Derde Blad.
BUITENLAND.
De Oorlog.
8e JAARGANG.
No. 2172
S)e£eicbelm
Zaterdag 25 November 1916
Op een Vorstentroon.
De dood van Keizer Frans Jozef zlëgt
öns weer eens zoo duidelijk, dat het geluk
niet steeds op vorsten-tronen is tie vinden
Frans Jozef heeft in zijn lang levten kun
nen ervaren, dat de schittering van ieen
keizerschap niet het gteluk brengt; dat
er waarheid is in de woorden, die Vondel
Badeloch van Aemstel in den mond legt.
5,Hoe veel geluclciger zijn armle -fen slechte
[dorpen
En hutten laegh gebouwf, min stormen
[onderworpen,-
Dan eenigh hêer|anhuisy dat door 't ge-
[boomte steekt
pn door het bulderen des! winds zijn kracht
fop breeckt."
Als mensch, als echtgenoot en vader,
als gezinshoofd, heeft de keizier een bij
uitstek tragische rol moeten vervloden.
De ramp te Serajewo toen in-Juni
2914 de aartshertog-troonopvolger met zijn
echtgenoote werden vermoord ligt nog
•ersch in het geheugen. Terecht mocht de
keizer toen uitroepen: Ontzettend, ontzet
tend 1 Niets is mij op deze wierfeld bespaard
'gebleven."
De „N. R. Crt." geeft den volgenden
droeven film van de rampen, die keizer
Frans Jozef hebben getroffen.
Den 30sten Januari 1889 werd zijn eenigte
zoon kroonprins Rudolf, in een jachthuis
te Meyerling bij Weenen, door schoten
gedood gevonden. De omstandigheden,
waaronder deze tragedie zich heeft afge
speeld, zijn nooit opgehelderd. Maar de
Keizer heeft de ware toedracht van dit
geheim gekend ten het (een kwarteeuw met
fcich omgedragen.
In Mei 1897 vond hertogin Sophie van
'Alengon, de voormalige verloofde van ko
ning Lodewijk II van Beieren ('s Keizers
gemalin was een prinses van Beieren) bij
een brand te Parijs den dood.
Reeds vroeger, op 16 Juni,- was -,,k!ei-
Ser" Maximiliaan van Mexico, zijn broer,
te Qüeretaro in Mexico door de Mexicaan.
Sche troepen ter dood gebracht. De echt
genoote van Maximiliaan, de Belgische
prinses' Marie Charlotte, werd krankzin
nig. Zij leeft nog, maar verlaat het paleis
Be bij Brussel, waar zij verpleegd wordt,-
nooit. De Duitschers hebben bij de bezet
van België de rust dezer zieke* niet
gestoord, en haar omgeving heeft haar niet
meegedeeld, dat er oorlog is. Zij beeft
daarvan ook niets gemerktdoch wel
vraagt zij dikwijls, waarom de Koning en
Koningin der Belgen haar nooit meer
komen opzoeken.
Aartshertog Willem Frans Karei stierf
in 1894 te Baden, bij 'Weenen, aan de
gevolgen van een val van zijn paard.
Een zeer mysterieuze geschiedenis was
e verdwijning van aartshertog Johan van
Toscane, die onder den naam John Orth
een zeereis maakte ien nooit is terugge
keerd. Men gelooft, dat zijn schip ergens
aan de Zuid-Amerikaansche kust met man
en muis is vergaan. Koning Lodewijk II
van Beieren een neef van Keizerin
Elisabeth verdronk zich in het Starn-
bergermeer.-
Een zwager van de Keizierin, graaf Lode,
wijk van Trani, vorst van de beide Siciliën,-
zelfmoord in Zürich.
Aartshertogin Mathilde, dochter van
veldmaarschalk aartshertog Albert,- yer,
brandde in haars vaders paleis, doordat
haar baljapon in vlam raakte.
Aartshertog Ladislas, zoon van aartsher-:
tg Jozef, kreeg een ongeval op de jachtj
dat hem het leven kostte.
Eindelijk, de afschuwelijke moord op
e echtgenoote van keizer Frans Jozer,
die het slachtoffer werd van de tot dolk
aangepunte vijl van een Italiaansch anar?
chistj
li toe
wij
hting
•cling
storm
ga
in?
Ï908
el op
1917
L- van
in gen
van
ge
in de
is te
lee.
*17 tn
S&erié
bun*
a^ens
it met
n de
in
ons
eurig.
einde
aid
boten,
i treint
anten,
stuurd
ïitscb-
inter-
rende:
ragen:
Belgi*
lodlan*
ter),
onder
dat
len zij
i hun
tomen,
els
die
uit hd
onjui«t
en kei*
sbd.
Onder de vele lange" vorstenrëgeeringen;
lie de geschiedenis hie(eft gekend, behoort
die van Frans Jozef bijna 68 jaar
tot de langste. Koningin Victoria regeerde
ongeveer 63 jaar, George III van Enge
land was 60 jaar koning, doch de laatste
10 jaar was hij krankzinnig, en werd het
bewind door zijn zoon als Regent gevoerd,
Lodewijk XV was 59 jaar koning, Lodewijk
[XIV zelfs 72 jaar, doch vele jaren litet hij
j alles over aan Mazarin, i
Oostenrijk-Hongarije.
Keizer Karet 1.
De waardigheid van keizer van Oosten;
tijk gaat door den dood van Frans Joseph
over op zijn achterneef, aartshertog Karl
pranz Joseph Ludwig Hubert George Otto
Maria.
Hij is den 17 Augustus 1887 te Parsen?
berg, in Neder-Oostenrijk', geboren. Zijn
r was de aartshertog Otto, de jon?
&ere broeder van den yroegeren troonop?
Volger Franüz! Ferdinand, zijne moeder is
de aartshertogin Maria Josepha, eten zus;
ter van koning Friedrich August van Sak?
pen. Toen zijn opleiding begon werd Ier
"og niet aan gedacht, dat hij ooit den
ftoon van de monarchie zou kunnen be,
n. Die opleiding was dan ook de
jfcewone militaire, welke dej leden van het
Keizerlijk Huis ontvangen. Zijn militaire
loopbaan werd echter na het morgana?
tisch huwelijk van Franz Ferdinand plot?
jseling onderbroken, omdat hij,- door dit
feit troonopvolger geworden, zich de noo?
dige rechts, en staatswetenschappelijkej
kennis moest eigen maken, waarvoor hij:
de universiteit te Praag bezocht. Na afloop,
van den cursus keerde hij weder naar het
leger terug.
In 1911 woonde hij als vertegenwoordig
ger des Keizers dte Kroning van Koning
George van Engeland bij.
Den 21 Oct. 1911 huwde hij de aartsher?
togin Zita van BourbonParma.
Toen de troonopvolger Frans Ferdinand
in 1914 te Serajewo vermoord was, Werd
Karl Frans Ferdinand troonopvolger, daar
de kinderen uit het morganatisch huWé-
lijlc van zijn oom geen recht op den troon
hebben.
Bij het uitbreken van den oorlog rustte
een zware taak op den jongten troonop
volger. Hij bleek daartegen lechter opge
wassen. Eerst stond hij den opperbevel
hebber der Oostenrijksch-Hongaarschje'
troepen,- aartshertog Friedrich, ter zijde.
Hij wist toen de genegenheid van allen
die met hem; in aanraking kwamen tte
vtdnnen
Den 15 Juli 1915 werd hij tot generaaL
majoor en schout-bij-nacht bevorderd, ter
wijl hij tevens den Keizer bij het leger-
vertegenwoordigde Hij onderscheidde zich
Hoor zijn warm medegevoel met de troe
pen en door zijne rechtvaardigheid, die
hem noopte, alle klachten, die tot zijne
kennis kwamen, te onderzoeken.
In het voorjaar van 1916, was hij' de
aanvoerder der Tiroolsche élite-trotepen,
die bij het offensief tegen Italië een zoo
belangrijke rol speelden
Op 12 Maart 1916 werd de aartshertog
luitenant-veldmaarschalk en vice-admiraal
en op 16 Augustus opperbevelhebber van
alle Oostenrijksch-Hongaarsche troepen
aan het oostelijke front.
Omtrent zijne persoonlijkheid wordt
niets dan gunstigs bericht Hij is een
flink, Wellevend man met leen onbevan
gen oordeel en stelt levendig belang in
wetenschap, schilderkunst en muziek,
sport en jacht. Meermalen heeft hij bij
de officierswedstrijden teerste prijzen ge
wonnen en zich bij aptomo biel wedstrijden
onderscheiden.
Voor de eerste maal sedert den lOen
September 1898, toen keizerin Elisabeth
te Genève werd vermoord, heeft Oosten,
rijk dus nu weer een keizerin.
Prinses Zita is den 9 Mei 1892 in Villa
Piancra geboren, als dochter van hertog
Robert van Parma en hertogin Maria An-
tonia, prinses van Braganza, infante ,van
Portugal,,
Prinses Zita is eene lieve verschijning.
Personen uit hare omgeving beschrijven
haar als iemand met een krachtigen, eigen
wil en een onafhankelijk oordeel. Zij stelt
vooral belang in economische wetenschap
pen. Haar huwelijk met Karl Franz Jo
seph was er -een uit liefde. Het keizerlijk
paar heeft vier kinderenaartshertog
Franz Joseph Otto, geb. 20 Nov. 1912,
aartshertogin Adelheid, geb. 3 Januari
1914, aartshertog Robert, geb. 8 Februari
1915 en nog een vierde zoon, die op
1 Juni 1916 geboren is
Duitschland.
M DOOD VAN PRINS HEINRICH
VAN BEIEREN.
Omtrent het sneuvelen van Prins Hein--
rich van Beieren, die naar men weet in
de gevechten ten Zuiden van den Rooden
Toren-pas doodelijk gewond werd, heeft
het oppercommando nog het volgende me
degedeeld. De brigadie-Epp, waartoe net
infanterie-lijfregiment onder aanvoering
yan den prins behoorde, had den 6en No-
yember door een flankaanval het bekken
yan Rerisane ten Oosten van den Rooden
Toren-pas geopend. De brigade moest zich
nu in 't bezit stellen van den 300 M. hoo-
ger gelegen Poiana Spinului, ten Z. van
Mt. Sate. De verovering van de Poiana
Spinului werd aan het regiment yan den
prins opgedragen.
Het aanvalsterrein is daar vol scheuren,-
zoodat *een zorgvuldige verkenning noodig
was. Uit de voorste linie bij de Mt. Sate,
die op gemiddelde infanteri.eschootswijdta
yan den vijand lag, kon men het overzien.
Met de hem eigen nauwgezetheid trachtte
de prins de mogelijke wegen voor de batal?
jons en compagnieën vast te stellen. Aan;
yankelijk gedekt door struikgewas, schijnt
hij in zijn ijver de dekking verlaten tte
hebben. Er viel een schot, dat dicht bij'
hem insloeg. Met de grootste koelbloedig;
heid, zette de prins de Verkenning voort,-
hoewel dadelijk daarna nog eenige kogels
insloegen. Plotseling, bij het vierde schot?
zei de prins zacht: ,-,Ik ben gewond" en
"zonk neer. 'Hij werd terstond in de djekking
teruggedragen. Uit het onderzotek bleek,
dat hij in de leverstreek getroffien was.
Het zag er bijna als een schampschot uit,
maar een groot bloedvat schijnt verscheurd
te zijn geworden. De dokter beschouwde
dien toestand 'als ernstig, maar niet hope?
loos. Dies nachts trad een plotselinge
kwakte in en even over halfdrite is de
prins overleden,
Frankrijk.
EEN TERECHTSTELLING,-
John N, Raphael schrot in de ..Pali
Mall Gazette",:
;,Troyes en een grauwe somberte; och
tend in October 1916. Plotseling gaat het
licht op in een gevangeniscel,- zoodat dte
gevangene wakker wordt. Als hij' de gte-
witte muren om' zich heen herkent 'en zijn
geest weer in de werkelijkheid terug is;
gaat hij met een schok overeind zitten.
Wat wil zijn advocaat zoo vroeg in den
ochtend van hem? En dan begint hij te
begrijpen. De advocaat is niet alleen. Die:
openbare aanklager is bij hem en verschil,
lende mannen in uniform, die hij als rijn
rechters herkent. ;,Houd moed", zegt zijn
advocaat. Hij huivert en een zweetdroppel
rolt langs zijn bovenlip in zijn mond.
Felix Malherbe was een Zwitser, die het
grootste deel van zijn leven in Nancy hteeft
gewoond. Hij sprak Fransch als een
Franschman. Hij is een en veertig ja^r
oud, ziekelijk, zoodat het niemand was op?
gevallen, dat hij niet voor den dienst opge
roepen werd. Hij woonde als rustig en
geacht burger in Nancy en zijn arrestatie
had zijn buren verrast.
Maar Frankrijk heeft evengoed teen ge?
heimen dienst als Duitschland en wetet spoe
dig, wien het wantrouwen moet. In April
werd Malherbe door den krijgsraad ter
dood veroordeeld en sedert wachtte hij
op (executie, maar hoopte hij tevens op
gratie. Maar gratie was onmogelijk. En
nu, in den vroegen ochtend keek de onge'?
lukkige naar de mannen, die met ernstige
gezichten in zijn cel stonden, toen hij wak?
ker werd. Hij huiverde.
Malherbe had verraad gepleegd. Hij had
evengoed voor het weingle, dat hij daai*voor
gekregen had, kunnen werken. Maar hij
verkoos het kromme pad, dat hem op
dien grauwen ochtend naar zijn dood
leidde.
Hij kreeg een glas cognac en teen siga?
ret. De directeur der gevangenis sprak
de drie woorden, die in deze omstandig?
heden zoo vreeselijk klonken: „Vous êtes
libre";
Om het plein heen stonden soldatien;
achter hen een groote menigte. De spion
werd naar een paal, die midden op htet
plein stond, geleid. In de doodsche stilte
werd hij aan den paal gebonden. In de
stilte werd hij geblinddoekt. In stilte stelde
het vuurpeleton zich tegenover hem op.
Geen geluid klonk uit de menigte. Het
was zoo stil als het in de lucht is, vóór
een storm losbreekt.
.De officier van het vuurpeleton gaf een
teeken en de soldaten vormden een'hal,
ven cirkel daarachter. Weer een teeken.
De twaalf geweren gaan als door een
machine bewogen omhoog en worden aan
gelegd. Toen één kort, scherp beviel
„Vuurl" liet klinkt als één enkel schot.
De officier groet. ,,Aan de wet is vol
daan 1" roept hij luid. „Zoo steryen Frank?
rijk's vijanden."
HET LAGEK ONDERWIJS IN
GEVAAR.
Nog steeds wordt ernstig geklaagd over
het aanzienlijke tekort aan goede onder
wijskrachten op de lagere scholen. \De
meeste onderwijzers rijn gemobiliseerd en
de scholen verloopen, het onderwijs staat
vrijwel stil. Thans weer vinden we in het
„Journal" een wanhoopskreet van Lucien
Descoues,. die een krachtig beroep doet
op de leger-autoriteiten om toch oudene
onderwijzers, die vaak ingedeeld zijn bij
werkbataljons achter het front, met groot
verlof te zenden, zoodat zij vetel nuttiger
werk kunnen doen. Descanes publiceert
o.a. *een brief van een inspecteur van het
onderwijs, die schrijft„De leerlingen h*eb;
ben twee jaar verloren. Zij zullen dit niet
meer inhalen Na den oorlog zal anderte
arbeid beslag op hen leggen. Ons op
groeiend geslacht zal 25% analfabeten tel
len 1 Wij bereiden den „naoorlog" vteel
te goed yoorl"-
Polen.
GALICIË EN POSEN.
De „Standaard" wijdt in een driestar
de volgende beschouwing aan het Pool?
sche vraagstuk.
Voor wat het Poolsche vraagstuk raakt;
staan Posen en Galicië niet op één lijn.
Galicië, dat bij Oostenrijk werd inge?
deeld, is veel sterker bevolkt, terwijl Po?
sen, dat aan Duitschland ging, niet zoo?
veel boven Zuid-Holland in bevolking uit,
gaat.
Zuid-Holland stond in 1900 op een be
volking van 1.171.437 en Posen in 't zelfde
jaar op 1.887.275. NaJar de jongste tel,
ling staan we in Zuid-Holland nu op
1.537.419 en Posen telt nu rond 2 millioen
inwoners. Rekent men nu van dit totaal
de Germanen in deze provincie af, die
meest Evangelisch zijn, en sa£m in totaal
ruim 500.000 opleveren, dan blijkt wel,
dat de Polen 'in Posen zoo ongeveer met
de huidige bevolking van Zuid-Holland ge?
lijk staan. Hieruit verklaart het zich dan
ook, dat men voor Posen dusver geen bij?
zonderen maatregel getroffen heeft. Ver?
geleken bij de 12 millioen Polen in het
nieuwe Koninkrijk, leggen dezie 11/2 mil?
lioen in Posen geen bijzonder gewicht in
de schaal.
Ernstiger is de verhouding in Galicië^
Galicië toch had, naar de jongste volks?
telling, een bevolking van ruim! 8 millioen
inwoners, zeer compact in het kleinje land
yan 78.000 K.M.2 saamwonend, d. i. .93.
op die K.M.2
Onder deze bevolking nu is 53
Poolsch, 43 Rhuteensch, en de overige'
4 deels Germaansch, deels Joodsch.
Daar nu de Rhutenen of Klein-Russen
yeelal met de Polen sadmgingen, is het te
yierstaan, dat de Keizer van Oostenrijk
aanstonds deft doortastenden maatregel
nam; om aan de Polen en Ruthenen in
Galicië meerdere zelfstandigheid te ver?
zekeren.
Wat t?e dien opzichte in Posen geschite?
den zal, is nog af te wachten. Dpch in
elk geval blijkt reeds uit de bovenstaande
cijfers, dat Posen tot de kleinere proyin?
ciën behoort, slechts een groot-derde yan
Galicië is, en yoor wat de bevolking be,
treft, voor het Poolsche vraagstuk geen
overwegend cijfer in de schaal werpt. En
dit te minder, daar verhuizing uit Posen
naar Polen, op niet zoo kleine schaal yoor
de deur staat*
Van \vA Westelijk Oorlogsterrein,
DE DOORBREKING VAN HET
FRONT.
Een officier in „Kitchener's" legter be
schrijft in de „Saturday Review" wat de
werkelijke bebeekenis van de doorbreking
van het front zou befreekerten. Hij zegt o.a.
„Het lijkt zoo gemakkelijk. Een paar
linies loopgraven en wat prikkeldraad.
;,Dat bosch daar kan omsingeld en dat
kreupelbosch door de artillerie platgescho
ten worden en in dat dorp kan niemand
meer leven, nadat wij het zoo gebombar
deerd hebben". En toch, ga teens naar Con-
talmaison en kijk eens naar het Delville-
bosch, dan zult gij begrijpen wat de door.
breking van het front beteekent.
Vraag ook de cavalerie, hoevleel linies
prikkeldraad er noodig rijn om ze volko
men tegen t© houden. Vraag elk peloton
hoeveel machinegeweren er noodig rijn
om het te vernietigen, Hiet antwoord zal
altijd rijn: ;,Eenl"
Bij ons, die allen burger-soldaten rijn,
was op 1 Juli de doorbraak-theorie zöer
gewild. Wij konden door onze verrekijkers
de tweede ten de derde linie van den vijand
zien en het leek, dat er niet veel moeite
noodig was om door en over dit alles heen
te komen.
Maar er waren, gelukkig voor ons, ook
„oude" generaals, Sir Douglas Haig en
Père Joffre, die beter wisten en daarnaar
handelden. Zij waren toevallig echte sol
daten met buitengewoon groote ervaring
en zij wistenheel wat.
De critici, hetzij op den bureaustoel of in
de gedekte schuilplaatsen, denken over
eene divisie alsof het een soort „hyper
tank" is, iets dat uit één stuk bestaat en
in zijn geheel bewogen kon worden door
éénihoofd. Zij denken dat het slechts noo
dig is te bevelen: „De divisie gaat daar
of daarheen", en dat het dan gebeurt.
Maar zoo gaat het niet.
De infanterie beweegt zich nitet sneller
dan vijf kilometer per uur en zij moet in
den strijd voorop. Zij moet voorttrekken
over wegen, waarop de beschrijving past
welke zekere Ier van een net gaf: „een
massa gaten die aan elkaar gebonden rijn"
en over een terrein dat op het oogenblik
waarop rij er aankomt, hoegenaamd niet
meer op de kaart gelijkt en verder door
loopgraven die nooit op de kaart voor
kwamen. En dan moet rij voortdurend
tegen machinegeweren in en de hardnek-
kigsten onder de verdedigers met bommen
uit hunne schuilplaatsen verjagen.
Terwijl de divisie oprukt, rietemt de Duit-
sche artillerie haar onder vuur en beweegt
rij te snel, dan komt rij in het eigen gordijn-
vuur terecht. Dit alles is onvermijdelijk en
in den modernen oorlog volkomen nor
maal. En dan rijn er nog lieden, die van
.mokerslagen" en „bliksem-opmarschjen"
spreken.
De eenige zinnebeeldige uitdrukking die
thans nog te gebruiken valt is die van den
stoomwals, en zelfs deze geeft nog een
begrip van eenheid ten eenvoud van bewe
ging, die bij den modernen loopgravlenoor,
log zeer zelden voorkomt."*
Uit den Middenstand.
III.
-Geld is macht" lazen wij eens in een
beschouwing over een sociaal onderwerp,
't Moge menigeen vreemd in de ooren
klinken, waar is en blijft 't steeds, dat
„die geld heeft kan huizen bouwen, die
'tl piet heeft kan steenjen sjouwen"! al
is 't in dit oude volksgezegde wel wat
al te sterk uitgedrukt en gegeneraliseerd.
Voor den middenstand vooral is geld
macht. Decentralisatie van finantieele
kracht leidt tot versnippering van macht;
ook ras tot onmacht. Waar zal dan de
onafhankelijkheid van den middenstand
blijven, als de machtigste factor van
kracht, de stevigste hefboom tot vermteer-
dering van .macht ontbreekt, wordt ver
waarloosd. O dat men 't wel begrijpe:
wil de middenstand wordegi (blijven) on;
afhankelijk, een deel der maatschappij;
waarmede rekening dient gehouden, dan
zorge hij er voor een macht te scheppen
ten te stellen tegen een andere macht:
het grootkapitaal. Materiaal is er genoeg
zaam voorhandendoor handel en nij;
yerheid wordt een enorme" schat kapitaal
omgezet, vele malen, nu vlerdteeld en ver?
brokkeld, straks alles in een gebracht in
ieen instelling voor den middenstand van
onschatbaar en nog niet genoeg gekend
belang:'de Hanzebank.
De middenstand ervaart de beknelling
yan rijn stand tusschen twee grootmachten;
de arbeids coöperatie en die van het groot?
kapitaal. Hoe het hoofd te bieden aan de
eerste, zullen wij later Wel eens onder de
oogen zien. Tegenover de andere macht is
slechts een zaak noodig te bevorderen:
kapitaal tegen kapitaal stellen. En als wij'
eens. uityoerig konden treden in dg ons ten
dienste staande gegevtens, '(de ruimte ecK?
ter laat dit niet toe) dan zouden wij kunneoi
bewijzen, dat de yerhouding van het groot?
kapitaal tot het z.g. kleinkapitaal ongeveer
gelijk staat, met dit verschil echter, dat
grootkapitaal is in handen yan weinigen
en 't kleinkapitaal, de tweede macht dus?
in handen yan velen. Uit den aard der
zaak dus zal de versnippering van het
kleinkapitaal leiden tot inboeten van
macht. Als men nu alom de trusten ziet
verschijnen, dan moet men wel tot dg
ervaring komen, dat het grootkapitaal zich
bewust is, dat alleen samenvoeging van
grootmachtsdeelen in staat is den invloed
op de geldmarkt, in den handel te yerster?
ken. En zou de middenstander de oogen
gesloten houden voor dit natuurlijk ver?
schijnsel en, zich spiegelend aan dit voor
hem niet zoo onschuldig voorbeeld, aflaten
•evenzoo te doen? Dat hij bedenke, dat
slechts één middel kan bat,en en hem zijn
onafhankelijkheid, zijn kracht en macht
kan doen behouden: kapitaal tegen kapi?
taal stellen. En hij wachte daar niet mee;
hij rij nu eens niet meer aartsconservatief,
hij zette nu eens alle bedenking op stal
en zorge intijds dat hij niet worde de eerste;
de onderdanige dienaar van het grootka?
pitaal.
Als we in het buitenland zien wat door
den middenstand zelve reeds is gewrocht?
dan verbaast men zich hier over de laks?
heid van een 70 van den middenstand?
die doof is (en niet hooren wil), blind (en
zien zal als 't te laat is) en voelen zal als
er geen redding meer mogelijk is.
Doch te fier zal hij nu worden, om zijn
stand te laten in den grond trappen; de
energie ontbrandt, het saamhoorigheidsgte?
voel ontwaakt en het eigenbelang maakt
hem sterk. Zijn redding en kracht ziet hij
in rijn eigen instelling, rijn Hanzebank;
daarin ziet hij een middel om te blijven „de
ruiggegraat van de maatschappij", de kern
van >een gezond maatschappelijk leven.
Dien middenstand rijn de oogen geopcin
Hij, hoort, riet en handelt.
Zijn eigen instelling biedt hem vele vog
deelen. Als men bedenkt dat de Ha:,
bank zich ten yolle aanpast aan.
hoeften van de middenstand i
zich toelegt op coulante behai
het bieden van groote voordeelen
die in den vollen omvang hun bedrijf oa...
brengen, dan is 't ook te verklaren, d.i
in de ruim vijf jaren van het bestaan e*
omzet kon worden verkregen van ongeve
100 millioen gulden. De incasso's namen
toe tol 6 millioen en de spaarkas verheugt
zich in grooten bloei, doordat leden voor
voor zich en hunne huisgenooten ruim ge?
bruik maken van de gelegenheid tot spa,
ren, hun geboden. Ook tal van niet-leden
vertrouwen de Hanzebank hun spaarpen
ningen toe, terwijl R. K. Instellingen en
Vereenigingen, zooals Kerk- en Armbe?
sturen, in de Spaarkas hun tijdelijk over;
tollig geld plaatsen. De millioenen aan.
deposito getuigen van het groote vertrou
wen waarin de Bank zich verheugt en de
enorme waarde aan effecten, bij de Bank
in onderpand, geven een bewijs dat ook
van beleeningen ruim gebruik wordt ge
maakt. Aan de meerdere millioenen om;;
zet in rekening-courant is te bespeuren,
dat tal van groote en kleine middenstan?
ders reeds hun bedrijf over de Bank, hun
Bank laten loopen. Ziet men de cijfers van
crediet in rek.-courant en die op korter
termijn, dan kan men niet anders dan con?
cludiéeren, dat reeds door velen wordt be?
grepen, dat de instelling er is voor den
middenstand en deze erop aangewezen is,
rijn eigen instelling krachtdadig te steunen*
Velerlei is' de zekerheid die door do
Bank wordt aanvaard: crediethypotheek?
polissen van levensverzekering, grossen
yan hypotheek, borgen, terwijl voorschot
op wissels aan tal van neringdoenden en
handelaren een welkome gelegenheid ts
om zich bedrijfskapitaal te verschaffen.
Een nieuw instituut is het cheque en giro?
.verkeer, wat den leden gelegenheid geeft
kosteloos overschrijvingen te doen plaats
hebben op andere kantoren en betalingen
te doen aan leveranciers in andere plaat?
sen gevestigd. Voegt men hierbij het gra?
tis of ook zeer laag incassotarief over al
de kantoren, dan zal men moeten erken?
nen dat er zeer veel in de Bank is, wat voor
hen die er gebruik van weten te maken
groote voordeelen biedt. We zijn ook over?
tuigd dat zij die deze zoo nuttige instel?
ling van de Hanze wel eens „een bankje'1
(met kleine b) noemden, door deze uiteen?
zetting zullen overtuigd rijn dat 't wel
degelijk „een Bank" is, die aan alle cej
stellen eischen voldoet. Men diene dan
tevens-in 't oog te vatten de gemakkelijk^
.verbindingen over 't geheele land, door
de fusie van al de Hanzebanken verknel?
gen, "waardoor elk plaatsje van eenige be?
teekenis wordt omvat in de daardoor ont?
stane groote organisatie van den geldhan?
del.
Naar ons ter oore kwam zijn nog grootei
plannen tot uitbreiding in voorbereiding';
die een krachtigen stoot zullen geven aan
de vervolmaking van dit instituut. Dat wij
eenigszins in den breed© over deze, naar
onze vaste overtuiging, voornaamste in?
stelling van de Hanze onze ge d ach tea,
hebben uitgewerkt, mogte aanleiding rjn
yoor vele R. K. Middenstanders gebruik
te maken van den machtigsten hoeksteen
waarop het gebouw rust, tot heil en ver?
sterking yan hun stand in het leven gero^
pen,
Hans yan Leiden*