Brieven uit Minnesota. Letteren en Kunst. Doctor P. J. H. Cuypers. Zi'in levenselixer. Nederlands beroemde Bouwmeester, onee Katholieke Doctor P. J. H. Cuypers, vierde gisteren zijn negentigsten verjaar dag. „De Maasbode" en ..De Tijd" van gis teravond wijden huldigende artikelen aan dezen genialen nestor der Neder- landsche bouwmeesters. Ook in niet-Katholieke bladen wordt met groote waardeering over dezen kunstenaar gesproken. Wij willen onzen lezers ter lezing bie den volgend typeerend stukje van den onder-de-streep-redacteur van het Hbld.: „\Vat hebt u toch wel gedaan, meneer Cuypers?" vroeg ik, toen ik een paar weken geleden in een der hooge, ruime vertrekken van zijn Roermondsche wo ning tegenover onzen bouwmeester zat, „wat hebt u toch wel gedaan om, on danks uw 90 jaren, zoo krachtig van lichaam en zoo frisch van geest te kun nen zijn?" We hadden tevoren een gesprek ge voerd over de vele monumenten van oude bouwkunst, die, dank zij zijn be kwame leiding en op diepgaande archae- ologische studie gegronde adviezen, voor het nageslacht waren behouden en met innig genoegen had hij zich zóó verdiept in zijn herinneringen aan al het mooie uit onze vroegere architectuur, waaraan door zijn onverpoosd streven nieuwe be koring was gegeven, dat hij niet dade lijk in mijn vraag was, mij even verwon derd aankeek met een „gedaan om zoo oud te worden?" „Ja, ik bedoel, hebt u een bepaalden leefregel gevolgd of is het bloot toeval dat de kenmerken van den ouderdom bij u zoo bijna absoluut achterweg blijven?" „O, is het dat, ja, maar vraag dan niet wat ik gedaan, maar liever wat ik achterwege gelaten heb." „Nu, wat hebt u dan achterwege gela ten? 'k Zou graag het geheim kennen." ,,'t Is heelemaal geen geheim, 't is eigenlijk zoo logisch mogelijk. Was ons voorgeslacht, dat geen spoor van slap heid of verweekelijking kende, dat een toonbeeld was van soberheid en matig heid, niet veel krachtiger en physiek sterker dan de tegenwoordige geslach ten en was hun weerstandsvermogen niet veel grooter? Voor mij is ook sober heid steeds een eerste levenseisch ge weest, 'k heb steeds bij 't in stand hou den van mijn lichaam de uiterste matig heid betracht, ik rook niet, 'k drink al leen maar wijn als het noodzakelijk is, en nooit meer dan een enkel glas, 'k neem geregeld eiken dag mijn koud bad, 'k sta steeds te zes uur op, terwijl ik nooit vóór elven naar bed ga, en aan dat alles schrijf ik het toe, dat ik al mijn zintuigen nog ten volle tot mijn beschik king heb, dat ik nog werken kan van 's morgens vroeg tot 's avonds laat." „En denkt u nog aan 't werk te blijven, ook na uw feest van den zestienden?" „Ja, waarom zou ik niet? Werken zonder ophouden is naast een sobere le venswijze de juiste manier om frisch te blijven lot je opgeroepen wordt voor de eeuwigheid. En of ik er nog bij ben, vraag dat hierover maar", monkelde hij, wijzende naar de werkplaatsen aan de overzijde van den tuin, waarop wij het uitzicht hadden. „Dan heb ik u misschien al te lang van uw werk afgehouden", lachte ik, op staande. „Nu, zoo erg is 't niet", stelde de bewe gelijke man mij gerust, opveerend uit zijn stoel, om mij te geleiden naar de voordeur. Maar nauwelijks had hij mij de hand ten afscheid gegeven, of met haastige stappen, om toch vooral niet méér tijd te verliezen dan strikt noodzakelijk was, slapte hij door de vestibule heen naar de deur, die uitgang verleende naar den tuin en de daaraan grenzenden werk plaatsen. '*;v 1 SimLs ik de laatste maa.l uit ihet verre verre Air.erilkia aan ,,De LekHsche Courant" iets schreef, is er we>eir well voorgeval'en. En hier ibedtoeH alk geen nxxrto"-, dleT ver van 't einde, neg immer in hevigheid toeneemt en steeds verder zich uitbreidt, maar ik bedoel hier Onamia en mijn missies.. Vooreerst hadden wij verleden jaar in Onamia en Wakkon 8-daagsvhe mdsru'es, geleid! door onzen confrater B. van Gils, weiiike met Gods genade. vee', vradhteai op geestelijk gebiedi hebben afgeworpen. Op Auierdkaan^Jdhe maniea' werd er gedegen heid' gegeven, vragen omtrent die gods dienstleer en de plechtigheden der Room- sche kerk te stellen» waarvan ook veel ge bruik gemaakt werd door Protestanten, die des avonds in grooten getale de predikatiën kwamen bijwonen. In Me'lgrath z>al an den (herfst van dit jaar een missie gegeven worden. De zomer bracht, behalve de gewone c at ecbisrn us-klassen voor die lste H. Com- muailie, een bijzondere drukte door de voorbereiding voor het II. Vo-rmseü, dat onze nieuwe Bisschop otp het laatst van Juli kwam toedienen in Onamia en Waik- kon, waaiheen zich ook de kinderen van mijn twee andere missies moesten begeven. Z.D.H., die de kinderen in liet bijzijn van •die geheeOie parochie ondervroeg omtrent de catechismus en die bijbeHscihe geschiede nis was zeer tevreden over hen; ook uitte Z.D.H. zijn tevredenheid over onze kerkjes te Onamia en Wnkkoau De laatste winter is wel die strengste, die ik meegemaakt heb. .Zooveel sneeuw heb ik nog nooit gezncni Tweemaal was de spoor lijn geheeil gjelblofkkeendi. In drie dagen geen trein.. U begrijpt, er moet nog al sneeoiuw liggen, onn een Amerikaansehe machine, die er geheel op gebouwd is, stop te zetten. Gelukkig is de sneeuw nu weg, en kunnen we spoedig weer van de zachte lente gaan genieten. Sinds begin Januari lis mijn parochie weer uitgestrekter gewordenIk heb een mistri e er bij gekregen te Moose Saks (Minn.) Dit plaatsje aan 2 spoorwegen ge legen-heeft. een schoone toekomst. Ofschoon er naar ik mean wel 7 Pro testa ntsehe ker ken zijn, (hebben onze geloofsgenooten er nog geen bidplaats. Maar dezen zomer zul ten wij ongetwijfeld beginnen, en met Gods (huLp en den giunst van goede meneehen liet ook wel zoo ver (brengen, diat we een kiapeil bonwen. Thans gebruiken wij nog de raadszaal vain die g.emeentc1, die wij gratis tot onze beschikking hebben, op voorwaarde, diat de Katholieke jorgemeisjes de zaal aoo nu en dan eens komen vegen en schrobben. Ook d:e Episcopal en, die pas een kerkje gebouwd hadden, waren zoo welwillend ons hun kerk te presenteeren, maar dat aanbiod, ofschoon welgemeend-, konden wij niet aanvaarden. Geachte Oezers, diit is weer het een en ander omtrent mijn werkzaamheden. Bid s.v.p. voor mij, 'opdat O. L. II. mijn werk zegene. Onamia (Minnesota). Fr. J. VAN DER HULST, Kruisheer. Nieuws uit Wasdorp. Curieus, unique, zeldzaam, doch van heel min allooi, was de eerste uitroep van mijn oom, toen ik hem meldde, hoe de cor respondent van dit blad te pal kwam op de gem'eentcssecr eit ar i e op eene plaats tus- schen Leiden en den Haag, namelijk te W. Hoe komt men ertoe, om aldaar zich aan te trekken, wat er te Wasdorp alzoo ge schiedt. Het schijnt warempel wel, dat er daar op het gemeentelhuis ook wat aan hapert, en dat is toch, onmogelijk met zoo'n groot personeel. Daar kan toch ndets aan mankeeren en ia]les inoet toch uiterst in de puntjes zijn. En toch schijnt dit niet zoo te zijn, waint anders had mem die man niet zoo aan den dijk gezet en dit tem. nadeele van een groot gedeelte van de Katholie ken-, die aldaar geabonneerd zijn; op dit blad. Voor die lezers van „De Leidscbe O-u yant" zij nog even gememoreerd, dat den correspondent van dit blad op die plaats dloor dien secretaris geweigerd werd, in het vervolg eene opgave te komen halen van den burgerlijken steun*! en verder ge meentelijk nieuws, daar (Die mijn heer bekende zelf, dit niet te kunnen be wijzen) hij (die correspondent namelijk) de schrijver was van nieuws uit Wasdorp. Wat heeft nu toch zulk nieuws, met eene andere plaats dan Wasdorp tie maken, zal menigeen zich misschien afvragen. En, juist «ooals die redactie dit zoo ronduit en raak uitdrukte: Waarom dan niet lie ver openlijk hiertegen geprotesteerd dan op louter vermoeden op zoon manier, weerwraak uit oefenen. Maar laat ik verder doorgaan met wat mijn oom nog meer van Wasdorp verhaal de, want die belachelijke historie is nu, dunkt ine, genoeg toegelicht. Het gebeurt natuurlijk meermalen, dat er zich personen vervoegen op het gemeen tehuis en vragen of mijnheer d© burgemees. tor te spreken is. Wanneer deze present -is, wordt men 'toegelaten in een kamer, waar op aangegeven staat -dat dit die kamer is van Z.E.A. Men stapt binnen in de vaste verpachting, den burgemeester ook hier aan te treffen. Doch eoodra men de deur goed geopend heeft, ziet men hier niet al leen-, dengen e, dien men wenscht te spre ken, doch ook nog iemand anders, name lijk den secretaris. In gewone kringen is het de gewoonte, meen ik, dat hij, naar wien niet gevraagd is, en die ook bij het gesprek allerminst behoeft tegenwoordig te zijn, zich verwijdert. Doch hier te Wasdorp niet. Het schijnt wel, dat men hier den burgervader niet om een onderhoud kan verzoeken, zonder hem in tegenwoordigheid van een derde te spreken. En waarom? Ja, misschien is dit in die h-eele hooge krin gen1 zoo de gewoonte en staat men iemand een gesprek tête a tête niet toe, omdat men zichzelf -en anderen niet vertrouwt, en al tijd getuigen om zich heen verlangt. Doch zooiets zou ik hier te Wasdorp niet ver wachten-; hier is men pienter genoeg en zullen er du9 wel andere redenen zijn waarom dit zoo is ingesteld. Echter, wat zijn er soms allerlei zaken te bespreken, die men alleen aan het hoofd der gemeente wil toeven'trouwen en aan niemand anders, om die doodeenvoudige reden, dat er niemand landers mee te ma ken heeft. Het gebeurt zelfs, dat op die wj-jze iemand, die den burgervader wil spreken, in de onmogelijkheid gebracht wordt, hieraan gevolg te geven. En dit 6chijnen hier de autoriteiten niet in te zien, en het wordt tocli meer dan lijd om hierin verandering te brengen. Bij vele inwoners van- de-ze plaats bestaat hieromtrent dan ook een andere meening; men spreekt van een dictatorschap. En waarom? Wel, zoo redeneert men verder, vele oudere inwoners van Wasdorp herin neren zich nog zeer goed, dat ei- hier een periode geweest is, die men de groene noemde. Dat was een tijd, waarin het hoofd der gemeente feitelijk niets had te zeggen en alles werd overgelaten aan onderge schikten. Doch vele, zoo -niet de meeste inwoners waren er allesbehalve tevreden over en ga- van indertijd duidelijk hun misnoegen te kennen En coo'n periode schijnen wij hier te Wasdorp weer mee te maken, want het lijkt wel, dat een ondergeschikt ambtenaar overal zijn goedkeuring aan moet hechtën. Echter, naar mijn oom's inzicht niet ten onrechte, W-ant op die wijze -sluit men zich hier volkomen aan bij de tijdsomstandig heden. In deze treurige tijden-, nu de voedsel voorziening zooveel kommer en zorg baan. nu al liet mogelijke wordt geda-an, om aan voedsel te komen, wordt zeer veel weiland gescheurd en omgeploegd voor teelland. Zoodra zoo'n perceel met den ploeg kennis heeft gemaakt, komt de egge, om de ruwe stukken aarde vaar aanzien te doe<n veran deren en de akkers gelijker te maken. Zoodra het zaad is uitgestrooid komt de egge nogmaals om het zaad goed met de aarde te vermengen en zoodoende de kiem- kraoht te bevorderen. De egge is dus een werktuig dat tegenwoordig zeer veel ge bruikt wordt en daarom in aanzien zeer is gestegen. Zoo is het ook nu "hier te Wasdorp. Wij kunnen hier heel gemoedelijk en niet ten onrechte spreken van een enge-periode. Of zoo'n periode bij vele inwoners van Was- dlptrip in dien geest valt en goedkeuring verwerft, valt echte-r nog te betwijfelen. KOOS. FEUILLETON. De vrouw in het wit. 72) Maar wie stond mij borg, dat in mijn afwezigheid anderen mijn geloofwaar digheid bij vrouw Clements niet zouden schokken? Een uitkomst was spoedig gevonden. Mijn vrouw zou met een dubbel doel naar Londen reizen. Zij zou zien, waar vrouw Clements haar intrek nam en een brief aan madame Rubelle overhandigen. Deze waardige matrone had ik uitgekozen als verpleegster voor Marianne, om zoodoende iemand bij de zieke te hebben, die evenzeer mij, als de patiënte aanhing. Op den bepaalden dag zag ik mevrouw Fosco en vrouw Cle ments met het voorwerp harer zorgen in eenzelfden trein naar Londen vertrek ken. Dienzelfden avond kwam mijn vrouw met madame Rubelle op Vijver hof terug en deelde mij het adres van vrouw Clements mee. Toen dit zoover gregeld was, moest ik zelf Vijverhof voor een paar dagen verlaten. In Londen overtuigde ik mij, dat de voor mij gehuurde woning in St. John's Wood voldeed en ging daarop door naar Cumberland. Mijn bekendheid met Marianne's correspondentie kwam mij hier te hulp. Ik wist, dat zip per brief den heer Farlie reeds verzocht had, Laura voor eenigen tijd bij zich te ne men. Ik deed mij nu kennen als den bren ger van tijdingen over Marianne en ver zocht Farlie zijn nicht onmiddellijk bij zich te verzoeken en haar te zeggen, dat zij op haar reis een nacht in Londen bij haar tante zou doorbrengen. Hij stemde toe en schreef een kort briefje. Van het onderhoud met hem behoef ik niets anders te zeggen, dan dat Farlie geestelijk even szwak was als lichame lijk en dat ik al de kracht van mijn ka rakter op hem beproefde. Ik kwam, zag en overwon Farlie. Bij mijn terugkomst op Vijverhof vond ik Marianne's ziekte door de be handeling van dien ezel van een dokter, dien men consulteerde, zeer verergerd: zij had typhuskoortsen. Het geval wilde, dat lady Glyde, terwijl ik in de kamer was, daar wilde binnendringen. Zij en ik yhadden geen sympathieën voor elkaar: zij had de onvergeeflijke belee- diging begaan mij een spion te noemen, en zij was een struikelblok op de wegen van Percival en van mij. Toch verbood mij mijn grootmoedigheid haar met mijn hand te besmetten, maar tegelijk belette ik haar niet zich zelve aan die besmetting bloot te stellen. Als zij daar in slaagde, zou de ingewikkelde knoop, dien ik thans trachtte los te maken, mis schien door omstandigheden worden doorgehakt. De dokter belette haar ech ter den toegang; de lady viel in zwijm en bleef gedurende den volgenden tijd (hoe kwamen mij de omstandigheden te hulp!) lijdende aan haar zenuwen. Ondertusschen had ik naar Londen gestuurd om een geschikt geneesheer. Deze kwam en verklaarde na tien dagen de zieke gehel buiten gevaar, maar zei- de, dat zij een zorgvuldige verpleging noodig had. Op dat tijdstip had ik ge wacht. Ik hield niet langer mijn recht- matigen toorn tegen dien ellendigen Kwakzalver in; ik zocht en kreeg twist met hem, waarbij Percival weigerde tusschenbeiden te komen, en het gevolg was, dat hij niet meer op Vijverhof ver scheen. Nu moesten wij de dienstboden nog wegzenden. Dit geschiedde onder voor wendsel van bezuiniging, en allen ver trokken, met uitzondering slechts van de huishoudster en een meid, die te dom was om te begrijpen, wat er om haar heen voorviel. Toen daarop de huishoud ster met een looze boodschap op reis werd gezonden, hadden wij het huis vrij. want lady Glyde werd 's nachts opgepast door die domme gans, en op madame Rubelle kon 'ik vertrouwen. Mijn bedoeling was, Marianne te doen verdwijnen, wat, zooals ge zien zult, gemakkelijk ging. Percival zou dan aan zijn vrouw zeggen, dat Marianne naar Cumberland vertrókken was, en lady Glyde zou haar wel alleen nareizen en, zooals haar oom geschreven had, den nacht bij mij doorbrengen. Den morgen, nadat de huishoudster vertrokken was, beval ik, dat men voor de patiënte een bed zou opmaken op een houten, gemak kelijk verplaatsbare stellage. Dit ge schiedde. En toen de zieke dienzelfden avond gerust sliep, konden wij haar, zonder haar in het minst te storen, naar een onbewoond gedeelte van het huis overbrengend waar niemand haar ooit zou zoeken. Mijn werk op Vijverhof was volbracht; thans moest de ontknooping volgen. Mijn grootsche, en, laat het rnij vrij zeg gen, vernuftige plannen, zullen thans ze Sociale Berichten. De vrije Zaterdagmiddag De heeren P. \V. Schairroo, kapitein dex Genie en E. de Herder, voorzitter en secre- tarltJ-pennigm eester der Netderlandsche AtMetiek-Unue, hebben als zoodanig het Yolgoiwi adres gericht tot den Minister van Stuat, Minister van Binnenlandse he Zaken: dat dn de laatste jaren in ons land overal een krachtige opleving is waar te nemen in de beoefening dei- sport; dat echtea' voor een groot deel van ons vólk deze oefeningen beperkt moeten blij ven tot den. Zondag, waardoor o.a. uit overwegingen van gods-dienistigen aard, voor velen eene voldoende beoefening is uitgesloten, nog daargelaten, dat ook het huiselijk leven onder een en ander te lij den heeft; dat vele openibare lichamen, kantoren, fabrieken, enz. reeds zijn overgegaan tot- het invoeren van den vrijen Zaterdag middag; dat echter eene algemeene invoering hiervan aan eene uitgebreide beoefening van de lichte athletiek en van de sport in het algemeen, dus ook van de verhooging van de lichamelijke ontwikkeling van ons volk ten zeerste ten, goede «al komen; redenen, waarom adr. zich wenden tot Uwe Excellentie met het eerbiedig verzoek, eene algemeene invoering van den vrijen Zaterdagmiddag, zoo mogelijk door eene wettelijke regeling te willen bevorderen. R.-K. Bakkers. De R. K. Bond van Bakkers en Cacao-, Chocolade- en Suikerwerken houdt zijn 22e jaarvergadering te Utrecht, j.n bet St. Jo .ei gebouw, op Zondag 10 Juni. Behalve dë af tredendien, die zich weder beschikbaar stel len, zijn candidaten van het bestuur: Th. v. d. Dun te Tilburg, en J. M. de Jong, te 's-Gravenhage. Jaarboekje veer den R. K. Middenstand. Door het Federatiebestuur van de vijf Hanizebondeo, is dit jaar voor het eerst een jaarboekje uitgegeven voor den R. K. geor- ganiseerden Middenstand. Van dit boekje zullen de mannc-n der middemstandsbewe- ging ongetwijfeld veel pleizier hebben. Van alle afdeelingen, onderafdeelingeen en in stellingen der Hanzebonden staan bestuurs leden en andere bijzon dei-heden aangege ven. Een agenda en verdere almanakrubrie ken verhoógen de practische waarde van het boekje. KERKNIEUWS. De R.K. Jongelingscongregatie te Dellt, waarvan de weleenv. pater Van Eekeren O.F.M., meer dan 12V2 jaar directeur is, viert Zondag 3 Juni haar 60-jarig jubileum1 dat dooi- een plechtig tribuum zal' worden voorafgegaan. Gistermorgen is te Bloemendaal door den lioogeenv. heer deken G. II. F. Stoffels, van Haarlem, de tijdelijke hulpkerk, het vroegere hotel „Welgelegen" aan den Bloemendaalschen weg, ingezegend en daarna in gebruik gpnomenv. De pastoor der parochie is, zooals be kend, de weleenv. heer L. J. Willen-borg. SPORT. VOETBAL. NEDERLANDSCHE VOETBALBOND Wedstrijcfprogramma voor Hemelvaarts dag. K a an p i o e n s w e d' s tr i j d e n. Nederland: Groningen: Be Quick'Willem II. Utrecht: U. V. V.Go Ahead1. Westelijke afdeeling. 3e klasse- Amsterdam: O. D. E.C. V. V. Vlaardöngem: FoatemaT. O. P. Haarlem: R. C. H.Stormvogels. Zaandam: Z. F. C.—V. S. V. Seriewedstrijtten der L. A. V. „De Sportman" te Leiden. A: L. F. C.H. V. V. II; B: L. V. V.—V. U. G.; C: Verliezer AVerliezer B; D: Winnaar AWinbaar B. Burgerlijke Stand! ALPHEN. B e v a 11 e n: J. C. II. M. v. Le« geb. van GUIs, D. C. M. de Bree van -den Beig, Z. A. C. Bunnik' van iDijik, Z. C. J. C. van Eijik, dor Lakerx, D. G. van Rijswijk tb Kapel, Z. Overleden: W. Overes, we<]r M. de os, 73 j. C. M. Blom, D. van Vliet, wedr. van A. Hoogfej 64 j. J. KuJlert, 78 j. P. C. van jd, 8 mnd. LISSC. Geboren: Louise, d. van L j meier en I. Slootweg. Antoni^ helmus, z. van A. W. van K'jL M. Lemmers. Leonardus nus, z. van L. P. Maat en M. Johanna, d. van G. van den] P. Steenvoorde. Cornelia j van H. J. Mosseveld en J. C. ti Margaretha d. van G. 't Hon Hoogkamer. Leonardus C Maria, z. van L. van Grieken e Vreeburg. Ondertrouwd: J. G. Onos van Tol. C. Faas en C. Griffio A. Kortekaas en P. C. van Alkriia Overleden: Lourens Rhijnsl echtg. van D. Nijeboer, 44 j, NIEUWKOOP. Geboren: Smerentiana Johan van J. Pietersen en C. J. van den Bi Agatha Iluberta, d. van J. Piele; A. van Diemen. Harpert Bern; z. van B. Klerks en G. Biesheuvel Ondertrouwd: A. van der 24 j. en P. A. Vlemmix 26 j. onla Tilburg. Overleden: T. van Eijssel echtgenoote van F. H. van der L Z. Schijff, echtgenoot van G. Sloli NGORWSJK. Geboren: Boudcwijn Lamte cob z. van J. D. P. Vermeulen èii Berkemeier. Alida Johanna, di Slats en A. A. Steenvoorden. Ji d. van G. den Monye en M. van Alida, d. van D. van Duijn en J.l kerk. Pieter Jannis, z. van P. enB. Schouten, te Utrecht, tijde! hier. Wilhelmina Maria, d. van" Holst,overleden, en H. G. van Antje, d. van P. Barnhoorn eb! d. Haak. Ondertrouwd: Simon! 22 j., te Gouda en Margaretha Jacoba Rietmeijer, 22 j., te Not Jan Hermsen, 32 j., te Noord* langs te 's-Gravenhage, weduwm P. van Gaaien en Maria Joba Jong, 23 j„ te 's-Gravenhage. dus Johannes Smeltink, 26 j., Ie wijk en Elisabeth Poelgeest, Haarlemmerliede en Spaarnwot Getrouwd: Carl Theodo? hoeve, 38 j., te 's-Gravenhage ef mina Cornelia Kopershoek, Noordwijk, onlangs te 's-Gravei NOORD W IJKER HOUT. Geboren: Cornelia, d. van: boo en M. Louter. Elisabeth P„ C. v. d. Berg en W. M. Weinai Runaard, z. van A. v. Dijk en C. V Ondertrouwd: W. J. Mi j. te Warmond en H. Dieben 22 M. Geerlings 28 j. en C. Waterloo 's-Gravenhage. J. J. Buis 31 j.' weg en C. Kaptein 26 j. Getrouwd: M. Slobben 37 A. v. Denzen 33 j. L. van der j. te Hillegom en A. van Rooden: Overleden: J. Dorsteen 80 sterdam. Isaac Bom 69 j. Haa H. M. Duivenvoorde geb. Bran G. A. Oosthof 70 j. Schiedam. OUDSHOORN. Bevallen: C. H. Roko, geb. Berg, D. Gehu v/ da B. Bussclh en-berg, A. H. van Go-eb, 35 j. WOUBRUGGE. Bevallen: J. W. Elist-geesi; Egmond-, Z. G e h u w d: J. G. B. Straathof, en M. S van der Saltoi, jd„ 23 j. ker reeds duidelijk worden. Voor mijn vertrek naar Londen gaf ik sir Percival de uitnoodiging van Farlie aan zijne nicht, met den last die aan zijn vrouw te geven, zoo gauw ik hem zulks zou melden. Tevens vroeg ik hem het adres van het krankzinnigengesticht en liet hem een brief schrijven, waarin hij den directeur meldde, dat zijn weggeloopen patiënte weer aan zijn zorgen zou wor den toevertrouwd. Ik zal hier de tegenover elkaar staan de kenmerken van een man van gevoel en een man van zaken in mijn persoon vereenigen. De datums, die hier van be lang zijn, heb ik voor het grijpen. Op Woensdag den 24en Juli 1850 zond ik mijn vrouw in een rijtuig naar vrouw Clements, om deze van den vloer te rui men. De goede vrouw liet zich, in de hoop op een onderhoud met lady Glyde, gemakkelijk uit haar woning meetronen, en onderweg wist mijn vrouw onder voorgeven een boodschap te gaan doen, even gemakkelijk weer van haar af te komen. Even na mijn vrouw kwam ik in een rijtuig aan de woning van vrouw Cle ments. Een straatjongen werd naar bin nen gezonden met een briefje, waarin gemeld werd, dat lady Glyde van plan was, vrouw Clements dien dag ten eten te houden en verzocht, of Anna Catrijn onder de hoede van een vriendelijken heer zich ook te haren huize wou bege ven. Het arme meisje liep in de val en liet zich werkelijk door den „vriende lijken heer" meenemen, maar naar diens eigen huis in plaats van naar de woning van lady Glyde. Het is zeker oonnoodig te zeggen, dat men de bezoekslei medebracht,y voor lady Glyde h Op weg naar huis toonde mijni geen vrees. Hoe kan het ook, bij schillende aanspraken, die ikJ vertrouwen had? Ik had haar eci cijn gegeven, dat haar kracht de reis naar Londen, en ik hadt waarschuwd voor het gvaar, dreigde van den kant van sir Ik rekende misschien wel wat al op dat vertrouwen. Misschien derschatte ik het instinct, v zwakhoofdige lieden het gevaar ware ruiken. Ik geloof althans, beter ware geweest, haar voor den op de teleurstelling, die haa te wachten, n.l. dat zij noch lad noch vrouw Clements zou zien. zij, toen zij in een kamer gelate waar zij slechts mevrouw Fos die zij niet kende, ging zij gew keer, kreeg het op de zenuwen digde met een toeval en hew trekkingen. De hulp van den dichtstbijzijnd ter werd voor „lady Glyde" g< Hij was tot mijn groote verlichli bekwaam man, waarmee te te viel. Ik zeide hem, dat lady Glyi van verstand was en last van fif ties had en stelde voor, dat mijn haar eenige verpleegster zou zii& les werd goedgevonden en gel' mijn eenige vrees was nu, dat di lady Glyde zou sterven, voor de Londen was. (Wordt v*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 2