Is iGiUe Cent".
Tweede Blad.
Woensdag 21 Mei 1919
Martelaars-Bloedgetuigen.
De twee revolutionairen, Karl Liebknecht
en Rosa Luxemburg, die, zooals „Het
Volk" schreef, voor het volk hebben geleefd
en door het volk zijn vermoord, worden
door hun partij genooten wellicht nog ver
eeuwigd als martelaars-bloedgetuigen"
voor een „heilige" zaak.
Zeker, zij hebben voor het volk geleefd,
maar, om het in duivelsclie heerschzucht
te martelaren en ter revolutie en dood te
voeren.
In deze beteekenis zijn zij martelaars ge
weest, niet in den verheven zin van „Mar
telaars-bloedgetuigen" voor de heilige zaak
des Geloofs^gelijk de R.-K. Kerk en zij al
leen heeft en hebben kan.
De Heiligen, die ter wille- van het R.-K.
Geloof of van een christelijke deugd een ge-
welddadigen dood hebben verduurd, wor-
den door de R.-K. Kerk als Martelaars ver
eerd. En wijl hun martelaarschap mee een
schitterend en onweerlegbaar bewijs levert
voor de goddelijkheid van den R.-K. Gods
dienst, roemt zij hen tevens als hare Bloed
getuigen.
Het is een onloochenbaar feit, dat door
alle eeuwen der christelijke jaartelling
over de geheele wereld een onnoemelijk ge
tal menschen van eiken stand en leeftijd
met onovei winbare standvastigheid en de
beoefening der heldhaftigste deugden vrij
willig de wreedste folteringen hebben ver
duurd en bloed en leven gegeven uit liefde
voor Christus en den door Hem gestichten
R.-K. Godsdienst.
Dit Teil nu kan onmogelijk op natuurlijke
Wijze verklaard^worden. Zulk een zedelijke
kracht gaat de "natuur van den mensch te
boven. Daartoe is hij uit zichzelf niet in
staat. God nfoeTKem daarom zijn tusschen-
komst en hulp geschonken hebben. Wijl
God echter, de Waarheid zelf, zijn hulp
niet verleenen "kan tot bevestiging van een
ralschen, maar alleen van den waren Gods
dienst, is de R.-K. Godsdienst de ware,
door God gewilde Godsdienst en zijn de
getuigenissen der -Martelaren "het.onom-
stootbaar bewijs van. die waarheid.
Christus zelf beloofde die hulp met de
woorden: „Ziet, Ik zend u als schapen mid
den onder de wolven... Maar, als zij u over
leveren, woest dan niet bezorgd, hoe of wat
gij spreken zuH, want in dat uur zal*u wor
den ingegeven, wat gij spreken moet. Im
mers. niet gij zijt. het. die spreekt, maar de
Geest van uw Vader is het, die in u
spreekt". (Matth. X, 16-19 20)
Christus zelf ook verzekerde, dat de ver
volgingen en het lijden, dat*men de Aposte
len zou aandoen, dienen zouden om getui-
genisMe geven van de waarheid zijner leer.
(Luc. XXI, 13).
Ongeloovigen, en andersdenkenden heb
ben beweerd, dat het getal Martelaars niet
zoo groot geweest is, als werd opgegeven.
Kathfftieke geleerden echter hebben de on
waarheid dier beweringen afdoende aan
getoond. Christelijke en heidensche schrij
vers getuigen eenstemmig, dat het getal
Martelaars gedurende de eerste drie eeu
wen van het Christendom zeer groot is ge
weest. En volgens de meest geloofwaardige
(schrijvers van latere tijden is het getal
Martelaars, datr Tn den loop der eeuwen
voor de belijdenis van het R.-K. Geloof 'of
Van een christelyke deugd bloed en leven
gaf, zelfs niet bij benadering te bepalen.
En het waren menschen van eiken stand
en -leeftijd: overheden en onderdanen,
vrijen en slaven, geleerden en ongeletter-
den, rijken en ar ra én, priesters, klooster
lingen en leeken: mannen en vrouwen,
grijsaards en kTncTeren.
En zij allen hebben de w,reedste folterin
gen en den dood mef onoverwinbare stand
vastigheid en 3e beoefening der heldhaf
tigste deugden doorstaan. Ze werden ge
kruisigd of doodgegeeseld, levend hegraven
of verbrand, door martelingen of wilde diè:
ren verscheurd. Ze ondergingen alles, ge
tuigde de heiden Seneca „dat de memsche-
lijke "Trarbaarschheid kon uitdenken". En
toch hieven zij standvastig. Niets kon hen
in Jhun geloof in God, in hun gehechtheid
aan den R.K. Godsdienst en in hun hoop
op,den hemel aan het wankelen brengen.-
Noclf~3e schitterendste Aanbiedingen van
geld of goed, eere'-ambten of gunstbewij
zen, nocïT'tle smadelijkste miskenningen
of verachtingen, noch het vreeselijkstc lij-
flen of de wreedste dood. Ze verduurden
dat allee met vreugde. Geen enkel woord
van haat of wrok, maar alleen een liefde
verzuchting tot God of een bede voor hun
folteraars kwam over hun lippen.
Zulk een heldenmoed en trouw werd
soms hier op aarde reeds beloond. Niet
zelden geschiedden er Wonderen bij de mar
teling. Water en vuur weige>rden hun fol-
terdienst, of bloeddorstigeleeuwen en tij
gers werden gedwee en kwamen de voeten
der martelaars likken, of de marteltuigen
braken op onbegrijpelijke wijze in stukken,
enz. En dat niet alleen, maar dikwijls ge
beurde het ook, dat de beulen, bij het zien
van de bovenmenschelijke sterkte, de on
verstoorbare kalmte en de hemelsche vreug
de van hun slachtoffers, zich bekeerden
en zelfs de martelkroon verwierven. En dat
getal bekeerlingen moet wel groot geweest
zijn, wijl Tertullianus getuigt.%„Hoe meer
men ons wegmaait, hoe meer wij in aantal
toenemen; het bloed der Martelaars is het
zaad van nieuwe Christenen".
Zoo hebben de Martelaars met Gods hulp
duivel en wereld en hun volgelingen over
wonnen, en waren zij door de opoffering
van bloed qn leven niet alleen schitterende
getuigen voor de goddelijkheid van den
R.K. Godsdienst, maar ook machtige mede
helpers tot bekeering der dwalenden. En
dit is wellicht de drievoudige reden, waar
om ongeloovigen en andersdenkenden het
Martelaarschap in de R.K. Kerk op zuiver
natuurlijke wijze trachten te verklaren.
„De Martelaars werden gedreven door
eigenbelang," zoo beweren zij.
Wél vreemd die bewering, men zou eer
der aan het tegenovergestelde denken. Met
de opoffering van hun leven immers ver
loren de Martelaars alles. Dureay zegt
van de Hi Pepetua, dat zij stierf voor zich
zelf, om eeuwig te leven, terwijl de ware
helden sterven voor anderen, zoodat, zoo
besluit hij, het verlangen naar den hemel,
het persoonlijk eigenbelang de Martelaars
dreef.
Zeker, het verlangen naar den hemel
was mee een der redenen van hun onwrik
bare standvastigheid, doch dit is geen on
geregelde, maar een geregelde, welbegre
pen eigenliefde, welke ieder, die het wel
meent met zich zelf en zijn zaligheid, nood
zakelijk hébben moet wil hij waarlijk
Christen zijn.
Even onzinnig is de bewering, dat de
Martelaars werden aangezet door eerzucht,
om namelilk in de gedachtenis der men
schen te blijven leven. -»
Uit de martelaarsstukken blijkt duidelijk
het tegendeel. De R.K. Godsdienst, waar
voor zij stierven, leert juist nederigheid en
verachting van wereldsche eer. En daftren-
boven, hoeveel Martelaars zijn gevallen in
afgelegen streken, waar zij 'onbekend wa-
fen en bleven en dus obimogeJijk konden
hopen, in de nagedachtenis der menschen
te zullen blijven voortleven.
Ook door menschel ijk opzicht werden de
Martelaar? niet gedreven. Integendeel, zij
vertrapten net en kwamen fier voor hun*
Geloof uit, al moesten zij daarom ook
srnart en het gruwelijkste verduren.
Het is wel gebeurd, dat revolutionaire
booswichten koelbloedig en snoevend op
anarchie en revolutie de doodstraf onder
gingen en door hun partij genooten natuur
lijk als „martelaars" werden verheerlijkt.
Elke vergelijking echter tusschen een re
volutionairen martelaar en een Martelaar
der R.-K. Kerk is eenvoudig onmogelijk.
De nijniging dier booswichten was slechts
kortstb'hdig en zoo zacht mogelijk, de folte
ring der Roomsche Martelaars was lang
durig en uiterst wreed.
Die booswichten konden den dood niet
'ontkomen, de Roomcche Martelaars gin
gen hem vrijwillig tegemoet. Zij hoefden
slechts aan hun Geloof te verzaken, om ter
stond vrijgelaten te worden.
Die booswichten stierven woedend en
hun vijanden vervloekend, de Roomsche
Martelaars Begroetten den dood gelaten en
blij ten biddend voor hun beulen.
Die booswichten vielen als doRc dwepers
en afschrikwekkende slachtoffers van oen
valsche, duivelsche leer, de Roomsche Mar
telr.ars offerden'aTTes, zelfs hun leven, als
kfdme, navolgenswaardige, belijders van
het vare Geloof en schitterende getuigen
voor de goddelijkheid van den R.-K.
Godsdienst.
Welke middelen ongelo v igen en anders
denkenden ook m -g3n vcrinri-n, om dat
getuigenis der Roomsche Martelaars te
ontkennen of de krnrBt ervan te vermin
deren, het zal hun nU/t gelutcken. Christus
beloofde niet zijne, de R.K. Kerk te blijven
tot het einde der eeuwen en IIij zal niet toe
laten, dat Haar een barer glorierijkste kro
nen c door haar vijanden en bestrijders
wordt ontrukt.
Deze waarheid en het voorbeeld der Mar
telaars mogen ons, Katholieken, steunen
en sterken, als ooITwij ter wille van ons H.
Geloof of van een christelijke deugd, strijd
en lijden hebben te verduren.
Manresa; Venlo. P. REIJS S. J.
Uit de Pers.
BIJGELOOF.
Reuter maakt al wekenlang reklame
voor den vliegtocht over den Oceairn, en
wij willen niet zeggen, dat het niet de
moeite waard zou zijn er ceruge beweging
van te maken.
Reuter bereidt dat nieuws zorgvuldig
\oor, vertelt van het getal van vliegtuigen,
van hun soort, hun proefvluchten, bet
booze weer, de windsrroomingen boven
het land en het water, en van vele andere
dingen meer.
Wekenlang hebben de lezers van sommi
ge bladen een bericht van Reuter mogen
slikken, dat stereotiep eindigde met de
mededeeling, 4dat er dien dag... niet zou
gevlogen worden, 't Wordt op die manier
wel heel belachelijkl
Maar eindelijk, daar beterde het weer.
En daar maakten de vliegers zich ge
reed om op te stijgen.
Het was een oogenblik van historische
beteekenis: per vliegtuig over het groote
water tusschen Amerika en Eurcpal...
Lees nu echter volgend hartig stukje
uit het D a g b 1. v. Noordbr.-
„Columbus had, in den goeden opden
tijd vóór hij scheep ging Ons Heer ont
vangen en de geschiedschrijvers verhalen
van zijn bizondere devotie tot de II.
Maagd, sterre der zee, aan wie hij dage
lijks bad om bescherming op zijn ge
waagden overtocht
Voor zulke ouderwetsche dingen hebben
de groote mannen van den tegenwoordi
ge n tijd oor noch oog.
Weet gc, wat men den vliegers bracht,
die daar gereed stonden voor den tocht
door de lucht naar het andere wereld
deel?
Een klaverblaadje van vier.
Heusch, Reuter heeft het met den
meesten ernst over heel den aardbsl rond-
geseind.
Een klaverblaadje van vier!
Dat zijn dan menschen, die ons bekrom
pen schelden, omdat wij gclooven aan
een Heer van hemel en aarde, die macht
heeft over ons leven.
Bekrompen, omdat wij de vrienden van
dezen: Heer, zijne lieve heiligen, aanroe
pen om onze voorsprekers te zijn bij Hem.
Dit Geloof, afgezien van de vraag of
men het aanvaarden of verwerper, wil
is desniettemin zoo redelijk en zoo logisch
mogelijk.
Men heet het bekrompen.
Maar het bijgeloof, dat kracht toekent
aan een klaverblaadje, is onredelijk en
zoo logisch mogelijk.
En het is tip top in de mode."
Klaverblaadje?, Swasticakrnisies, bille-
kens en hoe al die poppetjes en snuisterij
tjes mogen heeten. zijp in de centra's der
„verlichte" wereld mode-artikelen van
den eersten rang. Zij hebben nog niet eens
de pretentie*van de oude afgodsbeelden,
die tenminste voorstellingen waren van
bovenzinnelijke krachten, welke de men
schen, die de Waarheid niet kenden, zich
dachten en verbeeldden.
Maar de pmtsdingen van het moderne
heidendom beteekenen niets en het bijge
loof dergenen, die eraan hechten, is daar
om veel botter en plomper en dommer
dan het antieke.
De moraal van dit alles is zoo zegt
bovengenoemd blad terecht, dat wij dank
baar mogen zijn voor het erfdeel onzer
vaderen, die ons het Geloof nalieten in
den Eenig Waren G<->d, het Geloof ook in
Zijne lieve heiligen, die onze natuurlijke
bemiddelaars en beschermers zijn.
God te eeren en Zijne heiligen aan té
roepen eert onze redeeen klaverblad
van vier als besclvsrmer mee te dragen, be-
leedigt haar. „Res."
Uit de Omgeving
i PHCN a/d. RU*.
Martha-stichting. De Martha-stich-
ting alhier viert feest. Hare Directeur, de
Heer Voors, hoopt 31 Mei a s. den dag tó
herdenken, waarop hij voor 25 jaar in den
echt Had en tevens als predikant werd
beroepen. Het bestuur der stichting heeft
dan ook gemeend dit dubbele jubilé van
FEUILLETON.
EEN EDEL HART.
197)
Maar het woord stikte in hare keel; hare
öogen rolden verschrikt in hare holten,
een groenachtige tint verscheen om hare
lippen en met een doffen slag plofte zij
languit ter aarde. Jacques raakte haar
aan met zijn voet, zij verroerde zich niet
meer.
Ha! morde hij, vervloekte slavin!
Ik heb u niet noodigik zal ze wel al
leen ontdekken, de ijselijke waarheid van
welke ik reeds een deel ken!Wee u
dan, giftmengstersbrandstichters......
moedermoordenaarskinderdieveggen...
ellendelingen!
Zooveel zijn beenen geven-konden, ijlde
hij terug naar Astarac, geheel onthutst
door die nieuwe zekerheid; op 't oogenblik
dat Blanche op genezing hopen mocht,
was zij gedood door die heiligschennende
hand van Diane, die haar alles verschul
digd was!Wat foltering, wat smart,
wat marteling konden haar die nieuwe
misdaad doen uitboeten?
In den namiddag kwam Souriquette ha
ren grootvader bezoeken. Zij was alleen;
Laure bewaakte en verzorgde op Argelles
de .rampzalige Annette Castarède, die te
bed lag.
Wat scheelt haar? vroeg Jacques, die
wilde weten of de voedster van Diane ge
sproken had.
Men weet het niet al te best. Een he
vige koorts verteert haar. Zij weent gedu
rig, maar spreekt geen enkel woord.
En wat zegt de markiezin van die
ziekte?
Zij bekommert er zich niet om. Zij is
ternauwernood eens naar Annette gaan
kijken; zij is geen vijf minuten in de ka
mer der zieke gebleven, en moeder ver
zorgt haar geheel alleen.
Zoo! ge moet de zieke goed in 't oog
houden, en me direct waarschuwen als er
tusschen Diane en Annette iets voorvalt.
Goed. 't Zal gebeuren. Maar ik denk
dat mevr. d'Argelles te veel bekommerd is
met andere ontwerpen, om zich erg met de
zieke in te laten.
Welke ontwerpen?...
Vader Roselin is dezen morgen met
mijnheer Barrère vertrokken. Het zou me
niets verwonderen, dat de markiezin hen
achterna reist onder voorwendsel te Pa
rijs naar een geschikt huis te helpen zoe
ken; zij zal weg zijn op een oogenblik dat
wij er ons 't minste aan verwachten.
Dat heb ik ook al gedacht. Zij zal ver
dwijnen op een oogenblik dat men denkt
dat zij.aan 't wandelen is, zoodat zij geen
minuut uit het oog mag worden verloren,
't Is noodig dat ik trouw ingelicht worde
omtrent het minste harer daden.
Dat is niet moeilijk. Maar ge kondt
iets anders doen, vader.
Wat dan tocli?
Wij zijn zeker dat zij naar Parijs ver
trekt gij hebt mij uw meening niet ge
zegd,. maar ik heb het evenwel geraden,
omdat de hemel mij dezelfde gedachte
ingaf.
Laat hooren of het zoo uitkomt?
Mevr. Diane heeft gemeend de beelte
nis mijner moeder te herkennen in het
medaillon dat gij haar weer afnaamt den
avond van het vreugdevuur. Zij heeft het
echter niet nauwkeurig genoeg kumnen
beschouwen om er de volstrekte zekerheid
van te hebben. Van den anderen kant, hoe
kon dat medaillon in mijn bezit wezen, ik
die bij haar doorga als de wettige dochter
van Roselin Vallauris?
Jacques stemde daarmede in.
Vandaar, vervolgde Souriquette, haar
aardige manier vari mij te bezien, telkens
dat ze mij ontmoet... vandaar ook de min
of meer onkiesche vragen welke zij moeder
doet. Maar hare vermoedens zijn groot en
diep geworden; zij gunnen haar geen
oogenblik rust mepr, po daarom wil rij te
Parijs een onderzoek instellen omtrent
den Directeur niet ongemerkt, te moeten
laten voorbijgaan. Reeds enkele dagen ge
leden werd met ijver de hand aan de ploeg
geslagen, om de gebouwen en voorname
lijk de aangrenzende tuinen in een waren
lusthof te herschapen. Met kwistige hand
werden allerwrgc eere-poorten opgericht,
met voor *dcze gelegenheid locpassendc
opschriften, terwijl de talrijk aangtbrach-
te vlaggen en guirlandes aan het geheel
een feestelijk aanzien geven. Gisteren was
het feest, voor de hinderden kleine inwo
ners, die zingende in optocht door de
tuinen trokken. Mede zal het jubilé van
den Directeur door peisrndel en grootere
inwoners op feestelijke wijze worden her
dacht.
BODEGRAVEN
Statuten. Met Staatscourant No. 116
zijn verzonden de goedgekeurde Statuten
der verceniging „Het Groene Kruis" te
Nieuwerbrug.
HtlLEGOM.
Propaganda-avend. De Hillegomsche
burgerdicht heeft Maandagavond in de
zaal van den heer Van Dnl een propagan-
da-avond georganiseerd, waar als sprekers
optraden kapelaan Van Dorp en de heer
Van Rees, theologisch student en reserve
luitenant. De heer J. H. M. Balvers leidde
de vergadering, heette de aanwezigen en
de sprekers welkom en gaf daarna het
woord aan kapelaan Van Dorp. Deze schet
ste den ernst der tijden en wees er op.
dat de revolutiebedreiging niet van de baan j
is, maar dat we nog staan op eer^ kokende
vulkaan. Verder bleek hij voorstander van
de democratie, mits deze Christelijk was.
De toesland in Rusland en Hongarije wer
deh met schrille kleuren geteekend en als
voorwaarden tot het doen opkomen eener
revolutie noemt hij a. revolutioneering
der geesten, b. beschiking over veel geld
en c. bedriegelijke leuzen. De verschrik
kelijke gevolgen eener revolutie werden
uiteengezet. Deze waren o.m omverwer
ping van godsdienst en kerk, aantasting
van de wetten der zedelijkheid en recht
vaardigheid, verkrachting van het recht.
Luitenant van Rees besprak ook nog de
Europcesche revolutie qn toonde verder
vrij uitvoerig aan, dat het gevaar nog
zeer groot is; ;dat dit echter het best kan
worden afgewenteld door steun aan de hui
dige regeering, door versterking der bur
gerwachten en toetreding tot den vrij wil
ligen landstorm.
De zaal was tjokvol. De burgemeester
woonde vergadering bij.
Veilingvereeniging „Hiliegcm". Deze
vereeniging* (hield in café „Flora" haar
jaarvergadering. De presentielijst werd
door 122 leden geteekend.
De voorzitter, de heer P. v. Waveren Jz.
op'ent met een terugblik op het afgeloopen
seizoen en de vooruitzichten voor 1919 en
releveert eenige oorzaken, waardoor deze
vergadering ditmaal wat laat is. De no
tulen worden 'nu gelezen en goedgekeurd.
De penningmeester doet rekening en ver-
u.iitTvWlai.r5, v,:*. -~ii
liesrekening en balans blijkt, dat de ver-
eeniging over 1918 een omzet had van
rond f 800,000 aan groenten en van plm.
f 10,000 aan zakken. Er werd een winst
gemaakt van f 850C welke werd aange
wend. tot delging van de verliespost f 1500
over 1917, afschrijving veilingsgebouw,
mijntoestel, inventaris, leservefonds, de
biteuren, enz; de nettowinst is f "528.97$.
Door de commissarissen wordt voorge
steld, een en ander goed te keuren, wijl
zij de zaken in orde bevonden. Ilierop
wordt door een der leden de opmerking ge
maakt, dat de alg. vergadering nooit toe
stemming aan het bestuur verleend heeft,
om handel te drijven in zakken.
Het bestuur toonde aan, onder verwij
zing naar de balans van 1917, waarop
f 528.50 winst voorkwam van den zakken-
omzet, dat niet het bestuur voor privé-
rekening in zakken handelde, doch voor
rekening der veiling. De vergadering stem
de zoo goed als met algemeene stemmen
in met deze opvatting en apprecieerde den
door het bestuur verrichten handel. Bij dit
punt werd verder aangemerkt, dat het be
tuur blijkbaar niet had gehandeld (vol
gens het reglement, hetwelk voorschrijft,
alleen te verkoopen onder garantie-stel-
iling; ook ten opzichte hiervan genoot het
bestuur do fcijna algemeene instemming
der vergadering, toen het zich op het
standpunt- stelde, geen bestuur van een
vereeniging te kunnen blijven, wanneer
het niet voor de artikelen der leden een
zoo hoog mogelijken prjjs zou kunnen be
dingen, zonder natuurlijk de njiodzake^
lijke voorzichtigheid uit het oog te verlie
zen. Een koopman, ter vergadering aan
wezig verklaarde,.dat het bestuur nok wer
kelijk niet al te streng het bewuste artikol
moest toepassen, daar hij op de neven
veilingen te Lisse^en Sassorclieim wel ere-
diet genoot; zelfs wilde hij verder gaan on
meedeelen, flat de veili ,g te Lisserhein ook
eenmaal contante betaling had afgedwon
gen, waarop hij die veiling niet meer be
zocht, totdét dat bestuur hem telefonisch
verzocht, toch weer te komen koopen en
wel op crediet.
Hierna werd de rekoning over 1918 bij
acclnmatie goedgekeurd. Na uiting van
eenige ontevredenheid bij sommige leden,
werd de verkiezing van de twee aftreden
de bestuursleden, de beeren Nieberding en
Wildemeijer niet zonder vrees aan de or<*e
gesteld. Wijl de verkiezing bij acclamatie
bestroden werd. stemde men met geslo
ten briefjes. De uitslag was: op den heer
Nieberding 110, op den heer Wiedemeijer
112 der 122 uitgebrachte stemmen. De beer
Nieberding dankte ook namens dfn heer
Wiedemeijer voor het uitgesproken ver
trouwen. De heer Th. Jonkheer werd als
commissaris herkijtfen en nam onder dank
zegging de herbenoeming aan.
De vaststelling van bet te heffen statie
geld voor het n.s seizoen werd aan hot be
stuur overgelaten.
Rij de rondvraag wordt door een der
leden verzocht -me^r te vergaderen; het be
stuur doet toezegging, Nog wordt door een
bestuurslid de vraag aan de vergadering
gestel.l, óf we misschien de leden tegemoet
zullen komen, die schade hebben onder
vonden door het terugontvangen van zak
ken in plaats, van statiegeld. Hiervan
wordt afgezien.
Een ki opman wijst de vergadering' op
het indiogen der boonen tn vestigt er den
nadruk op, tóch zooveel mogelijk voor
goed gewicht te zorgen. De voorzitter
spreekt nu het slotwoord. 'Vj zegt o. a.,
dat de belangen van tuinder zoowel nis
van koopman naar best vermot en door het
bestuur zullen worden behartigd. HIJ
spreekt de hoop uit, dat Lt i1 partijen ook
voor elkanders belangen oeo n o o ;;ul-
lem hebben. Spr. gglooft. rhi bet as sei
izoen, ook al zijn de omstandigheden ven
anderd nog wel zal meevallen, terwijl lik
reeds van vele koopers de toezegging ont.
ving, dat zij de veiling Hi!legom venala
vorige jaren geregeld zullen bezoeken en
opdrachten zulleq geven. Spi\ bedankt alle
aanwezigen nogmaals voor de zoo ondub
belzinnige bewijzen van vertrouwen in bet
bestuur en sluit de vergadering.
Sociale berichten.
D rasi kbe^tri j d er sdag.
De Z.-H. Prop. Cömmi sio van het Dio
cesaan Kruisverbond, Bisdom Haarlem,
houd/t den 2en Pinksten!:- een drankbe-
strijdersidag te Npordn v.a.i/ij als
sprekers zaillen opt rei i 1 i Zt t l'.env.
Kapelaan Brinkman van Heem-mdc, Mej.
C. Arntz, Delft en de Hem- H man,
Den Haag.
D e bijeenkomst zal Ion Men
in het Juvenaaisgeoouv.k m ur n.n.
Kerk. Kaarten zijn verkri te baar bij den
Heer Piet Alkemade, l'iik.Miaat J9 en
op den dag aan 't Juvenaatsgebouw. (Zie
Kruistocht.) r,
Loonen onder landbouw.
Door de commissie vau advies in zake
de herziening van de loonen er. verdere
arbeidsvoorwaarden der werklieden en
beambten, werkz.aam bij de onder de Di
rectie van den Landbouw ressörtecrondo
takken van dienst, is in hare laat >t ge
houden vergadering besloten, den minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel
voor te stellen, aan alle onder baar onder
zoek vallende, categorieën van werklieden
en beambten, in afwachting van de vast
stelling dei definitieve loonregelingen, ta
rekener. van 1 Juli 1911 een voorloopiga
loonsverhooging van f 5 per week toe ta
kennen.
Ned. Bond van R -K. Ziekenverpleegsters.
„In de „Harmonie" 1c Rotterdam hield
Maandag :1c Ned. B.-nd van 11. K. Zieken
verpleegsters zijn algemeene vergadering,
onder voorzitterschap van dr. v. d. Berg".
Deze huldigde de afgetreden Lvnilsadvteeur
rector Eeyssens, en verwelkomde den nieu
wen adviseur pater Snijders.
De secretaris nir. Heer kens Tbijs?< n d-ed
mededeeling over pogingen ooi veu l rid
R.-K. personeel overal gelegenheid tc ver
schaffen de II. Mis te hooren op Zondag.
Mevr. v. Lentv. d. Sclcieck tl"i -
dedeeling inzake een fonds voor -i ag
van een rusthuis voor R.-K. veuph is.
Voorloopig zouden zusters naar hermande
pensions kunnen gestuurd worden, maar
hetgeen er geworden is van de kleine
Mario Foulon, dio zij tot nu toe dood
waande gestikt in den brand welke zij
stichtte want toen zij do binnenplaats
verliet van het brandende huis, opgevolgd
door Marcel Barrère, zeide iedereen in
derdaad, dat ik dood was.
Zoo is 't, sprak Jacques, ja, zoo is 't.
Nu, gij wilt haar te Parijs in het oog
houden, niet waar?
Ja, van minuut tot minuut.
Welnu, om daarin te slagen, is er
geen beter middel dan iemand derwaarts
te zenden om haar af te wachten; iemand
die in staat is haar stap voor stap te vol
gen, in uwe plaats, van af het oogenblik
harer aankomst, u te waarschuwen indien
zij ons'hier ontsnapt ware zonder dat wij
er erg in hadden, en de minste harer stap
pen en daden op tc teekenen totdat gij
zelf daar zoudt zijn. Zou Mathieu Puyloo
daartoe niet de geschiktste persoon zijn?
Dat meen ik wel. Uw denkbeeld is
uitmuntend, Souriquette, en onmiddellijk
ga ik het uitvoeren. Morgen vroeg gaat
Mathieu Puyloo op reis.
En ik keer terug naar Argelles om
met eigen oögen de markiezin to bewaken.
Bij de minste verdachte beweging zend ik
u iemand. Gewaarschuwd als ik nu ben,
zal 't haar moeilijk vallen mij to ver
schalken. Hebt gij mij niels meer aan te
bevelen?
Ik heb in mijnen geest al een plan
mengesteld; het steunt zoowel op uwen
moed als op de wonderbare schramh Hedd
waar gij me zulke schitterende blijken van
geeft. Maar om zekere bijzonderheden uit
te werken, wilde ik wel het plan kennen
van uw huis te Parijs. Kan ik dit hebben?
En zoo ja, waar kan ik het mij aansehul*
fen?
Ik teeken wel genoeg om het zelf op
te maken.
Goed. Maak het dan zoo spoedig mo
gelijk op. Iets anders. Gij hebt mij gezegd
niet waar, dat uw woonhuis in een hof gtfi
bouwd >tond.
In een grooten hof, ja.
Die het langs alle zijden omringd?
Neen, alleen langs drie zijden.
En de vierde?
Die grenst aan een huis der rue Saint»
Jacquea.
En i.p welke kamer slaapt gij? Want
is die gelegen?
Juist tegen den muur van dit hui».
Meer moet ik niet weten, voor het
oogenblik. Te Parijs zal ik zien wat
verder te doen is.
(Wordt vervolgd^