ierde Blad. VRAGENBUS. 2178 .„'irdag 2 December 1916 it den Middenstand, jj ^rfagDOOODonnDnnnongDcaoaaau dii IV. is in deal laatsten tijd eene zaak van belang iin den middenstand ter spra- lomen. De contributie voor bet lid- chap van de af dealing. Daar is veel oor opgejaagd ter laatste Centrale [vergadering te Delft, voor- en te- meiers hebben zich doen liooren en 11 deed voorspellingen, die, gingen zij rvulling, den middenstand eer zou- n tchaden, dan versterken. Er waren ?eral en in elke eaak optimisten en listen, menschen die met liefde in ,n urs wilden blazen en ook die angst- de koorden van den geldzak aan- d den, om toch maar in 's hemels geen centje meer te moeten betalen de kas van hun organisatie 't zijsteeds vreemd in het leven: De at- iepen: ,,geef ons waar voor ons geld' vergaten, dat goedkoop duurkoop Zeker, we zijn niet blind voor wat Fclhoet gedaan worden; we zien, even- ai: ij, dat nog veel, wat braak ligt-, moet liveerd worden; maar mensch, als ge dit dat het uit te werpen zaad welig I schiet en rijpe vruchten voort ral jen zal, spaar dan ook niet den zil- mest om den akker te doordringen Ie sappen die den grond de vereischte tenis zullen geven, de korrel te doen emen tot een rijpe en sappige vrucht. ;e waar voor Uw geld wilt hebben, bbel dan niet op eemige ejovele stui- als ge houdt van een lekkere bief- onthoudt dan de keukenmeid niet ai >tar, in water is 't moeilijk bakken, ten als 't brood moet worden doordesemd, len geen neerslag in het baksel, dus 58! likbaar voedsel, krijgen, zoo moet B rij een krachtige organisatie aan- geld hb gebrek zijn, wil men van haar eischen, is ezich ontplooit in den vollen rijkdom a» haar jonge frissche kracht wij eens rondom ons zien, dan zullen verbaasd staan over de hooge bijdra- voor h,un geld en 't is overduidelijk 8 voor een- schriel toegemeten con ti e niet zooveel vóordeelen zouden irven en niet tot zoo'n hoog peil zou- tijn geklommen en zoo sterk zouden daar de zenuw van den krijg er niet geweest Neen, degenen, die eischen n, moeten er ook niet tegen opzien beurs te tasten en door een flinke de organisatie in de gelegen- te stellen aan billijk te stellen éischen Idoen. r: een verslag van een vergadering door Meeling "Leiden gehouden, lazen wij, langdurige besprekingen waren ge- aan de door het Bestuur voorgestelde riktieverhooging tot f 4.50. Het mo- daartoe was dat de Bondseontributie verhoogd tot f 1.85 per lid en de me- iriting van de Hanze in de comité's van lutie en adviesbureau meerdere oon- itie ei-scht. Flink zoo, dat is een be- men plaatselijk actief is en be- dat in dezen tijd moet worden in- ipentot heil en in het bel-ang van den' leastand en -men bij het Bondsbestuur ruimte van middelen eischt om te wat voor den middenstand van groot ia Immers, de fusie van de Hanzebon- waagt geld, om te kunnen werken; de telling an een of meer vrijgestelden il een punt van overweging uit, em tel van zaken vragen voorziening. En kgreep de afdeeling Leiden, evenals Haelingen in den omtrek, die hun üiitie in overeenstemming brachten te nieuwe eischen die werden gesteld. Leiden was geen daardwerkelijk ver werd gewezen op het bezwaar, Men n een vakvereeniging dan hoo gorden aangeslagen, dam leden, dier een vakvereeniging staan. Men de- itreerde 't zelfs als eten recht, dat de ro zooveel minder in de afdeelimgs- foutie bijdroegen^ als hun V-erplich-, OAn de kas van de vakvereeniging Idat oordeel em wij een onbillijk stand- Een recht kan 't nooit zijn. mem in z'n vakvereeniging ook fin staat is, voordeelem te behalem, ten niet daarbij aamgeslotene derft. *üke eischen ais recht wenschen er- "i zien, gaan uit van een stand- dat door elk rechtgeaard vereeni- ®an zal' worden veroordeeld. Dit H behoort dan ook verre te blijven de middenstandsorganisatie, 't Zal tetóheid zaaien en belemmerend wer- "P den goeden gang van zaken. Iets J is, dat men doet gelden argumen ts grom-d vinden in een billijkheid, Penning van de noodzakehjkkheid Pootere offers door sommigen te bren- dan vindt men- allicht een oplos- ,aJ» de moeilijkheden, de bezwaren, i goede igrond'en steunen. Daarom tong zoo goed voor dat staande de wing deze zaak -haar beslag miste em, nader overleg met de vakvereeniging werd toegezegd. Anderzijds was het in 't debat geworpen voorstel van subsddieering aan de vakver een gngen nog net zoo ver werpelijk. Daartegenover meende men wel weer dat zoo'n stelsel veel had van een aalmoes, doch dit argument lijkt ons aller minst steekhoudend, 't Systeem van aan onderafdeelingen steun uit de hoofdkas te verleenen is zoo algemeen eh .zoo met ge noegen door velen aanvaard, dat 't ons toeschijnt van weinig kennis te getuigen va-n wat elders wordt verricht zulk een op lossing te verwerpen of beneden- de waar digheid van een valtafdeeling te vinden. Ons lijkt 't juist goed gezien, dat de afdee ling haar vakviereenigingen moreel em f i- n a n t i e e 1 steunt om ze te doen ontwik kelen em te versterken: eens komt dan een tijd dat ze dien steun kan ontberen en op eigen beenen kam staan. Nu gold 't hier wel een bepaalde vakver eeniging, waarvan de leden moeilijke tij den doorworstelen, doch om der rechtvaar- digheidswille kan men zulk een omstan digheid van voorbijgaanden aard, niet als stormram gebruiken om een bres te maken in de statuaire basis, waarop een goed georganiseerde vereeniging is gegrondvest. Iets anders is, en dit lijkt ons 't meest "ra tioneel, dat de statuten zóó verruimd wor den, dat voor een billijke oplossing van deze, niet gemakkelijke kwestie plaats komt. Donderdag 7 November zal binnen Lei- deal eene vergadering van aandeelhouders van de Coop. Centr. Middenstandscrediet- bank plaats hebben, die van zeer groot ge wicht is. Daar toch zal worden besproken de omzetting vaou de Bank in een Naam- looze Vennootschap. Voorwaar een belang rijke bijeenkomst, die verdient de belang stelling van de leden-aandeelhouders. Dit maal zuilen zij zeker in grooten getale van hun recht en stem gebruik male en. Waar vooral in Leiden, en Omstreken een groot aantal middenstanders leden van d8 Bank zijn, meenen wij een aansporing tot trou we opkomst wel op haar plaats. Voor zich zelf hebben zij stemrecht en een volmacht van iemand, die verhinderd is te komen, kan worden overgelegd en eigen stem aldus verdubbeld. Moge dan 't groote be lang door allen worden begrepen en de samenwerking van het bestuur en leden leiden tot eene daad, die den R.K. Midden stand a an eert standsbelang van zoo groote beteeke- nis voor een goed gevestigd en doorwer- kelijk crediet wezen. HANS VAN LEIDEN. Land en Tuinbouw. Hoenderteelt en Ontginning. Hoeveel meslt geeft een kip per jaar? Die vraag heeft stellig iedere lappenhou der zich wel eens gesteld, zonder echter daarop een antwoord te kunnen geven. Bij steeds vastzittende hoenders zou dat zijn ca te gaan, maar daar komt men niet toe. De heer H. Gerlings te Apeldoorn heeft evenwel de moeite gedaan om het te weten te komen. Hij heeft opzettelijk eenige hoen ders in een hok opgesloten, den mest op gevangen en gedurende 3 weken gewogen. Hij kreeg tot uitkomst, dat de mest bij lichte hoenders 35 K.G. en bij zware hoen ders 45 K.G. per jaar zou bedragen, ter wijl dezelfde hoenders op de mestplank ge durende den nacht 1'18 K.G. per jaar voortbrengen; de laatste hoeveelheid slinkt door uitdragen 56 K.G. Terecht zegt de heer Gerlings, die een-i- gen tijd geleden over dit onderwerp schreef in de V. P. N., daf voor de meeste kippen houders bij de wetenschap van het boven staande de belangstelling in het mest- vraagstuk wel zal eindigen; ze zullen ge woonlijk geen afzet vinden voor den mest en in het gunstigste geval dezen zooveel mogelijk verzamelen om in eigen tuin te gebruiken. De schrijver handelt dan verder uitvoe rig over de bemestinigswaarde van hoen- dermest. Wat hij daarbij vertelt ontleend aan Brown, The Poultry Industry in Bel gië over de vruchtbaarmakende kracht, welke aan den bodem in het Kempendis- trict door jarenlange bemesting met hoen- dermest is gegeven, is belangrijk genoeg om het na te vertellen. Het Kempendistrict, dat zich uitstrekt ten N.O. der stad Mechelen tot aaai de Hollandsche grens, was eertijds een on vruchtbare zandvlakte, ongeschikt voor landbouw en slechts gedeeltelijk met den- nenbosschen bedekt. Ongeveer 40 jaar ge leden begonnen de boeren er op tamelijk groote schaal hoenders te houden, oor spronkelijk met het doel kuikens te fokken en die te verkoop en aan de mesters aan den anderen kant van Mechelen. Toen de heer Brown in 1897, dus na 20 jaar, het district bezocht, zag hij al een heele ver andering. Het land in de nabijheid van Mechelen was door de kippenmest zoo rijk geworden, dat bet in bouwland wdfe ver anderd. Tot op 810 K.M. van Mechelen waren de boom en verdwenen, en groenten- en' aspergebedden bedekten het oude boech- land. In 1909, dus 12 jaar later, kwam de heer JBfflown weer in die streek. Hij kende ze niet. weer: wat een vooruitgang! Tui nen, granen en wortelgewassen Ji add en de plaats der bosschen ingenomen, gevolg van de grootere vrutchtbaojihéMïi van den grond, veroonzaaikt door het kippenhou- den gedurende één mensdhengestaoht. Leefde de bevolking vroeger hoofdzakelijk van het hoenderfotkken, (een onderwijzer in Grasheide bracht b.v. pl.m. 6000 kui kens per jaar groot) nu bebouwde men den bodem. Deze,feiten zijn zeker voor woeste gron den van het hoogste belang; Zij bewijzen de groote waarde van kippen voor tLe grondverbetering en de vruchtbaarmaking van het Hand. Nadat die hoornen gerooid waren, waren nog ongeveetp twee jaar Jnoodlg om den grond in goeden staat te brengen. De heer. Brown laat echter ook de keer zijde der medaille zien. De behaalde voor- d'ee-Len Oeididten in het Kempen-district tot overbevolking (ónder die 'kippen, wel te verstaan), de mest werd al te overvloedig. Oost-Vlaamdesren en West-Antwerpen wer den bezocht dlooir een kippon-epidemie en h'onderdliuizenden kuikens stierven. Dit was toe te schrijven aan lie verkeerde wijze van fokken, uitbroeden en opfokken gedurende tie eerste weken. Zoolang de floikiki&rs die kippen in het vrije velid hië&den, en tie oudere en de jongere dieren'de ruimte hadden, ging al les goed. Maar met het groeien in aan tal en het terugdringen op meer beperkte, dioor mest besmette gronden was dit einde te voorzien. Dit aai .altijd het einde zijn als fokwij zen worden gevolLgd, die de natuurlijke le venskracht ondermijnen en den weerstand verminderen. Kïppen verdragen een tegennatuurlijke levenswijze slechter dan tenig andier huis dier. *- De heer Brown (beveelt het koiloniesteff- sel aan. Het kan zoowel in tuinen als op boerderijen de kippen het grootst moge lijke voordeed doen opleveren, maar kan natuurlijk niet toegepast worden op bin nenplaatsjes en in stadstuintjes, waar vernieuwing van gr oud en kalk of mergel de eenigje middefen tot reiniging van den bodem zijn. In plaats van de kippen in kudden over de boerderij te verdeelen, worden zij door gaas omringd, tevens ook met het doel aanliggend tuinGiand tegen hun aianvaliecn tc beschermen. Maar bij bouw- .f gras land! is dat zulks onnoodig en |s het vol doende het hoik of de hokken eik jaar te veiplhatsen. In ieder gerfaal zijn ór eenigs- fr'.^è veïTs-Tci'ifng. van dén nest en o-.'i groote besparing aan arbeid. De 'kippen zijn op één plek samen en (cunnen ail'e te gelijk verzorgd worden, wat voorat in den winter van groot beilang is. Dit stelsel: al de kippen in tamelijk' groot aantal gedurende 12 «maanden op één plek fte houden en ze dan a/Klem op een andere p'laats te brengen, is een gezond •stelsel, mits de /verlaten plek gedurende jaar niet weder voor kuikens op kiDpen gébruikt wordt en gedurende dit tijdperk elk jaar een volle oogst van dat stuk grond gehaald wordt om den mest zoo volledig mogelijk te gebruiken. Vóór het derde jaar te fcaflken is misschien aan te bevelen. De verplaatsing geschiedt in den ruitijd. Op deze wijze vertegenwoordigen de kiplpen als het ware een gewas |n een vier jarige rotatie of vierslag. Dit stelsel zal veefl bijdragen, om ver zwakking van het kippenraa tegen Ite gaan en vele ziekten af te wendn. BI. Engelsche en Duitsche landbouw. ,„pe ontwikkeling va/n den Duilschen landbouw" is de titeil1 eener publicatie van de hand van T. H. Midd-leton, die een vergelijking maakt kusechen de landbouw in Engeland en Duitsóhland. Hij komt daarbij tot de conclusie, dat de positie van den Engettschen landbouw niet lar ger voidioende is, wanneer men speciaoll let op de productie vaa> voedingsmiddelen van eigen bodem. Hierin is Duitsohlond Engeland verre de baas. De Duitsche landbouwer produceert per 100 acres bebouwd land een veefl grooter hoeveelheid graan en aardappelen dan de Engotedhe. De Duitsche landbouwer pro duceert ongeveer evenveel vileesch en bijna tweeanaiaJl zooveel' melk als de Engelische boer. De Duitsche landbouwer voedt van 70 tot 75 personen per 100 acres bebouwd land, de Engelsche landbouwer van 45 tot 50. De vooruitgang van den Duitsdhen landbouw dateert van de laatste 40 jaar. De bodem en h'et klimaat van Duitsóh- üiand zijn minder geschikt voor den land bouw dian. die van Engeland. In Duitsdfrland' wordt de grond ip de meeste gevaMem bebouwd door bóeren- eigenaar^, in Engelland door pachters. De Duitsche landbouw is goed georgani seerd. Het systeem van landbouw-cnediet bevordert den vooruitgang van den land^- bouw. Oooperatie wordt in ruimen kring toegepast. Het onderwijs ia goed'. De Duitsche economische pplitiek der laatste jaren heeft de landbouwers onge twijfeld in hooge mate begunstigd'. In de bedrijfsmethoden der Duitsche boeren heefit men een snelle verbetering kunnen waarnemen; het gebruik van meststoffen en voedermididielen is( sterk vermeerderd; zoowel van planten alls van dieren zijn betere rassen gekweekt. Dit zijn, voorafl in den tegenwoordigen tijd, zeer openhartige woorden, woorden van erkenning en waardeering. De heer Middileton voegt er echter nog eenige merkwaardige opmerkingen aan toe. HIJ gevoelt, dat zijn woorden den indruk .zou den kunnen' verwekken alsof die Duitsdhe landbouwer thians bekwamer is dan de Engelsche, en hij wijst er met nadruk op, dat dit onbiöijk zou zijn. In sommige opzichten doet de Duitscher zijn weik be ter; met name kloont hij gemakkeflijk tot coöperatie, waardoor de kileine boer even voordeel ig kan koiopen en verkoop en als die groote landbouwer; verder is de Duit sche boer meer vatbaar voor „autoriteit" dan de Engelsche, en aanvaardt gemak- keflijk de adJvieaen van vereenigingen en van kamers van landbouw. Maar lè En- gelischen hebben de kunst van gioed boe- rein geenszins verleerd. In verschillende streken staan verschillende cultures en de veefokkerij hooger dan in Duitschland. Wat de EngeCische Landbouw nooaig heeft, is organisatie en ouderwijs; in dat i pzioht moet de meerderheid der Duitraohers wor den eikend en daartoe zal de Enge"tschie landbouw moeten komen. Daartegenover echter staat, dat de Engelsche land bouwer veel meer persoonlijk bezit dan de Duitsche. De geschiedenis van de Engelsche veefokkerij en ook de v.es :h\e- deuis van dieu Engalscheu landbouw in vroegere tijden hebben dit beweze i. C. B. Meer Granen, Peulvruchten en Aardappelen. Met het oog op de klachten over sdhaarschte van voedsel voor toenech- en dier, en de verwachting, dat deze schaar ach te, indien de oorlog aanhoudt, nijpend zou kunnen worden, worden van verschiilieude kanten wenken gagmen en wordt gevraagd, of onze landbouw, ge steund door de Regeering, in deze niet wat meer zou kunnen doen. Dit zou b.v. kunnen geschieden zegt „Een Land bouwer" in het „Fr. W." door aan dtein vertouw van verschillende granen, peulvruchten en aordappielen uitbreiding te geven. Zooaffe het nu dreigt te gaan zegt hij zjaft het voor verbouwer en ver bruiker op tefjeurstelfldng uitloopen. De buitengewoon hooge prijzen van roode wortelen en uien zuiiien menig landbouwer verlokken van deize vruchten uit te zooien ten koste van den verbouw van granen, peulvruchten en aardappelen. Daar nu ons eigen volk van deze gewassen maar weinig behoeft, is dit niet gewenscht. Wat toch Is h'et geval. Niet'aflJlieetn dat, waar deze «www- WiTifllBftar en dier kunnen groeien, maar ze nomen in den zomer zooveel werkkrachten in be s/lag, dat. de teelt van andere gewassen, nu er zoo veile werkkrachten gemobiliseerd zijn, er onder komen te lijden. In den tijd van wieden komen meestafl banden te kort, te meer wiaar dit ailtijd samenvalt met den hooioogst, en nu zulten we dit des te m-eer welen hoe meer groenten er verbouwd wonden. Wanneer de Minister de verbouw van peulvruchten wil steunen, zat de verbouw van wortelen en uien moeten worden tegen gegaan in die streken, waar deze gewassen voor den oorlog niet werden verbouwd. Met het oog op de sdhaarschte van kunstmest zou het voor den landbouw zelf misschien geen schade beteekenen, •wanneer hij aan de teelt van erwten en boon en wat uitbreiding gaf. Door de natuur zijn deze vruchten ons aangewezen in dfi vruchtwisseling, daar ze dan bodem verrijken met de kostbare stik stof en dus een geschikte voorvrudht zijin van granen en aardappelen. Nu de kunst mest zoo du/ur wordt en bijna niet te krij gen is, zou de verbouwer dius veel gelid voor ikunstmest uitgegeven, kunnen bespa ren. Ook is het stroo van deze gewassen, als het tamelijk goed' wordt gewonnen en bij mate gevoederd, een niet te versmaden veevoeder in de wintermaanden. C. B. Vraag: Ik ben neringdoende en ge mobiliseerd. W did ra gaat mijn lichting met klein verlof. Mijn zaak is vrijwefl verloopen. Kunt u. ook een goed adres opgeven waar ik mij met kans van slagen kan vervoegen om steun? Antwoord; Wendt u tot de regee- ringisoommiissie inzake Midkienisbandiscre- diet (adres: Ministerie van Financiën, 's-Gravenhage). Vraag: In een huurcontract staat o. a.: „De jalouziën, eigendom van Aen ver huurder. blijven gedurendie den huurtijd in onderhoud voor rekening van den huurder." Nu laat de verhuurder het Ihuis buiten vorven en dienen de jalouziën natuurlijk ook geverfd te worden, om niet te veel af te steken. Voor wiens rekening is het verven dezer jalouziën? Antwoord: Voor den huurder. Vraag: Heeft een meisje, diat op eein atelier werkt, en per week uitbetaa'd wordt, recht op hoor volle loon, indien ze in eene. week twee of meer dagen wegens ziekte niet heeft kunnen wouken, of heeft de patroon het recht om die wee da verzuimt af te houdion? Antwoord: De wet zegt, dat de ar beider recht od loon heeft bij ziekte „voor een betrekkelijk korten tijd". Wat die be trekkelijk korte tijd" is moet dé rechter uitmaken. Over het algemeen wondt bij een voor oribepaalden tijd aangegane dienstbetrekking een week ziekte afs een „betrekkelijk korte tijd." aangemerkt. Vraag: Als mensch en zonder kindse ren hun testament laten maken, wie het langst leeft de heele boel, kunnen dan, bij overlijden, de broers of zusters oofci nog iets erven, alte de ouders van difl mensdhen reeds overladen zijn? Antwoord: Gaarne willen wij u in lichten als u ons eerst het geval eiens dui delijker wil voorsteden. Vraag: Hoe kan men roestvlekken» uit wit waschgo-ed verwijderen? Antwoord: Men. bestrooit de vlek ken met aluinpoeder en zeep en houd het goed zoo lang boven kokend water tot de damp het zout heeft opgelost. Daarna wascht men het goed uit en laat het dan in de zon bleeken. Vraag: Hoe is de vertaling van het opschrift der Israëlitische kerk aan het Levendaal te Leiden? Antwoord: Al wie hier binnenkomt buige tfich voor Mij neder. Vraag: Welke boeken heeft Mevr. Lissone Wierdels aanbevolen in haar le zing voor de afd. Leiden van den R.K. Vrouwenbond? Antwoord: De boeken, welke mevr. Lissone Wierdels aanbeval, om zich op godsdiemstig gebied te ontwikkelen, waren- 1. Het boekje, uitgegeven door de „St, Canisiusvereeniging": „De vier H. Evan geliën en de Handelingen der apostelen".. 2. Thomas Kempis. 3. Kan. Potters (6 dealen). 4. Kok en van Hengel (2 deelen). 5. Bertels en Berden. 6. J. Offermans. Verder beval spr. den vrouwen aan tö lezen: Dupanloup: 1. Mariage chrétien (fica. 4). 2. La Femme studieuSe (fics. 4). 8. 1'Enfant (fics. 4). Carron: Conduite d'une Dame chrétieade pour vivre saintement dans le monde. TiLman Pesch S.J.: De Katholiek in le wereld. Aengenent: De sociale taak der Room- Sióhe vrouw in onze dagen. Victor- Cathrein S.J.: Het vrouwenvraag- StUK. H. J. Schmitz: Gegen den Strom Erw&- gungen und Ratsehl&ge fü.r Jungfrouem H. J. Schmitz: Gattin und Mutter im Heidentum, Judentum und Christentum. Nickes S. J.: Schutz und Trutzwaffanl un Karnpfe gegen Ungllauben und Irr- güauben. Vraag: Ik ben van de lichting 1917, ingedeeld bij hiet 3e regiment huaareiv aPf.-paard-ojppastser. Zult u mij kunnen inlichten, wanneer ik onder de wapenen moet komen? Antwoord: De datum is nog niet vastgesteöd. Vraag: De Mok van de St. Lodewijko- kerk daat all sedert geruimen tijd' niet meer, tof groot ongerief van de rondom won en den. Het is een stadstoren. Zou dat uurwerk niet meer in orde worden go- maakt? Antwoord: Wij meenen te weten, dat de herstelling binnenkort zal geschie den. Vraag: Waar is verschenen het beek; „De Wijngaardeviester"? Antwoord: Bij de R. K. Boekcen trale te Amsterdam. U kunt het bij den Boekhandel bestellen. Vraag: Eenigen tijd' geleden veaeg Ut U of z.g. ktein-verlofgianger nog recht had op vier dagen vergoeding van de» dag, waarop hij met verlof is gegaan. Uw antwoord hierop luidde bevestigend en U giaf me den raad op 't Gemeente huis te informearen. Hier gaf men mijn - vrouw de boodschap, dat zij niets kreeg. Ik heb toen een verzoek gericht aan den Minister van Oorlog en nu bieb ik van dezen een afwijzende beschikking gekre gen. Kunt U me ook meedeel en uit welke bron U de zekerheid putte dat ik zeker recht heb op die vier dogen? Antwoord: Indien U uwe vraag indertijd zoodanig had gesteld, dat w« daaruit hadden kunnen zien, diat U daar mede onbepaald venlof bedoel- d e t, dan zouden we U geantwoord heb ben dat ge alsdan geen recht op vergoe ding hebt. Alleen bij klein verlof, zooals dat gewoonfliijk verleend wordt, ontvangt men de eerster drie dogen vergoeding. Vraag: Ik ben van plan, mij in het voorjaar te onderwerpen aan het examen voor kommies. Mij is echter niet békend, hoè mij aan te melden voor het examen. Antwoord: De aanvraag geschiedt door den Minister van Financiën in de Slioi'-jisicoivrainti en in dagbladen; eir ia thans geen aanvraag loopend e, vermoe- de^ijik wel tegpn het \odgand voorjaar. De eïsdhon zijn: voldoende kennis der Ned. taal, der bewerking van getalles tot en met tiendeedigie en gewone breu ken, van het metriek stelsel enz., terwijl talen-kennis tot aanbeveling strekt. Ab'onné te N. Adres ie Gdbcr. v. A Pijl te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1