®e£^tcbclie (Bomotit
BUITENLAND.
Christen-helden in Japan.
jUt blad verschijnt eiken dag, uitgez. Zon- en Feestd.
De Abonnementsprijs bedraagt, bij vooruitbetaling,
jor Leiden 11 ct. p. week, fl.45 p. kwartaal; by
ónze agenten 12 ct. p. week, f 1.60 p. kwartaal. Franco
I, post fl.80 p. kwartaal. Het Geïllustreerd Zondags-
ilad is alleen verkrijgbaar tegen betaling van 20 ct.
kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers
ct., met Geïllustreerd Zondagsblad 8 cent.
9e Jaargang.
DONDERDAG 6 DECEMBER 1917.
Bureau STEENSCHUUR IS - LEIDEN.
'Bnterc. Telefoon 935.
No. 2486
Postbus 6.
De Advertentieprijs bedraagt van 15 regole 10.75
elke regel meer 15 ct. Ingezonden raededeelingen van
15 regels f 1.50, elke regel meer 30 ct., met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting.
Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën, waarin betrekkingen worden
aangeboden of gevraagd, buur én verhuur, koop en
verkoop 40 ct. p. 30 woorden. Ieder woord meer let.
R. K. Jongemannen.
Geen breeds uiteenzetting, van de nood-
laJcelijkiheid eener organisatie voor R.-K.
jongemannen uit en middenstand
- in den imeëst uitgebreiden zin van het
roord. Het overtuigende, welsprekende
roord van den redenaar Pater Bor-
'oxnaeus de G r e e v e zal dit a.s.
Zondag doen voor een naar wij ver
touwen zéér groote schare jonge-
aaiïnen.
Zondagavond te acht uur zullen wij in
pplace Royal", Noordeinde, te Leiden,
rereenigd zien de „spee patriae", de hoop
les vaderlands, de verwachting van kerk
!ii maatschappij
Neen dat is geen opgeblazen beeld-
praak, geen overdreven typeering. De ver-
nnelijking van het godsdienstig leven, cte
irdelijke oipbouw van de maatschappij
ij liggen in handen, zij zijn in de macht
pan hen, die^nu nog vóór het leven staan
a weldra midden in dat leven hun plaats
uilen gaan innemen
En uit den burgerstand komen er zoo-
reien, die door middel van hun maat
schappelijke positie -zulk een grooten in-
toed ten goede op de maatschappij kun-
en uitoefenen. Zoovelen, die inderdaad
unnen zijn apostelen van het goede....
Re organisatie van jonge mannen uit den
aiddenstand zal ook direct het geestelijke
i -stoffelijke belang van dien stand zelf
in voordeele strekken.
Maar zooals we zeiden dit al'lea
al Zondag door Pater Borromaeus in den
ireede worden uiteengezet.
Hier slechts.een dringende oproep aan
die jongemannen uit den burgerstand
leze vergadering tbij; te woneri ten
dringeend verzoek ook aan de ouders, hun
»nen daartoe' aan te sporen.
Wij hebben in Leiden behoefte aan
ren vereeniging, als die, waarvan Zondag
de grondslag zal worden gelegd. Daar-
nede moet instemmen ieder, die gadeslaat
ioe doelloos, hoe bandeloos vaak, de
ongcimajmen uit -dien burgerstand bun
kostbaren vrijen tijd doorbrengen. S aam-
hoerigheid onder de Katholieken
si bereikt zulk een organisatie alleen de
«rdieping van het saamhoorigsbe.sef, d&n
illeen werpt zij vruchten af van onbere-
lehbare waarde voor onze naaste toe
komst!
Zondag si age de door het H anze-b est uur
uitgeschreven vergadering schitterend'.
De ernst der tijden.
Onder de geheime docuii-o.iian, door de
oan het bewind zijnde personen in Rusland
t bruut vertoon in de wereld geworpen,
lehoort, zooals gemeld, een verdrag, waar-
In de volgende bepaling staat:
.Frankrijk, Engeland en Rusland
aanvaarden de verplichting, Italië
te ondersteunen ten einde den Heili
gen Stoel te verhinderen, eenigen
diplomatiek en stap te ondernemen,
i tot het bereiken van het sluiten van
den vrede of het regelen van met den
huiden oorlog samenhangende kwes-
ties."
Een duivelsche machinatie van de Loge
die de regeeringen, of, juister gezegd:
Be diplomaten der Entente-landen in ha-
iQ dienst heeft weten te stellen en mis
schien zelfs heeft weten te knechten onder
Bare wijd-vertakte heerschappij.
De Italiaansche regeering, blijkt dus
'ook in de toekomst de politiek van schan-
''ijke godsdiensthaat te
willen hernieuwen. Drie andere regeerin
gen schroomden zich niet bij dit ellendig-
klein gedoe te compromitteeren!
Wij staan voor ernstige tijden-wij
[Katholieken!
Dat wij als een macht van eenheid
ons vereenigen rondom het Hoofd der
Katholieke Kerk. Niets mag in staat
lijn ons onderling te verdeelen: Onderlin
ge geschillen en verschillend versmelten
den gemeenschappelijken drang naar
verdediging onzer heerlijke Katholieke be
ginselen, in den verzengenden gloed onzer
warme Roomsche liefde voor het Hoofd
der Kerk!
De ernst der tijden dwingt ons Katho
lieken meer dan ooit om n te zijn
De diplomatie.
Deze oorlog heeft ons geleerd, dat 'de
huidige diplomatie zooveel kwade kanten
heeft, dat het goede ervan slechts een on
beduidende betéekenis behoudt. Wij heb
ben daar al eens meer op gewezen. Vod-
komen zijn we het djan ook eens met wat
„De Tijd" dezer dagen schreef in een ar
tikel. „De H. Stoel en de politiek der En
tente". Het bedoelde citaat uit dit artikel
volge hier:
,,Hoe meer geroerd wordt in de in
ternationale politiek van het egoïsme,
die dezen oorlog uitbroeide, hoe stin
kender dampen er uit opwalmen. Dat
het zedelijk verworden verantwoorde-
lijkhëidJsgevoel van Russische anar
chisten den roerstok hanteert in tien
vuilen ketel, beteekent natuurlijk
geenszins dat te Berlijn het heilige
vat der ongeschonden moraal wordt
bewaard. Na het uithangen van elkan
ders schandalen door de groote mo
gendheden, schijnt zelfs de veronder
stelling niet gewaagd, dat er maar
weinig staatslieden in Europa zijn,
wier po-rtetfeuille of geheim archief geen
stukken bevat, waarvan de publicatie
de eenvoudige huismans-eerlijkheid
zou ergeren en de voorgewende idea
len conpromitteeren."
De huidige diplomatie heeft dezen oorlcrg
op haar geweten zoo zij er althans nog
een geweten op nahoudt! Een eerste ver-
eischte van gezonde democratie is daar
om: de radicale verandëring in de diplo
matie, welke de wereld met zulk een nood:
lottige gevolgen heeft beheerd!
V Tilburg.
Met verheugenis zal men vernemen, dat
de Fabrikantenvereniging =te Tilburg de
besturen der arbeidersorganisaties heeft
uitgenocdigd tot een conferentie op a.s.
Vrijdag.
Door de arbeidersbesturen waren n.l.
op het laatste voorstel van de Fabrikanten
vereniging, vervat in haar schrijven aan
den HciOgEerw. heer Deken en de Zeer-
Eerw. II.H. Pastoors van Tilburg, eenige
tegemoetkomende wijzigingen ingediend,
die door middel van den HoogEerw. Heer
Deken' Ier kennis waren gebracht van de
Fabrikantenvereniging.
Hierop heeft deze laatstertot de genoem
de conferentie uitgenoodigd.
Niet zoozeer verkeerde daden, als wel
het halstarrig vasthouden aan- persoonlijk
verkeerd inzicht en oordeel en eigen ver
keerde beginselen, onteeren den mensch.
Daarom willen wij gaarne de veronder
stelling opperen, dat de Fabrikantenver-
eeniig.ing door - bovengenoemde daad den
goeden weg is ingeslagen. Moge deze ver
onderstelling werkelijkheid blijken, ,'t Zou
den fabrikanten tot eere strekken, tot een
eere, die hun van alle zijden gaarne ge
schonken zou worden.
De strijd bij Kamerijk. -- Buitsch succe3
in de Sette Communi. Openingsrede
van president Wilson van het Ameri-
kaansche Congres. Politieke redevoe
ringen van Keizer Kar! en Czernin.
De conferentie der geallieerden.
Overzicht
Opnieuw weinig belangwekkends van de
gevechtsterreinen. In het Westen
bepaalde de strijd .zich in hoofdzaak tot ar
tillerievuur en eenige infanterie-actie bij
Moeuvres en Marcoing, waardoor echter
geen verandering in den toestand werd ge
bracht.
Het zou misschien wat voorbarig, zijn
om uit deze omstandigheden reeds te con-
cludeeren, dat de grootsch opgezette Duit-
sche aanval bij Kamerijk, na een aanvan
kelijke terreinwinst, thans is vastgeloopen
in de onverschrokken verdediging der En-
gelschen.
Wel mag worden aangenomen, dat het
resultaat dezer actie niet beantwoordt aan
de Duitsche verwachtingen en dat de
mogelijkheid van een beslissend Duitseh
succes in het Westen uiterst gering is
al blijft in dezen oorlog het schier onmo
gelijke altijd voor verwezenlijking vatbaar.
Het meest belangrijke nieuws is de door
de Duitschers in 11 a 1 i vermelde verove
ring van eenige hoogtestellingen in de Set-
te Communi, door d> troepen van veld
maarschalk Conrad.
De mededeeling, dat de Italianen weder
om uit krachtige.stellingen zijn geworpen,
doet vermoeden dat het hier een belang
rijke operatie geldt.
Dat men aan de zijde der geallieerden
in Noord-Italië nog wel belangrijke krijgs
bedrijven verwacht, zou op te maken zijn
uit 't door Wilson aangeduide voornemen
Amerikaansche troepen naar dit front te
zenden.
Wanneer het gerucht, dat de maximalis
ten de Duitsche krijgsgevangenen in vrij
heid zouden stellen, op waarheid berust,
eou dit van grooten invloed kunnen zijn
op den verderen loop der gebeurtenissen".
Zoolang Rusland nog geen vrede met
Duitschland sloot, zou een dergelijke vijan
dige daad tegenover do Entente moeilijk te
qualificeeren zijn en in Rusland zelf wel
licht een afkeuring vinden, welke de hui
dige gezaghebbers niet ten goede zou ko
men.
Het is echter slechts een gerucht, dat
een nadere bevestiging behoeft. Wellicht
komt deze met het verwachte nieuwe om
trent de gevoerde onderhandelingen over
een wapenstilstand.
Oostenrijk-Hongarije.
Een politieke rede van keizer Karei.
Bij de plechtige ontvangst van de beide
delegaties, zeide de keizer in zijn antwoord
óp de redevoeringen van do presidenten
der beide delegaties o.a. het volgende:
Sedert ik den troon,'van mijn vaderen
heft) bestegen, vergaderen heden voor de
eerste maal de delegaties van den Rijks
dag en van den Rijksraad ter afdoening
van de baar wachtende taak. De verzeke
ring van d'e onwankelbare trouw, dte mij
heden tioor uwe presidenten is gegeven,
aanvaard ik met oprechte voldoening.
De successen van ons leger en onz;e vloot
vervullen on® met trots. Met weemoed ge
denken wij de dappere strijders, die hun
leven voor troon en vaderland gegeven
hebben.
Wij zijn te alien tijde b'ereid een eervol-
len vrede te sluiten, die de bestaansvoor
waarden der monarchie waarborgt. Door
deze gedachte geleid, hebben wij, overeen
komstig de door ons gevoerde politiek,
den stap van Z. H. den Paus met groote
voldoening begroet en zullen wij in de toe
komst geen gelegenheid laten voorbijgaan
om aan den oorlog en de daaruit voort
vloeiende ellende een einde te maken.
In overeenstemming met dit ons doel,
-heeft onze regeering zich bereid verklaard
de uitnoodiging van de Russische regee
ring te aanvaarden en onderhandelingen
te 'Openen over een algemeenen vrede.
Moge de zegen des Almachtigen op dezen
vredesarbeid rusten en den volken de ver
zoening en een wederzij dsefti en vrede
brengen.
Het zwaarbeproefde Russische volk kan
er van verzekerd zijn, dat wij oprecht wën-
schen de vroegere vriendschappelijke be
trekkingen met hetzelve te herstellen.
Het bondgenootschap met het Duitsche
rijk ia opnieuw door den joogsten zege
tocht in het Zuid-westen bekrachtigd. Met
het Bulgaarsche volk veTbinden ons de
banden van broederlijke betrekkingen. Wij
hopen, dat bet nauw met ons verbonden
Turksch'e rijk een periode van nieuwen
bloed moge tegemoet gaan.
Op de bevestiging van onze betrekkingen
tot de neutrale .staten is ons ernstig stre
ven gericht. Wij zijn hun dank verschul
digd voor de menschlievende bemoeiingen
ten behoeve van onze krijgsgevangenen.
Anderzijds moeten wij het echter als
onzen heiligsten plicht beschouwen het
zwaard, dat de hébzucht van roofzuchtige
bqren ons in de vuist hebben gedrukt, in
dezen voor de geheele toekomst van de
monarchie zoo belangrijken strijd niet neeT
te leggen, vóór onze vijanden van hunne
krankzinnige verdeelings- en knevelings
plannen ondubbelzinnig zullen hebben af
gezien. Wij, willen meester blijven in ons
eigen huis.
Een politieke rede van Czernin.
Bij de opening van de vergadering der
delegaties heeft ook de minister van Bui-
tenlandsche Zaken, graaf Czernin, een
rede gehouden, waarin hij o.a. zeide:
De oorsprong van het wereldconflict laat
geen twijfel over, dat de monarchie alleen
te harer verdediging naar de wapens heeft
gegrepen en dat ieder plan tot aanval verre
van haar was. Wanneer dat nog een na
der bewijs mocht noodig hebben, dan is
dit door onze vijanden zelf geleverd, die
het niet onder stoelen en banken staken,
dat zij van den beginne af op verbrokke
ling van de monarchie en op gewelddadige
inlijving van uitgestrekte gebieden der mo
narchie uit waren.
Wat onze bondgenooten betreft, jmag ik
het door geheel Oostenrijk-Hongarije se
dert lang erkende feit stéllen, dat onS
langdurig nauw verbond met het Duitsche
rijk de vuurproef schitterend heeft door
staan.
In vereniging met Duitschland heeft 'de
Oostenrijksah-Hongaarsehe monarchie tij
dens den oorlog twee nieuwe bondgenoo
ten verworven, n.l. Turkije en Bulgarije.
Ik meen zeker te zijn van de instemming
der gedelegeerden,-wanneer ik het vertrou
wen uitspreek, dat de verbonden met Tur
kije en Bulgarije ook na den oorlog zullen
voortduren en dat daaruit voor alle bond
genooten rijke voordooien zullen voort
spruiten.
De houding van Turkije in den tegen-
woordigen oorlog en de vooruitzichten, die
zich daaruit voor zijn toekomstig verzekerd
en versterkt bestaan openen, kunnen als
een wedei'geboorte van het Turkisclhe rijk
beschouwd worden.
De tusschen Bulgarije en de monarchie
Sedert tientallen jaren bestaan hebbende
vriendschap en toenadering werd in dezen
oorlog door het sluiten van een verbond
bekroond. Het besluit, tot onze groep te
zijn toegetreden, heeft het land niet te be
treuren. Dank zij dit verbond en zijn uit
stekende militaire prestaties, heeft. Bul
garije "het-gebied, dat historisch en ethno-
graphisch tot het land behoort, kunnen
bezetten. Zoodoende heeft de wijze en vér
ziende politiek van zijn vorst rijke vruch
ten voor het land gedragen.
Een aandenken voor keizer Karei.
De vorst-aarts-bisschop van Weenen,
kardinaal Piffl, publiceert in Üe „Reicbs-
post" een oproep tot het geven vam bij
dragen voor. een aandenken aan keizer
Karei ter herinnering aan zijin redding.
Dit aandenken zal bestaan uit een ifondg
tot het stichten van soldaten-tehuizen in
het binnenland, evenals die aan hot front
bestaan. In de garnizoensplaatsen zullen
lokalen worden ingericht, waar gelegen
heid is voor hot lezen van boeken, het
houden van voordrachten, enz.
Frankrijk.
De conferentie der Geallieerden.
Pichon heeft den Ministerraad medege
deeld, dat de conferentie der Geallieerden
resultaten heeft opgeleverd, waarmedr
men zichzelf geluk kan wenschen. De een
heid van handeling in economisch, finan
cieel en militair opzicht is zoo goed al*
geregeld. De gesloten overeenkomsten be
rusten op den grondslag der volkomen
overeenstemming en solidariteit der Ge
allieerden, wat betreft de oplossing der
vraagstukken, die hun gemeenschappelijk1
werk aangaan.
Er is besloten tot de stichting van e'eiS
vlootcomité der Geallieerden. Diplomatiek
gesproken is een volkomen overeenstem
ming bereikt.
Engeland.
De brief van lord Lansdowne.
Reuter verneemt van
zijde, dat Asquith, evenmin als de
ters, iets heeft afgeweten van den brief
van Lansdowne voor hij hem las.
Asquith spreekt den llden Dec. te Bir
mingham en zal dan de kwesties, die in
den brief zijn (Opgenomen, behandelen.
Rusland.
De revolutie.
Een verklaring van generaal Goerko.
In een intervdew verklaarde generaal
Goerko, dat hij vertrouwen had in de on
uitputtelijke hulpbronnen van Rusland, in
de troiuwe opperbevelhebbers en troepen,
met name die van Saioniki en den Kau-
kasus, die het voorbeeld geven. Hij ver
klaarde verder, dat hij zij.n degen zou
stellen in dienst van het vaderland cn do
geallieerden.
De wapenstilstand.
De Daily Mail" verneemt nog uit Pe-
trograd, dat de delegaties der oorlogvoe
renden voor de bespreking van den wa
penstilstand zijn bijeengekomen. Besloten
werd alleen de wapenstilstand te bespre
ken en de vredesbesprekingen over te laten
aan een Europeesche conferentie.
Kornilof is ontsnapt, en heeft met -100
man Kaukasische troepen Orsha bereikt.
De krijgsgevangenen.
Er loopen .steeds moer geruchten, dat de
maximalisten de invrijheidstelling van de
krijgsgevangenen voorbereiden.
Trotzky 'heeft -aan de soldaten, die van
het front terugkeer en, medegedeeld, dat
hun zal worden toegestaan de wapenen
te hlijven dragen ter verdediging der volka-
belangen tegenover de bourgeoisie.
Vereenigde Staten.
Wilsons openingsrede voor het Congres.
In ons laatste nummer gaven we reeds
enkele bijzonderheden weer uit de ope
ningsrede, door president Wilson voor het
Congres gehouden.
Verder, ontleenen wij ea- aan:
Acht maanden zijn verstreken, sedert ik
voor het laatst de eer had u toe te spre
ken. Het waren maanden vol gebeurtenis
sen, die een groote en ernstige beteekenis
voor ons hadden. Ik zal deze gebeurtenis
sen niet in bijzonderheden weergeven of
zelfs in een overzicht samenvatten.
Een nadere uiteenzetting van de rol, die
wij in deze gebeurtenissen hebben vervuld,
zal u worden voorgelegd in de rapporten
van de departementen.
Ik cal slechts onze tegenwoordige voor
uitzichten in deze groote zaken bespreken,
onze plichten, onze thans beschikbare mid
delen en het doel, dat wij moeten verwe
zenlijken.
Dan volgt de passage over het Duitsche
volk (zie de ,,L. Crt," van gisteren).
Wilson vulde hierbij aan: Onze houding
en ome bedoeling ten aanzien van Duitsch
land zelf is van soortgelijken aard. Het
ligt niet in onze bedoeling het Duitsche
rijk kwaad te doen of ons te mengen in
zijne binnenlandsche aangelegenheden; het
een zoowel als het ander zouden wij be
schouwen als volkomen onverdedigbaar
en geheel in strijd met de beginselen, waar
naar wij ons gedragen, en welke ons heilig
FEUILLETON.
11!)
Ukon-Dono had immers den ster
venden Taiko-Sama gezworen niet
ie zullen dulden, dat Jyeyas zijn zoon
tje in de plaat9 van Hide-Yori tot Schogoen
iou verheffen. Ook pater Rodriguez ver
klaarde dezert eed als bindend. En zio
kwam men niet tot een uitvoerbaar besluit.
Intusschen waren deze herhaalde en
inga bezoeken van vorst Ukon-Dono zijn
ast Jyeyas niet verborgen gebleven. Zijn
wantrouwende geest begon verdenking op
ie Vatten hij liet de besprekingen afluiste
ren en toen men hem mededeelde dat de
forsten beraadslaagden over de opvolging
9 het Schogoenaat, en men hem daarbij,
vat de bijzonderheden betreft, nog ver
leidelijk inlichtte als zou namelijk
forst Protasius voor den zoon van Taiko-
®ania zijn toen werd hij toornig.
L.Wiil die rampzalige zijn kuiperijen zelfs
*°g aan ons Hof voortzetten?" riep hij.
„Wacht, daaraan zal ik spoedig een einde
waken!" En hij beval, dat de vorst van
Arima onmiddellijk in den to>ren zou wor
sen opgesloten. „Wanneer ik van Soeroe-
ga terugkeer, zal ik hem in verhoor ne
genen vonnissen"zeide hij, want hij was
iRist op het punt zijn Hof te verplaatsen
jwar het Noorden, waar hij in de nabij
heid van het heerlijke Foesi-Yama, de
nieuwe residentie der Schogoens, Jedo,
'iet bouwen.
Juist, toen de Kubo-Sama het zadel wilde
iiceiijgen, bracht men hem een pakje brie-
pit Arima. Het eerste schrijven, dat
hem in handen viel, was de door Suschen-
Dono onderteekende beschuldiging van
Hime tegen vorst Protasius. Jyeyas'
oogen schoten vuurvonken, toen hij de re
gels Las. Hij wenkte een officier om na
derbij te komen, en zei: „Breng dezen
brief aanstonds aan den vorst van Arima.
En als hij dien heeft gelezen, zeg hem
dan: „Hij is van uw zoon." En geef hem
dan dezen dolk. En wanneer hij binnen
een half uur niet gestorven is, zooals het
een Japanschen edelman betaamt, sla den
ellendigen verrader dan met uw zwaard
neer. Ik weiger hem zelfs de eer eener te
rechtzitting en eener openlijke terechtstel
ling! Zeg lienr dat." Aldus beval Jyeyas en
hij reed: met zijn gevolg naar Soeroega.
I-Iet bevel werd onmiddellijk ten uitvoer
gebracht. Vorst Protasius las den brief
van zijn zoon en verbleekte, niet uit vrees
voor den dood, doch van ontzetting over
de verschrikkelijke misdaad van zijn eerst
geborene. „Moge God het hem vergeven!"
stamelde hij. Den dolk van Jyeyas wees
hij dankbaar af met de verklaring, dat hij
binnen een half uur gereed zou zijn den
dood te ondergaan. Vervolgens schreef hij
een paar regels aan zijn zoon, waarin hij
dezen verzekerde dat hij hem van harte
vergiffenis schonk en in roerende woorden
smeekte, ten minste zijn ohschuldige broer
tjes te sparen. „Ik aanvaard .mijn dood
als boete voor mijn zware zonde met alle
deemoedigheid uit Gods hand. Moge mijn
bloed niet ten Hemel om wraak over u
roepen, doch voor u de genade afsmeeken
van berouwl"
Met die woorden sloot Protasius den
brief. Vervolgens riep hij de Vorstin uit
het zijvertrek, gtelde baar den jjrief ter
hand en vroeg haar, hem een nieuw be
wijs te geven van hare liefde en trouw
door hem de gebeden der stervenden voor
te bidden en hem in het aangezicht van
den dood bij te staan. Vorstin Justa wilde
zich naar Jyeyas begeven, om dezen te be
wijzen, dat de brief van Suschen-Dono
laster bevatte. Doch toen zij hoorde, dat de
Kubo-Sama Sakai had verlaten, begreep
zij aanstonds, dat het lot van haren echt
genoot niet meer te veranderen was. Zij
onderdrukte haar smart met geweld en
zeide: „Gods wil geschiede! Gezegend zij
Hij, wijl Hij u de genade schenkt den on
rechtvaardig en dood bereidvaardig aan te
nemen en aan uw rampzalige beulen ver
giffenis te schenken! Zulk een dood wist
elke smet uit. Ja, laten wij te zamen bid
den, in plaats van den kostbaren tijd door
te brengen met klagen."
En de sterke vrouw knielde neder naast
haar gemaal en stortte haar ziel uit in een
gebed vol onderwerping aan Gods wil, vol
vertrouwen in de hemelsche liefde.
Beiden vergaten .zoozeer al het aardsche,
dat zij het niet hoorden, toen de officier
de gevangenis weer binnentrad, ditmaal
om het vonnis te voltrekken. De man aar
zelde een oogenblik en wilde de Vorstin
verzoeken, zich te verwijderen. Het scheen
hem échter menschelijker, den doodelijken
slag toe te brengenzonder verdere waar
schuwing, terwijl de echtgenooten met el
kander luide baden tot hun God. Hij zwaai
de daarom zijn zwaard door de lucht, en
vorst Protasius viel voor de voeten .zijner
gemalin dood neer. Deze sprong, een kreet
slakend, op en bedekte haar gelaat met
de handen. De krijgsman meende, dat zij
zou ineenzakken en wilde haar ondersteu
nen. Doch zij was zichzelve weer meester
geworden en knielde naast den doode ne
der, gebeden stortend voor.de rust. zijner
ziel.
Na eenigen tijd stond vorstin Justa op
en droogde hare tranen. Zij raapte den
brief, welke op den grond was gevallen,
op. Hij was bespat met bloed en toonde
een groote roode bloedvlek als een zegel.
De Vorstin las den brief en kuste die.
„Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij
vergeven onzen schuldenaren", zeide zij
diep ontroerd. „De Hemelsche Vader heeft
hem vergiffenis geschonken evenals hij
zijn zoon." En den brief aan haren boezem
verbergend, wendde .zij zich tot den man,
die bij de geopende deur ^p haar wachtte.
„Vorstin", zeide hij, „gij zijt vrij. De Kubo-
Sama heeft den ceremoniemeester bevolen
u te doen vergezellen naar Tschikoengo of
naar Arima, of waarheen gij wilt."
„Naar Arima", antwoordde de Vorstin.
„Doch eerst zou ik gaarne vorst Ukon-Do
no willen spreken, opdat deze mijn echtge
noot een christelijke begrafenis schenke."
Er was spoedig een draagstoel bij de
hand. Toen vorstin Justa de woning van
Ukon-Dono bereikte, kwam daar bij de
poort tegelijkertijd een oud vrouwtje aan
strompelen, steunend op 'n stok. Geheel
opgaande in haar smart wilde zij de bede
lares want daarvoor hield zij de oude
een aalmoes geven, zonder haar daar
bij aan te zien. Doch op dat oogenblik viel
de vrouw met een luiden kreet haar te
voet. „Groote goden vorstin Justa!"
riep zij.
„Hede! Om 's Hemels wille, lioê komt
gij hier? Ik dacht, dat gij bij Lucia en bij
o4in kinderen te Arima .waart!"
„Ach, ach, die araie duifjes! En mijn
zoet chrysanthemumbloempje! Ik kon het
niet langer meer aanzien! Vandaar dat ik
gevlucht ben, om hier hulp te zoeken. De
edele groot-admiraal is immers reeds te
rechtgesteld. Ik besloot daarom mij naar
Sakai te spoeden, naar Ukon-Dono; Ukon-
Dono i9 altijd goed geweest voor mijn
arm kindje. En uu beschikken de goden
het zoo, dat ik aan zijn deur de doorluch
tige vorstin van Arima ontmoet! Nu zal
het ons nog gelukken, de lieve knapen en
mijn goed kindje te redden. Maar spoedig,
spoedig, want die duivelsche Hime heeft
booze plannen, en haar man, die ellende
ling, is haar in alles ter wille!"
De Vorstin nam de goede, oude vrouw
met zich mede naar het huis van Ukon-
Dono, en hoorde daar het verhaal aan van
de oude trouwe voedster, die niet heel dui
delijk en met veel omhaal van woorden .en
onder hartstochtelijke uitbarstingen van
tranen en mét snikken de toedracht der
zaken vertelde. Beide knapen waren van
Lucia gescheiden en in een donkeren ker
ker opgesloten geworden. Hime had hun
beulen aangewezen, en zij zouden reedjl
dood zijn, wanneer Safioyo hen niet onder
zijn hoede had genomen. Maar nu wist
Hede, dat Safioye haar geliefde Lucia wil
de ontvoeren, daar hij het niet meer kon
aanzien, dat Lucia gekweld werd door diê
satanische Hime. En nu was de gedachte
bij haar opgekomen: „Wie^zal de beide
knapen beschermen, wanneer Safioye met
Lucia het kasteel verlaat?" Zij was daar
om in het geheim ontvlucht, ten einde voor
de twee broeders hulp of ten minste een
woord van voorspraak te verkrijgen.
(Wordt vervölgd.1