Tweede Blad.
BUITENLAND.
De Oorlog.
Se JAARGANG. No. 2219
Zeidóoha Qoiiïcmt
Woensdag 24 Januari 1917
De Vredespogingen.
President Wilson over een vrede
zonder overwinnaars.
„Reuter" seint uit Washington:
President) Wilson heeft gisteren in den
Senaat een verklaring afgelegd omtrent de
huitenlandsche aangelegenheden. Hij her
innerde daarbij aan zijn vredesnota aan
de oorlogvoerenden en verklaarde dat vor
deringen zijn gemaakt in de richting van
een staking der vijandelijkheden. Met na
druk wees de president op <ie noodzakelijk
heid van een duurzamen vrede en hij be
toogde dat om decen te kunnen verkrijgen
elke gedachte aan een overwinning in de
tegenwoordige worsteling tér zijde moet
worden gezet. Overwinning .zou beteekenen
een vrede, den verliezer opgedrongen en
de daardoor gewekte wrok zou een voort
durende bedreiging zjjn van de veiligheid
van de wereld. President Wileon betoogde
verder, dat de vrede alleen kan worden ge
grondvest op de gelijkheid vaji nationale
rechten. Hij wees als een voorbeeld op Po
len, dat, naar hij zeide, vereenigd, onaf
hankelijk, autonoom moest zijn. Hij wees
vervolgens op de noodzakelijkheid van de
vrijheid der zeeën. Dit staat in nauw ver
band met de beperkingen der bewapenin
gen. Maar deze moeilijke kwestie moet wor
den behandeld als de vrede is verkregen.
President Wilson wierp het denkbeeld op,
dat de natiën de Mourceleer zouden aan
vaarden, d.w.iz. dat geen natie zou trach
ten haar macht over eenige andere natie
uit te breiden.
„Reuter" seint nog nader:
In zijn toespraak tot den Senaat zeide
president Wilson nog, dat een verdrag van
een vrede op den grondslag van samen
werking waaraan de volken van de nieuwe
wereld niet meededen, niet voldoende is
om in de toekomst tegen oorlog te beveili
gen. Verder moet zulk een vrede, de eenige,
die den Amerikaansch volken waarborgen
geeft, aan de beginselen der Amerikaansche
regeeringen voldoen. Overeenkomsten zon
der goeden grondslag zouden den vrede
niet verzekeren. Het zal beslist noodig zijn
een macht te vormen ter waarborging van
de duurzaamheid van de regeling, een
macht, grooter dan die van eenige natie,
die thans betrokken is in een reeds ge
vormd of voorgenomen verbond, zoodat
geen enkele natie of waarschijnlijke com
binatie van natiën het zou kunnen onder
nemen, die macht te weerstaan.
De vrede moet worden verzekerd door de
georganiseerde hoogere macht van het
menschdom dat het denkbeeld ontwikkelt
van een vrede zonder overwinning. De pre
sident zeide verder, dat de voorwaarden
van den overwinnaar den verslagene opge
legd, zouden worden aanvaard met verne
dering, dwang en onduldbare offers, en (Jus
wrok en verbittering zouden achterlaten,
waarop de vrede als op drijfzand zon rus
ten.
President Wilson stelt daarom voor dat
alle natiën zich voortaan zullen onthouden
van deelneming in verbonden, die. ha ar tot
wedijver in macht zouden voeren en hij
ontwikkelde het denkbeeld dat alle natiën
zich zouden vereenigen in een gemeenschap
van macht, handelend in het gemeenschap
pelijk belang, allen vrij om haar eigen le
ven te leiden onder gemeenschappelijke
bescherming.
Fransciie persstemmen.
De Fransc'he bladen erkennen de liooge
belangrijkheid en die groote historische
en juridische bet eek en is van de Bood
schap van Wilson.
De „Figaro" ziet er een schoenen arcoim
van eer en vrede voor de mensohheid in,
doch acht het onmogelijk, cLat die droom
zal worden verweaenilijk-t op de oorge
ste 1de manier, wijl Wilson gelooft, dat
alle vraagstukken, die Europa teisteren.,
zijn opgelost.
De bladen onder schrijven in hei alge
meen de regelen, die als grondslag voor
'?en iateren vrede zijn neer gelegd. Zij
verklaren, dat de opvattingen van W :1-
son omtrent recht en vrijheid ook de
hunne en die van *e geallieerden rijn.
België, Servië en do onderdrukte rassen
frullen de afkon droging van het volken
recht bij uitsték toejuichen.
Maar zij (de bladen) schrijven met
■voojibdbo-ud over een vrede zonder over
winning. Het is, schrijven zij. noodig en
noodzakelijk dat vergoedingen worden
gegeven, want de straffeloosheid van de
aanvallers zou het voorkomm van agres
sies voor eeuwig bestendigen. Zij verkla
ren. dat (bet worde gehandeld) naar het
voorschrift der moraalen dat zij, diLe
den .oodlog hadden gewild, zullen worden
overwonnen.
De „Petit Parisien" schrijft diaarover:
Het is in het belang dier democratie en
der aOgemeene wereOdiorde, dat de vijand
een ramp onderga en dat zijn nederlaag
hem het besef bijbrengen van de onzede-
üijiklbaid van zijn eerzucht.
Indien men zijn ('s vijiandis) verplette
rende ajausppaJkelijikbead toegeeft, kan. men
list lot deir huidige gebeurtenissen niet
•aanvaarden. Want de vijand zou niet tal
men met zich de eer toe te awaaien. Het
is noodig dat hij in naam der gerechtig
heid eenzelfde tuchtiging erlangt als de
misdaad die hij bedreef,
Eveniall's te voren heeft Wilson de aan
gevallenen an de aanvallers op één lijn
geplaatst, terwijl zijn geweten het hem
héél gemakkelijk zou zijn gevalt] en een
onderscheid te maken.
Engelsche persstemmen.
De „Daily Chronicle" zegt: ,,De rede eal
overal beschouwd worden als eené uiterst
verheven uiting en hare moxeele toon zal
ouvoorwaardelijken eerbied verwekken bij
die vooruitziende en vrijheidslievende na
ties, op wien zij een openhartig beroep
doet, De rede is, wat hare eigenlijken in
houd betreft, tot de oorlogvoerende naties
gericht, want ofschoon de president ner
gens de moeilijke binnenlaiudsche en grond
wettige vraagstukken behandelt, welke de
Ver. Staten zouden moeten oplossen, indien
zij tenslotte mochten besluiten om zich par
tij tie stellen in eene politieke wereld-over-
eenvomst, heeft hij al zijne aandacht ge
vestigd op de overweging van de soort
voorwaarden, waaronder aan dezen oorlog
een einde moet gemaakt worclen, ingeval
zulk een politieke wereld-overeenkomst on
middellijk na den oörlog zal worden tot
stand gebracht).
,-Hii houdt zich er niet mee beeig, voor
teschrijven op welke vredesvoorwaarden
wii moeten ingaan, maar wel duidt hij
aan, weflike 6«oort vredesvo or waarden nood
zakelijk zouden zijn, om Amerika's toetre
den tot. een wereldverbond van naties mo
gelijk te maken.
„De persbeschouwinsen over dit pro
gramma", gaat de „Daily Chronicle" voort,
„zullen allerlei vormen aannemen, maar
van de zijde der geallieerde pers zal mis
schien de aandacht in het bijzonder geves
tigd worden op de vraag omtrent de goed/»
trouw. Indien alle partijen werkelijk be
reid zijn om zulk eene overeenkomst eerlijjt
na te komen, dan zou de uitwerking ge
heel auders zijn dan indien één van haar
ee te kwader trouw aanging.
„Het plan van Wilson houdt in, dat de»
geallieerden vele middelen ter zelfverdedi
ging zouden opgeven. Zouden zij daarvoor
voldoende vergoeding vinden in de beloofd/»
bescherming van de zijde der Vereenigd*»
Stat ap1/"
De ..Morning Post" wijst erop, dat Wil
son een interventie voorstelt, welke de Ame
rikanen zelf afwezen in den bevrijding»-
Snaanscheu oorlog. Door de neutralite»*
von België te laten schenden, erkende W>'
sr»n het recht van een natie om gesloten
verdragen te verbreken en dat is fnui
kend voor ziin voorstel. De „Times" merk*
on. dat een aanneming van Wilson's voor
stellen. terwiil de centrale mogendheden
verdragen behandelen als vodjes papier
alleen tou ziin een SDelen in de kaart va"
den viiand. De „Daily News" zegt: De red/»
van Wilson zal de verwezenlijking van
Rnrona's hoop eerder bespoedigen dan ve»-
trco-PT). Men moet intusschen afwachten n*
wüoooveel dichtler bij de vredesconferentie
on do instelling van een permanenten vo1
kerenbonji.ziin als Wilson gelooft.
O o s t e n r ij k s c h e persstemmen.
In een bespreking van Wilson's verkla
ring aan dien Senaat erkennen de Weener
bladen dat Wilson oprecht en eerlijk be
doelt te werken voor het einde van den
wereldoorlog en voor de voorbereiding van
den wereldvrede, en zij wijzen er op, dat
Oostenrijk-Hongarije zich met vele zijner
grondstellingen, voornamelijk met de „vrij
heid der zeeën", kan vereeingen. Oosten
rijk-Hongarije en ziju bondgenooten heb
ben het ongestoorde verkeer op de zeewe
gen steeds als grondvoorwaarde voor den
geregelden voortgang der beschaving, voor
de toenemende welvaart der volken en dé
toenadering der staten gehouden.
Eveneens wijzen de bladen er op, dat de
meeningen. van Wilson over de nationali
teiten en het deel uitmaken van de staten
der monarchie, Oostenrijk-Hongarije in
staat stelt met trotsch bewustzijn te ver
klaren dat de nationaliteiten, die in de
Oostenrijksch-HongaarSche monacrhïe ver
eenigd zijn, nooit naar scheiding verlang
den; want juist het staatslichaam der mo
narchie had, evenals de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika, het denkbeeld verwe
zenlijkt, volksstammen van de meest uit-
eenloopende soort als gelijk-gerechtigde
dragers der staalsgedachte voor gemeen
schap pej ij ken arbeid en gemeenschappelijk
samenleven te vereenigen.
De bladen wijeen er ten slotte op, -dat vele
punten van Wilson's Boodschap ophelde
ring en verklaring noodig hebben. Presi
dent Wilson stelt den eisch dat er geen
overwinnaars en overwonnenen zulten zijn.
Daar echter op menig punt van zijn betoog
hij zich schijnbaar geheel aan de zijde der
Entente plaatst, die de ontbinding van
Hongarije etecht, schijnt hier een nauwe
lijks te begrijpen tegenspraak te bestaan.
Duitse he persstemmen.
De „Kölnische Ztg." schrijft: De bood
schap von Wi'Lson is in zoo getbrekikigen
vorm overgeseind, dat daaronder op som
mige punten de zin blijkbaar heeft gele
den. Om Wilson's boodschap volkomen te
begrijpen, zal men dein Engelschen tekst
moeten afwachten. Op zichzelf zajn de
uitingen van den president zeker de J»
spreking waard, maar hoe daardoor de
vrede kan worden bevorderd, is op 't
eerste gezicht niet duidelijk tewzij de re
geer! ng dor Ver. Staten poogt de theorieën
van den president in de praktische politiek
te verwezenlijken.
Cytises, het andere, een eenvoudig coupe-
tje, was blijkbaar e>en hiuiumrijjbuag.
De graaf de Mannen nee en zijn doch
ter steiger» unt hat laatsrtej, Aan de heer,
dija hert, andere venflraten hack. iövam groe
tend naar hen toe.
Mijnbeer Duooev. fluisterde Cecile.
De graaf redilube Johan de hand.
Ik twijfelde eir niet aan. of gij zoud*
Ihiar zijn. om aan mejuffrouw uwe zuster
en aan dat arme kind uw diensten aan
te bieden, z.eiidie hij Wij van onzen kant
wróllan haar onze sympathie bertuagen, in
dien zij in droeve oagantolikhiein, als deze,
gevoelig voor is, en haar zeggen, dart ons
h-uds tot haar beschikking is, indien niet
mevrouw d'Artibes haar rechten- op-
elsdht..
Mevrouw d'AnihiS? vroeg Johan,
zonder te. begrijpen
Mojuffrouw Moniipernon is verloofd
met een onzar buuria ad-en, verklaarde de
graaf, en mogslijk zal hij baar met zijn
moeder vergezelden.
De trein anriveem-s. De lange donkere
massader wagons mat de fhiiit weer
klonk: die ioode i-antaams, aan de groote
oogen van een fantastisch dier go'.ijk. ina
demden. de brein wtond stil. Terstond
stegen ei' twee vrouwen uit.
W©lk een contrast! Hot bedroefde meis
je. dial een laa telen blik H^aim werpen
op het stoffelijk, overschot haa-ns vaders,
was pOotseiinig vertrokken, zander van
toilet te verwisselen Eer ma rite' var. oen
opzichtige kleur bedékte tern.auw-öi;nood
eeri elegant costuumen op het hoofd droeg
zij n.og den gtrooten hoed met veeren
welke op da wandeling van dezen miodag
Oostenrijk-Hongarije.
Een Bisschop over Oorlog en Vrede.
De correspondent van „De Tijd" té Wee-
non schrijft:
Teekenend voor do houding der hooge
geestelijkheid is het herderlijk schrijven,
door Z.D.H. Mgr. Rö&zler, bisschop van St.
Polken, aan zijn diocesanen gericht. Ik
citeer er hier een en ander uit.
„Wij zijn het derde oorlogstijdperk in
getreden", schrijft hij. „Met onverminder
de kracht duurt de volkerenkrijg voort.
Ons dappere leger heeft reeds schitterende
wapenfeiten volbracht, heerlijke overwin
ningen behaald, en nog steeds wil de zoo
vurig verlangde vrede niet komen. De H.
Vader in Rome liet verscheidene malen
zijn vreclesroep over de aarde w-eerklinken,
en wendde izich als opperherder aller zie
len tot de bestuurders der volkeren, om
hen te bewegen, een eind aan dezen gruwe-
lijken oorlog te maken. Zelfs deed hij
voorsbellen ter inleiding voor vredesonder
handelingen.
„De pogingen van Z.H. den Paus hebben
tot nu toe gefaald. Ook de thans in God
rustende Keizer Frans Jozef heeft vergeefs
op den vrede gewacht. De Heer heeft hem
midden in het krijgsrumoer tot zich geroe
pen. Onze vijanden gaan voort, het op onze
vernietiging aan te leggen, -en daar zij dit
niet met geweld van wapenen kunnen be
reiken, nemen zij hun toevlucht tot de uit
hongering.
Nog steeds woedt de oorlog, ondanks het
vredesaanbod van onzen keizer Karei en
zijn bondgenooten. Maar in dezen droevi--
gen tijd, die .zoo vele offers van one vergt,
mogen wij den moed niet) laten zakken.
Met volle Godsvertrouwen vooruit! Op een
gevallen soldaat in een woud vond men het
volgend schrijven: „Een kogel verwondde
mij aan de knieën, zoodat ik mij niet ver
der kon bewegen. Vijf dagen lang lig ik in
dit donkere bosch en ben den hongerdood
nabij; dikwijls heb ik tot God gebeden om
hulp, maar nog steeds heb ik ze niet ge
kregen, doch ik blijf trouw aan mijn God
en klaag niet), daar mijn uur gekomen is;
spoedig zal ik in mijn hemelsch vaderland
zijn."
Zie hier een ook voor ons voorbeeldig
Godsvertrouwen, sterk als de dood.
„Het is voor ons een groote '.roost, waar
te nemen, dat het Godsvertrouwen onze
dappere soldaten nog niet heeft v> rlaten.
Wel .zien de soldaten in plaats van vogels
bommen en granaten door de luent vliegen,
en in plaats van bloemen, zien zij prikkel
draadversperringen, doch ztf dei //ot. niet
terug.
„En daarentegen, welke ongodsdienstig-
heid heerscht niet in vele landen? In Frank
rijk mag de naam Gods'in het openbaar
niet worden genoemd, Italië heeft zich aan
den H.Vader vergrepen en diens beait ge
roofd. Ook in andere landen, die samen
gaan met onze vijanden, is veel ongerech
tigheid geschied. En hoe staat het mot ons?
Een hoogstaande overheid heeft eens ge
zegd: „Wij zijn reeds op weg naar Parijs".
Wij kregen een zekere godsdienstige onver
schilligheid over ons; toen kwam de gewel
dige oorlogsdonder. De oorlog is gebleken,
een zuiveringspi»oces der volkeren te zijn,
een groote volksmissie.
De Heiland .zal ons ook verder niet ver
laten, indien wij Gods geboden nakomen.
Hebben wij tot nu toe kunnen volhouden,
Ook verder zullen wij onsze zorgen in Gods
hand leggen.
Buitenlandsche berichten.
Fijn gevoel van een ouden Bisschop.
Do Parijsohe icarröspondent van tDe
Tijd" schrijft:
Z_ D H. Mgr. de bisschop van Viviens,
die reeds veertig jaar zijn #bisdom voor-
bewonderd was ails een meesterstuk van
smaak
Ohristina.
Welk een toaderineid in de omhelzing
van broedse en zuster Maar deze be
dacht, dat hun toegenegenheid wellicht
droeve gedachten kon opwekken bij haar
gezél ring dlie alleen stond op de w erelid,
en wendde zidh terstond tot haar.
Mijn broeder, zeide zij. Hij e ai uw
valies in hei rijtuig baengen.
Pauia. rag Johan aan. dis met eerbied
toog.
Ik kan u niet zeggen, wat uw zus
ter voor mij geweest te. zeide zij Ik mag
haar ruog wed wat bij mij honden, na eft
waar flk sta geheeii aMeen...
Mejuffrouw, zeide de graaf de Mar-
memmcs. naar voren thedend. ik ben geko
men om mij gehisei ter uwer beschikking
te -steftlenen i) aan te bieden mij te be
lasten met olfles. wait u zou kunnen be
droeven...
En als aides voorbij is, komt gij bij
ons. niiet waar, lieve Paula, zeide Cecile
ween end,
Paula omhelsde haar.
Gij Jivaart ar oolk bij..,. O. Aveik een
innigen band tusschen ons. Het scheen
mij, dat alte genegenheid onbetrouwbaar
was, maar de uwe waar is ?n mij zoet
?-al zijn Gij komt morgen niet waar7
Maar, zodde de graaf, aarzelend, het
zou wreed zijn .1 beiden alilieen te laten.
Mag is u vargazetten'7
Ik zal u morgen terugzien. Mejuf
frouw Duccey wij wel bij nuf* blijven en
ik wemscb a/lteem met haar te zijn dezen
nacht. Daarna ca ik mij heimnerep,
nog vrienden te hebben.
beeldig bestuurde, en wiens voortreffelijk
bestuur de H Stoel zoo lang mogelijk
tnaoht te behouden,- richtte aan zijn ddo»
oesanen heit volgend ontroerend schrijven:
Wij weten ons reeds lang godwongon,
om cle herderlijke zorg, wier gewicht onfi
loodzwaar op de schouders drukt, neer te
ïegigen. Reeds hehhaaèdie maten bobben
wij daarvan don H. Vadierr in kennis ge
steld en verzocht, de diooeisane zielzorg
aan jongere krachten over te dragen.
Onze gebeden ontmoetten steeds een groo
te welwillendheid, die ons diep geroerd
zou hébben als zij niet slc3dis uitgoloopen
waren op beminnelijke weigeringen van
ons veraodk.
Maar dit jaar bereikten wij den veeT-
tigsljen (venj'aandiaigJ van. onze bisschop»
wijding, en daar wij reeds den tachtigja
riigen ouderdom ovorsdhroclen, bereikten
wij die periode van hel teven, die tiet
noodlottige einde voorafgaat en de eind-
beproeving van den grijsaard is. Wij
wanen gemachtigd onze wensehem ten
overstaan van den H. Stoel te vernieu
wen. En wij hébben het gedaan. Met
deernis hoonde de H. Vader in ons schrij
ven het accent van smart en lijdzame
angst, die het (hort A-an Bmedictus XV
bewogen, zijn vaderlijke goedheid stelide
ons gedeefttalijik tevreden.
Wat 'wij giedlnoomd hadden^ wat( wij
vroegen, het was de veribreiking van den
band, die ons gebonden houdt aan onza
varantwoordedijkhedenh>et was de vrij
heid om verwijderd te zijn van alle dioce
sane zorgen, tenednde onze ziel voor te
bereiden tot heft oordieeO en de groote rv
kernschap in de eeuwigheid.
Wij moeiten edhter ten einde toe de her-
deriijike song voortzetten; maar wij be
hoeven het niét alleen meer te do an. Wtj
zjijn van giern oonzién pTjiJchiteni ontheven,
maar tlhans hébben wij hulp giékregon.
Ons is een aeerr verdienstelijke hulp bis
schop toegekend, aan wien niets ont
breekt wat dien religieuzen voorspoed van'
<oni3 diocees ön den Avede onzen» laatste
dagen 'kan verzekeren.
Leqer en Vloot.
Broodkaarten voor militairen.
Naar aanleiding Aaan die brooidrantsoei-
nearing dier bervoflikinig, is door dien opper
bevelhebber van land- em zeemacht aan
de korpsen bekend gemaakt dat: „Militai-
V3n, die zdch met veaftof begeven, zich ter
plaatse, Avaar zij dort vorfof doorbrengen-,
ter veriirijjgnng Aran een broodkaart weinr
dein tot het gemeemtébastunr. Het gtm-rea-
vtebastuur zaïl hun aSsdan op vertoon van
hun verlofpas of ver\-oeri)ëAAijs een brood
kaart uitreiken enz."
Desze regeling is echter onvotoaende. Mi-
Jitalron, welke b.v, des Zaterdags mot
verlof vertrekken., zulHen bij aank-omsfc
in hunne Avoonpilaats het gemeentehuis
reecis gesl'oten vindien. Het ge wig hier
van is, diat zij niet voor de.n (taar-opAOl-
genden Maandiag een kaart en, wat dri
hoofdzaak is, brood kunnen krijgen.
En don moeten oe juist weer Aveg.
Verlof bij stremming van de gemeenschap
te water.
De Minister van Oorlog heeft bepaald:
Zoodra tengevolge van het invallen van
de voost de scheepvaart door ijs gestrcuad
avordl, moeiton do aan de dienstplichtigen
bethioc-rendie voaAioven tot het uitoef-enen
van de binnenschipper ij door
ccffn/pagffites- (eek -. batterij fo-rt- en
dertaohements-) commandanten avorden ge
schorst.
Gedurende dat tijdvak kan door deze
m-Wiiaire chefs, met inachtneming van do
grens voor toelaatbar» afwezigheid vocwr
bijzondere verloven (20 -pCt.) aan hen, die
tn gewone tijden t rans-portm i d d e-
Ion te land leiden erf bcdienan een bij-
Zij drukte den graaf de M arm en nes do
hand, omheilisde nogmaals Cecile en- steeg
mot Christina im het rijtuig. Johan sloot
hert portier en voort gingen zij
t Is verschrikkelijk, zeide de officier,
het rijtuig nastarend. En waar is haar
verloofde?
Zij heeft ongetwijfeld geien tijd ge.hoxl
om 'hem te waarschuwen; hij zal nvngen
wel komen, zeide Cecile met vertrouwen.
Da graaf do Ma-imennes schudde liet
boofd.
Als zij weakeüjk g-erujneerd i -
hij, wie weet, wat er dan g-etoeun. I?
Haar vader loan misschien zijn schnMen
niet betaten, en de familie d'Artibes heeft
een ontA-l-ekte i naam.
Als bij haar bemint, zal hij alliea
Aioor do eer avui zijen verioofdo opofferean,
zeide Johan met Avai»mta.
De graaf gjiiimladhte droevig, terwl^
Cecile met sympathie - den jeugdigen*
knappen officier opnam.
-- Rijd mei ons mes to-t aan de bi u&
zeide dë giraaf na eer. lichte aarzeling;
Een wain-deling is niet aangenaam tn de
duisternis. De maan is ondorgigaan en
de weg is hieir en daar slecht.
Hat aanbod ward gaan-e aanvaard en
weldra reed het drietal weg.
Er is altijd iets plechtigs in de stilte
van dern nacht em bo-vtpidiein was het
tooned, Ava-vracui zij zoo juist getuigan
waren A-oor allo drie iets ongewoons. Zij
spraken weinig gedurende den tocht,
maar Johan voelde, ondanks de dro^eteL
die hem beziel-de, een stilte hoop in zrtjo
hart opkomen.
i [Wordt vervolgd)
FEUILLETON.
CECILE.
Vrij naar het Fransch.
29)
Zij heeft naar nemand1 va.n- ons ge
vraagd... Airrae jong en, ik aall niet zeg
gen, dat zij je niet hemincte, maar een
téeder gemoed heeft zij niet; en bij dat
(huwelijk legde onze naam veel g-awïcht
in de séhaal. Zij heeft er zelfs niet aan
gedadh/t, op je toegenegieuïhai-d' te rekenen...
Mijrihieicc d'Artibes, diie tot dusveire
hel stilzAvijgjen had bewaard, hoeiwel zijn
-aanigezicht zijn hevige gemoedsaandoenim
gen A-eriecL kon zidh nu niet langer iu-
houicten.
Gij spreélvt vam-een éllendige, riep
hij uiit, zidh tot zijm vrouw wenrtende;,
maar wij verdienen d.ie benaming, wij.
Wij zijn verfoei)!ijk geweest in die 'zaak,
omdat, ik ziie het nu duidelijk, dat lanve-
lijksplan verfoeilijk was. Gij hebt je zoon
afgekeerd, van een jong meisje, dat hij
izaar genegen was en dat ilk gaarne tot
ftchoonidoohtof had' giefoad; daarna Irdbt
Iglij eein .vei(binteuis traditera. te sluiten
buiten onzen kring en afwijking van enze
ta-aditiën, waarop gij nu zoo stoft en
dart altes zondea» waaiborg a^oot het ge-
luit uavs zoons... Nu geeft ge hardvochtig
prijis, wat ge eerst miet teedwitheden ivébt
overladen; gisteren trachttet) gij uw zoon
te beduiden, dat hij haar huwen moest,
haclian, dart hij Iraar moet verraden. En
ik liab je laten begaan en ik zal lof zijn,
tort ttnet eiflud, omdat ge je will steeds weet
dkxxr te drijven! Ging ik het arme kind
ïuiju eyjmpathie betoouesn, liet zou voor
haar sledhts op nog -wirêieder orntgoocho-
ïiing uiiül'oopen... Spreek niet wn onze eer,
•ar is a-reemd me© omgesprongen in deze
treurige zaak!
En mijnheer d'Artibes verliet, zonder
zijn vrouw aan be zien, de kamer, de
deur hord' achter zich toeftrekk end.
MovrauAv d'Art ito és haalde de son ou
ders oip.
Dart is nu nuttelooze hevi'gtbrid Anan
je vadeir. zeide zij tot haar zoon. Zij zal
gelukkig .geen uitwerking hebbenHeb
vertrouwen in mij, Robert, ik zal deze
«aak uitmuntend voor je regelen.
Maar zij stond o-p: hert punt, mijn
vrouw te worden, ik was aan haar ver
toonden, zeide Robert op een toon. waar
aan hij varilhefid trachtte te gewen. Ik
a'ind, evenals mijn vader, diart ik een ver-
foeiélijke rol sptel... Als alle© betaaikl keun
wcn-diem, moet ik haar huwen. ïk heb mijn
woord gegeven... Ik ga morgenochtend
met u mede.
Om haar te campromiteoren, als
het huwelijk werkelijk niet door kan
gaan! Neen. ik zal Aval een excuus weten
te vin dan. Woess gerust, ik beslast mij met
.alles.
Na deze op kaïlmen doch besflfeten toon
uitgesproken avooiMcnschelde me\Touw
d^Artibes haar kamenier, wie zij gelaste,
haar koffer voor den volgenden ochtend
te pakken.
XXI.
De laatste tredn was aan het c latten
Montbelle op komst Twee rijtuigen
hiedden onder de overkapping stil; 't eene,
een d-egante landauer, kwam van. de