BUITENLAND. i)it blad verschtfnt eiken dag, uitgcz. Zon- en Fecstd. T)0 Abonnementsprijs bedraagt, bij vooruitbetaling, nor Leiden 18 ct. p. weck, fl.7U p. kwartaal; bij agenten 14 ct. p. week, f 1.S5 p. kwartaal. Franco -J post" f2.15 p. kwartaal. Het Geïllustreerd Zondags blad is voor de Abonnó's verkrijgbaar tegen betaling van 20ct. p.kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ct., met Geïllustreerd Zondagsblad 8 cent. 9e Jaargang. Bureau: STEENSCHUUR MAANDAG 15 JULI 1918. IS - LEIDEN. Illlerc. Telefoon 935. NO. 2867 Postbus 6. De Advertentieprijs bedraagt van 15 regels f0.75 elke ïegel meer 15 ct. Ingezonden niededèeliugen van 15 regels f 1.50, elke regel meer 80 ct., niet "gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting, Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop eu verkoop 40 ct. p. 30 woorden- Ieder woord jïieerlcL Leiden ie fatsoenlijk. Dat een ieder wie dan ook op waar- flj<T0 wijze en met vereischte gematigdheid uiting kan geven aan Gijn gevoelens, aan gijn meening en overtuiging zoo iets is in een gemengde samenleving, als de onze, van-zelf-sprekend. Maar verre, zéér verre is die waardig heid en de gematigdheid te zoeken bij een vereenigi,ngi als ,,De Dageraad"! •t Is nu den tweeden keer binnen korten Üjd, dat- we de aandacht op deze vereeni- ging vestigen; ook verleden week schreven yie er 'n enkel woord over; wanneer daar iets verkeerd in steekt, dan is het, dat we aan „De Dageraad" te veel eer bewijzen 4oor zooveel op haar te letten! Maar nu willen wij alleen even met vol doening constateeren, dat Leiden te fat soenlijk blijkt voor de actie van een der gelijke vereenigiing. Een vergadering, die gisteren alhier -werd gehouden, en waarvoor heel wat re clame was gemaakt, was door een zeer pover aantal belangstellenden bezocht. En bij een vluchtigen blik over de weinige bezoekers meenden we aan het uiterlijke te mogen constateeren, dat er bijna geen of misschien zelfs in het geheel- geen onder hen was, die althans eenigermate op ont wikkeling kan aanspraak makenMe delijden, waarachtig en diep medelijden greep ons aan, als we de menschen daar zagen neerzitten, om te worden ontroofd misschien het laatste sprankje levenswijs heid en levensgeluk.... En bij den ingang zat een man, met een grijnzenden lach op het gelaat dezelfde, dien wij ook bij e-en onzer kerken - 'schunnige schotschriften hadden zien colporteeren dié een dub beltje entree in betaling nam en daarvoor tevens vier of vijf vunzige papiertjes met allerlei venijnig uitspuwsel van haat tegen- God en Godsdienst uitreikte 't Is een ergerniswekkend bedrijf, vaak van menschen, die hebben gebroken met alle zede wetten, en dan zóó, door een bru tale Godloochening, de stem van hun ge weten trachtende versmoren Wanneer -weer ééns aan een onzer ker ken zoo'n man staat met dergelijke God- fceleediyende pamfletten er is maar één waardig protest: Niemand neme deze in ontvangst; en, als men ce toevallig iq han den heeft gekregen, men verscheure ze dan onmiddellijk! En men verhope van God's Barmhartig heid vergiffenis voor doze apostelen der meest verregaande boosheid. Rond de Kamerverkiezingen MGR. NOLENS KABINETSFORMATEUR. I-I. M. de Koningin heeft aan Mgr. Prof. Dr. W. id. Nolens, lid van de Tweede Ka mer der St-aten-Generaal, opdracht gege ven tot sam'enstelling van een nieuw mi nisterie. Dr. Willem Hubert Nolens werd te. Venlo in 1860 geboren; hij ontving] in 1887 te Roermond de priesterwijding en promo veerde in 1890 te Utrecht tot doctor in de staats- en rechtswetenschappen, op proef schrift: ,,De leer van den H. Thomas van Aquino over het Recht". Sedert 1896 is mgr. Nolens lid -van de Tweede Kamer, waarheen het district Venlo hom afvaardigde. In 1916 werd mgr. Nolens, destijds reeds Huisprelaat van Z. H. den Paus, door den Paus benoemd tot Protonotarius Aposto lus. Dr. Nolens, die dus gedurende 22 jaar in de Tweede Kamer zitting heeft.gehad, was na het verscheiden van dr. Schaep- man de voorman der Katholieke Kamer- lractie. „Onder de vele onderwerpen, die door dr. Nolens dikwijls meesterlijk in de Kamer •behandeld werden, behooren de arbeids- -verzekering en de toestanden in de Lim- bu.rgsche mijnindustrie." Dit laatste eerlijke getuigenis geeft „de Telegraaf" van onzen eminenten fractie leider. Bij het bericht, dat de Koningin aan mgr. prof. dr. Nolens de opdracht tot sa menstelling van een nieu\y ministerie heeft gegeven, teekent „De Maasbode" het vol gende aan: „Dit bericht strookt geheel met hetgeen wij van den beginne af hebben aangeno men als eisch van de politieke omstandig heden, geschapen door den uitslag van de verkiezingen en met hetgeen wij van den beginne als te verwachten hebben voorge steld. Wij hebben reden om, evenals wij reeds aanstonds, hebben aangegeven, aan te ne men, dat dit aanbod van formatie van een kabinet, hoezeer ook in overeenstejnming met de verhoudingen der drie rechtsche partijen, niet rechtstreeks tot een rechtsch kabinet voeren zal. Omstandigheden van politieken aard zullen na dit aanbod, hetwelk om zijn po litieke beteekenis ons, Katholieken, ten zeerste voldoen kan, hoogstwaarschijnlijk voeren tot een rechtsch kabinet, evenwel gevormd door een leidende persoonlijkheid, uit eon "andere der rechtsche partijen. Wij kunnen hieraan toevoegen, dat wij verwachten, dat deze loop van tzaken meer in het hijzonder gegirond zal -wezen op het feit, dat de rechterzijde niet méér dan 50 zetels heeft verworven, zoodat alle conse quenties van een rechtsche meerderheid in dit geval niet ten volle kunnen getrokken worden. Geenszins is hiermede dus gezegd, dat een rechtsch kabinet niet de oplossing van deze crisis vormen zal. Evenwel zal de for matie wel uit de handen van mgr. Nolens in die van een anderen staatsman over gaan. "- EEN RECHTSCH MINISTERIE. Het „Katholiek Sociaal Weekblad" bevat een zeer uitvoerig artikel van de hand van prof. mr. Aalberse, dat tot de conclusie komt: een rechtsch ministerie moet er ko men, ongieacht de bezwaren. Schrijver richt zich bijconder tegen dr. Kuyper. De vrees van dezen is grievend en ongegrond. Het artikel besluit als volgt: ,,De drie Christelijke Partijen in ons Vaderland zullen trouw naast elkaar heb ben te staan, in de toekomst evenzeer als in het verleden. Die gedachte -leeft Hiep in de harten van heel het Katholieke volk. En mijn allergrootste'bezwaar tegen het optreden van een Nationaal dus ge mengd Kabinet is juist dit: dat daar door die groote gedachte,- richtsnoer van geheel onze politiek, dreigt verduisterd te worden. En daarom, zooal niet alleen, dan toch op de allereerste plaats, is naar mijn mce- nin-gf aan de vorming van een zuiver Rechtsch Kabinet veruit de voorkeur te geven boven die van een welk ook gemengd Ministerie. Levendig izie ik de gevaren, die ons dan bedreigen. Diep voel ik de zware verantwoordelijk heid, welke de Rechterzijde daarmede in de tegenwoordige zeer ernstige omstandig heden tegenover ons volk op zich zal ne men. Maar wat het zwaarste is, late men ook het zwaarste wegen. Zijn plicht doen, en dan o-p God vertrou wen, dat is het wat iedere mensch be hoort te doen, dat is het. ook, wat thans aan de Christelijke partijen té doen staat." ROODE EENHEID. Vql belangstellende liefde ook voor den katholieken arbeider, hebben de socia listen tot in den treure betoogd, dat het lot der arbeiders niet veilig is bij de Katho lieke Staatspartij. Wanneer alle standen onder één vlag moeten optrekken, dan Js er geen eenheid moglijk. Arbeiders belmo ren bij arbeiders, eerst dan zal het goed' gaan. Ziedaar ongeveer dé redeneering ^an de socialistische, sprekers en schrijvers, aldus „de Tijd". Men Gwijgjt daarbij natuurlijk van de oheenigheid in de S. D. A. P. tusschen marxisten en revisionisten, gelijk men zwijgt over het uittreden van Wijnkoop en consorten op het- Deventer congres. Wanneer men echter goed uit zijn ooge.n ziet, dan is er aan de socialistische eenheid een belachelijke kant. Er kan geen mijlpaal worden bereikt, of men ziet alweer afscheiding] bij de soci's. Zoo bezien, behoeft het ook geen ver wondering te baren, dat de verkiezing van Suze Groeneweg tot lid der Tweede Kamer de Partij alweer op een offer is komen, te staan. Wat is het geval? Suze Groeneweg is Kamerlid geworden, het bestuur van de Soc.-Dem. Vrouwenclub zond haar een felicitatie en Hel een Ankersmit, een andere socialistische propagandiste, vindt, dat dit niet te pas komt, wantSuze -Groene weg wil het land .verdedigen, als het in gevaar komt, en dat wil Heieen Ankersmit niet. Heieen heeft haar lidmaatschap opge zegd en loopt de partij uit. 't Lijkt wel een ruzie tusschen jaloersche buurvrouwen. De een heeft een buitenkansje, de ander gunt het haar niet; wil niet meer onder één dak wonen en loopt het huis uit. O heerlijke eenheid der S. D. A. P.ü! ONDERWIJS EN DE KAMER. „Het Christelijk Schoolblad" schrijft over de nieuwe Kamer en het onderwijs: „Er zijn onder de niet-terugkeerenden zeer bekwame mannen. Er zijn er ook on der, wier persoonlijke kwaliteiten gewaar deerd mochten worden. En het mag des wege te meer betreurd worden, dat, waar het de onderwijskwestie betrof, Gij juist zoo weinig waarlijk liberaal waren. Wat de nieuw-gekozenen aangaat, zijn de heer. A. Zijlstra, van de Anti-revolution- nairen, en de heeren Ch. L. van der Bilt, J. J. Wintermans en G. Bulten, van de Roomsch-Katholieken, oud-onderwijzers of onderwijzers. Bij de sociaal-democraten zijn de heeren J. van Zadelhoff en F. L. Ossendorp en mej. S. Groeneweg üit den kring van het onderwijzend person el voortgekomen. De naaste toekomst zal uitwijcen, óf de deskundigheid inzake het lager onderwijs, die numeriek zoozeer versterkt is, hoog genoeg is om eene bevredigende oplossing der schoolkwestie te helpen bewerken. Geen verderfelijker deskundigheid dan de beperkte, de gebondene, dé door subjectivi teit beheerschte, de door de politiek ge knechte. We zijn hieromtrent niet zónder eènige vreeze." Wij zijn wat minder bevreesd dan „Het Gbrisltelijk Schoolblad"! DE PARTIJEN IN DE KAMER. Niet minder dan zeventien verschillende partijen, groepen of richtingen cullen in de nieuwe Tweede Kamer vertegenwoor digd zijn, terwijl er van 1850 tf>t 1888 slechts vier partijen in onze Tweede Kamer aan wezig waren: liberalen, conservatieven, anti-revolutionnairen en katholieken. In 1888 begon echter een vreemde eend in de parlementaire bijt rond té zwommen: de hoer Domrela Niéuwenhuis, van de oude Socialistische Partij, Lang heeft dat ech ter niet geduurd: in 1891 was deze vijfde partij wederom verdwenen. Ook de conser vatieven waren uitgestorven, maar in hun •plaats trad de jonge Radicale Partij bin nen, zoodat er wederom vier partijen wa ren. De liberalen stonden op het toppunt van hun zetelmacht. "En die \ier partijen hieven tot 1897, Daarna was er geen hen*is& meer aan. De groote splitsing begon. De liberalen ver takten zich op alle manieren: radicalen, oud-liberalen, unie-liberalen, vrijemnig-de- mocraten. De verschillende christelijik-his- tiOrisobe bonden en unie's begonnen zich te roeren; ook de socialisten ontkwamen niet aan deze evolutie, en terwijl in 1888. Dome- la als een eenling in het parlement ver scheen, hebben we thans de T-roelstra- nianen, de Wijiriikopianen, de richting Kelt- hek, de Bond van'Kruyt, en in de gauwig heid hebben we de richting|-Van der Zwaag (1897—.1905) al versleten, aldus de „Tel.". En dat alles in twintig jaar. Alleen de groote Roomsch-Katholieke Partij is één en onverdeeld gebleven en heeft sinds 1850 haar zetels precies zien verdubbelen. Zij is de eenige van de vier oude richtingen, die onsplitsbaar bleek: een gevolg van de groote eenheid die zij uitoefent. DE GELOOFSBRIEVEN. De geloofsbrieven van de leden der Tweede Kamer werden tot nu toe door 't archietf dier Kamer bewaard in een brand kast. Volgens devneuwe 'bepalingen der Kies wet heeft ieder Kamerlid de processen-ver baal van alle stemburcaux en alle kies kringen, waarin hij was candidaat gesteld hij zijn geloofsbrieven in te leveren. Dat is voor ieder Kamerlid een stapeltje van meer dan een halven Meter hoogte. De Tweede-Kamer-brandkast is daartoe véél te klein, zegt de „Avp.", zoodat men er vermoedelijk eenige brandkasten hij eal moeten huren, alleen om de geloofsbrieven en bijbehoorende stukken op te bergen. Weinig gevechtsactie in het Westen en in Italië. Hertlingis verklaring over Bel gië. Gunstig oordeel der Duitsche en Ocstenrijksch© pers. De Geallieerden aan de Moermankust. OVERZICHT. Op het slagveld in het Westen blijft de strijd nog altijd tot kleine plaatselijke successen beperkt, zoodat het Duitsche bericht, dat van dergelijke weinig betee- kenende schermutselingen niet pleegt te reppen, weer: niets nieuws rapporteert. Tusschen dé Marne en de Oise hebben de Franschen hun voorposten 500 meter vooruitgeschoven in de streek van de Porte-hoeve. Overigens hebben zij;, evénals de Engelschen, in verschillende sectoren eenige artillerie-overvallen uitgievoerd - en daaruit gevangenen mee teruggebracht. Ten westen van Chateau-Thierry is iets heviger gestreden. In Italië hebben groote Oostenrijk- sche troepenafdeelingen, uit Ventaglio op gerukt, een aanval gedaan op de stellingen van den Gomone (die hellingen ten- Z. van den Sasso Rossol) welke ecbtër volgens het stafbericht uit Rome in een bajonetgevecht is verijdeld'. Overigens worden ook hier slechts geschut- en patrouille-acties ge meld. In Albanië hebben de Franschen en Italianen weder eenig contact met de terugtrekkende Oostenrijkers gekregen. De verklaring van den Duitschen Rijks kanselier ov e r België is volgens de „Berliner Zeitung am Mittag" als een authentieke uitlegging van het antwoord op de nota van den Paus en van de vredes- reoslutie door de meerderheidspartijen van den Rijksdag, met inbegrip van de sociaal democraten der Scheidemanri-groep met vo^coihen bevrediging ontvangen en heeft de meerderheidspartijen, welke aanvanke lijk uiteen dreigden te vallen, nog hechter s a am gesnoerd. Ook de pers toont zich met Hertlingis jongste verklaringen zeer ingenomen. De „Germtyiia" meent er uit te mogen aflei den, dat de kanselier in het Westen geen territoriale en strategische, doch in de eerste plaats politieke waarborgen wil ver krijgen. v De „Kreuzzeitung" wijst er op, dat het voorwaardelijk afzien van België nog nooit in zulk een openlijken vorm is geschied en schrijft dat aan de sociaal-democraten toe, die juist dezer dagen, naar men weet, op een waarheidsoffensief hebben aange drongen. En de „Deutsche Tageszeitung", die al tijd voor een Duitschen vrede heeft ge ijverd, roept al1 hij voorbaat zijn partijgan gers tot den strijd tegen Hertling in 't geweer. Ook in Oostenrijk is men het eens met von Hertling's vredesprogram. Het „Wie ner Fremdenblatt" meent, dat de Belgi sche quaestie nu geen hinderpaal meer kan vormen voor Het tot stand komen van den Vrede. De „Frankfurter Zeitung" acht de verklaring van den rijkskanselier on- midJdellijk door den keizer geïnspireerd. Duitschland. Uit den Rijksdag. In de hoofdcommissie van den Rijksdag heeft de kanselier von Hertling verklarin gen omtrent Duitschlands plannen met België afgelegd. Duitschland wil België na den vrede niet behouden, want het voert geen veroveringsoorlog. Maar België moet als vuistpand dienst doen hij de vredeson derhandelingen. De Duitsche pers acht in het algemeen de verklaring van von Hertling over Bel gië zeer duidelijk en wenscht de buiten- landsche politiek hierdoor, beïnvloed te zien. De Rijksdag is thans tot 5 November verdaagd. Nadat de begrooting was aan genomen, voerde Tischbeck als rapporteur over de oorlogscredieten, het woord. Ver volgens sprak Ebert, die uiting gaf aan den wensch van het Duitsche volk naar vrede en die de Entente-regeeringen laak te, omdat zij hun volken tot voortzetting ■van den oorlog opzweepten. Hij verklaarde namens de keizer-socia- listen te zullen stemmen voor de middelen tot vöortGetting van den oorlog. Geyer mo tiveerde de stem der onafh. soc.-dem. tegen de credietèn, die vervolgens in derde, le-> zing weirden ingewilligd.'' De zitting eindigde met een speech van president Fehrenbach. Frankrijk. Do spoorwegramp te St. Michel. De Krijgsraad te Grenoble fieeft drie da gen zitting gehouden over het spoorweg ongeluk te St. Michel, waar zooals be kend is een uit Italië komende trein met verlofgangers ostspoorde, en waarbij vele 'honderdien BOklaten den diood vonden. Onder de aangeklaagden bevonden zich 'n hoofdinspecteur van de P. L. M. Spoorweg maatschappij en de stationschef. Allen zijn vrijgesproken, omdat bij de behandeling is vastgesteld, dat het materiaal Geer slecht was. De luchtrem werkte niet en de trans porten van en naar Italië moesten op dat oogenblik zoo onverwachts geschieden, dab •het onmogelijk was, de bestaande voor schriften op te volgen. Italië. Zondenfookken. De „Echo de Paris'' meldt dat de gene raals Cadorna, Parro en Capello gepen sioneerd zijn, met verlies van hun rang en traktement. Rusland. De toestand. Het geheele Noordelijke gedeelte vani den Moerman-spoorweg is, naar een Wolff- "telegram meldt, door Entente-troepen be zet. In een manifest der troepencomman danten aan de bevolking worden de rede nen dezer bezetting uiteengezet en ver klaard, dat elke actie tegen het bezette ge bied als een vijandelijke daad tegen de Entente zal worden beschouwd. Volgens een Wolff-bericht uit Moscou, is de opstand der sociaal-revolutionnairen te I^etrograd geëindigd. In de streek van .Omsk beheerschen dé Tsjechen den toestand. Zweden. Cholera te Stockholm. „Aftonbladet" verneemt dat zes leden van de bemanning van het stoomschip „An- germariland", hetwelk uit Petrograd aan gekomen is, door Aziatische cholera aan getast zijn. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. Ilet c o n v o o i. De „Times" zegt, dat Lord Berosford do Engelse he xegeering a.s. Dinsdag verdere bijzonderheden zal vragen oiver de prijs geving van het recht van onderzoek naar aanleiding van heit vertrek van Neder- iandsche convooi naar Oost-IndiiL Lord Boresford is voornemens o-p één punt voor namelijk de aandacht te doen vallen. Hij za/1 n.l. de vraag .stellen of -het convooi door gewapende schepen wordit begeleid en of de orders, aan de commandeerencLe officieren gegeven, aan het Huis worden medegedeeld. Teruggave der inbeslag ge nomen schepen? Naar aanleiding van de te hervatten economische onderhandelingen tusschen Nederland en de geassocieerden, deelt men van( ■welingelichte zijde m-ede, dat, nuj Amerika zijn eigen vloot met den dag ziet aangroeien en de grootste scheepv&art- moeilijkheden te boven is, te Washington dé mogelijkheid overwogen wordt, binnen afzienbaren tijd ons een :gedeelte der ge- requireerde vloot terug te geven. Het spreekt vanzelf, dat onder deze om standigheden er geen vrees behoeft te be staan, dat Nederlandsche schepen, die thans nog naar overzeesche havens ver trekken, door de geassocieerden vastgehou den of gerequireerd zullen worden. FraudtL.l'èus sïac.hten-van vee. Geen rundveemarkten van 18 t o t 3 1 J u 1 i. De minister van Landbouw heeft aan de burgemeesters bericht, dat, trots de herhaalde bekendmakingen, en het uitge oefende toezicht, mét het frauduleus slachten van vee nog steeds in aanzien lijke mate wordt doorgegaan. FEUILLETON. DE KINDEREN VAN DEN RENTMEESTER. ai Werkelijk, zij moesten zich haasten, de énne kinderen; want nu de eerste H. M-is eindigde, stroomde de massa reeds de kerk toinnen om de tweede bij te wonen. Daar door ontstonden twee tegenstrijdige bewe gingen. Menschen. die de kerk verlieten, menschen die er heengingen, en de verwar ring nam nog toe door de rijtuigen. De koetsiers verwenschten elkaar Gonder voor elkander te wijken en zweepten hunne paarden, die door dc drukte opgeschrikt, riet zoo stil wilden staan als een goed ge dresseerd span voor een rijtuig met de hoodige adellijke wapens betaamde. Onder ri die beweging verloor Véroniqjie hare rioertjes en zusjes. Zij riep .ze, schreeuwde, '2li •grig op haar teenen staan om, als het mogelijk was, over de mensschenmassa keen te zien. Zij moest voor de kinderen zorgen.- Zij zag ee niet meer, waar waren ze? God in den Hemel! daar ziet .zij, Ninette ln köt gedrang vallen voor de hooge poo- ten van een span bovenlandsche paarden. De koetsier kan het onmogelijk merken... Hij rijdt door... Véronique-baant zich met de ellebogen een weg door het gedrang, zij \Verpt-zich tusschen de vurige rossen zij grijpt haar zusje, Gij wil het Ja, Ninette is ongedeerd; maar haar red dende engel? Het rijtuig ging wel langzaam, en de beweging van Véronique was het werk van een oogenblik; maar toen ze het kind had weggeduwd, was er voor haar geen tijd meer om te vluchten. Een voorwiel wierp haam omver, zij werd overreden. Men zette baar op een bank, zij gaf geen teeken. van leven meer. De arme kinderen, die- weer spoedig bij elkander waren geko men, stonden bij haar te schreien te mid den van een troep nieuwsgierigen, die deels met medelijden, deels met onver schilligheid het treurig tooneel aanschouw den. De een wilde haar naar het gasthuis vervoerd zien, een axider meende, dat men dadelijk een dokter moest halen; maar nie mand trad handelend op. Op dit -oogenblik baande zich een schoo- ne jonge dame, die op de trappen der kerk liet ongeluk had zien gebeuren, met moeite een weg door de toeschouwers om het kind te naderen. Zij werd gevolgd door een stemmig gekleede vrouw van middelbaren leeftijd, die op de hevelen harer adellijke meesteres scheen te wachten. De jonge dame wilde met haar cak- doekje het bloed 'én het slijk van het gelaat der ongelukkige wegvegen; maar toen ze bemerkte, dat het bloed onophoudelijk uit een gapende wonde aan het hoofd vloeide, deed ze harén kostbaren mantel af, 'wikkel de het kind er .zoo goed mogelijk in, trok haar den kap over het hoofd en beval haar gezelschapsjuffer voor een rijtuig te zor- „Waar moet de juffrouw heen?" riep een o'ogenblik later de koetsier. „Waar woont ge, béste jongen? vroeg de dame zacht aan de oudste. „Rue Madame N. 43", antwoordde Maurice. Een oogenblik later zat de jonge dame '■met. Véronique in het rijtuig dat stapvoets den 'aangewezen weg insloeg, terwijl de 'gecelschapsjuffer met de broertjes en zus jes volgde. „Zou zusje sterven? vroeg Francois. „Neen, kind", antwoordde de juffer, „God ,zal wel voor haar zorgen." „En krijgen we nu warme soep?' vroeg Ninette. De juffer had nu evenveel moeite om al de vragen te beantwoorden, als zij zich eerst getroost had om de tongen der schuchtere schepseltjes los te krijgen. Ongemerkt bevond men zich in de Rue Madame voor N. 43. De koetsier, legde de juffer het gekwetste kind in de armen, de kinderen gingen voor om haar den weg te wijzen en de Jonge dame volgde. Het was een reis, om den zolder -te be reiken in een huis van vier verdiepingen, maar het was geen «ware vracht, dat kind, uitgemergeld van verdriet en honger. De kinderen klauterden reeds de derde trap op, gevolgd door de juffer en juist zou ook de jonge dame de breede gang verlaten, toen ze achter zich een deur hoorde opengaan. Zij keek om en stond opeens voor een net jongmensch, met een verstandig en vriendelijk uiterlijk. „Mijnheer Posuuères!'" „Freule de Montgrand!" Die twee uitroepen kwamen van Paule en Remy, oude speelmakkers. .„Welke omstandigheid voert u hierheen, freule?" „We hebben een gewond kind opgeno men. Angelique brengt het boven." „Zou ik u ook van dienst kunnen zijn?" „Mogelijkwel, mijnheer.' De kunstenaar sloot zijn ateilier en ver gezelde haar naar den zolder. IntuSschen waren de kinderen schreiend binnengekomen en hun moeder, die niet scheen te begrijpen, dat hen iets kon do ren, vroeg vrij barsch, waarom zij zoo gauw terugkeerden en waarom met leege handen; maar spoedig was alles haar dui delijk, toen Angelique met het gekwetste kind op den arm binnentrad. Wat is dat", riep Victoire en slaakte een ruwen kreet, „mijn kind, mijn kind!" Immer was zij ruw en barsch tegen het arme schepseltje geweest, nu evenwel kwam de moeder weer boven; het hart deed zich gelden. De leewin zag haar welp, in gevaar! „Is zij dood?" vroeg Victoire; „dood?'* Paule trad binnen met Remy Posquèrca. „Stel u gerust, moeder", riep de freule, „het kind ligt in bezwijming." Angelique stond nog altijd met het kind op den arm en keek verlegen om zich heen, waar ze iets cou vinden, dat op een bed geleek. Ten slotte legde ze het kind op de matras in den hoek. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1918 | | pagina 1