©e&jlcbclie (Botittaftt
De Oorlog.
BINNENLAND.
Christen-helden in Japan.
nn70 agenten 12 ct. p. week, f 1.60 p. kwartaal. Franco
post f 1.30 p. kwartaal. Het Geïllustreerd Zondags
blad is alleen verkrijgbaar tegen betaling van 15 ct.
kwartaal, bij voorbuit betaling. Afzonderlijke nummers
'ct 'niet Geïllustreerd Zondagsblad^ ct.
6e Jaargang. DINSDAG 28 AUGUSTUS 1917.
Bureau STEENSCHUUR 15 - LEIDEN. Interc. Telefoon 935.
NO. 2401
Posfbus 6.
De Advertentieprijs bedraagt van 15 regels f0.75
olke regel meer 15 ct. Ingezonden mededeelingen van
1—5 regels fl.50, elke regel meer 80 ct., met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting.
Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën, waarin betrekkingen worden
aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en
verkoop 40 ct. p. 30 woorden. Ieder woord meer 1 ct.
Over Militaire lasten.
Van het Nederlandsche- volk wordt
'gezegd dit is zijn wereld-reputatie!
dal liet is: nuchter.
Nu, we willen nuchter genoeg zijn,
,n dat niet te ontkennen. Daar voelen
ïve trouwens ook niet den minsten aan
drang toe: die nuchterheid heeft, zooals
jet meeste op het ondermaansche, even-
•oecl haar licht- als haar schaduw-
tó...
'Haar lichtzijde is, dat wij, als wij een-
ïiaal het verkeerde van iets hebben in-
rezien, door geen goud-geflikker van
^oorden-praal, niet door den schitte-
-endsten schijn meer kunnen worden
iekoord of getrokken! Lang talmen we
jonis met ons afkeurend oordeel, wij
vellen het niet in een oogenblik van op
telling, doch is 't er eenmaal: dan staat
let ook vast!
Een voorbeeld waarom het hier te
joen.is.
Langen tijd reeds kwam hier en daar
.meening naar voren, dat. een militai-
Istische willekeur ons volk te zware
[asten oplegde.-.. Maar, die, meening
drong niet in-eens door tot'het volk!
Het bleef berusten berusten, omdat
tel eerst wilde inzien, dat het inder
daad zoo is! Langzaam-aari schijnt n u
echter dat inzicht te zijn gekomen. Doch
iiu valt dan ook allerwege waar te .ne
men het krachtig verlangen de
pnverzettelijke eisch,: zouden we haast
[éggen naar verlichting van dien
Jruk!
Goedwillig heeft men b.v. langen tijd
gevraagd en verzocht de gemobiliseer-
Jen toch te laten-dicht bij hun woon
plaats. Er is weinig gehoor gegeven aan
dien zeer gegronden aandrang. Ten
slotte is men het'nu gaan inzien, dat de
militaire bewindvoerders niet ernstig
wilden streven naar verlichting van de
lasten. En nu schrijft een inzender in
„De Tijd" van gisteravond en we ci-
iceren dezen, omdat, naar onze besliste
meening, zijn woorden bijna heel ons'
(volk uit het hart zijn gegrepen:
Het gaat door het publiek: Waar
om kan, als de koppigheid van het
maar-raak-doèn.en liet geblaas over
kadertechniek e. d. eens een eind
nam, de troepen verdeeling niet zóó
geregeld worden, dat de soldaten
liggen niet de Maastrichtenaars in
Den Haag en de Groningers in Goes
en de Tilburgers in Meppel en de
Alkmaarders in Nijmegen, doch de
jongens in of bij liun woonplaats.
En de schrijver besluit zeer terecht:
Het land kan en mkg niet langer
opgeofferd aan de 'gevaarlijke kop
pigheid dezer techiïisch-theoretische
kaste-willekeur. De militaire dicta
tuur geve slaande bewijzen of
zwichte voor liet hooger economisch
volksbelang,
liet land kün en m&g niet langer op
geofferd worden... Mogen deze woorden
ivorden verstaan door allen, die verant
woordelijkheid dragen, en mogen zij er
naar handelen!
Waar moet het heen?
Met schrik zullen velen de tijding ver
nemen betreffende de vermindering van
liet broodrantsoen. Schrik, omdat het
toch al bekrompen was en nu de beper
king nog nijpender wordt!
Waar moet het heen? zal men zich
angstig afvragen.
Ja, waar moet het heen? Een bange
winter staat ons te wachten in dreigen
de somberte!
r Wij kunnen ons troosten met de ge
dachte, dat het niet anders kan; .dat er
ia de. oorlogvoerende landen veel, zéér
veel meer ellende heerscht, ja, dat'het
in ons land een paradijs gelijkt in ver
houding met toestanden daar. En ten
slolie zij ons tot troost de ons inziens
zeer gegronde verwachting, dat wij na
den komenden 'geen volgenden winter
meer in oorlogsjammer zullen ingaan!
Intusschen is .sociale plicht:eerstens
om zooveel mogelijk levensbehoeften in
ons eigen land te produceerén, dus ook
zooveel mogelijk krachten productief .te
maken; tweedens, om alles te vermijden
wat naar weelde zweemt, om dus vooral
spaarzaam te wezen met die zaken, wel
ke schaarscli aanwezig zijn, ook al kun
nen wij ze voor ons geld bekomen!
BUITENLAND.
De strijd om Beaumont.
De elfde Isonzo-slag duurt voort.
Verwachtingen van het Vaticaan over
de Pauselijke nota.— Ket Russisch ant
woord. Duitsche schepen door Cuba
uitgeleverd.
Overzicht
In het Westen gaat de plaatselijke
strijd om het bezit van het dorp Beau
mont. De zuidelijke rand van deze plaats
is de frontlijn door het Fransche leger-
bericht aangegeven. Het Duitsche komt
daarmee voor een deel overeen, maar
zegt, dat de Franschen aanvankelijk het
heele dorp Beaumont in handen hadden,
doch door een tegenaanval er weer uit
werden gedreven, evenals uit beide ge
noemde bosschen.
Volgens Parijs zijn de bosschen ech
ter in Fransch bezit. De Duitschers heb
ben,-naar het Fransche legerbericht
meldt, getracht de Franschen door een
hevigen tegenaanval van de randen van
Beaumont te verdrijven.
Intusschen blijft' het vuur op beide
Maasoevers aanhouden, en is het de
vraag, of dezer dagen niet een nieuwe
slag bij Verdun te wachten staat.
Uit de berichten van het Oostfront is
op te maken dat de Russen aan de
Duna, bij Jacobsladt, naar het schijnt,
vrijwillig zijn teruggetrokken. De 'elfde
Isonzo-slag is dan ook wel van opval
lend langen duur.-
De voornaamste Italiaansch'e krachts
inspanning is gericht tegen de linie
tusschen Görz en Tolmino. Zij is be
loond door de verovering van den M.
Santo (Mrzli Vrheen praestatie, waar
op de Italianen met recht trotsch zijn.
Door de gestadige -afbrokkeling van
het Ooslenri.jksclie front.in dit vak zijn
de Oostenrijkers genoodzaakt geweest
de bocht-van lum froi>! te ontruimen en
door terug te trekken een linie te krijgen
waarop zij geen flankvuur meer kunnen
krijgen. Zij staan nu op den bergrug van
Lokovec.
Nu richten de Italianen zich iri het bij
zonder het Weensehe bericht zegt dit
tegen een anderen sta-in-den-weg, n.l.
de Monte S. Gabrielle ten Z. van den
Monte Santo.
De Raad van Vlaanderen, waarvan
men langen lijd niets meer vernomen
had, heeft thans weer van zich laten
hooren. Hij lieeft zich uitgesproken vóór
het Pauselijk vredesvoorstel.
De Piussische Constituante zal nu
weer pas op 11 December worded bij
eengeroepen. Het zal dus nog een paar
maanden duren, voordat Rusland een
vaste regeering heeft, die over den vre
de kan beraadslagen. We moeten af
wachten!
Engeland.
Begrafenis Duitsche aviateurs.
Reuter bericht uit Londen: De drie
Duitsche aviateurs, die op 22 Aug. bij
den luchtaanval op Ramsgate den dood
vonden, werden te Margate, in tegen
woordigheid van zes officieren en een
groot aantal manschappen van het vlieg-
corps, begraven. Lichte infanterie uit
Durham vormde een eerewacht en loste
eere-saluutschoten, terwijl hoornblazers
de „Last Post" aan het graf deden hoo-
re.i. De lijkkisten werden op twee affui
ten, door 12 paarden getrokken, graf
waarts gebracht, terwijl gedurende de
plechtigheid een aeroplane in de lucht
kruiste.
Rusland.
De tsaar te Tobolsk aangekomen.
Het „Berliner Tageblatt" meldt uit
Stockholm: Kerenski heeft uit Tobolsk
een telegram ontvangen van het gou
vernement aldaar, dat de ex-tsaar den
18den Augustus aangekomen is. De ex-
tsaar bewoont drie kamers in het gou
vernementsgebouw, terwijl de andere
kamers door zijn familie betrokken zijn.
Vereenigde Staten.
Duitsche schepen cêoor Cuba uitgeleverd.
■Volgens berichten uit New-York heeft
de president van de Cubaansc.he repu
bliek, de heer Menocal, - aan president
Wilson een telegram gezonden van den
volgenden inhoud: „Het is de republiek
Cuba aangenaam aan de Vereenigde
Staten alle Duitsche schepen te kunnen
uitlevereh, welke sedert het begin.van
den oorlog zijn geïnterneerd."
Vier schepen zijn uitgeleverd: de
„Bavaria", de „Adelheid", de „Constan-
tin" en de „Olifant", gezamenlijk 20,000
ton niétende. Deze schepen zullen in
dienst worden gesteld van fle geallieer
den onder directie van den minister van
marine in Amerika.
Vredespogingen.
Het bemiddelingsaanbod van den Paus.
Een toespraak van den Paus.
Dezer dagen nam Z. II. de Paus in de
consistoriezaal in het bijzijn van 600
personen een adres van hulde in ont
vangst, Z. II. door den generaal-overste
der Congregatie van de broeders-onder
wijzers, overhandigd. In dit adres werd
op de Pauselijke vredes-nota gezin
speeld. De II. Vader antwoordde:
Den generaal-overste der broeders-on
derwijzers komt de bijzondere lof toe,
op juiste wijze de gevoelens "Onzer ziel
te hebben' vertolkt.-Immers, onze bedoe
lingen en voorstellen worden niet altijd
goed uitgelegd, integendeel, dikwijls vol
doet niet eens een openlijke door Ons
afgelegde verklaring om algemeen be
grepen te worden. Over.het begrijpelijk
ontbreken vart iedena aWüng. voor On
zen persoon klagere-wij niet, daar Wij
de beoordeeling van Onze daden aan
Hem overlaten, van Wien alleen met vol
le waarheid kan worden gezegd, dat Ilij
in de 'harten leest.
Naarmate men minder geloof aan
Onze woorden hecht, verheugt het Ons
des te meeh wanneer een Onzer zonen
zijn stem verheft en bij het bestudeeren
Onzer brieven recht leert wedervaren
aan de motieven, welke Ons tot het pu-
bUceeren er van bewogen hebben.
Verwachtingen van het Vaticaan.
Naar de „Stampa" meldt, is het ant
woord van den Duitschen rijkskanselier
met tevredenheid op liet Vaticaan ver
nomen.
liet Vaticaan lieeft, volgens het blad,
gegronde hoop, dat eenige entente-
machten. zich tegemoetkomend zullen
toonen. Het antwoord echter op het be
middelingsvoorstel wordt eerst na af
loop van het huidige offensief verwacht.
Het antwoord van Rusland.
De Voorloopige Re'geering heeft be
raadslaagd over de nota van den Paus
en besloten, daar in de.nota van den
Paus niet over Rusland wordt gespro
ken, de nota onbeantwoord te-laten.
Hiervan zal mededeeling worden ge
daan aan de geallieerden.
De pers spreekt tamelijk koel over de
nota van den Paus. Volgens de „Nowoja
Wremja" zou Rome een grooten dienst
hebben bewezen aan de menschheid,
zoo het zich direct lrad gericht Lot de
schuldigen van den wereldoorlog en
hen met woorden van bitter verwijt had
gebrandmerkt. Thans is de Pauselijke
nota niets dan een nieuw stuk papier op
den berg diplomatieke stukken.
De „Sovrem Slowo" acht het ontwij
felbaar dat de bemiddeling van den
Paus is tot stand gekomen op verzoek
van Oostenrijk-Hongarije. „Rjetsj" wijst
erop dat de voorstellen van den Paus
slechts voordeel brengen aan de Centra
les
De houding van Turkije.
De „Ikdam" schrijft, naar het Ag.
Milli seint, in een bespreking van de
pauselijke nota: Na deze tusschenkomst
zal de politieke beleekenis van den H.
Stoel stijgen. Het zal noodig zijn, dat
Turkije, evenals .andere niet-katholieke
-rnogcudhéden, directe betrekkingen met
het Pausdom onderhoudt en hem het
recht van geestelijke bescherming der
katholieken in Turkiie toestaat.
Kardinaal Gibbons en het voorstel.
In een commentaar op de mededeelin
gen, welke de Pauselijke kahselarij aan
den vertegenwoordiger van de „United
Pressheeft gedaan, zegt kardinaal Gib
bons: De opmerkingen, België betreffen
de, moeten beschouwd worden als een
aanvulling op den inhoud van de Pau
selijke nota. Het Belgische vraagstuk
raakt het hart van het geheele eonflict,
met welker oplossing de menschheid
haar geweten geheel gerust zal stellen.
Ieder beroep op rechtvaardigheid moet
volledig worden bevredigd. Derhalve is
deze aanvulling van zooveel gewicht,
omdat men kan aannemen, dat van den
aanvang af de oplossing van het Belgi
sche vraagstuk en het voldoen aan de
Belgische eischen den Paus voor oógen
gezweefd heeft.
Betreffende de woorden over democra
tiseering zeide Gibbons nog: De Pause
lijke verklaring bevestigt het oude Ame-
rikaansche beginsel en gééft onieuw le
ven en zet kraclit bij aan 't streven naar
uitgebreider burgerlijke vrijheid in de
wereld.
Hel broodrantsoen is weer ingekrom
pen. Ilel rantsoen vom een week moet nu
gelden voor elf dagen.
'Aan het departement van Buitenland-
sche Zaken is niets bekend van het be
richt, dat de 70 in Amerikaansche ha
vens liggende graanschepen verlof zou
den krijgen hun ladingen naar Neder
land te brengen.
Petroleum-distri bul iekaarte n iv orden
ter beschikking gesteld uitsluitend voor
woningen, die noch met gas noch met
eleclricileit worden verlicht.
De minister van Landbouw doet alle
inlandsche zaden van den oogst 1917 in
beslag nemen.
De Katholieke vrouwen willen instem
ming betuigen met de vredesbemidde
ling van Z. H. den Paus.
Bij maaltijden in restaurants zal geen
brood meer mogen worden gebruikt.
Nederland en de Oorlog.
Vanaf 2 September duurt de Broodkaart
ELF dagen.
De minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel heeft, zooals reeds in een
gedeelte onzer vorige editie vermeld,
bepaald dat met ingang van 2 September
1917 de hoeveelheid brood, op een brood
kaart te verkrijgen, zal moeten strekken
voor eenen tijdsduur van elf dagen,
niettegenstaande op de kaart staat ver
meld, dat zij geldig is voor eene week.
Mitsdien wordt de geldigheidsduur
der broodkaarten, te beginnen met 2
September aanslaande, die, waarop ver
meld staat de 26ste week: van 2 tot en
met 12 September;
die waarop vermeld: voor de 27ste
week: van 13 tot en met 23 September,
die, waarop vermeld: voor de 28ste
week: van 24 September tot en mét 4
October, enz.
Geen brood meer bij maaltijden in
Restaurants.
De minister van Landbouw heeft be
paald dat de aflevering van brood, ten
gebruike bij -warme en koude schotels
ter gelegenheden, bestemd tot het ver
strekken van maaltijden aan het pu-
blek, is verboden, ook wanneer daar
voor afzonderlijk wordt- betaald.
Boterdistributie.
Van bevoegde zijde wordt er de aan
dacht van detailhandelaars (winkeliers)
in boter op gevestigd, dat zij, nu met i
September a.s. de nieuwe distributie-
regeling in werking treedt, goed zullen
doen er rekening" mede te houden, dat
aan bestellingen eerst ongeveer 10 da
gen na het opgeven der orders uitvoe
ring zal worden gegeven. Het verdient
dus aanbeyeling steeds vroegtijdig de
benoodigde boter aan te vragen, hetzij
bij het gemeentebestuur, hetzij door be
middeling van een grossier. Voor do
overgangsperiode zullen de detailhande
laren dan ook hebben te zorgen, dat zij
een voldoende voorraad boter hebben
om de ontvangst der eerste levering on
der de nieuwe regeling te kunnen af
wachten. De op 1 September a.s. te ge
ven orders zullen, gelijk reeds gezegd,
niet vóór 12 September kunnen worden
ontvangen.
Boter.
De Deventer Handelsvereniging heeft
telegrafisch aan den minister van Land
bouw verzocht, het daarheen te leiden,
dat de handel in boerenboler kan blij
ven voortbestaan.
Onze graanschepen in
Amerika.
Men meldt uit Amsterdam:
Bij de verschillende reederijen, wier
schepen met graan in de havens liggen
der Vereenigde Staten, was heden, te
gen beurstijd nog geen enkel bericht
ontvangen van verleende vertrek-per-
mils. Worden die spoedig gegeven, dan
nog zal slechts een deel der booten
kunnen- vertrekken, wijl in menig schip
de lading is gaan 'broeien, zonder dat
tot heden de Amerikaansche autoriteiten
machtiging gaven voor de lossing.
Bloembollen.
Het vervoer van bloembollen per spoor
is nu weer toegestaan, wanneer de bol
len bestemd zijn voor Amerika, Scandi
navië of Zwitserland.
Nederland sche bruin
kolen.
D bruinkoolmaalschappij Garisborg
te Heerlen heeft verleden week de eerste
25 wagons Nederlandsche bruinkolen als
proef aan verschillende industrieën af
geleverd.
Maxi m u m p r ij s voor kool
zaad en raapzaad.
De minister van Landbouw enz. lieeft
naar men verneemt den maximumprijs
FEUILLETON.
fe)
9e begroeting had plaats volgens alle
regelen der Japansclie étiquette tal-
looze buigingen en de meest uitgezochte
[complimenten.. Bijzonder plechtig was
de voorstelling van Lucia1 aan de vrou
welijke hofhouding van den vorst van
i'Lchikoengö. De Prinses zag zooveel on
derzoekende, bewonderende, nijdige
Ppgen op haar en op haar kle'ederen ge
richt en hoorde achter al die waaiers
zooveel gesmoes en gegiegel, dat zij
r'Jna van streek was geraakt.
De oude Vorstin, een vriendelijke,
nogal gezette dame, bemerkte het en
zeicte, met haar. gevuld gelaat, waarop
zien een goedig lachje afteekende, haar
pst aanziende: ,;Gij moet het'mijn da-
mes niet kwalijk nemen dat zij u wat
naijverig aankijken, Prinses! Wij zien
l!n iZ0,° zeltle|i schoone dames en een
zoo hef gezichtje, dat liaar allen in de
Ahacluw stelt om van uw kostbaar
smaakvol kostuum niet eens te spre-
UlJ moe^ mÜ later eens vertellen
-Mar men deze prachtige stof kan be-
L; l\ dan zullen sommige van
ine hofdames het misschien vreemd
vüi 1 voor uw toilet in het ge-
'fï rijstpoeder- of verf hebt ge-
,,r miin gast, prinses Hi'me
ipl oorbeeld, de dochter van den groo--
zijn alle dames, die zich niet
pin f volgens oud-Japansclie zede,
gruwel. Zie -maar eens hoe zij
Cm p,pen vprgnld heeft! Enfin, gij
—kt zeker, dat uw lief gezichtje derge
lijke kunstmiddelen hie.t noodig heeft,
en gij hebt gelijk. Een mooie chrysan
themum zou men door haar met verf te
besmeren immers maar leelijker ma
ken."
Zij gaf nu een wenk, om naderbij te
komen, aan prinses Hime, die zich lot-
dusverre 'opzettelijk tusschen de hof
dames op een afstand had gehouden.
„Fiere dochter van Jyeyas", riep zij,
„laat mij u voorstellen aan mijn waarde
nicht, de prinses van Arima!"
„Niet noodig, hoogheid, wij kennen
elkander. Wij zijn reisgenooten ge
weest!.', antwoordde llime rnet een diepe
neiging, doch maakte tegelijkertijd ach
ter haar waaier een spottend gebaar. De
kleine Matthias, die een weinig ter zijde
stond zag het, en daar hij wel bemerkte,
dat het zijn tante gold, werd het ventje
boos en riep niet de. hem eigene onbe
vreesdheid: „Waarom steekt u tegen
tante Lucia uw tong uil? Dat staat vol
strekt niet netjes... Uw moeder moest u
daarvoor straffen!"
„Matthias, wat zegt ge daar legen deze
vreemde dame?" riep vorstin Justa. „Op
uw knieën! Kus die dame de hand, en
vraag haar om vergiffenis!"
„Maar zij heeft" tegen, tante Luus haar
tong uitgestoken, zóó ver! En toen ik
het eens deed tegen Aoa< liebt gijzelve
toch gezegd dat het -onfatsoenlijk is, en
toen heb ik straf gehad. Maar als, u het
wil, zal ik die dame met haar verguld
gezicht wel de hand kussen."
En de knaap knielde voor Hime neder,
en wilde om vergiffenis, vragen. Doch
de Prinses, die zich over dit voorval
ten aanhooren van het geheele hof doo-
.delijk ergerde,, zeide: „Ik schenk u geen
vergiffenis, als gij niet eerst bekent, dat
gij gelogen hebï Want aan zóó iels lee-
lijks, zal ik mij toch niet schuldig ma
ken."
„Maar u heeft het toch gedaan! Ik zou
liegen, ais ik nu zeide dat u het niet ge
daan heeft!" antwoordde het kind.
„Onbeschaamde leugenaar," siste Hi
me woedend, en dén kleine met de punt
van haar fijn loeloopende pantoffel weg-
s tooiend.
De kleine Matthias wilde schreiend
naar zijn moeder loopen, doch nu vatte
prins Michael hem op ruwe wijze bij de
schouders, drukte hem neer op de
knieën, en riep: „Brutale bengel! Gij zult
aanstonds bekennen, dat gij gelogen
hebt. Ik heb prinses 1-Iime voortdurend
godegeslagen, en verklaar, dat zij haar
lippen slechts een klein weinigje heeft
vertrokken, omdat omdat er een mug'
langs haar gelaat vloog. Vraag dus Hare
Hoogheid om vergiffenis, anders krijgt
ge ten aanschouwen van al deze dames
en l.ieeren een afsraffing, zooals ge ér
in uw leven nog geen "gehad hebt!"
„Mi, Mi, gij moogt geen valsche ge
tuigenis geven! Moeder, moeder, help!
Ik 'heb zeker niet gelogen!" jammerde
de kleine.
„Dat hebt gij ooi? niet!" riep nu de
vorst van Tschikoengo, wien dit loo-
neeltje niet weinig vermaak verschafte.
„Ik ben uw getuige, ik heb het puntige
tongetje van onze lieve Prinses zeer dui
delijk gezien. Maar de mug, die de Prins,
naar hij beweert, gezien heeft, was voor
mijn oogen te klein. Laten we dus aan
nemen, dat onze lieve Prinses haar long
heeft uitgestoken, tegen de mug en dat
Dfjns Michaël juist op dat oogenblik met
zijn oogen geknipt heeft. Dan is het
raadsel opgelost, en'niemand heeft ge
logen. Kom bij mij, kleine man! Jc hebt
je wel niet heel verstandig en ook niet
heel vriendelijk tegenover deze dame ge
dragen, maar toch zeker dapper, en ec^
kan eenmaal een tweede held Jorilomo
uit je groeien!"
Allen stemden met de woorden van
den vorst van Tschikoengo, die aan het
onaangename voorval een einde maakte,
in. De kleine Matthias kustte den Vorst
de hand. Vervolgens liep hij naar zijn
moeder en zijn tante en moest van haar
een kleine berisping in ontvangst ne
men, waarbij hij echter zeer goed be
merkte, dat het geen hooge ernst was.
Toen de móeder Tiaar korte vermaning
had geëindigd, ging hij oi^ zijn teenen
slaan, en fluisterde haar in het oor: „Zij
hoeft toch tegen tante Luus haar tong
uitgestoken, en niet tegen de mug..."
„Wilt ge wel eens zwijgen!" zei de
Vorstin, met haar vinger dreigend. „En
nu, kom mee en vraag de Prinses eens
netjes om vergiffenis!"
„Maar zij is juist aan het spreken met
Mi.... zouden wij lien niet storen, ma
ma?" zeide het ventje, dat zich graag
van die onaangename verplichting ont
slagen zag.
Doch het was vorstin Justa juist te
doen, om prins Michaël te storen. Deze
werd namelijk als belooning voor zijn
leugentje door Ilime met de grootste
lieftalligheid behandeld. Zij zag hem
aan met een vurigen blik, een zoet lachje
speelde om haar lippen, en zij verklaar
de hem onverholen,' clal ook zij naar
hem verlangd had. „Uwe brieven, die.
Safioye mij bezorgde, waren zoo lief en
zoo .vriendelijk", fluisterde zij achter
waaier. „Zoodra uw vader zijn toestem
ming geeft... Doch men komt ons. sto
ren. Later
Op dit oogenblik trad vorstin Just?
met'haar zoontje nader en bood haar
verontschuldigingen aan. Onmiddellijk
daarop, gaf de Vorst bevel om te ver
trekken, en de stoet ruiters en draag
koetsen stelde zich in beweging naar
het nabijgelegen kasteel.
Vorstin Justa wist voortdurend in de
onmiddellijke nabijheid van Ilime te
blijven, zoodat prins Michaël onderweg
geen gelegenheid vond, om verder mei
haar te spreken. Ook na de aankomst in
het vorstelijk kasteel trachtte hij op den
eersten dag tevergeefs een ongestoord
onderhoud te hebben met de dochter
van Jyeyas. Vorstin Justa wist het zoo
te regelen, dat of wel zijzelve, of wel
Lucia bij den Prins of bij de Prinses
was. Op die wijze werd een samen komst
in het park tot tweemaal toe verhinderde
Ilime vergenoegde zich met te glim
lachen. „Die vorstin van Arima is slim,
maar niet verstandig", zeide zij bij zich-
zelve. „Zij prikkelt, door deze kleine
plagerijen den hartsocht van mijn min
naar nog meer. Het zal niet lang meer
duren, of ik heb hem zóóver, dat h\j
geen enkel bezwaar meer kent. En dan
zal ik afrekening houden met die ver
standige Justa en die lieve Lucfa, en met
dien ouden gek van een Vorst en heel
zijn gebroed. Geduld slechts! Zij zulletf
do dochter van Jyeyas leeren kennen!'1
(Wordt vervolgd.)