I Utok Cearant' Tweede Blad. In liet Zwarte Veen. Zaterdag 9 Maart 1918 Staten-Generaal. tv/eede kamer. Het OistribijHe-cIsbat. Vergadering van gisteren. De heer Troel ö/t ra (S.-D.) wenscht tiet dbandpwit van zijn partij tegenover de boe ren nader te eehe-fcsen. Ej. bestaat een tegenstelling tusschen de steden en het platteland, waarbij men. elkaar over en weer egoïsme verwijt. Die ieeenatelling wil spr. niet verscherpen, oiwlatmen elkaar te veel noodig heeft en dus opheffing van die tegenstelling ge- wenscht is. De coöperatie wint onder de boeien veld en dus wordt het hoe langer meer mogelijk dat de Staat in overleg kan treden met deze organisaties, hetgeen leiden kan tot een gezonde samenwerking. Wat de tusschen personen be- het is niet de bedoeling der soc.- dera' om hen tfeg te duwen, maar op hen mag een goed distributièstelsel niet afstui ten Te veel tusschenpersonen en overbodi ge personen wil iedereen natuurlek weren. Spr. laakt het contract betref- endede in Amerika lig- ende schepen, dat thans den Ne- lerlandschen Staat reeds 21 millioen gul den kost. Hij zou wenschen te weten wie dit contract heeft gemaakt en wie de eige- ovirs vnr. de schepen zijn. Ten aanzien van de organisatie en het rejeeringsl eieid van dezen Minister is het in de Kamer eens. Of het geheel bülijk ia, dat alle schuld wordt geladen op dien bewindsman is twijfelachtig. Ibt heef hier in sterke mate ontbroken ian leiding bij de Regeering, aan regee- ringstoig. De zaak is zoo gewichtig, dat ze als een deel van de geheele regeering moet worden beschouwd. En dat heeft de Regee ring; niet voldoende ingeeien. In dit op licht sprepkt hij dus van een verzachtende Bislandighei'l voor minister Posthuma, iie bovendien al een koers ingeslagen nonJ Spr. laakt speciaal de' laksheid van in Minister van Justitie, die te laat kwam set zijn Huurcommissiewet, zoo wel ais met zijn bepalingen, die wijzigin- jen mogelijk maakten in de p a c h t c o n- ac t e n. Ook de Jachtwet had Hang gewijzigd moeten zijn. De Regeering te aïap en berekent haar tnaakrageüien er tc korten duur. Spr. eiet helaas een [rootê achteruitgang ten aanzien van de redes kansen. De vrede met Rus- ad en Roemenië is een oorlogsdaad en ndechtert de kansen op een spoedigen ifroeeuen vrede. Als wat nu is gebeurd, Wijven, dan beklaagt spr. het arme bik. De Voorzitter verzoekt den spreker p lezen weg niet voort te gaan. De heer Troelstra (S.D.) zal daarop q niet verder ingaan. Hij meent dat h?t thans iiocdig is een organisatie voor langen duur elkaar te zetten, omdat ze ook nog lang ia den vrede sal moeten gelden. Door de ncidenteele regelingen «heeft verbrokke- van kracht plaats; de diverse c o ra- >sies zijn evenzoovele schermen waarachter de Minister kan wegkruipen. Met de commissies uit de Kamêrle- n is men niet op den goeden weg. De iamerleden krijgen het veel te druk en j zijn niet vrij. Vervolgens behandelt hij de vraag, of Ie Minister wel zorgt dat in zijn stelsel |wn corruptie komt. Wie eenmaal «nnis heeft genomen van een geval van eorruptie. raag dit nooit onder zich hou- d® Er is in de z a a k-D e Jong plaats ▼oor allerlei kwade vermoedens. De com- *"Jsie nit de Lib. Unie heeft «ich afge jaagd of hier sprake is van corruptie. Het |s een moeilijk geval, om. dit te onderzoe- 0 Je"i hebben wij hier te doen met een vrien dendienst of heeft hij de gelegenheid gebo- 1 voor het maken van een winstgevend franje? Om dit te beoordeelen is het ook "Mig den heer De Jong in zijn ganse he le- ,er' hennen. Zijn belangstelling voor één j 2')n vrienden is al te overdreven. Spr. acht het in het algemeen mei onmogelijk dat de beer De Jong door ad te groote be langstelling tot daden is gekomen, die in- druischen tegen de opvatting van de Kar merleden, zonder dat nog direct van cor ruptie sprake mag zijn. Spr. wenscht dan nog alle reserves in acht te nemen. Hij weet dat de heer De Jong dikwijls aeer ver gaat in zijn belang stelling. De heer De Jong is onvoorzichtig ge weest. Spr. schort thans zijn oordeel op. Het beleid van den Minister in deze zaak is onvokSaande ge Weealt. Het zwijgen van hem veroordeelt hem. Terwijl de Mi nister in geknoei met consen ten voor vleesch een onderzoek deed in stellen op zijn eigen departement, deelde hij aan de Kamer kalmpjes mode, dat hem van geknoei met consenten niets bekend was. In de zaak-De Jong deed de Minister niets. Spr. leest een brief voor van den Mi nister aan het bestuur der Peuivruchten- vereemging, waarin deze op voorzichtig heid aandringt. De Minister van Landbouw: Leest u dan alle brieven voor! De heer Troelstra: ik heb ze niet alle bij mij. De Minister: Dan zal ik .ze u geven. Maar 6 Nov. 1915 sluit dit geval reeds af. De heer T r o e 1 s t r a: Uw houding is niet die van een hoogstaand, ethisch ge voelend rnan. Nadat den Minister bekend was, dat de zaak al eenige stadia heeft doorgemaakt, zwijgt hij als een mof. Dat keurt hij ten sterkste af. Ten slotte wijst hij nog eens op de noodzakelijkheid van meer homogeniteit bij de Regeering en een meer krachtige leb- ding. De minister-president diende van de vragen van meer algemeenen aard goed op de hoogte te zijn. Spr. komt tot de vraag van practischer aard. Is de Regeering aan het zoeken ge weest naar een crisis-minister? Heeft, ze bot gevangen zoo ja, bij wien? De Minister van Binnon 1 andsohe Zaïken, de heer i. o.rt vanderLir.den: Neen! De heer Troelstra» Waarom weer die geheimzinnigheid; waarom niet ge zegd bij wien men heeft aangeklopt? De heer V a-n R a a 11 e (U.L.): 't Is niet noodig. De heer Troelstra: Weer dat ge heimzinnig gedoe ook van de Lib. Unie. Spr. kan zich niet voorstellen dat de Mi nister van Landbouw thans nog de over tuiging heeft dat hij voldoende vertrouwen in de Kamér heeft. De Minister staat ech ter in een bijzondere positie, omdat allerlei behangen gaan in de Kamer tegen elkaar in. De één vindt dat ale boeren te veel, de ander dat zij te weinig hebben verdiend. De Minister balanceert daar tusschen door en weet zich staande te houden. Deze de batten zijn wel zoo geweest dat een popu lair Minister er de nek door gebroken zou hebben; iaat slaan de meest impopulaire gelijk de lieer Posthuma is. De Minister speelde in de kaart van de Vrij Liberale. Wie deze^jVIinister moet volgen^ weet spr. niet,, maar dat mag geen punt van overwe ging meer uitmaken. De v/ijze waarop de Minister zich gedroeg tegenover de arbei ders-organisatie, maakt dat men hem van dien kant niet meer kan steunen, al zou men er den heer Treub voor in de plaats krijgen. Ten slotte behandelt hij nog de buiten- landsche kant van de levensmiddelen-voor ziening in verband met de gewijzigde toe standen. Misschien is het wel gewenscht daarover in 't openhaar te spreken. Zuilen wij den noodigen toevoer van broodkopen krijgen binnen enkele weken? Van veel ge neigdheid in Amerika blijkt nog niet. Er is een communiqué van 4 Februari waar uit wij echter niet veel wijzer worden. Al zijn er schikkingen getroffen, dan zijn er w^er geen bunkerkolen voor de sche pen. Alles hangt echter af van de bunker- kolen. De vooi*waarden daarvoor zijn on aannemelijk. Spr. vraagt dus, hoe het nu met deze onderhandelingen ^taat. Spr. wijst op de overeenkomst tueechen Zweden en Amerika. Hij hoopt, dat onze regeeiring bereid zaft zijn aiMé inlichtingen zoo mogelijk in he»t openbaar te zeggen, vooral ook opdat de Entente en de Cen trallen beide eens goed zuilen hooren.hoe het hier gesteld is. Dit is ook goed in verband met de uitlating van de „Nordd. Alg. Zeitung", die het afstaan van scheeps ruim te gelijk snelt met meedoen aan den handelsoorlog tegen de Onrt.ra.len. Voorts vPaa^l hij, olRS mogetijk ia, dat wij uit de Oefcraine graan kunnen bettnek- Len. Dit zou een verandering brengen en noodig maken in de beeftpohtiek der rede ring Indien de toestand niet veranderd, in dien er geen nieuwe lichtpunten komen, ziet de toekomst er sombor uR. De regee- ring heteft in aöe geval dezen denk te aan vaarden, dat zij ons Land steedia neutraal heeft^gehouden. Wij komen hoe langer hoe meer in de noodzakelijkheid om te trach ten het öf van den «enen, óf ve.n den anderen kant te krijgen. Liefet kreeg spr. het van twee kanten. Verandering van systeem en verande ring van regeering acht spr. noodig voor de leven smid delen voorziening. De verkie zingen zullen deze moeten brengen. De heer B e u m e r (A.-R.) lidaagt over de late indiening van dit ontwerp en komt op tegen de socaal-demooraten, die deze 'aangelegenheid gebruiken als propaganda voor de kiezers. Overigens beto-ogt hijy dat 'hij ook vóór een billijke verdeeling van de voorraden is en vóór steunverteening, voor zoover onze finauci'eele toestand heit veroorlooft. De vergadering wordt verdaagd tol Maandagmiddag hadféén. WetsvoorateJ-Lohman tot wijziging van de L. O.-wet (gelijkstelling salarissen bij zondere en openbaro on der wijzers). Blijkens hot afdeelingoondcrzook over het voorstel van web van den hoea- Do Savoirnim Lobman c.s., tot wijziging van dé wet op het Lager Onderwijs, k^frden vele 'leden de indiening van dat wetsontb- werp af, omdat zij -n'iet is overeen te bren gen met geest en inhoud van de vóór de jongste verkiezingen "tusschen de politieke partijen gemaakte afspraak. Men heeft hier tie. doen met een voorstel van polüie- ken aaj-d. Eenige leden waren van oordeel, dat de tegenwoordige Kamer niet bevoegd is tot behandeling van dit voorstel. Bij de jong ste verkiezingen zijn die kiezers geraad pleegd over art. 192, maar nieb over de uitvoering daarvan. Sommige leden betoogden, dat art. 19 een voorschnft voor den wetgever bevat, en niet werkt, zoolang de nieuwe school wet niet is tot stand gekomen, dus zoo lang de voorwaarden, waaraaui volgens het grondwetsartikel het bijzonder onder wijs moet voldoen, bij de nieuwe school wet niet zijn vastgesteld. Men was niet vreemd aan het denk beeld, dat de voarsteJUere het ontwerp heb ben ingediend, omdat zij \reesde«, dat de verkiezingen wel een3 ongunstig voor hunne wenschen konden uitvallen. Eenige leden, overigens voorstanders van het openbaar onderwijs, verklaarden bet altijd betreurd te li ebben., dat de schoolstrijd voor een goed deed Werd ge streden den ikoete van de bijzondere onder- wijziers en dat ook zij Veel gevoelen, voor gelijkmaking van de wedden der beide soorten onderwijzers. Br waren ar onder deze leden, die, warm pogingen tot over leg met de linkerzijde gedaan, daartegen over geenszins een afwijzende houding zouden hebben aangenomen. Sommige tot dé linkerzijde behoorendè leden gingen verder en verklaarden uitdrukke lijk, dat zij het vooTstel niet in strijd acht ten mot het vóór de verkiezingen gesloten convenant en dat-^zij zich daar mede in beginsel (konden ver een i g e n. Zij wen achten zich kitueeohen hun stem voor te behouden, omdat zij inlichtingen noodig achten orntmnt de uit gaven, welk'e van de aanneming van het voorstel,heit gevolg zouden zijn. Enkele tot de linkerzijde behoorende leden, die verklaarden in de gegeven om standigheden niet met het voorstel te kun nen medegaan, wenschen echter uitdruk kelijk uit. te spreken, dat naar hunne mee ning bij de uitvoering van art. 192 de door de voorstellers toegepaste methode tot ver krijging van ifinancieele gelijksteMi-og zal moeten worden gevolgd. Véle andere leden brachten den voorstel lers hu/lde voor de indiening van bet wets ontwerp. Hunnerzijds werd in Je eerste plaats opgemerkt, dat, wanneer één materie go- acht kan worden binnen de grenzen van het vóór de jongste verkiezingen tusQchen die partijen gesloten convenant te liggen, het wel is de financisete gelijkstelling tus schen openbaar en bijzonder onderwijs, die juast door da eenstemmigheid, weSce to haren opzichte heenschte, tot dat con venant heeft geleid. Waar de financieel* gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs mede in zet was bij de jongste "verkiezingen, achtte men verder dé tegenwoordige Kamer niet ail een bevoegd, maar zeife bij uitmememd- hieid geschikt om over die uitvoering van dat door haar aan ge nonten beginsel te oordeellen. Uitvoerig wordt dwoi betoogd, dot de Grondwet zich daartegen in geen enkel opzicht verzet. In de tegenwoordige om standigheden dringt de firvancieeie nood van de bijzondere schoolbesturen er toe de verbetering van de onderwij^rswedden uit de openbare kas ter hand te nemen. Ten opzichte van het ontbreken van waarborgen voor de deugdelijkheid van het bijzonder onderwijs werd opgemerkt, dat verbetering van de wedden der onder- Jjfjjzöra de deugdelijkheid van het onder wijs bevordert en dé reeds bestaande waar borgen verstrekt. Voort® werd aangevoerd, dat financieel» bezwaren de aanneming van bet vooratol niet mogen beletten. Hij brengt slechte ten laste van hat rijk een doet van de koeten, welke gebeet voor rekening van het rijk zullen komen, wanneer tot vol ledige uitvoering van art. 192 wordt over gegaan. Dot die voorsteiders geen voelisig met de linkerzijde hebben gezocht, is, naar som migen opmerkten, niet juist. Hunnerzijd» is de medewerking van een oud-lid van de Bevredigingscommieöie, teven» voorzitter van eene der fraotaee van de Linkerzijde, gevraagd. Toen deze medewerking gewei gerd werd, heeft men van verdere pogin gen tot overleg afgezien. SPORT. VOETBAL. NEDERLANDSCHE VOETBALBOND Wedstrijdprogramma voor Zondag} Westelijke afdoellug le klasse A- Amaterdam: Blauw-WitAjajc. Utrecht: U, V. V.Sparta. Rotterdam: V. O. C.—H. B. S, Dordrecht: D. F. C.Quick. Ie klasse B. Amsterdam: SpartaanR. F. C. V. V. A.—S. V. V. Delft: ConcordiaA. F. C. Rotterdam: FeyenoordDordrecht, 2e klasse B. Leiden: L. V.\V.Kampoog. Amsterdam: O. D. E.Alten* Weerbaar 3e klasse C. Leiden: L.. F. C.—Watergraafsmeer. Gouda: GoudaAlp-hen. LEIDSCH.E VOETBALBOND, le klasse. L. V. V. II—Bereeteijn. Sportman IIL. F. C. II. 2e Maase. TerijiingenBereeteijn II. Eerste Bekerronde. Teijüngen IT—L. V. V. III. Door inlassching van den N: V. B.-wed strijd L. V. V.Kampong ziin uitgestieht die wedstrijden: voor de extra-competitie AjaxL. V. V., voor de tweode klasse U. V. S. II—L. F. C. III, terwijl U. V. S.— Ajax II vroeger zaj aanvangen. KORFBAL, NEDERLANDSCHE KORFBALBOND. De wedstrijden voor Zondag, le klasse. Leiden: Viüesae (L.)Vitessp (Haag). Den Haag: H. S. V.—O. K. K. Rotterdam: VeloxO. S. C. R. Amsterdam: D. V. D.O. S. C. A. D. O. S. O.—D. T. V. Haarlem: HaarlemD. E. V. 2e klasse. Boskoop: AmicitiaVitef&e (H.). ONDERWIJS. Duurte toe slag. De heer J. Th. Kloosterman, secretarie der Diocesaan-Vereeniging van Katholto- Joe Onderwijzers, doeflt in ,,Het Kathoüieke ■Sdhoolhladf 4ne<fe: ,.dat Zijne Door!.» Hoogwaardigheid Mgr. A. 7. CaHJte^ fa antwoord op het verzoek om door titS uitspreken van hoogst desaalfe wen** voor het verieenen van een dunrtetoatiap aan de onderwijzers door hun reqph 9c hooibeertunerieen goede sfjhalrkmg <j helpen bevorderen, heeft bericht, aak dB schoolbesturen onmogelijk een v erpficftA ting tot hooger aalarienring te kunnen op leggen, hoe gaarne Zijn® Doori. Boqy> waardigheid dit ook zou wi'iten. W| schoolbesturen -toch verkeeren zéllf in to»- diaiügen nood, dat het opleggen van MB verplichting in X algemeen onmogelijk R. „Het H. B. raadt daaaom de aJdteallfr gen aan, bij de achoolbesturen afzond**» linke pogingen tot het verkrijgen vnn eest duurtetoeaLag aan te wenden." Sociale berichten. Vakpers. Het aantal Katholieke bLaden is» weae met. een vermeerderd' n.l. met „De R.-Kt Tranopertarbeider", oigiaan van deu Ned. R.-K. Bond van Transportarbeiders to water en te land ,,St. Bonifacius' „De Hanze". Blijk-eais een opgave in hJeé o*gaan den „Hanze"-bond; is het aorutod letMl der afdeetingen in het diocees Haotrin vain 1 Auguatué 1917 tot 1 Febnjjaxi 1911 afgenomen met 105, doch toegenomen maft 375, aldus een aan wag van 270 teden, OogenschijPlijk la dot een mooie toename maar toch bad! dit aantal hoogor iauuaoi zijn. Want niet minder don 426 lede^ moesten van de lijst worden afgevoerd, waarbij slechts enkele wegens overtillen. Dit vorschijnsef wordt geweten aan d» ge> ringe activiteit van sommige bestuiren o® het ledental uit te breiden, en om te voor- komen, dat Leden het lidmaatschap op zeggen. Leger, en Vloot. Bewaring van militaire gelden. Naar het „Hbld." verneemt zijn err ptap- ueri i-n bewerking om een ander admifil- stratie van die militaire gel-den mogelijk: fhi maken. Overwogen wordt aansluiting te zoeken hij den postchèque- en girodienst. Reed® bobben verschillende oontroicóc» van de inwendige administratie der ko-ty> sen schriftelijk hun advies, dat doorgaaoB gunstig knddo, over dio aansluiting uit gebracht. Gemengde Berichten. Het toppuntt Twee politieagenten in burgorkLeeding bemerkten Donderdag avond, terwijl ae per rijwiel over do Van Boetzelasrlaan te 'S-Gravenhage reden, dat van een woning aldaar de deur open stond. Zij begaven zich in die woning, plaatsten hun rijwielen benedén in den gang en stelden in hét verdere gedealto van het huis, o.a. ook op de bovenA'éaxtÉ^ ping, tierwijft hét ar donker was, ee«i on- cberz'>ek in, om te zien of er ook onraafk was. Teruggekeerd in de veetti-bufte kw® men ze tot de. ontdekking dat hun fietsen waren verdwenen. Vermoed wordt, dat een paar person®, die zich ki de woning ophielden en niet d óv hen zijn opgemerkt, er met de rij wielen van door zijn Een noodlottig schot. Donitordagv- middag om hailf vijif was do directeur eener tompensorteerderlj aan do Buiskade te Amsterdam bezig een browning te ont laden. Hij had den houder er uit geno men en, meenende dat de revoJver toen ontladen was, trok hij den trekker af. Een schot kkmk en de boekhouder, die in de onmiddellijke nabijheid stond, werd ta die borst getroffen en zakte ineeai. D® on gel ukkiga overleed kort claarop. Uit het onderzoek der politie is gehlé- ken, dat 'hier van opzat geen sprake is. De verhouding tu^chen directeur en boefc- houder wag zeer rriendschappeiijk. Oplioiiter gearresteerd. Te GJdMf werd een net gekleed; heer geairre>te<erd, die trachtte den weleenv. heer rector al daar op te lichten. Vermoedelijk is den® feuilleton. eerste#hoofdstuk. .tie onderste helft der. huisdeur van den Uoos'erpachter Barend Uphoff was ge- l^iideld, de bovenste helft stond wijd Op den achtergrond van de groote W'sn brandde in den steenen haard een oog turfvuur. Door de half geopende ur de kleine in lood gevatte ruiten ong de rossige gloed van het haardvuur ..'3r bu'hn, in de invallende schemering j1 eep kouden October-avond. Ondanks Ner8evorderde uur klonk van het veld raner 'lu^9 noo tuid gepraat, de stap ,n l®!"1 Paai"d op den zachten achtergrond pet knarsen van een landelijk voertuig. L«i liaastten zich, den aardappel- erl 1 w te halen- want het was' Za- Indb Weer was twijfelachtig. kvhin»6- u^en was vrouw van den criV1^61^® avondeten gereed en Zij was een groote, magere ez-n.i over ,^e ^etft van haar leven, naar eld hir*0 -erlt' ,Met or<>ote gemakkelijk- Uur nn 21^ de tjzeren potten boven het 8u Rr'ai6®0-0 ^aarna eari van die koeken 0 larva,r^r*1 sRok te bakken, Westfanlsche boeren zooveel toote 'tsf ,mid(ïen der keuken stond een oon wareTaaraan huisgenooten ge- nemer. gezamenlijke maaltijden De tafel .was met een witten doek bedekt. De vrouw dekte de t^fel ver der en bakte de pannekoeken. Toen zij hiermee gereed was en de huisgenooten nog niet waren teruggekeerd, ging zij naar de deur en leunde luisterend naar buiten. Rondom was alles stil en eenzaam, geen enkel huis stond in den omtrek, niet eens een boom. Ja, eeiw.aam en verlaten stond, de pacht hoeve op de heide van Westfalen, maar de boerin had haar heide lief, die zoo groote bekoring uitoefent op degenen, die haar kennen. De boerin stak de lamp aan, hing den waterketel boven het vuur en maakte de laatste toebereidselen voor het avondmaal, toen een wagen voor het huis stil hield en een luide stem riep: „Hallo, goeden avond, imenschen!" De vrouw kende zeker die stem, want zij snelde aanstonds uit het huis en begroette den nieuw-aangekomene met e§n levendig: „Goeden avond!... Ach, zijt gij het, mijn heer Kurz?' #,,Kam ik u ongelegen, vrouw Uphoff?" „Dat niet, mijnheer", antwoordde zij, den teugel uit zijn hand nemend, en over den nek van het paard werpend. „Maar wijl gij voor kort nog hier waart, ver wachtte ik niet, u nog hier te zien „Ik heb onverwachte «zakenj te Hasselo gekregen", antwoordde de nieuw aange komene. „Het moet er daar bij eenen niet bijzonder goed uitzien, en imijnheer Mark- feld hield het voor geraden, mij er aan stonds heen te zenden. Maar zijt gij alleeq thuis?" „Ja, mijnheer Kurz, en daarom moet ik u verzoeken, hét paard vast te houden tot dat ik de lantaarn haal. Ik zal ook aan- stoneïs brood krijgen. Gij wilt zeker uw paard wel iets te eten geven?' \,Niet hier, -vrouw Uphoff, maar in den stal. Indien gij er niets op tegen hebt, wil ik in Ravensbruch overnachten." „Zeker niet, mijnheer, het huis staat u ten dienste." Na weinige minuten kwam -zij met een brandende lantaarn terug en was den vreeimdeling behulpzaam met zijn paard en wagentje in de schuur onder dak te bren gen. Toen het dier van het noodige voor zien was, leidde zij den gast in huis en zorgde nu voor hem. Zij had juist de koffie binnengebracht, toen de boeren van het veld kwamen. Terwijl nu de boer zich te genover den reiziger aan den haard neer zette, ging w.ij haastig naar binnen om bij het afladen der aardappelen behulpzaam te zijn. Toen zij hiermee klaar was, kwam de vrouw met haar beide zoons en haar dochter in de keuken en oude*» en kinde ren gebruikten het welverdiend avond maal. Het gesprek van den pachter met den gast was zeer kortaf geweest. Na den maal tijd gingen de jongelieden heen, cxm het vee voor den nacht te verzorgen, terwijl de vrouw in de „opkamer' het bed voor den reiziger gereed maakte. Mijnheer Kure, die met den boer bij een kan bier aan den haard zat, stopte zijn pijp, schoof zijn weivoorzienen tabaksbui del zijn gastheer toe en zei, terwijl hij een brandend stuk hout uit den haard nam: „Uphoff, ik weet een zaakje voor jou, waanmee gij met kleine moeite «en aardig centje kunt verdienen." „Zoo", zei de boer, ssonder van den ta baksbuidel oj> te zien. „Ja, een zaakje weet ik voor jou.' De boer schoof langzaam den buidel o^er de tafel naar zijn eigenaar terug en zei: „Ik dank u, mijnheer." „Waarvoor, Uphoff?" vroeg Kurz ver wonderd. „Waarvoor?... Voor de pijp tabak, mijn heer.' Kurz beet kwaad op «zijn pijp. De boer scheen vastbesloten, geen antwoord te ge ven, voor zijn gast openlijk en beslist ver klaard had, waarover het ging. Kurz streek verdrietig door zijn haar en zei na een poosje: „Uphoff, gij moet mij kort en bondig zeggen, of gij lust hebt een mooien cent te verdienen of niet." „Het zijn slechte tijden", zei de boer, «onder zijn gast aan te zien. „Dat beteekent, dat gij lust hebt.' „Waartoe moet ik lust hebben?... Eerst moet imijnheer mij toch zeggen wat hij wil, anders kan ik het niet weten", zei Uphoff, naar den muur kijkend. „Maar dat heb ik je reeds gezegd: een mooien cent kunt gij verdienen." „Dat wil ik wel' hernam de .boer, „als ik- eerst maar weet waarmee en hoe." „Op de gemakkelijkste manier van de wereld, Klostermann", zei Kurz, zich naar zijn gastheer voorover buigend en hem naar landsgebruik den naam gevend, dien hij naar de door hem bewoonde pachthoe ve voerde. Gij hoeft slechts een kleinen 'jongen kost en inwoning te geven, dan verdient ge elk jaar vijftig thaler.' „Een kleinen jongen?" vroeg Uphoff, zich een beetje in de hoogte oprichtend. „Ben kleinen jong® van vijf jaar", verklaarde de gaai. „Neen... dat doe-ik niet.' „Maar bedenk toch. Klostermann, vijt- tig thaler!" „Juist, dat is niet half genoeg." „Niet half genoeg?... Wat kost u dan eoo'n kind?Gij laat het in het klein® kamertje naast je zoons slapen, en voor het beetje eten en drinken hoeft gij geen cent te betalen, gij hebt alles van je eigen. „Maar de kleeren, mijnheer Kurz?" „Daarvoor bcrtoefc gij niet te zorgen, ft breng alles mee, wat de jongen noodig heeft, zoo dikwijls ik op mijn halfjaarlijk- sche reizon hier kom." „Ik doe het toch niet", hernam de boer. „Maar waarom dan niet, Uphoff? Gebruik toch verstand. Zoo*n voordeeüg zaakje wordt je niet spoedig imeer gebo den." „U kunt zeggen wat ge wilt, ik blijf en bij, het is niet half genoeg." „Wat is niet half genoegft." vroeg d« boerin, die op dit oogenblik weer binn«D» trad. „Goed, dat gé komt, vrouw Kloster mann antwoordde Kurz in plaat» vü den boer, „met u kan ik steeds beter pro ten dan met uw mnan." „Onae boer heeft meer met den akker te doen dan met zaken", antwoordde tff vrouw. „Het inkoopen en verkoopen doe tt met NoWa bijna alleen, daarom kunnen wij het samen ook het best eens worden." „Gij zult togh niet denken, Oleid (AdaL hoid)dat ik-reeds weer met u wil afreke nen? Dit is immer» al voor eenige wsfcgk gicechiod.."- XWordt vervolgen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1918 | | pagina 3