Tweede Blad.
8e JAAftGANO.
Woensdag 20 Juni 1917
Uit de Pers.
De minister van Oorlog.
liet Nieuws van den Dag
schrijft over de oplossing van de crisis
<o m.:
Hoewel geen militair, kun de nieuwe
minister beter gekenschetst worden als
ambtenaar-minister", dan als „burger-
minister". Zijn optreden be teekent ver
moedelijk geenszins, dat de belangen van
de burgerij in haar geheel tegenover de
vaak al te eenzijdig bevoordeelde militaire
belangen nu voortaan krachtig naar vo
ren geschoven zullen worden; maar vvèl
dat iiet dualisme in liet legerbestuur op
houdt. Tot dusver had men in den Minis
ter, nominaal den chef, en de opperbe
velhebber, feitelijk machthebber in de
meeste gevallen, een zeer ongewenschte
tegenstelling, die noch aan de persoon
lijke verhouding tusschen deze beide
liuoggeplaatsten, noch aan de zaken van
het departement, noch vooral aan
's lands belangen ten goede kon komen.
Een dezer twee grootheden verdwijnt
niet generaal Bosboom. Men kan toch
•nauwelijks aannemen dat de departe-
ments-ambtenaar die dezen militair ver
vangt, even krachtig zijn eigen richting
in ïnilitaire aangelegenheden tegenover
die van generaal .Snijders zal verdedigen
Terwijl cr dus geen enkele reden is om
aan te nemen dat de „burgerlijke" be
langen, die naast de militaire «zelfs in
dezen tijd immers niet on be teekenend ge
worden zijn (men denke aan de mobili
satie-weeën, de kwestie der militaire hos
pitalen, enz.), door den nieuwen „bur
ger" kachtiger voorgestaan zullen wor
den dan door den ouden militair maar
't kan meevallen! zouden wij niet rou
wig zijn om het verdwijnen van een dua
lisme dat op don duur een slechten in
vloed moest uitoefenen. Eenheid van
leiding is nergens zóo noodig als in het
(militaire,, tijdons een oorlogstoestand.
.Wordt die door deze persoonswisseling
bevorderd1, dau zal dat ten goede komen
aan de doeltreffende inrichting van ons
leger. En nooit zoo sterk heeft gegolden
als tegenwoordig dat. een staat die een
leger op de been houdt, dat leger .zoo
goed mogelijk moet maken-.
Ook na bijna drie jaar oorlogstoestand
cijn, om 't zoo maar uit te drukken, de
inrichting eri uitrusting niet volmaakt,
niet geheel wat ze konden wezen. Laat
ons hopen, dat de nieuwe verhouding der
leiders ertoe moge bijdragen, de nog be
staande leemten aan te vullen..
Ten slotte betoog het „Nieuws" dat in
de internationale-politieke gesteldheid
van het kabinet, de vervanging van den
heer Bosboom, die als een vredelievend
man bekend stond, door jhr. de Jonge
vermoedelijk geenerlei verandering brengt.
Pater Pescti over arbeiders
afgevaardigden.
In De T ij d schrijft pater Fabianus,
O. M. Cap.:
De bekende .Duitsche Jezuïet, pater
Ileinrich Pesch,, wienis naam en weten-
soliap a'om in de were-kl, ook bij de ni et-
Katholieken, een zeer goeden klank heb
ben, schreef in den loop van dit jaar in
Slimmen der Zeil" een artikel over de
economie- der toekomst. Het. „Kath. Soc.
.Woekbiad" vond het lange opstel interes
sant genoeg om het in vertaling over tc
nemen.
Heel terloops komt daarin de quaesMe
der arbeiders-afgevaardigden ter sprake
en wat de geleerde schrijver daarvan zegt
is in onze dagen te actueel, om enkel maar
te staan in de kolommen vö.n het weten
schappelijk iDuitsche-Nederiaridsche peri
odiek.
Na op de dwaling, vooral van Fransche
en Belgische industrieelen gewezen te
hebben, die meenden, dat de Christelijke
liefdadigheid de slechte toestanden in de
arbeiderswercld voldoende zou kunnen
verbeteren, kent hij met Leo XIII den
Staat het recht en den plicht toe om in
liet arbeidsvraagstuk helpend en bescher
mend in te grijpen. Hij geeft zijn vader
land de* eer van in sociale wetgeving ter
bescherming van de arbeiders aan andere
landen een goed voorbeeld gegeven te
hebben, wijst er dap op,dat in Duit-sc'hland
in dezen ook nog veel, nog heel veel ge
beuren moet en besluit dan („K. S. W."
blz. 218):
„Maar al vermag een goede be-
sehemiuigs- en verz,'keiingswetgeving
zeer veel, zij alléén kan het arbeids
vraagstuk niet geheel oplossen. Daar
toe is noodig een volledige
classificatie van de arbei
dersklasse in het staats-
e ii maatschappelijk or g a-
nisme. Hierbij dient gelet te worden
op haar productieve en consumptieve
kracht... Hoe meer de ontwikkeling tot
kwaliteitsarbeid in de Duitsche in
dustrie vordert, des te hooger moet
de productieve kracht der arbeiders ge
schat worderu Ook de consumptieve
kracht des arbeidersmassa is van niet
minder beteekenis voor de instandhou
ding van een goede binneniniklsche
markt dan de koopkracht der lande
lijke bevolking. Jaarlijks toch be^
draagt het verbruik der Duitsche ar-
i beicfers 20 milliard mark. Een zoo
gewichtige en waardevolle stand moet
in de volkshuisvesting in Slaat en
maatschappij de hem toekomende
waardeeririg vinden; hij mag niet op
onrechtvaardige wijze bij an
dere standen ten achter gesteld wór
den. Zijn organisaties mogen op de
zelfde vrijheid; en genegenheid aan
spraak maken als de organisaties van
andere standen genieten en eveneens
blijft een publiekrechtelijke vertegen
woordiging van den stand in bijzon
dere kamers aanbevelenswaardig.
Ook -zal men niet langer met een be
roep op gebrek aan ontw.kkelmg van
de arbeiders mogen rechtvaardigen,
dat zij inhetstaats- eg ge
meentebestuur tot nu toe
eenzoozeldzaamverschijn-
s e 1 z ij n gebleven. Men onder
schatte het inzicht van onze arbeiders
niet, met name niet hun practisch oor
deel. Ontwikkeling een .zeer betrek;
■kelijk begrip, zooals Berthold Olto
zeer juist opmerkt; geneesheeren,
taalgeleerden en advocaten verstaan
elkaar in een onderhoud soms geheel
niet. „Het resultaat van een dergelijk
gesprek is dan onder anderen, dat de
een den ander voor een. dommerik
houdt, waardoor echter het gevaar,
dat daarin voor de volkseenheid ge
legen is, door woderkeerigheid eeniger-
mate vereffend wordt." Iets dergelijks
zou kunnen gebeuren in vele gevallen
waarin arbeiders staan tegenover zoo
genaamde ontwikkelden. H e t i s d u s
zaak de arbeiders te doen
dèélen in helstaats- en ge-
meenteleven, hunmeer en
meer toegang te verschaf
fen tothetbestuur der ver-
zekeringen enz."-
Pater Pesch neemt het hier heel duide
lijk voor de arbeidenscandidaten op en
•schijnt hun vertegenwoordiging en hun
afgevaardigden in de publieke lichamen
t> eischen krachtens de justitia distributi-
va, dus als een eisch van rechtvaardigheid
on krachtens het natuurrecht.
Wij zullen er hier verder niets van zeg
gen dan dit...: dat wij met een blij gevoel
van bevrediging zulke woorden van zulk
een man aan de lezers van dit blad heb
ben voorgelegd. Het echte Christendom
was ten allen tijde zoo e c lit democratisch,
zoowel i n z ij n 1 e e r als in z ij agroo t-
ste volgelingen.
RECHTSZAKEN.
Beleediging van H.M. de Koningin en
Z.K.H. Prins Hendrik.
Voor liet gerechtshof van Den Bosch
stond terecht L. Ackens, uitgever en
redacteur van het weekblad „De Kerk
radenaar" te Kerkrade, wegens beleedi-
ging jegens de Koningin en een lid van
't koninklijk huis, door plaatsing in zijn
blad van 7 Oct. 1916 van het artikel:
„Weer een brok natuur opgeslokt door
varkens-Heinlje".-
Het artikel was overgenomen uit „De
Tribune-", terwijl ook „De Courant" en
„De Telegraaf" het hadden overgeno
men.
De Maaslrichlsche rechtbank veroor
deelde beklaagde tot twee weken gevan
genisstraf. De eisch was zes maanden.
Getuigen waren voor het Ilof niet ge
dagvaard. De beklaagde zeide hief te
hebben willen beleedigen, integendeel
door het onderschrift o'nder het artikel
het koninklijk huis een dienst te hebben
willen bewijzen.
De advocaat-generaal, mr. Cnopius,
vroeg bevestiging van het Maastricht-
sche vonnis. Ilij noemde het optreden
van bekl. niet royaal. Het ware dit wel,
als hij royaal voor de zaak uilk\Vam en
zijn straf accepteerde. Hij vergeleek
hem nu bij een jongen, die bij 't optre
den van een agent op straat, als er volk
omheen slaat, roept: ik lust je wel, ik
steek je 't mes in je dit en je dat; maar
later voor de rechtbank smeekt die jon
gen dan om geen straf. Zoo ook hier.
De verdediger, mr. v. d. Heyden,
noemde den b'ekl. wel royaal, dit is ko-
ningslievend, want kort voordat Prinses
Juliana geboren moest worden, had be
klaagde een paar schoentjes voor 't ver
wachte koningskind gemaakt en aan
de Koningin aangeboden, die ze onder
dank had aanvaard. De beklaagde
schreide gedurende lieel het pleidooi.
Eedsweigcriiig.
Een 16-jarig mcis-je is wegens eels wei
gering in een zaak met gesloten deuren
voor de rechtbank te Haarlem in gijzeling
gesteld. Zij weigerde ook de belofte. Dit
geschiedde op aanstichting van haar
ouders, die anarchist zijn.
De zaak zal nu over eenige dagen weer
door de rechtbank worden behandeld.
Dr. Nio de Brahmaan.
De per si on van Veenstra, zich noemen
de dr. Nio de Brahmaan, onlangs door den
kantonrechter te 's Gravenhage bij ver
stek veroordeeld tot een vrij hooge geld
boete wegens het onbevoegd en buiten
noodzaak uitoefenen van de geneeskunde,
heeft tegen die veroordeeling verzet aan-
geteekend. Dientengevolge zal de vaak a.s.
Donderdag opnieuw voor het kantonge
recht in behandeling komen.
De zaak Schroder.
Gisteren deed de Ilooge Raad uitspraak
op het cassatieberoep van J. C. Schroder;,
hoofdredacteur van het dagblad „De Tele
graaf" tc Amsterdam, tegen hel arrest van
het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij
hij tot 3 maanden gevangenisstraf is ver
oordeeld wegens het verrichten van een
Mandeling waardoor de onzijdigheid van
den Slaat wordt in gevaar gebracht (het
onder een ingezonden stuk in genoemd
blad doen opnemen van con onderschrift
waarin voorkwamen de woorden: „In het
Centrum van Europa bevindt zich een
groep gewetenloozc schurken die dezen
oorlog verooieaakt hebben", enz.)
Zooals men zich zal herinneren heeft de
iadvGcaat-generaal mr. Ledeboer gecon
cludeerd In deze zaak tot vernietiging
van 's Hofs arrest en verwijzing van de
zaak weer naar een aangrenzend Hof om
op het bestaande hooger beroep opnieuw
te worden berecht en afgedaan, op grond
van het voorgestelde middel, dat 's Hofs
arrest niet voldoende met redenen zou zijn
omkleed wijl daaruit geen aanwijzingen
tc putten zijn voor het bewezen verklaar
de deel der telast'elegging, dat requïrant
een handeling heeft verricht waardoor de
onzijdigheid van den Staat in gevaar werd
gebracht.
De Hooge Raad besliste overeenkomstig
die conclusie e-n verwees de zaak thans
naar het gerechtshof te 's Herlogenbosch
Geen gebiigcgeld.
Een sergeant van het fort Rijnauwen
bij Utrecht, die zich zeer actief had ge
dragen bij een eenvoudig zaakje, moest
als getuige optreden bij het kantongerecht
te Utrecht. Daar hij juist tc Breda met
verlof was, moest hij extra-overkomen.
Hij gebruikte daarvoor zijn militair ver-
voerbevvijs. Nu stond den sergeant de keu
ze open een paar dagen te Utrecht to blij
ven rondzwerven of op eigen kosten naar
Breda terug te koeren. Er werd hem al
thans door den kantonrechter verzekerd,
dat in dit geval geen getuigengeld zal
worden verstrekt. De sergeant wees er op,
dat hij ongeveer f 10 onkosten heeft. Het
gaat, meende hij, niet aan, deze door hem
te doen betalen.
De kantonrechter herhaalde echter, dat
geen getuigengeld rnag worden, uitbetaald
Daarop verzekerde de sergeant: Al
wordt er voortaan vlak bij me geroofd of
gemoord, dan laat ik 't begaan.
Kantonrechter: Dan doet u uw plicht
niet.
Sergeant: Diern heb ik heden gedaan en
daarvoor mag ik nog tien gulden toe be
talen! (Nijdig af!)
Gemengde Berichten.
Rookverbod voor kinderen. De Raad
van Enschede beeft een vérordening vast
gesteld. waarbij bet vërtcóopen, vers»rek
ken of ten- geschenke geven van sigaren,
cigaretten of tabak aan kind ar en besneden
den leeftijd van 16 jaar en het in het
openbaar zich vertoonen van deze kinde
ren, .rookende sigaren,, c.igareeten of pijp
tabak, wordt strafbaar gesteld.
Een vee-tboiavend knaapje. Zonder
dat men de daders op bet spoor kon ko
men werd tweemaal en inbraak gecon
stateerd in een directiekeet bii een bouw
werk te IJmuiüen. Eindelijk iis het de po
litie gelukt bij een derde inbraak den da
der op heeterdaad te betrappen. Deze
bleek een... twaalfjarige knaap te zijn,
dfie zijn 'vierjarig broertje als helper had
medegenomen.
Deze veelbelovende jongen was bij het
onderzoek uiterst brutaal en gaf zelfs
een valsclien naam op, doch bekende ten
slotte aan de diefstallen schuldig te zijn.
Versdhil lende voorwerpen werden dn zijn
lessenaar op school teruggevonden. An
dere bad hij reeids verkwanseld om zijne
schulden in een snoepwinkel te kunnen
voldoen. Ilij bleette eigenaar te zijn van
een model breekijzer. Eenige dagen gele
den had hij nog kans gezien om den munt
meter te ledigen, terwijl zijne moeder aan
de deur vertoefde.
Heide- en Boschbrand. In het Lhes-
der en Dwingerlooërveld heeft Zondag
een groote heide- en boschbrand ge woedt
Meer dan 100 H.A. bosch wend een prooi
der vlammen.
inbraak. Te Gorinchem zijn drie bd-
rlichte Roterdanische individuen door de
gemeentepolitie gearresteerd, terwijl zij
beziig waren om een handelskantoor in
brand te steken. Zij waren in het bez.it
van een tas oh met rinbrekersgereedlschap-
pen.
Oplichting. Te Delft is door de r®-
cherche aangehouden de colporteur M.„
die, zonder opdracht daartoe, gelden in
zamelde voor de noodlijdenen bij den
veenbrand in Drente. De ontvangen geL-
dien had hij voor het meerendee.l in Mer
ken drank omgezet.
Smokkelen, Te Tied zijn gevankelijk!
binnengebracht twee personen, aangehou
den onder Opijnen, verdacht, van smokke*
len van cacao.
AlJe9 bezet. Niettegenstaande er pas
een zolderverdieping is ingericht voor do'
voorloopige opsluiting der smokkelaars of
wel voor hen, die wegens verboden uitvoer
of verboden vervoer, voorloopig in hech
tenis worden gesteld, is liet Huis van. Bet-
waring 'te Maastricht en .tevens de andere
inrichtingen van dien aard, zoowel daar
arts elders zoo stampvol, dad er geen nlaalö
•meer open is. Vooral de „fine fleur" van
het vreemde element is sterk vertegen
woordigd. Het is te hopen, dat spoedig
voor de minst gevaarlijk:' elementen ondar
hen een apart kamp wordt geopend, waar
zij in hun .01 gen onderhoud kunnen voor
zien.. of waar ten minste deze rijks-logeer
gasten nuttigen aibeid vinden.
Hagelslag.. Te Leerdam ontlastte zich'
een hagelbui, vergezeld' van onwoeir, zó6
hevig, als rnen in jaren niet heeft bijge
woond. Gedurende twintig minuten vilten
er hageisteenm als groote knikkers. Aan
de te veld staande gewassen, de tuinvruch
ten en de fruitboornen is in deze korta
spanne tijd» ontzettende schade toege
bracht.
Wat 13 in een naam? Een familie te
B„ Borbeck, heeift hun jongsten zoori den
voornaam gegeven vari „Sleckrübe" (kool
raap), ter herinnering aan den tegcnwoor-
digen tijd, waarin de koolraap 's winters
den hoofdschotel van alle voedsel uit
maakt.
Poging tol inbraak. In een der nach
ten. van de thans verstreken week is lot
tweemaal toe gepoogd in te breken in da
goud- en zilverwinkel van den heer L.
Anholt in de Oosterstraat te Groningen..
Daar is door tot dusvene nog onbekend
gebleven personen „gewerkt" om eon,
kast, waarin een groote hoeveelheid dia
manten geborgen is, open te breken, riet
gelukte .schijnbaar niet, want dc lieer.
Anholt, die eenig gediu.sch waarnam,
trad als spelbreker op. Ilij begaf zich
van zijn slaapkamer naar beneden, ea
waarschuwde de politie. In dien tu&schen-
tijd, waarin de politie zich inmiddels
haastte om een onderzoek naar de daders
in te stellen, hebben de inbrekers ander
maal getracht hun slag te slaan. Weer.
kwamen zij toppunt van brutaliteit.
naar de Oosterstraat terug, waar zij be
proefden de ijzeren bout van de kast.waar-
i 1 de diamanten waren gebo-rgen, te ver
wijderen. Maar dit geschiedde schijn
baar niet in alle stilte, want de waak
zame hond van den heer Anholt sloeg
aan... en joeg door zijn verwoed geblaf do
inbrekers op de vlucht. Andermaal telefo-
foneerde de lieer Ariholt de politie, dia
onmiddellijk een onderzoek instelde, dat
tot dusverre nog geen resultaat heeft op
geleverd.
Verwonding met een scheermes.
Gisternacht om twee uur werden een
vrouw uit de Delistraat te Rotterdam
ernstige snijwonden met een scheermes
FEUILLETON.
Christen-helden in Japan.
ÏG)
„Taiko-Sama tracht ook ditmaal den
clood nog eens te ontkomen", zeide vorst
Auguslirïus tot zijn vriend. „Ik voorzie
reeds een tweeden oorlog mei Korea."
„Niet onmogelijk, dat hij ons nog eens
onthaalt op "iets dergelijks" bromde
L'kon-Dono. „Maar dan "zou ik toch bijna
nog liever mijn hoofd wagen voor de
zegepraal van het Kruis. Heeft de klein
zoon van Naboenaga u niet laten welen,
'dat hij voornemens was, ditmaal op het
"geluk van zijn zwaard te rekenen?"
„Zoo schreef hij mijgisteren. Het
komt mij voor, dat hij een stoute hand
greep wil wagen in geval de Kubo-Sama
zijn eed niet houdt."
„Hm, dan moeten wij meedoen!"
meende vorst Justus. „Van den vorst
,van Tsehikoengo, en natuurlijk, ook van
;iiw neef van Arima zijn wij zeker, en
[door deze beiden van bijna alle Daimios
,van hel Zuider-Eiland. Ingeval van een
•nederlaag konden wij ons terugtrekken
naar Schimo en daar een onafhankelijk
ichrislen Rijk stichten."
..Zoo denkt ook mijn toekomstige
'schoonzoon erover", zei de groot-admi
raal, „en hij zou dan de Spanjaarden le
kuip willen roepen, ten einde over den
cSeliogoen te zegevieren, en Japan te ver
overen voor het Christendom. Maar noch
het eene noch het andere plan kan mij
bevallen. Geen scheuring tusschen
Noord en Zuid en geen inmenging van
ivreemden! Dat zou gelijkstaan m'et het
arerwekken van ecu cindektozcn broeden
krijg, en onzen godsdienst voor altijd bij
de Japanners gehaat maken. Neen, neen!
aan dat plan zal ik niet licht mijn
goedkeuring hechten! En zelfs de ge
welddaad van Samburon-Dono kan mij
niet geheel bevallen. De missionarissen
hebben mij gisteren gewaarschuwd te
gen eiken stap, welke zou kunnen lei
den tot een oorlog tusschen de christe
lijke en de hcidensche Daimios. „Niet
door hel staal van het zwaard, doch door
het hout der Kruises", zal ons de zege
worden geschonken, zooals pater Pasio
een zeer wijs man schreef. De pa
ters schijnen dan ook iets van Sambu^
ron-Dono's plannen te vermoeden."
„Best mogelijk, dat ook hij hun om
raad gevraagd heeft", antwoordde vorst
Justinus. „Zij hebben echter den strijd
voor den kleinzoon van Noboenaga niet
voor ongeoorloofd verklaard.Zij kunnen
dit trouwens niet! En wanneer wij door
het zwaard zegevieren, geschiedt het,
natuurlijk, ook onder het teeken des
Kruises, en zullen de mannen van den
vrede ons ten slotte toch prijzen."
Hier werd het gesprek der beide Vor
sten onderbroken door den maarschalk
Dajemon, die de komst meldde van een
hooggeplaatst persoon aan liet hof van
den Mikado. „Het moet een van dc hoog
ste waardigheidbeklceders wezen. Zijn
kostuum is geheel bezaaid met gouden
chrysanthemums", zei Dajemon.
„Wat mag hij te boodschappen heb
ben?" sprak de groot-admiraal. „Ik moet
hem, natuurlijk, ontvangen. Waar
is hij?"
„De hooge heer zit nog in zijn draag
koets."
„Ukon-Dono, doe mij h&t genoegen, en
ontvang met mij dezen zcldzamen be
zoeker. Ik heb daarbij gaarne een ge
tuige. Geheime onderhandelingen met
den hofadel zouden mij bij onze broe
ders van den zwaardadel misschien ver
dacht maken. En gij, Dajemon, zorg dat
het den begeleiders van den hoveling
aan niets ontbreke."
De beide Vorsten spoedden zich ver
volgens naar het voorplein, waar de
vergulde draagkoets beneden aan de
eeretrap stond. Tsoekami-Dono stelde
zijn vriend voor en kon, overeenkom
stig de hofetiquette, geen woorden ge
noeg vinden, om zijn verbazing erover
uit te drukken, dat hij door den Mikado
zulk een genadige onderscheiding waar
dig gekeurd werd. De hoveling wierp uit
dc nauwelijks zichtbare oogjes in zijn
vollemaansgezicht op den Vorst een blik
van welgevallen, en slapie, vlugger dan
men dit van zijn lijvigheid zou verwacht
hebben, uit de zachte zijden kussens van
den draagstoel. Daarna verborg hij zijn
met schitterende ringen versierde han
den in de wijde armsmouwen van zijn
plechtgewaad', en boog zóó diep, dat de
punten van zijn snorbaard die tot aan
den gordel kwamen bijna de marme
ren vloersleenen van het voorplein raak
ten. Nadat 't vereischte getal buigingen
tegenover dc beide Vorsten met groote
waardigheid uitgevoerd, en door hen in
ontvangst genomen waren, beantwoord
de de hoveling de begroeting mei lang
zaam en slechts ternauwernood ver
staanbaar uitgesproken woorden: „Een
genadige onderscheiding van de zijde
van den goddelijken Mikado, zeer zeker!
Maar geen onverdiendel De faam van
den roem des groot-a dm iraaj.3 is .doorge
drongen tot de ooren van den Zoon der
Zon. Ook die van den dapperen Ukon-
Dono. Men wist aan het Hof, dat dit
doorluchtige tweetal hier te vinden was,
en zoo geldt dus de onderscheiding de
beide verheven Daimios. Doch dat be
zoek is slechts de eerste straal der op
gaande zon van genadige goedheid. Ik,
de geringste dienaar van mijn goddelij
ken Dairi. van den Zoon der zon Gojosei,
heb nog rneer te melden!"
Weer volgden buigingen cn compli
menten. Vervolgens traden, op een
wenk van een der Vorsten, bedienden
nader rnet een stoel, versierd met goud-
brocaat, en belegd met kussens; de ho
veling nam daarop plaats, en werd de
trap opgedragen naar de ontvangstzaal.
Ter rechter- en Ier linkerzijde schreden
de Vorsten. In de rijk versierde zaal na
men zij op kussen^ plaats aan beide zij
den van den gast. Eerst nu ontvouwde
de hoveling liét doel zijner zending.
„De goddelijke Dairi had erover nage
dacht",'zeide hij op half-luiden toon en
langzaam, elk woord uitbrengend, alsof
hij uit 'n fluwcclcn étui edels tién en le
voorschijn haalde en ze in de zon deed
schitteren, „op welke wijze hij de groote
verdiensten van Tsoekami-Dono en
l'kon-Dono voor Japans roem waardig
zou kunnen vergelden. En in zijn wijs
heid en goedheid had hij liet volgende,
ongehoorde besluit genomen: „Beide
Vorsten zouden de waardigheid van
Schogoen verkrijgen, en de dochter van
den groot-admiraal was opgenomen on
der de koninklijke gemalinnen van den
Mikado. Nog heden zou het paleis van
den Zoon dor Zon voor dc Prinses open
staan."
„Gij zijt sprakeloos van verbazing over
de grootheid van dit gunstbewijs", aldus
besloot de hoveling zijne mededeeling.
„Ik verwachtte niet anders! Het is sinds
eeuwen de eerste maal, dat aan een
dochter uit den zwaard-adel zulk cei?
eer te beurt valt. De Koninginnen wer.
den anders uitsluitend gekozen uit d*
dochters der familien van den hofadel,
daar wij tol den Zoon der Zon in betrek
king van bloedverwantschap staan, en»
het recht hebben den Mikado te kiezen:
Deze verbintenis moet een einde maken
aan den ouden strijd tusschen hof- eri
zwaard-adel. Daartegenover verwacht de
Mikado, dat gij hem onder cede belooft,
als Schogoens niets meer te willen zijn
dan de kroon-veldheeren van den lleer-
scher. zooals het in de oude lijden was.
Gij ziet dus, dat. onze goddelijke Dairi het
voornemen koestert, zich weer de volle
dige heerschappij der Mikado's tc verze
keren, welke de Schogoens aan zijn
voorgangers ontnamen, en u beiden
heeft hij de roemrijke onderscheiding
toegedacht, hem bij den dood van den
tegenwoordigen Kubo-Sama behulpzaam
lot herstel van den ouden rechts
toestand. Dat gij als trouwe onderdanen
biertoe bereid zijt, stel ik op den voor
grond. Over de middelen en de maatre
gelen om daartoe te geraken, zullen \vi?
gemeenschappelijk beraadslagen."
(Wordt vervolgd).