BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. go JAARGANG 156.fi BUREAU: STEENSCHUUR 15, Iriterc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGES ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, voor Leiden II cent per week f 1.45 per kwartaal bij onzo agenten 12 cent per week, f 1.60 per kwartaaL Franco per post f 1.80 per kwartaaL Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is alleen verkrijgbaar tegen betaling van 15 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 8 cent B No. £379 LEIDEN. He DONDERDAG 2 AUGUSTUS 1917. De ADVEBTEHTIEPBUS bedraagt van 1-5 regels 0J5, elke regel meer 15 cent. Ingezonden mededeefingen van 1-5 regels f 1.50, elics regel meer 30 cent, met gratie bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. KLEINE ADVERTENTIËN, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd huur en verhuur, koop en verkoop 40 centen per 30 woorden, leder woord meer 1 cent. Fransch-Britscli offensief in Vlaanderen. De strijd aan de Sbrucz. Noorsche stoomer verloren gegaan. iibot'e antwoord aan Michaëlis. -- Ver langen naar een Tsaar. Overzicht 'Als eerste resultaten in Vlaanderen meldt het Britsclie bericht, aanvallen der Engelschen en Franschen tusschen Labasseville en Steenstraete. Het bericht reeft aan dat een rij van dorpjes van iet N. naar het Z.: Bixschoote, Steen straete, Hooge, Westhoek, Hellebeke, Labasseville en nog eenige gehuchten in de handen der aanvallers vielen. In het algemeen werd het Britsche front over een breedte van pl.m. 25 K.M. vooruitgebracht; in 't N., bij Steenstrae te. waar ook de Franschen vochten, be droeg de diepte der vooruitgang pl.m. !,2 K.M., in het midden ongeveer 1600 A., en in het Z. nagenoeg eenzelfden af stand. De Duilschers verloren 3500 ge vangenen, „doch een nauwekeurig ichatting' dier gevangenen alsmede van Ie verdere veroveringen is nog niet mo- jelijk." hiermede is de Duitsche lezing in [lagranten strijd. Immers zoo mefdt Berlijnde Engelschen overrompelden in eènige sectoren de in trechters lig gende linies en wonnen op enkele plaat sen tijdelijk aanmerkelijk terrein, doch in onstuimige tegenaanvallen wierpen de Duitsche reserves zich op de Engel schen en drongen hen weder uit de Duitsche gevechtszone tmie^ t.Aü&w ten IN. en N.0. van peren moot el {rechterveld door Engelschen en Franschen dieper bezet, en daar ging Bixschoote voor de Duitschers verloren. liet verlies van Bixschoote is dus het ;enige wat als winst voor de gal- lieerclen in dit bericht wordt toegegeven. Haig legt bij wijze van verontschuldi- ring, nadruk op het slechte weer dat de operaties niet ten goede komt. Dit bericht doet vermoeden dat het met de vorderingen der Britten voor loopig gedaan zal zijn. Aan den Cliemin des Dames hebben de Duilschers ten Z. van La Bovelle. een flink succes bevochten, waarbij* 1500 Fransehen in hun handen vielen. Ook op den linker Maasoever maak ten zij 500 gevangenen in een aanval, waarbij zij de onlangs verloren stellin gen langs den straatweg Esnes—Malan- court op de Franschen heroverden. Volgens de Fransche voorstelling ver overden zij slechts eenige vooruitge schoven stukken der Fransche linie. In het Oosten hebben de Russen zich blijkbaar wat hersteld, 't Gevolg is, dat er niet veel teekening meer in de voor- uilgang der Centralen komt. 't Stokt aan de Sbrucz, waar volgens het Duitsche bericht de Russen, ter plaatse, waar déze rvier in den Dnjestr valt, werden terug gedrongen in de richting van Chotin. Ten Z. van den Dnjestr vorderen de Centrale troepen langzaam naar het O., waarbij zij door Russische stellingen tusschen Gzernowitz en Horodenka moesten breken. Op de hellingen van de Karpathen vechten de troepen van aartshertog Jo seph zich eveneens geleidelijk vooruit. De sprongen van zooveel en zooveel K.M. worden échter niet meer gemaakt. Wel de moeite waard, om er even aan te herinneren, zijn twee politieke tegen spraken der laatste dagen. In Duitsch- land ontkent men een bericht van de „Tirnes", als zou den 5en Juli 1914 te Potsdam een kroonraad gehouden zijn, onder leiding van den Keizer, waarin het plan tot ontketening, van den we reldoorlog werd ontworpen. Zulk een tegenspraak kon niet uitblij ven, wanneer men meende, de „onthul lingen" te kunnen te niet doen. Wat na tuurlijk niet de Duitsche „onthullingen" denke men aan die van dr. Michaëlis uitsluit! De tweede tegenspraak is die van Ri- bot. Hij ontkent Michaëlis' bewering, dat Poincaré de overeenkomst betreffen de Elzas-Lotharingen en de gebieden van den linker Rijnoever zou hebben aangegaan zonder medeweten van Briand. Hij ontkent niet, dat Frankrijk voor nemens is om .niet alleen Elzas-Lotha ringen weer onder zijn vlag te brengen, doch levens om Duitsche gebieden op den linker Rijnoever le maken tot een autonomën bufferstaat, ter waarborging der. Fransche en Belgische grens. Het oude tsaristische Rusland verbond zich om Frankrijk in deze aanspraken en voornemens le steunen. 't Is te voorzien dat deze tegenspraak in Rusland geen gunstige uilwerking zal hebben. Ü|J Ct3t?fc Noorsche stoomer verleren gegaan. De kapitein van de Noorsche stoomer „Kristianiafjord" die ecnigen tijd gele den bij Kaap Roce aan den grond kwam seinde naar Christiania, dat de boot ten gevolge van den sterken Z.VV, wind en de hooge zee als verloren beschouwd moet worden. Het schip is voor tien mil- lioen kronen verzekerd. Quitschland. Zonderlinge vervalsching. De „Frankfurter Zeitung" bevat de mededeeling, dat in Zwitserland een vervalscht nummer van liet blad is ver- Spreid, bevattend een vervalschte ver klaring van redactie en uitgever en met een artikel van Fernau, dat nooit in de „Frankfurter" verschenen is. Frankrijk. Ribot's antwlord aan Michaëlis. In de Kamer antwoordde Ribot den Duitsclien kanselier, die zich veroorloofd had om in het openbaar de Fransche regeering te vragen of zij in cle geheime zitting van i Juni niet de Kamer in ken nis had gesteld van een geheim verdrag, gesloten aan den vooravond \an de Rus sische omwenteling, waarbij de Tsaar zich verbond om de Fransche aanspra ken op Duitsche gebieden aan den lin ker Rijnoever te steunen. Ribot verklaarde: Er zijn groote on juistheden en werkelijke leugens in de lezing van den kanselier, vooral wat be treft de rol, welke hij aan Poincaré toe schrijft, als zou deze order-gegeven heb ben het verdrag te onderteekenen zon der medeweten van Briand. Doumer- gues, na een onderhoud met den Tsaar, verkreeg van Briand machtiging om no ta te nemen van de belofte van den Tsaar onze aanspraken op Elzas-Lotha ringen te steunen, dat ons door geweld werd ontrukt, en on^ vrij te laten in het zoeken van waarborgen legen een nieu wen aanval, niet door Fransche annexa tie van het gebied van den linker Rijn oever, maar door van deze gebieden een autonomen staat le maken, die ons, evenals België, zou beschermen tegen een overval van de andere zijde van den Rijn. Wij willen géén gewelddadige annexa- lie doch slechts teruggave van hetgeen ons behoort. Wat wil de kanselier? Hij tracht zijn moelijkheden te verbergen welke hij ondervindt om de Duitsche oorlogsdoel einden vast te stellen en de voorwaar den waarop Duitschland vrede zou ma ken. Hij poogt vooral de aandacht af te leiden van de verschrikkelijke verant woordelijkheid, die drukt op het gewe ten van den Keizer en van zijn raad gevers. Engeland. Het kolfieprocSa. In hel prijsgerechl le Londen heeft de rechter voorloopig vonnis gewezen in het eerste van de gevallen, waarin de Kroon-verbeurdverklaring van groote ladingen koffie had geëischt, die van Brazilië naar Scandinavië waren ver- Thrïnks en Co. te Santos en Hamburg hadden ze voornamelijk verscheept. Óogenschijrilijk waren ze aan onzijdi ge firma's in Scandinavië en Nederland geconsigneerd, welke meerendeels een- voudig agenten voor Thrinlcs waren. De rechter verklaarde 13,450 zakken -en 25 vaten Paraguay-thee verbeurd. 1500 zak ken, die aan de N. O. T. waren gecon signeerd, werden vrijgelaten. De behan deling van de zaak nopens de 4200 an dere zakken werd uitgesteld. Rusland. Verlangen naar een.... Tsaar. Kopenhaagsche bladen bevatten een interview van den Petersburgschen cor respondent der „Daily News" met een lid der familie-Lwof. Uit dit gesprek blijkt, dat de ster van Kerenski bij de boerenbevolking sterk dalende zou zijn en dat het verlangen naar een Tsaar steeds meer veld wint. De boeren zou den de dagen, loen nog een Tsaar re- yeerde, veel beter hebben gevonden dan deze. Vast staat ook. dat de Russische soldaten veel dapperder streden, toen zij nog een Tsaar hadden om voor te vech ten, dan thans voor een Republiek. Hei oproer te Petersburg. Naar uit Stockholm aan de „Köln. Ztg.n wordt geseind, bedragen de ver liezen aan menschenlevens ten gevolge van het oproer van 17 Juli te Petersburg eenige duizenden. Officieel wordt er kend, dat het 180e regiment infanterie, dat met machinegeweren werd aange vallen, op de Anitschkoff-brug ongeveer honderd manschappen verloor, terwijl de kozakken, behalve officieren en man schappen, nog een aanzienlijk aantal paarden hebben ingeboet. Vereenigde Staten. Een vredesapostel gelynchd. Een troep gemaskerde mannen lynch te een pacilistischen agitator, lid van het Uitvoerend Comité van de „Industrial Workers of the World". Van het Vaticaan. De Gobelin-school. De Romeinsche correspondent van de „Croix" meldt: De door Benediclus XV op het Vati caan weer in het leven geroepen Pause lijke Gobelin-school is hu in volle ont wikkeling. De II. Vader gaf aan Genlili order een groot historisch wandtapijt, voorstellen de de afkondiging van den nieuwen rechtscodex en de beeltenissen der me dewerkers in bewerking te nemen. Al dus blijft het Vaticaan zijn eeuwenoude traditie getrouw, als de beschermer van kunsten en weienschappen. Vredespogingen. Oostenrijk als bemiddelaar. De Berlijnsche correspondent van het „Fredenblatt" (Weenen) verneemt uit toonaangevende bron. naar aanleiding van een polemiek in de „Deutsche Ta- geszeitung",, welke de inleiding van vredesbesprekingen .tusschen Duitsch land en Engeland door bemiddeling van Oosterijk-11ongarije botweg afwijst, dat van Oo s lenrijïc-Ifon gari je n iel slechts te vreden, doch er ook verheugd over zou zijn. Nederland en de Oorlog. Het Britsche m ij n v e 1 d. OfficieelAangezien van de zijde van de Britsche regeering bericht is ont vangen, dat het leggen van mijnen in het onlangs aangekondigde nieuwe Brit sche mijnveld niet kan worden opge schort en de juiste afbakening van de opengebleven nauwe passage moet wachten tol nauwkeurige astronomische plaatsbepaling mogelijk is, moet de doorvaart om de Noord voorloopig als uiterst gevaarlijk worden beschouwd. Een betuiging van leed- we z e n. (Officieel.) Het Ministerie van Buiten- landsche Zaken deelt mede: Den 3en Mei j.l. werd de Nederland- sche stoomtrawler „Koningin Emma" Sch. 417, aangehouden, door den onder Duitsche prijsbemanning. naar Emden varenden Nederlandschen stoomtrawler ..Emma'' IJM. 177. Van de .„Emma" ging een Duilsch matroos als prijsbemanning op de „Koningin Emma" over, ten einde het schip naar een Duitsche haven op te brengen. Tengevolge van verkeerde navigatie kwam de „Koningin Emma" echter binnen Nederlandsch gebied en geraakte nabij Terschelling aan den grond. Door de binnenkomst binnen het Ne- derlandsche rechtsgebied werd deze Ne- derlandsche stoomtrawler vrij, terwijl de als prijsbemanning fungeerendc ma troos werd geïnterneerd. De Regeering heeft bovendien bij de Duitsche Regee ring geprotesteerd tegen de onrechtma tige wijze waarop hier het prijsrechf was uitgeoefend, aangezien het recht van aanhouding en opbrenging uitslui tend aan oorlogsvaartuigen en niet aan een schip onder prijsbemanning toe komt. In antwoord hierop heeft de Duilschd Regeering erkend dat de opbrenging der „Koningin Emma" onrechtmatig was geschied. Zij heeft over deze fout van hare zeestrijdkrachten haar oprecht leedwezen betuigd en zich bereid ver klaard de tèn gevolge der aanhouding en de stranding der „Koningin Emma** geleden schade te vergoeden. De Duit sche Regeering heeft daarbij de verzeke ring gegeven, dat alle noodigc maalre-i gelen zijn genomen teneinde een herha-i ling van zoodanig voorval te voorkomen,- II o u t a a n v o e r. Voor de eerste maal in dit jaar is uit' Noorwegen een lading juffers en spar ren per zeilschip in Amsterdam aange komen. Ze werd aangebracht door het Nederlandsch kofschip „Energie", kapi tein llouwerzyl, uit Delfzijl. F a b r i k stopgeze t. Te Hilversum werd de tapijtfabrielc van de .firma G. de Wit Go., wegens gebrek aan steenkolen, stopgezet. Pogin- succes. Een kleine 100 man staat op, straat. De Koning,in MoeJer. De Koningin-Moeder viert lieden haar negen-en-vijftig'Ston verjaardag. Dat/ ChxII haar en geheel het Koninklijk gezin tot heil van Holland behoede en veilig Kamerzetel Enkhuizen. Voor de vacature Ooyterbaan komt naast den o u d-go u v ern e u r-gene ra al Idenburg, ook ernstig in aanmerking de lieer C., Smeenk, redacteur van Patrimonium. Do heer Smeenk Is in het <l'i-friet een goede bekende als redacteur van het a.r. orgaan voor Hollands Noorderkwartier „De Wij0 West fries", Nood-Boschwet. Het laat zich naraien dat over het nood* onbwerp-Bosehwat door de Eerste Kame- een uitgebreid' afdeelingsversilog zal w-or- dep uitgebracht. Daarom is liet zeer onzeker of de Eensto Kamer het zal willen afdoen <tc«c week, en wordt het waarschijnlijk geacht diat do Kamer in den loop dezer maand nog eens ir. openbare vergadering bijeen zal komen ter behandeling .van dit wetsontwerp. Vrije uitoefening van de geneeskunst. Bij Kon. bcsl'uit is: 1c. ingesteld een commissie, aan welke FEUILLETON. Christen-helden in Japan. 16) Deze „Kruisberg" had Lucia goed ont houden. „Welk een geluk voor die man nen!"'zeide ze tot de Vorstin. „Ik heb hen gezien, terwijl zij met een gelaat, dat straalde van heilige vreugde, te Meako op de beulskarren werden weg gevoerd, nadat men hun 't doodvonnis voorgelezen en hun het linker oor afge sneden had. Hoe spoedig hadden zij de overwinning) behaald! Zijn zij niet te benijden? Ik zou mij zelve bijna een zelfde lot toewenschen; doch gisle'ren hoorde ik, dat. naar een bode van Jyeyas is komen mededeelen, de vervolgings- dec.reten van Taiko-Sama thans inge trokken zijn. En als dat zoo is hebben wij weinig uitzicht op een zoo spoedige overwinning." „Nu, het kruis zal ons niet ontbreken, zoodat het gezicht van den Kruisberg ons steeds welkome vermaningen zal kunnen schenken", zeide Justa. „En dan 4k vertrouw die eerste verklaringen van Jyeyas maar half! Ik vrees, dat het niets dan politiek is, en hel spijt mij zeer jat mijn man zich zóózeer met hem heeft ingelaten. Ik ken Jyeyas hij is oen fanatiek aanhanger van de oude go den. Ach, God, ik mag hern er geen ver wijt van maken, want ook ik was nog slechts enkele jaren geleden een even nuhde heidin, totdat de genade mij het L h ^es.&el°°fs schonk! En vandaar dat JK het niet voor onmogelijk houd, dat *aPan nog vele martelaren zal tellen." gij denken, dat Jyeyas in staat is, om ook mijn vader aan zijn wraak op te offeren?" vroeg Lucia bezorgd. „Zoolang zijn dochter zich in de macht van den vorst van Schikoengo bevindt, niet want deze zou den dood van Tsoekami-Dono, zijn vriend, ongetwij feld wrekenI Jyeyas weet dat wel. Van mijn man zou hij zoo iets niet verwach ten." „Nu ja. Vorst Prolasius zou reeds al leen daarom op de gevangene geen wraak nemen, wijl hij Christen is." IJet gesprek werd nu gestoord door het gedruisch van kinderstemmen. Frans en Matthias kwamen de rotslrap opstormen. Mama, tante Lu, kent ge die mooie geschiedenis van Yori-Tomo, den held en van Orotschi, den draak?" riep de kleine Matthias buiten adem. „Orotschi,. den draak, was zoo groot als de Ungen-berg, en uit zijn neus kwamen rook en vuur evenpls uit den krater van den Ungen, en zijn muil was zoo groot ik weet niet hoe groot! Maar ge kunt u wel verbeelden, dat zijn, tanden zoo lang waren als hooge Sugi-dennen. De dappere Yori-Tomo heeft dezen ver- schrikkelijken draak gedood door hem een gloeiende speer in zijn eene oog hij had er maar één! te steken. En nu gaan we „draakje" spelen, u moet eens kijkenl Ik ben Yori-Tomo, Frans en jij bent Orotschi, de draak!" „Neen, ik moet Yori-Tomo zijn, want ik hen de oudste!" riep Frans. „Daarom moet jij de draak zijn,.want de draad is veel grooter dan de held", antwoordde de kleine Matthias. „Niet waar, moeder, ik ben de held!" „Zeker, jij bent de held", zei de moe der lachend. „Maar broertje kan tocli niet voor dien leelijken draak spelen, the waarschijnlijk den duivel moet voor stellen. „Kent ge de geschiedenis nog van Adam en Eva en de slang?" „Is die leelijke slang dezelfde als Orot schi de draak?" vroeg de knaap met groole oogen. „Dan wil ik er niets van weten, en dan moet Frans niet voor draak spelen. Laten we liever de goucl- visschen voederen en naar de fazanten gaan! Mama en tante Lu, gij gaat toch mee?" Zoo bracht men de eerste weken van dit huwelijk door met yertrouwelijke gesprekken en onschuldige kinderspe len. De liefde tusschen Lucia- en prins Michael scheen voortdurend bestendiger en oprechter te worden. De jonge vrouw vergezelde haren man op de jacht, of wel zij bezochten gezamenlijk de dor pen en de gehuchten in den omtrek. Hoe verheugd was Lucia, wanneer de chris ten bewoners van het platteland kwa men aansnellen, om haar en haar man te begroeien met alle bewijzen van lief de en eerbied! „Wij zullen deze brave mensclien gelukkig maken, Michael", zeide ze op warmen loon. „En in plaats van het ellendige gebouwtje, waarin de missionarissen nu nog als ware het ter sluiks de heilige Geheimen vieren,,zul len wij voor hen schoone kerken op richten. Welk een geluk zal dat zijn. als wij elkander liefhebben, en met elkan der leven voor God en onze broeders!" „Zeker. Gij een tweede Helena en ik een andere Constantijn och, och, wat kunt ge toch dwepen, lief Luusje, licht- bloemetje, lichtvlammetje, die ge zijt! .Want dat is de bctcekenis van het vreemde woord, Lucia." „Michael! Waarom leert ge dien spot- tenden loon niet af! Hoe kunt gij een eenvoudig meisje als ik vergelijken met de groole, heilige .Helena?" „Ha, ha, gij gelijkt toch meer op He lena dan op Constantijn! Zet maar niet zulke groote oogen op. Het is overigens ook gemakkelijker een paar kerken te bouwen, clan een groot rijk te besturen. Doch ik zal mijn best doen voor Japans grootheid!" „En ik zal u helpen!" zeide Lucia vol geestdrift. „Gij zult zien, dat uw vrouw tje gevoel en liefde he'eft voor al wat grootsch en goed is. Doch luister eensl Eerst moet gij me helpen, om het wan trouwen weg te nemen, dat bij uwen vader bestaat tegen de Portugeesche missionarissen. De Spaansche zijn mij ook van harte welkom, en il^ draag hun de beste gevoelens toe; maar de mede broeders van den grooten Franciscus Xaverius hebben ons toch het eerst de boodschap des heils gebracht." „En zij beletten ons nu, met de Span jaarden voordeelige. verdragen te slui ten, ja, zij willen den Spanjaarden den handel met Japan, zelfs geheel beletten! Van die dingen hebt gij geen verstand, kind. Neen, vader heeft gelijk.-En, ik ge loof zeker, dat Taiko-Sama ons Nagasa ki zou hebben afgestaan, indien niet die Portugeesche missionarissen er achter hadden gezeten. Zij waren bang. dat wij de havens zouden openstellen voor Spaansche koopvaarders. Ik geloof, dat vader het verstandig handelt, door de zorg voor de gemeenten toe te vertrou wen aan de Spaansche monniken." „Dat toch overal twist en tweespalt moeten heerschen!" zeide Lucia op kla- genden toon. „Men heeft van onze goede oude paters bij den Vorst zeker kwaad gesproken! Help mij toch, om uw vader te overtuigen en tusschen hem en hen vrede te slichten." „Het komt er niet op aan, of onze priesters Spanjaarden of Portugeczein zijn. Als er tusschen ons maar geen twist of tweespalt komt, schatje! Laat al het andere toch op zijn beloop, cn be kommer u enkel en alleen om uw man.- Vrouwen, die zich met politiek bemoeien mag ik niet lijden. Daar nu weer tra nen? Heb ik dat weer een weinigje te ruw gezegd? Wat zijt ge toch een kikoe- bloempje! Nu, dan, ik zal het goedma* ken. Morgen rijden we beiden naar hel lustslot van Simabara, naar uw vriend, Leo llajuschida. Ha, ge kijkt al dadelijk vroolijker! Ik wist wel", vervolgde hij schertsend, „dat de vrome Samoerai u nader aan het hart ligt dan uw godde-. looze man!" „Michael, hoe kunt ge zelfs uit louleü scherts zoo iets afschuwelijks zeggen", riep Lucia, „Ik gevoel mij nu bijna ver-i plicht het kasteel te Simabara mijn gw heele leven niet meer te betreden!'' „Nu, nu, mijn duifje, ge moet toch" eetf weinig scherts kunnen verdragen! Gij koestert voor llajuschida slechts gene-i genheid als Christen en als redder vapl mijn leven. Is het nu goed? Geef mij uw hand! En het Moëder-Godsbeeld, dat gij uit Meako hebt medegebracht, moogt gij meenemen. Wij zullen en daar een mooie plaats voor zoeken. Er* Justa mag ons met de kinderen vergw zeilen" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 1