VRAGEN8US.
ingezonden stukken.
van de Hanze Voor de zööïïs -van R.-K.
ivakkersj.atroon.s noodlij is. Voorts bepleit
te sm-. de oprichting van een uitgebreid
informatiebureau en van een oügen orgaan,
terwijl 'hij zidh mede voorstander betoonde
van het org.aniseeren van tentoonsteUin-
gen, van de stichting van een fonds tot
uitkeeiïng bij overlijden, van het aanstel
len van een of meer vrijgestelden en van
het aangaan van een collectief arbeid,scon-
tract met do arbeiders in het bakkers
bedrijf.
Al deze punten ontwikkelde spr. in den
breads, waarna d'e vergadering onder
dankzegging werd gesloten,
Werkgevers in het Bakkersbedrijf.
De Nederl. Vereeniging van Werkgevers
tn het Bakkersbedrijf heeft onder preea-
dium van don heer H. R. Hetze lm, te
Amersfoort haar jaarlijksehe al ge mc ene
vergadering gehouden.
Nadat, ondör dankbetuiging aan den
penningmeester, den heer Dr. J. Roeters
van Len-nep, de rekening en verantwoor-
dig over het afge-loopen jaar was goed
gekeurd, werden enkele artikelen van de
statuten en hot fouiislioudielijk reglement
gewijzigd en werd het aantal hoofdbe
stuursleden uitgebreid tot elf.
In verhand met de onhoudbare bedrijfs
omstandigheden in de Nederlandsehe bak
kerij werd na uitvoerige discussie aan het
hoofdbestuur opgedragen met kracht bij
de regeering op verbetering daarvan aan
te dringen.
Algemeene R.K. Werkgevers vereeniging,.
Aan het tweede Jaarverslag: der Alge
meene R.K Werkgevers vereeniging, Janu
ari 1916— Januari 1917, voorkomende in
het „PatroomsiblacL", ontleenen wij het vok
gen de:
De terugblik op het vereenigingsjaar
1916 liet raag reeds in het begin van dit
jaarverslag worden geconstateerd stemt
zonder twijfel tot vreugde en voldoening,,
omdat in dit jaar het bestaansrecht en de
bestaansmogelijkheid van deze organisatie
afdoende is gebleken door de toetreding
van een zeer groot aantal nieuwe leden en
door de waardeering, die het streven der
vereeniging in. den lande heeft ondervon
den.
Toen In Januari 1916 het huishoudelijk
reglement door de algemeene vergadering
was goedgekeurd, rekende het bestuur
liet tot zijn- eerste taak, maatregelen te
treffen, tot bevestiging en uitbreiding van
de vereen,iging.
Weliswaar werd het aantal leden, dat Sn
het begin van 1916 bijna 200 bedroeg, voor
een jonge organisatie niet onbevredigend
geacht, doch de overweging, dat, oen
standsorganisatie wil zij dien naam
inderdaad verdienen, haar leden tellen
moet in alle doelen van het land en in aile
branches', dfie in aanmerking konden ko
men, leidde tot de conclusie, dat die 200
teden nog s.lechts een zeer k'er.n gedeelte
van den R.K. Patroonsstand, die in de
vereemging zijn plaats vinden moest, ver
tegenwoordigde.
Een eerste vraag was derhalve, vast te
stellen, welke R.K. Werkgevers in de ter
men konden vallen, om voor het lidmaat
schap te worden uitgenoodigri. Tot diat
doel werd een circulatie gericht aan a.l'e
Z.E. H.H. Pastoors in den lande met het
verzoek een lijst toe te zenden van de groo-
fere patroons in hun parochiën. Aan ddt
verzoek werd in het algemeen met groote
welwillendheid voldaan, zoadat eem ver
zamel-staat van ongeveer 1000 'adressen
kon worden samengesteld van R.K. Werk
gevers, die tot het lidmaatschap konden
worden ♦uiige noodigd.
Aan dezen werden meerdere circulaires
verzonden, doch het resultaat was niet ge
heel bevredigend. De ervaring werd op
gedaan en bevestigd, dat in het algemeen
de groute mass i van Nederlandsehe Werk
gevers nog niet het nut van een standsor
ganisatie inziet en, -ieze vereeniging be
schouwt als een lidmaatschap, gelijk zoo
vele andere, doch waarvan het bijzondere
nut. niet voldoende wordt begrepen.
Het ligt voor de hand, dat d'e over het
algemeen sterke positie, die de Werkgever
in Nederland inneamt, niet vreemd is aan
don afkeer van aaneensluiting.
Doch gelijk weldra gebleken is moet
de oorzaak van deze nog niet voldoende
belangstelling ook hierin gezocht worden-,
dat een vereeniging als de A.R.K.W.V.,
die haar werkkring over het geheele land
uitoefent, slechts 'dan tot volle ontwikke
ling komen kan, wanneer zij erin- slagen
mag, de groote centrale te wordien van
allo R.K. vak- en plaatselijke bondon van
patroons in Nederland'.
De meer directe belangen, verbonden
aan het door de individuen beoefende vak
en de aantrekkingskracht van plaatselijke
organisatie, schijnen er toe te moeten lei
den, in de toekomst meer aandacht te
schenken aan het organise aren van be
paalde groepen in het groote verband der
algemeene, vereeniging.
Het is dan ook van dien beginne af die
opzet der vereeniging geweest, om t.e be
ginnen alle patroons te vereenigen in één
organisatie niet de stille hoop, dat weldtra
uit dat algemeene beginsel de vakorgani
saties en plaatselijke bonden zouden voort
komen.
Hoewel in dit jaar sCeehii® éénmaal)
te Rotterdam op 30 October 1916 in die
richting een poging is gewaagd', kan wor
den gezegd, dat de ervaring reeds heeft
geteerd, dat die wijze van propagan-d/a-
maken het meest gunstige resultaten in de
toekomst belooft.
In het geheel traden gedurende het ver-
eenigingsjaar 99 nieuwe leden toe. Een lid
werd door het bestuur geroyeerd, twee be
dankten en één is overleden.
Na deze inleiding volgt dan een bespre
king van de speciale punten, waaraan t.e
vereeniging haar aandacht gewijd heeft.
V raag: Kunt u mij ook den koristen
weg opgeven om te fietsen van Leiden
naar 's Hertogenbosch? Hoeveel K.M. is dit?
A n t w o o r d: Van Leiden over Alphen,
Bodegraven, Linschoten, IJsselsteijn, Cu-
lemborg, Zaltbommel, 's Hertogenbosch.
De afstand is ongeveer 100 K.M.
Vraag: Kunt U mij ook zeggen, hoe
veel het kost- en leergeld bedraagt voor
hot Canisius College in Nijmegen. Worden
hier alleen jongens opgeleid voor den
geestelijken stand en tot wien moet, men
zich voor toelating wenden?
A n t w o o r d: Het kost- en leergeld
bedraagt f 300 ,per jaar, Sier wijl de leer
cursus viervoudig is: a. Voorbereidende
klasse, b. Gymnasium, c. H.B.S. met vijf
jarigen cursus, d. Handelsschool. Direc
teur is de. Z.E Pater A. Bergé.
Vraag: Kan iemand! tegelijker tijd lid
zijn van Ged. Staten en van den gemeen
teraad?
Antwoord: Neen, want. het college
van Ged. Staten is een controleerend
lichaam van den gemeenteraad; wannper
iemand dan ook zijn benoeming al9 lid
van Gedeputeerden aanneemt, houdt hij
daardoor op Md van den raad te zijni
Vraag: Enkele van mijn duiven heb
ben last van luizen, hoe kan ik deze het
béste reinigen?
Antwoord: Geef nw duiven een on
derdompeling waarin 10 lysol is opge
lost, waarmede gij ook uw kood moot rei
nigen. Wanneer uw duiven onder de lui
zen zitten, is dit waarschijnlijk uw eigen
schuld, ge moet ze minstens elke week
flink met koud water reinigen.
Vraag: Ik hoorde dezer dagen vertel
len, dat het Moederhuis der Duit ache Do
minicanen in ons land. staat. Indien dit
waar is, wat is daarvan de reden en waar
staat het?
Antwoord: Het moederhuis der Do
minicanen van de Duitsche provincie staat-
in Ven!o, waar zij zich met den Kultur-
ksampf in 1870 in Duitse hl and gevestigd
hebben. Na opheffing der Kultuxkampf
zijn ze daar gebleven.
Vraag: Ik heb met mijn japon eerst
an de stof en toen in den regen geloopen,
zoodat er vlakken in zijn gekomen. Op
weïke wijze zijn die vlakken nu het best
weg te krijgen?
Antwoord: Klop uw japon eens flink
uit; gaat ze dan afglanzen (natte doek er
over en opstrijken).
Vraag: Mijn dochter dient voor tweede
meisje en is per jaar verhuurd. Nu zijn
die menschen reeds 14 dagen zonder keu
kenmeid en moet mijn dochter het werk
van de keukenmeid ook doen; dat ïs te
zwaar voor haar; zij heeft het veel te druk.
Heb ik nu het recht haar dadelijk naai
huis te halen of moet ik haar huur met
6 weken opzeggen?
Antwoord: U kunt uw dochter om
deze reden niet naar huis balei): wel kan
zij aan mevrouw zeggen, dat eij dat werk
niet behoeft te doen en niet kan doen.
Opzeggen met 6 weken kunt u een over
eenkomst, welke voor een jaar is aange
gaan, niet. Wel kunt u ze tegen liet einde
van het jaar opzeggen.
Vraag: Ik heb een vasten arbeider,
die een ongeval heeft gehad. Tijdens zijn
ongesteldheid heb ik hem het volle loon
uitbetaald. Ben ik nu voor de wet nog ver-
picht den dokter te betalen?
Antwoord: Als de arbeider bij u
inwonend is en het ongeval niet aan zijn
eigen schuld te wijten was, moet u voor
den tijd1 van ten hoogste zes weken ook nog
de doktersrekening van hem (den arbei
der) betalen. Later kunt u echter datgene,
wat u voor doktersonkosten over de 5de
en 6de week der ongesteldheid hebt uit
betaal, weer terugvorderen.
Geldt het een arbeider, die niet bij u
inwoont, dan behoeft u voor de dokters
rekening niets te betalen, of het ongeval
moest aan uw schuld te wijten zijn ge
weest.
J. D. t e L e i d e n. Als antwoord op uw
vraag diene het volgende:
O. i. hebt u wel voldoende bewijs, dat u
tot de ontvangst van deze gelden gemach
tigd zijt. Om echter den vader van het be
trokken meisje of haanzelf tot afgifte te
dwingen, zult u moeten procedeeren, waar
toe u de hulp van een advocaat zult moeten
inroepen.
Gemengde Berichten.
Ernstig ongeluk. Nader meldt men
ontrent het ongeluk bij de voormalige
fabriek „Rozenburg'' te 's Gravenhage:
Het ongeluk had te 5 uur plaats. Reeds
waren de werklieden, gewaarschuwd, dat
de dagtaak was geëindigd. Hagen en
Bruggeling echter hieven nog eenige
ooge-nblikken bezig om steenen los te ma
ken. Plotseling viel de losgemaakte, een
stuk schoorsteen van ongeveer een meter
hoogte, in plaats van naar huiten naar
binnen, met het droeve gevolg, dat heide
werklieden werden meegesleept.
De schoorsteen, aanvankelijk 42 meter
hoog, was, toen het ongeluk voorviel, tot
ongeveer de helft afgebroken.
Hagen was woonachtig in de Honsholre-
dijkstraat en laat een weduwe met .zes
kindéren achier; Bruggeling, het uit Hijs-
wijk afkomstige slachtoffer, was eveneens
gehuwd en vader van één kind.
Een tragische bijzonderheid is, dat de
vrouw van Hagènj voor ,haar woning
staande in> de Honsholredijkstraat, welke
tegenover de voormalige fabriek is gele
gen, getuige- is geweest van de ramp, wel
ke haar en haar gezin heeft getroffen.
jToen zij na het neerstorten der steen
massa de werklieden, welke zij echter niet
had kunnen onderscheiden, niet meer be
speurde, vreesde zij een ongeluk en begaf
zich onmiddelijk naar de fabriek, waar
zij moest vernemen, dat haar man tot de
slachtoffers behoorde..
Smokkelaar gefopt. Een remmer bij
de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maat
schappij te Almelo, kocht van een stadge
noot lüUÜ M. elastiek voor f 750, vermoede
lijk om over de grens te smokkelen. Het.
elastiek meest, met het oog op den staat
van beleg, waarin Almelo verkeert, gelé
verd worden over het station te Apeldoorn.
Den dag van het sluiten van den koop
stond de verkooper met een pak, dat ver
ondersteld werd in te houden de 1000 meter
elastiek, te Apeldoorn aan het station, toen
remmer den trein niet kon verlaten, zond
d9 kooper per trein aankwam. Omdat de
hij een zijner collega's met f 750. naar den
wachtende. Deze reikte den collega van
den remmer het pak over en ontving de
f 750. Toen de trein reeds weer van het sta
tion Apeldoorn was vertrokken, opende de
kooper het pak, dat geen elastiek, doch...
zand bevatte.
Over de grens gekomen. Te Reuver
(L.) kwamen vier uit Duitsche krijgsge
vangenschap ontvluchte Russische solda
ten- aan. Zij hadden langer dan twee jaar
in gevangenschap doorgebracht.
Woensdagnacht kwam te Zeven aar
een Duitsch cLaserteur over de grens, De
man had eeni schotwond in den rug. Hij
zou gisteren naar het front- moeten ver
trekken, doch deserteerde.
Ruim één vierde ongeldig! Bij de jong
ste raadsverkiezing in de gemeente Smal-
lingeaiand bleken van de 1252 uitgebrachte
stemmen er van onwaarde te zijn... 324.
Inbraak, Te Hengelo is ingebroken in
de Nederlandsehe Katoenspinnerij. De vrij
willige spaarkassen zijn opengebroken.
Vermist wordt een bedrag van ongeveer
f 20.
Vossen. In de gemeente Vilachtwedde
hebben de bewoners veel last van de roof
dieren, die in de nabijheid van het dorp,
in het z.g. „Hertzogenwald" op Duitsch
grondgebied worden aangetroffen.
Vossen vooral brengen slachtingen in
de kippenhokken teweeg. Ook vele bun
zings -brengen schade aan op de velden
aan vruchten en gewassen.
De doodelijke draad. Op de Poppel-
sche heide heeft men het lijk van een Bel
gische vrouw en kind gevonden, die Dins
dagnacht aan den draad het leven hebben
verloren. De „doodelijke draad" heeft scr
dert Augustus 1916 reeds meer dan 150
slachtoffers gemaakt.
Smokkelaars. De Hollandsche grens
wacht heeft onder Ubbergen twee Holland
sche smokkelaars doodgeschoten.
Deserteur. Te Eindhoven is de 250ste
deserteur ingeschreven. Dagelijks komen
er ontsnapten bij.
Goede geldbelegging. Voor O.W.'ers
is een uitstekende geldbelegging, en een
„degelijke" positie bediadht door den steller
van de volgende advertentie in een der
groote bladen:
O.W.'er (stilte vennoot) gezocht ter voort
zetting en uitbreiding eenetr fabriek van
verpakte geneesmiddelen. Controle dei-
boeken en geheimhouding verzekerd. Bijna
gen risico.
De Diepenbrock-fcrancard. De heser
W. Diepenbrock, te Amsterdam heeft een
nieuwe brancard uitgevonden en bestemd
voor het vervoer van gewonden, speciaal
ten dienste van het leger in den oorlog.
Deze brancard is hoogst practiseh bedacht
en eenvoudig, uitgevoerd, vervaardigd van
zwaar linnien met leeren hand vatten. Op
gevouwen kan hij zeer gemakkelijk ge
dragen worden door enkele manschappen
in e-l'ks compagnie, daar hij zeer lic'ht i<s
in -gewicht. Uitgevouwen kan hij cp ver
schillende wijzenworden aangewend, ge
dragen door drie man, ook door twee, in
enge ruimten niiet meer breedte vorderen
de dan die van een menech, zelfs loop en de
met den schouder -vooruit-. In -de loop
graven kan die gewonde door één man op
dezen brancard worden voortgesleept. Bij
het brengen van gewonden in- gewone
spoorweg-coupés kan hij uitnemend dienst
doe.
Eenige autoriteiten in den gezondheids
dienst van het Nederlandsehe leger heb
ben reeds met ingenomenheid met dezé
uitvinding kennis gemaakt.
Een mooi tossiel. Bij het mergel graven
in den St. Pietersberg As onlangs een
merkwaardige versteéming gevonden: het
lijk van een klein roofdier, van den houw
en de grootte eeiner kat, van dit huis
dier verschillend, doordat bet kleine slag
tanden in de bovenkaak heeft. Het fossiel
is buitengewoon goed bewaard gebleven
en in zijn geheel en ongebroken voorhan
den; tct- zelfs neus, ooren, klauwen en
staartwerve»! zijn te zien Het geraamte is
versteend:, de huid als 't ware gelooid: ze
beeft nog eeuiigen graa-d van buigzaamheid
bewaard. ITei linkerschouderblad vertoont
een gat- van zoodandgen vorm en groottei,
dat het denken doet aan een woud, door
een pijlpunt veroorzaakt. Misschien is het
gekwetste dier gevlucht en in een onvind
bare schuilplaats' gestorven; het cadaver
vertoont de half-gerekte, half-gektompen
houding, waarin lijken van aangeschoten
due ren wel meer worden gevonden. Het
roofdierlijk is met groote behoedzaamheid
uit de mergellaag gekapt, waarin het be
sloten lag, en is thans te zien bij den heer
Bcgas, aan de O. L. Vrouwepoort te Maas
tricht.
Ingezonden Mededeelingei
a 30 cent per regel.
Als alles mis gaat.
Verschijnselen van nierzwakte, zooal
onnatuurlijke vermoeidheid', schemeringei
voor de oogen, rügpijn, watenstoornisseii
qpit, niergruis, -steen, rheumatiek en we
terzuc-hfc, zijn voldoende om iemand he
gevoel te geven of aA'.es mis gaat.
Hoe spoediger zulk een stand van zafkei
veranderd wordt, des te heter, want ui
verwaar.loozing komen vaak ongeneeslijk
nierziekten voort. Misschien hebt gij ti
veel vleeseh of ander zwaar voedsel ge
bruilct, u te veel zorgen gemaakt, en nie
voldoende lichaamsoefening, frissohe inch
er. slaap genomen. Als dit het gevail is
wees clan geregelder in uw gewoonten ei
een poos zorgvuldig met uw diëet.
Dit ïs een verstandige, nuttige raad
maar dat is niet voldoende, want d'e dooi
eem of andere oorzaak verzwakte nicrer
kunnen niet Van zelf beter worden. Zij
hebben behoefte aan een speciaal nierge
neesmiddel.
-Het eenige, waarop de echte JFoster'j
Rugpijn Nieren Pillen' ooit aan spr aai
maakten, was dat zij een speciaal genees
middel voor de nieren en blaas zijn. Ale
bijtijds met dit middel begonnen wordtj
vóór de nieren ernstig ziek werden, dienen
de goede resultaten duurzaam te zijn.
Maar verwaarloos uw nieren niet te lang.-
Te Leiden verkrijgb. bij D. M. Kruisingaji
N. Rijn 33. Reijst Krak, Steenstraat
en D. de Waal, Mare 56. Eisch do ©elite
Foster's Rugpijn Nieren Pillen, voorzien
van het handelsmerk 1de man met zijn,
handen in de lendenen op de verpak-
king. Toezending geschiedt franco na ontyj
v. postwissel k f 1.75 p. doos of f 10.— pj
zes doozen. 738
Lijkverbranding.
Mijnheer de Redacteurl
Gisteren las ik in uw blad, dat het stof.
felijk overschot van wijlen het Tweede
Kamerlid Frans Lieftinck dn het crema
torium te Velsen was verbrand. Dat de
overheid in normale tijden lijk verbrand
ding toelaat, wil ik hier thans niet be
spreken-, 'maar dat zij in dezen tijd, nu
onze kolenvoor^aad aanzienlek slinkt,
zoodat in vei-schillende huisgezinnen het
zoo hoog noodrige licht- en 'kookgas ont
breekt, dergelijke liefhebberijen ongestoord
haar gang laten gaan, vind ik onver
antwoordelijk. Het is toch een bekend
feit, dat voor het verbranden van één
lijk een zéér groote hoeveelheid brand
stoffen (ongeveer 30 H.L.) noodig is om
de hitte op die hoogte te brengen, dat ver
branding mogelijk is. Waar nu geen enkel
belang met de lijkverbranding gebaat is,
en deze van onzen beperkten kolenvoor-
raad aanzienlijke offers vraagt, "ligt tic»
daar niet op den weg der regeering, het
crematorium althans voorloopig te sluiten?
U, geachte redactie, dankend, noem ik
mij
OBSERVATOR.
Burgerlijke Stand.
BODEGRAVEN.
Geboren: Gijsbertus, z. van A. van
Eijk en G. Koot. Cornelis, z. van IL
Burger en M. Teunissen. Grietje, d;
van W. Griffioen en J. Verweij.
Ondertrouwd: M. Bloemendaal
25 j. en M. Kortlever 20 j.
Overleden: J. F. Smits 2 m. m
W. van der Neut 88 j.
NIEUWKOOP.
Geboren: Gijsbertus, z. van P. de
Haan en A. G. Ooms, wonende ie Bever
wijk.
Overleden: H. den Beer 16 j.
Ondertrouwd: A. Th. M. Poort 33
j. te Nijmegen en G. L. G. M. Bots 33 j.
TER-AAR.
Geboren: Adriaantje, d. van Th.
Versluis en H. de Bruin. Huibert, z.
van H. Jongeneer en H. Prins. Willem
Antoon, z. van J. Boer en A. van der
Haven. Hendrika, d. van A. Th. de
Lange en J. Vorlh.
Overleden: W. A. Boer 3 d.
hebben! Maar het is ook waar hij was
bevreesd voor den Mikado en daarom
is het dan ook zóó toch nog beter dan
wanneer men rnij naar het paleis had
gesleept. Ik ben nu eenmaal voor mijn
geheele leven verbonden! Moed gehou
den! Misschien gelukt het mij nog, mij
door mijn man te doen beminnen. En
dan kan alles nog goed terecht komen!
Is hij niet een held? Hoe fier reed hij
zooeven weg! Hoeveel Japansche jonge
meisjes zouden mij benijden, als zij ge
zien hadden hoe hij daar heensnelde,
den vijand te gemoet? En hoe kunt gij
aan u-zelve en aan uw eigen geluk den
ken terwijl uw lieve vader voor ons ge
loof den dood le gemoet gaat? Schaam
u, Lucia!"
Zoo dacht de dochter van den groot-
admiraal, terwijl zij onder 't gejammer
van haar voedster en haar dienaressen
de kleinodiën barer moeder en het meest
kostbare tafelgereedschap inpakte, en
naar de schepen liet brengen. In stilte
bad zij voor haren vader én voor haar
man, terwijl zij. uitwendig kalm. aan
I-Iede haar bevelen gaf. Doch al dien tijd
bleef haar een zonderling droombeeld
vpvolgen, waaruit het rumoer van het
plotselinge vertrek haar had opge
schrikt.
Ach, ter prooi aan een gevoel van
diepe smart en groote verlatenheid had
zij zich na afloop van het bruiloftsmaal,
dat haar zonder einde had toegesche
nen, ter ruste gelegd en was weenend
ingesluimerd! Daar zag zij in den droom
liet chrysanthemumbosch vóór zich,
waarin de voedster bij de trouwplechtig
heid haar gouden krisje had verborgen.
En uit dat Bosch ontsproten een menigte
takken en bloesems, voortdurend meer,
een geheel woud! De bloemen waren
bloedrood, en uit elke bloem kwam haar
gouden kruis te voorschijn, steeds groo-
ter en grooter. En naast haar stond prins
Michael, en hij trachtte het gouden kruis
van de bloemen af te rukken. Doch zij
streed met hem om het bezit van dat
kruis. En hij zeide: „Neem gij het kruis
ik neem de bloem!" En plotseling zag
zij haar man niet meer, doch in het rond
een bosch van groote, bloedroode. krui
sen. „Michael! Michael!" riep zij. En
toen wekte Hede haar met de tijding, dat
Foesimi in brand stond.
O, die droom! En toen haar vader weg
ging, had hij haar het kruisteeken op
het voorhoofd gedrukt! Wat mocht dat
beteekenen? Die gedachte liet haar, ter
wijl zij met haar dienaressen ijverig
aan het pakken en regelen was, geen
rust, en uit geheel haar ziel smeekte
zij: „O Heer, laat Uw heilig Kruis zege
vieren, in mij en in alles!"
ELFDE HOOFDSTUK.
De striid om het brandend Scliogoen-
paleis.
Terwijl Lucia met haar dienaressen in
vrees en angst voor zichzelve de moge
lijkheid |ener nederlaag voorzag, en de
oude vorst van Arirna muur en poort in
staat van verdediging bracht tegen een
eventueelen aanval, reed Ukon-Dono
met zijn schaar, zoo snel hij kon, naar
het brandend paleis.
Slechts met moeite gelukte het hem
zich door het gedrang een weg le banen,
.want licel tfe bevolking der'hoofdstad
was door het brandalarm uit den slaap
opgeschrikt. De oostelijke poort, welke
het dichtst bij Foesimi lag, bezette hij
snel. Daar bleef hij wachten, totdat de
vorst van Tschikoengo en de overige
christen-Daimios uit hun verschillende
kwartieren in de stad hun manschappen
hadden aangebracht. Dat was spoedig
geschied, en nu joeg hij, 11a bij de poort
een voldoende bezetting te hebben ach
tergelaten, met zijn ruitertroep dwars
door het veld naar de plaats des onheils.
Tot in wijden kring was de omtrek ver
licht door een.rossigen gloed. Elke mi
nuut werd het geweld van den storm
heviger, en rookwolken vol vonken en
brandende lompen joeg hij onder zijn
krachtige stooten bijna in horizontale
richting over het land heen.
„Een waar geluk, dat wij geen tegen
wind hebben", zei de groot-admiraal tot
Ukon-Dono, toen deze ten laatste op
eenigen afstand van het brandend kas
teel zijn paard liet stilstaan.
„Anders zou de geheele hoofdstad .in
vlammen opgaan. Zie maar eens, hoe
vel de wind het vuur voortjaagt!"
„Het was toch een dwaze inval van
Sibonogo- om het kasteel in brand te
steken!" zei de vorst van Tschikoengo.
„Dat moet de zaak van Samburon-Dono
reeds van te voren gehaat maken."
„Het zal dan ook wel niet zijn werk
zijn, maar dat van Jveyas, toen deze zag
dat het kasteel verloren was!" antwoord
de Ukon-Dono. „Waarschijnlijk is de
vos er vandoor! Wie wil vooruit rijden,
om te zien, wat voor gewapenden het
zijn. die daar stilhouden bij de West-
poort? Ha, zij hebben ons gezien, en
sturen zeiven een paar ruiters!"
Hij stelde vlug zijn mannen in slag
orde. Intusschen waren de ruiters zóó
dichtbij gekomen, dat de vorst van
Tschikoengo met zijn valkenoog hen
kon herkennen. „Het is een officier van
Sibonogo!" riep hij tot Ukon-Dono, „en
hij wenkt ons om spoedig te komen."
Op een teeken van den aanvoerder
renden allen vooruit. „Verdeelt uw
troep!" riep de officier van Sibonogo.
„De beste ruiters naar de Zuidpoort. Daar
wil Jyeyas doorbreken. De andere helft
met mij mee, om Samburon-Dono te
helpen!"
„Tsoekami-Dono, naar de Zuidpoort
met uw mannen!" commandeerde de
aanvoerder, zelf tegelijkertijd aan het
hoofd van zijn troep naar de Westpoort
galoppeerend. Enkele woorden van den
officier, die deze bezet hield, stelden hem
van den toestand op de hoogte.
Met de ontstuimigheid der jeugd had
de kleinzoon van Noboenaga erop ge
staan, het Schogoen-kasteel te verove
ren door een koen waagstuk, in plaats
van Sibonogo's raad te volgen, en eerst
door middel van boden de vreemde Vor
sten onder de wapenen te roepen.
„Wij moeten het kasteel omsingelen",
had de meer bedachtzame vorst van
Omi gezegd, „anders ontsnapt Jyeyas
ons en verwekt hij een burgeroorlog,
waarvan de gevolgen niet te overzien
zijn."
„Och kom! Wij bestormen een der
poorten, en halen den vos uit zijn hol!
Plaats gij dan, als gij dit nog noodig
acht, een handvol ruiters aan het andere
paar uitgangen, terwijl ik mij met mijn
mannen een weg baan naar binnen. Mis
lukt de poging, dan hebben wij altijd
nog gelegenheid de hulp van Ukon-Dono
en van de anderen in te roepen voor een
rechtstreeksche belegering. Ik verlang
nu eenmaal naar de eer, om 't schogoe-
naat van mijn grootvader zelf le verove
ren, in plaats van bet te moeten danken
aan het zwaard mijner vrienden."
Zoo had de jongeling in zijn vurigeri
moed gesproken. Zijn ongeduld maakte
liet voor hem onmogelijk te wachten,
totdat Sibonogo, die zelf de posten bij
de andere poorten wilde plaatsen en het
kasteel ten minste met een losse kelen
van krijgslieden wilde omsingelen, te
rugkeerde. Zoodra hij vermoedde, dat de
mannen van Sibonogo hun positie had
den ingenomen, liet hij zijn ruiters op
zitten, en bestormde met hen de naast-
bijgelegen poort. Zachtjes sloop men
naderbij; de lapellen der pantserhemden
waren opgerold en vastgestoken, zoodat!
het klapperen ervan de wachten niet
deed ontwaken. In een oogwenk waren
de stormladders gesteld. Samburoib
Dono was de eerste die den muur be-'
klom. Met een twaalftal gezellen bezette
hij het buitenste voorplein. Bijna zonder
strijd werd de slaapdronken wacht neer
gestoken, en de poort geopend. Maar
geheel zonder eenig gedruisch ging het
toch niet.
(Wordt vervolgd).