ierde Blad.
VRAGENBUS.
2178
.„'irdag 2 December 1916
it den Middenstand, jj
^rfagDOOODonnDnnnongDcaoaaau
dii
IV.
is in deal laatsten tijd eene zaak van
belang iin den middenstand ter spra-
lomen. De contributie voor bet lid-
chap van de af dealing. Daar is veel
oor opgejaagd ter laatste Centrale
[vergadering te Delft, voor- en te-
meiers hebben zich doen liooren en
11 deed voorspellingen, die, gingen zij
rvulling, den middenstand eer zou-
n tchaden, dan versterken. Er waren
?eral en in elke eaak optimisten en
listen, menschen die met liefde in
,n urs wilden blazen en ook die angst-
de koorden van den geldzak aan-
d den, om toch maar in 's hemels
geen centje meer te moeten betalen
de kas van hun organisatie 't
zijsteeds vreemd in het leven: De at-
iepen: ,,geef ons waar voor ons geld'
vergaten, dat goedkoop duurkoop
Zeker, we zijn niet blind voor wat
Fclhoet gedaan worden; we zien, even-
ai: ij, dat nog veel, wat braak ligt-, moet
liveerd worden; maar mensch, als ge
dit dat het uit te werpen zaad welig
I schiet en rijpe vruchten voort
ral jen zal, spaar dan ook niet den zil-
mest om den akker te doordringen
Ie sappen die den grond de vereischte
tenis zullen geven, de korrel te doen
emen tot een rijpe en sappige vrucht.
;e waar voor Uw geld wilt hebben,
bbel dan niet op eemige ejovele stui-
als ge houdt van een lekkere bief-
onthoudt dan de keukenmeid niet
ai >tar, in water is 't moeilijk bakken,
ten als 't brood moet worden doordesemd,
len geen neerslag in het baksel, dus
58! likbaar voedsel, krijgen, zoo moet
B rij een krachtige organisatie aan- geld
hb gebrek zijn, wil men van haar eischen,
is ezich ontplooit in den vollen rijkdom
a» haar jonge frissche kracht
wij eens rondom ons zien, dan zullen
verbaasd staan over de hooge bijdra-
voor h,un geld en 't is overduidelijk
8 voor een- schriel toegemeten con
ti e niet zooveel vóordeelen zouden
irven en niet tot zoo'n hoog peil zou-
tijn geklommen en zoo sterk zouden
daar de zenuw van den krijg er niet
geweest Neen, degenen, die eischen
n, moeten er ook niet tegen opzien
beurs te tasten en door een flinke
de organisatie in de gelegen-
te stellen aan billijk te stellen éischen
Idoen.
r: een verslag van een vergadering door
Meeling "Leiden gehouden, lazen wij,
langdurige besprekingen waren ge-
aan de door het Bestuur voorgestelde
riktieverhooging tot f 4.50. Het mo-
daartoe was dat de Bondseontributie
verhoogd tot f 1.85 per lid en de me-
iriting van de Hanze in de comité's van
lutie en adviesbureau meerdere oon-
itie ei-scht. Flink zoo, dat is een be-
men plaatselijk actief is en be-
dat in dezen tijd moet worden in-
ipentot heil en in het bel-ang van den'
leastand en -men bij het Bondsbestuur
ruimte van middelen eischt om te
wat voor den middenstand van groot
ia Immers, de fusie van de Hanzebon-
waagt geld, om te kunnen werken; de
telling an een of meer vrijgestelden
il een punt van overweging uit, em
tel van zaken vragen voorziening. En
kgreep de afdeeling Leiden, evenals
Haelingen in den omtrek, die hun
üiitie in overeenstemming brachten
te nieuwe eischen die werden gesteld.
Leiden was geen daardwerkelijk ver
werd gewezen op het bezwaar,
Men n een vakvereeniging dan hoo
gorden aangeslagen, dam leden, dier
een vakvereeniging staan. Men de-
itreerde 't zelfs als eten recht, dat de
ro zooveel minder in de afdeelimgs-
foutie bijdroegen^ als hun V-erplich-,
OAn de kas van de vakvereeniging
Idat oordeel em wij een onbillijk stand-
Een recht kan 't nooit zijn.
mem in z'n vakvereeniging ook
fin staat is, voordeelem te behalem,
ten niet daarbij aamgeslotene derft.
*üke eischen ais recht wenschen er-
"i zien, gaan uit van een stand-
dat door elk rechtgeaard vereeni-
®an zal' worden veroordeeld. Dit
H behoort dan ook verre te blijven
de middenstandsorganisatie, 't Zal
tetóheid zaaien en belemmerend wer-
"P den goeden gang van zaken. Iets
J is, dat men doet gelden argumen
ts grom-d vinden in een billijkheid,
Penning van de noodzakehjkkheid
Pootere offers door sommigen te bren-
dan vindt men- allicht een oplos-
,aJ» de moeilijkheden, de bezwaren,
i goede igrond'en steunen. Daarom
tong zoo goed voor dat staande de
wing deze zaak -haar beslag miste
em, nader overleg met de vakvereeniging
werd toegezegd. Anderzijds was het in 't
debat geworpen voorstel van subsddieering
aan de vakver een gngen nog net zoo ver
werpelijk. Daartegenover meende men wel
weer dat zoo'n stelsel veel had van een
aalmoes, doch dit argument lijkt ons aller
minst steekhoudend, 't Systeem van aan
onderafdeelingen steun uit de hoofdkas te
verleenen is zoo algemeen eh .zoo met ge
noegen door velen aanvaard, dat 't ons
toeschijnt van weinig kennis te getuigen
va-n wat elders wordt verricht zulk een op
lossing te verwerpen of beneden- de waar
digheid van een valtafdeeling te vinden.
Ons lijkt 't juist goed gezien, dat de afdee
ling haar vakviereenigingen moreel em f i-
n a n t i e e 1 steunt om ze te doen ontwik
kelen em te versterken: eens komt dan een
tijd dat ze dien steun kan ontberen en op
eigen beenen kam staan.
Nu gold 't hier wel een bepaalde vakver
eeniging, waarvan de leden moeilijke tij
den doorworstelen, doch om der rechtvaar-
digheidswille kan men zulk een omstan
digheid van voorbijgaanden aard, niet als
stormram gebruiken om een bres te maken
in de statuaire basis, waarop een goed
georganiseerde vereeniging is gegrondvest.
Iets anders is, en dit lijkt ons 't meest "ra
tioneel, dat de statuten zóó verruimd wor
den, dat voor een billijke oplossing van
deze, niet gemakkelijke kwestie plaats
komt.
Donderdag 7 November zal binnen Lei-
deal eene vergadering van aandeelhouders
van de Coop. Centr. Middenstandscrediet-
bank plaats hebben, die van zeer groot ge
wicht is. Daar toch zal worden besproken
de omzetting vaou de Bank in een Naam-
looze Vennootschap. Voorwaar een belang
rijke bijeenkomst, die verdient de belang
stelling van de leden-aandeelhouders. Dit
maal zuilen zij zeker in grooten getale van
hun recht en stem gebruik male en. Waar
vooral in Leiden, en Omstreken een groot
aantal middenstanders leden van d8 Bank
zijn, meenen wij een aansporing tot trou
we opkomst wel op haar plaats. Voor zich
zelf hebben zij stemrecht en een volmacht
van iemand, die verhinderd is te komen,
kan worden overgelegd en eigen stem
aldus verdubbeld. Moge dan 't groote be
lang door allen worden begrepen en de
samenwerking van het bestuur en leden
leiden tot eene daad, die den R.K. Midden
stand a an
eert standsbelang van zoo groote beteeke-
nis voor een goed gevestigd en doorwer-
kelijk crediet wezen.
HANS VAN LEIDEN.
Land en Tuinbouw.
Hoenderteelt en Ontginning.
Hoeveel meslt geeft een kip per jaar?
Die vraag heeft stellig iedere lappenhou
der zich wel eens gesteld, zonder echter
daarop een antwoord te kunnen geven. Bij
steeds vastzittende hoenders zou dat zijn
ca te gaan, maar daar komt men niet toe.
De heer H. Gerlings te Apeldoorn heeft
evenwel de moeite gedaan om het te weten
te komen. Hij heeft opzettelijk eenige hoen
ders in een hok opgesloten, den mest op
gevangen en gedurende 3 weken gewogen.
Hij kreeg tot uitkomst, dat de mest bij
lichte hoenders 35 K.G. en bij zware hoen
ders 45 K.G. per jaar zou bedragen, ter
wijl dezelfde hoenders op de mestplank ge
durende den nacht 1'18 K.G. per jaar
voortbrengen; de laatste hoeveelheid slinkt
door uitdragen 56 K.G.
Terecht zegt de heer Gerlings, die een-i-
gen tijd geleden over dit onderwerp schreef
in de V. P. N., daf voor de meeste kippen
houders bij de wetenschap van het boven
staande de belangstelling in het mest-
vraagstuk wel zal eindigen; ze zullen ge
woonlijk geen afzet vinden voor den mest
en in het gunstigste geval dezen zooveel
mogelijk verzamelen om in eigen tuin te
gebruiken.
De schrijver handelt dan verder uitvoe
rig over de bemestinigswaarde van hoen-
dermest. Wat hij daarbij vertelt ontleend
aan Brown, The Poultry Industry in Bel
gië over de vruchtbaarmakende kracht,
welke aan den bodem in het Kempendis-
trict door jarenlange bemesting met hoen-
dermest is gegeven, is belangrijk genoeg
om het na te vertellen.
Het Kempendistrict, dat zich uitstrekt
ten N.O. der stad Mechelen tot aaai de
Hollandsche grens, was eertijds een on
vruchtbare zandvlakte, ongeschikt voor
landbouw en slechts gedeeltelijk met den-
nenbosschen bedekt. Ongeveer 40 jaar ge
leden begonnen de boeren er op tamelijk
groote schaal hoenders te houden, oor
spronkelijk met het doel kuikens te fokken
en die te verkoop en aan de mesters aan
den anderen kant van Mechelen. Toen de
heer Brown in 1897, dus na 20 jaar, het
district bezocht, zag hij al een heele ver
andering. Het land in de nabijheid van
Mechelen was door de kippenmest zoo rijk
geworden, dat bet in bouwland wdfe ver
anderd. Tot op 810 K.M. van Mechelen
waren de boom en verdwenen, en groenten-
en' aspergebedden bedekten het oude boech-
land.
In 1909, dus 12 jaar later, kwam de
heer JBfflown weer in die streek. Hij kende
ze niet. weer: wat een vooruitgang! Tui
nen, granen en wortelgewassen Ji add en
de plaats der bosschen ingenomen, gevolg
van de grootere vrutchtbaojihéMïi van den
grond, veroonzaaikt door het kippenhou-
den gedurende één mensdhengestaoht.
Leefde de bevolking vroeger hoofdzakelijk
van het hoenderfotkken, (een onderwijzer
in Grasheide bracht b.v. pl.m. 6000 kui
kens per jaar groot) nu bebouwde men
den bodem.
Deze,feiten zijn zeker voor woeste gron
den van het hoogste belang; Zij bewijzen
de groote waarde van kippen voor tLe
grondverbetering en de vruchtbaarmaking
van het Hand.
Nadat die hoornen gerooid waren, waren
nog ongeveetp twee jaar Jnoodlg om den
grond in goeden staat te brengen.
De heer. Brown laat echter ook de keer
zijde der medaille zien. De behaalde voor-
d'ee-Len Oeididten in het Kempen-district tot
overbevolking (ónder die 'kippen, wel te
verstaan), de mest werd al te overvloedig.
Oost-Vlaamdesren en West-Antwerpen wer
den bezocht dlooir een kippon-epidemie en
h'onderdliuizenden kuikens stierven. Dit
was toe te schrijven aan lie verkeerde
wijze van fokken, uitbroeden en opfokken
gedurende tie eerste weken.
Zoolang de floikiki&rs die kippen in het
vrije velid hië&den, en tie oudere en de
jongere dieren'de ruimte hadden, ging al
les goed. Maar met het groeien in aan
tal en het terugdringen op meer beperkte,
dioor mest besmette gronden was dit
einde te voorzien.
Dit aai .altijd het einde zijn als fokwij
zen worden gevolLgd, die de natuurlijke le
venskracht ondermijnen en den weerstand
verminderen.
Kïppen verdragen een tegennatuurlijke
levenswijze slechter dan tenig andier huis
dier. *-
De heer Brown (beveelt het koiloniesteff-
sel aan. Het kan zoowel in tuinen als op
boerderijen de kippen het grootst moge
lijke voordeed doen opleveren, maar kan
natuurlijk niet toegepast worden op bin
nenplaatsjes en in stadstuintjes, waar
vernieuwing van gr oud en kalk of mergel
de eenigje middefen tot reiniging van den
bodem zijn.
In plaats van de kippen in kudden over
de boerderij te verdeelen, worden zij door
gaas omringd, tevens ook met het doel
aanliggend tuinGiand tegen hun aianvaliecn
tc beschermen. Maar bij bouw- .f gras
land! is dat zulks onnoodig en |s het vol
doende het hoik of de hokken eik jaar te
veiplhatsen. In ieder gerfaal zijn ór eenigs-
fr'.^è veïTs-Tci'ifng. van dén nest en o-.'i
groote besparing aan arbeid. De 'kippen
zijn op één plek samen en (cunnen ail'e te
gelijk verzorgd worden, wat voorat in den
winter van groot beilang is.
Dit stelsel: al de kippen in tamelijk'
groot aantal gedurende 12 «maanden op
één plek fte houden en ze dan a/Klem op een
andere p'laats te brengen, is een gezond
•stelsel, mits de /verlaten plek gedurende
jaar niet weder voor kuikens op kiDpen
gébruikt wordt en gedurende dit tijdperk
elk jaar een volle oogst van dat stuk
grond gehaald wordt om den mest zoo
volledig mogelijk te gebruiken. Vóór het
derde jaar te fcaflken is misschien aan te
bevelen. De verplaatsing geschiedt in den
ruitijd.
Op deze wijze vertegenwoordigen de
kiplpen als het ware een gewas |n een vier
jarige rotatie of vierslag.
Dit stelsel zal veefl bijdragen, om ver
zwakking van het kippenraa tegen Ite gaan
en vele ziekten af te wendn.
BI.
Engelsche en Duitsche landbouw.
,„pe ontwikkeling va/n den Duilschen
landbouw" is de titeil1 eener publicatie van
de hand van T. H. Midd-leton, die een
vergelijking maakt kusechen de landbouw
in Engeland en Duitsóhland. Hij komt
daarbij tot de conclusie, dat de positie
van den Engettschen landbouw niet lar
ger voidioende is, wanneer men speciaoll
let op de productie vaa> voedingsmiddelen
van eigen bodem. Hierin is Duitsohlond
Engeland verre de baas.
De Duitsche landbouwer produceert per
100 acres bebouwd land een veefl grooter
hoeveelheid graan en aardappelen dan de
Engotedhe. De Duitsche landbouwer pro
duceert ongeveer evenveel vileesch en bijna
tweeanaiaJl zooveel' melk als de Engelische
boer. De Duitsche landbouwer voedt van
70 tot 75 personen per 100 acres bebouwd
land, de Engelsche landbouwer van 45
tot 50.
De vooruitgang van den Duitsdhen
landbouw dateert van de laatste 40 jaar.
De bodem en h'et klimaat van Duitsóh-
üiand zijn minder geschikt voor den land
bouw dian. die van Engeland.
In Duitsdfrland' wordt de grond ip de
meeste gevaMem bebouwd door bóeren-
eigenaar^, in Engelland door pachters.
De Duitsche landbouw is goed georgani
seerd. Het systeem van landbouw-cnediet
bevordert den vooruitgang van den land^-
bouw. Oooperatie wordt in ruimen kring
toegepast. Het onderwijs ia goed'.
De Duitsche economische pplitiek der
laatste jaren heeft de landbouwers onge
twijfeld in hooge mate begunstigd'.
In de bedrijfsmethoden der Duitsche
boeren heefit men een snelle verbetering
kunnen waarnemen; het gebruik van
meststoffen en voedermididielen is( sterk
vermeerderd; zoowel van planten alls van
dieren zijn betere rassen gekweekt.
Dit zijn, voorafl in den tegenwoordigen
tijd, zeer openhartige woorden, woorden
van erkenning en waardeering. De heer
Middileton voegt er echter nog eenige
merkwaardige opmerkingen aan toe. HIJ
gevoelt, dat zijn woorden den indruk .zou
den kunnen' verwekken alsof die Duitsdhe
landbouwer thians bekwamer is dan de
Engelsche, en hij wijst er met nadruk
op, dat dit onbiöijk zou zijn. In sommige
opzichten doet de Duitscher zijn weik be
ter; met name kloont hij gemakkeflijk tot
coöperatie, waardoor de kileine boer even
voordeel ig kan koiopen en verkoop en als
die groote landbouwer; verder is de Duit
sche boer meer vatbaar voor „autoriteit"
dan de Engelsche, en aanvaardt gemak-
keflijk de adJvieaen van vereenigingen en
van kamers van landbouw. Maar lè En-
gelischen hebben de kunst van gioed boe-
rein geenszins verleerd. In verschillende
streken staan verschillende cultures en de
veefokkerij hooger dan in Duitschland.
Wat de EngeCische Landbouw nooaig heeft,
is organisatie en ouderwijs; in dat i pzioht
moet de meerderheid der Duitraohers wor
den eikend en daartoe zal de Enge"tschie
landbouw moeten komen. Daartegenover
echter staat, dat de Engelsche land
bouwer veel meer persoonlijk bezit dan
de Duitsche. De geschiedenis van de
Engelsche veefokkerij en ook de v.es :h\e-
deuis van dieu Engalscheu landbouw in
vroegere tijden hebben dit beweze i.
C. B.
Meer Granen, Peulvruchten en
Aardappelen.
Met het oog op de klachten over
sdhaarschte van voedsel voor toenech- en
dier, en de verwachting, dat deze
schaar ach te, indien de oorlog aanhoudt,
nijpend zou kunnen worden, worden van
verschiilieude kanten wenken gagmen en
wordt gevraagd, of onze landbouw, ge
steund door de Regeering, in deze niet
wat meer zou kunnen doen. Dit zou b.v.
kunnen geschieden zegt „Een Land
bouwer" in het „Fr. W." door aan
dtein vertouw van verschillende granen,
peulvruchten en aordappielen uitbreiding
te geven. Zooaffe het nu dreigt te gaan
zegt hij zjaft het voor verbouwer en ver
bruiker op tefjeurstelfldng uitloopen. De
buitengewoon hooge prijzen van roode
wortelen en uien zuiiien menig landbouwer
verlokken van deize vruchten uit te zooien
ten koste van den verbouw van granen,
peulvruchten en aardappelen. Daar nu ons
eigen volk van deze gewassen maar weinig
behoeft, is dit niet gewenscht. Wat toch
Is h'et geval. Niet'aflJlieetn dat, waar deze
«www- WiTifllBftar
en dier kunnen groeien, maar ze nomen
in den zomer zooveel werkkrachten in be
s/lag, dat. de teelt van andere gewassen, nu
er zoo veile werkkrachten gemobiliseerd
zijn, er onder komen te lijden. In den tijd
van wieden komen meestafl banden te kort,
te meer wiaar dit ailtijd samenvalt met den
hooioogst, en nu zulten we dit des te m-eer
welen hoe meer groenten er verbouwd
wonden.
Wanneer de Minister de verbouw van
peulvruchten wil steunen, zat de verbouw
van wortelen en uien moeten worden tegen
gegaan in die streken, waar deze gewassen
voor den oorlog niet werden verbouwd.
Met het oog op de sdhaarschte van
kunstmest zou het voor den landbouw
zelf misschien geen schade beteekenen,
•wanneer hij aan de teelt van erwten en
boon en wat uitbreiding gaf.
Door de natuur zijn deze vruchten ons
aangewezen in dfi vruchtwisseling, daar ze
dan bodem verrijken met de kostbare stik
stof en dus een geschikte voorvrudht zijin
van granen en aardappelen. Nu de kunst
mest zoo du/ur wordt en bijna niet te krij
gen is, zou de verbouwer dius veel gelid
voor ikunstmest uitgegeven, kunnen bespa
ren.
Ook is het stroo van deze gewassen, als
het tamelijk goed' wordt gewonnen en bij
mate gevoederd, een niet te versmaden
veevoeder in de wintermaanden.
C. B.
Vraag: Ik ben neringdoende en ge
mobiliseerd. W did ra gaat mijn lichting
met klein verlof. Mijn zaak is vrijwefl
verloopen. Kunt u. ook een goed adres
opgeven waar ik mij met kans van slagen
kan vervoegen om steun?
Antwoord; Wendt u tot de regee-
ringisoommiissie inzake Midkienisbandiscre-
diet (adres: Ministerie van Financiën,
's-Gravenhage).
Vraag: In een huurcontract staat
o. a.:
„De jalouziën, eigendom van Aen ver
huurder. blijven gedurendie den huurtijd
in onderhoud voor rekening van den
huurder."
Nu laat de verhuurder het Ihuis buiten
vorven en dienen de jalouziën natuurlijk
ook geverfd te worden, om niet te veel af
te steken.
Voor wiens rekening is het verven dezer
jalouziën?
Antwoord: Voor den huurder.
Vraag: Heeft een meisje, diat op eein
atelier werkt, en per week uitbetaa'd
wordt, recht op hoor volle loon, indien ze
in eene. week twee of meer dagen wegens
ziekte niet heeft kunnen wouken, of heeft
de patroon het recht om die wee da
verzuimt af te houdion?
Antwoord: De wet zegt, dat de ar
beider recht od loon heeft bij ziekte „voor
een betrekkelijk korten tijd". Wat die be
trekkelijk korte tijd" is moet dé rechter
uitmaken. Over het algemeen wondt bij
een voor oribepaalden tijd aangegane
dienstbetrekking een week ziekte afs een
„betrekkelijk korte tijd." aangemerkt.
Vraag: Als mensch en zonder kindse
ren hun testament laten maken, wie het
langst leeft de heele boel, kunnen dan,
bij overlijden, de broers of zusters oofci
nog iets erven, alte de ouders van difl
mensdhen reeds overladen zijn?
Antwoord: Gaarne willen wij u in
lichten als u ons eerst het geval eiens dui
delijker wil voorsteden.
Vraag: Hoe kan men roestvlekken»
uit wit waschgo-ed verwijderen?
Antwoord: Men. bestrooit de vlek
ken met aluinpoeder en zeep en houd het
goed zoo lang boven kokend water tot de
damp het zout heeft opgelost. Daarna
wascht men het goed uit en laat het dan
in de zon bleeken.
Vraag: Hoe is de vertaling van het
opschrift der Israëlitische kerk aan het
Levendaal te Leiden?
Antwoord: Al wie hier binnenkomt
buige tfich voor Mij neder.
Vraag: Welke boeken heeft Mevr.
Lissone Wierdels aanbevolen in haar le
zing voor de afd. Leiden van den R.K.
Vrouwenbond?
Antwoord: De boeken, welke mevr.
Lissone Wierdels aanbeval, om zich op
godsdiemstig gebied te ontwikkelen, waren-
1. Het boekje, uitgegeven door de „St,
Canisiusvereeniging": „De vier H. Evan
geliën en de Handelingen der apostelen"..
2. Thomas Kempis.
3. Kan. Potters (6 dealen).
4. Kok en van Hengel (2 deelen).
5. Bertels en Berden.
6. J. Offermans.
Verder beval spr. den vrouwen aan tö
lezen:
Dupanloup: 1. Mariage chrétien (fica.
4). 2. La Femme studieuSe (fics. 4). 8.
1'Enfant (fics. 4).
Carron: Conduite d'une Dame chrétieade
pour vivre saintement dans le monde.
TiLman Pesch S.J.: De Katholiek in le
wereld.
Aengenent: De sociale taak der Room-
Sióhe vrouw in onze dagen.
Victor- Cathrein S.J.: Het vrouwenvraag-
StUK.
H. J. Schmitz: Gegen den Strom Erw&-
gungen und Ratsehl&ge fü.r Jungfrouem
H. J. Schmitz: Gattin und Mutter im
Heidentum, Judentum und Christentum.
Nickes S. J.: Schutz und Trutzwaffanl
un Karnpfe gegen Ungllauben und Irr-
güauben.
Vraag: Ik ben van de lichting 1917,
ingedeeld bij hiet 3e regiment huaareiv
aPf.-paard-ojppastser. Zult u mij kunnen
inlichten, wanneer ik onder de wapenen
moet komen?
Antwoord: De datum is nog niet
vastgesteöd.
Vraag: De Mok van de St. Lodewijko-
kerk daat all sedert geruimen tijd' niet
meer, tof groot ongerief van de rondom
won en den. Het is een stadstoren. Zou dat
uurwerk niet meer in orde worden go-
maakt?
Antwoord: Wij meenen te weten,
dat de herstelling binnenkort zal geschie
den.
Vraag: Waar is verschenen het beek;
„De Wijngaardeviester"?
Antwoord: Bij de R. K. Boekcen
trale te Amsterdam. U kunt het bij den
Boekhandel bestellen.
Vraag: Eenigen tijd' geleden veaeg Ut
U of z.g. ktein-verlofgianger nog recht
had op vier dagen vergoeding van de»
dag, waarop hij met verlof is gegaan.
Uw antwoord hierop luidde bevestigend
en U giaf me den raad op 't Gemeente
huis te informearen. Hier gaf men mijn -
vrouw de boodschap, dat zij niets kreeg.
Ik heb toen een verzoek gericht aan den
Minister van Oorlog en nu bieb ik van
dezen een afwijzende beschikking gekre
gen. Kunt U me ook meedeel en uit welke
bron U de zekerheid putte dat ik zeker
recht heb op die vier dogen?
Antwoord: Indien U uwe vraag
indertijd zoodanig had gesteld, dat w«
daaruit hadden kunnen zien, diat U daar
mede onbepaald venlof bedoel-
d e t, dan zouden we U geantwoord heb
ben dat ge alsdan geen recht op vergoe
ding hebt. Alleen bij klein verlof, zooals
dat gewoonfliijk verleend wordt, ontvangt
men de eerster drie dogen vergoeding.
Vraag: Ik ben van plan, mij in het
voorjaar te onderwerpen aan het examen
voor kommies. Mij is echter niet békend,
hoè mij aan te melden voor het examen.
Antwoord: De aanvraag geschiedt
door den Minister van Financiën in de
Slioi'-jisicoivrainti en in dagbladen; eir ia
thans geen aanvraag loopend e, vermoe-
de^ijik wel tegpn het \odgand voorjaar.
De eïsdhon zijn: voldoende kennis der
Ned. taal, der bewerking van getalles
tot en met tiendeedigie en gewone breu
ken, van het metriek stelsel enz., terwijl
talen-kennis tot aanbeveling strekt.
Ab'onné te N. Adres ie Gdbcr. v. A
Pijl te Leiden.