Tweede Blad. 8e JAAftGANO. Woensdag 20 Juni 1917 Uit de Pers. De minister van Oorlog. liet Nieuws van den Dag schrijft over de oplossing van de crisis <o m.: Hoewel geen militair, kun de nieuwe minister beter gekenschetst worden als ambtenaar-minister", dan als „burger- minister". Zijn optreden be teekent ver moedelijk geenszins, dat de belangen van de burgerij in haar geheel tegenover de vaak al te eenzijdig bevoordeelde militaire belangen nu voortaan krachtig naar vo ren geschoven zullen worden; maar vvèl dat iiet dualisme in liet legerbestuur op houdt. Tot dusver had men in den Minis ter, nominaal den chef, en de opperbe velhebber, feitelijk machthebber in de meeste gevallen, een zeer ongewenschte tegenstelling, die noch aan de persoon lijke verhouding tusschen deze beide liuoggeplaatsten, noch aan de zaken van het departement, noch vooral aan 's lands belangen ten goede kon komen. Een dezer twee grootheden verdwijnt niet generaal Bosboom. Men kan toch •nauwelijks aannemen dat de departe- ments-ambtenaar die dezen militair ver vangt, even krachtig zijn eigen richting in ïnilitaire aangelegenheden tegenover die van generaal .Snijders zal verdedigen Terwijl cr dus geen enkele reden is om aan te nemen dat de „burgerlijke" be langen, die naast de militaire «zelfs in dezen tijd immers niet on be teekenend ge worden zijn (men denke aan de mobili satie-weeën, de kwestie der militaire hos pitalen, enz.), door den nieuwen „bur ger" kachtiger voorgestaan zullen wor den dan door den ouden militair maar 't kan meevallen! zouden wij niet rou wig zijn om het verdwijnen van een dua lisme dat op don duur een slechten in vloed moest uitoefenen. Eenheid van leiding is nergens zóo noodig als in het (militaire,, tijdons een oorlogstoestand. .Wordt die door deze persoonswisseling bevorderd1, dau zal dat ten goede komen aan de doeltreffende inrichting van ons leger. En nooit zoo sterk heeft gegolden als tegenwoordig dat. een staat die een leger op de been houdt, dat leger .zoo goed mogelijk moet maken-. Ook na bijna drie jaar oorlogstoestand cijn, om 't zoo maar uit te drukken, de inrichting eri uitrusting niet volmaakt, niet geheel wat ze konden wezen. Laat ons hopen, dat de nieuwe verhouding der leiders ertoe moge bijdragen, de nog be staande leemten aan te vullen.. Ten slotte betoog het „Nieuws" dat in de internationale-politieke gesteldheid van het kabinet, de vervanging van den heer Bosboom, die als een vredelievend man bekend stond, door jhr. de Jonge vermoedelijk geenerlei verandering brengt. Pater Pescti over arbeiders afgevaardigden. In De T ij d schrijft pater Fabianus, O. M. Cap.: De bekende .Duitsche Jezuïet, pater Ileinrich Pesch,, wienis naam en weten- soliap a'om in de were-kl, ook bij de ni et- Katholieken, een zeer goeden klank heb ben, schreef in den loop van dit jaar in Slimmen der Zeil" een artikel over de economie- der toekomst. Het. „Kath. Soc. .Woekbiad" vond het lange opstel interes sant genoeg om het in vertaling over tc nemen. Heel terloops komt daarin de quaesMe der arbeiders-afgevaardigden ter sprake en wat de geleerde schrijver daarvan zegt is in onze dagen te actueel, om enkel maar te staan in de kolommen vö.n het weten schappelijk iDuitsche-Nederiaridsche peri odiek. Na op de dwaling, vooral van Fransche en Belgische industrieelen gewezen te hebben, die meenden, dat de Christelijke liefdadigheid de slechte toestanden in de arbeiderswercld voldoende zou kunnen verbeteren, kent hij met Leo XIII den Staat het recht en den plicht toe om in liet arbeidsvraagstuk helpend en bescher mend in te grijpen. Hij geeft zijn vader land de* eer van in sociale wetgeving ter bescherming van de arbeiders aan andere landen een goed voorbeeld gegeven te hebben, wijst er dap op,dat in Duit-sc'hland in dezen ook nog veel, nog heel veel ge beuren moet en besluit dan („K. S. W." blz. 218): „Maar al vermag een goede be- sehemiuigs- en verz,'keiingswetgeving zeer veel, zij alléén kan het arbeids vraagstuk niet geheel oplossen. Daar toe is noodig een volledige classificatie van de arbei dersklasse in het staats- e ii maatschappelijk or g a- nisme. Hierbij dient gelet te worden op haar productieve en consumptieve kracht... Hoe meer de ontwikkeling tot kwaliteitsarbeid in de Duitsche in dustrie vordert, des te hooger moet de productieve kracht der arbeiders ge schat worderu Ook de consumptieve kracht des arbeidersmassa is van niet minder beteekenis voor de instandhou ding van een goede binneniniklsche markt dan de koopkracht der lande lijke bevolking. Jaarlijks toch be^ draagt het verbruik der Duitsche ar- i beicfers 20 milliard mark. Een zoo gewichtige en waardevolle stand moet in de volkshuisvesting in Slaat en maatschappij de hem toekomende waardeeririg vinden; hij mag niet op onrechtvaardige wijze bij an dere standen ten achter gesteld wór den. Zijn organisaties mogen op de zelfde vrijheid; en genegenheid aan spraak maken als de organisaties van andere standen genieten en eveneens blijft een publiekrechtelijke vertegen woordiging van den stand in bijzon dere kamers aanbevelenswaardig. Ook -zal men niet langer met een be roep op gebrek aan ontw.kkelmg van de arbeiders mogen rechtvaardigen, dat zij inhetstaats- eg ge meentebestuur tot nu toe eenzoozeldzaamverschijn- s e 1 z ij n gebleven. Men onder schatte het inzicht van onze arbeiders niet, met name niet hun practisch oor deel. Ontwikkeling een .zeer betrek; ■kelijk begrip, zooals Berthold Olto zeer juist opmerkt; geneesheeren, taalgeleerden en advocaten verstaan elkaar in een onderhoud soms geheel niet. „Het resultaat van een dergelijk gesprek is dan onder anderen, dat de een den ander voor een. dommerik houdt, waardoor echter het gevaar, dat daarin voor de volkseenheid ge legen is, door woderkeerigheid eeniger- mate vereffend wordt." Iets dergelijks zou kunnen gebeuren in vele gevallen waarin arbeiders staan tegenover zoo genaamde ontwikkelden. H e t i s d u s zaak de arbeiders te doen dèélen in helstaats- en ge- meenteleven, hunmeer en meer toegang te verschaf fen tothetbestuur der ver- zekeringen enz."- Pater Pesch neemt het hier heel duide lijk voor de arbeidenscandidaten op en •schijnt hun vertegenwoordiging en hun afgevaardigden in de publieke lichamen t> eischen krachtens de justitia distributi- va, dus als een eisch van rechtvaardigheid on krachtens het natuurrecht. Wij zullen er hier verder niets van zeg gen dan dit...: dat wij met een blij gevoel van bevrediging zulke woorden van zulk een man aan de lezers van dit blad heb ben voorgelegd. Het echte Christendom was ten allen tijde zoo e c lit democratisch, zoowel i n z ij n 1 e e r als in z ij agroo t- ste volgelingen. RECHTSZAKEN. Beleediging van H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Hendrik. Voor liet gerechtshof van Den Bosch stond terecht L. Ackens, uitgever en redacteur van het weekblad „De Kerk radenaar" te Kerkrade, wegens beleedi- ging jegens de Koningin en een lid van 't koninklijk huis, door plaatsing in zijn blad van 7 Oct. 1916 van het artikel: „Weer een brok natuur opgeslokt door varkens-Heinlje".- Het artikel was overgenomen uit „De Tribune-", terwijl ook „De Courant" en „De Telegraaf" het hadden overgeno men. De Maaslrichlsche rechtbank veroor deelde beklaagde tot twee weken gevan genisstraf. De eisch was zes maanden. Getuigen waren voor het Ilof niet ge dagvaard. De beklaagde zeide hief te hebben willen beleedigen, integendeel door het onderschrift o'nder het artikel het koninklijk huis een dienst te hebben willen bewijzen. De advocaat-generaal, mr. Cnopius, vroeg bevestiging van het Maastricht- sche vonnis. Ilij noemde het optreden van bekl. niet royaal. Het ware dit wel, als hij royaal voor de zaak uilk\Vam en zijn straf accepteerde. Hij vergeleek hem nu bij een jongen, die bij 't optre den van een agent op straat, als er volk omheen slaat, roept: ik lust je wel, ik steek je 't mes in je dit en je dat; maar later voor de rechtbank smeekt die jon gen dan om geen straf. Zoo ook hier. De verdediger, mr. v. d. Heyden, noemde den b'ekl. wel royaal, dit is ko- ningslievend, want kort voordat Prinses Juliana geboren moest worden, had be klaagde een paar schoentjes voor 't ver wachte koningskind gemaakt en aan de Koningin aangeboden, die ze onder dank had aanvaard. De beklaagde schreide gedurende lieel het pleidooi. Eedsweigcriiig. Een 16-jarig mcis-je is wegens eels wei gering in een zaak met gesloten deuren voor de rechtbank te Haarlem in gijzeling gesteld. Zij weigerde ook de belofte. Dit geschiedde op aanstichting van haar ouders, die anarchist zijn. De zaak zal nu over eenige dagen weer door de rechtbank worden behandeld. Dr. Nio de Brahmaan. De per si on van Veenstra, zich noemen de dr. Nio de Brahmaan, onlangs door den kantonrechter te 's Gravenhage bij ver stek veroordeeld tot een vrij hooge geld boete wegens het onbevoegd en buiten noodzaak uitoefenen van de geneeskunde, heeft tegen die veroordeeling verzet aan- geteekend. Dientengevolge zal de vaak a.s. Donderdag opnieuw voor het kantonge recht in behandeling komen. De zaak Schroder. Gisteren deed de Ilooge Raad uitspraak op het cassatieberoep van J. C. Schroder;, hoofdredacteur van het dagblad „De Tele graaf" tc Amsterdam, tegen hel arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij hij tot 3 maanden gevangenisstraf is ver oordeeld wegens het verrichten van een Mandeling waardoor de onzijdigheid van den Slaat wordt in gevaar gebracht (het onder een ingezonden stuk in genoemd blad doen opnemen van con onderschrift waarin voorkwamen de woorden: „In het Centrum van Europa bevindt zich een groep gewetenloozc schurken die dezen oorlog verooieaakt hebben", enz.) Zooals men zich zal herinneren heeft de iadvGcaat-generaal mr. Ledeboer gecon cludeerd In deze zaak tot vernietiging van 's Hofs arrest en verwijzing van de zaak weer naar een aangrenzend Hof om op het bestaande hooger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, op grond van het voorgestelde middel, dat 's Hofs arrest niet voldoende met redenen zou zijn omkleed wijl daaruit geen aanwijzingen tc putten zijn voor het bewezen verklaar de deel der telast'elegging, dat requïrant een handeling heeft verricht waardoor de onzijdigheid van den Staat in gevaar werd gebracht. De Hooge Raad besliste overeenkomstig die conclusie e-n verwees de zaak thans naar het gerechtshof te 's Herlogenbosch Geen gebiigcgeld. Een sergeant van het fort Rijnauwen bij Utrecht, die zich zeer actief had ge dragen bij een eenvoudig zaakje, moest als getuige optreden bij het kantongerecht te Utrecht. Daar hij juist tc Breda met verlof was, moest hij extra-overkomen. Hij gebruikte daarvoor zijn militair ver- voerbevvijs. Nu stond den sergeant de keu ze open een paar dagen te Utrecht to blij ven rondzwerven of op eigen kosten naar Breda terug te koeren. Er werd hem al thans door den kantonrechter verzekerd, dat in dit geval geen getuigengeld zal worden verstrekt. De sergeant wees er op, dat hij ongeveer f 10 onkosten heeft. Het gaat, meende hij, niet aan, deze door hem te doen betalen. De kantonrechter herhaalde echter, dat geen getuigengeld rnag worden, uitbetaald Daarop verzekerde de sergeant: Al wordt er voortaan vlak bij me geroofd of gemoord, dan laat ik 't begaan. Kantonrechter: Dan doet u uw plicht niet. Sergeant: Diern heb ik heden gedaan en daarvoor mag ik nog tien gulden toe be talen! (Nijdig af!) Gemengde Berichten. Rookverbod voor kinderen. De Raad van Enschede beeft een vérordening vast gesteld. waarbij bet vërtcóopen, vers»rek ken of ten- geschenke geven van sigaren, cigaretten of tabak aan kind ar en besneden den leeftijd van 16 jaar en het in het openbaar zich vertoonen van deze kinde ren, .rookende sigaren,, c.igareeten of pijp tabak, wordt strafbaar gesteld. Een vee-tboiavend knaapje. Zonder dat men de daders op bet spoor kon ko men werd tweemaal en inbraak gecon stateerd in een directiekeet bii een bouw werk te IJmuiüen. Eindelijk iis het de po litie gelukt bij een derde inbraak den da der op heeterdaad te betrappen. Deze bleek een... twaalfjarige knaap te zijn, dfie zijn 'vierjarig broertje als helper had medegenomen. Deze veelbelovende jongen was bij het onderzoek uiterst brutaal en gaf zelfs een valsclien naam op, doch bekende ten slotte aan de diefstallen schuldig te zijn. Versdhil lende voorwerpen werden dn zijn lessenaar op school teruggevonden. An dere bad hij reeids verkwanseld om zijne schulden in een snoepwinkel te kunnen voldoen. Ilij bleette eigenaar te zijn van een model breekijzer. Eenige dagen gele den had hij nog kans gezien om den munt meter te ledigen, terwijl zijne moeder aan de deur vertoefde. Heide- en Boschbrand. In het Lhes- der en Dwingerlooërveld heeft Zondag een groote heide- en boschbrand ge woedt Meer dan 100 H.A. bosch wend een prooi der vlammen. inbraak. Te Gorinchem zijn drie bd- rlichte Roterdanische individuen door de gemeentepolitie gearresteerd, terwijl zij beziig waren om een handelskantoor in brand te steken. Zij waren in het bez.it van een tas oh met rinbrekersgereedlschap- pen. Oplichting. Te Delft is door de r®- cherche aangehouden de colporteur M.„ die, zonder opdracht daartoe, gelden in zamelde voor de noodlijdenen bij den veenbrand in Drente. De ontvangen geL- dien had hij voor het meerendee.l in Mer ken drank omgezet. Smokkelen, Te Tied zijn gevankelijk! binnengebracht twee personen, aangehou den onder Opijnen, verdacht, van smokke* len van cacao. AlJe9 bezet. Niettegenstaande er pas een zolderverdieping is ingericht voor do' voorloopige opsluiting der smokkelaars of wel voor hen, die wegens verboden uitvoer of verboden vervoer, voorloopig in hech tenis worden gesteld, is liet Huis van. Bet- waring 'te Maastricht en .tevens de andere inrichtingen van dien aard, zoowel daar arts elders zoo stampvol, dad er geen nlaalö •meer open is. Vooral de „fine fleur" van het vreemde element is sterk vertegen woordigd. Het is te hopen, dat spoedig voor de minst gevaarlijk:' elementen ondar hen een apart kamp wordt geopend, waar zij in hun .01 gen onderhoud kunnen voor zien.. of waar ten minste deze rijks-logeer gasten nuttigen aibeid vinden. Hagelslag.. Te Leerdam ontlastte zich' een hagelbui, vergezeld' van onwoeir, zó6 hevig, als rnen in jaren niet heeft bijge woond. Gedurende twintig minuten vilten er hageisteenm als groote knikkers. Aan de te veld staande gewassen, de tuinvruch ten en de fruitboornen is in deze korta spanne tijd» ontzettende schade toege bracht. Wat 13 in een naam? Een familie te B„ Borbeck, heeift hun jongsten zoori den voornaam gegeven vari „Sleckrübe" (kool raap), ter herinnering aan den tegcnwoor- digen tijd, waarin de koolraap 's winters den hoofdschotel van alle voedsel uit maakt. Poging tol inbraak. In een der nach ten. van de thans verstreken week is lot tweemaal toe gepoogd in te breken in da goud- en zilverwinkel van den heer L. Anholt in de Oosterstraat te Groningen.. Daar is door tot dusvene nog onbekend gebleven personen „gewerkt" om eon, kast, waarin een groote hoeveelheid dia manten geborgen is, open te breken, riet gelukte .schijnbaar niet, want dc lieer. Anholt, die eenig gediu.sch waarnam, trad als spelbreker op. Ilij begaf zich van zijn slaapkamer naar beneden, ea waarschuwde de politie. In dien tu&schen- tijd, waarin de politie zich inmiddels haastte om een onderzoek naar de daders in te stellen, hebben de inbrekers ander maal getracht hun slag te slaan. Weer. kwamen zij toppunt van brutaliteit. naar de Oosterstraat terug, waar zij be proefden de ijzeren bout van de kast.waar- i 1 de diamanten waren gebo-rgen, te ver wijderen. Maar dit geschiedde schijn baar niet in alle stilte, want de waak zame hond van den heer Anholt sloeg aan... en joeg door zijn verwoed geblaf do inbrekers op de vlucht. Andermaal telefo- foneerde de lieer Ariholt de politie, dia onmiddellijk een onderzoek instelde, dat tot dusverre nog geen resultaat heeft op geleverd. Verwonding met een scheermes. Gisternacht om twee uur werden een vrouw uit de Delistraat te Rotterdam ernstige snijwonden met een scheermes FEUILLETON. Christen-helden in Japan. ÏG) „Taiko-Sama tracht ook ditmaal den clood nog eens te ontkomen", zeide vorst Auguslirïus tot zijn vriend. „Ik voorzie reeds een tweeden oorlog mei Korea." „Niet onmogelijk, dat hij ons nog eens onthaalt op "iets dergelijks" bromde L'kon-Dono. „Maar dan "zou ik toch bijna nog liever mijn hoofd wagen voor de zegepraal van het Kruis. Heeft de klein zoon van Naboenaga u niet laten welen, 'dat hij voornemens was, ditmaal op het "geluk van zijn zwaard te rekenen?" „Zoo schreef hij mijgisteren. Het komt mij voor, dat hij een stoute hand greep wil wagen in geval de Kubo-Sama zijn eed niet houdt." „Hm, dan moeten wij meedoen!" meende vorst Justus. „Van den vorst ,van Tsehikoengo, en natuurlijk, ook van ;iiw neef van Arima zijn wij zeker, en [door deze beiden van bijna alle Daimios ,van hel Zuider-Eiland. Ingeval van een •nederlaag konden wij ons terugtrekken naar Schimo en daar een onafhankelijk ichrislen Rijk stichten." ..Zoo denkt ook mijn toekomstige 'schoonzoon erover", zei de groot-admi raal, „en hij zou dan de Spanjaarden le kuip willen roepen, ten einde over den cSeliogoen te zegevieren, en Japan te ver overen voor het Christendom. Maar noch het eene noch het andere plan kan mij bevallen. Geen scheuring tusschen Noord en Zuid en geen inmenging van ivreemden! Dat zou gelijkstaan m'et het arerwekken van ecu cindektozcn broeden krijg, en onzen godsdienst voor altijd bij de Japanners gehaat maken. Neen, neen! aan dat plan zal ik niet licht mijn goedkeuring hechten! En zelfs de ge welddaad van Samburon-Dono kan mij niet geheel bevallen. De missionarissen hebben mij gisteren gewaarschuwd te gen eiken stap, welke zou kunnen lei den tot een oorlog tusschen de christe lijke en de hcidensche Daimios. „Niet door hel staal van het zwaard, doch door het hout der Kruises", zal ons de zege worden geschonken, zooals pater Pasio een zeer wijs man schreef. De pa ters schijnen dan ook iets van Sambu^ ron-Dono's plannen te vermoeden." „Best mogelijk, dat ook hij hun om raad gevraagd heeft", antwoordde vorst Justinus. „Zij hebben echter den strijd voor den kleinzoon van Noboenaga niet voor ongeoorloofd verklaard.Zij kunnen dit trouwens niet! En wanneer wij door het zwaard zegevieren, geschiedt het, natuurlijk, ook onder het teeken des Kruises, en zullen de mannen van den vrede ons ten slotte toch prijzen." Hier werd het gesprek der beide Vor sten onderbroken door den maarschalk Dajemon, die de komst meldde van een hooggeplaatst persoon aan liet hof van den Mikado. „Het moet een van dc hoog ste waardigheidbeklceders wezen. Zijn kostuum is geheel bezaaid met gouden chrysanthemums", zei Dajemon. „Wat mag hij te boodschappen heb ben?" sprak de groot-admiraal. „Ik moet hem, natuurlijk, ontvangen. Waar is hij?" „De hooge heer zit nog in zijn draag koets." „Ukon-Dono, doe mij h&t genoegen, en ontvang met mij dezen zcldzamen be zoeker. Ik heb daarbij gaarne een ge tuige. Geheime onderhandelingen met den hofadel zouden mij bij onze broe ders van den zwaardadel misschien ver dacht maken. En gij, Dajemon, zorg dat het den begeleiders van den hoveling aan niets ontbreke." De beide Vorsten spoedden zich ver volgens naar het voorplein, waar de vergulde draagkoets beneden aan de eeretrap stond. Tsoekami-Dono stelde zijn vriend voor en kon, overeenkom stig de hofetiquette, geen woorden ge noeg vinden, om zijn verbazing erover uit te drukken, dat hij door den Mikado zulk een genadige onderscheiding waar dig gekeurd werd. De hoveling wierp uit dc nauwelijks zichtbare oogjes in zijn vollemaansgezicht op den Vorst een blik van welgevallen, en slapie, vlugger dan men dit van zijn lijvigheid zou verwacht hebben, uit de zachte zijden kussens van den draagstoel. Daarna verborg hij zijn met schitterende ringen versierde han den in de wijde armsmouwen van zijn plechtgewaad', en boog zóó diep, dat de punten van zijn snorbaard die tot aan den gordel kwamen bijna de marme ren vloersleenen van het voorplein raak ten. Nadat 't vereischte getal buigingen tegenover dc beide Vorsten met groote waardigheid uitgevoerd, en door hen in ontvangst genomen waren, beantwoord de de hoveling de begroeting mei lang zaam en slechts ternauwernood ver staanbaar uitgesproken woorden: „Een genadige onderscheiding van de zijde van den goddelijken Mikado, zeer zeker! Maar geen onverdiendel De faam van den roem des groot-a dm iraaj.3 is .doorge drongen tot de ooren van den Zoon der Zon. Ook die van den dapperen Ukon- Dono. Men wist aan het Hof, dat dit doorluchtige tweetal hier te vinden was, en zoo geldt dus de onderscheiding de beide verheven Daimios. Doch dat be zoek is slechts de eerste straal der op gaande zon van genadige goedheid. Ik, de geringste dienaar van mijn goddelij ken Dairi. van den Zoon der zon Gojosei, heb nog rneer te melden!" Weer volgden buigingen cn compli menten. Vervolgens traden, op een wenk van een der Vorsten, bedienden nader rnet een stoel, versierd met goud- brocaat, en belegd met kussens; de ho veling nam daarop plaats, en werd de trap opgedragen naar de ontvangstzaal. Ter rechter- en Ier linkerzijde schreden de Vorsten. In de rijk versierde zaal na men zij op kussen^ plaats aan beide zij den van den gast. Eerst nu ontvouwde de hoveling liét doel zijner zending. „De goddelijke Dairi had erover nage dacht",'zeide hij op half-luiden toon en langzaam, elk woord uitbrengend, alsof hij uit 'n fluwcclcn étui edels tién en le voorschijn haalde en ze in de zon deed schitteren, „op welke wijze hij de groote verdiensten van Tsoekami-Dono en l'kon-Dono voor Japans roem waardig zou kunnen vergelden. En in zijn wijs heid en goedheid had hij liet volgende, ongehoorde besluit genomen: „Beide Vorsten zouden de waardigheid van Schogoen verkrijgen, en de dochter van den groot-admiraal was opgenomen on der de koninklijke gemalinnen van den Mikado. Nog heden zou het paleis van den Zoon dor Zon voor dc Prinses open staan." „Gij zijt sprakeloos van verbazing over de grootheid van dit gunstbewijs", aldus besloot de hoveling zijne mededeeling. „Ik verwachtte niet anders! Het is sinds eeuwen de eerste maal, dat aan een dochter uit den zwaard-adel zulk cei? eer te beurt valt. De Koninginnen wer. den anders uitsluitend gekozen uit d* dochters der familien van den hofadel, daar wij tol den Zoon der Zon in betrek king van bloedverwantschap staan, en» het recht hebben den Mikado te kiezen: Deze verbintenis moet een einde maken aan den ouden strijd tusschen hof- eri zwaard-adel. Daartegenover verwacht de Mikado, dat gij hem onder cede belooft, als Schogoens niets meer te willen zijn dan de kroon-veldheeren van den lleer- scher. zooals het in de oude lijden was. Gij ziet dus, dat. onze goddelijke Dairi het voornemen koestert, zich weer de volle dige heerschappij der Mikado's tc verze keren, welke de Schogoens aan zijn voorgangers ontnamen, en u beiden heeft hij de roemrijke onderscheiding toegedacht, hem bij den dood van den tegenwoordigen Kubo-Sama behulpzaam lot herstel van den ouden rechts toestand. Dat gij als trouwe onderdanen biertoe bereid zijt, stel ik op den voor grond. Over de middelen en de maatre gelen om daartoe te geraken, zullen \vi? gemeenschappelijk beraadslagen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 1