aan "scfiurft ztd Besmet) Kunnen zfjn en zal dus grondig» g.ewasschen of ontsmet moeien worden. KleecLingstukken., die niet gewasschen of op de gewone wijze onlsmet kunnen worden en die toch met de huid in aanraking komen (hand schoenen bont, enz.) zal men, tenzij men ze op bijzondere, hier niet te bespreken wijze kan laten behandelen, ©enige we ken buiten gebruik moeten lal.cn. Slechts door behandeling van alle le den uit het gezin van een lijder en door krachtige reiniging of ontsmetting \an lijf- en beddegoed, dat besmet kan z.jn, zal men vrijwel altijd in staat zijn, in korten tijd de ziekte uit een gezin te doen verdwijnen. ALLERLEI. De oneerbiedige soldaat. 't Grtabeujxte, ja, waar "ptrecies meldt de historie" niet, onigieveeu- hiaMwiegi tueecöi-en een kamp ern een garnizoensplaats, dat een erg duenestddisnenige kapitein, rijdend op zijn tiets, een wat baerigen, blijikibaar nog maar kort dliemJenrie-n soldaat ontmoette. D>e soltiiaat saikieeaidie, zoo goed en zoo kwaad als 't giinig, den arm in d<e ver keerde liouding, do vingers krom, zonder, zooads het voorschrift Luidt, den meerdere „eerbiedig" £ian te kijken ja zelfs zonder hem mie'i een blik te verwaardigen, laat. staan met een blik vol eerbied. De kapitein,, gewend aan correctheid en aan modtëdsdiienistdoeri, zefife bij een onder- g-e&chriMe aanigielegenJheid als het ranlu- eeren, spring1; van zijn fiets en brengt miet een „(hei jog", den soldaat tot slaan. „Ja, kap te in?' \nviagt de soldaat, zich wendend tot dien meerdere, wat verschrikt en du.3 nog" minder correct sa-hifeerénd dan den oeatuon keer. ,,1-Ied jij nióig niet gebeerd hoe je een meerdere sailhieoren moet, als jo die tegen toomt op/ een fiets?" ...Tewel kiaptedn." „G, nou, maar dan bei je 't todli verd... beroerd gedeerd, 'k Zal je es wijzen hoe je doen moet in 't vervolg kun je ik etsen?" „Jewel bapitlean." „Go;ed, dan ga jij exp mijn fiets zitten en je denkt maar dat je kapitein bent en ik ben nou een gewoon -soldaat die zijn meer dere tegen komt. Let nou es goed op hoe ik salueer en donk er om, dat je'tin 't vervaag precies zoo" doet." „Jewel, kaptein", zegt 't soldaatje weer, quiasi wat heteuterd nog maar een trek van oolijkibeid lag er op zij.rs gezicht to^n hij den meerdere den rug had toegekeerd en met diens fiets aan de hand. schoof in de rich'ling van hot kamp waar hij thuis behoorde. „Zoo, keer nou maar om jeg en stap op", riep de kapitein, die.op dm weg was blijven staan, toen zijn leerling een dertig -meter van hem af was. Maar omkeer en dc-ecL hot solid aa'-je mi et. Even keek hij over zijn. schouder, om te enen of de -a.fistand tiuosdhc-iY bom en den meerdere zóó groot was, dat hij zijn plan kon wagen en volvoeren, dan weg was jf licit soling |bij (hero alio isflranrheid, alle venlicgenhedd': met oen hebendigen op-rong zat hij op "t zadel, boeg zich over 't buur, ging trappen wart hij kon en echoot weg in de richting van zijn legerplaats. De kapitein ertond oven .perplex, keek m et gcroote. oogen den wegschieten den sol daat na dan, toen hij begreep welke pools hem gebakken werd, begon hij te roepen, te razen, te vloeken, zoo als hij mog nooit geraasd e.n gevloekt had. Maai* geen enkel dreigement, hoe som ber van inhoud odk, geen enkele vloek, hoe kern acht ig op dien weg-sn ollend en sol daat, die zich onbereikbaarwist: op zijn stalen ros en daarom, zood.ro, hij een paar hondierd mef'er voorsprong had, wuivend Eajn linkerhand, boven 't hoofd zwaaide. Twee uur later, toen de brios-eih-enJ.e ka pitein met zijn fierts, die hij dicht bij liet kamp ter zijde van den weg teruggevon den bad, aan den hoofdingang ven de legeip-ïaats efio-nd,- doorleefde do poisl voor 't geweer bc-nouwde oogeniblikken. Want die raszènd- opgewonden meerdere mOos-t rn zou weten, hoe d.e namen van al de sol daten waren die daar 't laatste uur waren gepaifsieord, en de man wielt .met don hos tiën wil geen antwoord t.e geven op do dreigende vo*aag, omda.t' hij van de vele honderden, die 't.kamp 'bewo-ondlen, slechts enkelen -kende en omdat van die enikeien itoevallig niemand wds A-oorbij gekomen, Toen eindelijk, begrijpend dot al zijn pogingen vruchteloos moestien blijven om beslag te leggen op d-en snoodaard die 't had bestaan om hem, dienstdoener eer rite klas, zoo geducht in de maling te rie men, droop die kapitein 'grommend of naar zijn garnizoen, v-asit besloten om nooit AYée'r den meeu'cHeire uit te hanigeh tegen over een soldaat, va-n wie hij noch den naam, noch het waponaiuimmer kende. Wat de vogel® in Limburg vertellen. De volkshumor heeft overal wat op gevonden. Alle ambachten en bedrijven vallen onder zijn bereik. Pittig, soms wat ruw, sprankelt het vernuft en plant zich van geslacht tot geslacht voort. De snijder draagt ve-stjes \an de door het oog der "schaar gehaalde lappen. De mulder schept niet alleen met den schepper uit andermans meelzakken, maar ook met zijn wijde mouwen. De schoorsteenveger, de kolenbrander zijn van de duivenfamilie. De schoolmeester is mager van hoo- vaardigheid. Den ossenboer vraagt men -om paar denhaar, do ezelsboer is met zijn collega op reis. De kersenplukker moet fluiten bij zijn werk, en zoo gaat het voort, plagende, lachende en grappen makende. Ook der vooglen laai kent men in Lim burg en de gevederde zangers doen ook mede aan den gelukbrengenden humor. De musch 'GTingilla domestica), de kwajongen onder de vogels, roept zijn eigen naam: „Dief, diefl" De boekvink (fringilla Coelebo) zingt iin ''Limburg: Schreur, schreur, doe maaks mich die boks te wied".Schreur is: snijder). Men denke er aan, dat d'e vink op de kruk een broekje draagt. De gele wielewaal (Orioius galbula), of gold-jmerling, zingt gewoonlijk zijn eigen naam: ,-Gelé-wiwauw-wiuw" maar wanneer een mannetje en wijfje in de hooge Kanada's zitten, langs de Maas, spreken ze nog anders. Hel man netje. begint plagende: ,,'k trouw en rieke wieuw" (weduwe); het wijfje kent zijn grappen en antwoord: zeker kom men de weèk". Of wel zij roept spottende den naam van haar gelen echtgenoot: „Peer Ver woei©''. Die .daarop niet ingaat,, maar haar vraagt: „Biete dich vleu ouch?" De merel, merling, zwarte lijster, gie- lelmg (Turdus merula) heeft, verliefde denkbeelden en zingt heef tevreden: ,,Van aovend kumt min leefste thoes". De woorden zijn bij al die vogels vrij natuurgetrouw aan den zang aangepast- Den armen lee.uwrik (Alauda arven- sis) is de hemel ontzegd. Hij heeft ge- vloekt. Wel beproeft hij telken male er weer te komen, maar 't is' te ver. Bij het stijgen zingt hij vol ijver: ,,Leef Ilecrke, maag ich in den IIee- mel komme?, Ich zal noets meSr, noets meer, vlooke, vlooke." klaar hij moet het opgeven, zijn goede voornemens verdwijnen en dalende roent hij: duvel,' duvel, duvel!" De koolmees, bicmos (Parus major) zingt, als ze- een verliefd paar ziet: Ziet die twee, ziet die twee" ziet hij echter een kwajongen, dan roept hij: „sjit in 't veur, sjit in 't vcur." Een gevangen jong vogeltje roept: ..Lang léve, kort léve, rnurgen bun ich doot." De volksmeening is. dat, als de oude vogels zien, dat ze het vogeltje niet kun nen verlossen, zij het met vergif om brengen. Deze meeningen, gezegden <en deze humor zijn zoo oud als de weg naar Keulen. Geen wonder, dat ieder komend -geslacht ze opnieuw vastlegt. „Buiten". Ongewone muziek instrumenten. Naar de „Chicago Tribune" weel mede te deelen, heeft de beroemde Amerikaan se he „Marsehkoning" John Philip Sou sa, die thans als reserve-luitenant tot de Ame- rikaansche .marine behoort, een marsch gecomponeerd, welke is opgedragen aan den president van het scheepsbouwdepar- temenl en de Amerikaansche werfarbeiders. De nieuwe marsch moet ter aansporing tot den scheepsbouw overal in het open baar gespeeld worden. In het orkest wor den ter-verhooging van het speciale klank effect scheepshorens, smidsaambeelden en klinkmaehines als instrumenten gebezigd. BoomSoof als veevoeder. Ter tegemoetkoming in het gebrek aan veevoeder eal dit jaar in Duitschland het k-of der boomen in groote hoeveelheden ols veevoeder worden gebruikt. liet wordt in lie: gansche rijk gedurende de maanden Mei tol September geoogst, in de lucht ge droogd en ter verdere droging en bewer king naar speciaal daartoe bestemde in richtingen gezonden. Het aldus verkregen materiaal zal uitsluitend ter beschikking van het legerbestuur worden gesteld. Daar wegens hot hoog-e vochtgehalte het loof- WLijQut, iTat hij in 'zijne betrekking zich Bchu.lid'iig hioott gemaakt aa.n ^mokkelen evf poging daartoe, a.nid'eren daartoe, hulp of medewerking verleend -heelt «*f toegelaten tieotir, dal, nndtercn smokkelen of daarvoor gehnurk maken: van don spoorweg of van het. dofirtoe beboerende materieel, zoü ge straft w*o-nler» met roietocervol ontelag. Geen of donkere gameeringen. Tor wijf im het voriig seizoen bijna alle mantels gegarneerd waren, zuiLlen de mantels voor het seizoen 1918*19 voor minstens, een derde gedeelte in één kleur en ongeg-ar- noerd worden gc-biac'ht. Waar donkere garneeringen voorkomen, zijn de mee*t ge wilde kleuren doailker grrij®, seal of tabak. Verbrand. Te Groningen is de 62-jarige eohtgenoole van den heer H. C. bij een beroeble -in het. vuur geA-allen en aa.n d< geA-olgen overleden. Brand. Te HaAeltc is een groote uilge- stire-klheid dennenbosch van den heer W. Ardene te Ruinenvold, verbraml'. •Bij hiat Steenwrijker pompstation ver- luranidde een Oiedd-eveld,. Onder een boom gevallen. De arbeider Brink te Winterswijk is bij het houtlhakiken onder een boom terechtgekomen, tengevol ge Avannvan hij is crverled,en. BeeJ geucmetn A'is historisch wordt het A-olgen<ie vermaikelijke geval geme1'! uit de gebeurtenissen der laatste d-agen in- eiake de cpwrdee ing en. inbeslagnemingen der ach-!ergcfiouden levensmiddelen en de controle op het veavoer op het platteland. Het gebeurde in de Haarlemmermeer. Een voorma wordt met z'n. karretje door eenige milHanren aangehouden, die hem vragen: wat helb je daar in'dien zak? DuiA'enboonen, was het a-ntwoord. De zak Avo.rdt in beslag genomen en het boertje krijgt een bonnetje voor den in houd. zijnde 85 kilo.... duivenboonen. Zeg, jongens, zegt ons boertje, jelui kunnen d'r ook n-ikis an-doen; j.e moet je pliicht. doen en diaammee uit- Ik voc.r mij ben blij, dat ik er nog zoo goed afkom en nog wat uitbetaal krijg.... Dat. is me wel een tractat.ie waard. Aangenocien, d-ait doen wij. En. de boer tract eert de jongens op oen borrel. In goede stemming rijdt het boertje weg en eerst toen .hij goed en wel Ava© vertrok ken, bleek den ijveriger) eolda.atjes, dat ze teel ijk waren beetgenomen: de zak bevatte geen- duivenïxionen. maar Iki'io.... grint. 't Is te begrijpen, dat dat bet' boertje wel een tractatdie waard wae. Letteren en Kunst. Op het concert, dat Sempre" Crescendo Vrijdag ais. j!e Leiden geeft, werkt de har monie der Haarlemsche Orkestvereeniging mede. Koeberg dirigeert o. a. werken van Hay dn, Grieg; de solist Frits Gaitlard zal het cello-concert Aan d'Ailbca-t voordragen-. ONDERWIJS. N u to-sem i nar i urn liet hoofdbestuur van de Mij. tot Nut v. 't Algemeen zal op de* vergadering van 21 Mei a.s. in vereeniging met het district Leeuwarden van het Nut urgentie vragen o, m. voor het volgende voorstel: Een Nuts- seminai'iumn voor paedagogiek te stichlt'en en dit aan te bieden aan de Universiteit van Amsterdam-"op voorwaarde, dat in het Un-iversiteiit'sgebouAV de noodige localitei- ten voor dafdoel met verwarming en ver lichting worden ten gebruike gegeven. Daartoe jaarlijks uit de algemeene kas een •bedrag van f500 gedurende 10 jaar be schikbaar te stellen. (De Nutscoaumissie voor onderwijs geeft f 1500). De leiding van dit Seminarium op te dra-' gen aan een bijzonder hoogleeraar in de paedagogiek, buiten bezwaar van de alge meene kas en daartoe bij den Gemeente raad van Amsterdam aanvrage te doen om de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen ioe te laten tot -het vesligen van een bij zonderen leerstoel in de paedagogiek aan de universiteit van Amsterdam. De financieele gelijkstelling. De gemeenteraad van .'-s-Gravenhage be handelde het voorstel van B. en W. in zake de salarisherziening van het perso neel der open-bare lagere scholen. De heer C. D. Wesseling deelde mede, dat de leden der Rechtsche Raadsfracties geen bezwaar hebben tegen d-e voorgestel de verhoogingen, doch wees erop, dat door de nieuwe regeling hef) onderscheid tus- edhen de salarissen van de openbare en bij- aondere onderwijzers wed'er aanmerkelijk grooter wordt, hetgeen voor een groot deel FEUILLETON. In het Zwarte Veen. 50) „En nu", antwoordde Eva, „daar geen misverstand meer tusschen on-s bestaat, zal het mij niet zwaar vallen, u den aard en den onwang der verlegenheid te verha len, waarin ik zoo plotseling geraakt ben." Zij deelde nu hem, .zooals te voren Elise, den inhoud mèe van den brief van Gebhard Schwandheim. „Het zijn korte tenrwijwen, de 21ste en de 30ste van dece maand en in deze geld- arme streek! Zouden de termijnen niet ■verlengd kunnen worden?' „Onmogelijk", antwoordde Eva beslist. „Het bestaan van den schuldefscher zelf hangt van de nauwkeurige betaling dezer schulden af, die mijn broeder ik mag het ur niet verhelen op een wijze ge maakt heeft, dat haar openbaring een smaad op ons allen zou Avecpen! De stille, verwachtende vroolijkheid. die haar vertrouwen op Bruno's hulp had op gewekt, maakte plaats voor nieuwen, kwellenden angst. Bleek en moede ging Eva zitten en vervolgde met neergeslagen oogen: der burgers uiterst grievend en voor het onderwijs zelf zeer nadeelig is. Spr. «tolde namens de Reebitsche fracties een mof'ie voor, welke met een kleine wij ziging met 27 negen 9 ettemmen werd aan genomen en welke luidt: „De Raad, overwegende, dat door de vodrtgaande verbetering der salarissen v'oor het personeel der openbare lagere scholen de tegenstelling met de salarissen van het personeel der bijzondere lagere scholen een steeds schrijnender karakter krijgt, van oordeel, dat aan de&e tegen stelling hoe eer hoe beter een einde diént te worden gemaakt, in het belang van het geheele lager onderwijs in de gemeente, noodigt B. en W. uit zich onmiddellijk te wenden .tot Regeering: en Volksvertegen woordiging met hot dringend veraoek om te bevorderen, dat de wettelijke uitvoering van art. 192 der Grondwet ten spoedigste tot stand kome." Vóór deze motie stemden de leden der rechtsche fracties, ook de vrijzinnig-demo craten en de socialisten, terwijl alleen de aanwezige -liberalen onder het irmom van formeel® bezwaren tegen stemden. WETENSWAARDIG. Schurft, De. Centrale "Gezondheidsraad ver zoekt ons de volgende waarschuwing ie publiceeren: Ais beleend mag worden aangenomen, dat de schurft in den laatsten tijd hier, te lande veel meer dan gewoonlijk voor komt. Krachtige maatregelen tot bestrijding dezer ziekio zijn daarom noodig gewor den. Dientengevolge- heeft de Centrale -Gezondheidsraad, na verkregen machti ging van den minister van binncniand- sche Zaken, het volgende ter algemeene kennis gebracht: De schurft (scabies) is een huidziekte die veroorzaakt wordt door een zeer klein lovend wezen, de schurftmijt. Deze mijt is geelachtig van kleur en'mei het bloot© oog nog juist te ziien. Het wijlje graaft gangetjes in de huid van den patiënt en legt hierin haar eieren. De gangetjes worden.- vooral gegraven op plaatsen, waar de huid geplooid;is. bijv. tusschen de vingers, in de ©leboogplooi enz. Ze lo-open dikwijls geslingerd en zijn soms 1 a 2 c.M. lang. Opent men b.v. met een speld, een dergelijke gang, dan vindt men aan het eind© een mijt liggen. In enkele dagen ontwikkelt een ei z;oh lot een z.g. larve, diie uit de gang kruipt en zich in ongeveer 14 dagen tot een voi- Avassen mijt ontwikkelt.. Aangezien één wijfje ongeveer 20 eieren legt en deze in ongeveer 3 weken tot volwassen mij ten ontwikkeld: zijn, gaat de vermeerde ring van de diertjes zeer snel. Indien de mijten zdoh niet in de huid kunnen ingraven, sterven ze waar schijnlijk binnen enkele weken. De mijten bewegen zich vooral des nachts en bij een voldoend warme tem peratuur, bijv. des nachts m bed. blaapt men dus in één bed met een lijder aan schurft, dan loopt men groot gevaar be smet te worden. Een lijder aan schurft besmet zijn lijf- en beddegoed. Gebruikt een gezonde dergelijk lijf- of beddegoed, dan kunnen de schurftmijten op den gezonde over gaan en hem besmetten Schurft kan men dus zeer goed krijgen door over nachten in een logement waar hel» bed degoed niet voldoende gereinigd wordt. In het algemeen kan gezegd worden, dat de besmetting met schurft op velerlei jvvijze geschieden kan: schurft is dan ook een ziekte waarover rnen zich ai- leen schamen moet als men bewust ver zuimt de moeit© te doen van zich te la ten genezen. De eerst© ziekteverschijnselen treden enkele weken na de besmetting op en bestaan in heftig jeuken, dat 's avonds in het warme bed het ergst is. Door net jeuken is men geneigd om te krabben, hetgeen kleine verwondingen veroor zaakt, die weer tot allerlei ontstekingen aanleiding kunnen geven. Het jeuken belemmert verder het slapen en werkt ook daardoor nadeelig. Hoewel in den regel niet gevaarlijk, .is de ziekte toch in hoogste mate hinderlijk en vies. Aangezien in een gezin zelden slecïils éei\ persoon besmet is, maar5 door de aanraking, die de gezinsleden met el kaar hebben, gewoonlijk meerdere leden besmet zijn, zal in de meeste gevallen de behandeling van alle leden van het gezin gewenscht zijn. In ieder geval zal een nauwkeurig ondrzoek van alle leden van het gezin noodig zijn. Ook het lijf- en beddegoed van lijders „Mijn grootvader zou ons kunnen hel pen, indien hij wilde, maar hij heeft ge schreven, in deze onzalige *aak niets voor ons te doen." „Dan moeten we de gelden leen-en, want tante Bllse en ik bezitten zelf niets. Wat ons het meeste in den weg staat, is, dat de menschen in deze streek even Avantrou- wend als goedhartig zijn. Indien we -maar iets tot onderpand te -bieden hadden." „Daaraan ontbreekt het niet!" riep Eva levendig uit. „Steinort heeft weliswaar ge ringe waarde, maar het is onbelast en de noodige sommen zullen daarop wel te krijgen zijn." „Dan is u geholpen, freule von Prahwe" zei Bruno, snel opstaande. „Nu wil ik ook geen oogenblik meer verliezen, om uw opdracht; uit te voeren. Maar nog één zaak: indien Steinort verpand wordt., dan is het noodig dat uw vader daarmee in kennis gesteld wordt. We kunnen dus voor hem de zaak niet verborgen houden." „Helaas niet. dat zie ik in. Maar de slag zal mijn arrnen vader minder hard tref fen, indien ik hcan- tegelijk kan rnededee- ■len, dat de erge gevolgen A<an de afdwalin gen zijns zoons afgewend kiinnen worden. Gelooft gij, dokter Kadenberg, dat ik hem dat mag verzekeren?" „Zeker, indien de baron .djn toestemming tot de verpanding van Steinort geeft. Eri thans, juffrouw, veroorloof mij, aanstonds een poging te doen ter verkrijging van de eeisate viirfhonderd thaJer. Goeden nacht., lieve tante Elise. Wees niet a.1 te bezorgd, freule. God helpt den moedige!"... Met hartelijken groet girtg Bruno heem Hij had intusschen lang niet het ver trouwen, dat hij aan den dag -had gelegd om Eva iirooed te geven. Hij verheelde het zich niet, dat het zeer moeilijk zou zijn, in een- zoo afgelegen en arme streek in weinige dagen zoo'n soon hijeen te krijgen. Vijfiien/honde.rd thal'ea*s was in do oogen van de arme bewoner© van 'heit Zwmne Veen. een geheel vermogen. Bovendien Avas het /hier de vraag, of de menschen een zoo groot kapitaal couden willen leenefi aan ëen wi'dvreemden, verarmden baron. Met gebogen hoofd in diep nadenken verzonken, vervolgde Bx*uno zijn weg van het klooster naar zijn huisje Hij was zoo in zijn gepeins verrdieipt, dat hij n/iet eens bemerkte, dat de jonge Uphoff zijn weg kruiste. De jonge boer groette hern vrien delijk, maar het viel hem op. dat zijn an ders zoo vriendelijke pleegbroeder, hem eender een woord van groet voorbij liet gaan. Daarom hield hij honxi aan en vroeg levendig: ..Hoe is het, dokter? Wat scheelt er aan? Gij kruipt daar heen, alsof gij diep onge lukkig waart." „Geen wonder, Jozef", antwoordde Bruno, nog half zijn eigen gedachten vol gend, „ik ben in de grootste verlegenheid en zie geen uitweg." „Gij in verlegenheid?" herhaalde Jozef zeer verbaasd. „Ei, jongen, dat zou de eerste maal zijn in uw leven! Gij zijt steeds eoo wijs geweest als Salomon's kat', die ging drie dagen voor den regen naar huis en wercl tóch nat! Wat is'het? Ik hoop, dat gij nu op je verstandigen leeftijd toch geen dwaze dingen zult gaan doen." „Stel je gerust, ouwe jongen, ik heb geen domheden begaan. Maar een mensch kan soms iets in het leven ontmoeten, waaraan hij geen schuld heeft." „Zoo, »zoo' merkte Jozef op. „Maar al ben ik to'tl op de huid nat, het is toch niet noodig,,dat wij ons hier laten verdrinken, ko-m mee op de kloosterhof, daar kunt ge mij vertellen, wat er gebeurd tó." ..Vanavond kan ik je niet vergezellen. De zaak is te ernstig dan dat ik ze in-te genwoordigheid der anderen met je zou kunnen bespreken en bovendien, gij kunt hooi ha voorloopfgö droging in de lucht' spoedig aan bederf onderhevig is, zijn spe ciale maatregelen getroffen voor een snel'« vervoer naar de drooginrichtingen. De Duitsche tan&8. De BingeUeiclliie tanto© Jxdbbea) tolt. dusverre niet het succes opgeleverd, hetgeen er van verwacht werd. De machines waren te -iQg en onhandelbaar. Met een slakken gang van 5 K.M per uur rijden de tanks naar den vijand om daar stukgeschoten te worden, wijl de gevaarten te log «ijn en te zwaar oom te wenden. Toen de Engel- schen met hunne tanks begonnen, werd de vrees geuit, dat de Duitschers deze wel licht in verbeterden vorm zouden nama ken. Want de Duitsche techniek weet steeds de strijdmiddelen der Entente te overtreffen. Thans blijkt inderdaad, dat •heit dton Duii-Hsic/hie-r© ge-luikt i© een verbefbeaiJe editie der tanks te maken, De Parijsche correspondent van het Italiaansche blad „Perseveranza" heeft aan zijn blad be richt, dat de Duitschere gepantserde auto's den^strijd insturen, die onkwets baar zijn, en daarenboven zeer lenig. Bij den «lag aan die Somme hfhiben-zij met zeer goed gevolg aan den «log deelgenomen. Zij kunnen zeer snel rijden, zijn gemakke lijk bestuurbaar en toegerust met bom men, gas- en vlammenwerpers. Twee man kunnen zulk een auto-tank bedien-en. Zij rijden moedig -tot in de vijandelijke stellingen en- daar doorheen, richten dood en verderf aan, brengen groote verwar ring aan in de vijandelijke gelederen en -keeren dan weer terug. Leger en Vloot. De dienstplichtige onderofficieren van de militielichting 1912 der bereden wapens zijn in het genot van onbepaald (klein) verlof gesteld. RECHTSZAKEN De aanslag op het kruithuis. Het O. M. bij de Am-siterdamisidhe recht bank elect),te ineaBve den aanslag op h,et kiruiithaias bij Halfweg tegen Van de Wal 8 maanden-, Romein 10 maanden, Horttihau* 1 jaar en it eigen Mell en Veltman 3 jaar gevang eniiisstraf. Burgerlijke Stand. ALPHEN AAN DEN RIJN. Geboren: D. van Van Dijk en Heuff. Z. van Mulder en Koonekoop, Z. vaja Walraven en Groenendijk. Z. van Van Leeuwen en Pardon. D. van Van Leeu wen en Hami. Z. van Van Liendcn ep Kempen. Z. van- Goedhart en Van ToJ. Z. van Den Hertog en Breure. O v e r 1 e d e n:4 G Koppijn, echtg'. van D. de Graaf 64 j. (overl. te Zeist.) NIEUWKOOP. Geboren: Anna Cornelia Maria, cL van A. J. Zevenhoven en A. C. Luijlcri. Helena Cornelia ei van P. G. Vroon- bol en C. Bakker. Cornells, z. van i?» Boer en .1. ue Kooy. "Ondertróuwu: L. Verduijn, 27 j. en P. Verduijn 27 j. C. Kiancnouig 21 j. en M. G. van Grol 28 j. PfOORDWIdK. Geboren: -Wijnand, z. van J. Kap tein en G. Barn hoorn. Cornells, z. van C. Bakker en 1. Parlevliet. Franciscus Nicolaas, z. van K. van Bohemen en J.. ;Koelewijn. Jacob z. van L. Haasnoot en L. Duijndam. Gerardus Arie, z.- van P. G. van Rijn en J. I man se. Onder trou \v d: P. H. Zo uien bi-ér 34 j. en A. M. Al kom ad e 30 j. C. F. Vink 28 j. en E. J. Caspers, 24 j. T. van Rooijen 25 j. en M. Klinkenberg 20 j. W. Plug, 22 j. en L. van Duin 23 i. Getrouwd: L. Omit 25 j. en, J. Vink 23 jaar. Overleden: G. C. Alkemade 43 j. wedn. van A. M. Visser. L. v. d. Wiel, 74 j. geh. met S. Duindam. G. Duin dam 5 j. 0. v. Beveren 19 j. F. J. de Bie 72 j. wed. van II. Kuijt, eeTder van A. van Wijk. O SASSENHEIM. Geboren: Arie Gerardus, z. van A. G. de Kwaasteniet en D. Ph. Oudshoorn. Ondertrouwd K. van Breda jim>. 29 j. en L. van Beusekom jd. 29 j. ZWAMMERDAM Getrouwd: C. Hoogeveen en A. C. de Bruin, van Uithoorn. -mij toch niet helpen. Dus, goeden vriend Jozef, -laat je om mijn zorgen je leven- niet vergallen." „Gij wilt tm-ij kwijt zijn, dokter? Nu, goed, ik doe je zin. Indien gij mij echter in iets kunt gebruiken, eoo ben ik dag en nacht bereid. Goeden nacht nogmaals, -mijn jongen." En met den zwaren, breeden stap van den man, die gewoon is, op zandige of Aveekê wegen te loopen, ging 'hij naar de pachthoeve. „Trouw hart", f-luisterde Bruno, hem een oogenblik nakijkend, om daarna ook zijn eigen weg te vervolgen. In zijn huis aangekomen, Averd hij door Jan.Peerebloeon junior ontvangen, die hem de natte bovenkleeren afnam en een kleine studeerlamp aanstak. Een eenvoudig avondmaal, beslaande in een kruik bier, brood en koud vleesch, stond reeds ge reed. Bruno at snel eenige beten en bevafl daarna den knaap, de tafel af te ruimen, de huisdeur te sluften en, zoodra hij zelf zijn avondmaal gebruikt had, naar bed te gaan. fWordl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1918 | | pagina 4