19
BUITENLAND.
De Oorlog.
BINNENLAND.
8e JAARGANG
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. - Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, voor Leiden II cent per week
f 1.45 per kwartaal bij onze agenten 12 cent per week, f 1.60 per kwartaal Franco per post
f 1.80 per kwartaaL
Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD i6 alleen verkrijgbaar tegen betaling van 15 cent per
kwartaal, bij vooruitbetaling.
Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 8 cent
DONDERDAG
JULI
I9I7.
De ADVERTEMT1EPRI1S bedraagt van t-5 regals f 0.Z5, elke regel maer 15 cent
Ingezonden mededcelingen van 1-5 regels 11.50, elke regel meer 30 cent met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote lettors naar plaatsruimte,
KLEINE ADVERTENTIËN, waarin betrekkingen worden aangeboden of gevraagd
huur en verhuur, koop en verkoop 40 centen per 30 woorden, leder woord
meer 1 cent.
No. 2307
Plaatselijke bewegingen op de
fronten.
Onderdrukking der onlusten in Rusland.
Overzicht.
Omtrent den toestand in het Westen,
'deelen de Franschen mede, dat de Duit-
schers op zekere punten wederom voet
kregen in stukken loopgraaf van het
Fransche oorlogsgebied bij den Mónt
,Télon, welke loopgraven verleden Zater
dag door de Franschen waren veroverd.
Verder schijnt de Fransche aanval op
'den linker Maasoever wel gelukt te zijn.
Het bericht uit Parijs spreekt van een
vordering langs den straatweg Esnes—
Malancourt van 2500 M. breed en 1000
M. diep. Volgens de Duitsche lezing ge
schiedde de aanval op een frontbreedte
van 5 K.M., te weten van Avocourt tot
den Mort Homme, en drongen de Fran
schen alleen bij den genoemden straat
weg in de Duitsche loopgraven.
Dat overigens de Duitschers niet stil
zitten om bet verlorene weder terug te
krijgen, blijkt uit het jongste Fransche
bericht, dat melding maakt van krachti
ge, doch vergeefsche aanvallen in dit
gebied. Er wordt in deze streek met
buitengewone verbittering gevochten;
nochtans met afwisselend resultaat.
Do Engelschen maken melding van
eenige vooruitgang bij Monchy le Preux.
Verder blijft het daar nog bij plaatse
lijke bewegingen van ondergeschikt
belang.
Vanuit het Oostelijk gebieden dan
meer speciaal uit Galicië, geen belang
rijk nieuws. De legerberichten der Mid-
detvsfaten maken melding van geslaagde
gevechten der Duitschers en Oostenrij
kers bij Novica, ten Z. van Kalucz. Zij
namen daar den Russen een hoogte af.
Volgens het draadloos bericht uit Lon
den, slaagden de Russen er echter we
der in deze hoogte terug te nemen.
Tot nieuwen strijd van beteekenis is
het nog niet gekomen. Wellicht dat dit
eerstdaags bij Brzetsany te wachten is.
Afgaande op de vage gegevens van het
genoemde bericht, schijnen de troepen
der Middenslaten daar iets van plan te
zijn. Hun arlillerievuur in de omgeving
van Polutory, dat eenig kilometers ten
Z. van Brzetsany ligt, woedde er hevig.
Is hier een tegen-beweging te ver
wachten?
Blijkens de berichten, is het de laatste
'dagen weer eens warm in de straten van
Petrograd toegegaan. Verscheidene regi
menten mitrailleurs hebben tegen de
voorloopige regeering een actie op touw
gezet, welke zij met mitrailleurvuur
hebben gesteund. De oorzaak zou schui
len in hel feit, dat de kadetten ontevre
den zijn over de bewoordingen, waar
mede de regeering de betrekkelijke on
afhankelijkheid der Oekraïne heeft vast
gesteld.
Het is echter moeilijk aan te nemen,
dat dit. inderdaad het geval zou wezen;
FEUILLETON.
Christen-helden in Japan.
37)
Lucia had zooeven uit den mond van
den vorst van Tschikoongo vernomen,
'dat haar vader gevangengenomen was.
Zij trad dan ook op de dochter \an Jye
yas toe, met tranen in de oogen. Toch
trachtte zij haar smart dapper te beheer-
sclien, en het kind van den vijand lief
derijk (e begroeten. Maar bij het zien
van de koele en trolsche figuur, die haar
met onverholen haat aankeek, kromp
haar hart ineen, en slechts met moeite
stamelden haar bleeke lippen den meest
alledaagschen groet.
„Hm, dat is dus de bruid, of lie'ver de
•vrouw van den prins van Arima", zeide
•Ilirne. „Heel lief, heel mooi. En zij doet,
élsof zij werkelijk in slaat ware mij lief
fte hebben, ofschoon iedereen weet dat
onze vaders elkanders doodsvijanden
zijn, en wij elkaar dus moeten haten."
I „Ondanks de veete tusschen onze va
ders hoop ik uw genegenheid te win
nen, edele Prinses", antwoordde Lucia,
zichzelve geweld aandoende. „De Hemel
heeft ons elkander nu eenmaal doen
ontmoeten. Ik hoor, dat wij nog dit uur
de reis moeten aanvaarden naar het
•verre Schimo. Men heeft u geen tijd ge
laten, om u-op zulk een reis voor te be
reiden. Kom met mij mee, en kies uit
mijn kleederen en sieraden wat u be
falt. Gij zijt wel grooter en forscher dan
ht, doch er zal onder mijn kleeren toch
wel iets te vinden zijn."
»öij beschouwt mij als de tweede
wouw, en kan zich in haar positie blijk-
veeleer lijkt het waarschijnlijk, zooals
trouwens ook uit de proclamatie van het
uitvoerend comité van den Raad van
Arbeiders- en Soldaten-afgevaardigden
blijkt, dat het hier een anti-militaristi
sche beweging gold van de overgeble
ven fragmenten der regimenten, welke
na de revolutie wegens hun vredelie
vende neigingen aan het front zijn ont
trokken en ontbonden zijn. De voorloo
pige regeering ziet wel degelijk een ge
vaar in het optreden dier losloopende
eenheden en heeft alle betoogingen ten
strengste verboden.
Een Reuter-telegram uit Saloniki
meldt de aankomst van Japansche ka-
nonneerbooten in de Middellandsche
Zee. Het treft, dat het bericht over deze
hulp zoo spoedig wordt gevolgd door
het bericht van de „Djen", omtrent Mo-
tono's verklaring in het Japansche par
lement, dat de Entenle-mogendheden
zich ter bewaring van den vrede in het
Verre Oosten niet legen de noodzakelij
ke maatregelen van Japan in China zul
len verzetten.
Omtrent de Japansche belangen ter
vredesconferentie hoorde men tot nu toe
weinig rechtstreeks bij de uitlatingen
omtrent de verschillende oorlogsdoel
einden, maar deze nieuwe verklaring
van Monotono wijst opnieuw erop, dat
als Japan deze doet gelden, de Entente-
mogendheden ze zullen steunen.
in de Lucht.
Vergiftige bommen?
Naar aanleiding van beweringen vol
gens welke door een wetenschappelijk
onderzoek zou zijn vastgesteld, dat de
Duilsche vliegers hij hun aanval op
Londen van 13 Juni vergiftige bommen
hadden gebruikt, waardoor bij verschil
lende menschen, die het uit de bommen
afkomstige poeder hadden aangeraakt,
een huidziekte optrad, merkt Wolff op,
dat. ieder vakman weet, dat de vulling
van elke bom en projectiel chemische
beslanddeelen bevat, die, wanneer zij
niet volkomen verbranden, bij aanra
king de huid aantasten. Volgens Wolff
zal dan ook geen vakman en in 't alge
meen geen verstandig mensch de vul
ling aanraken van bommen, die niet tot
ontploffing zijn gekomen, zonder bij
zondere voorzorgsmaatregelen te ne
men.
De Engelsche vergiftigingsbeschuldi
ging wenscht Wolff niet de eer aan te
doen van een weerlegging.
Buitschland.
Essen geïsoleerd?
Het schijnt in de omgeving van Es
sen niet erg pluis te zijn. Van Duitsche
zijde wordt vernomen, dat het reizigers
verkeer tusschen Wesel en Essen voor
4 dagen is slopgezet.
De" ontploffing van Zaterdagnacht,
door cje grensbewoners gehoord, moet
toegeschreven worden aan liet in de
lucht vliegen van een munitiedepot te
Wesel.
De Bondsraad en Von Betiimann-Hollvjeg.
De Bondsraad heeft een deputatie ge
zonden naar den afgetreden rijkskanse
lier v. Bethmann Hollweg. De Beiersche
gezant graaf Lerchenfeld hield een toe
spraak, waarin hij de groote verdiensten
baar vrij goed schikken", dacht Ilime.
„Nu, ik zal er eens over nadenken. Als
ik het wil, schenkt de Prins mij met
geestdrift zijn hand. Misschien dat ik
haar aanneem. Met dit kind zal ik het
wel gauw klaar spelen." Vervolgens ant
woordde de trotsche Japansche, met
verachting den heus optrekkend. „Hoe
verlaagt die vreemde godsdienst de
mensc.hen toch? Gij spreekt als een
dienstbode en niet als de dochter van
een Daimio. Houd uw kleeren! Ik kleed
mij liever als een bedelares in oude
vodden, dan in de zijden gewaden mij
ner vijandin."
Niettegenstaande deze bc.eedigende
woorden zag Lucia met haar zachte
oogen Hime smeekend aan, en zeide: „Ik
hoop u ervan te overtuigen, dat ik niet
uw vijandin ben. Dit oogenblik is daar
toe echter niet geschikt. Hoor! Mijn
schoonvader spoort aan tot spoed. Wilt
gij mij naar de jonk volgen?"
Doch reeds stormde prins Michaël de
zaal binnen, en bood, zijn jonge vrouw
geheel voorbijziend, Hime zijn geleide
aan. „Prins!" riep Lucia verbleekend.
„O! Gij daar! Volg ons maar met uw
voedster! Ik zal onze gevangene, onze
gast wil ik zeggen, wel vergezellen."
En vóór Lucia wist, wat er gebeurde,
leidde haar man Hime snel de trap af.
Haar hart kromp ineen, toen zij den
blik vol hoon opving, dien haar de doch
ter van Jyeyas, terwijl zij voorbijging,
van ter zijde toewierp. „O slaat het
zóó tusschen ons!" zuchtte zij met een
gevoel van bittere smart. „Zij verstrikt
hem in hare netten! En hij laat zich
gaarne verstrikken. Neen, neen, ik kan
liet bijna niet geloovent"
van den rijkskanselier jegens het rijk in
herinnering bracht en dezen den dank
van den Bondsraad betuigde.
Bethmann Hollweg dankte in harte
lijke bewoordingen voor het hem door
den Bondsraad geschonken vertrouwen.
Oostenrijk-Hongarije.
Toespraak van keizer Karei,
De adrescommissie uit.het Ileerenhuis
bood den Keizer het adres van antwoord
op de troonrede aan. In antwoord op de
toespraak van den voorzitter der com
missie, vorst Furstenberg, zeide de Kei
zer, dat hij het adres beschouwde als
een bewijs dat zijn opvatting van de
laak des heerschers door het Heeren
huis wordt gedeeld, en tevens als een
bewijs van de gevoelens van aanhanke
lijkheid aan het Keizerlijk Huis en zijn
eigen persoon, van de toewijding aan
de belangen van het eerwaardige Oos-
lenrijksche staatsbestel.
De Keizer uitte het vertrouwen dat
het Heerenhuis in krachtige samenwer
king met de andere factoren der wetge
vende macht zijn hoog inzicht en zijn
krachten in dienst van het vaderland
zal blijven stellen. Hij vertrouwt op de
vruchtbare medewerking van het Ilee
renhuis bij de groote taak om uit de
verwarring van den oorlcg de funda
menten voor een zegenrijke vredesont-
wikkeling van de dan verzoende cul
tuurvolken op te bouwen.
De toespraak van den Keizer werd
met geestdriftige leekenen van instem
ming begroet.
Na afloop hiervan werden enkele le
den der commissie in particuliere
audiëntie door den Keizer ontvangen.
Frankrijk.
Aangeklaagd wegens diefstal
De „Matin" deelt het volgende mede:
Op klacht van den heer-Dubois, refe
rendaris aan de Fransche Rekenkamer,
wiens kasteel nabij Compiègne door
prins Eilel-Friedrich en zijn generalen
staf geplunderd werd, is een instructie
geopend door den rechter-commissaris
van Compiègne tegen den zoon van
Wilhelm 11 en allen, die met hem wa
ren.
De rechter-commissaris van Compièg
ne heeft, bij rogatoire commissie, den
deken der rechter-commissarissen van
Parijs, Cuill, opgedragen den heer Du
bois te hooren.
De rogatoire commissie is Vrijdag bij
het parket van de Seine ingekomen.
Rusland.
Het onderdrukken der onlusten.
Dinsdag kwam de Arbeidersraad te 3
uur in den morgen bijeen met het uit
voerend comité van den boerenraad. De
bijéénkomst duurde 6 uur; een motie
werd aangenomen met 19 stemmen te
gen en dé onthouding der maximalis
ten, die de zaal verlieten voor de stem
ming. D«p motie werd in den morgen
aangeplakt en is vervat in krachtige be
woordingen.
Zij herinnert aan het aftreden der
kadellenministers en de gemeenschap
pelijke beraadslagingen van beide comi-
të's om te komen tot een oplossing der
crisis.
Maar Lucia had thans geen tijd, om
zicli over te geven aan haar smart. Hede
kwam en drong aan tot spoed. „De Vor
sten zijn reeds in de schepen!" riep zij.
De beide, vrouwen snelden dan ook
haastig de trappen af. In den tuin sloot
zich Leo I-lajuschida bij haar aan, die
zoo even aan Dajemon de laatste beve
len had gegeven. Gaarne ware hij bij
Ukon-Dono gebleven, maar de vorst van
Arima wilde, dat alle mannen, die zich
in den burcht bevonden, hem naar zijn
land zouden volgen. Op weg naar de
schepen verhaalde hij in korte woorden
de gebeurtenissen van den nacht, en
troostte Lucia over het lot van haren
vader. „Alles kan nog goed afloopen",
zeide hij ten slotte. „De allerheiligste
Maagd staat ons bij door haar voor
bede."
Bij die woorden dacht Lucia aan het
beeld in de kapel. „Hoe kon ik het ver
geten!" riep zij uit. „Het meest dierbare
aandenken aan mijne moeder! Kom,
edele Hajuschida, help mij spoedig het
aan boord brengen! Van hier naar de
kapel zijn slechts een paar schreden."
„Ga gij met uw dienares maar voor
uit! Ik zal u wel inhalen!" riep de edel
man, cn vervulde haren wensch. Bij
den oever der rivier haalde hij de beide
vrouwen in. „Daar is het!" riep hij, „en
nu gelukkige vaart!"
Vorst Protasius wachtte hen met on
geduld. De jonk van den gropt-admiraal
met den vorst van Tschikoengo was
reeds afgevaren.
„Waar is mijn man?" vroeg Lucia.
„Op een ander schip!"
„En prinses Hime?"
„Eveneens", antwoordde de Vorst op.
De motie verwerpt met verontwaardi
ging alle pogingen, om op den volkswil
invloed te oefenen en protesteert tegen
allen invloeden die het nationaal gezag
in gevaar brengen, wanorde stichten en
tegen de afzonderlijke legerbetoogingen
die in strijd zijn met den geest van het
leger, dat aan het front strijdt. De motie
cischt ten slotte, dat er voorgoed een
c-inde worde gemaakt aan alle desorga-
nisecrende invloeden, die Petrograd,
waar de omwenteling uitbrak, onteeren.
Hervorming der regeering aanstaande.
Prins Lwof, voorzitter van den minis
terraad, heeft aan alle regeeringscom-
missarissen in do provincie het volgen
de telegram gezonden:
In antwoord op uw vraag deelt de
minister van Binnenlandsche Zaken u
mede, dat de geruchten omtrent arresta
ties van leden der voorloopige regeering
onjuist zijn. Wat betreft den oproep, om
de regeering door de gewapende macht
ten val te brengen en alle gezag over le
dragen op den Raad van Soldaten en
Atbeiders. deze oproep droeg het karak
ter van een onverantwoordelijke handel
wijze van elementen der extremisten en
is door de bevolking vijandig ontvan
gen. Tegelijkertijd neemt de regeering,
in volmaakte overeenstemmiftg met den
Raad van Soldalen en Arbeiaërs en van
dc Boeren, maatregelen, om gebeurte
nissen le voorkomen, die een noodlotti-
gen terugslag voor de natie zouden kun
nen hebben.
De gebeurtenissen hebben tijdelijk de
besprekineen, betreffende de samenstel
ling der rege-ering in haar geheel, onder
broken, doch zoodra de wanordelijkhe
den zijn geëindigd, zullen deze bespre
kingen worden hervat om een kabinet
tol stand te brengen, waarin, evenals in
hel vorige kabinet, vertegenwoordigers
van verschillende politieke richtingen
zullen worden opgenomen, hetgeen ten
volle wordt goedgekeurd door de uit
voerende comités van den Raad van sol
dalen en Arbeiders en \an de Boeren.
Een onwil'ig regiment»
Een garderegiment te Petrograd heeft
Op aanstichting der Bolsjewiki gewei
gerd naar het front te gaan. Het regi
ment is ontbonden.
De spoorwegen.
liet „Hbld." verneemt van Russische
zijde, dat de groote spoorweglijnen zoo
versleten zijn, dat men kleinere lijnen
opgeheven heeft, ten einde de op die ma
nier vrijkomende rails voor het herstel
len van hoofdlijnen le kuïinen gebrui
ken.
Noorwegan.
Brand t$ Drcntheïm.
De „Times" verneemt uit Krisliania,
dat de brand le Drontheim op Zondag
avond drie havenhoofden met een me
nigte opgeslagen suiker, voeder, mais en
hout heeft vernield. De brand brak uit
in de Ëngelsch-Russische loods, die pas
uit een Éngelsch stoomschip was aan
gevuld. De brand sloeg over naar de
loodsen van de Noorsche Vcreenigde
Inkoopvcrceniging. xUles verbrandde.
De oorzaak van den brand, die de
voorziening van Noordelijk Noorwegen
zeer moeilijk zal maken, is nog onbe
kend, maar de herhaalde ontploffingen
wreveligen toon. „Hij moet later over
stappen in ons schip. Maar nu voor
uit! Mijn God, liet gaat vannacht erop
of eronder! Vooruit! Vooruit!"
En de Vorst vatte met eigen, handen
een stang, om de jonk naar hel midden
der rivier le helpen duwen. De stroom
nam nu het vaartuig zachtjes op en
droeg het geruischloos langs- het. bosch
van masten in de haven, en langs de
huizen van Meako en Osaka naar de
zee. Nog zag men achter de torens en
hoog oprijzende pagoden de lucht rood
gekleurd door den uitstervenden brand
van Foesimi. Langzamerhand smolt de
lichtroode gloed samen met dien van
het ontwakend morgenrood, en er stak
een frissche bries op. „De zeilen hij-
schen!" beval de Vorst. JVtoed, mijn
dochter!" zeide hij tot Lucia. „Gij be
hoeft* voor uwen vader niet te vreezen.
Hij zal u wel spoedig in uw nieuw va
derland komen bezoeken! Droog uw
tranen; het is in elk geval uw huwe
lijksreis!"
„Een treurige huwelijksreis!" ant
woordde Lucia.„Doch Gods wil ge
schiede, en Zijn Kruis vergezelt ons!"
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Op de Japansche binnenzee.
Zonder oponthoud bereikten de beide
jonken de monding van de Jodogava en
de Japansche binnenzee. Vervolgens
ging het in westelijke richting te mid
den van lieflijke eilanden langs den
noordelijken oever van het groote eiland
Sikokoe, naar de zeeëngle van Simono-
seki, die het voornaamste eiland Nippon
afscheidt van het zuiderciiand Schimo4
tijdens den brand, vooral in het begin,
wekken natuurlijk opspraak. De geheeld
schade kan nauwelijks minder zijn dan
drie millioen pond sterling.
Zweden.
Schending der neutralist.
Wolff seint uit Stockholm, dat de
schending van de Nederlandsche neu
traliteit. door Engeland in de Zweedsche
pers scherp veroordeeld wordt.
Van neutrale zijde kan men moeilijk
anders verwachten!
China.
China en Duitschland.
Naar Ilavas meldt, verklaarde de Chi-
neesche gezant te Parijs, dat de Duit
schers deelnamen aan de laatste gebeur
tenissen in China en voegde eraan toe
dat China zonder twijfel aan Duitsch
land den oorlog zou verklaren, zoodra
het nieuwe kabinet is samengesteld.
De voorjaar splo eg der lichting 1914
van de onbereden korpsen gaat 17
Anglist us met onbepaald verlof.
De onderofficieren der lichting 1914
zuilen niet later dan. half September met
onbepaald verlof gaan.
Volgens het Jlbldis hel besluit om
(rent de Britsche gevaarlijke zone voor-
loopig in zooverre opgeschort, dat dc
vaart door de vrije geul in de Noordzee
mogelijk blijft.
Nederland en de Oorlog.
Onbepaald verlof.
(Officieel.) Van dc M ilïiïelic lï-
t i n g 1914 zullen de dienstplichtige
korporaals en manschappen, behooren-
de tot de voorjaarsploeg der onbereden
korpsen, uitgezonderd de pantserfort-
artillerie, de torpedisten en de genie, op
17 Augustus a.s. met onbepaald (klein)
verlof worden gezonden. Wanneer de
onderofficieren van de lichting
1911 en volgende lichtingen der onbe
reden korpsen met zoodanig verlof zul
len kunnen vertrekken, is nog niet vast
gesteld.
Het laat zich aanzien dat voor de lich
ting 1911 het vertrek der onderofficieren
niet later zal plaats hebben dan half
September e.k.
Bommen op Zierikzee.
Naar wij van bevoegde zijde verne
men, heeft de Britsclie Regeering haar
verantwoordelijkheid voor het werpen
van bommen op Zierikzee, in den nacht
van 29 op 30 April, erkend.
De vrije vaargeul hersteld.
Wij vernemen tot ons groot genoegen
van goed ingelichte zijde uit Den Haag,
dat de Engelsche regeering de gewij
zigde bepaling omtrent de nieuwe ge
vaarlijke Britsche zone voorloopig "in
zooverre opschort, dat de vaart door de
z.g. vrije vaargeul mogelijk blijft.
Er zijn verdereonderhandelingen
of, zooals men het tegenwoordig ge
woonlijk noemt: Kioesoe.
Weer en wind waren gunstig. Als den
kalmen waterspiegel van een meer,
doorkliefde men den smaragden vloed,
die de voortdurend afwisselende rots- en
boschpartijen der kleine eilanden nu
eens weergaven in stille, dan weer in
licht sidderende lijnen. Strand- en zee
vogels, visschersbooten, vriendelijke
huizengroepen langs de oevers, op de
heuvels de gebogen en grillig versierde
daken van pagoden schonken leven aan
het lieflijke tafereel. Reeds sinds lang
had men de jonk van den groot-admi
raal ingehaald en op de kalme zee voe
ren de beide schepen bijna voortdurend
naast elkander, zoodat men zich zonder
moeite met elkander kon onderhouden;
Reeds lang ook hield Lucia het oog ge
vestigd op het andere schip. De vórst
van Tschikoengo, die zijn goed humeur
had teruggekregen, vroeg haar met een
goedig glimlachje, of hij, haar man, dien
langslaper, niet wilde wekken. Eindelijk
kwam dan ook prins Michael op het
dek. Lucia bedwong zich en groette het
eerst. „Komt gij niet bij ons aan boord?H
vroeg zij, nadat hij haren groet onver*
schillig had beantwoord.
„Dank u", antwoordde hij. „Ik heb
hier goed gezelschap."
Met die woorden keerde de jong®
Prins zijn vrouw den rug toe, en wencU
de zich tot de dochter van Jyeyas, die
juist uit het paviljoen te voorschijn
trad. Met buitengewone hoffelijkheid
begroette hij de trotsche gevangene."
(Wordt vervolgd.^