide werkloozc arbeiders langs den weg
der werkloosheidsverzekering van het
steuncomité los zullen kunnen worden ge
maakt. De belangrijke uitbreiding, die de
werkloosheidsverzekering hrgog gedurende
de oorlogsjaren, wijst hier den wég. Doch
dan moet ook daarnaast erkenning vinden,
dat het noodzakelijk zal zijn, de overigen,
de minder werkkrachtigen en degenen, die
op grond van hun leeftijd bezwaarlijker
dan anderen weer ,,aan den slag" kunnen
komen, aan den steun der armverzorging
over te laten. Het is wel eenigszins hard,
die verwijzing als onvermijdbaar aan te
nemen. Haar te willen vermijden is sleclTts
uitstel van executie. Want zoolang de ver
zekering ook voor invaliditeit en ouderdom
nog niet wettelijk geregeld is, zullen toch
de. krachten, die wegens lichamelijke ge
steldheid of leeftijd lot de minderwaardige
moeten worden gerekend, vroeger of later
het voorwerp van armenzorg dienen te
worden.
Teneinde de diaconieën, die daardoor fe
zwaar belast mochten worden, eenigszins
fc verlichten, stelt schr voor. ..bij wijze
van overgangsmaatregel" gedurende eeni-
gen tijd denzelfden weg te volgen, die ook
bij de voogdijkinderen zonder bezwaar on
zerzijds wordt betreden Dp overheid kon
b v. voor eiken ondersteunde, die van een
steuncomité wordt overgenomen, geduren
de bepaalden tijd individueel een locslag
veiieenen. die. voor ieder persoon op een
bepaald bedrag vastgesteld, onder zekere
controle wordt uitgekeerd.
Dal dil op den weg der staatssübsidiee-
ring zou voeren, behoefl niet gevreesd te
worden wanneer de toeslag ;n individueel
èr» voor bepaalden termijn welke beide
vereischten als waarborgen moeten gelden
tegen liet gevaar van afglijden naar sioats-
subsidieering wordt toegekend.
Ongetwijfeld, zegt ..De Tijd", is deze
guaestie. ook van belang voor onze Katho
lieke Armbesturen, die zich hier en daar
wel viij plotseling zullen geplaatst zien te
genover eiseben, op wier inwilliging de ge
wone middelen wel eens niet berekend zou
den zijn. vooral nadat de fondsen,w aaruit
voor een deel geput wordt, onder don druk
zijn gekomen van de slechte rendeering.
Wal de heer Van Beeck Calkoen voorstelt,
zal in de vergaderingen onzer Armbesturen
stellig een punt van overweging moeten
uilmaken.
LIJNTREKKERS.
De Christen Ambtenaar" schrijft:
..Sedert de inwerkingtreding van het
dienslvoonvaardenreglement (rapport-Sal-
verda dc Grave) zijn de hoofden van dienst
bij P. en T. gemachtigd bij vermoeden van
simulatie éerii derde der bezoldiging van
den betrokken ambtenaar in te houden. In
dat geval wordt kennis gegeven aan een
uit het personeel gekozen commissie van
3 leden, die "de zaak onderzoekt en rapport
uitbrengt.
.Gedurende de maand Juni werden door
dezp commissie 104 gevallen onderzocht.
In 53 van deze gevallen werd de ooschor-
ting van een derdp deel der bezoldiging
van den betrokken ambtenaar opgeheven.
..Van de 104 zieken dus 51 simulanten,
t Is ergerlijk. Onze maatschappij hoeft be
hoefte aan orde, rust en productievermeer
dering. Maar een deel van het postperso-
neel zorgt inplaats hiervan voor wanorde,
onrust en productievermindering.
..Wij hopen dat do Regeering krachtiar
zal optreden tegen deze schimmelplanten."
DE ACTIE IN DE TYPOGRAFIE.
Beslissing der Arbitrage-
c o ra in s s i.e.
De commissie van arbitrage in het con
flict in de Tvpografe is tot de conclusie
gekomen dat het bestaande geschil kan
worden opgelost, indien:
lo. de A. N. T. B.. en in verband met de
in de C. A. O. erkende wederkoerigheid de
Werkgevers organisaties, zich verbinden
ingeval van eer: werkstaking of uitsluiting
bij niet-nakoming binnen daarvoor gestel
den termijn van besluiten, krachtens de
bepalingen der Collectieve Overeenkomst,
te dien aanzien genomen door- aan dén
door. de Centrale Commissie aangewezen
contractant een boete te betalen van twee
honderd vijftig gulden v;or lederen werk
nemerten opzichte van wien de niel-nako-
ming heeft plants gehad; als waarborg
voor de richtige nakoming dezer verplicli
ting wordt door den A. N. T. B: een cautie
gesteld van 1 25,000 en door de gezamen
lijke werkgevers-organisaties een van
1 10,000, bij geschil omtrent net verbeuren
der cautie ol bij het niet tot standkomen
van een uitspraak der Centrale Commissie
beslist de gewone rechter.
2o. Een commissie wordt ingesteld be
staande uit een even groot aantal verte
genwoordigers der werkgevers- als der
werknemers organisaties met een voorzit
ter, die buiten het drukkersvak staat, wel
ke commissie vóór 29 September voor par
tijen bindend beslist of de. economische
omstandigheden der laatste maanden aan
leiding geven om de looner: op dien datum
voor den verderen duur van de centracts-
periode te wijzigen, zulks met inachtne
ming der gemecntcklassen en zoo ja, wel
ke dio wijziging zal zijn.
De zaak Wesseling.
In een artikel over de wethoudersverkie-
zing zegt ,,De Nieuwe Eeuw" o. a. het
volgende:
„Wat in Den Haag gebeurd is, wij
vinden het voor onze Partij ellendig.
Het is een „sale besogne", het zóóveelste
al, in betrekkelijk korten tijd.
Is bij ons het besef niet meer levendig,
dal op onze politieke mannen niet de min
ste smet mag kleven, dat zij een ongerepte
reputatie moeten hebben, dat onze katho
lieke beginselen alleen iri het openbaar
verdedigd en gehandhaafd mogen worden
door wie zelf die katholieke beginselen tot
richtsnoer van zijn leven neemt?
De zaak Wesseling moet openbaar ge
maakt worden: dat is eisch van politieke
moraliteit.
Wij mogen niet langer laten spelen noch
met dc oer van een onzer politieke voor
mannen, noch-met de eer der Partij.
Van socialistische zijde zijn beschuldigin
gen tegen de lieer Wesseling uitgebracht
en de liberale raadsleden van Den Haag
hebben verklaard, dat het lidmaatschap
van den heer Wesseling in het college van
B. en W. geaclil wordt niet in hel belang
te zijn van dc gemeente s-Gravenhage en
dat zij zijn verkiezing niet kunnen bevor
deren of tot de verkiezing kunnen mede
werken. Bovendien hadden zij besloten
geen zitting te zullen nemen in het college
van B. en W. naast den lieer Wesseling.
De heer Wesseling is een lid van de ka
tholieke staatspartij, dat verschillnde po
litieke functies uitoefent. De katholieke
staatspartij mag een dorgcJiike verklaring
als die van de Haagsche liberale gemeente
raadsleden niet naast zich neerleggen.
Evenmin mag de katholieke raadsfractie
van Den Hahg; die den heer Wesseling
candidaat stelde, zich zulk een behandeling
van haar candidaat laten welgevallen.
Indien maar de helft waar is van het
geen in Den Haag omtrent dit katholieke
gemeenteraadslid verteld wordt, dan teefi
de heer Wesseling als polilick man afge
daan.
Wij maken niet gaarne slachtoffers er»
persoonlijke quaesties behooren niet naar
buiten te worden uitgedragen.
Maar er zijn grenzen.
Het is al heel erg genoeg dat men buiten
onze partij den indruk krijgt, alsof wij het
niet zoo nauw nemen met de persoonlijke
omstandigheden van onze woordvoerders.
Die indruk behoort zoo spoedig mogelijk
te verdwijnen. De behandeling den Katho
lieken van Den Haag door de liberale
raadsfractie aangedaan is grievend. Het te
de vraag of zij verdiend was. Dat moet uit
gemaakt worden en zoo spoedig mogelijk.
Blijkens de houding der I iberalen ge
rechtvaardigd, de heer Wesseling ver
dwijn e en wij vreezen dat andere Kaiho
lieken reden zullen hebben zich te sciamen
Blijkt de houding der Liberalen niet
gerechtvaardigd, dan debh'.n wij recht er
op. dat zij hun verklaring intrekken en dat
alsnog aan den heer Wesseling ec-n zetel
wordt toegekend.
Wij behoeve niet m»t óns le laten spelen,
noch door de liboralen, noch door... an
deren".
De vrije Zaterdagmiddag,
Door den hoofdinspecteur voor den ar
beid te Utrecht is aan de burgemeesters in
zijn ressort bericht dat gebleken is dat nog
niet. genoeg bekend zijn de bepalingen van
den vrijen Zaterdagmiddag en zendt hun
daarom een aanlal waarschuwingen ter
aanplakking.
DRAMATISCHE KUNST.
De Rijkscommissie voor de Dramatische
Kunst, ingesteld bij Koninklijk Besluit van
19 Maart 1919, heeft het eerste deel van
haar rapport aan de Koningin aangeboden.
De commissie had allereerst besloten om
een principieele en een technische sub
commissie in het leven te roepen.
De principieele commissie kwam na een
tweetal vergaderingen tot het formuleeren
van de navolgende voorwaarden in zake:
openbare orde en goede zeden, die met de
grootst mogelijke meerderheid werden aan
vaard:
„In geen geval kan voor subsidie in aan
merking komen tooncelkunst, die de ethi
sche grondslagen van ons volksleven on
dermijnt. Derhalve behoort niet te worden
gesubsidieerd:
a. de opvoering van tooneelstukken, wel
ke rechtstreeks of zijdelings tot ongehoor
zaamheid aan dc wet of het openbaar ge
zag aanzetten;
b. de opvoering van tooneelstukken, wel
ke. hetzij in hun geheel, hetzij in onderdee-
len. de zedelijke grondslagen, waarop onze
maatschappij steunt, aantasten;
alsmede een wijze van tooneelopvoering,
die zinnenprikkelend op den toeschouwer
werkt;
c. de opvoering van tooneelstukken, wel
ke door de wijze waarop daarin godsdien
stige vraagstukken worden behandeld, of
welke door afzonderlijke uitingen kwetsend
zijn voor het godsdienstig gevoel."
Dc grootst mogelijke meerderheid der
commissie meent derhalve, dat, indien ook
bevredigende voorwaarden omtrent de
wijze van subsidieering kunnen worden ge
vonden, onder bovengenoemde voorwaar
den, wat de principieele zijde vnn de zaak
betreft, de tooncelkunst behoort te worden
gesubsidieerd.
De minderheid, bestaande uit één lid
(Herman Heijermans) verdedigde een ge
heel tegenovergesteld advies. Volgens hem
is goede tooneelspeelkunst slechts te berei
ken langs economischen weg.
De Staat subsidieert met géén andere
voorwaarden dan van financieelen aard.
Alle bestaande goede gezelschappen, dat
zijn die, welke onder kunstzinnige leiding
blijken gegeven hebben voor de dramati
sche kunst iets te presteeren. Iedere andere
dan maatschappelijke hulp bedoelende in
menging van den Staat word! door dit lid
verwerpelijk geacht en ten zeerste belem
merend voor de kunst van het tooneel.
Het ligt in de bedoeling liet toezicht op
de naleving van bovengenoemde voorwaar
den op te dragen aan een permanente
commissie. Omtrent de samenstelling van
deze permanente commissie en de om
schrijving van haar taak zullen in het
tweede gedeelte van het rapport nadere
voorstellen worden gedaan.
Het bovenstaand résumé van de gedach-
tenwisseling, gehouden in de principieele
subcommissie, heeft vervolgens nog een
onderwerp van bespreking in een voltal
lige vergadering der commissie gevormd.
De commissie heeft in die vergadering zich
in het algemeen met de conclusies, tot wel
ke de subcommissie gekomen was, ver
een igd.
De commissie is hiermede genaderd tot
het tweede/gedeelte harer taak, welke zal
beslaan in het uiteenzetten van haar ge
dachten. nopens de vraag „op welke wijze
en onder welke verdere voorwaarden die
steun van overheidswege gegeven zou moe
ten worclen.
Intusschen meent zij goed to doen in af
wachting van de afwerking van dit verder
gedeelte van haar taak, thans reeds van
het tot. dusver verkregen resultaat verslag
uit te brengen. Kennisneming toch van de
uitkomst, ten aanzien van de principieele
zijde van het vraagstuk bereikt, zou wel
licht voor de Regeering. aanleiding kunnen
worden dit vraagstuk bij de Staatsbegro
ting voor 1920 zij het aanvankelijk :n
den vorm van een memoriepost ander
maal aan de orde te stellen.
Naar zij vertrouwt, zal de commissie
door indiening van een vervolg op dil rap
port, in liet najaar van 1919 baar taak zóó
tijdig ook voor het resteerend gedeelte ten
einde kunnen brengen, dat het mogelijk zat
zijn ook rnet haar denkbeelden omtrent die
subsidieregeling bij de hehandeling van
gemelde Staasbegrooting. in de Staten-
Generaal rekening te houden.
De gevaarlijke P.us3«n. Men meldt
uit Zwolle;
Het vermoeden dat de Rus Roraschcr.ko.
die te Rotterdam zich z< o hevig verzette
bij zijn arrestatie, dezelfde is als de kame
raad die met Zotr.f de vlucht nam, kan
door mij uit de beste bron worden beves
tigd, K raw sof verbleef hier on.Ier verschil
lende namen. Een van deze is Paraschcn-
ko. Onder deze omstandigheden is het niet
ondienstig te melden, dal Zo tof heat vioe-
ger niet gekend heelt.
Toen Krewzof vijf dagen in het kamp
was, voerden zij het door deze geopperde
plan uit te vluchten naar DuTilsehland.
Zotof me.nde dat. was hij maar eens over
de grens, het bij den bestaanden toestand
in Duitschland niet moeilijk zou vallen het
dorpje ifn den Oeral tc bereiken, waar zijn
familie woont. Krawzof had twee revol
vers. E(*n daarvan gar hij Zotof. Had deze
geweten, wat Krawzof reeds op zijn kerf
stok had, dan had hij niet den tocht meb
hem ondernemen. Zij zijn beide op het
terrein geweest, waar later het lijk van
den jachtopziener van Doornspijk is ge
vonden. Hij is cr echter niet bij geweest
dat deze werd doodgeschoten en kan ook
niet zeggen, dat dit door Krawzof is ge
daan. Daarna zijn zij op dc door hen ga
stolen fietsen naar Deventer gegaan,
waar zij door marechaussee werden opge
houden. Een marechaussee greep zijn fiets
vast, waardoor hij er afviel. Hij hoorde
toen achter zich schieten, blijkbaar door
Krawzof. De zucht tot zelfbehoud greep
hem "aan. Hij trok zijn revolver en schoot
over zijn schouder in de richtiing van den
man, die zijn.fiets vnsthield.Op dat oogen-
blik zag hij, dat Krawzof op de fiets sprong
en wegreed. Toen kwam het besef, dat hij
zijn fiets moest hebt-en. Maar toen hij de
fiets wilde nemen, lag de marechaussee cr
gewond overheen. Als hij zich cr van in
het bezit wilde stallen, moest hij den man
nooden. Dat kon hij niet en hij vluchtte
te voet. Krawzof heeft hij daarna niet weer
gezien.
Het verhaal, dat zij beiden gevlucht Bui-
den zijn op een fiets en een van hen kerm
de, is onjuist.
Toen hij buiten Deventer was. heeft hij
de revolver in het veld weggeworpen. Hij
heeft toen rondgezworven, lot honger hem
ten slotte dwong tot het besluit om naar
het kamp terug te koeren en daar te Mach
te» van zijn land^enooten voedsel tc krij
gen. zqodat het hem mogelijk zou zijn de
reis opnieuw te ondernemen.
Hij stond bij hen zoo goed aangeschre
ven, dat liij niet twijfelde of daarmede zou
den zij hem halpen. Het verhaal van den
veeran en van de twee lieden, die hem bij
het kamp zouden gezien hebben, is niet
waar. Ilij kwam in het. kamp ongewapend.
Naar men mededeelt, is de indruk dien
•Zotof maakt, verre van ongunstig, met
zijn blauwe oogen, zwart haai- en lijdend
voorkomen, tengevolge van een verwon
ding door een granaatscherf, die in Italië
oorzaak was dat hij gevangen genomen
werd. Hij ontvluchtte, maar werd later
weer krijgsgevangene. Daarna is hij uit
Duitschland naar Nederland gekomen.
Hij schijnt een teergevoelig mensch, wat
blijkt als men over zijn moeder spreekt.
Dan moet hij zich geweld aandoen om do
tranen terug te houden. Gewend aan wa
pens, deed hem daarvan gebruik maken,
toen hij zijn lot bedreigd zag. Want hij
hoopte nog eens zijn familile terug te zien,
beseffende dat hij niet lang 'meer te leven
heeft Hot was voor hem een verlichting,
toen hij hoorde dat zijn schieten niet een
menscbenleven had gekost. De ontdekking,
dat Krawzof en Paraschenko dezelfde per
sonen zijn, 'is de grootste ontlasting van
'Zotof, die verdacht werd zoo wol den
boschwocher ais daarna zijn karnoraad
vermoord te hebben.
Eigenaardige beëediging. De beëedt-
ging en 'installatie van de nieuwe raads
lieden (te Nieuwstiadt geschiedde in do...
slaapkamer des burgemeesters, wijl do
burgervader wegens een lichte ongesteld
heid het bed moest houden.
Vroolijke bruiloft. Te Buren, bij Hen
gelo, is de vorige week een boerenbruiloft
gehouden met 1300 genoodigdeo. Naar ver
luidt, was er voor f 1500 aan drank en bier
inge6lagoni
Mijnongeluk. De mijnwerker P., van
Terwinselen, is gisternacht in de mijrt
Wilhelmina door vallend gesteente gedood.
De man laat een vrouw met drie jeugdige
kindoren achter.
Plotseiinge dood. Maandag zakte te
's Hertogenbosch op de Markt een man
ineen, die in de apotheek van den heer
Van Baer word binnengedragen en zeer
spoedig overleed. Het bleek een Belgische
schipper te zijn, die met zijn schip in de
Zuid-Willemsvaart lag.
Bombardement met elerbriquetten.
Nog steeds zijn wij niet achter de verblijf
plaats gekomen van de(n) geheimzinnige,
die zóóveel dagen en avonden de Nieuwe
Kerksteeg te Amsterdam in rep en roer
heeft gebracht met zijn knikker-bombar-
dement. Een niet zoo'n ernstig, maar toch
zeker even raadselachtig geval heeft zich
nu weer voorgedaan en wel op den Haar
lemmerweg. In den laten avond van j.l.
Vrijdag zijn de bewoners der bovenhuizen
'van de ipqrceeilen 7201, 201a en 203 met
schrik gewekt door het gerinkinkel van
(vallende glasscherven. *t Bleek, dat bij
verscheidene gezinnen ruiten ingegooid
waren met eierbriquetten. Het politie-on-
FEUILLETON.
48)
En nu waren zijn pogingen nog tever-
geefsch. Brisefer, Loup-le-Flamant, Colli-
net Colerne en met hen hun gevangenen,
waren verdwenen.
Alleen Clarence zou hen nu kunnen vin
den.
■Zonder toeven sprong Avy te paard en
reed naar Saint-Abraham.
Toen hij vertrok, riep hij tot Sedanne en
Nicole Auclerc:
Wij hebben het nog niet verloren. Goe
den moed!
...Clarence Warwick was reeds naar de
ruinen teruggekeerd, waar hij zijn zoon
niet stijgend ongeduld wachtte.
,Joen hij hem zag komen aanrennen, riep
hij met bevende stem;
Welnu? wat?...
Huguenette en Jeanne zijn verdwenen.
Alain ook. En de schurken zijn noch in de
herberg de „Soleil-Levant", noch in het
huis, dat u hebt aangewezen.
Wanhoop niet mijn zoon... Vooruit....
HOOFDSTUK II.
Nadat Clarence zijn zoon herkend had,
dacht hij lang na. Tezelfder tijd dat hij in
zich de liefde voor zijn kinderen voelde ont
waken, die hij zoo laf verlaten had, werd
{hij .aangegrepen door berouw over zijn
misdadig verleden.
Hij was baanstroopcr geworden in den
waren zin des woords en bovendien moor
denaar.
Het duurde niet lang, of Jude Coquinois
bemerkte dat zijn makkers bandieten wa
ren diic profiteerden van dc onrust des tijds
om zich met goederen van anderen tc ver
rijken.
Maar het was te laat om terug tc treden.
Zijn kracht, zijn moed, zijn vastberaden
heid hadden hem een groot gezag onder
zijn mannen verworven. Hij was een van
dc gewildste leden van de bende geworden
en toen op een goeden dag de hoofdman
door eenige burgers opgehangen was, werd
Jtidc Coquinois, die den Engelschen
schuilnaam van Clarence Warwick aan
nam, zijn opvolger. En juist op dit
oogenblik gaf Gods voorzienigheid hem een
verschrikkelijke les: het scheelde niet veel
of hij had den dood van zijn twee kinderen
veroorzaakt. De gruwel van dit avontuur
lijk leven benauwde hem in al zijn zwaarte.
Gelijk Avy hem gezegd had, was het uur
der beproeving aangebroken.
Hij deed de gelofte om zich geen rust te
geven, voordat hij zijn zoon en de beide
gevangenen teruggevonden had.
Deze gelofte verheugde Avv, die tot tra
nen toe bewogen was bij het zien dat hij
zich niet meer over zijn vader behoefde te
schamen.
Simon, Loup en Collinet verborgen zich
zonder twijfel nog te Troves, waar zij, vol
gens overeenkomst, denzelfden avond nog,
den schat van de kathedraal moesten plun
deren. Een onbekende reden had hen ge
dwongen om van verblijf te veranderen.
Maar zij zouden waarschijnlijk niet naar
de „Groce-de-Dieu" gaan dan in den
nacht met hun gevangenen en den buit,
dien de metselaar hun beloofd had.
Hij vond het dus onnoodig om op dit
oogenblik naar den molen te gaan, en in
.de stad zou Clarence hen wel terugvinden,
die hij zocht.
Hij ging dus met zijn zoon in de stad en
bij het vallen van den nacht gingen beiden
zich posleeren in den omtrek van de kerk.
Zij spionneerden, verborgen in een voor
uitspringenden hoek in de hoop Loup-le-
Flamant en Collinet te zien verschijnen,
van verre gevolgd door Simon.
Zij wachtten tevergeefs tot den morgen,
niet wetend of zij zouden blijven of weg
gaan.
Om drie uur was er nog niemand geko
men.
Toen het begon te schemeren, hoorde
men een groot rumoer midden in de stad.
Clarence en zijn zoon begaven zich werk
tuigelijk naar dien kant. Toen zij de brug
de la Girouarde waren overgegaan en de
kerk Saint Urbain gépasseerd hadden, za
gen zij een groote menigte menschen, sa
mengepakt om dc galg op het plein de 'a
belle Croix.
Het lijk van een ongelukkige bengelde
aan de galg.
De soldaten trachtten de menigte te ver
wijderen. Coquinois en Avy begaven zich
tusschen de nieuwsgierigen. Zij meenden
eerst, dat er een terechtstelling had plaats
gehad, maar uit de afwezigheid der auto
riteiten, die men juist ging zoeken, bleek
duidelijk dat men hier met geen officieele
terechtstelling te doen had.
Dat is een man, dien men gedurende
den nacht opgehangen heeft, zeiden de
vrouwen tegen elkaar. Ja? men weet het
toch niet zeker? Hij heeft een brief op dc
borst.
Men bemerkte inderdaad een stuk geel
achtig perkament op den gordel van den
terechtgestelde.
Het hoofd van den ongelukkige was met
een kap bedekt. Men wist dus niet wie het
was, die een geheimzinnige hand zoo vree-
selijk had gestraft.
Coquinois en zijn zoon wisten er niet
meer van dan de anderen.
Zij wilden tot het einde toe blijven om
bij de ontknooping van dit zonderling
avontuur tegenwoordig te zijn.
Nu hoorde men eenige jongens, die
schreeuwden:
De baljuw. De baljuw!
De menigte ging uit den weg.
De magistraat, vergezeld door verschei
dene notabelen van den Raad. ging tot aan
den voel van de galg. Hij gaf bevel, den
onbekende van de galg af te halen.
Een soldaat klom op een ladder en sneed
het touw door. De man viel op den grond
neer.
Het volk kwam naderbij om beter te
kunnen zien. De baljuw nam het perka
ment en las.
Ondcrtusschen hadden eenige nieuwsgie
rigen het omhulsel van het gelaat afge
trokken.
Maar hij woont hier in de stad, riepen
zij. Dut is een metselaar van de wijk van
meester Sedanne.
Avy en Clarence baanden zich een weg
door de menigte. Zij beschouwden op hun
beurt het gelaat van den ongelukkige en
konden oen levendige verrassing niet on
derdrukken.
Het was Collinet CoIIerne.
De baljuw had het perkament achtereen-