rde Blad..
Jeugdorganisatie
ui de Ouders.
BINNENLAND.
VRAGENBUS.
TGANÖ.
No. 2252
e Sclcboke (Bou/ccml
jag 3 Maart S9I7
1 se Laatste oproep tot de Ouders
|vrije jeugd,
maar ook de meest belang-
tjot de Ouders, daar wij zon-
m-edewerking feitelijk niets
innen.
rillen we hier nog evn belich-
s doel is, en wat we van de
irachten, om dit doel te kunnen
is: de H. K. Jeugd mede te hel-
sn tot flinke, degelijke men-
:e maatschappij, haar te waar.
3i' en zoodoende te beschermen
,vei /aren, die-van alle kanten en in
oiyj nen hun geestelijk leven he
ir te geven het juiste inzicht in
ippelijke verhoudingen en haar
te brengen den *n het tegen-
ven vooral noodzakelijken ge.
zin. Wij willen trachten uwe
maken tot werkelijk goede
ti, zoodat ze later door hun be-
een goed loon voor hun arbeid
net inge.n. We willen voorkomen
;ens het hoofd op hol gebracht
riel socialistische leuzen en holle
ortom.we willen op de aller-
het leven uwer jongeais in de
leiden en hen tevens helpen
nóodige vakkennis eigen te
Et,
i s willen en kunnen ook nog
iw jongens doen.
in hen door middel der vak-or-
eunen bij ziekte en werkloos-
U1* en weg wijzen bij het zoeken
chikt patroon, hun de voor hen
jrkplaats, fabriek of kantoor,
We kunnen in kort gezegd,
adig werkzaam zijn om de ma
ngen uwer jongens te beharti.
is echter uwerzijds noodig, dat
jongens toevertrouwt; dat gij
lar onze vakvereenigingen,
'ordt geleerd, wat ze noodig
;eh
n dus uwe medewerking noo-
men heel veel voor uw jongens
et echter niet zonder U maar
uren. Met ons zult ge de nood-
erkennen, dat het voor uwe
dig is dat er voor hen zooveel
.laan wordt. Uwe jongens loo-
lagelijksch leven voortdurend
1 den rechten weg af te dwa-
ar zijn de gelegenheden om
te leeren kennen. Laten we
chten hen van het goede zoo-
li mede te geven.
Iers, uw plicht als Vader en
ht van U te doen, wat ge kunt
)ons tot oprechte R. K. Man-
>pgroeien.
in deze dus uw plicht niet. In-
gens hebt die op werkplaats,
iantoor werkzaam zijn, komt
ag 5 Maart a.s. zoo mogelijk
ar onze propagandai-vergade.
e R. K. Jeugdorganisatie. De-
ing wordt gehouden in het ge.
ker, Jan Vossensteeg. Als spre.
optreden de WelEerw. Pater C.
t 0. f. w.Adviseur van. den
Volksbond afd. Leiden, en de
Klijnee, uit Utrecht, Propagan-
ïeiii R, K. Jeugdorganisatie.
5 Maart daar dus present.
JOH. L. v. LITH.
Het bioscoop-gevaar.
Over dien bioscoop -gruwel deedt de Win-
ecbotensohe rechter mr. H. H. de Uie
in het maandblad „Hoernderio" uit zijn
lervairing het volgende mede:
,,Het getoeuijdie voor enkele weken, in
een bioscoop werd een film vertoond,
waarin o.m. voorkwam de levensgeschie
denis van een meisje. Op een goeden dag
ontloopt het kind rua huiselijken twist do
ouderlijke woning, wil zich gaan verdrin
ken, springt in het water, maar zie, een
redder staat gereed, haalt eir haar uit en
Later verschijnt tot lovensjnoedle meu-jjo
als eeini gevierd la zangeres voor de
bi-r scoop -b' caoek e*rs.
Een 13-jarige jongen had cm een Zon
dagavond die votorsteflling bijgewoond,
komt Brute en wordt daar door vader mat
graf geschut ontvangen', omiclat hij on
danks verbod toch naar den bioscoop is
gegaan. De jongen verlaat de woning en
ia er niet in weergekeerd dan zes weken
later, teen hij als lijk uit de haven was
opgevischt. Reeds was in die richting
lang geaocht, niadat men tusschen de
woning -ein die haven een schoen, dien de
jongen dien avond gedragen had, had
gevonden.
Is die verondetreteEiang gewaagd, dat
deae jongen onder dien invloed van het op
de film gazd-eme. deaelfde methode heeft
wi'lïen toepassen? Onderweg liet hi] een
schoeni achter om zijn spoor aan te wij
zen, hij sprong in het dlonkere water,
maar de werkelijkheid is anders dan de
film: geetn redidtelr stond' klaar en jam
merlijk verdronk die 13-jarige jongen uit
een volstrekt niekongunstig bekend staand
fezin op dien Zondagavond, vergiftigd
oor de onwaarachtigheid der filmbeel
den.
Als vanzelf denk iik terug aan het nu
omstreeks een jaar voorgevallen feit, dat
een 14-jarige jongen, na in den bioscoop
„He# geheim van de mijn" te h-ebbetn
gezien, waarbij een neger in een diamant
mijn een kostbaren stseen heeft ingeslikt
en nu opengesneden zal worden ('t snij
den zelf was uiit de film gieliciht), een hem
voimaaM orSbefcende 24-jarige onderwijl-
zere® op straat met een mes een zoodanige
steek toebracht, diat tij er na enkieöe uren
aan J>azw.eek.
Ondanks alle moed te door rechterlijke
ambtenaren en pfsyöhiaters eraan besteed
om klaarheid te krijgen omtrent de mo
tieven, die dien jongen tot zijn daad ge
dreven hadden, zijn deze steeds verbor
gen gebleven, maar aften waren h dh
overtuigd, dat de in den bioscoop ctenigo
uren te voren oipgedanie indrukken, on
miskenbaar meegnweikt hadden tot diit
zoo ontzettend' gevolg.
En wilt ge nog een greep uit de prac-
tijlky zij tot dan nu niet betreffende een
kind, maar een mian van 30 jaar?
„Ook de „HollandsctoT pers garf een,
zij (het wat erg aangedikt, Beeild van de
auto-bandieten, die hier de vorige maand
een bankaanslag p'leegdam Welnu, het
was maar een bandiet, miaar ook hier had
in den opzet o.ngetwijïelxl de bioscoop zijn
fatale werking verricht: met e(en zwart
gemaakt gezicht, eten muts over het
hoofd, ©on slagersmes dwars in dien mond
en in de hand een Browning, vied hij
binnen. Ondanks tolt feit, dat. hij twee
'leden van het personeel zwaiar verwond
de, mislukte de aanslag en werd hij deer
het talrijk personeel overmand.
Toen ik hem vroeg: maar je kondt toch
vooruit begrijpen, dat dit mislukken zou?
antwoordde (hij: ,,£k heb op mijni vlugheid
vertrouwd en dacht, dat zooi ets wel ge
makkelijk ging". Zeker wel eens inden
bioscoop gezien?" hietmam ik en een veel-
beteekéhend „ja menéér" was het. be
scheid'. Ook de wijize, waarop hij, geluk
kig zonder succes, eenige jonge jongehs
voor zijn pffian had trachten te werven,
bewees duidelijk, hoe hij zacfc met recht
een ajuito-bandietenstraek la bioscope
had voopgesitefld.
De werkelijkheid), die wij aantroffen^
toen \yij amtotehaive op het kantoor kwa
men en daar deai dader aan handen en
voeten gebonden op dein vloer vonden
liggen en de bedde slachtoffers op ma
trassen 'uitgestrekt met een geloop van
doktoren, politie enz. er tuisschen door,
overtrof -een bioscoopfilm in dramatische
kracht
Over ooriog en vrede.
Onder leiding van den voorzitter van den
Nederlandschen Anti-Oorlog Raad, Mr. H.
C. Dresselhuis, had te 's Graveuhage een
besloten vergadering plaats, waar Ds. C.
Saulier uit) Parijs, die voor eenige weken
hier te lande vertoeft, voor een aantal ge-
noodigden gesproken heeft over de Fran
ce he inrichten ten aanzien van den ooi -
log en den toekomstigen vrede.
Spreker betoogde allereerst, hoe Frank,
rijk steeds den vrede heeft gewild: op welk
een tegenstand de wet van den driejarigen
dienstplicht in Frankrijk was gestooten en
hoe uit liefde voor den vrede Frankrijk
zelfs de geheele revanche-idee vóór den
oorlog van 1870 had losgelaten. Terwijl men
aanvankelijijk nog den eisch stelde, dat
Elzas-Lotharingen zou moeten worden een
bufferstaat) tusschen Frankrijk en Duitsch.
land, was men in den laatstem tijd vóór
den oorlog al zóóver gekomen, dat men
miert meer verlangde, dan dat deze provin
cies een autonome staat in den Duitschen
Bondstaat zouden vormen.
Ds. Saulier schetste vervolgens in gloed-
volle woorden de gevoelens die thans ge
heel Frankrijk bezielen, de algemeene be
reidwilligheid om alles te offeren om door
den oorlog den oorlog te dooden. Spreker
betreurde in de eerste plaats, dat niet de
geheele wereld zich onmiddellijk tegen de
schending van de neutraliteit van België
verzet had en voorts, dat ook thans nog
miet een Bond van Neutralen was ge
vormd.
Voor de toekomst hoopte spreker dat een
dergelijke bond van de neutrale staten als
een nieuwe grootmacht een goeden invloed
zou uitoefenen.
Dezelfde duurzame vrede, waarvoor in
de neutrale landen bewegingen bestaan,
werd voorfs beschreven als het oorlogs
doel van de geallieerden. Spr. wees er op
hoe thans drie documenten bestaan, waar-
uit men dit oorlogsdoel nader kan leeren
bennen; de antwoordnota der Entente aan
President Wilson als voornaamste stuk
aangevuld door het schrijven van Balfour
en de rede van Boselli.
Spreker durfde verklaren, dat iedere
man en iedere vrouw in Frankrijk precies
izóó zou hebben geantwoord, als de regee
ringen der Entente dit in hun gezamenlij
ke nota hebben gedaan.
De voorwaarden, welke vervuld moeten
worden, alvorens van een duurzamem vre
de sprake zal kunnen zijn, meende spr.
te moeten .zoeken in de vernietiging van
het militarisme, in de doorvoering van de
rechten der nationaliteiten en ten slotte in
het scheppen van betere grenzen voor de
verschillende staten. Voor Frankrijk be-
teekent dit laatste punt z. i. niet alleen,
dat Elzas-Lotharingen aan Frankrijk zal
moeten terugkomen, maar tevens dat
Frankrijk, zijn grenzen zal moeten uit
strekken tot den linker Rijnoever.
Een dergelijke grenswijziging moge u
toeschijnen te „zijn verovering, zoo voegde
spr. hieraan toe, dit is oh juist: het is geen
verovering, heb is slechte een vraag van
veiligheid.
Dit oorlogsdoel van de geallieerden zal
volgens de Franschen uitsluitend bereikt
kunnen worden door middel van de wape
nen. Vandaar dat het woord „vrede" thans
in Frankrijk zulk een slechten klank heeft:
voor een Franschman staat dit gelijk met
berusten in den, vroegeren toestand van
steeds bedreigend militarisme.
Aan het debat werd deelgenomen door
Dr. C. Easton, Dr. H. F. Colenbrander,
heeren H. H. van Kol, L. Simons, Haakon
Lökon (Noorwegen), Mevr. W. van Italië
van Embden, Mevr. H. van Biema—Hij
mans. De meesten dezer spnekers en
spreeksters begonnen met uitdrukkelijk
voorop te stellen, dat hun sympathiën wa
ren aan de zijde der Entente en dat men
evenzeer als Frankrijk wenschte, een vre
de gegrond op het recht en niet een vrede
tot iederen prijs.
Echter kon men zich niet vereenigen
met de oorlogsdoeleinden door Ds. Saulier
aangegeven: men was van meeatoig, dat
deze getuigde van een militarisme van
Fransche zijde en vreesde, dat juist door
een dergelijken vrede oorzaken voor nieu
we oo-rlogen zouden ontstaan.
De voorzitter eindigde met een woord
van hartelijken dank aan dien spreker,
waarin hij 'herinnert aan het goed recht
der neutralen, om thans ireeds te arbeiden
aan de oplossing der vraagstukken van
den duurzamen vrede, en tevens den
wensch uitsprak, dat de Fransche strijders
en de Nederlandsche pacifisten met het
zelfde ideaal van den duurzamen vrede
voor oogen, maar van meening verschillen
de omtrent de wijze, waarop dit doel be.
reikt .zal kunnen worden, voor elkander
waardeering en sympathie zullen gevoe
len.
Uit de Pers.
Het Duitsche aanbod.
Enkel» bladen hebben hun meening ge
zegd omtrent het Duitsche aaribod.
De N i e u w,.e R o 11. Crt. houdt zich
gereserveerd:
„Onze lezers zullen hegrijpens dat wij
tegenover deze Dudtsühe toezegging eenige
nesareve in acht moeten nemen. Allee
hangt er van af, in weiike gedachte zij
te gegeven. Wij, voor ons, zonden haair
wenschetn te beschouwen ate erkenning
van de onrechtmatigheid der vernffieitigjkig
van onze zeiven Nederlanrisdhe schepen.
Ook in dat geval ban men batwijMem. of
de toegezegde tegemoetkoming ver genoeg
gaat....
„Aan ddt fedt zou weinig afdoen, indien
bleek, diat ome regeering niet veel meer
had gevraagd, dan thans van Duitsche
zijde i® aangeboden. Onze regeering, die
in het geval van de „Tuhantia" onder
vinding had opgedaan., zal bij haar ver
toog te Berlijn daar wel rekening mee
hebben moeten houden.
Doch indien de toezegging mag opgevat
worden als erkenning van gepleegd en-
recht, dan verschaft zij in elk geval eene
basis voor verder overleg, die wat waard
is, en waarop een bevredigende eind rege
ling zou kunnen worden, opgebouwd.
Echter vreezen wij, giedadhtig aan die bf-
fieteuse .uitlatingen in de DuitechJe per®,
toen het feit van de torpedo» ring van
onze schepen bekend word, diat ddt riet
de geest is, waarin die) Duitsohe tegemoet
koming is gedaan."
De Nieuwe Crt. is meer bevredigd,
althans voorwaardelijk:
„De vage tijding maakt een eoJnigs-zin®
bevredigenden indruk dit i© al wat. wij
er op tot oogeriblik van zeggen, kunnen.
Want veel, zoo niet affiles, hangt af van
de vraag of de schepen ten* onzer beschik
king gesteld zuillen worden on zoodanige
wijze dat wij ze gielheiel gelijk 4© verlo
rene zulHen kunnen gebruiken.
Daaromtrent laat het bericht ons in het
duister. Het spreek#, van beschikking
geven „aian Nederland"; wil dit zeggen
aan de Nederlandsche reederijen wier
schepen vernietigd werden of aan de Ne-
denLamidsdhe Regiesering? Het maakt hat
vooiihehouid, dat na den vrede over va*
tueelen aankoop van die schepen dooa
.Nederland zal worden onderhandel i,
waaruit volgen- zou dat de schepen gedu
rende den ooriog Duitsch eigendom zoo
den blijven, al® zoodanig, neepvbaiar ckx*
Dui tcWMland's vijanden en dus voor Neder
land slechts bruikbaar iindien Engeland
eai Frankrijk' bij wijze van uitzondering
daartoe hun toestemming mochten w.r-
(leenen. Zonder tegenprestatie? Ui-tel uitend
te gebruiken in het „vrij" gelaten zes-
gebied en dius uitgesloten van de 'noge-
lijkheid om in eein Engel&fhe hoven ta
bunkeren, onder die bekend» daaraan ver
bonden voorwoorden?
Zou de overdracht van rijandelijka
(Duitecto) schepen ondier neutrale vLa$
„na het uitbraken van de vijandelijkhe
den" (zooals hier plaats zou hebben), door
de Entente worden erkend' volgen^ ad
56 der Londenschle Zearechbrlecknmit»,
welke bepaalt, dat zij alleen geldig zal
zijn wanneer „wordt aangetoond dot de®a
overdracht niet heeft plaats gebod met
het doel om aan de gevolgen te ontkomen
waaraan, een vijondeflijk schip als zooda
nig is blootgesteld"? Erkent trouwen»
Engeland nog eenige bepaling van dia
Declaratie ale bindend?"
Vraag. Ik ben van lichting J91S
(Landstorm). Kuntu mij ook meedeelesa
wanneer deze lichting waarschijnlijk on
der de wapenen moet komen.
Antwoord. De keuring voor d»
lichting 1918 heeft plaatis in de maandan
Maart en ApriL
Ofschoon nog geen tijdstip van opkomst
is bepaald, kan, worden aangenomen, da»
deze lichting niet vóór Juni onder da wa
penen zal komen.
Vraag: Wanneer wordt die» podt-
dhèque- en girodianet geopend? Moet dJB
postchèque gezegeld zijn?
Antwoord: Vermoedelijk niet vooï
1 Juni a.s. De wet verleent vrij-steUiag
van zegel recht.
Vraag: Kan ik mijn grootboek rente
per chèque» en girodienst op e»n pcBtra-
keningj beschikbaar giesteid krijgen?
Antwoord: Er warden maatregelen
genomen om renten van inschrijvingen!
Grootboek ep da postrekening der refce-
ninghouidens lover te schrijven. Die reget-
Jing wordt later bekend gemaakt.
V r a ag: Wat kost mij een abonnement
op het Maandschrift dar Liturgie?
Antwoord: Wij maenen f 3 per jaar.:
Wordt u tegelijk lid! der Liturgische Vw>
ecniiging, dan betaaffit u veel minder.
Vraag: Op weHkd manier kom ik por
spoor vanuit Leiden hett voondeeligst t«
Groningen?
Antwoord: Wij veronderstel en dat
u den prijs bedoelt. Een kaartje enkele
reis wordt berekend naar eten afstand
van 264 K.M., terwijl, wanneier u een kl-
lometerboekje hebt, siledhts BOO K.M. aito
maximum-afstand wordt in (rekening ge
bracht. Tijdelijk: is het. aantal kilometers
evenwel 20 pCt. Atehoogid.
Vraag: Wanneer ik een dienstbode
bij de week betaal, hoelang moet ik haar
dan van te voren opzeggen?
Wanneer die dienstbode 's Maandags
weg blijft, aLs zij Zaterdag te "Voren haar
dierist opgiezeigd (heeft, op hoeveel weken
f/-hadev«qg)aedin!g heeft hoatr fmevrouvj
i®clit, en hoe kan ze die schadcvergo»-
ding krijgien, als diie dienstbode 'ze niet
betalen wil?
A ntwoord: Een week van te voren
EUILLETON.
irouw in het wit.
vai r tó een (reden", was tot ant-
moeilijk is te zeggen; toch
mededeidlen. Toon onzie verto-
was het mijn plicht u die ge-
lüs vroiuw te geven,, die de
'j-jflm alle gevoeJ'ens is, en gij, eir
ijjji öeri dia winnen. Is het genoeg,
lat dit niet liang)ctr kan?"
tranen (kwamen in haar oogen
aflgzaam langs haar wangen;,-
iticld en een antwoord schelen
tem
geen woord, maar zijn' onge-
rees en droefheid, wat het ook
waren duidelijk, ziohtbaar.
zat verborgen in het diepe
<r tiaren. Eindelijk maakte ik
aan den gespannen toesitanrd.
yd hjivaU" kwam ik eenigszias
beitdiem, „hebt gij niets te
dat mijn zuster zpo duidelijk
9öL
zeicte Laura ten laatste,
itenis niet tevergeefs ge-
wij uw geheel e vertrouwen
voor hetgeén ik u verder
Mijn fout tegenover u heeft
®üjn gedachten 'bestaan en is
ujaohten gieblevcn. Gsein woord
tusschen mij en den j-fetr-
jvi^nö gevoel ons ik -voor (hef.
laatst in ujw tctgonwoorrli^
en dien ik' waarschijnflijik
L?* ontmoeten. Ik verzoek u
80lK)On«
nan, om nog meer te zeg
gen. Het is do waarheid, sir Percdval, de
waarheid, die ik denk, dat mijn voorge
nomen! echtgenoot tot redht heeft te boo-
(dan mef opoffering van mijn eigen gevoe
len, Ik vertrouw op uw eer, dat gij mijn
geihleam zult bewaren."
„Uw vertrouwen is. mij heil'ig", zeide
hij; „en uw geheim is zeker bewaard."
„Ik tob all'es gezegd wait ik wenschte
te zeggen", voegde zij er rustig bij, ,,en
ik heb meer dan nicodtg gezegd om u te
rechtvaardigen in het verbreken onzer
verloving."
„Gij hebt meer dan noodig gezegd", was
zijn antwoord, „om het tof hef dierbaar
ste doel van mijn Doven te maken mijn
verloving te houden."
Met deze woorden stond hij van zijn
stool op en kwam eein paar stappen cp
haar toet Wat nu volgde, hiad ik vooruit
gezien; haar edel karakter was de bela/-
ger van haar hoop en wenschen geweest.
„Gij hebt hief aan mij overgelaten, me-
juffr. Farl'ie, om u uw woord terug te
geven", vervolgde hij. „Be ben niet ge-
voeinioiois g'cinoiög cm d'e wouw te willen
opgeven, die juist, getoond (heeft, dat rij
de edelste to haar geslacht is."
Hij sprak met zooveel vuur, met zooyoel
gevoel en toch met zooveel kieschheid,
dat Laura, een wciinig opgeschrokkeini,
hom plotseling met LevoridigbcrLd aanzag.
„Neen", zeico zij fliinik, „de cillendigste
en on'geHubikijigste van haar geslacht, als
zij eon man moet huwen, dien zij niet kan
beminnen."
„Kan rij hem hlaor Diefde niet géven",
vroegl hij, „els tot zijn öenig levensdoel
te, die to verdierven?"
„Noodt!" ointwoiorddie" zij„Ail-s g» zelf
nu nog onze verlicring wilt laten, door
gaan, ral ik uw trouwe oohtgeavoote v/ot-
dei\, sir Percival, maar nooit meer".
„Ik neem uw trouw dankbaar aan",
zeide hij. „Het. minste, vat gij mij kunt
q,anbdoden, te mij meer woord don het
moeste vami eenige andere vrouw -ter
wereld'."
Haar 'linkerhand hield nog steeds de
mijno vast, maar hiaar rechter hing lus
teloos neer. Hij nam dief en raakte ze
met zijn lippen aan,, boog voor mij en
verliet toon, met de uiterste kieschheSd
en. bescheidenheid, stil de kamer.
Toon hij weggegaan was, bleven wij zoo
lang sprakeloos, tot ik mij in d<e doodscto
stilte niet meer op nfljn gemak gevoelde.
Mijn stem scbow haar op te schrikkn.
Zij spronig piotseling op.
„Ek moet mij onderwerpen., Marianne.
Mijn nieuw leiven heeft zijn lastige plich
ten, en een ervan begint nöedis rvu"
Terwijl zij sprak, nain zij van een zij
tafeltje haar toeken- en schlildeibenoodigtL
hcd'en en ©loot'ze in eeai la van haar
kabinet, waarvan zij de sleutel aan mij
gaf.
„Ik móet scheidjeu, van alias, wat mij
aan hem herinneirt", aeddie zij, „bewaar
den sleutel, waar gij wilt ik zal hem
nooit meer noodig hebben".
Wij spraken dien dog niet meer over
on® treurig ondcdliiouid. Sir Percival's
naam werd niet genoemd, en geen van
ons (beiden maakte do minste loospe-lmg,
die op Walter II art mond. betrekking kon
kon hebben.
Sir Percivaffi had eon onderhtoud met
den heer Farlie, waar hjj mii nu bij Het
roopep.
I(k vond den heer Farlie zeer verheugd
Itn het voojnuitizichft., dot de onlusten in
die familie ten laatste bosfleoht waren. Tot
zoover ooa-deeJJdiQ ik niet noodig mijn
eiigien moening uit te spreken, maar toen
hij op zijn gewone vervelende manier
doorging en verondieinstelde, dat het het
baste zou zijn, dat de tijd vooir hot hu
welijk spoedig zou worden vastgesteld,
bad ik de voldoenipg Farlie's zenuweai
gesoalig tö stóhoJ:k«en, dic-o» oen krachtig
protest tegen iederen dwang op Laura's
Sir Percival kwam cnimiddelflijk tus
schen beddeni, zeide, dat hij de kracht
mijner taganwerpingan begreep, en ver
zocht mijj, niet te die nken, dat hat voor
stel (kwam door éeniga tusschenkorpst
van zijn kant. Farlie sloot de oogen,
leunde achterover, aaide diat wij beidetn
die rnenschcflijfca natuur - ear aandeden,
en heihiaiallde daarop zijn voorstel zoo
koel mogelijk, ailsof air Percival noch ik
een woord gezegd hadden. Ik zekte ruw,
dat ik niet veakiaos iate over dit liesluit
aan Laura te zlaggen, voor zij zelro er
over begon.
Na deze ve ik la ring verliet ik onmid-
didllijk de kamer. Sir P.arcival keek wer
kelijk verslagen en spijtig, en F art ie
rekte zijn- luie been-an oip zijn fl.uiweelen
voetenbankje uit, terwijl hij me nariep:
„Beste Mariarune, hoe baniijd ilc uw
Vflink zenufwgefetel. rKllap niet met da
deurl"
Toen ik bij Laura kwam, hoorde ik,
diat zij naar mij gevraagd hod, an dat
mevr. Vesey haar togezegd' had, dat
ik hij dan toer Fariia was.- Zij vroeg mij
nu op den man af, waarom ik bij hoor
oom was geroepen, waarna ik! haar al
het voorgavalüeto verhaalde.
„Mijn oosm heeft gtelijk", zeide zij„ toert
ik anijn verontwaardigd ng lucht had ge
geven. „Ik heb aL genoeg stoornis hleiri»
huis gebracht. Laat mij er niet meer ver
oorzaken en sir Perch-al dus beslis
sen."
Ik pro te® tee rde hevig, maar niets bracht
haar van haar stuk.
„Ik toto mijn verloving gehouden", wad
hoor antwoord, „en daarmede met mijn
woeger vrij lieven gebroken. De dag zaft'
er niet minder om komen, al stel ik hem
eenigen tijd uit."
Zij was affitijd zeer meegaand en licht
over te halen; thans eóhter stond) zij paffi
in haar Lijdzaamhedid, Liever had >k! ge
zien, dat zij opgewóndien was zooaffia ik.
want liiaatr blijkbare ongevoeligjheiid dééd
mij innig leed.
12 No-vemtoer.
Sir Percival steldé boden na hef ont
bijt eenige vragen aan mij, die mij nood
zaakten Laura's woorden van gistehén t«
heiihalen.
Hij heeft daarop eenige woorden
Laura oHLe-'en gesproken en deelde ml)
mede, dat zij besloten h'ad hem de bapat-
ling von den dag van het huwelijk over
te laten «n hem gezegd, zich voor de
noodlge beschiikkingen tot mij te wendav
Sir Percival heeft'ons nu, om drie uur,
treed® verlaten en ia ate eem geJukkig^
bruidegoim voor toehe-reidsoóeui cijnerzijffll
naar Hampshire g»eréied. Ik Joan niet moer
echii'ijvein, die pen brandt mij fcuss-dWB
da vingers;.
(Wordt vervolgd^