BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. Be jAAnGANxJ No.' 2223 B)e BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN, Interc. Telefoon 935. - Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, roet GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering voor Leiden II cent per week, fl.45 per kwartaal; bij onze agenten 12 cent per week, 1.60 per 7 kwartaaL Franco per post fl.80 per kwartaaL Het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD is tijdelijk alleen verkrijgbaar tegen betaling van 10 cent p ir kwartaal, bij vooruitbetaling. iftonder/ijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 7Vs cent MAANDAG 39 JANUARI 1917. Da ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels fQ.75, eike regel meer 15 cent ngezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cant met gratie bewijsnummer. Bij contract aanzienlijks korting. Groots letters naar plaatsruimten Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- er Verkoop (11000 Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Van kwaad tot erger. Er is in Frankrijk een bond opgericht, velke zich ten doel stielt den laster tegen rublieke personen, te bestrijden. Zooals bekend, speculeeren vooral in 'rankrijk ook in, andere landen treft men vel eenzelfde verschijnsel aan! —vele jladen op de sensatiezucht van een deel ran het publiek, welke ongezonde zucht rooral wordt bevredigd door in alle geuren »n kleuren schandalen te vernemen betref fende personen uit de hooge wereld. Die iers, welker hoogste ideaal winstbejag is, ÜH jcherpt dan ook haar vernuft om den zie- telijken geest harer lezers naar volle maat e verzadigen. En nu is bovenbedoelde bofld in het leven ill groepen om den laster, bet onware, in al schandaal-geschiedenissen aan te too- Ofcen en zoo het vunze bedrijf van een ge- lemoraliseerde pers aan den kaak te stel en. 't ts echter te vreezen, dat die bond den der gesignaleerden toestand van kwaad tót irger zal maken! Wat toch zal «r gebeu- en? Als die bond van een of ander luguber 'erhaal uit het persoonlijk leven van, een iinister b.v. zal verklaren, en trachten te 'ijzen, dat het op laster berust, dat het llnwaar is, dan zal de verspreider van lie geschiedenis op zijn beurt zijn uiterste >est gaan doen, om aan te toonen, dat het rerhaalde wel onbekend wais, doch volko- f fien naar waarheid werd medegedeeld. Men :al dan dus krijgen een zoo fijn mogelijke ïitrafeling van allerlei feitlen en omstandig- teden! Men maakt zich daardoor wel schul- lig aan kwaad spreken kwaad vertellen, waar, doch niet bekend is doch aartegen stelt de bond zich niet in het ge. •eer! Zoo'n actie zou trouwens te veel wij- en ophet in practijk brengen van den oomschen Katechismus! Waarom wijzen we nu hier op het nutte- Doze, ja zelfs gevaarlijke van zoo'n bond, Is men nu in Frankrijk heeft gesticht? Wij unn.cn toch al heel moeilijk hier deo men- :hen in Frankrijk de les gaan lezen! Omdati uit wat we hier hebben medege- eeld, weer eens zoo duidelijk blijkt, hoe 'er Ie staat, hoe de maatschappij", als deze reekt met den godsdienst!, noodzakelijker wijze de straf daarvoor als een looden last chter zich sleept. In Frankrijk wil de staat niet meer „of- icieel" erkennen de Katholieke zedenleer! Iet kruis moest worden gebannen uit de echtszalen, moest worden geweerd uit de icholen! En nu wil men die ontkerstende daardoor verrotte maatschappij gaan lepleisteren met lapmiddelen, als de ge- ïoemde bond! Om weer eens het ijdele, het >nnutte, het vruchtelooze van zulle een po- ing aan te toonen daarom hebben we ii enkel woord willen wijden aan dien ranschen bond! Mocht in een Katholiek Frankrijk een Ka- holiek Staatsbestuur de menschen een- oudig kunnen verwijzen naar de lessen A iithun RoomscTien Katechismus, welke zoo vel laster als kwaadspreken als zonden rerbiedt! De verjaardag van den Duitschen Keizer. De sociaal-democraten en de Keizer. - Een Engelsche hulpkruiser gezonken. Van de oorlogsterreinen. Overzicht. V,an het Roem eensche front zijn geen feiten van beteekenis te vermelden. Hier ii9 blijkbaar bet vriesweer een ern stige belemmering voor die krijgsve.rridh- tinigian. Op het Oostelijk gevechtsterrein duurt <le strijd ten westen van Riga neg vaart, zonder successen evenwel. In het Mestecanest) i-vak (bij Valeput- na), moest de verdediging der Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche troepen voor sterken Russischen druk dichter naar den aootJlijken oever van de Gouden Bislritza wijken. Een later Oostenrijksdh leger be richt meflldit, dat de tegenstander in de voorste loopgraven binnendrong, de ge vechtslinie werd naar de naastbijzijnde hoogte verlegd. Hier is duts eprake van, een Russisch voioirdeal. Aan de Aa, waar de Russen weder aanvielen, ging het hun niet rnaar werasrih. Het Duitsche legerbe- ridht zegt althans dat de aanvallon onder graote verliezen voor de aanvallers mis'- luMen. De Erngaütschen hebben aan het West e- 1 ij k front eenig voordeel bevochten bij L e Transloy. Hier werden een gedee-'te van een Duitsche stielling vermeesterd, en 360 gevangenen gemaalkit. Het Engel sche Isgerberidht dee'de ook nog mede, dat invallen ten N.O. van Neuville St. Vaast en Vermelles slaagden. Over den strijd op heuvel 3 0 4 niets nieuws. Het Duitsche legeihericht ver klaart, idat da Fransdhen het verlorene niet konidetn heroveren. „Haivas" wijdt een uitvoerige be>chooiwing aan het gevecht, om aam te toonen, hoe gering; da Puit- sdhie terreinwinst was, «en, diat het erllo- rene geheet werd heroverd. Beide lezin gen stroken du9 niet; 't .lijkt wel, of men het er voornamelijk op' aanlegt, elkandars zwakke punten te onderzoeken. 0p Zee. De vlootactie in de Noordzee. Het „Reriiner Tagieblatt" schrijft naar aanleiding van het optreden der Duitsche lichite zecstrijidikr achten in de Engalschie kustwateren: De tegenwoordige Engelsche zeeClond h'eeft op 11 Jan. aan een fbest- maal o.a. veutktaard: Het p.ralen der Duitsohens over hum doorzoeken van de Noordzee mioet ik a!is ongegrond kenschet sen. Het schijnt intusöohen toch, zegt het „Berd. Tageb'iatt", dat de voortdurenidie offensieve bewegingen der Duitsche strijd krachten het bewijs leveren, dat het door zoeken van de Noordzee nog steeds plaats toaeft. - Een Engelsche hulpkruiser gezonken. De Engelsche hulpkruiser Lauren tic" is op 25 .deizier bij de Iersche kust door een Duitscba duikboot in den grond geboord of op een tmijm gezonken. Twaalf officie- rem en 109 man zijm gored. De duikboot- en mfjnoorlog, Het Engelsche s.st „Tabasco" (2967 ton) en heit Noonsche s.s, „Sunniva" 1589 ton) zijn in den grond gehoond. Naar wondt bericht, is het Deensche stoomschip „O. B. Suhr" <1482 ton), naar verluidt het Nporsdhe as. „Vyrdal" in dem grond geboord. z Lloyds meldt: Het Noonsche stoom schip „Dicax" moet gezonken zijn. Ook is het Noorsche stoomschip „Myrdal getorpedeerd. Be bemanning is geland. Duitschland. De kroonprins bevorderd. Be Duitsche kroonprins is bevorderd tot generaal der infanterie. Verjaardag van den Keizer. Keö/zer Wilhelm is Zaterdag 58 jaar ge worden. Keizer Karei is dien dag in het Duitsche hoofdkwartier aangekomen om den Duit schen keizer met zijn verjaar lag geluk te wemschen. De keizer was vergezeld door Czerain, den ministei* van buiteniandsche zaken, die Vrijdagochtend met den rijks kanselier en den staatssecretaris Zim merman confer eerdie Om hailf ©en werd genoenmaald, waarbij ook keizerin Vic toria Augusta, de prinsen Heinrich en Waldomar van Pruisen en eem talrijk ge volg1 "aanzaten. Keizer Karei hieP.d een tafelrede, waar in hij zed, er prijs op te hebben gesteld, persoonlijk zijm trouwen vriend en bond genoot geluk te wenschen, en waarin hij eraan, herinnerde, diat voor de derde maal de verjaardag in oorlogstijd wordt her dacht. Be Duitsche keizer- dankte in zijn ant woord voor het bezoek en de geilukwen- schen, en wees nog eens radrukke ijk op het onwrikbaar besluit, "*"d?h oorlog "foT een zegenrijk en voor de verbonden volken gelukkig einde te brengen. ,,De verwer ping van ons vredes-aanbod zal neerko men op dé hoofden van hen, die onze op- irecht garnerende tegemoetkoming botweg afwezen." Be bladen wijzen naar a&nleiding van de verjaring van den keizer eenparig op dén groeten ernst van de viering van dit jaar, maar- twens op het stijgende gevoel van saamhoorigheid tussschen keizer en volk en op de vastberadenheid1 van bet volk om den keizer te vertrouwen en te vo'gan. De keizer heeft ter gedegenheid van zijn verjaardag aan een aan,tal manned ij ke en vrouwelijke werklieden in diö oorlogs- wenplaatsen het kruds van verdienste voor oorlogshulp verleend. De sociaal-democraten en de Keizer. In de artikelen in de bladen ter gede genheid van dem verjaardag des Keizers, vallen verschillende betuigingen van ver trouwen in d'en keizer dlaor de soc.-dem. pers te» vermelden Zoo schrijft het te Karlsruhe verschijnende soc.-dem. blad „Volksfreund" o. a.: Evanalls men eerst in tijd van nood zijn waren vriend leert ken nen, zoo ziet het vaderland thans wat het zijn eersten dienaar, zooals de keizer zich zelf heeft genoemd, te danken heeft. Wat wij in hem mogen prijzen is het sterk sprekend plichtsbesef, waadoor hij zich'bij al zijn daden laat leiden. Al zijn regeeringshandelingeh van hat begin van den ooriog' af kunnen, als de uitdrukking van den volkswil worden beschouwd. Wij sluiten ons aan bij hetgeen een soc.- dcm. leider bij eeikere gedegenheid zeddo n.4'. dat de keizer thans ook dtis vertrou wen bezit. Nog nooit waren volk en kei zer zoo eensgezind als thans, nu de vij anden na de botte afwijzing van ons v.'3^ desannbod zich gereed maken tot den laatsten slag tot vernietiging van het rijk." De Vredespogingen. Geen Oostenrijk9che nota. Naar de „Oesterredchisidhe Volksztg." van goeder hand; verneemt, beteekent een uiting van graaf Tisza, dat O.-H. rege©- ripg bereid is met de regeering der Ver. Staten de gedachten wisseling over den vredo voort te zetten, niet dat O.-H. voor nemens is de boodschap van Wilson met eon diplomatieiken stap bijv. met een nota té beantwoorden. De boodschap leent zich reeds hierom niet voor beantwoor ding door een buitenlandsohen staat, dlaiar zij a 'leen aan den Amerikaanschen Senaat was gericht en bovendien is zij veel te aJ'gemiaen gesteld, om er onler- handeilingen aan vast fc© knoopen. Nederland en de Oorlog. De „Berkelstroo m". Een „Wolff'-telegram over de uitspraak van liet prijsgerecht te Hamburg inzake het in den grond boren van het Nederland- sche stoomschip „Berkelstroom" op 24 April 1916 meldt! dat het stoomschip wel on rechtmatig tot' zinken T^gêWacirfT maar dat voor deze daad toch voldoende reden aanwezig was (ausreichende Grunde vorlagen). De Duitsche regeering zal een geldelijke schadeloosstelling geven, welke in een vol gende zitting van het prijsgerecht zal wor den bepaald. De stakingin het visscherij- bedrijf opgeheven. In een gehouden vergadering van zeelie den in het visscherijbedrijf te IJmuiden is besloten de staking in het bedrijf op te heffen, doch nieti vóór Woensdag a.s. uit te varen. Uit de glas-industrie. De Duitsche regeering heeft alle glas- Werk en alle soorten flesschen tot contra bande verklaard. Het gevolg hiervan zal zijn, dat geen glaswerk en flesschen meer over zee zullen worden vervoerd. Waar nu een zeer groot deel van onze glasindustrie bestaat van den uitvoer over zee, zal het gevolg van dezen Duitschen maatregel zijn, dat een groot deel der in dustrie zal worden stilgelegd en honder den arbeiders werkloos zullen worden. Do glasfabrikanten van geheel het land hebben vergaderd en reeds heeft een au diëntie bij den minister plaats gehad. Ook de Nederlandsche Vereeniglng van Glas- en Aardewerk heeft zich tot den minister gewend met het ver-zoek maatre gelen te nemen en de dreigende werkloos heid tie voorkomen. Bloembollen. Een onderzoek door den bond van bloem-, bollenhandelaars in ons land omtrent ge ruchten van invoerverbod van bloembollen naar Oostenrijk heeft die geruchten beves. tigd. Toch is er kans, dat er niet zoo streng de hand aan gehouden wordt als in Enge land. Wanneer men vergunning aanvraagt aan sommige gouvernementsbesturen o.a* aan de Hauptzollampter of aan bevoegde finanzlanderbehörden en de waarde dei zendingen resp. 50 en 500 kronen niet te boven gaat is er kans, dat van dit Invoer verbod afgeweken wordt „N.R.Ct.'^ Keizer Wilhelm's ver j aar dag. Tet gelegenheid van den 58en verjaardag van Z.M. den Duitschen Keizer, was Zater dag de Duitsche Rijksvlag ontplooid van de gebouwen der Duitsche legatie en de Duitsch Evangelische kerk te 's-Graven-, hage. In laatstbedoeld kerkgebouw werd Zater dagochtend ten 10i ure 's Keizers geboorte dag herdacht met een godsdienstige vie ring. Het kerkgebouw aan het Bleyenburg wad geheel gevuld met dames en heeren, behoo-, rende tot de Duitsche kolonie, terwijl ook uit Nederlandsche kringen enkelen aanwe zig waren, o.a. het Kamerlid de heer Kno bel en het oud-Kamerlid graaf Van By- landt. Voorganger in den dienst was professor dr. Hans Windisch uit L e i d e n. In zijn predikatie sloeg dr. Windich een terbgblik op de laatst vervlogen levensjaar, van Keizer Wilhelm. De kern van de toespraak van dr. Win dich vormde het vredesaanbod. Jn l.pt cl,.tp-^hP4 yf'Tyl VOürgJUI^W HSL een bede voor Neerland's Koninklijke Fa milie, nog een bijzondere bede op voor Keizer en volk en Duitschland's bondge- nóoten en voor het tot standkomen in dit jaar van een rechtvaardigen vrede, waar aan elke zelfzuchtige regeling vreemd moge blijven, en smeekte hij dat alle kraqht zou worden gebroken van hen, die zich daarte. gen zouden willen verzetten. De begrafenis van de Duitsche gesneuvelden van d e „V 69". De belangstelling voor de teraardebestel ling van de officieren en matrozen van de Duitsche torpedoboot ,,V 69" te IJmuiden is Maandag bijzonder groot geweest. Te 12 uur vertrok de eerste stoet van het gemeentegebouw, waarin de lijken tijdelijk zijn ondergebracht, naar het station, met zich nemende het stoffelijk ovei-schot van den flottielje-commandant Max Schültz en luitenant Walter Faust. Te 2 uur vertrok de tweede stoet met het stoffelijk overschot van de 6 andere ge sneuvelden naar het kerkhof te IJmuiden, waar ze werden ter aarde besteld. Nadat dó eikèn kisten, waarin het stoffe lijk overschot der officieren is neergelegd, in de rouwkoetsen zijn geplaatst, nemen daarachter plaats 8 matrozen van de ,,V. 69", die gebogen gaan onder de vracht van FEUILLETON. Een goochelaar. Mijnheer Philippon, een gewezen aanne mer, wilde een groot feest geven om den Al BOsten, verjaardag van zijn huwelijk te 'erf vieren. Hij hoopte daardoor ook in de ge legenheid te zijn den jongen man te vin-_ 'en, die hem om de hand van zijn dochter ïou komen vragen. Voor dat feest had hij een groot aantal bell amusementen ontworpen. De dames van den notaris zouden een quatremains spe len, die zij al zes maanden lang hadden ingestudeerd. De ontvanger had beloofd '01 een sonnet voor te dragen, dat- tot titel droeg: „Wat het-ochtendrood mij zeide". Een surnumerair van het postkantoor, aan ift'ien men in het begin niet gedacht had, nndat hij persoon was vanweinig beteeke- lis, had zijn uitnoodiging te danken aan ie omstandigheid, dat hij in staat was al- irhande dierengeluiden zoo getrouw moge- ijk na te bootsen. Er kwam echter nog te kort wat men een clouwat men het glanspunt van den avond noemt. ioa Mijnheer Philippon zat er over na te den- r— ■cen, toen hem plotseling inviel, dat een sijner vrienden hem gesproken had over jongen artist heel origineel, heel pappig, die zich naam had gemaakt door de wijze, waarop hij de gezelschap pen wist te amuseeren. De oud-aannemer meende dat het wel aardig zou zijn zulk een gast te hebben, 'ilgf Vooral als het niets kostte. Artisten zijn VJ li te veel geëerd als ze in gezelschap van mn' jroote lui mogen komen; hij zou vrij mogen Vei beschikken over het buffet, en men zou hem zichzelf laten bedienen van cham pagne, pastei enz. Zeer voldaan over dat idee, nam mijn heer Philippon aanstonds een velletje pa pier en schreef aan zijn vriend een brief van vier bladzijden, die met de volgende woorden eindigde: ...In 't kort, be9te Emile, als die jongen, over wien je mij gesproken hebt, bij mij wil komen, zal ik hem een uitnoodiging zenden. Niet voor het diner wel te ver staan, hij is misschien te ongelikt, maar voor de soirée. Hij zal in mijn huis de gróótste lui van de stad en van den omtrek aantreffen. Zeg hem dat hij ei" netjes uit moet zien en zijn beste beentje moet voor zetten om aardige ,zoo mogelijk nog niet vertoonde stukjes, op te disschen." Toen de vriend den brief ontving, bevond de artist, waarover mijnheer Philippon schreef, zich juist bij hem. „Kijk", zei hij lachend, „dat is een uit noodiging, die u betreft, ze is niet heel be leefd en ik .zal hem vlakweg antwoorden dat ik die boodschap niet voor hem doe". De artist, Victor Dupont heette hij, las den brief, dien de ander hem liet zien en zeide: „Je hebt ongelijk mijn vriend. Ik ben al te gelukkig als ik dien mijnheer Phi lippon pleizier kan doen, en daar hij aar dige en nog niet vertoonde stukje© ver langt, wil ik er hem laten zien. Schrijf aan stonds ,dat hij op mij kan rekenen. De groote avond is gekomen.'De ex-aan nemer, in zwarte rok en witte das, ont vangt met zijn vrouw zijn talrijke gasten; dezen komen plechtig binnen en het feest begint. Reeds hebben de twee dochters van den notaris het gezelschap in verrukking ge bracht door een geweldig getrommel op de piano; de ontvanger heeft zijn gedieht voor gedragen met ten hemel geslagen oogen en profetische gebaren, en de surnumerair heeft in een karaf zitten blazen, om het gebrul der wilde dieren in de maagdelijke wouden na te bootsen. Maar Dupont was er nog niet; zou hij niet komen? De heer des huizes keek naar de pendule. Eindelijk wordt er geheld. Hij is het. Hij verontschul digt zich zoo laat gekomen te zijn daar hij geen rijtuig kon krijgen, den weg niet wist enz. Philippon gunt hem den tijd niet uit te praten. Haastig stelt hij hem aan zijn vrouw voor en zegt: „Ga u gauw wat opknappen aan het buf fet, maar blijf niet te lang. Iedereen is ver langend u te hoeren". Dupont antwoordt ernstig: „U is wel vriendelijk, maar neem mij niet kwalijk, ik gebruik liever niets... Ik durf niet goed... in zoo'n fijn gezelschap... Ik ben niet in staat om te zingen, maar zal liever wat goochelen." „Toch geen oude kunstjes?" „Neen, a!Qiecmaa/l nieuw en ee ga'.oikken altijd." „Heb je er wat bij noodig?" „Neen, niets." ,,0, ik begrijp je, je hebt aHes in je mouwen." Juist, ik zie wel, daj u er veirstand van hebt, beste heer." Dupont gaat in een hoek der zaad staan voor een Wleine tafel, steekt een kaars san en zegt tegen mevrouw Philippon: „Zo«u u mij niet een zakdoek kunnen leenen?" Mevrouw geeft haar kanten zakdioeik. „Heeren en dames, ik ga dezen zakdoek verbranden, wezenlijk verbranden, zooals je zien zult," Meivroaiw Philippon had dien toer meer gezien en fluisterde tegen haar buurvrouw: „Je zaft zien, dat hij weer in een oranje appel of zoo iets terecht komt." Mijnllieer Dupont nam den kanten zak doek en hiedd hem boven de vlam der kaars, waar hij verbrandde onder luid gefladh van alüe aanwezigen. „Drommels", zeide hij, „nu schiet er niets meer dan asch over. Ik doe ze in dat busje. Kijk. Maai* nu moet ik nog een hor loge hebben, een dat goed loopt." Mijnheer Philippon gaf hem het zijne. „Ik ga het opdraaiei^', zegt de gooche laar, „maar ik ben een beetje ruw en breek wat. ik in mijn handen heb." „Kom, kom, geneer u niet", zegt de aan nemer. De goochelaar begint te draaien, te draaien, knap! de veer springt onder alge- mee no vroólijWheid dei- kijkers. „Die jongen is wezenlijk bij de hand", zegt Philippon tegen zijn buurman. „Je zou zeggen, dat hij mijn horloge stuk draait en toch heeft hij het al weggegoo- cheflid." Maar mijnllieer Dupont keek treurig. „Ik ben toch ongelukkig," sprak hij. „Een zakdoek verbrand, een horloge be dorven. Wat zal ik er mee aanvangen? Als ik alles eens in een hoed deed; heeft iemand een hoogen zijden hoöd, lieifist een nieuwen?" De genoodigxlen Vliegen naar de voorka mer om hun hoed te halen. Een, twee, drie, zes worden er den goochelaar aan geboden, die zo met een glimlach in ont vangst neemt. In den eenen doet hij het busje met asch en het horloge; diaarna stapelt hij ze allemaal opeen' op een groot tafella ken, dat hij zich had 'laten brengen en' dat hij bij de einden stevig dichtknoopt- Tot groot vermaak van a'.len schudt hij het pak geduoht door dlkaar en spreekt: Nu wenschtie ik, dat de-persoon, die bet.... die het minst mager is van het ge zelschap, mij een oogenb'ik wilde' herpen." Aller oogen richten zich op een dikken gepensionneerden majoor, grof en zwaar a'ilis een Olifant. Hij staat-op en vraagt aan den artist, wat hij doen moet. „Wil u zoo goed zijn op dit pak te gaani zitten?" „Qp dit pak?" „Ja, of liever op dit tafellaken, waarvaii ik een zak heh gemaakt en waarin alle hoeden zijn, die men mij heeft gegeven. Zij zijn er allemaal in, iedereen heeft hel met eigen oogen kunnen zien." „Ja, maar ik zal ze allemaal veiplettd» ren." „Natuurlijk. Ik zal dus eervst aan dg heeren vragen of ze op dezen toer niets tel gen hebben." „Neen, neen!" wordt er van allo kantön onder luid gelach geroepen. De dikke mijnheer gaat zitten. Hij vindfc er aardigheid in van rechts naar links tè schommelen als een schip. Er ontstaat een verdacht gescheur en gekraak» het publiek giert het uit van de pret. Maa.r de goochelaar ebvht stilte. Barnes en Ilcereii, gii hdbt nu de voor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1917 | | pagina 1