©e&jlcbclie (Botittaftt De Oorlog. BINNENLAND. Christen-helden in Japan. nn70 agenten 12 ct. p. week, f 1.60 p. kwartaal. Franco post f 1.30 p. kwartaal. Het Geïllustreerd Zondags blad is alleen verkrijgbaar tegen betaling van 15 ct. kwartaal, bij voorbuit betaling. Afzonderlijke nummers 'ct 'niet Geïllustreerd Zondagsblad^ ct. 6e Jaargang. DINSDAG 28 AUGUSTUS 1917. Bureau STEENSCHUUR 15 - LEIDEN. Interc. Telefoon 935. NO. 2401 Posfbus 6. De Advertentieprijs bedraagt van 15 regels f0.75 olke regel meer 15 ct. Ingezonden mededeelingen van 1—5 regels fl.50, elke regel meer 80 ct., met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop 40 ct. p. 30 woorden. Ieder woord meer 1 ct. Over Militaire lasten. Van het Nederlandsche- volk wordt 'gezegd dit is zijn wereld-reputatie! dal liet is: nuchter. Nu, we willen nuchter genoeg zijn, ,n dat niet te ontkennen. Daar voelen ïve trouwens ook niet den minsten aan drang toe: die nuchterheid heeft, zooals jet meeste op het ondermaansche, even- •oecl haar licht- als haar schaduw- tó... 'Haar lichtzijde is, dat wij, als wij een- ïiaal het verkeerde van iets hebben in- rezien, door geen goud-geflikker van ^oorden-praal, niet door den schitte- -endsten schijn meer kunnen worden iekoord of getrokken! Lang talmen we jonis met ons afkeurend oordeel, wij vellen het niet in een oogenblik van op telling, doch is 't er eenmaal: dan staat let ook vast! Een voorbeeld waarom het hier te joen.is. Langen tijd reeds kwam hier en daar .meening naar voren, dat. een militai- Istische willekeur ons volk te zware [asten oplegde.-.. Maar, die, meening drong niet in-eens door tot'het volk! Het bleef berusten berusten, omdat tel eerst wilde inzien, dat het inder daad zoo is! Langzaam-aari schijnt n u echter dat inzicht te zijn gekomen. Doch iiu valt dan ook allerwege waar te .ne men het krachtig verlangen de pnverzettelijke eisch,: zouden we haast [éggen naar verlichting van dien Jruk! Goedwillig heeft men b.v. langen tijd gevraagd en verzocht de gemobiliseer- Jen toch te laten-dicht bij hun woon plaats. Er is weinig gehoor gegeven aan dien zeer gegronden aandrang. Ten slotte is men het'nu gaan inzien, dat de militaire bewindvoerders niet ernstig wilden streven naar verlichting van de lasten. En nu schrijft een inzender in „De Tijd" van gisteravond en we ci- iceren dezen, omdat, naar onze besliste meening, zijn woorden bijna heel ons' (volk uit het hart zijn gegrepen: Het gaat door het publiek: Waar om kan, als de koppigheid van het maar-raak-doèn.en liet geblaas over kadertechniek e. d. eens een eind nam, de troepen verdeeling niet zóó geregeld worden, dat de soldaten liggen niet de Maastrichtenaars in Den Haag en de Groningers in Goes en de Tilburgers in Meppel en de Alkmaarders in Nijmegen, doch de jongens in of bij liun woonplaats. En de schrijver besluit zeer terecht: Het land kan en mkg niet langer opgeofferd aan de 'gevaarlijke kop pigheid dezer techiïisch-theoretische kaste-willekeur. De militaire dicta tuur geve slaande bewijzen of zwichte voor liet hooger economisch volksbelang, liet land kün en m&g niet langer op geofferd worden... Mogen deze woorden ivorden verstaan door allen, die verant woordelijkheid dragen, en mogen zij er naar handelen! Waar moet het heen? Met schrik zullen velen de tijding ver nemen betreffende de vermindering van liet broodrantsoen. Schrik, omdat het toch al bekrompen was en nu de beper king nog nijpender wordt! Waar moet het heen? zal men zich angstig afvragen. Ja, waar moet het heen? Een bange winter staat ons te wachten in dreigen de somberte! r Wij kunnen ons troosten met de ge dachte, dat het niet anders kan; .dat er ia de. oorlogvoerende landen veel, zéér veel meer ellende heerscht, ja, dat'het in ons land een paradijs gelijkt in ver houding met toestanden daar. En ten slolie zij ons tot troost de ons inziens zeer gegronde verwachting, dat wij na den komenden 'geen volgenden winter meer in oorlogsjammer zullen ingaan! Intusschen is .sociale plicht:eerstens om zooveel mogelijk levensbehoeften in ons eigen land te produceerén, dus ook zooveel mogelijk krachten productief .te maken; tweedens, om alles te vermijden wat naar weelde zweemt, om dus vooral spaarzaam te wezen met die zaken, wel ke schaarscli aanwezig zijn, ook al kun nen wij ze voor ons geld bekomen! BUITENLAND. De strijd om Beaumont. De elfde Isonzo-slag duurt voort. Verwachtingen van het Vaticaan over de Pauselijke nota.— Ket Russisch ant woord. Duitsche schepen door Cuba uitgeleverd. Overzicht In het Westen gaat de plaatselijke strijd om het bezit van het dorp Beau mont. De zuidelijke rand van deze plaats is de frontlijn door het Fransche leger- bericht aangegeven. Het Duitsche komt daarmee voor een deel overeen, maar zegt, dat de Franschen aanvankelijk het heele dorp Beaumont in handen hadden, doch door een tegenaanval er weer uit werden gedreven, evenals uit beide ge noemde bosschen. Volgens Parijs zijn de bosschen ech ter in Fransch bezit. De Duitschers heb ben,-naar het Fransche legerbericht meldt, getracht de Franschen door een hevigen tegenaanval van de randen van Beaumont te verdrijven. Intusschen blijft' het vuur op beide Maasoevers aanhouden, en is het de vraag, of dezer dagen niet een nieuwe slag bij Verdun te wachten staat. Uit de berichten van het Oostfront is op te maken dat de Russen aan de Duna, bij Jacobsladt, naar het schijnt, vrijwillig zijn teruggetrokken. De 'elfde Isonzo-slag is dan ook wel van opval lend langen duur.- De voornaamste Italiaansch'e krachts inspanning is gericht tegen de linie tusschen Görz en Tolmino. Zij is be loond door de verovering van den M. Santo (Mrzli Vrheen praestatie, waar op de Italianen met recht trotsch zijn. Door de gestadige -afbrokkeling van het Ooslenri.jksclie front.in dit vak zijn de Oostenrijkers genoodzaakt geweest de bocht-van lum froi>! te ontruimen en door terug te trekken een linie te krijgen waarop zij geen flankvuur meer kunnen krijgen. Zij staan nu op den bergrug van Lokovec. Nu richten de Italianen zich iri het bij zonder het Weensehe bericht zegt dit tegen een anderen sta-in-den-weg, n.l. de Monte S. Gabrielle ten Z. van den Monte Santo. De Raad van Vlaanderen, waarvan men langen lijd niets meer vernomen had, heeft thans weer van zich laten hooren. Hij lieeft zich uitgesproken vóór het Pauselijk vredesvoorstel. De Piussische Constituante zal nu weer pas op 11 December worded bij eengeroepen. Het zal dus nog een paar maanden duren, voordat Rusland een vaste regeering heeft, die over den vre de kan beraadslagen. We moeten af wachten! Engeland. Begrafenis Duitsche aviateurs. Reuter bericht uit Londen: De drie Duitsche aviateurs, die op 22 Aug. bij den luchtaanval op Ramsgate den dood vonden, werden te Margate, in tegen woordigheid van zes officieren en een groot aantal manschappen van het vlieg- corps, begraven. Lichte infanterie uit Durham vormde een eerewacht en loste eere-saluutschoten, terwijl hoornblazers de „Last Post" aan het graf deden hoo- re.i. De lijkkisten werden op twee affui ten, door 12 paarden getrokken, graf waarts gebracht, terwijl gedurende de plechtigheid een aeroplane in de lucht kruiste. Rusland. De tsaar te Tobolsk aangekomen. Het „Berliner Tageblatt" meldt uit Stockholm: Kerenski heeft uit Tobolsk een telegram ontvangen van het gou vernement aldaar, dat de ex-tsaar den 18den Augustus aangekomen is. De ex- tsaar bewoont drie kamers in het gou vernementsgebouw, terwijl de andere kamers door zijn familie betrokken zijn. Vereenigde Staten. Duitsche schepen cêoor Cuba uitgeleverd. ■Volgens berichten uit New-York heeft de president van de Cubaansc.he repu bliek, de heer Menocal, - aan president Wilson een telegram gezonden van den volgenden inhoud: „Het is de republiek Cuba aangenaam aan de Vereenigde Staten alle Duitsche schepen te kunnen uitlevereh, welke sedert het begin.van den oorlog zijn geïnterneerd." Vier schepen zijn uitgeleverd: de „Bavaria", de „Adelheid", de „Constan- tin" en de „Olifant", gezamenlijk 20,000 ton niétende. Deze schepen zullen in dienst worden gesteld van fle geallieer den onder directie van den minister van marine in Amerika. Vredespogingen. Het bemiddelingsaanbod van den Paus. Een toespraak van den Paus. Dezer dagen nam Z. II. de Paus in de consistoriezaal in het bijzijn van 600 personen een adres van hulde in ont vangst, Z. II. door den generaal-overste der Congregatie van de broeders-onder wijzers, overhandigd. In dit adres werd op de Pauselijke vredes-nota gezin speeld. De II. Vader antwoordde: Den generaal-overste der broeders-on derwijzers komt de bijzondere lof toe, op juiste wijze de gevoelens "Onzer ziel te hebben' vertolkt.-Immers, onze bedoe lingen en voorstellen worden niet altijd goed uitgelegd, integendeel, dikwijls vol doet niet eens een openlijke door Ons afgelegde verklaring om algemeen be grepen te worden. Over.het begrijpelijk ontbreken vart iedena aWüng. voor On zen persoon klagere-wij niet, daar Wij de beoordeeling van Onze daden aan Hem overlaten, van Wien alleen met vol le waarheid kan worden gezegd, dat Ilij in de 'harten leest. Naarmate men minder geloof aan Onze woorden hecht, verheugt het Ons des te meeh wanneer een Onzer zonen zijn stem verheft en bij het bestudeeren Onzer brieven recht leert wedervaren aan de motieven, welke Ons tot het pu- bUceeren er van bewogen hebben. Verwachtingen van het Vaticaan. Naar de „Stampa" meldt, is het ant woord van den Duitschen rijkskanselier met tevredenheid op liet Vaticaan ver nomen. liet Vaticaan lieeft, volgens het blad, gegronde hoop, dat eenige entente- machten. zich tegemoetkomend zullen toonen. Het antwoord echter op het be middelingsvoorstel wordt eerst na af loop van het huidige offensief verwacht. Het antwoord van Rusland. De Voorloopige Re'geering heeft be raadslaagd over de nota van den Paus en besloten, daar in de.nota van den Paus niet over Rusland wordt gespro ken, de nota onbeantwoord te-laten. Hiervan zal mededeeling worden ge daan aan de geallieerden. De pers spreekt tamelijk koel over de nota van den Paus. Volgens de „Nowoja Wremja" zou Rome een grooten dienst hebben bewezen aan de menschheid, zoo het zich direct lrad gericht Lot de schuldigen van den wereldoorlog en hen met woorden van bitter verwijt had gebrandmerkt. Thans is de Pauselijke nota niets dan een nieuw stuk papier op den berg diplomatieke stukken. De „Sovrem Slowo" acht het ontwij felbaar dat de bemiddeling van den Paus is tot stand gekomen op verzoek van Oostenrijk-Hongarije. „Rjetsj" wijst erop dat de voorstellen van den Paus slechts voordeel brengen aan de Centra les De houding van Turkije. De „Ikdam" schrijft, naar het Ag. Milli seint, in een bespreking van de pauselijke nota: Na deze tusschenkomst zal de politieke beleekenis van den H. Stoel stijgen. Het zal noodig zijn, dat Turkije, evenals .andere niet-katholieke -rnogcudhéden, directe betrekkingen met het Pausdom onderhoudt en hem het recht van geestelijke bescherming der katholieken in Turkiie toestaat. Kardinaal Gibbons en het voorstel. In een commentaar op de mededeelin gen, welke de Pauselijke kahselarij aan den vertegenwoordiger van de „United Pressheeft gedaan, zegt kardinaal Gib bons: De opmerkingen, België betreffen de, moeten beschouwd worden als een aanvulling op den inhoud van de Pau selijke nota. Het Belgische vraagstuk raakt het hart van het geheele eonflict, met welker oplossing de menschheid haar geweten geheel gerust zal stellen. Ieder beroep op rechtvaardigheid moet volledig worden bevredigd. Derhalve is deze aanvulling van zooveel gewicht, omdat men kan aannemen, dat van den aanvang af de oplossing van het Belgi sche vraagstuk en het voldoen aan de Belgische eischen den Paus voor oógen gezweefd heeft. Betreffende de woorden over democra tiseering zeide Gibbons nog: De Pause lijke verklaring bevestigt het oude Ame- rikaansche beginsel en gééft onieuw le ven en zet kraclit bij aan 't streven naar uitgebreider burgerlijke vrijheid in de wereld. Hel broodrantsoen is weer ingekrom pen. Ilel rantsoen vom een week moet nu gelden voor elf dagen. 'Aan het departement van Buitenland- sche Zaken is niets bekend van het be richt, dat de 70 in Amerikaansche ha vens liggende graanschepen verlof zou den krijgen hun ladingen naar Neder land te brengen. Petroleum-distri bul iekaarte n iv orden ter beschikking gesteld uitsluitend voor woningen, die noch met gas noch met eleclricileit worden verlicht. De minister van Landbouw doet alle inlandsche zaden van den oogst 1917 in beslag nemen. De Katholieke vrouwen willen instem ming betuigen met de vredesbemidde ling van Z. H. den Paus. Bij maaltijden in restaurants zal geen brood meer mogen worden gebruikt. Nederland en de Oorlog. Vanaf 2 September duurt de Broodkaart ELF dagen. De minister van Landbouw, Nijver heid en Handel heeft, zooals reeds in een gedeelte onzer vorige editie vermeld, bepaald dat met ingang van 2 September 1917 de hoeveelheid brood, op een brood kaart te verkrijgen, zal moeten strekken voor eenen tijdsduur van elf dagen, niettegenstaande op de kaart staat ver meld, dat zij geldig is voor eene week. Mitsdien wordt de geldigheidsduur der broodkaarten, te beginnen met 2 September aanslaande, die, waarop ver meld staat de 26ste week: van 2 tot en met 12 September; die waarop vermeld: voor de 27ste week: van 13 tot en met 23 September, die, waarop vermeld: voor de 28ste week: van 24 September tot en mét 4 October, enz. Geen brood meer bij maaltijden in Restaurants. De minister van Landbouw heeft be paald dat de aflevering van brood, ten gebruike bij -warme en koude schotels ter gelegenheden, bestemd tot het ver strekken van maaltijden aan het pu- blek, is verboden, ook wanneer daar voor afzonderlijk wordt- betaald. Boterdistributie. Van bevoegde zijde wordt er de aan dacht van detailhandelaars (winkeliers) in boter op gevestigd, dat zij, nu met i September a.s. de nieuwe distributie- regeling in werking treedt, goed zullen doen er rekening" mede te houden, dat aan bestellingen eerst ongeveer 10 da gen na het opgeven der orders uitvoe ring zal worden gegeven. Het verdient dus aanbeyeling steeds vroegtijdig de benoodigde boter aan te vragen, hetzij bij het gemeentebestuur, hetzij door be middeling van een grossier. Voor do overgangsperiode zullen de detailhande laren dan ook hebben te zorgen, dat zij een voldoende voorraad boter hebben om de ontvangst der eerste levering on der de nieuwe regeling te kunnen af wachten. De op 1 September a.s. te ge ven orders zullen, gelijk reeds gezegd, niet vóór 12 September kunnen worden ontvangen. Boter. De Deventer Handelsvereniging heeft telegrafisch aan den minister van Land bouw verzocht, het daarheen te leiden, dat de handel in boerenboler kan blij ven voortbestaan. Onze graanschepen in Amerika. Men meldt uit Amsterdam: Bij de verschillende reederijen, wier schepen met graan in de havens liggen der Vereenigde Staten, was heden, te gen beurstijd nog geen enkel bericht ontvangen van verleende vertrek-per- mils. Worden die spoedig gegeven, dan nog zal slechts een deel der booten kunnen- vertrekken, wijl in menig schip de lading is gaan 'broeien, zonder dat tot heden de Amerikaansche autoriteiten machtiging gaven voor de lossing. Bloembollen. Het vervoer van bloembollen per spoor is nu weer toegestaan, wanneer de bol len bestemd zijn voor Amerika, Scandi navië of Zwitserland. Nederland sche bruin kolen. D bruinkoolmaalschappij Garisborg te Heerlen heeft verleden week de eerste 25 wagons Nederlandsche bruinkolen als proef aan verschillende industrieën af geleverd. Maxi m u m p r ij s voor kool zaad en raapzaad. De minister van Landbouw enz. lieeft naar men verneemt den maximumprijs FEUILLETON. fe) 9e begroeting had plaats volgens alle regelen der Japansclie étiquette tal- looze buigingen en de meest uitgezochte [complimenten.. Bijzonder plechtig was de voorstelling van Lucia1 aan de vrou welijke hofhouding van den vorst van i'Lchikoengö. De Prinses zag zooveel on derzoekende, bewonderende, nijdige Ppgen op haar en op haar kle'ederen ge richt en hoorde achter al die waaiers zooveel gesmoes en gegiegel, dat zij r'Jna van streek was geraakt. De oude Vorstin, een vriendelijke, nogal gezette dame, bemerkte het en zeicte, met haar. gevuld gelaat, waarop zien een goedig lachje afteekende, haar pst aanziende: ,;Gij moet het'mijn da- mes niet kwalijk nemen dat zij u wat naijverig aankijken, Prinses! Wij zien l!n iZ0,° zeltle|i schoone dames en een zoo hef gezichtje, dat liaar allen in de Ahacluw stelt om van uw kostbaar smaakvol kostuum niet eens te spre- UlJ moe^ mÜ later eens vertellen -Mar men deze prachtige stof kan be- L; l\ dan zullen sommige van ine hofdames het misschien vreemd vüi 1 voor uw toilet in het ge- 'fï rijstpoeder- of verf hebt ge- ,,r miin gast, prinses Hi'me ipl oorbeeld, de dochter van den groo-- zijn alle dames, die zich niet pin f volgens oud-Japansclie zede, gruwel. Zie -maar eens hoe zij Cm p,pen vprgnld heeft! Enfin, gij —kt zeker, dat uw lief gezichtje derge lijke kunstmiddelen hie.t noodig heeft, en gij hebt gelijk. Een mooie chrysan themum zou men door haar met verf te besmeren immers maar leelijker ma ken." Zij gaf nu een wenk, om naderbij te komen, aan prinses Hime, die zich lot- dusverre 'opzettelijk tusschen de hof dames op een afstand had gehouden. „Fiere dochter van Jyeyas", riep zij, „laat mij u voorstellen aan mijn waarde nicht, de prinses van Arima!" „Niet noodig, hoogheid, wij kennen elkander. Wij zijn reisgenooten ge weest!.', antwoordde llime rnet een diepe neiging, doch maakte tegelijkertijd ach ter haar waaier een spottend gebaar. De kleine Matthias, die een weinig ter zijde stond zag het, en daar hij wel bemerkte, dat het zijn tante gold, werd het ventje boos en riep niet de. hem eigene onbe vreesdheid: „Waarom steekt u tegen tante Lucia uw tong uil? Dat staat vol strekt niet netjes... Uw moeder moest u daarvoor straffen!" „Matthias, wat zegt ge daar legen deze vreemde dame?" riep vorstin Justa. „Op uw knieën! Kus die dame de hand, en vraag haar om vergiffenis!" „Maar zij heeft" tegen, tante Luus haar tong uitgestoken, zóó ver! En toen ik het eens deed tegen Aoa< liebt gijzelve toch gezegd dat het -onfatsoenlijk is, en toen heb ik straf gehad. Maar als, u het wil, zal ik die dame met haar verguld gezicht wel de hand kussen." En de knaap knielde voor Hime neder, en wilde om vergiffenis, vragen. Doch de Prinses, die zich over dit voorval ten aanhooren van het geheele hof doo- .delijk ergerde,, zeide: „Ik schenk u geen vergiffenis, als gij niet eerst bekent, dat gij gelogen hebï Want aan zóó iels lee- lijks, zal ik mij toch niet schuldig ma ken." „Maar u heeft het toch gedaan! Ik zou liegen, ais ik nu zeide dat u het niet ge daan heeft!" antwoordde het kind. „Onbeschaamde leugenaar," siste Hi me woedend, en dén kleine met de punt van haar fijn loeloopende pantoffel weg- s tooiend. De kleine Matthias wilde schreiend naar zijn moeder loopen, doch nu vatte prins Michael hem op ruwe wijze bij de schouders, drukte hem neer op de knieën, en riep: „Brutale bengel! Gij zult aanstonds bekennen, dat gij gelogen hebt. Ik heb prinses 1-Iime voortdurend godegeslagen, en verklaar, dat zij haar lippen slechts een klein weinigje heeft vertrokken, omdat omdat er een mug' langs haar gelaat vloog. Vraag dus Hare Hoogheid om vergiffenis, anders krijgt ge ten aanschouwen van al deze dames en l.ieeren een afsraffing, zooals ge ér in uw leven nog geen "gehad hebt!" „Mi, Mi, gij moogt geen valsche ge tuigenis geven! Moeder, moeder, help! Ik 'heb zeker niet gelogen!" jammerde de kleine. „Dat hebt gij ooi? niet!" riep nu de vorst van Tschikoengo, wien dit loo- neeltje niet weinig vermaak verschafte. „Ik ben uw getuige, ik heb het puntige tongetje van onze lieve Prinses zeer dui delijk gezien. Maar de mug, die de Prins, naar hij beweert, gezien heeft, was voor mijn oogen te klein. Laten we dus aan nemen, dat onze lieve Prinses haar long heeft uitgestoken, tegen de mug en dat Dfjns Michaël juist op dat oogenblik met zijn oogen geknipt heeft. Dan is het raadsel opgelost, en'niemand heeft ge logen. Kom bij mij, kleine man! Jc hebt je wel niet heel verstandig en ook niet heel vriendelijk tegenover deze dame ge dragen, maar toch zeker dapper, en ec^ kan eenmaal een tweede held Jorilomo uit je groeien!" Allen stemden met de woorden van den vorst van Tschikoengo, die aan het onaangename voorval een einde maakte, in. De kleine Matthias kustte den Vorst de hand. Vervolgens liep hij naar zijn moeder en zijn tante en moest van haar een kleine berisping in ontvangst ne men, waarbij hij echter zeer goed be merkte, dat het geen hooge ernst was. Toen de móeder Tiaar korte vermaning had geëindigd, ging hij oi^ zijn teenen slaan, en fluisterde haar in het oor: „Zij hoeft toch tegen tante Luus haar tong uitgestoken, en niet tegen de mug..." „Wilt ge wel eens zwijgen!" zei de Vorstin, met haar vinger dreigend. „En nu, kom mee en vraag de Prinses eens netjes om vergiffenis!" „Maar zij is juist aan het spreken met Mi.... zouden wij lien niet storen, ma ma?" zeide het ventje, dat zich graag van die onaangename verplichting ont slagen zag. Doch het was vorstin Justa juist te doen, om prins Michaël te storen. Deze werd namelijk als belooning voor zijn leugentje door Ilime met de grootste lieftalligheid behandeld. Zij zag hem aan met een vurigen blik, een zoet lachje speelde om haar lippen, en zij verklaar de hem onverholen,' clal ook zij naar hem verlangd had. „Uwe brieven, die. Safioye mij bezorgde, waren zoo lief en zoo .vriendelijk", fluisterde zij achter waaier. „Zoodra uw vader zijn toestem ming geeft... Doch men komt ons. sto ren. Later Op dit oogenblik trad vorstin Just? met'haar zoontje nader en bood haar verontschuldigingen aan. Onmiddellijk daarop, gaf de Vorst bevel om te ver trekken, en de stoet ruiters en draag koetsen stelde zich in beweging naar het nabijgelegen kasteel. Vorstin Justa wist voortdurend in de onmiddellijke nabijheid van Ilime te blijven, zoodat prins Michaël onderweg geen gelegenheid vond, om verder mei haar te spreken. Ook na de aankomst in het vorstelijk kasteel trachtte hij op den eersten dag tevergeefs een ongestoord onderhoud te hebben met de dochter van Jyeyas. Vorstin Justa wist het zoo te regelen, dat of wel zijzelve, of wel Lucia bij den Prins of bij de Prinses was. Op die wijze werd een samen komst in het park tot tweemaal toe verhinderde Ilime vergenoegde zich met te glim lachen. „Die vorstin van Arima is slim, maar niet verstandig", zeide zij bij zich- zelve. „Zij prikkelt, door deze kleine plagerijen den hartsocht van mijn min naar nog meer. Het zal niet lang meer duren, of ik heb hem zóóver, dat h\j geen enkel bezwaar meer kent. En dan zal ik afrekening houden met die ver standige Justa en die lieve Lucfa, en met dien ouden gek van een Vorst en heel zijn gebroed. Geduld slechts! Zij zulletf do dochter van Jyeyas leeren kennen!'1 (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 1