En als het zusje sliep, liep Marietje op haar ntjes en sprak fluisterend met haar pop, ant mammy had haar gezegd, dat de kleine ina heel veel slapen moest, anders groeide niet goed. Langzamerhand begon het kleine kindje haar kennen en Marietje juichte van vreugde, als op Dina's gezichtje een lachje te voorschijn d weten te roepen, als Dina's verwonderde, ■uwe oogen aandachtig haar bewegingen lgden. Zij huilde erg, toen het kleine zusje, dat zij, groote overwinning op zichzelve behalend, r een oogenblik haar eigen mooie, lieve p in de handjes had gegeven, die pop onbarm- tig op den grond smeet, zoodat de kop in izend stukken vloog. Maar mammy legde haar uit, dat Dina dat ■t uit stoutigheid had gedaan, doch alleen r uit onverstand en daarom was zij ook lstrekt niet boos op het kleine zusje, maar zij op haar verjaardag een nieuwe pop gekregen, zorgde zij er wel voor, dat die meer in de vernielende, kleine handjes am. Marietje bemerkte volstrekt geen onderscheid de wijze, waarop mammy voor haar en voor 'na zorgde, alleen maar moest zij hetplaatsjé mammy's schoot, waarop zij vroeger een -twist recht had, nu gewoonlijk aan het afstaanmaar redeneerde zij wijs ]t kwam, omdat Dina zooveel kleiner was, niet loopen kon en nog niet goed in een ltje kon zitten, zooals zij zelve deed. Dina werd grooter en bleek een allerprettigst lkameraadje te zijn; Marietje behield tegen- haar een soort moederlijkheidzij paste er het spelen op, dat het kleine ding zich pijn deed en zich" niet vuil maakte err zij haar bij kleine meeningverschilletjes ge lijk haar zin. „Marietje is een echt moedertje voor Dina," k de jonge vrouw eens tot haar man. „Zoo? Kunnen ze goed samen overweg," de vader, die heel veel van huis was en ijls pas thuis kwam, als zijn dochtertjes al ;n. „0 ja. dat laat niets te wenschen over!" „Gelukkig maar!" „Ja, ik ben er ook blij omik weet niets hrikkelijkers dan zusjes en broertjes, die er elkaar steeds kibbelen en harrewarren rvan is bij de onze gèen sprake." „Zij.zijn beiden zacht van natuur." „Marietje nog meer dan Dinazij geeft de e altijd toe, dat heb ik al dikwijls opge let, als ik ze bij het spelen gadesloeg." Dat is toch niet goed." „Waarom niet?" „Dat zou Dina wel eens wat heerschzuchtig "nen maken." LMaar daaraan kan ik'niets veranderen; ik Marietje £och niet opstoken, om minder en toegevend voor haar zusje te zijn!" [Natuurlijk niet! Maar het is jou best toe- ouwd, om over de ontwikkeling - ik be ten opzichte van de karakters van ons etal een wakend oog te laten gaan en, als noodig mocht zijn, mogelijke foutjes te bé den. Ik zeg het niet, om je te vleien, maar t het de waarheid isJe .bent een beste Sr!" jonge vrouw bloosde bij dien lof. ben blij, dat je tevreden over mij bent." een oogenblik zwijgens hervatte zij Toch ben ik maar Marietje's stiefmoeder.** Het is aan niets te merken." 'k houd ook zoo innig veel van het lieve soms kan ik mij haast niet meer inden- dat ze niet werkelijk mijn dochtertje is." j zelve heeft daarvan geen flauw idee." elukkïg niet, 3at is ook nergens voor Éénmaal zal zij het toch moeten weten." Ik hoop, dat die tijd nog ver weg ishet rd stiefmoeder heeft nu eenmaal geen goe den klank; het is wel treurig, maar er zijn veel menschen, die als ze over een stiefmoeder hooren spreken, dadelijk aan slechtbehandelde kinderen denken, zonder de noodige verzorging en de even noodige liefde opgroeiend." „Ja, dat is zeker treurig, maar ongetwijfeld bestaat er wel aanleiding voor die algemeen verbreide meening; laat ons hopen, dat het aantal uitzonderingen, die den regel "bevestigen trouwens, heel groot is; jij bent in ieder geval een uitzondering, die wel dubbel geteld mag worden!" Zij lachte vroolijk om die vleiende opmer king en zij spraken dien avond niet verder over dat onderwerp door. Toen Marietje zes jaar was, moCst zij naar school en dit gebeuren kostte aan de kleine Dina menigen traannu had zij niemand meer, om mee te spelen, nu moest zij zich, als mammy in de huishouding of met naaiwerk bezig was, alleen amuseeren. De eerste dagen vroeg zij honderd maal ot het nog geen tijd was, of Marietje nog niet thuis kwam en lang vóór twaalf en vóór vier uur vatte zij post bij het raam en drukte haar gezichtje plat tegen de ruiten om Marietje van zoover mogelijk te zien aankomen. „Daar is ze, daar is ze," juichte zij dan eindelijk, als zij het bekende figuurtje om den straathoek zag verschijnen en zoodra Marietje binnen was, werd zij geheel ki beslag genomen door het kleine zusje, dat haar zoo eindeloos veel te vertellen en te vragen had. Langzanierhand wende Dina aan het alleen zijn, maar de Woensdag- en Zaterdagmiddagen waren haar mooiste middagen en natuurlijk was de Zondag een feestdag, omdat papa dan niet weg hoefde en zijn tijd wijden kon aan zijn dochtertjes. Marietje kwam op een dag later thuis dan gewoonlijk; Dina was al heel ongeduldig ge worden en ook de moeder werd onrustig over het lange wegblijven van het kind; zij kwam eindelijk aanloopeh, niet vroolijk huppelend, zooals anders, maar traag, alsof het haar moeite kostte, haar voetjes te verzetten. De moeder zag dadelijk, dat er iets niet in orde was met het kindzij trok het op haar schoot, streelde het blonde haar, dat vochtig tegen het kleine kopje plakte en vroeg teeder: „Wat scheelt er aan, mijn liefje?" Marietje begon plotseling te huilen. „Wat is er dan toch, mijn schat," vroeg de moeder verontrust „Heb je ergens pijn?" Marietje knikte. „Waar doet het dan pijn?" „Mijn hoofd en mijn keel en. „Zoo, zoo, |nu niet huilen, mijn hartje, daar wordt de hoofdpijn nog erger vanMammy zal je uitkleeden en in je bedje liggendan ga je lief een beetje 'slapen, en dan gaat het wel over „Ik heb zoo'n dorst," klaagde het kind. „Dan krijg je eerst een glaasje limonade, je weet wel van die lekkere roode uit die mooie flesch, is dat goed „Dina ook," fluisterde Marietje. De tranen sprongen de moeder in de oogen, dat lieve kindHoe onlekker zij zich ook voelde, zij wilde geen versnapering hebben, als Dina er niet van meekreeg. Zij keek naar de kleine, die zwijgend met een verschrikt gezichtje naast haar stondzij kuste het kind en zei „Ga spelen, DinekeMarietje is een beetje ziek, maar ze zal wel gauw weer beter worden Stil ging Dina naar haar rommelhoekje, maar haar oogen bleven voortdurend rusten op Ma rietje. die door Moeder op den divan was ge legd en wat haar oogjes gesloten hield. Een paar uur later stond de huisdokter bij het bedje van het zieke, kind en telde de slagen van haar jagenden pols. „Ik ben bang voor mazelen, Mevrouw," sprak hij, j,dat is nu op zichzelf niet erg, maar die hooge koorts bevalt mij niet. Laat de kleine vooral niet bij haar komenIk zal een drankje voorschrijven, waarvan zij ieder uur een lepel moet nemen en ik kom vanavond nog eens even kijken - Een treurige tijd brak aan in de kleine wo ning; Marietje was ernstig ziek en Dina had zich nimmer tevoren in haar jong leventje zoo eenzaam en zooa ongelukkig gevoeld, maar. de vurige gebeden van de ouders voor het leven van hun kind werden verhoord en lang- zaam-aan herstelde Marietje onder de teederc zorgen van 'haar stiefmoeder. Het was een vreugde-dag, toen zij voor het eerst, goed ingepakt, door Papa naar beneden werd gedragen en op den divan gezetzij troonde daar als een koninginnetje, door allen bediend en vertroeteld en Dina gaf haar in de vreugde van haar hartje aJ haar eigen speelgoed cadeau, wat Marietje aanvaardde met een be- teekenisvol lachje tegen haar ouders, dat zeggen wilde „Ik geef het haar natuurlijk dadelijk allemaal terug, zoodra ze erom vraagt!" De ingetreden beterschap nam snel toe; het gezonde, sterke gestel van de kleine patiënte hielp mee om haar spoedig weer op krachten te brengen. Op den dag, waarop Marietje voor het eerst weer naar school ging, was Dina hongerig en klaagde over hoofdpijndes avonds lag zij in een ijlende koorts en het gezicht van den dok ter stond veel ernstiger dan toen hij bij Marietje geroepen werd. „Is er gevaar?" vroeg de vader angstig. „Ik kan er nog zoo weinig van zeggen," kalmeerde de dokter. „Het kon wel bij dezen éénen hevigen koorts-aanval blijvendat willen we ten minste hopen." „Maar als het niet bij dezen éénen aanval blijft?" „De kleine heeft- een' veel teerder gestel dan Marietje!" ontweek de dokter. „Maar maak u niet ongerust vóór den tijd; we zullen eens afwachten, wat de nacht en de nieuwe morgen brengtik kom heel vroeg kijken? nog vóór mijn ochtend-spreekuur. Als het met de keel erger wordt, laat mij dan hal^n vannacht!" Als een wanhopige zat de jonge vrouw bij het bedje van haar kindMarietje's ziekte had haar zenuwen reeds aangegrepen; die hadden nog geen tijd gehad om zich te herstellen en nu kwam deze tweede slag, die nog zwaarder was, want zij, de moeder, wist maar al te goed, dat Dina's gestel veel zwakker was dan dat van Marietje Marietje werd door iedereen een flinke, stevige meid genoemd, terwijl men van Dina sprak als van een teer popje. De nacht bracht geen verbetering en den volgenden dag deelde de dokter den bedroefden ouders mede, dat. hoewel niet alle hoop bui tengesloten was, zij zich voorbereid moesten houden op het verlies van hun kindhoe voor zichtig hij ook zijn woorden koos, hij kon den slag niet voor.hen verzachten; hij wilde hen niet vleien met ijdele hoop en vond het zijn plicht, hen op de treurige mogelijkheid te wijzen. Stil en bedroefd zat Marietje beneden in de huiskamer; de schooluren, die haar soms wel eens lang geschenen hadden, leken haar nu kort in vergelijking met dc lange, lange uren van eenzaam zitteif wachten of mammie ook beneden zou komen om zich eens met haar te bemoeien en haar te vertellen hoe hét met Dina ging. Den vorigen avond was zij bij Dina geweest omdat het kleine patiëntje om haar riep; de dokter achtte voor haar, die juist de ziekte glansend doorstaan had, het besmettingsgevaar niet groot genoeg, om daarvoor het arme, zieke, benauwde kindje tevergeefs om haar zusje te laten roepen. Zij had Dina's handje gepakt en even met haar gepraatDina had haar toegelachen toen zij binnen kwarif, maar weldra keken de groote, blauwe oogen haar zoo wonderlijk aan, alsof zij haar eigenlijk in het geheel niet zagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1919 | | pagina 7