®e£^tcbclie (Bomotit BUITENLAND. Christen-helden in Japan. jUt blad verschijnt eiken dag, uitgez. Zon- en Feestd. De Abonnementsprijs bedraagt, bij vooruitbetaling, jor Leiden 11 ct. p. week, fl.45 p. kwartaal; by ónze agenten 12 ct. p. week, f 1.60 p. kwartaal. Franco I, post fl.80 p. kwartaal. Het Geïllustreerd Zondags- ilad is alleen verkrijgbaar tegen betaling van 20 ct. kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers ct., met Geïllustreerd Zondagsblad 8 cent. 9e Jaargang. DONDERDAG 6 DECEMBER 1917. Bureau STEENSCHUUR IS - LEIDEN. 'Bnterc. Telefoon 935. No. 2486 Postbus 6. De Advertentieprijs bedraagt van 15 regole 10.75 elke regel meer 15 ct. Ingezonden raededeelingen van 15 regels f 1.50, elke regel meer 30 ct., met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, buur én verhuur, koop en verkoop 40 ct. p. 30 woorden. Ieder woord meer let. R. K. Jongemannen. Geen breeds uiteenzetting, van de nood- laJcelijkiheid eener organisatie voor R.-K. jongemannen uit en middenstand - in den imeëst uitgebreiden zin van het roord. Het overtuigende, welsprekende roord van den redenaar Pater Bor- 'oxnaeus de G r e e v e zal dit a.s. Zondag doen voor een naar wij ver touwen zéér groote schare jonge- aaiïnen. Zondagavond te acht uur zullen wij in pplace Royal", Noordeinde, te Leiden, rereenigd zien de „spee patriae", de hoop les vaderlands, de verwachting van kerk !ii maatschappij Neen dat is geen opgeblazen beeld- praak, geen overdreven typeering. De ver- nnelijking van het godsdienstig leven, cte irdelijke oipbouw van de maatschappij ij liggen in handen, zij zijn in de macht pan hen, die^nu nog vóór het leven staan a weldra midden in dat leven hun plaats uilen gaan innemen En uit den burgerstand komen er zoo- reien, die door middel van hun maat schappelijke positie -zulk een grooten in- toed ten goede op de maatschappij kun- en uitoefenen. Zoovelen, die inderdaad unnen zijn apostelen van het goede.... Re organisatie van jonge mannen uit den aiddenstand zal ook direct het geestelijke i -stoffelijke belang van dien stand zelf in voordeele strekken. Maar zooals we zeiden dit al'lea al Zondag door Pater Borromaeus in den ireede worden uiteengezet. Hier slechts.een dringende oproep aan die jongemannen uit den burgerstand leze vergadering tbij; te woneri ten dringeend verzoek ook aan de ouders, hun »nen daartoe' aan te sporen. Wij hebben in Leiden behoefte aan ren vereeniging, als die, waarvan Zondag de grondslag zal worden gelegd. Daar- nede moet instemmen ieder, die gadeslaat ioe doelloos, hoe bandeloos vaak, de ongcimajmen uit -dien burgerstand bun kostbaren vrijen tijd doorbrengen. S aam- hoerigheid onder de Katholieken si bereikt zulk een organisatie alleen de «rdieping van het saamhoorigsbe.sef, d&n illeen werpt zij vruchten af van onbere- lehbare waarde voor onze naaste toe komst! Zondag si age de door het H anze-b est uur uitgeschreven vergadering schitterend'. De ernst der tijden. Onder de geheime docuii-o.iian, door de oan het bewind zijnde personen in Rusland t bruut vertoon in de wereld geworpen, lehoort, zooals gemeld, een verdrag, waar- In de volgende bepaling staat: .Frankrijk, Engeland en Rusland aanvaarden de verplichting, Italië te ondersteunen ten einde den Heili gen Stoel te verhinderen, eenigen diplomatiek en stap te ondernemen, i tot het bereiken van het sluiten van den vrede of het regelen van met den huiden oorlog samenhangende kwes- ties." Een duivelsche machinatie van de Loge die de regeeringen, of, juister gezegd: Be diplomaten der Entente-landen in ha- iQ dienst heeft weten te stellen en mis schien zelfs heeft weten te knechten onder Bare wijd-vertakte heerschappij. De Italiaansche regeering, blijkt dus 'ook in de toekomst de politiek van schan- ''ijke godsdiensthaat te willen hernieuwen. Drie andere regeerin gen schroomden zich niet bij dit ellendig- klein gedoe te compromitteeren! Wij staan voor ernstige tijden-wij [Katholieken! Dat wij als een macht van eenheid ons vereenigen rondom het Hoofd der Katholieke Kerk. Niets mag in staat lijn ons onderling te verdeelen: Onderlin ge geschillen en verschillend versmelten den gemeenschappelijken drang naar verdediging onzer heerlijke Katholieke be ginselen, in den verzengenden gloed onzer warme Roomsche liefde voor het Hoofd der Kerk! De ernst der tijden dwingt ons Katho lieken meer dan ooit om n te zijn De diplomatie. Deze oorlog heeft ons geleerd, dat 'de huidige diplomatie zooveel kwade kanten heeft, dat het goede ervan slechts een on beduidende betéekenis behoudt. Wij heb ben daar al eens meer op gewezen. Vod- komen zijn we het djan ook eens met wat „De Tijd" dezer dagen schreef in een ar tikel. „De H. Stoel en de politiek der En tente". Het bedoelde citaat uit dit artikel volge hier: ,,Hoe meer geroerd wordt in de in ternationale politiek van het egoïsme, die dezen oorlog uitbroeide, hoe stin kender dampen er uit opwalmen. Dat het zedelijk verworden verantwoorde- lijkhëidJsgevoel van Russische anar chisten den roerstok hanteert in tien vuilen ketel, beteekent natuurlijk geenszins dat te Berlijn het heilige vat der ongeschonden moraal wordt bewaard. Na het uithangen van elkan ders schandalen door de groote mo gendheden, schijnt zelfs de veronder stelling niet gewaagd, dat er maar weinig staatslieden in Europa zijn, wier po-rtetfeuille of geheim archief geen stukken bevat, waarvan de publicatie de eenvoudige huismans-eerlijkheid zou ergeren en de voorgewende idea len conpromitteeren." De huidige diplomatie heeft dezen oorlcrg op haar geweten zoo zij er althans nog een geweten op nahoudt! Een eerste ver- eischte van gezonde democratie is daar om: de radicale verandëring in de diplo matie, welke de wereld met zulk een nood: lottige gevolgen heeft beheerd! V Tilburg. Met verheugenis zal men vernemen, dat de Fabrikantenvereniging =te Tilburg de besturen der arbeidersorganisaties heeft uitgenocdigd tot een conferentie op a.s. Vrijdag. Door de arbeidersbesturen waren n.l. op het laatste voorstel van de Fabrikanten vereniging, vervat in haar schrijven aan den HciOgEerw. heer Deken en de Zeer- Eerw. II.H. Pastoors van Tilburg, eenige tegemoetkomende wijzigingen ingediend, die door middel van den HoogEerw. Heer Deken' Ier kennis waren gebracht van de Fabrikantenvereniging. Hierop heeft deze laatstertot de genoem de conferentie uitgenoodigd. Niet zoozeer verkeerde daden, als wel het halstarrig vasthouden aan- persoonlijk verkeerd inzicht en oordeel en eigen ver keerde beginselen, onteeren den mensch. Daarom willen wij gaarne de veronder stelling opperen, dat de Fabrikantenver- eeniig.ing door - bovengenoemde daad den goeden weg is ingeslagen. Moge deze ver onderstelling werkelijkheid blijken, ,'t Zou den fabrikanten tot eere strekken, tot een eere, die hun van alle zijden gaarne ge schonken zou worden. De strijd bij Kamerijk. -- Buitsch succe3 in de Sette Communi. Openingsrede van president Wilson van het Ameri- kaansche Congres. Politieke redevoe ringen van Keizer Kar! en Czernin. De conferentie der geallieerden. Overzicht Opnieuw weinig belangwekkends van de gevechtsterreinen. In het Westen bepaalde de strijd .zich in hoofdzaak tot ar tillerievuur en eenige infanterie-actie bij Moeuvres en Marcoing, waardoor echter geen verandering in den toestand werd ge bracht. Het zou misschien wat voorbarig, zijn om uit deze omstandigheden reeds te con- cludeeren, dat de grootsch opgezette Duit- sche aanval bij Kamerijk, na een aanvan kelijke terreinwinst, thans is vastgeloopen in de onverschrokken verdediging der En- gelschen. Wel mag worden aangenomen, dat het resultaat dezer actie niet beantwoordt aan de Duitsche verwachtingen en dat de mogelijkheid van een beslissend Duitseh succes in het Westen uiterst gering is al blijft in dezen oorlog het schier onmo gelijke altijd voor verwezenlijking vatbaar. Het meest belangrijke nieuws is de door de Duitschers in 11 a 1 i vermelde verove ring van eenige hoogtestellingen in de Set- te Communi, door d> troepen van veld maarschalk Conrad. De mededeeling, dat de Italianen weder om uit krachtige.stellingen zijn geworpen, doet vermoeden dat het hier een belang rijke operatie geldt. Dat men aan de zijde der geallieerden in Noord-Italië nog wel belangrijke krijgs bedrijven verwacht, zou op te maken zijn uit 't door Wilson aangeduide voornemen Amerikaansche troepen naar dit front te zenden. Wanneer het gerucht, dat de maximalis ten de Duitsche krijgsgevangenen in vrij heid zouden stellen, op waarheid berust, eou dit van grooten invloed kunnen zijn op den verderen loop der gebeurtenissen". Zoolang Rusland nog geen vrede met Duitschland sloot, zou een dergelijke vijan dige daad tegenover do Entente moeilijk te qualificeeren zijn en in Rusland zelf wel licht een afkeuring vinden, welke de hui dige gezaghebbers niet ten goede zou ko men. Het is echter slechts een gerucht, dat een nadere bevestiging behoeft. Wellicht komt deze met het verwachte nieuwe om trent de gevoerde onderhandelingen over een wapenstilstand. Oostenrijk-Hongarije. Een politieke rede van keizer Karei. Bij de plechtige ontvangst van de beide delegaties, zeide de keizer in zijn antwoord óp de redevoeringen van do presidenten der beide delegaties o.a. het volgende: Sedert ik den troon,'van mijn vaderen heft) bestegen, vergaderen heden voor de eerste maal de delegaties van den Rijks dag en van den Rijksraad ter afdoening van de baar wachtende taak. De verzeke ring van d'e onwankelbare trouw, dte mij heden tioor uwe presidenten is gegeven, aanvaard ik met oprechte voldoening. De successen van ons leger en onz;e vloot vervullen on® met trots. Met weemoed ge denken wij de dappere strijders, die hun leven voor troon en vaderland gegeven hebben. Wij zijn te alien tijde b'ereid een eervol- len vrede te sluiten, die de bestaansvoor waarden der monarchie waarborgt. Door deze gedachte geleid, hebben wij, overeen komstig de door ons gevoerde politiek, den stap van Z. H. den Paus met groote voldoening begroet en zullen wij in de toe komst geen gelegenheid laten voorbijgaan om aan den oorlog en de daaruit voort vloeiende ellende een einde te maken. In overeenstemming met dit ons doel, -heeft onze regeering zich bereid verklaard de uitnoodiging van de Russische regee ring te aanvaarden en onderhandelingen te 'Openen over een algemeenen vrede. Moge de zegen des Almachtigen op dezen vredesarbeid rusten en den volken de ver zoening en een wederzij dsefti en vrede brengen. Het zwaarbeproefde Russische volk kan er van verzekerd zijn, dat wij oprecht wën- schen de vroegere vriendschappelijke be trekkingen met hetzelve te herstellen. Het bondgenootschap met het Duitsche rijk ia opnieuw door den joogsten zege tocht in het Zuid-westen bekrachtigd. Met het Bulgaarsche volk veTbinden ons de banden van broederlijke betrekkingen. Wij hopen, dat bet nauw met ons verbonden Turksch'e rijk een periode van nieuwen bloed moge tegemoet gaan. Op de bevestiging van onze betrekkingen tot de neutrale .staten is ons ernstig stre ven gericht. Wij zijn hun dank verschul digd voor de menschlievende bemoeiingen ten behoeve van onze krijgsgevangenen. Anderzijds moeten wij het echter als onzen heiligsten plicht beschouwen het zwaard, dat de hébzucht van roofzuchtige bqren ons in de vuist hebben gedrukt, in dezen voor de geheele toekomst van de monarchie zoo belangrijken strijd niet neeT te leggen, vóór onze vijanden van hunne krankzinnige verdeelings- en knevelings plannen ondubbelzinnig zullen hebben af gezien. Wij, willen meester blijven in ons eigen huis. Een politieke rede van Czernin. Bij de opening van de vergadering der delegaties heeft ook de minister van Bui- tenlandsche Zaken, graaf Czernin, een rede gehouden, waarin hij o.a. zeide: De oorsprong van het wereldconflict laat geen twijfel over, dat de monarchie alleen te harer verdediging naar de wapens heeft gegrepen en dat ieder plan tot aanval verre van haar was. Wanneer dat nog een na der bewijs mocht noodig hebben, dan is dit door onze vijanden zelf geleverd, die het niet onder stoelen en banken staken, dat zij van den beginne af op verbrokke ling van de monarchie en op gewelddadige inlijving van uitgestrekte gebieden der mo narchie uit waren. Wat onze bondgenooten betreft, jmag ik het door geheel Oostenrijk-Hongarije se dert lang erkende feit stéllen, dat onS langdurig nauw verbond met het Duitsche rijk de vuurproef schitterend heeft door staan. In vereniging met Duitschland heeft 'de Oostenrijksah-Hongaarsehe monarchie tij dens den oorlog twee nieuwe bondgenoo ten verworven, n.l. Turkije en Bulgarije. Ik meen zeker te zijn van de instemming der gedelegeerden,-wanneer ik het vertrou wen uitspreek, dat de verbonden met Tur kije en Bulgarije ook na den oorlog zullen voortduren en dat daaruit voor alle bond genooten rijke voordooien zullen voort spruiten. De houding van Turkije in den tegen- woordigen oorlog en de vooruitzichten, die zich daaruit voor zijn toekomstig verzekerd en versterkt bestaan openen, kunnen als een wedei'geboorte van het Turkisclhe rijk beschouwd worden. De tusschen Bulgarije en de monarchie Sedert tientallen jaren bestaan hebbende vriendschap en toenadering werd in dezen oorlog door het sluiten van een verbond bekroond. Het besluit, tot onze groep te zijn toegetreden, heeft het land niet te be treuren. Dank zij dit verbond en zijn uit stekende militaire prestaties, heeft. Bul garije "het-gebied, dat historisch en ethno- graphisch tot het land behoort, kunnen bezetten. Zoodoende heeft de wijze en vér ziende politiek van zijn vorst rijke vruch ten voor het land gedragen. Een aandenken voor keizer Karei. De vorst-aarts-bisschop van Weenen, kardinaal Piffl, publiceert in Üe „Reicbs- post" een oproep tot het geven vam bij dragen voor. een aandenken aan keizer Karei ter herinnering aan zijin redding. Dit aandenken zal bestaan uit een ifondg tot het stichten van soldaten-tehuizen in het binnenland, evenals die aan hot front bestaan. In de garnizoensplaatsen zullen lokalen worden ingericht, waar gelegen heid is voor hot lezen van boeken, het houden van voordrachten, enz. Frankrijk. De conferentie der Geallieerden. Pichon heeft den Ministerraad medege deeld, dat de conferentie der Geallieerden resultaten heeft opgeleverd, waarmedr men zichzelf geluk kan wenschen. De een heid van handeling in economisch, finan cieel en militair opzicht is zoo goed al* geregeld. De gesloten overeenkomsten be rusten op den grondslag der volkomen overeenstemming en solidariteit der Ge allieerden, wat betreft de oplossing der vraagstukken, die hun gemeenschappelijk1 werk aangaan. Er is besloten tot de stichting van e'eiS vlootcomité der Geallieerden. Diplomatiek gesproken is een volkomen overeenstem ming bereikt. Engeland. De brief van lord Lansdowne. Reuter verneemt van zijde, dat Asquith, evenmin als de ters, iets heeft afgeweten van den brief van Lansdowne voor hij hem las. Asquith spreekt den llden Dec. te Bir mingham en zal dan de kwesties, die in den brief zijn (Opgenomen, behandelen. Rusland. De revolutie. Een verklaring van generaal Goerko. In een intervdew verklaarde generaal Goerko, dat hij vertrouwen had in de on uitputtelijke hulpbronnen van Rusland, in de troiuwe opperbevelhebbers en troepen, met name die van Saioniki en den Kau- kasus, die het voorbeeld geven. Hij ver klaarde verder, dat hij zij.n degen zou stellen in dienst van het vaderland cn do geallieerden. De wapenstilstand. De Daily Mail" verneemt nog uit Pe- trograd, dat de delegaties der oorlogvoe renden voor de bespreking van den wa penstilstand zijn bijeengekomen. Besloten werd alleen de wapenstilstand te bespre ken en de vredesbesprekingen over te laten aan een Europeesche conferentie. Kornilof is ontsnapt, en heeft met -100 man Kaukasische troepen Orsha bereikt. De krijgsgevangenen. Er loopen .steeds moer geruchten, dat de maximalisten de invrijheidstelling van de krijgsgevangenen voorbereiden. Trotzky 'heeft -aan de soldaten, die van het front terugkeer en, medegedeeld, dat hun zal worden toegestaan de wapenen te hlijven dragen ter verdediging der volka- belangen tegenover de bourgeoisie. Vereenigde Staten. Wilsons openingsrede voor het Congres. In ons laatste nummer gaven we reeds enkele bijzonderheden weer uit de ope ningsrede, door president Wilson voor het Congres gehouden. Verder, ontleenen wij ea- aan: Acht maanden zijn verstreken, sedert ik voor het laatst de eer had u toe te spre ken. Het waren maanden vol gebeurtenis sen, die een groote en ernstige beteekenis voor ons hadden. Ik zal deze gebeurtenis sen niet in bijzonderheden weergeven of zelfs in een overzicht samenvatten. Een nadere uiteenzetting van de rol, die wij in deze gebeurtenissen hebben vervuld, zal u worden voorgelegd in de rapporten van de departementen. Ik cal slechts onze tegenwoordige voor uitzichten in deze groote zaken bespreken, onze plichten, onze thans beschikbare mid delen en het doel, dat wij moeten verwe zenlijken. Dan volgt de passage over het Duitsche volk (zie de ,,L. Crt," van gisteren). Wilson vulde hierbij aan: Onze houding en ome bedoeling ten aanzien van Duitsch land zelf is van soortgelijken aard. Het ligt niet in onze bedoeling het Duitsche rijk kwaad te doen of ons te mengen in zijne binnenlandsche aangelegenheden; het een zoowel als het ander zouden wij be schouwen als volkomen onverdedigbaar en geheel in strijd met de beginselen, waar naar wij ons gedragen, en welke ons heilig FEUILLETON. 11!) Ukon-Dono had immers den ster venden Taiko-Sama gezworen niet ie zullen dulden, dat Jyeyas zijn zoon tje in de plaat9 van Hide-Yori tot Schogoen iou verheffen. Ook pater Rodriguez ver klaarde dezert eed als bindend. En zio kwam men niet tot een uitvoerbaar besluit. Intusschen waren deze herhaalde en inga bezoeken van vorst Ukon-Dono zijn ast Jyeyas niet verborgen gebleven. Zijn wantrouwende geest begon verdenking op ie Vatten hij liet de besprekingen afluiste ren en toen men hem mededeelde dat de forsten beraadslaagden over de opvolging 9 het Schogoenaat, en men hem daarbij, vat de bijzonderheden betreft, nog ver leidelijk inlichtte als zou namelijk forst Protasius voor den zoon van Taiko- ®ania zijn toen werd hij toornig. L.Wiil die rampzalige zijn kuiperijen zelfs *°g aan ons Hof voortzetten?" riep hij. „Wacht, daaraan zal ik spoedig een einde waken!" En hij beval, dat de vorst van Arima onmiddellijk in den to>ren zou wor sen opgesloten. „Wanneer ik van Soeroe- ga terugkeer, zal ik hem in verhoor ne genen vonnissen"zeide hij, want hij was iRist op het punt zijn Hof te verplaatsen jwar het Noorden, waar hij in de nabij heid van het heerlijke Foesi-Yama, de nieuwe residentie der Schogoens, Jedo, 'iet bouwen. Juist, toen de Kubo-Sama het zadel wilde iiceiijgen, bracht men hem een pakje brie- pit Arima. Het eerste schrijven, dat hem in handen viel, was de door Suschen- Dono onderteekende beschuldiging van Hime tegen vorst Protasius. Jyeyas' oogen schoten vuurvonken, toen hij de re gels Las. Hij wenkte een officier om na derbij te komen, en zei: „Breng dezen brief aanstonds aan den vorst van Arima. En als hij dien heeft gelezen, zeg hem dan: „Hij is van uw zoon." En geef hem dan dezen dolk. En wanneer hij binnen een half uur niet gestorven is, zooals het een Japanschen edelman betaamt, sla den ellendigen verrader dan met uw zwaard neer. Ik weiger hem zelfs de eer eener te rechtzitting en eener openlijke terechtstel ling! Zeg lienr dat." Aldus beval Jyeyas en hij reed: met zijn gevolg naar Soeroega. I-Iet bevel werd onmiddellijk ten uitvoer gebracht. Vorst Protasius las den brief van zijn zoon en verbleekte, niet uit vrees voor den dood, doch van ontzetting over de verschrikkelijke misdaad van zijn eerst geborene. „Moge God het hem vergeven!" stamelde hij. Den dolk van Jyeyas wees hij dankbaar af met de verklaring, dat hij binnen een half uur gereed zou zijn den dood te ondergaan. Vervolgens schreef hij een paar regels aan zijn zoon, waarin hij dezen verzekerde dat hij hem van harte vergiffenis schonk en in roerende woorden smeekte, ten minste zijn ohschuldige broer tjes te sparen. „Ik aanvaard .mijn dood als boete voor mijn zware zonde met alle deemoedigheid uit Gods hand. Moge mijn bloed niet ten Hemel om wraak over u roepen, doch voor u de genade afsmeeken van berouwl" Met die woorden sloot Protasius den brief. Vervolgens riep hij de Vorstin uit het zijvertrek, gtelde baar den jjrief ter hand en vroeg haar, hem een nieuw be wijs te geven van hare liefde en trouw door hem de gebeden der stervenden voor te bidden en hem in het aangezicht van den dood bij te staan. Vorstin Justa wilde zich naar Jyeyas begeven, om dezen te be wijzen, dat de brief van Suschen-Dono laster bevatte. Doch toen zij hoorde, dat de Kubo-Sama Sakai had verlaten, begreep zij aanstonds, dat het lot van haren echt genoot niet meer te veranderen was. Zij onderdrukte haar smart met geweld en zeide: „Gods wil geschiede! Gezegend zij Hij, wijl Hij u de genade schenkt den on rechtvaardig en dood bereidvaardig aan te nemen en aan uw rampzalige beulen ver giffenis te schenken! Zulk een dood wist elke smet uit. Ja, laten wij te zamen bid den, in plaats van den kostbaren tijd door te brengen met klagen." En de sterke vrouw knielde neder naast haar gemaal en stortte haar ziel uit in een gebed vol onderwerping aan Gods wil, vol vertrouwen in de hemelsche liefde. Beiden vergaten .zoozeer al het aardsche, dat zij het niet hoorden, toen de officier de gevangenis weer binnentrad, ditmaal om het vonnis te voltrekken. De man aar zelde een oogenblik en wilde de Vorstin verzoeken, zich te verwijderen. Het scheen hem échter menschelijker, den doodelijken slag toe te brengenzonder verdere waar schuwing, terwijl de echtgenooten met el kander luide baden tot hun God. Hij zwaai de daarom zijn zwaard door de lucht, en vorst Protasius viel voor de voeten .zijner gemalin dood neer. Deze sprong, een kreet slakend, op en bedekte haar gelaat met de handen. De krijgsman meende, dat zij zou ineenzakken en wilde haar ondersteu nen. Doch zij was zichzelve weer meester geworden en knielde naast den doode ne der, gebeden stortend voor.de rust. zijner ziel. Na eenigen tijd stond vorstin Justa op en droogde hare tranen. Zij raapte den brief, welke op den grond was gevallen, op. Hij was bespat met bloed en toonde een groote roode bloedvlek als een zegel. De Vorstin las den brief en kuste die. „Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren", zeide zij diep ontroerd. „De Hemelsche Vader heeft hem vergiffenis geschonken evenals hij zijn zoon." En den brief aan haren boezem verbergend, wendde .zij zich tot den man, die bij de geopende deur ^p haar wachtte. „Vorstin", zeide hij, „gij zijt vrij. De Kubo- Sama heeft den ceremoniemeester bevolen u te doen vergezellen naar Tschikoengo of naar Arima, of waarheen gij wilt." „Naar Arima", antwoordde de Vorstin. „Doch eerst zou ik gaarne vorst Ukon-Do no willen spreken, opdat deze mijn echtge noot een christelijke begrafenis schenke." Er was spoedig een draagstoel bij de hand. Toen vorstin Justa de woning van Ukon-Dono bereikte, kwam daar bij de poort tegelijkertijd een oud vrouwtje aan strompelen, steunend op 'n stok. Geheel opgaande in haar smart wilde zij de bede lares want daarvoor hield zij de oude een aalmoes geven, zonder haar daar bij aan te zien. Doch op dat oogenblik viel de vrouw met een luiden kreet haar te voet. „Groote goden vorstin Justa!" riep zij. „Hede! Om 's Hemels wille, lioê komt gij hier? Ik dacht, dat gij bij Lucia en bij o4in kinderen te Arima .waart!" „Ach, ach, die araie duifjes! En mijn zoet chrysanthemumbloempje! Ik kon het niet langer meer aanzien! Vandaar dat ik gevlucht ben, om hier hulp te zoeken. De edele groot-admiraal is immers reeds te rechtgesteld. Ik besloot daarom mij naar Sakai te spoeden, naar Ukon-Dono; Ukon- Dono i9 altijd goed geweest voor mijn arm kindje. En uu beschikken de goden het zoo, dat ik aan zijn deur de doorluch tige vorstin van Arima ontmoet! Nu zal het ons nog gelukken, de lieve knapen en mijn goed kindje te redden. Maar spoedig, spoedig, want die duivelsche Hime heeft booze plannen, en haar man, die ellende ling, is haar in alles ter wille!" De Vorstin nam de goede, oude vrouw met zich mede naar het huis van Ukon- Dono, en hoorde daar het verhaal aan van de oude trouwe voedster, die niet heel dui delijk en met veel omhaal van woorden .en onder hartstochtelijke uitbarstingen van tranen en mét snikken de toedracht der zaken vertelde. Beide knapen waren van Lucia gescheiden en in een donkeren ker ker opgesloten geworden. Hime had hun beulen aangewezen, en zij zouden reedjl dood zijn, wanneer Safioyo hen niet onder zijn hoede had genomen. Maar nu wist Hede, dat Safioye haar geliefde Lucia wil de ontvoeren, daar hij het niet meer kon aanzien, dat Lucia gekweld werd door diê satanische Hime. En nu was de gedachte bij haar opgekomen: „Wie^zal de beide knapen beschermen, wanneer Safioye met Lucia het kasteel verlaat?" Zij was daar om in het geheim ontvlucht, ten einde voor de twee broeders hulp of ten minste een woord van voorspraak te verkrijgen. (Wordt vervölgd.1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 1