>e£eicbclve Sou/tont
BUITENLAND.
3F
De Oorlog.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
Christen-helden in Japan.
pit blad verschijnt clk'cn dag, uïtgra, Zon* en Feestd.
I)c Abonnementsprijs bedraagt, bij vooruitbetaling,
r Leiden 11 ct. p. week, f 1.45 p. kwartaal; bij
c'agenten 12 ct. p. week, f 1.60 p. kwartaal. Franco
"nosfn.SO p. kwartaal. Het Geïllustreerd Zondags-
'j j is alleen verkrijgbaar tegen betaling van 15 ct.
kwarlaal, bij voortuitbetaling. Afzonderlijke nummers
'ct met Geïllustreerd Zondagsblad 8 ct.
8e Jaargang. MAANDAG 10 SEPTEMBER 1917.
Bureau 3TEENSCHUUR 15 - LESSEN. Interc. Telefoon 935.
NO. 2412
Postbus 6.
Dc Advertentieprijs bedraagt van 15 regels fO.Tf
elke regel meer 15 ct. Ingezonden mededeeliDgen-va»
1—5 regels f 1.50, elke regel meer 30 ct., met grutté
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting
Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertontiën, waarin betrekkingen worden
aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en
verkoop 40 ct. p. 30 woorden. Ieder woord meer 1 cA,
De boeren.
De opbrengst van onzen eigen bodem
3 noet zoo groot mogelijk worden ge-
maakt- Vooral nu de vooruitzichten voor
[en invoer van granen uit Amerika erg
onkerzijn.
De boeren zullen zooveel mogelijk
Tond voor graanbouw moeten bestem-
ancii. Doch en hier leggen we den na-
Iruk op de regeering moet hun dit
elioorlijk-winstgevend maken.
Wat alle Boerenbonden en Maatschap
en van Landbouw verlangen zijn
M ischen op redelijkheid en billijkheid ge
jond. k m
De boeren maken geen misbruik van
iun positie, van de wetenschap dat men
1 »ii noodig heeft, doch zij laten gelden
al hun recht is.
Ern verslaggever van „Het Volk", die
Ie Bossche meeting bijwoonde, waar-
rjn wij Zaterdag een uitvoerig verslag
pvcn, teekent die Brabanlsche boeren
lp de'volgende juist-typische wijze:
I „Man aan man stonden ze dicht
opeengepakt, de stoere werkers, met
de door zon gebruinde, verweerde
gezichten, waarvan moeizaam zwoe-
gen op schralen bodem was af te
Q lezen."
Dezen menschen, die met „moeizaam
joegen op schralen bodem" voor de
loedselvoorziening van ons land zorgen,
lezen menschen moet een behoorlijke
jinst verzekerd zijn. En dat is nu inder
daad niet het geval!
trderingen der Engelschen en Franschen
het Westen. -- Hernieuwde strijd in
icedonië. Het antwoord van Enge-
ind op de Pauselijke nota zal gelijk-
lidend zijn met dat van president Wilson.
Overzicht
In het Westen is de strijd weer in'
ijle kracht ontbrand.
Aan het Engelsche front in Vlaande-
cn en Noord-Frankrijk heerscht groote
drijvigheid. Volgens het Duitsche
mimuniqué zijn verscheidene aanval-
ii der Engelschen afgeslagen. Bij St.
uenlin hebben zich nieuwe gevechten
mvókkeld, waarbij de troepen van veld-
laarschalk Haig voordeden behaalden.
de Maas wordt verbitterd geslre-
JfTrots hun verwoede tegenaanvallen
Inden de Duitschers het verloren ter
ne niet heroveren. In het officieele
iiitsche bericht wordt wel verklaard,
it de Franschen grootendeels naar hun
sllingen teruggedreven werden, doch
veris terreinverlies in het bosch van
laume erkend.
lu Macedonië vallen de Russen en
fitnschen opnieuw aan. Laatstgenoem-
m hebben ecnige plaatsen ten Westen
m het Malik-meer bezel.
Aan het ltaliaansche front duurt in
it bijzonder ten N.O. van Gorizia de
liilleriestrijd onophoudelijk voort,
he achtervolging der Russen ten O.
in Riga schijnt niet meer zoo vlot te
tan als in den beginne. In het Duitsche
gerbericht vinden wij plaatsnamen te
lg, die ook de vorige dagen zijn ge-
öemci bijv. Nitau hetgeen erop
Pist dat men hier op ernstiger verzet
hut. De mededeeling dat de Russen
f'-rig aan schansen arbeiden is hier-
Me volkomen in overeenstemming.
[Langs de Duna moesten de Russen in-
Ndels wederom eenige stellingen
pjsgeven en wel tot Kokenhusen toe,
J'dke plaats eenige K.M. ten O. van
ffiedrichstad is gelegen.
Omtrent den val van het Fransche mi
nisterie, weten wij nog weinig naders.
De „Figaro" verwacht een nieuw kabi
net Ribot met o. a. Painlevé voor Oor
log, Thomas voor Bewapeningen, maar
zonder Viviani. De socialisten zouden
nog niets hebben besloten inzake hun
deelneming aan het kabinet.
Hun beslissing is van groot belang èn
voor het bestaan van een nieuw kabinet-
Ribot èn voor de vredeskanscn.
Duitschland.
Keizer Wilhelm te Dünamünde.
Keizer Wilhelm begaf zich Zaterdag
over Riga-West naar Dünamünde,
begroette daar de troepen, die aan de in
neming hadden deelgenomen, en be
zichtigde de stellingen en de door de
Russen zwaar beschadigde werf.
Vredespogingen.
Het vredss-voorstel van den Paus.
Het antwoord der Centralen.
De „Berl. Ztg." verneemt, dat de bij
zondere commissie bij den rijkskanse
lier voor Maandag-namiddag 4 uur bij
eengeroepen is. Het is te verwachten, dat
in deze zitting het ontwerp-antwoord op
de Pauselijke vredsnota zal worden vast
gesteld.
De Vorwiirtsen de vrede.
De „Vorwarts" schrijft naar aanlei
ding van de verovering van Riga het
Volgende:
„De militaire werkzaamheid van
Duitschland is slechts het gevolg van
den wil tot den oorlog van hun tegen
standers. Het is de onzinnigste toestand,
weikeu meu ooit beleefd heeft. Daar is
een staat, die allang naar vrede verlangt,
doch die door zijn vijanden telkens op
nieuw gedwongen wordt tot over
winnen!
Deze staat wil den vrede en hij wil
hem ook nu zooals hij liem den 12den
December 1916 en den 19den Juli van
dit jaar gewild heeft. Geen militair suc
ces kan den wil van het Duitsche volk
verzwakken om zoo spoedig mogelijk tot
een vrede te geraken, die geen volk
staatkundig onderdrukt noch aan eenige
natie op economisch gebied geweld aan
doet en die geenerlei dwang tot gebieds
overdracht en oorlogsschatting in zich
sluit. Het zijn slechts zeer weinigen, die
hun vredesliefde richten naar den loc
stand van de oorlogskaart, al kan niet
ontkend worden, dat er zoodanigen zijn.
liet valt ook hier te lande waar te ne
men, dat er schommelingen bestaan in
dc stemming vóór of tegen annexatie,
maar deze wisselingen ziet men met den
langen duur van den oorlog steeds min
der worden. In steeds ruimer kring
breekt zich het inzicht baan, dat ter be
ëindiging van dezen oorlog militaire en
politieke middelen moeten samenwer
ken. Waar het aan den eenen kant geldt,
den volkeren in het andere kamp er van
te overtuigen, dat men hun leugens ver
telt. als men hen tracht te doen gelooven
dat Duitsche vredesvoorstellen moeten
beschouwd worden als teekenen van een
weldra te verwachten Duitsche ineen
storting, zoo moet hun aan den ahderen
kant ook aan het verstand worden ge
bracht, dat van Duitsche zijde geenerlei
beletsel bestaat, om dit zinlooze bloed
bad te eindigen.
Het is een heuglijk feit, dat het Duit
sche antwoord aan den Paus niet in het
teeken zal slaan van verminderde kracht
op militair -gebied, maar juist in het
teeken van nog steeds voorhanden sterk
te. Des te openlijker kan nu ons ant
woord uitspreken, dat het Duitsche volk
uit dezen oorlog géén ander voordeel
wenscht te behalen dan dat van een,
door internationale rechtswaarborgen
verzekerden duurzamen vrede."
Engelands antwoord op de Pauselijke
nota.
De Brilsche regeering heeft de Ver-
eenigde Staten meegedeeld, dat li-et ant
woord van president Wilson op de nota
van Den Paus feitelijk overeenkomt met
Engelands antwoord, zooals dat onlangs
door Cecil is aangegeven.
Broodbesparing.
Aan den Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel verzond de Ned. Ver.
van Handelaren in Buitentemdsch Meel
een adres, naar aanleiding van de beves
tiging door het Departement van Buiten-
landsche Zaken van het. reeds langer loo-
pende gerucht, als zou van de einde 1916
en begin 1917 door Uw Departement in
Amerika gekochte en sedert in verschil
lende stoomschepen geladen tarwe een
groot deel bedorven zijn tengevolge van
het lange oponthoud waaraan de verzen
ding dezer partijen tarwe was blootge
steld.
In het adres wordt, verzocht: den in-
koopers last te geven bij een eventueele
hervatting van den inkoop van voor de
broodvoeding noodige grondstoffen, ten
bate van heUNed^rlandsche volk de ver
houding der tot dusverre aangekochte
hoeveelheden tarwe en meel om te kee-
ren, waardoor zal bereikt worden: lo.
vrijwaring voor verlies door bederf; 2o.
een zeer belangrijke besparing aan
brandstof; 3o. verbetering van de kwa
liteit van het brood; 4o. vergroote ver-
voercapacileit der stoomschepen; 5o.
tegemoetkoming aan het nijpend gebrek
aan krachtvoeder ten koste alleen van
een geringe vermindering der bedrijvig
heid in de inlandsche maalindustrie.
Distributie van koffie
en thee.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel heeft aan de burgemeesters
medegedeeld, dat het in het voornemen
ligt, de voorloopige regeling der distri
butie van thee en koffie d.d. 30 Augus
tus 1917 zoo spoedig mogelijk te vervan
gen door eene definitieve, ingevolge wel
ke thee en koffie niet zal kunnen worden
verkocht en afgeleverd dan op bons be-
lioorende tot ccne „thee cn koffie-distri-
butiekaart". Deze kaarten zullen te zij
ner tijd aan de burgemeesters ter uitrei
king worden toegezonden.
Voor een kaart als bedoeld zullen
slechts in aanmerking komen personen,
die op 1 October 1917 den leeftijd van 16
jaar hebben bereikt: aan 15-jarigen die
gedurende den geldigheidsduur van die
kaart. arosireeks».-d!^e maanden 46
jaar zullen worden, behoort geen kaart
le worden uitgereikt, noch nu, noch in
den loop \an die drie maanden.
De Minister wenscht vóór 16 Septem
ber a.s. te vernemen het aantal kaarten,
dat voor elke gemeente noodig is. De
burgemeesters worden uitgenoodigd die
opgave te doen aan het thee- en koffie-
distributiekantoor, Vischsteeeg 5, Am
sterdam.
Het in bezil nerncn van
den oogst.
De minister van Landbouw, Nijverheid
cn Handel heeft een uitvoerig antwoord
ingezonden op de schriftelijke vragen
van het Kamerlid den heer Van Vuuren
betreffende de teelt van verschillende ge
wassen en de beschikbaarstelling daar
van voor landbouwers cn betreffende dc
prijzen van veevoeder.
Wij onllecnen aan dit antwoord dat
bij de inbezitneming van verschillende
gewassen van den oogst 1917, in ver
band met de ervaringen in 1916 opge
daan, niet. werd toegestaan dat voor de
persoonlijke voeding der landbouwers
eu hun gezinnen een gedeelte van do
daarvoor noodige gewassen wordt ach
tergehouden.
De minister is tot dezen algemeenen
regel gekomen door de overweging, dat
de ranlsocneering scherper kan worden
doorgevoerd, indien brood, bloem, meel
en rogge en andere artikelen slechts
kunnen worden gekocht tegen inlevering
van de daarvoor bestemde bons. Zoo is
dan ook een gelijksoortige regeling met
bonsysteem in vergevorderden staat van
voorbereiding voor die gemeenten, waar
als regel de inwoners hun eigen brood
bakten. Dezen zullen op hun broodkaar
ten meel kunnen koopen.
Bovendien wordt de controle op de af
levering van de voor rnenschelijke voe
ding strikt noodzakelijke artikelen be
langrijk bemoeilijkt, indien niet alle bij
de landbouwers aanwezige goederen
rijkseigendom zijn.
Ten aanzien van tarwe en rogge heeft
daarenboven nog gegolden de overwe
ging. dat ook in den komenden tijd
brood zal moeten worden gebakken uit
verschillende gemengde grondstoffen.
Indien nu den landbouwers gelegenheid
werd gelalen, brood van eigen tarwe of
rogge te bakken, dan zou er geen kans
zijn, dat zij brood van gemengde grond
stoffen bereidden, hetgeen, behalve het
feit, dat dan geen tarwe of rogge door
hen bespaard zou worden, tevens met
zich zou brengen verzwaring, zoo niet
onmogelijkheid, van controle op mole
naars cn bakkers of de grondstoffen wel
in de juiste samenstelling worden ge
bruikt.
Gasverbruik Augustus
19 17.
De Rijks-Kolendistribulie deelt mede,
dat de gasfabrieken in Nederland gedu
rende dé maand Augustus 1917 na af
trek der Juli-overschrijding 24,103,000
kub. M. gas mochten afgeven, en dat
verbruikt is 26,831,000 kub. M., er blijft
derhalve cene overschrijding van
2,728,000 kub. M.
Deze overschrijding moet uiterlijk op
30 September 1917 zijn ingehaald door
de gasfabrieken, welke hare overschrij
ding van Juli gedurende de afgeloopen
maand niet hebben hersteld, of wel in
Augustus méér hebben afgeleverd dan
voor die maand toelaatbaar was. Hetgeen
alsdan onverhoopt niet mocht zijn inge
haald wordt afgetrokken van het vast te
stellen rantsoen voor het tijdvak van 1
October 1917 tot 31 Maart 1918.
De gasfabrieken, welke te veel hebben
verbruikt zijn: Alkmaar, Amsterdam,
Apeldoorn, Beverwijk, Boskoop, Die
ren, Enschede, Den Haag, Haarlem, Hil
versum, Kampen. Kerkrade, Maastricht,
N o o r d w ij k, Oosterhout, Purmerend,
Renkum, Rotterdam, Sappenneer,
Utrecht-, Vlissingen, Weert. Winschoten,
Zaandam, Zwolle.
Van de vorige lijst moeten worden af
gevoerd de fabrieken te Arnhem. En
schede, Iloogezand, Lemmer, Maarssen
en Zierikzee.
Voor September is toegestaan
29,013,500 kub. M., als basis heeft ge
diend voor elke aansluiting circa 10 pet.
méér dan in Augustus.
Crisismaatregelen.
Aan Zijne Excellentie den minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel,
werd. dato 6 September j.l., volgend
schrijven verzonden;
De omstandigheden nopen ons u eeni
ge, ons inziens zeer belangrijke vragen
onder de aandacht te brengen, waarbii
wij voorop mcdedeelen, dat vele der bij
ons aangesloten plaatselijke vereenigin-
gen daaromtrent bij onze commissie
ernstig aandringen, deze onder de bij
zondere aandacht van Uwe Excellentie
te willen brengen.
Dit geldt vooral de kwestie der winter
provisie van aardappelen.
Deze vraag is op aanwijzing van Uwe
Excellentie behandeld met de „Commis
sie van Bijstand inzake de uitvoering
der Distributiewet 1916" van welke Com
missie de voorzitter ons te woord stond.
Het bleek ons echter, dat, zoo althans
de voorzitter daarbij de meening der ge-
heele Commissie weergaf, de Com
missie voornoemd, toen niet voorne
mens was in de door ons gewenschte
richting mede te werken.
Wij verzochten voor alle inwoners dia
daarvoor in de gelegenheid zijn en zulks
wenschen, vóór den winter de gelegen
heid open te stellen, zich, in verhouding
van den beschikbaren voorraad en do
grootte van het gezin, van een bepaalde
hoeveelheid aardappelen als winterpro
visie te kunnen voorzien.
Dit werd door ons gemotiveerd op de
volgende gronden:
le. is een groot deel van ons volk, ook
van de arbeiders, daaraan gewoon en
heeft dus een geschikte gelegenheid voot
het bewaren der aardappelen. In zoover
re de inwoners van ons land daarvoor
momenteel het geld beschikbaar hebben
en de arbeiders daarvoor zelf, of door
middel van hun vereenigingen hebben
gespaard, behoort het dus stellig tol eea
verstandige distributiepolitiek hen een
bepaalde hoeveelheid toe te wijzen, mo
de ook omdat daardoor bevrediging
wordt geschonken aan de desbetreffende
wenschen van een zeer groot deel onzer
bevolking;
2e. zal de aardappelendistributie voor
den komenden winter ontlast zijn van
de zorg voor de verstrekking van aardap
pelen aan allen die winterprovisie heb
ben; iets dat bij een zachten winter al
veel moeilijkheden van vervoer zal be
sparen, gezien het tekort aan steenkolen
en petroleum, benzine en krachtvoer
voor paarden, ongeacht nog de vod
grootere stagnatie welke een onverhoopt
strenge winter daaromtrent kan bren
gen.
Hier dient nog opgemerkt, dat het oro-
nisch gebrek aan laadruimte, dat zich'
vooral met het brandstoffenvervoer in
den winter doet gevoelen door de hier
bepleitte maatregelen ten decle kan wor
den gereduceerd.
3e. een distributie van winterprovisie
aan de verbruikers, zoodra de aardap
pelen gerooid zijn cn zooveel mogelijk
in de omgeving waar de aardappelen ge
teeld zijn en dus de bevolking aan het
soort gewoon is, voorkomt vooreerst
dat de aardappelen meer vervoerd wor
den dan noodig is, heigeen niet alleen
de aardappelen ten goede komt, maar
ook overbodige transportkosten be
spaart; terwijl bovendien wordt voor
komen, dat in bepaalde, streken van ons
land minder goede aardappelen uit an
dere streken moeten gegeten worden,
waaraan de bevolking daar niet gewoon
is, en dus overbodige ontevredenheid
tegen de overheidsmaatregelen valt te
ontwijken;
ie. in zooverre er bezwaren kunnen
bestaan om aan eon gedeelte der bevol
king onzer grootste sleden hun winter
provisie in bewaring te geven omdat zij
daarvoor geen geschikte bergplaats
heeft, dient daartegen opgemerkt, dat
dit alleen kan gelden voor een klein ge
deelte der bewoners van de z.g. „oude
stad", doch dat in den nieuwen aanbouw
onzer grootste steden, ook in de arbei
derswoningen, wel degelijk gelegenheid
beslaat, voor het bewaren van winter
aardappelen.
Wij kunnen daarom niet inzien, dat
een op zichzelf goede en door de bevol
king gewenschte maatregel, welke zich'
bovendien voegt naar de gewoonten in
normale tijden, onuitgevoerd rnoet blij
ven, in hoofdzaak op rnentaliteilsover-
wegingen nopens een klein deel der be
volking van onze grootste steden.
Wij verzoeken Uwe Excellentie daar
om beleefd doch dringend, alsnog de
gelegenheid open te stellen tot dc ver
strekking van winterprovisie van aard
appelen.
Een andere belangrijke aangelcgen-
heid bespraken wij met den directeur
der Rijks-kolendistributie.
Wij stelden voor om van Regeerings-
wege kookkachels tegen matigen prijs
beschikbaar te stellen, welke tegelijk
voor voedselbereiding en voor verwar
ming zijn te gebruiken.
Hierdoor valt te bereiken een niet on-
FEUILLETON.
verlaat Simabara niet, voordat ik
!!,irne. van Tschikoengo heb ge-
zeide hij bij zichzelven. „Ben ik
nog een kleine jongen, die niets an-
p te doen heeft dan zijn vader te ge-
Porzamen? Ik blijf." En zoodra de
pel rnet de beide Vorstinnen achter
boschheuvel verdwenen was, gaf
!J l'ajuschida een wenk om naderbij te
ttmeii, en zeide op verlrouwelijken
0fr „Leo. ik heb om gewichtige rede-
11 bosloten in de plannen van mijn va-
een kleine verandering le' brengen.
"I gaat met. de vloot naar Nagasaki, Ik
■et- dat u dit ook aangenamer is, dan
rol. die mijn vader u heeft toebedeeld,
neem de gcheele verantwoordelijkheid
Jn'j dat. kunt gij den Vorst zeggen,
iaien hij zich over mijn beschikking
ilevreden mocht bcloonen."
deze woorden van den Prins ver
dikte Hajusohida niet zoozeer, wijl hij
ui in de onaangename noodzakelijk-
ia zag geplaatst om den Prins zijn ge-
wzaamheid te weigeren, doch veel
.v- eruit bleek, hoe gevaarlijk
KI0 z'jner jeugd zich had laten
prikken in de netten van die Mime.
pn d v^n met woorden, wilde hij
>nns zijn smartelijke ontroering
i, p door een ernsligen blik. Doch
rins wachtte zich wel zijn vroege-
ii .a.meraad open in het gelaat te zien,
Dopri;0 wrevelig: „Hoe is het, hoor ik u
p ;;Ja zeggen?"
lnsantwoordde de edelman ten
slotte „doorluchtige Prins, het. kan
Uwe Hoogheid geen ernst zijn! Uw ge
weten zegt u..."
„Wat hebt gij met mijn geweten te
maken?" riep Suschen-Dono opstuivend,
„gij hebt te doen, wat ik zeg! Op mij
rust de verantwoordelijkheid ervoor!"
„Zoolang uw doorluchtige vader nog
Vorst is, heb ik te doen. wat hij zegt.
Wanneer gij eenmaal Vorst zijt, zal ik
met. vreugde gehoorzamen aan u, in zoo
verre althans mijn geweten..."
„Geweten, geweten! Draai toch niet
zoo met uw oogen en laat dc verant
woordelijkheid aan mij over! Hoe dik
wijls moet ik dat herhalen? Gij doet dus
nu, wat ik wil? En wanneer ik eenmaal
Vorst ben, zal ik goedgunstig en edel
moedig terugdenken aan uw jeugd en
uw goede diensten."
„Prins, de beste dienst, welken ik u in
den geest van christelijke liefde kan be
wijzen, is rechtstreeksehen tegenstand
bieden aan uw verlangens, aan uw
laat mij het ronduit zeggen gevaarlij
ke, hartstochtelijke, zondige verlangens."
„Onbeschaamde!" riep de Prins, en
rukte het zwaard uit zijn gordel.
„Steek toe!" zeide Ilajuschida met
over elkander geslagen armen afwach
tend, wat er gebeuren zou. „Liever den
lichamelijkcn dood dan medeplichtig
heid aan den dood der ziel van mijn
vriend."
„Komaan, gij hebt mij eens het leven
gered", riep de Prins, zijn toorn bedwin
gend. „Maar pas op dat gij daarvan niet
misbruik maakt, om mij verder te trot-
seerenl Ik vraag u thans voor de laatste
maal: Wilt gij met de vloot naar Naga
saki vertrekken ol weigert ge het?"
„Als vazal en als Christen ben ik ver
plicht, de bevelen te volbrengen van
mijnheer uw vader, mijn Vorst."
Met een verwensching keerde de Prins
den rug toe aan de soldaten, die op
eenigen afstand van het opgewonden
gesprek getuigen waren. Onder hen be
merkte hij Mimoto, een dapperen Sa
moerai, die tot dusverre hardnekkig had
vastgehouden aan het heidendom cn
daarom bij het Hof niet in hooge gunst
stond. Dappere Mimoto!" riep de Prins
hem toe, „treed nader. Ik lever dezen
Samoerai Ilajuschida aan u over in ar
rest, wijl hij mij gehoorzaamheid heeft
geweigerd, en zich niet ontzien heeft te
gen mij, zijn tockomstigen heer, oneer
biedige en beleedigende woorden te
spreken. Mijn vader zal de straf, welke
daarop staat, later bepalen."
Zonder eenige tegenspraak gaf Ilaju
schida zijn beide zwaarden over aan
Mimoto, cn liet zich door dezen weglei
den. Hel gemoed der christen soldaten
kwam tegen deze daad in opstand, en
slechts met moeite konden zij aan hun
toorn en afkeer tegen den Prins het zwij
gen opleggen.
DRIE-EN-TW'INTIGSTE HOOFDSTUK.
Beslissende stappen
Vóór zonsondergang verliet de vloot
van Arima onder bevel \kn den' haven
meester de bocht van Simabara.
„Meld aan rnijn vader, dal gewichtige
redenen, welke hij later zal goedkeuren,
mi,) voorloopig hier terughouden", zei de
Prins tot zijn vertegenwoordiger. „Ik
hoop spoedig te kunnen volgen."
Daarna besteeg hij met eenige ver
trouwde wapenknechten den heuvel, en
deelde persoonlijk aan de vrouw van
Hajuschida mede. dat haar man een paar
dagen zou uitblijven. „O, ge' behoeft er
niet van te schrikken", zeide hij barsch,
toen hij zag, dat zij er bleek van werd,
„het kost hem ditmaal zijn hoofd niet,
ofschoon gij toch verstandig zult doen
door mijnheer uw echtgenoot voortaan
wat meer gewilligheid tegenover zijn
toekomstigen landvorst aan tc raden.
Waar is Safioye? Hij zou hier wachten,
totdat ik uit Tschikoengo teruggekeerd
was."
„De gezant van Jveyas is met de kin
deren in- den tuin, ik geloof in de kapel
op 't rif", antwoordde de edelvrouwc
verschrikt.
„Roep hem! En breng' mij wat te eten
cn te drinken. Vandaag saki in plaats
van die waterachtige thee!" beval de
Prins in zijn groote ontstemdheid. Rij
had tot dusverre maar zelden saki ge
bruikt; doch vandaag moest deze hem
de stem des gewetens helpen smoren,
die zich ten 'gevolge van Hajuschida's
waarschuwende woorden opnieuw deed
hooreu.
Safioye trad binnen en bemerkte op
het eerste gezicht hoe het met den Prins
stond. „Eindelijk besloten?" zeide hij.
„Morgen ga ik haar halen", antwoord
de de Prins. ..En ik trouw met haar, of
de bisschop van Nagasaki zijn toestem
ming geeft of niet! Ik geloof niet, dat
hij het doen zal. In dat geval reken ik
op uwe hulp en op'die van Jycyas. Mijn
vader zal ons overigens weinig moeilijk
heden in den weg leggen. Hij is naar
Nagasaki gereden, en zal onze strijd
macht daar samentrekken. En rnet wei
nig woorden verhaalde de Prins de aan
leiding tot den twist.
„Dat komt uitstekend van pas," ant
woordde Safioye'. „Jyeyas is volkomen
bereid u bij te slaan. Ook tegen uw hu
welijk met zijn dochter heeft hij in het
minst geen bezwaar. Ja, hij belooft zelfs
u als vorst van Arima te zullen erken
nen, misschien zelfs u beloopen met het
erfdeel van Tschockami-Dono, onder
voorwaarde, dat gij terugkeert tol het
geloof onzer vaderen. Zijn jonken krui
sen in de nabijheid van Amakusa, naar
het heet, om jacht te maken op Chinee-
sche zeeroovers, en zullen op een teeken
van mij de beloofde hulptroepen
aan land zetten."
Prins Michaël had intusschen, toornig
als hij was, reeds zooveel saki gedron
ken, dat hij slechts voor half toereken
baar kon worden gehouden. Met een
vloek riep hij daarom: „Voor mijn part!
Zoo word ik weer een volbloed Japan
ner! De missionarissen zullen mij zeker
buiten de Kerk sluiten, wanneer ik on
danks hun verbod met Hime trouw. En
ik zal hen uit het land jagen de Span
jaarden, evenals rnijn vader de Portu-
geezen van het Hof verdreven heeft! De
Spanjaarden zijn geen haar beter dan de
Portugeezen. Mijn hand erop, Safioye!
En laten wij nu drinken op het welzijn
van de lieve Hime!"
En hij dronk, totdat hij bewusteloos
in de kussens rolde. Safioye liet hem
liggen cn verzond nog gedurende den
nacht brieven naar Amakusa.
(Wordt vervolgd.)