Js leiM Gooraiit". Tweede Blad. linsdag 24 December 1318 De Waarheid. Dooi' alle eeuwen heen heeft de Kerk, ala de door God aangestelde Bewaarster en Leerairee dor Waarheid, ten krachtig st de dwaling bestreden. In de laatst eeuw ooik dc dwaling van het socialisme, hetwelk niet slechts de op de natuur der menschen gefundeerde oeco- noiüiScÜe en staatkundige Christelijke teeifllellinigieii) aanrandt, doch ook direct, onmiddellijk, zich verzet tegen den ge- openhaard en Godsdienst. Wij, Katholieken, wij weten die wijze leiding te waarde er en! Wij gevoelen 't, wij hegrijpen 't-, welk _.m voorrecht het is, te midden der brui- scliendo stormen van twijfelzucht en van elkaar verdringende 'en vernietigende leerstelsels, veilig te staan onwan kelbaar veilig op da Rots jvan Petrus!, Zaligmaker, Die is gekomen op de wereld, om de Waarheid te leeraren, heeft Zijn zending- in de Katholieke Kerk voor alle eeuwen vastgelegd Op 't Kerstfeest, gedenken wij met Chris tus' geboorte de verlossing uit. den zonde- slaat maar ook moeten wij dan ons be wust zijn de bevrijding uit den duisteren chaos der dwaling, die lag neergespreid over de wereld, en die nog overdekt de genen, die afgewieind sitaan van de Godde lijke zending der Kerk. Zondag is in onze kerken voorgelezen een schrijven van het Doorluchtig Episco paat, waarin er nogmaals, j,n zonuae-klaar- heid. op wordt gewezendat hot socialisme een dwaling- is, welke lijnrecht strijdt mot de verplichtingen van een Katholiek. Telken jare zal dit schrijven worden Yoorgelezan op den vierden Zondag van den Advent dus eenige dage-n voor Kerstmis'n Gereede aanleiding om op het Kerstfeest zelf den Menechgeworden God te danken voor de gave der Waar heid, -t^emedken om de krarihit, dóe Waar heid zdlf te blijven- bdtijden, eni dan uit te dragen in een wereld, die snakt naar de toepassing der CSuraStsflijlk» 'beginselon van recht en van liefde! V Naar Bethlehem, In ,,De Groene Week" heè nieuwste tn de vele nieuwe weekbladen, waarvan no. 4 .is verschenen schrijft S. Gorter artikeltje getiteld „Advent", wat hij besluit met deze- woorden: „Minder maar Bethlehem gaan al ler gedachten uit dan haar Versail les. Toch zal het laatste zonder, het eerste 'vóór' de wereld weinig- vermo gen.'1 Die laatste zin omvat een ohomstoote- lijke waarheid!' Maar, ondanks die waarheids-erken- rtscg', neen,' jutisit. dóór-door liegt die Adverit- bf-.chotr.ving van den schrijver Gorter voor Ott-3 een Mlalkke -trooeltri-ooclliieid open Hij erkent dat al het wereld-pogen naar vrede, heel het wereld-streven naar geluk niet zal baten-, zonder Bethlehem. En tóchniets, letterlijk niets wijst er op, dat hij dan ook dat Bethlehem....... ern- stig zoekt, datt hij etr inderdaad heiien wil 'n Poëtische beschouwing over de De- cember-dagen in de natuur; 'n vage, en ook nog zèèr onjuiste, weergave van de Advent-liturJe in de Katholieke Kerken; 'n sombere beschouwing over het „ang stig besef" en het „heilig verlangen?', vol onbrnborhdlhiclid, tn. do mentedhieflijke zieil ziedaar de inhoud van het Advent'"-arti kel, hetwe'k met de boven aangehaalde ware woorden bes&uLt Arme dwadanden En het Kerstkind ligt-, de -armen wijd [open 13 wachten op wie komen wiilen Maar zeer velen, komen niet.... zeer velen hij, wij willen om den Godmensch. ons verdringen en Hum femeiekön'oipdiat voor 6 en volen onzer me de-niieuecihen how aar- huid wórde het Pax hominibus. Vpedie don men-adhen op aarde, tl ie van goeden wil zijn! BIJ DE KRIBBE VAN JEZUS. 0 KLixdelvo van '1 Testament, óooals mijn moeder U gekend, U'iaakti, geiief'd beeft en aanbeden, ojaat Ge in mijn hooid en hart geprent, jj'o fier uw Zoeten Naam geleden, b-h voor Uwe eer en glome sLre.deni gaarne, zong ik U mijn dank In zangiust rein van toon en klank uit mijn ver-vlogen/vleïitoiïs^en. Maar 't arme hart van zonden krank Wil bij Uw Kribbe zelfs versagen, wl kan niet zingen, eerder 'klagen. Jjh toch lief Kind, zo-o wondergoed, jjw gl/mlach stelpt mijn hartebloecL kn zegt mij stil: „Ik heb vergeven Bat sluit en stuit- mijn tranenvloed .jn wekt weer hoop en moed in 'l leven, MtetaasI met goed en kwaad doorweveu! H. ERMANN. S-J. Hun Kerstfeest. «Mr HENRIETTE FRANZ, door \V. B. -,Iou u toch eenige minuten stti. kin- aeivnBat voortdurend trqmmeien up W^nslors kan ik bij het rekenen niet hebben. Alfred Willy, hoor je nictr Alfred en zijii jongere broer, gclioc zamend'aan de veimai^ng. t okken rich op den achL-i grond der kamer bocug namén een beuinmeld prentenboek let hand en bladerden daarin, m soChibn v-.t honderdsten keer. Maai- dal gaf niets- n willen bekende plaatje* a en* en bekende vertelseltjes telkens ui te kens weer hooreiL ui leren- Terwijl de jongens op deze manier b z.g waren, g-.ng Gor voort met uiten. Zij zuchtte, terwijl zij dat d..eJ. hn zij had er wei reden U>e. Wat bespaard was dóór het jonge me» .-je, dat, vïxeg verweesd, voor haar broertjes had te zorgen, was zeer in- gökoottU De zware" ziekte, waarvan illy pas was hersteld, had Gor ver hinderd, haar taak met de ambitie te vervullen, welke'zij altijd aan den dag had gelegd. "Nu. was Kerstmis gekomen en N euwjaar stond-voor de deur. Kleine rekeningen moesten nog ver effend worden; vooral d*ie van den dok- lor, wien hét was -gelukt het k.nd van den dood te redden. De grijze dokter, die vroeger de fami lie had behandeld, had zich uit de prak tijk teruggetrokken en de jonge doteer, tot wien Gor liaar toevlucht had moeien hémen, had zijn pLcht houw vervuld en zelfs meer dan dat- liij vefpicegde den genezenden knaap met groole zorg; hij kwam telkens terug om te zmn of de krachten weerkeerden. Gor was door zijn deelneming getrof fen, maar ondanks dat. gevoelde zij De oude dokter was een vriend van haar vader geweest- en had naar beschei den inkomen kennend, eike betatug geweigerd. Kon echter Cor den vreemden man vragen, wat zij van den ouden dokter genoten had'? Zou ook de jonge dokter beHakngi wegeren? Maar... rnocht zij die weldaad van den vreemden man aannemen? NooitI Onmogelijk. De som, welke Gor heden voor geie- verden arbeid had ontvangen, was ge ringer dan zij had gehoopt. Zij ^pas dag en nacht bezig geweest en dat was nu het loon voor al dice moe ten! De toekomst stond droef voor haar, zoo droef als de sombero Decemberdag en zoo treurig als het uitzicht- dat werd geboden vanuit de hooge verdieping op de besneeuwde usakeu eu zwart berook- to schoors-taensen. Zwaar en dicht dwarrel dm de vlok ken u..t de grijze lucht neder en bleven op de ruiten kleven om tot ijs te ver stol tón, Gor neabelde zich moe in den leun stoel aan het venstor- Haar cogen slo- ben zich, maar zij strep niet. Alfred en Willy zaten naaol het hoog, antiek, met wonderlijke figuren beschil derd haardscherm aan hun tafeltje- liet „bp-ek hadden zij terzijde gelegd eu nu. hun zuster slapend wanend,'deelden- zij elkander '11 dis-tere rid-.hun wenscheu mede: een groet houten" paard, een doos met ruiters of rnet een jachtstoet, een boer of olifant, eon zweep, een menage rie of boeken met mooie, gekleurde pla ten; taai-Laai, appels, speculaas, maar voor alles een dennenboompje mei bloemen en brandende l'-chtjes. - Dat waren de wenschen en verwach tingen der jongens- liet vorige jaar waren de surpriseu talrijk geweest- Ja. het vorig jaar had Gor veel door iiandenarbd.d verdéud. maar nu?l Hot meisje hoorde wal de jongens met elkaar bespraken Het, doed iiaar pijn dat het haar niet mogelijk was de wenschen te vervullen. Zij móest, wildé zij zuinig zijn, het eenvoudigste en goedkoopste kiezen, dat op de markt te bekennen was» Initusschen was de schemer, ng geval len. Gor stak de lamp aan, hulde zich in haar versleten mantel, sloeg een zwart bontje om en verliet baar Iele ne woning Alvorens Alfred de deur achterhaal sloot verbood zij hem dringend-, iemand binnen te laten. ,,Onze buurvrouw .k n n et komen en de dokter .heeft gezegd, dat hij eerst na de feestdagen zal komen zen hoe liet met WMly gaat. Laat dus niemand binnen, niemand!" Alfred- beloofde te doen wat zij ge zegd had- Gor ging de straat op. Om de'n b^ek slaande, stond zij weldra voor liet nuis, waar dokter Stevens woonde- Zij tiok aan de hei. Een bediende deed open. „Is de dokter thuis?" „Neen, dame-, is er%eer iemand ziek bij u? „Goddank, neen! Ik wilde... kan ik mevrouw misschien even spreken?" „Mevrouw?!... De dokter is niet ger trouwe! „Nieit getrouwd?" Een vreugdiig gevoel doorstroomde Gor's hart. Waarom? Wat dwaas.1 Wóar- om was zij? ..Ik meen toch wel eens kinderstem men in huis gehoord te hebben, toen ik "Bij den dokter was?" merkte ze beschei den op- „Dat waren de tenderen van zijn zus ter," helderde de bediende op. „Wat verlangt U eigenlijk van d--n doklr... Kan ik de boodschap aannemen?..." Gor hield een enveloppe in de band- Verwarde vreezend den bediende door haai' wan trouwen Ie beleedigen, over handigde zij hem het pap:er en verzocht hem het aan den dokter, zoodra h»j thuis kwam, te geven. De bediende be loofde het en Gor verwijderde zr-ch met het plan zich weer naar huis te begeven Een vreemde onrust overw.Ikgde haar welke dadelijk daarop weer in een diepe -ne-Tslachkgheid overging- Zij ging haar weg verder. Leeg, troost-loos leven heerschic in.haar hart- Eiegante dames gevolgd d-'or livréi's die hun last in de voor de wirjkeis wachtende auto's optaslten en vervol gens de dames en hee-rvn bij het inslap- pën helpen oudeen jonge vrouwen nuet pakjes belatten, loopknechten, die schitterende keirstbopmen droegen, menschen van el-ken rang en stand dat Hes l et een drukke, gezellige voor- boic:d'mg Lot het groole feest z:en. Al en, u'ic Gor voorbijgingen, hadden inkoopen gedaan, of ze brachten nun klant-li in wilde haast de bestelde goe deren. Met ledige handen wilde en kon ze niet naar huis kecren. Zij had, alvorens zij haar won ng verhel ui-t een kastje een guuden broche genomen, welke zij bij een juwelier wilde veckoopen en. voor welk geld zij zicli allicht eenige kleinigheden kon aanschaffen orn nog zooveel over te houden om er eenige weken mee rond te komen. „N ets waard, prullegoecL juffrjxiw." oordeelde cle juwelier, bij wien ze was binnengegaan. ..Ik kan het dfiig.niet aannemen. Bijna waardeloos..." Hij woog de broche in het kleine, binuw-fluwee-len doosje. „Miju meter was een rijke dame. Zij heeft mij eens gezegd/ dat hel oen kost baar geschenk was," sprak Cor droevig. „Wat verlangt u er voor?" vroeg de juwel er vriendelijk. ..Ik bi-n niet deskundig genoeg om een prijs te bepalen, ik kan.niet schal len." antwoordde Cor. „Eigenlijk kan ik er niets mee doen," antwoordde de juwelier. „Twee gulden geef ik. er voor". „Twee gulden. voor een gouden broche met robijn?" Het meisje strekte de hand naar het étui uit dat de koopman nog altijd vasthield. „Wili u het terug hebben? Ik kan er echter nog wel een gulden' bij doen, maar meer niet.' „Ik verzoek u mij de broche terug te geven," prak Gor geraakt-- „en vlug,' ik heb haast." Zij vermoedde niet. dat er harerzijds slechts e-inge aanhouding noad g was gcwee.-.l. om den man tot een betore be taling te verleiden, want de verdriet ga trek. waarmee hij haar het verlangue étui teruggaf, verried dat het hein speet door een laag bod die hoop op een voor deel-n gen koop te hebben prijsgegeven. Een tweede poging het sieraad mach tig te worden, werd eveneens mei ge- rmg succes bekroond. Toen Gor een anderen winket was binnengetreden,'kreeg zij ben aalwoord ..Het model ;s ze-er oud en de goud- waarde gering" „En de robijn?" vroeg Gor bedeesd. „O, dat kie.ne steentje- Men kan zien dat u er niet veel verstand van hebt. Meer dan v.,er gulden zuil u er nergens voor krijgen." Ontmoedigd en vol onrust, zoo lang van huis te bujven en tie'tenderen aan hun- lot ovorgvloibou u* besloot Co-r tot. di.ui' verkoop. Bedi oefd ging zij de straat door eu Wierp n-.-g om bak op de in elccLriscn Lcht gl '.■rude kostbaarheden der juwe- i ierszaak- Zij schrok, toen zij op de markt geko men, e.-u blik op de klok van een w n- kel wierp. De verlichte wijzers wezen 'l avonduur: zes- Feest, lijk gelul klonk nu een,okiap3 van do torens der stad en riep de ge- loov.g"u tor kerke. Ook Cor spoedde er ach hoen en onder, het- orget slaan do, zag zij om priester, een monstrans dia.- gende, in een wolk va» wierook en in een aur eool van Lcht de atiaar treden bt.kiimm»?n- In vl!lieven stemming verliet Cor do kerk. vSdüy is gezond; ik kan weer wer ken. Betere tijden zullen wei komen. God Iielpe mij!" treostte zij zen en spoed ic naar de kramen welke voor hut Kerctiemt op de markt waren opgesla gen en aan hef grooie plein een wel vreemden maar ongemeeu-vrLende:ijImn aanbK k boten. AÜöriCi voorwerpen, borduurwerkjes, kous i, boiit-n, por:elo.n, hoeden, mut sen. glaswerk, boeken, kaarsen, ah os werd te koop geboden. Ivaasl dc kerk voi ind ui die rne: kleurige linten, papier, bloemen, vergulde bollen en sterren bo- 1il.:--h '-i '•.i'."tii.,iibo-ori»-pjts ö-.-u woud jeu waann echter veel seinen gehaku De me-: s e fam lies immers waren aL van kerstboomen voorzien. .Tussohen do ktaineiijen door schreed Qor, h er eu daar even talmend, naai een prijs der waren vragend en eemge kleui'.ghedeiL koopend, welke wemg kostten. Een grof gèsneden houten paardje, een. olifant van hetzelfde mate ie aal, tw.ee warme mutsen, een paar bo-eken, eenige gekleurde kaarsjes nad zij gekocht en in een papier gewikkcii- Met een: mager dennenboompje onder den arm, schreed zij naar huis tóe. De verheven stemming, waarmee zjj de kerk had verlaten,, was weer voor een bange,, zorgvolle .geweken; de ge dachte aan de toekomst en wat du zo brengen zou en kon, dirukte zwaar op haar hart. Dan v/eer schaamde zij z en over haar zwakte, of dacht zij weer aan - de tölcursteiling» welke haar jongens "zouden gevoelen, wanneer zij den arin- zaHigen kerstboom zou dm zien. En nog meer leed sluimerde in haar hart. dal zij echter Iliet w l :c vo ii. Den blik. che vaak zoo deelftemend op baar gericht was, zou zij hém nog out: moeien? Misschien nog eens! Maar dan zou de dokter wel niet meer terugkomen. TTan was 't voorbij,'— voor al-tijd „Voorbij, voorbij!" zei Gor fluisterend en verschrok van den klank van haar stem- Nu was zij aan het oudé huis*geao men. Zij b klom de vijf verdiep nge; en bleef uitgeput voor haaf deur staan PAX HOMINIBUS! O Kersuweht! Worde steeds door ieder aangebeden, Want God de Heer is liet, Die op Zijn Zoon ons wijst: Hij i9 des vredes bron. Maar vrèe en 's menschen /.eden aan lekion eensgoiind. De gouden zonne rijst Aan 'a werelds- donk'ren kiin: Het Christuskind verschenen, En met Hem, 't vredobeeld. Welk indruk diil vennag? Beschouwt de cKjrlogsrarnp: dóór, pijnlijk was verdwenen d' Illusie voor den tijd van vrêe en blij gelach. Vier malen reeds, trof herwaarts op de velden Het Kerstekind hen aan; zij, die vo! haatDoch .-til; De Engelenzang doet thans opnieuw zijn boodschap gelden: On aarde vree den rnensch, die is van goeden wil. Kerstmis 1918. A. v. O. Een plotset nge*angst kwarn over haar. Door de zorgen voor het zieke kinu, door nachtwaken, en opwiddeudeii ar beid waren haar zenuwen zoo over- spaiuien, dat zij om 't geringste schrok- Zij trok aan de bel. Alfred deed open eu Willy kwam haar tegemoet- Gorusiger steld en liaar kalmte verkregen hebbend wilde zij de jongens voorbijgaan, maar Alf reef versperde liaar den weg. „Wat is er?" vroeg Gor- bevreemd- „Ga naar de keuken; daar hebben wij gespeeld I" „Waarom? Waarom rnoet ik in die koude keuken. Jullie hebben toch mets gedaan?" Dc volle toon eener bel doed Cm SChr-kken. Wal hadden die bengels uit gehaald? Eer zij de vraag kon stelten, werd de kamerdeur geopend en 'storm den de jongens naar binnen. Cor bleef als verblind op_ dén drempel staan- Eten met rozenroo'de linten versierde, mol gekleurde kaarsen verhehte Kerstbom.' stond op de tafel- Daaromheen waicn góschenken- voor de jongens uilgcsLdid. mooiere en veel duurdere dan zij had gekocht- Alfred en Willy waren uitbundig van vroolijkhoid- \V e is h or geweest? Wie heef! dat gebracht, Alfred, antwoord eens? „Een goede vriend," klonk een die-pe, sympathieke inanrieiiöLff.id.e V oh acii.cr het gTOotc, antieke haardccherm had verborgen gehouden- „Dokter Gteveiis!" pep Cor, w er ce. t blecko wangen door een roodmi giocd werden ovortrokken- lladden de jongens mij niet mogen late u bi mie uko me n T t.U wei, li zeke-rl" antwoordde het mo.sje- ,,lk dacht niet dat u heden zouut konïen... Maar wat hebt u gedaan... u;e mooio boom...' Dokter, 't is te ve-ui Tranen kwamen in haar oogcu. Zij keerde ach t-ei'zijdo- „Toe, toe, bederf mijn Kerstvreugde niet," sprak, de jonge geneesheer en greep vriendelijk haar hand. „Kijk eens die huzareLi, d e prachtige paaiden, waarop zo rijden, Gor Die grolde, giopie auos vól," jubedde AU ed. T lo wol een geheel rcgtineiiU, Eircho jd-ciiteloet... Gor... eer. bere-ujucht-,-'' riop WiMyi /.'cH o 'groviie* zwarte beer eii .'dié jager mot dat lange mes... kijk, e» n woud vol siicetiw met herten, hazen... „U heeft de tenderen ontzaglijk genoe- gien gedaan, dokter," zei Gor,\orlogea gt.mlachêud- „ik u echter niet?" antwoordde dokier Stevens. ,.U weent nog immer?" Excuseer rne, niyn zenuwen zijn zuo overspannen. U weet, wat :k heb moo ie n werken." „U houdt nog altijd dat kleine boompje onder dén arm?" vroeg de dokier, lm ar klacht niet willende hooren. „Zul hut op mij ii vij:md' nde naaimachine. „Uw vijandin?" „Ja, u weet hoe ongaarne ik u er over Jieengebukt zag." De dokter zette nu met Gor's hulp dc kaarsjes op de wiegende takken, .nik ze aan en legde pen pakje snuister ijea en den olifant op de tafel, op de ivorsir tafel. De jongens waren zóó verdiept in hun nieuw spel, dat zij Gors geschenken nauwelijks zagen, haastig hun zuotdr met een kus dankten en dan terug keerden naar hun speelgoed, dat op den vloer lag uitgespre.d. „Een geschenk 'heb ik ook voor u meegebracht, beste Gor," sprak de dok ter, uie aan een klein tafeltje was Kij ven staan. Verbaasd en bijna vertoornd keek bet me sje naar hem op. „Een geschenk voor mij, ik mag Loch niets van u aannemen..." De woorden stierven op Gor's lippen. Dokter's oogen keken als vragend ver wijlend tol liaar op. „Maar ook ik^Wil twee geschenken van jou liebb-en," ging hij voort... „aMis- sdiien vraag ik Ie veel... Gor, geel' nuj je goede hart en je vlijtige hand." Een lievige schrik ri-lde door Gor's leden; zij kon n;et spreken, wanlcelde, maar hield zich nog staande door de naaimachine te (grijpen- liet kleme Kerstboompje verloor bijna zijn even: wicht. Toen nam de- dokter Gor in de arnion. Zij weerslreefde niet en drukte haar blonde lioold aan zijn schouder. ,,Eri nu geef ik je mijn geschenk," zei liija een gouden ring aan haar vinger schui vend. „Lefste laten wij morgen op Kerstdag onze veiioving vieren.' „Mijn God, mijn Qod," waaraan li eb ik dat geluk verd-endT' sprak Gor, toen zij de deur ach tuf den dokter had sloten. Toen zij haar kalmte had herwonnen, keerde zij in de kamer terug. „Kijk eens, jongens," zei ze, „kijk eens wat ik van dón dokter heb gekregen!" ,,'il King! 'n Ring!" Do jongens haastten zich het sieraad le zien. Zij begrepen net dat hun zusje zich daarover zoo blij kon mak-n. Over zoo'n glad, gouden ringetje mei een kiein klein ste.utjel „Goed. dat hij-ons ook geen ring lieeit gegewn," fluisterde Alfred W ily in n.-l oor. ..Ik heb liever soldaatjes- En ik liever dieren," anlwoorddl Willy. 4 Toten, liet volgende jaar bij het geluk kige jonge echtpaar het Kerstfeest go* v erd wcixl, waren soldaten en. cLereri allang d-efoct en moesten door nieuws vervangen worden. Dc kinderen begrepen eerst nu waar om hot.geschenk van dón ring btijv'endi waarde had on hun zuster Gor daarove» zoo verheugd was geweest- DE GOUDEN LOUIS. KERSTVERHAAL. door M. v. L. T'oöu, Luoiein d-e Iieun zijn laatete 'biljat I ihondGiVl franc door Geit harkj'e van dien IxiMiJolio'udoi- Mordiwijiiow en hij van cl» apedteafal opdlomd, wiiar hij de rest van zijn klein fortuin, verboren- had, viel hij ala oen bméhontkeii'o oip «c-o.i leer-On banik noer,. .eduremde eiuiuode- miiniuitwTSaek hij doofl te ïO-ai, wu-aj'iu hij die moodeite jaren van 7.ijn j-eiuigd had doorgetoraoü; hij -herkemdLa ei-\voeöDe h- >odd^n ?.er stlater», beoiyi>aaid door >le drie fjiioote 'laioipen, hij l-u-iflterdla r hof. gtónii-ivkol van liiöt goud oj> d-e -aafej^ -hij d&dhit er aaig dar hij geruïneerd, ver» loröiL was. Hij keirimier-lle zioh, dat hij hem (thaüS een 1-ade \an een kust d-e aixlonmoivoe .p»i^;o;--ii, r.og !.»göi\ waurvan zijn vador^ generaal de lloni, i.km tr>g eenvoudig kapte zicli zoo goed 'bodiend tuod bij deni aai>\JfUl van Zaaiolui,- i-n Afrika. Daarna, [•ebroken door vermoaidiheid, sliep hij vorlt in. Toen hij ontiwaaktta, zag hij door een liliik ->p de pendule, dial hij roauvrolijks eon half uur geslsiipen hod. IIij had een on-, weeïataaiiCoai>e Mi'oePto de -rnadh-tJiuoht in ta ad'emien. I>o wijr/.ors eg» fle klok wenein 'kiwoxtt voor tsvaalf. Torwijil hij opstond' eni ziélt uiitrdkfte, vi.dl -het Luoien pbotsohng tel en, <i.at het op den avond vóór Kerslt- miö wa» an hij «ag zi-óhweor or-ng als een heele k'J-e'riie jongien, diie voor liet K-arste Iknibbcibjie ine ei kriiim/ld e. Op dilt oogvJ-Jb'ilk tr-id de. oude Drotiiakl een d-ar j-wiMfp-Wnrrn van h--t sp-oafhiui» - -op, Luolao. toe ,em fluisterde hein oefruige wo'iwk*). irt fi-neit oor. •„Leen mij jvijif flramp, mij-nilieèr. RaeKM 'twee dr'agein Ibcin ik (hiér on „die •/oa-oatiioni" ar nog ruiöt u/itgeikoin'en....-Lach ali? ge wi'llt), inaar ik 'vorw .1 ca' inijn hoofd onder, dat diadielijk, op (klokstag t-waalf uur, het hiuimmer or u-ilt aail komen." Lucion. do Hem baalde-de schouder^ op, Ihij had zolfsr geen ccr.tiime p zak. Hij «zet-io zijn hoed. op, trok zijn petajaö aan en ven-tiet 'bevend, als had hij koorts-, hielt epeelhuds. Sedert de vier uren, dii-o Lucien in hoü spe-eWuuiis wüm geweest, wias de sneeuw iin diiikke vlokken giev a-lten, en «te- diraat waa met een wit gleed, bcdidklt. il>e sipcGen- hoofde orifdxar tzijji pötejasi wan- iiopLge gicdachl-eiv gdmtgien choor zijn hoofd. Meer dan oodt dladht hij aan. de Ladie^ waarin dé revolteer van zijn vader Lag. PlotJeJimg ötond hij duil voor een hartver- ©dh-oureiud &c-houwoipel. Op een sitec-rnem, hamlk- aat een meisje van s tolt zeven jurern, gefcie»d -iin een mvarti japonnetje, dialt lin flaude-n hóóg, Omdank* de sneinprtnde Jor/ude ^.éas die kleine ingie- süaipien. 1 laar klein, hoofdje leunde tegen; den koudon steen. Met een werktuigelijk gebaar bracht Lu- ciien de Hein zijn hand naar zijn vestealk, miaar hij h'erir.inende zich, dat hij geen cen time meer beaat. God,roven door een ge voel -van medelijden, trad hij op. het kind toe een wijde h.et in zijn armen nemen, om hot naa-r zijn hulis te dragien, (oen iels hlinikendfe uit den schoot van het mod sje viel. Een gouden louis! Dat waren versdiiri dic ne dagen van rust en rijkdom voor die arme bedelare-s, eai Lueien wws op 't punt iklelne w-elkilüeir te mrükjemen haar dit ta zeggen, toen hij aüB an een clroom de stem van den Pool iDmnekd lioo-rde, die hem toie- flulsitierclle: „Reedg twee dagjein ben ik hie® en ide „laelvieritniemi" is er nnig. nieit uattgeko- iruen, illk verwed er xgdjin booifd onder, dat dad-ellijk iop kflélkisilag twaalf uur het num mer er üölt zaJL komieai," Toen wend deze jonge mia/n van driegen- twiiiifdig jiaar, d'ie geboren was uiit een eer- Jijik igeeiliac/hit, dJe een jpjiadhitiigen militaurem mam droeg en nooiit aan zijin eer te .kortl W0,3 getaiien, aanigegrepen door eeffli dwaas, rnon/srbcracMg voadia-ngen. Nadiajt hi) een b-liik in de sitraat had ge worpen, was hij er zefker van-, dait Ihi) at» (teem was. (Hij -bulkilJe rich en sta] met bea'en». de hand hle't goudstiulk. Toen rende hij ruaa® hielt speelhufiis, sniefl/de die trapipem op, openv die die deur van de veirvlodkte, zaal met éénj vuieltslaig en ikiwjajm juirt binnen op het oogonblik, dait de -klok nuidderruaöht elosg. "Hij legyie het goudstuk op het groene t/a- pijlt «n riep: Op d-e zeivemtaietn!" ■De .izevenltóen" won. Lucden aetie de ze% en-dertig goudpitukkien op het rood. I-feÜ rood won. Hij lieit de tiwee-en-zeeientigt" gou ukken op dezelfde Meur. H-elt ropa won -fui'ieuw. Hij déod dit nog twee-, dnöte. maal met hei.zelfd>e geluk. Hii had nu vocjfe. 7. -''i een hoop van gcfud&tukflyen en bersM biljetten-, en dóe hfoqp weend gr-ooter atf g rooier. Het was-iets ongehoords, iris iiovoruiai»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1918 | | pagina 3