VRAGEN8US. ingezonden stukken. van de Hanze Voor de zööïïs -van R.-K. ivakkersj.atroon.s noodlij is. Voorts bepleit te sm-. de oprichting van een uitgebreid informatiebureau en van een oügen orgaan, terwijl 'hij zidh mede voorstander betoonde van het org.aniseeren van tentoonsteUin- gen, van de stichting van een fonds tot uitkeeiïng bij overlijden, van het aanstel len van een of meer vrijgestelden en van het aangaan van een collectief arbeid,scon- tract met do arbeiders in het bakkers bedrijf. Al deze punten ontwikkelde spr. in den breads, waarna d'e vergadering onder dankzegging werd gesloten, Werkgevers in het Bakkersbedrijf. De Nederl. Vereeniging van Werkgevers tn het Bakkersbedrijf heeft onder preea- dium van don heer H. R. Hetze lm, te Amersfoort haar jaarlijksehe al ge mc ene vergadering gehouden. Nadat, ondör dankbetuiging aan den penningmeester, den heer Dr. J. Roeters van Len-nep, de rekening en verantwoor- dig over het afge-loopen jaar was goed gekeurd, werden enkele artikelen van de statuten en hot fouiislioudielijk reglement gewijzigd en werd het aantal hoofdbe stuursleden uitgebreid tot elf. In verhand met de onhoudbare bedrijfs omstandigheden in de Nederlandsehe bak kerij werd na uitvoerige discussie aan het hoofdbestuur opgedragen met kracht bij de regeering op verbetering daarvan aan te dringen. Algemeene R.K. Werkgevers vereeniging,. Aan het tweede Jaarverslag: der Alge meene R.K Werkgevers vereeniging, Janu ari 1916— Januari 1917, voorkomende in het „PatroomsiblacL", ontleenen wij het vok gen de: De terugblik op het vereenigingsjaar 1916 liet raag reeds in het begin van dit jaarverslag worden geconstateerd stemt zonder twijfel tot vreugde en voldoening,, omdat in dit jaar het bestaansrecht en de bestaansmogelijkheid van deze organisatie afdoende is gebleken door de toetreding van een zeer groot aantal nieuwe leden en door de waardeering, die het streven der vereeniging in. den lande heeft ondervon den. Toen In Januari 1916 het huishoudelijk reglement door de algemeene vergadering was goedgekeurd, rekende het bestuur liet tot zijn- eerste taak, maatregelen te treffen, tot bevestiging en uitbreiding van de vereen,iging. Weliswaar werd het aantal leden, dat Sn het begin van 1916 bijna 200 bedroeg, voor een jonge organisatie niet onbevredigend geacht, doch de overweging, dat, oen standsorganisatie wil zij dien naam inderdaad verdienen, haar leden tellen moet in alle doelen van het land en in aile branches', dfie in aanmerking konden ko men, leidde tot de conclusie, dat die 200 teden nog s.lechts een zeer k'er.n gedeelte van den R.K. Patroonsstand, die in de vereemging zijn plaats vinden moest, ver tegenwoordigde. Een eerste vraag was derhalve, vast te stellen, welke R.K. Werkgevers in de ter men konden vallen, om voor het lidmaat schap te worden uitgenoodigri. Tot diat doel werd een circulatie gericht aan a.l'e Z.E. H.H. Pastoors in den lande met het verzoek een lijst toe te zenden van de groo- fere patroons in hun parochiën. Aan ddt verzoek werd in het algemeen met groote welwillendheid voldaan, zoadat eem ver zamel-staat van ongeveer 1000 'adressen kon worden samengesteld van R.K. Werk gevers, die tot het lidmaatschap konden worden ♦uiige noodigd. Aan dezen werden meerdere circulaires verzonden, doch het resultaat was niet ge heel bevredigend. De ervaring werd op gedaan en bevestigd, dat in het algemeen de groute mass i van Nederlandsehe Werk gevers nog niet het nut van een standsor ganisatie inziet en, -ieze vereeniging be schouwt als een lidmaatschap, gelijk zoo vele andere, doch waarvan het bijzondere nut. niet voldoende wordt begrepen. Het ligt voor de hand, dat d'e over het algemeen sterke positie, die de Werkgever in Nederland inneamt, niet vreemd is aan don afkeer van aaneensluiting. Doch gelijk weldra gebleken is moet de oorzaak van deze nog niet voldoende belangstelling ook hierin gezocht worden-, dat een vereeniging als de A.R.K.W.V., die haar werkkring over het geheele land uitoefent, slechts 'dan tot volle ontwikke ling komen kan, wanneer zij erin- slagen mag, de groote centrale te wordien van allo R.K. vak- en plaatselijke bondon van patroons in Nederland'. De meer directe belangen, verbonden aan het door de individuen beoefende vak en de aantrekkingskracht van plaatselijke organisatie, schijnen er toe te moeten lei den, in de toekomst meer aandacht te schenken aan het organise aren van be paalde groepen in het groote verband der algemeene, vereeniging. Het is dan ook van dien beginne af die opzet der vereeniging geweest, om t.e be ginnen alle patroons te vereenigen in één organisatie niet de stille hoop, dat weldtra uit dat algemeene beginsel de vakorgani saties en plaatselijke bonden zouden voort komen. Hoewel in dit jaar sCeehii® éénmaal) te Rotterdam op 30 October 1916 in die richting een poging is gewaagd', kan wor den gezegd, dat de ervaring reeds heeft geteerd, dat die wijze van propagan-d/a- maken het meest gunstige resultaten in de toekomst belooft. In het geheel traden gedurende het ver- eenigingsjaar 99 nieuwe leden toe. Een lid werd door het bestuur geroyeerd, twee be dankten en één is overleden. Na deze inleiding volgt dan een bespre king van de speciale punten, waaraan t.e vereeniging haar aandacht gewijd heeft. V raag: Kunt u mij ook den koristen weg opgeven om te fietsen van Leiden naar 's Hertogenbosch? Hoeveel K.M. is dit? A n t w o o r d: Van Leiden over Alphen, Bodegraven, Linschoten, IJsselsteijn, Cu- lemborg, Zaltbommel, 's Hertogenbosch. De afstand is ongeveer 100 K.M. Vraag: Kunt U mij ook zeggen, hoe veel het kost- en leergeld bedraagt voor hot Canisius College in Nijmegen. Worden hier alleen jongens opgeleid voor den geestelijken stand en tot wien moet, men zich voor toelating wenden? A n t w o o r d: Het kost- en leergeld bedraagt f 300 ,per jaar, Sier wijl de leer cursus viervoudig is: a. Voorbereidende klasse, b. Gymnasium, c. H.B.S. met vijf jarigen cursus, d. Handelsschool. Direc teur is de. Z.E Pater A. Bergé. Vraag: Kan iemand! tegelijker tijd lid zijn van Ged. Staten en van den gemeen teraad? Antwoord: Neen, want. het college van Ged. Staten is een controleerend lichaam van den gemeenteraad; wannper iemand dan ook zijn benoeming al9 lid van Gedeputeerden aanneemt, houdt hij daardoor op Md van den raad te zijni Vraag: Enkele van mijn duiven heb ben last van luizen, hoe kan ik deze het béste reinigen? Antwoord: Geef nw duiven een on derdompeling waarin 10 lysol is opge lost, waarmede gij ook uw kood moot rei nigen. Wanneer uw duiven onder de lui zen zitten, is dit waarschijnlijk uw eigen schuld, ge moet ze minstens elke week flink met koud water reinigen. Vraag: Ik hoorde dezer dagen vertel len, dat het Moederhuis der Duit ache Do minicanen in ons land. staat. Indien dit waar is, wat is daarvan de reden en waar staat het? Antwoord: Het moederhuis der Do minicanen van de Duitsche provincie staat- in Ven!o, waar zij zich met den Kultur- ksampf in 1870 in Duitse hl and gevestigd hebben. Na opheffing der Kultuxkampf zijn ze daar gebleven. Vraag: Ik heb met mijn japon eerst an de stof en toen in den regen geloopen, zoodat er vlakken in zijn gekomen. Op weïke wijze zijn die vlakken nu het best weg te krijgen? Antwoord: Klop uw japon eens flink uit; gaat ze dan afglanzen (natte doek er over en opstrijken). Vraag: Mijn dochter dient voor tweede meisje en is per jaar verhuurd. Nu zijn die menschen reeds 14 dagen zonder keu kenmeid en moet mijn dochter het werk van de keukenmeid ook doen; dat ïs te zwaar voor haar; zij heeft het veel te druk. Heb ik nu het recht haar dadelijk naai huis te halen of moet ik haar huur met 6 weken opzeggen? Antwoord: U kunt uw dochter om deze reden niet naar huis balei): wel kan zij aan mevrouw zeggen, dat eij dat werk niet behoeft te doen en niet kan doen. Opzeggen met 6 weken kunt u een over eenkomst, welke voor een jaar is aange gaan, niet. Wel kunt u ze tegen liet einde van het jaar opzeggen. Vraag: Ik heb een vasten arbeider, die een ongeval heeft gehad. Tijdens zijn ongesteldheid heb ik hem het volle loon uitbetaald. Ben ik nu voor de wet nog ver- picht den dokter te betalen? Antwoord: Als de arbeider bij u inwonend is en het ongeval niet aan zijn eigen schuld te wijten was, moet u voor den tijd1 van ten hoogste zes weken ook nog de doktersrekening van hem (den arbei der) betalen. Later kunt u echter datgene, wat u voor doktersonkosten over de 5de en 6de week der ongesteldheid hebt uit betaal, weer terugvorderen. Geldt het een arbeider, die niet bij u inwoont, dan behoeft u voor de dokters rekening niets te betalen, of het ongeval moest aan uw schuld te wijten zijn ge weest. J. D. t e L e i d e n. Als antwoord op uw vraag diene het volgende: O. i. hebt u wel voldoende bewijs, dat u tot de ontvangst van deze gelden gemach tigd zijt. Om echter den vader van het be trokken meisje of haanzelf tot afgifte te dwingen, zult u moeten procedeeren, waar toe u de hulp van een advocaat zult moeten inroepen. Gemengde Berichten. Ernstig ongeluk. Nader meldt men ontrent het ongeluk bij de voormalige fabriek „Rozenburg'' te 's Gravenhage: Het ongeluk had te 5 uur plaats. Reeds waren de werklieden, gewaarschuwd, dat de dagtaak was geëindigd. Hagen en Bruggeling echter hieven nog eenige ooge-nblikken bezig om steenen los te ma ken. Plotseling viel de losgemaakte, een stuk schoorsteen van ongeveer een meter hoogte, in plaats van naar huiten naar binnen, met het droeve gevolg, dat heide werklieden werden meegesleept. De schoorsteen, aanvankelijk 42 meter hoog, was, toen het ongeluk voorviel, tot ongeveer de helft afgebroken. Hagen was woonachtig in de Honsholre- dijkstraat en laat een weduwe met .zes kindéren achier; Bruggeling, het uit Hijs- wijk afkomstige slachtoffer, was eveneens gehuwd en vader van één kind. Een tragische bijzonderheid is, dat de vrouw van Hagènj voor ,haar woning staande in> de Honsholredijkstraat, welke tegenover de voormalige fabriek is gele gen, getuige- is geweest van de ramp, wel ke haar en haar gezin heeft getroffen. jToen zij na het neerstorten der steen massa de werklieden, welke zij echter niet had kunnen onderscheiden, niet meer be speurde, vreesde zij een ongeluk en begaf zich onmiddelijk naar de fabriek, waar zij moest vernemen, dat haar man tot de slachtoffers behoorde.. Smokkelaar gefopt. Een remmer bij de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maat schappij te Almelo, kocht van een stadge noot lüUÜ M. elastiek voor f 750, vermoede lijk om over de grens te smokkelen. Het. elastiek meest, met het oog op den staat van beleg, waarin Almelo verkeert, gelé verd worden over het station te Apeldoorn. Den dag van het sluiten van den koop stond de verkooper met een pak, dat ver ondersteld werd in te houden de 1000 meter elastiek, te Apeldoorn aan het station, toen remmer den trein niet kon verlaten, zond d9 kooper per trein aankwam. Omdat de hij een zijner collega's met f 750. naar den wachtende. Deze reikte den collega van den remmer het pak over en ontving de f 750. Toen de trein reeds weer van het sta tion Apeldoorn was vertrokken, opende de kooper het pak, dat geen elastiek, doch... zand bevatte. Over de grens gekomen. Te Reuver (L.) kwamen vier uit Duitsche krijgsge vangenschap ontvluchte Russische solda ten- aan. Zij hadden langer dan twee jaar in gevangenschap doorgebracht. Woensdagnacht kwam te Zeven aar een Duitsch cLaserteur over de grens, De man had eeni schotwond in den rug. Hij zou gisteren naar het front- moeten ver trekken, doch deserteerde. Ruim één vierde ongeldig! Bij de jong ste raadsverkiezing in de gemeente Smal- lingeaiand bleken van de 1252 uitgebrachte stemmen er van onwaarde te zijn... 324. Inbraak, Te Hengelo is ingebroken in de Nederlandsehe Katoenspinnerij. De vrij willige spaarkassen zijn opengebroken. Vermist wordt een bedrag van ongeveer f 20. Vossen. In de gemeente Vilachtwedde hebben de bewoners veel last van de roof dieren, die in de nabijheid van het dorp, in het z.g. „Hertzogenwald" op Duitsch grondgebied worden aangetroffen. Vossen vooral brengen slachtingen in de kippenhokken teweeg. Ook vele bun zings -brengen schade aan op de velden aan vruchten en gewassen. De doodelijke draad. Op de Poppel- sche heide heeft men het lijk van een Bel gische vrouw en kind gevonden, die Dins dagnacht aan den draad het leven hebben verloren. De „doodelijke draad" heeft scr dert Augustus 1916 reeds meer dan 150 slachtoffers gemaakt. Smokkelaars. De Hollandsche grens wacht heeft onder Ubbergen twee Holland sche smokkelaars doodgeschoten. Deserteur. Te Eindhoven is de 250ste deserteur ingeschreven. Dagelijks komen er ontsnapten bij. Goede geldbelegging. Voor O.W.'ers is een uitstekende geldbelegging, en een „degelijke" positie bediadht door den steller van de volgende advertentie in een der groote bladen: O.W.'er (stilte vennoot) gezocht ter voort zetting en uitbreiding eenetr fabriek van verpakte geneesmiddelen. Controle dei- boeken en geheimhouding verzekerd. Bijna gen risico. De Diepenbrock-fcrancard. De heser W. Diepenbrock, te Amsterdam heeft een nieuwe brancard uitgevonden en bestemd voor het vervoer van gewonden, speciaal ten dienste van het leger in den oorlog. Deze brancard is hoogst practiseh bedacht en eenvoudig, uitgevoerd, vervaardigd van zwaar linnien met leeren hand vatten. Op gevouwen kan hij zeer gemakkelijk ge dragen worden door enkele manschappen in e-l'ks compagnie, daar hij zeer lic'ht i<s in -gewicht. Uitgevouwen kan hij cp ver schillende wijzenworden aangewend, ge dragen door drie man, ook door twee, in enge ruimten niiet meer breedte vorderen de dan die van een menech, zelfs loop en de met den schouder -vooruit-. In -de loop graven kan die gewonde door één man op dezen brancard worden voortgesleept. Bij het brengen van gewonden in- gewone spoorweg-coupés kan hij uitnemend dienst doe. Eenige autoriteiten in den gezondheids dienst van het Nederlandsehe leger heb ben reeds met ingenomenheid met dezé uitvinding kennis gemaakt. Een mooi tossiel. Bij het mergel graven in den St. Pietersberg As onlangs een merkwaardige versteéming gevonden: het lijk van een klein roofdier, van den houw en de grootte eeiner kat, van dit huis dier verschillend, doordat bet kleine slag tanden in de bovenkaak heeft. Het fossiel is buitengewoon goed bewaard gebleven en in zijn geheel en ongebroken voorhan den; tct- zelfs neus, ooren, klauwen en staartwerve»! zijn te zien Het geraamte is versteend:, de huid als 't ware gelooid: ze beeft nog eeuiigen graa-d van buigzaamheid bewaard. ITei linkerschouderblad vertoont een gat- van zoodandgen vorm en groottei, dat het denken doet aan een woud, door een pijlpunt veroorzaakt. Misschien is het gekwetste dier gevlucht en in een onvind bare schuilplaats' gestorven; het cadaver vertoont de half-gerekte, half-gektompen houding, waarin lijken van aangeschoten due ren wel meer worden gevonden. Het roofdierlijk is met groote behoedzaamheid uit de mergellaag gekapt, waarin het be sloten lag, en is thans te zien bij den heer Bcgas, aan de O. L. Vrouwepoort te Maas tricht. Ingezonden Mededeelingei a 30 cent per regel. Als alles mis gaat. Verschijnselen van nierzwakte, zooal onnatuurlijke vermoeidheid', schemeringei voor de oogen, rügpijn, watenstoornisseii qpit, niergruis, -steen, rheumatiek en we terzuc-hfc, zijn voldoende om iemand he gevoel te geven of aA'.es mis gaat. Hoe spoediger zulk een stand van zafkei veranderd wordt, des te heter, want ui verwaar.loozing komen vaak ongeneeslijk nierziekten voort. Misschien hebt gij ti veel vleeseh of ander zwaar voedsel ge bruilct, u te veel zorgen gemaakt, en nie voldoende lichaamsoefening, frissohe inch er. slaap genomen. Als dit het gevail is wees clan geregelder in uw gewoonten ei een poos zorgvuldig met uw diëet. Dit ïs een verstandige, nuttige raad maar dat is niet voldoende, want d'e dooi eem of andere oorzaak verzwakte nicrer kunnen niet Van zelf beter worden. Zij hebben behoefte aan een speciaal nierge neesmiddel. -Het eenige, waarop de echte JFoster'j Rugpijn Nieren Pillen' ooit aan spr aai maakten, was dat zij een speciaal genees middel voor de nieren en blaas zijn. Ale bijtijds met dit middel begonnen wordtj vóór de nieren ernstig ziek werden, dienen de goede resultaten duurzaam te zijn. Maar verwaarloos uw nieren niet te lang.- Te Leiden verkrijgb. bij D. M. Kruisingaji N. Rijn 33. Reijst Krak, Steenstraat en D. de Waal, Mare 56. Eisch do ©elite Foster's Rugpijn Nieren Pillen, voorzien van het handelsmerk 1de man met zijn, handen in de lendenen op de verpak- king. Toezending geschiedt franco na ontyj v. postwissel k f 1.75 p. doos of f 10.— pj zes doozen. 738 Lijkverbranding. Mijnheer de Redacteurl Gisteren las ik in uw blad, dat het stof. felijk overschot van wijlen het Tweede Kamerlid Frans Lieftinck dn het crema torium te Velsen was verbrand. Dat de overheid in normale tijden lijk verbrand ding toelaat, wil ik hier thans niet be spreken-, 'maar dat zij in dezen tijd, nu onze kolenvoor^aad aanzienlek slinkt, zoodat in vei-schillende huisgezinnen het zoo hoog noodrige licht- en 'kookgas ont breekt, dergelijke liefhebberijen ongestoord haar gang laten gaan, vind ik onver antwoordelijk. Het is toch een bekend feit, dat voor het verbranden van één lijk een zéér groote hoeveelheid brand stoffen (ongeveer 30 H.L.) noodig is om de hitte op die hoogte te brengen, dat ver branding mogelijk is. Waar nu geen enkel belang met de lijkverbranding gebaat is, en deze van onzen beperkten kolenvoor- raad aanzienlijke offers vraagt, "ligt tic» daar niet op den weg der regeering, het crematorium althans voorloopig te sluiten? U, geachte redactie, dankend, noem ik mij OBSERVATOR. Burgerlijke Stand. BODEGRAVEN. Geboren: Gijsbertus, z. van A. van Eijk en G. Koot. Cornelis, z. van IL Burger en M. Teunissen. Grietje, d; van W. Griffioen en J. Verweij. Ondertrouwd: M. Bloemendaal 25 j. en M. Kortlever 20 j. Overleden: J. F. Smits 2 m. m W. van der Neut 88 j. NIEUWKOOP. Geboren: Gijsbertus, z. van P. de Haan en A. G. Ooms, wonende ie Bever wijk. Overleden: H. den Beer 16 j. Ondertrouwd: A. Th. M. Poort 33 j. te Nijmegen en G. L. G. M. Bots 33 j. TER-AAR. Geboren: Adriaantje, d. van Th. Versluis en H. de Bruin. Huibert, z. van H. Jongeneer en H. Prins. Willem Antoon, z. van J. Boer en A. van der Haven. Hendrika, d. van A. Th. de Lange en J. Vorlh. Overleden: W. A. Boer 3 d. hebben! Maar het is ook waar hij was bevreesd voor den Mikado en daarom is het dan ook zóó toch nog beter dan wanneer men rnij naar het paleis had gesleept. Ik ben nu eenmaal voor mijn geheele leven verbonden! Moed gehou den! Misschien gelukt het mij nog, mij door mijn man te doen beminnen. En dan kan alles nog goed terecht komen! Is hij niet een held? Hoe fier reed hij zooeven weg! Hoeveel Japansche jonge meisjes zouden mij benijden, als zij ge zien hadden hoe hij daar heensnelde, den vijand te gemoet? En hoe kunt gij aan u-zelve en aan uw eigen geluk den ken terwijl uw lieve vader voor ons ge loof den dood le gemoet gaat? Schaam u, Lucia!" Zoo dacht de dochter van den groot- admiraal, terwijl zij onder 't gejammer van haar voedster en haar dienaressen de kleinodiën barer moeder en het meest kostbare tafelgereedschap inpakte, en naar de schepen liet brengen. In stilte bad zij voor haren vader én voor haar man, terwijl zij. uitwendig kalm. aan I-Iede haar bevelen gaf. Doch al dien tijd bleef haar een zonderling droombeeld vpvolgen, waaruit het rumoer van het plotselinge vertrek haar had opge schrikt. Ach, ter prooi aan een gevoel van diepe smart en groote verlatenheid had zij zich na afloop van het bruiloftsmaal, dat haar zonder einde had toegesche nen, ter ruste gelegd en was weenend ingesluimerd! Daar zag zij in den droom liet chrysanthemumbosch vóór zich, waarin de voedster bij de trouwplechtig heid haar gouden krisje had verborgen. En uit dat Bosch ontsproten een menigte takken en bloesems, voortdurend meer, een geheel woud! De bloemen waren bloedrood, en uit elke bloem kwam haar gouden kruis te voorschijn, steeds groo- ter en grooter. En naast haar stond prins Michael, en hij trachtte het gouden kruis van de bloemen af te rukken. Doch zij streed met hem om het bezit van dat kruis. En hij zeide: „Neem gij het kruis ik neem de bloem!" En plotseling zag zij haar man niet meer, doch in het rond een bosch van groote, bloedroode. krui sen. „Michael! Michael!" riep zij. En toen wekte Hede haar met de tijding, dat Foesimi in brand stond. O, die droom! En toen haar vader weg ging, had hij haar het kruisteeken op het voorhoofd gedrukt! Wat mocht dat beteekenen? Die gedachte liet haar, ter wijl zij met haar dienaressen ijverig aan het pakken en regelen was, geen rust, en uit geheel haar ziel smeekte zij: „O Heer, laat Uw heilig Kruis zege vieren, in mij en in alles!" ELFDE HOOFDSTUK. De striid om het brandend Scliogoen- paleis. Terwijl Lucia met haar dienaressen in vrees en angst voor zichzelve de moge lijkheid |ener nederlaag voorzag, en de oude vorst van Arirna muur en poort in staat van verdediging bracht tegen een eventueelen aanval, reed Ukon-Dono met zijn schaar, zoo snel hij kon, naar het brandend paleis. Slechts met moeite gelukte het hem zich door het gedrang een weg le banen, .want licel tfe bevolking der'hoofdstad was door het brandalarm uit den slaap opgeschrikt. De oostelijke poort, welke het dichtst bij Foesimi lag, bezette hij snel. Daar bleef hij wachten, totdat de vorst van Tschikoengo en de overige christen-Daimios uit hun verschillende kwartieren in de stad hun manschappen hadden aangebracht. Dat was spoedig geschied, en nu joeg hij, 11a bij de poort een voldoende bezetting te hebben ach tergelaten, met zijn ruitertroep dwars door het veld naar de plaats des onheils. Tot in wijden kring was de omtrek ver licht door een.rossigen gloed. Elke mi nuut werd het geweld van den storm heviger, en rookwolken vol vonken en brandende lompen joeg hij onder zijn krachtige stooten bijna in horizontale richting over het land heen. „Een waar geluk, dat wij geen tegen wind hebben", zei de groot-admiraal tot Ukon-Dono, toen deze ten laatste op eenigen afstand van het brandend kas teel zijn paard liet stilstaan. „Anders zou de geheele hoofdstad .in vlammen opgaan. Zie maar eens, hoe vel de wind het vuur voortjaagt!" „Het was toch een dwaze inval van Sibonogo- om het kasteel in brand te steken!" zei de vorst van Tschikoengo. „Dat moet de zaak van Samburon-Dono reeds van te voren gehaat maken." „Het zal dan ook wel niet zijn werk zijn, maar dat van Jveyas, toen deze zag dat het kasteel verloren was!" antwoord de Ukon-Dono. „Waarschijnlijk is de vos er vandoor! Wie wil vooruit rijden, om te zien, wat voor gewapenden het zijn. die daar stilhouden bij de West- poort? Ha, zij hebben ons gezien, en sturen zeiven een paar ruiters!" Hij stelde vlug zijn mannen in slag orde. Intusschen waren de ruiters zóó dichtbij gekomen, dat de vorst van Tschikoengo met zijn valkenoog hen kon herkennen. „Het is een officier van Sibonogo!" riep hij tot Ukon-Dono, „en hij wenkt ons om spoedig te komen." Op een teeken van den aanvoerder renden allen vooruit. „Verdeelt uw troep!" riep de officier van Sibonogo. „De beste ruiters naar de Zuidpoort. Daar wil Jyeyas doorbreken. De andere helft met mij mee, om Samburon-Dono te helpen!" „Tsoekami-Dono, naar de Zuidpoort met uw mannen!" commandeerde de aanvoerder, zelf tegelijkertijd aan het hoofd van zijn troep naar de Westpoort galoppeerend. Enkele woorden van den officier, die deze bezet hield, stelden hem van den toestand op de hoogte. Met de ontstuimigheid der jeugd had de kleinzoon van Noboenaga erop ge staan, het Schogoen-kasteel te verove ren door een koen waagstuk, in plaats van Sibonogo's raad te volgen, en eerst door middel van boden de vreemde Vor sten onder de wapenen te roepen. „Wij moeten het kasteel omsingelen", had de meer bedachtzame vorst van Omi gezegd, „anders ontsnapt Jyeyas ons en verwekt hij een burgeroorlog, waarvan de gevolgen niet te overzien zijn." „Och kom! Wij bestormen een der poorten, en halen den vos uit zijn hol! Plaats gij dan, als gij dit nog noodig acht, een handvol ruiters aan het andere paar uitgangen, terwijl ik mij met mijn mannen een weg baan naar binnen. Mis lukt de poging, dan hebben wij altijd nog gelegenheid de hulp van Ukon-Dono en van de anderen in te roepen voor een rechtstreeksche belegering. Ik verlang nu eenmaal naar de eer, om 't schogoe- naat van mijn grootvader zelf le verove ren, in plaats van bet te moeten danken aan het zwaard mijner vrienden." Zoo had de jongeling in zijn vurigeri moed gesproken. Zijn ongeduld maakte liet voor hem onmogelijk te wachten, totdat Sibonogo, die zelf de posten bij de andere poorten wilde plaatsen en het kasteel ten minste met een losse kelen van krijgslieden wilde omsingelen, te rugkeerde. Zoodra hij vermoedde, dat de mannen van Sibonogo hun positie had den ingenomen, liet hij zijn ruiters op zitten, en bestormde met hen de naast- bijgelegen poort. Zachtjes sloop men naderbij; de lapellen der pantserhemden waren opgerold en vastgestoken, zoodat! het klapperen ervan de wachten niet deed ontwaken. In een oogwenk waren de stormladders gesteld. Samburoib Dono was de eerste die den muur be-' klom. Met een twaalftal gezellen bezette hij het buitenste voorplein. Bijna zonder strijd werd de slaapdronken wacht neer gestoken, en de poort geopend. Maar geheel zonder eenig gedruisch ging het toch niet. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 2