BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
go JAARGANG
156.fi
BUREAU: STEENSCHUUR 15,
Iriterc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGES
ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, voor Leiden II cent per week
f 1.45 per kwartaal bij onzo agenten 12 cent per week, f 1.60 per kwartaaL Franco per post
f 1.80 per kwartaaL
Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is alleen verkrijgbaar tegen betaling van 15 cent per
kwartaal, bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 8 cent
B No. £379
LEIDEN.
He
DONDERDAG
2
AUGUSTUS
1917.
De ADVEBTEHTIEPBUS bedraagt van 1-5 regels 0J5, elke regel meer 15 cent.
Ingezonden mededeefingen van 1-5 regels f 1.50, elics regel meer 30 cent, met gratie
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
KLEINE ADVERTENTIËN, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd
huur en verhuur, koop en verkoop 40 centen per 30 woorden, leder woord
meer 1 cent.
Fransch-Britscli offensief in
Vlaanderen.
De strijd aan de Sbrucz.
Noorsche stoomer verloren gegaan.
iibot'e antwoord aan Michaëlis. -- Ver
langen naar een Tsaar.
Overzicht
'Als eerste resultaten in Vlaanderen
meldt het Britsclie bericht, aanvallen
der Engelschen en Franschen tusschen
Labasseville en Steenstraete. Het bericht
reeft aan dat een rij van dorpjes van
iet N. naar het Z.: Bixschoote, Steen
straete, Hooge, Westhoek, Hellebeke,
Labasseville en nog eenige gehuchten
in de handen der aanvallers vielen.
In het algemeen werd het Britsche
front over een breedte van pl.m. 25 K.M.
vooruitgebracht; in 't N., bij Steenstrae
te. waar ook de Franschen vochten, be
droeg de diepte der vooruitgang pl.m.
!,2 K.M., in het midden ongeveer 1600
A., en in het Z. nagenoeg eenzelfden af
stand. De Duilschers verloren 3500 ge
vangenen, „doch een nauwekeurig
ichatting' dier gevangenen alsmede van
Ie verdere veroveringen is nog niet mo-
jelijk."
hiermede is de Duitsche lezing in
[lagranten strijd. Immers zoo mefdt
Berlijnde Engelschen overrompelden
in eènige sectoren de in trechters lig
gende linies en wonnen op enkele plaat
sen tijdelijk aanmerkelijk terrein, doch
in onstuimige tegenaanvallen wierpen
de Duitsche reserves zich op de Engel
schen en drongen hen weder uit de
Duitsche gevechtszone tmie^
t.Aü&w ten IN. en N.0. van peren moot
el {rechterveld door Engelschen en
Franschen dieper bezet, en daar ging
Bixschoote voor de Duitschers verloren.
liet verlies van Bixschoote is dus het
;enige wat als winst voor de gal-
lieerclen in dit bericht wordt toegegeven.
Haig legt bij wijze van verontschuldi-
ring, nadruk op het slechte weer dat de
operaties niet ten goede komt.
Dit bericht doet vermoeden dat het
met de vorderingen der Britten voor
loopig gedaan zal zijn.
Aan den Cliemin des Dames hebben de
Duilschers ten Z. van La Bovelle. een
flink succes bevochten, waarbij* 1500
Fransehen in hun handen vielen.
Ook op den linker Maasoever maak
ten zij 500 gevangenen in een aanval,
waarbij zij de onlangs verloren stellin
gen langs den straatweg Esnes—Malan-
court op de Franschen heroverden.
Volgens de Fransche voorstelling ver
overden zij slechts eenige vooruitge
schoven stukken der Fransche linie.
In het Oosten hebben de Russen zich
blijkbaar wat hersteld, 't Gevolg is, dat
er niet veel teekening meer in de voor-
uilgang der Centralen komt. 't Stokt aan
de Sbrucz, waar volgens het Duitsche
bericht de Russen, ter plaatse, waar déze
rvier in den Dnjestr valt, werden terug
gedrongen in de richting van Chotin.
Ten Z. van den Dnjestr vorderen de
Centrale troepen langzaam naar het O.,
waarbij zij door Russische stellingen
tusschen Gzernowitz en Horodenka
moesten breken.
Op de hellingen van de Karpathen
vechten de troepen van aartshertog Jo
seph zich eveneens geleidelijk vooruit.
De sprongen van zooveel en zooveel
K.M. worden échter niet meer gemaakt.
Wel de moeite waard, om er even aan
te herinneren, zijn twee politieke tegen
spraken der laatste dagen. In Duitsch-
land ontkent men een bericht van de
„Tirnes", als zou den 5en Juli 1914 te
Potsdam een kroonraad gehouden zijn,
onder leiding van den Keizer, waarin
het plan tot ontketening, van den we
reldoorlog werd ontworpen.
Zulk een tegenspraak kon niet uitblij
ven, wanneer men meende, de „onthul
lingen" te kunnen te niet doen. Wat na
tuurlijk niet de Duitsche „onthullingen"
denke men aan die van dr. Michaëlis
uitsluit!
De tweede tegenspraak is die van Ri-
bot. Hij ontkent Michaëlis' bewering,
dat Poincaré de overeenkomst betreffen
de Elzas-Lotharingen en de gebieden
van den linker Rijnoever zou hebben
aangegaan zonder medeweten van
Briand.
Hij ontkent niet, dat Frankrijk voor
nemens is om .niet alleen Elzas-Lotha
ringen weer onder zijn vlag te brengen,
doch levens om Duitsche gebieden op
den linker Rijnoever le maken tot een
autonomën bufferstaat, ter waarborging
der. Fransche en Belgische grens.
Het oude tsaristische Rusland verbond
zich om Frankrijk in deze aanspraken
en voornemens le steunen.
't Is te voorzien dat deze tegenspraak
in Rusland geen gunstige uilwerking
zal hebben.
Ü|J Ct3t?fc
Noorsche stoomer verleren gegaan.
De kapitein van de Noorsche stoomer
„Kristianiafjord" die ecnigen tijd gele
den bij Kaap Roce aan den grond kwam
seinde naar Christiania, dat de boot ten
gevolge van den sterken Z.VV, wind en
de hooge zee als verloren beschouwd
moet worden. Het schip is voor tien mil-
lioen kronen verzekerd.
Quitschland.
Zonderlinge vervalsching.
De „Frankfurter Zeitung" bevat de
mededeeling, dat in Zwitserland een
vervalscht nummer van liet blad is ver-
Spreid, bevattend een vervalschte ver
klaring van redactie en uitgever en met
een artikel van Fernau, dat nooit in de
„Frankfurter" verschenen is.
Frankrijk.
Ribot's antwlord aan Michaëlis.
In de Kamer antwoordde Ribot den
Duitsclien kanselier, die zich veroorloofd
had om in het openbaar de Fransche
regeering te vragen of zij in cle geheime
zitting van i Juni niet de Kamer in ken
nis had gesteld van een geheim verdrag,
gesloten aan den vooravond \an de Rus
sische omwenteling, waarbij de Tsaar
zich verbond om de Fransche aanspra
ken op Duitsche gebieden aan den lin
ker Rijnoever te steunen.
Ribot verklaarde: Er zijn groote on
juistheden en werkelijke leugens in de
lezing van den kanselier, vooral wat be
treft de rol, welke hij aan Poincaré toe
schrijft, als zou deze order-gegeven heb
ben het verdrag te onderteekenen zon
der medeweten van Briand. Doumer-
gues, na een onderhoud met den Tsaar,
verkreeg van Briand machtiging om no
ta te nemen van de belofte van den
Tsaar onze aanspraken op Elzas-Lotha
ringen te steunen, dat ons door geweld
werd ontrukt, en on^ vrij te laten in het
zoeken van waarborgen legen een nieu
wen aanval, niet door Fransche annexa
tie van het gebied van den linker Rijn
oever, maar door van deze gebieden een
autonomen staat le maken, die ons,
evenals België, zou beschermen tegen
een overval van de andere zijde van den
Rijn.
Wij willen géén gewelddadige annexa-
lie doch slechts teruggave van hetgeen
ons behoort.
Wat wil de kanselier? Hij tracht zijn
moelijkheden te verbergen welke hij
ondervindt om de Duitsche oorlogsdoel
einden vast te stellen en de voorwaar
den waarop Duitschland vrede zou ma
ken. Hij poogt vooral de aandacht af te
leiden van de verschrikkelijke verant
woordelijkheid, die drukt op het gewe
ten van den Keizer en van zijn raad
gevers.
Engeland.
Het kolfieprocSa.
In hel prijsgerechl le Londen heeft de
rechter voorloopig vonnis gewezen in
het eerste van de gevallen, waarin de
Kroon-verbeurdverklaring van groote
ladingen koffie had geëischt, die van
Brazilië naar Scandinavië waren ver-
Thrïnks en Co. te Santos en Hamburg
hadden ze voornamelijk verscheept.
Óogenschijrilijk waren ze aan onzijdi
ge firma's in Scandinavië en Nederland
geconsigneerd, welke meerendeels een-
voudig agenten voor Thrinlcs waren. De
rechter verklaarde 13,450 zakken -en 25
vaten Paraguay-thee verbeurd. 1500 zak
ken, die aan de N. O. T. waren gecon
signeerd, werden vrijgelaten. De behan
deling van de zaak nopens de 4200 an
dere zakken werd uitgesteld.
Rusland.
Verlangen naar een.... Tsaar.
Kopenhaagsche bladen bevatten een
interview van den Petersburgschen cor
respondent der „Daily News" met een
lid der familie-Lwof. Uit dit gesprek
blijkt, dat de ster van Kerenski bij de
boerenbevolking sterk dalende zou zijn
en dat het verlangen naar een Tsaar
steeds meer veld wint. De boeren zou
den de dagen, loen nog een Tsaar re-
yeerde, veel beter hebben gevonden dan
deze. Vast staat ook. dat de Russische
soldaten veel dapperder streden, toen zij
nog een Tsaar hadden om voor te vech
ten, dan thans voor een Republiek.
Hei oproer te Petersburg.
Naar uit Stockholm aan de „Köln.
Ztg.n wordt geseind, bedragen de ver
liezen aan menschenlevens ten gevolge
van het oproer van 17 Juli te Petersburg
eenige duizenden. Officieel wordt er
kend, dat het 180e regiment infanterie,
dat met machinegeweren werd aange
vallen, op de Anitschkoff-brug ongeveer
honderd manschappen verloor, terwijl
de kozakken, behalve officieren en man
schappen, nog een aanzienlijk aantal
paarden hebben ingeboet.
Vereenigde Staten.
Een vredesapostel gelynchd.
Een troep gemaskerde mannen lynch
te een pacilistischen agitator, lid van het
Uitvoerend Comité van de „Industrial
Workers of the World".
Van het Vaticaan.
De Gobelin-school.
De Romeinsche correspondent van de
„Croix" meldt:
De door Benediclus XV op het Vati
caan weer in het leven geroepen Pause
lijke Gobelin-school is hu in volle ont
wikkeling.
De II. Vader gaf aan Genlili order een
groot historisch wandtapijt, voorstellen
de de afkondiging van den nieuwen
rechtscodex en de beeltenissen der me
dewerkers in bewerking te nemen. Al
dus blijft het Vaticaan zijn eeuwenoude
traditie getrouw, als de beschermer van
kunsten en weienschappen.
Vredespogingen.
Oostenrijk als bemiddelaar.
De Berlijnsche correspondent van het
„Fredenblatt" (Weenen) verneemt uit
toonaangevende bron. naar aanleiding
van een polemiek in de „Deutsche Ta-
geszeitung",, welke de inleiding van
vredesbesprekingen .tusschen Duitsch
land en Engeland door bemiddeling van
Oosterijk-11ongarije botweg afwijst, dat
van Oo s lenrijïc-Ifon gari je n iel slechts te
vreden, doch er ook verheugd over zou
zijn.
Nederland en de Oorlog.
Het Britsche m ij n v e 1 d.
OfficieelAangezien van de zijde van
de Britsche regeering bericht is ont
vangen, dat het leggen van mijnen in
het onlangs aangekondigde nieuwe Brit
sche mijnveld niet kan worden opge
schort en de juiste afbakening van de
opengebleven nauwe passage moet
wachten tol nauwkeurige astronomische
plaatsbepaling mogelijk is, moet de
doorvaart om de Noord voorloopig als
uiterst gevaarlijk worden beschouwd.
Een betuiging van leed-
we z e n.
(Officieel.) Het Ministerie van Buiten-
landsche Zaken deelt mede:
Den 3en Mei j.l. werd de Nederland-
sche stoomtrawler „Koningin Emma"
Sch. 417, aangehouden, door den onder
Duitsche prijsbemanning. naar Emden
varenden Nederlandschen stoomtrawler
..Emma'' IJM. 177. Van de .„Emma" ging
een Duilsch matroos als prijsbemanning
op de „Koningin Emma" over, ten einde
het schip naar een Duitsche haven op
te brengen. Tengevolge van verkeerde
navigatie kwam de „Koningin Emma"
echter binnen Nederlandsch gebied en
geraakte nabij Terschelling aan den
grond.
Door de binnenkomst binnen het Ne-
derlandsche rechtsgebied werd deze Ne-
derlandsche stoomtrawler vrij, terwijl
de als prijsbemanning fungeerendc ma
troos werd geïnterneerd. De Regeering
heeft bovendien bij de Duitsche Regee
ring geprotesteerd tegen de onrechtma
tige wijze waarop hier het prijsrechf
was uitgeoefend, aangezien het recht
van aanhouding en opbrenging uitslui
tend aan oorlogsvaartuigen en niet aan
een schip onder prijsbemanning toe
komt.
In antwoord hierop heeft de Duilschd
Regeering erkend dat de opbrenging
der „Koningin Emma" onrechtmatig
was geschied. Zij heeft over deze fout
van hare zeestrijdkrachten haar oprecht
leedwezen betuigd en zich bereid ver
klaard de tèn gevolge der aanhouding
en de stranding der „Koningin Emma**
geleden schade te vergoeden. De Duit
sche Regeering heeft daarbij de verzeke
ring gegeven, dat alle noodigc maalre-i
gelen zijn genomen teneinde een herha-i
ling van zoodanig voorval te voorkomen,-
II o u t a a n v o e r.
Voor de eerste maal in dit jaar is uit'
Noorwegen een lading juffers en spar
ren per zeilschip in Amsterdam aange
komen. Ze werd aangebracht door het
Nederlandsch kofschip „Energie", kapi
tein llouwerzyl, uit Delfzijl.
F a b r i k stopgeze t.
Te Hilversum werd de tapijtfabrielc
van de .firma G. de Wit Go., wegens
gebrek aan steenkolen, stopgezet. Pogin-
succes. Een kleine 100 man staat op,
straat.
De Koning,in MoeJer.
De Koningin-Moeder viert lieden haar
negen-en-vijftig'Ston verjaardag. Dat/ ChxII
haar en geheel het Koninklijk gezin tot
heil van Holland behoede en veilig
Kamerzetel Enkhuizen.
Voor de vacature Ooyterbaan komt naast
den o u d-go u v ern e u r-gene ra al Idenburg,
ook ernstig in aanmerking de lieer C.,
Smeenk, redacteur van Patrimonium. Do
heer Smeenk Is in het <l'i-friet een goede
bekende als redacteur van het a.r. orgaan
voor Hollands Noorderkwartier „De Wij0
West fries",
Nood-Boschwet.
Het laat zich naraien dat over het nood*
onbwerp-Bosehwat door de Eerste Kame-
een uitgebreid' afdeelingsversilog zal w-or-
dep uitgebracht.
Daarom is liet zeer onzeker of de Eensto
Kamer het zal willen afdoen <tc«c week,
en wordt het waarschijnlijk geacht diat do
Kamer in den loop dezer maand nog eens
ir. openbare vergadering bijeen zal komen
ter behandeling .van dit wetsontwerp.
Vrije uitoefening van de geneeskunst.
Bij Kon. bcsl'uit is:
1c. ingesteld een commissie, aan welke
FEUILLETON.
Christen-helden in Japan.
16)
Deze „Kruisberg" had Lucia goed ont
houden. „Welk een geluk voor die man
nen!"'zeide ze tot de Vorstin. „Ik heb
hen gezien, terwijl zij met een gelaat,
dat straalde van heilige vreugde, te
Meako op de beulskarren werden weg
gevoerd, nadat men hun 't doodvonnis
voorgelezen en hun het linker oor afge
sneden had. Hoe spoedig hadden zij de
overwinning) behaald! Zijn zij niet te
benijden? Ik zou mij zelve bijna een
zelfde lot toewenschen; doch gisle'ren
hoorde ik, dat. naar een bode van Jyeyas
is komen mededeelen, de vervolgings-
dec.reten van Taiko-Sama thans inge
trokken zijn. En als dat zoo is hebben
wij weinig uitzicht op een zoo spoedige
overwinning."
„Nu, het kruis zal ons niet ontbreken,
zoodat het gezicht van den Kruisberg
ons steeds welkome vermaningen zal
kunnen schenken", zeide Justa. „En dan
4k vertrouw die eerste verklaringen
van Jyeyas maar half! Ik vrees, dat het
niets dan politiek is, en hel spijt mij zeer
jat mijn man zich zóózeer met hem
heeft ingelaten. Ik ken Jyeyas hij is
oen fanatiek aanhanger van de oude go
den. Ach, God, ik mag hern er geen ver
wijt van maken, want ook ik was nog
slechts enkele jaren geleden een even
nuhde heidin, totdat de genade mij het
L h ^es.&el°°fs schonk! En vandaar dat
JK het niet voor onmogelijk houd, dat
*aPan nog vele martelaren zal tellen."
gij denken, dat Jyeyas in staat
is, om ook mijn vader aan zijn wraak
op te offeren?" vroeg Lucia bezorgd.
„Zoolang zijn dochter zich in de macht
van den vorst van Schikoengo bevindt,
niet want deze zou den dood van
Tsoekami-Dono, zijn vriend, ongetwij
feld wrekenI Jyeyas weet dat wel. Van
mijn man zou hij zoo iets niet verwach
ten."
„Nu ja. Vorst Prolasius zou reeds al
leen daarom op de gevangene geen
wraak nemen, wijl hij Christen is."
IJet gesprek werd nu gestoord door
het gedruisch van kinderstemmen.
Frans en Matthias kwamen de rotslrap
opstormen. Mama, tante Lu, kent ge
die mooie geschiedenis van Yori-Tomo,
den held en van Orotschi, den draak?"
riep de kleine Matthias buiten adem.
„Orotschi,. den draak, was zoo groot als
de Ungen-berg, en uit zijn neus kwamen
rook en vuur evenpls uit den krater van
den Ungen, en zijn muil was zoo groot
ik weet niet hoe groot! Maar ge kunt
u wel verbeelden, dat zijn, tanden zoo
lang waren als hooge Sugi-dennen. De
dappere Yori-Tomo heeft dezen ver-
schrikkelijken draak gedood door hem
een gloeiende speer in zijn eene oog
hij had er maar één! te steken. En
nu gaan we „draakje" spelen, u moet
eens kijkenl Ik ben Yori-Tomo, Frans
en jij bent Orotschi, de draak!"
„Neen, ik moet Yori-Tomo zijn, want
ik hen de oudste!" riep Frans.
„Daarom moet jij de draak zijn,.want
de draad is veel grooter dan de held",
antwoordde de kleine Matthias. „Niet
waar, moeder, ik ben de held!"
„Zeker, jij bent de held", zei de moe
der lachend. „Maar broertje kan tocli
niet voor dien leelijken draak spelen,
the waarschijnlijk den duivel moet voor
stellen. „Kent ge de geschiedenis nog
van Adam en Eva en de slang?"
„Is die leelijke slang dezelfde als Orot
schi de draak?" vroeg de knaap met
groole oogen. „Dan wil ik er niets van
weten, en dan moet Frans niet voor
draak spelen. Laten we liever de goucl-
visschen voederen en naar de fazanten
gaan! Mama en tante Lu, gij gaat toch
mee?"
Zoo bracht men de eerste weken van
dit huwelijk door met yertrouwelijke
gesprekken en onschuldige kinderspe
len.
De liefde tusschen Lucia- en prins
Michael scheen voortdurend bestendiger
en oprechter te worden. De jonge vrouw
vergezelde haren man op de jacht, of
wel zij bezochten gezamenlijk de dor
pen en de gehuchten in den omtrek. Hoe
verheugd was Lucia, wanneer de chris
ten bewoners van het platteland kwa
men aansnellen, om haar en haar man
te begroeien met alle bewijzen van lief
de en eerbied! „Wij zullen deze brave
mensclien gelukkig maken, Michael",
zeide ze op warmen loon. „En in plaats
van het ellendige gebouwtje, waarin de
missionarissen nu nog als ware het ter
sluiks de heilige Geheimen vieren,,zul
len wij voor hen schoone kerken op
richten. Welk een geluk zal dat zijn. als
wij elkander liefhebben, en met elkan
der leven voor God en onze broeders!"
„Zeker. Gij een tweede Helena en ik
een andere Constantijn och, och, wat
kunt ge toch dwepen, lief Luusje, licht-
bloemetje, lichtvlammetje, die ge zijt!
.Want dat is de bctcekenis van het
vreemde woord, Lucia."
„Michael! Waarom leert ge dien spot-
tenden loon niet af! Hoe kunt gij een
eenvoudig meisje als ik vergelijken met
de groole, heilige .Helena?"
„Ha, ha, gij gelijkt toch meer op He
lena dan op Constantijn! Zet maar niet
zulke groote oogen op. Het is overigens
ook gemakkelijker een paar kerken te
bouwen, clan een groot rijk te besturen.
Doch ik zal mijn best doen voor Japans
grootheid!"
„En ik zal u helpen!" zeide Lucia vol
geestdrift. „Gij zult zien, dat uw vrouw
tje gevoel en liefde he'eft voor al wat
grootsch en goed is. Doch luister eensl
Eerst moet gij me helpen, om het wan
trouwen weg te nemen, dat bij uwen
vader bestaat tegen de Portugeesche
missionarissen. De Spaansche zijn mij
ook van harte welkom, en il^ draag hun
de beste gevoelens toe; maar de mede
broeders van den grooten Franciscus
Xaverius hebben ons toch het eerst de
boodschap des heils gebracht."
„En zij beletten ons nu, met de Span
jaarden voordeelige. verdragen te slui
ten, ja, zij willen den Spanjaarden den
handel met Japan, zelfs geheel beletten!
Van die dingen hebt gij geen verstand,
kind. Neen, vader heeft gelijk.-En, ik ge
loof zeker, dat Taiko-Sama ons Nagasa
ki zou hebben afgestaan, indien niet die
Portugeesche missionarissen er achter
hadden gezeten. Zij waren bang. dat wij
de havens zouden openstellen voor
Spaansche koopvaarders. Ik geloof, dat
vader het verstandig handelt, door de
zorg voor de gemeenten toe te vertrou
wen aan de Spaansche monniken."
„Dat toch overal twist en tweespalt
moeten heerschen!" zeide Lucia op kla-
genden toon. „Men heeft van onze goede
oude paters bij den Vorst zeker kwaad
gesproken! Help mij toch, om uw vader
te overtuigen en tusschen hem en hen
vrede te slichten."
„Het komt er niet op aan, of onze
priesters Spanjaarden of Portugeczein
zijn. Als er tusschen ons maar geen
twist of tweespalt komt, schatje! Laat al
het andere toch op zijn beloop, cn be
kommer u enkel en alleen om uw man.-
Vrouwen, die zich met politiek bemoeien
mag ik niet lijden. Daar nu weer tra
nen? Heb ik dat weer een weinigje te
ruw gezegd? Wat zijt ge toch een kikoe-
bloempje! Nu, dan, ik zal het goedma*
ken. Morgen rijden we beiden naar hel
lustslot van Simabara, naar uw vriend,
Leo llajuschida. Ha, ge kijkt al dadelijk
vroolijker! Ik wist wel", vervolgde hij
schertsend, „dat de vrome Samoerai u
nader aan het hart ligt dan uw godde-.
looze man!"
„Michael, hoe kunt ge zelfs uit louleü
scherts zoo iets afschuwelijks zeggen",
riep Lucia, „Ik gevoel mij nu bijna ver-i
plicht het kasteel te Simabara mijn gw
heele leven niet meer te betreden!''
„Nu, nu, mijn duifje, ge moet toch" eetf
weinig scherts kunnen verdragen! Gij
koestert voor llajuschida slechts gene-i
genheid als Christen en als redder vapl
mijn leven. Is het nu goed? Geef mij
uw hand! En het Moëder-Godsbeeld,
dat gij uit Meako hebt medegebracht,
moogt gij meenemen. Wij zullen en
daar een mooie plaats voor zoeken. Er*
Justa mag ons met de kinderen vergw
zeilen"
(Wordt vervolgd.)