weede Blad.
De Oorlog.
No. 216 1
erdag 18 November 1916
lest
kri Eenheid.
in onzsel Roomsche Isafnenleving
wat ons meer door de niet-Katho-
wordt benijd, dan onae eenheid,
eenheid der Katholieke Kerk, de
id in geloofs- en zedenleer, zij" schit-
|s een stralende zon het door Chris-
^,c in Zijn Kerk beloofde kenmerk der
(j eid uit. De door Christus gestichte
moet zijn: één, heilig, katholiek en
lisch. Die eenheid kan zelfs door
sisten tegenstandier nilöt in twijfel
ail n getrokkenEn als hij dan zijn
it niet kan onderdrukken, dan tracht
an( te uit te vieren, door de leienheid der
l lièke Kerk te gaan beschimpten als
eoteekten van onderdrukt geesteslev
en uiting van slaafsche onderwter-
Maar leen feit is het, onloo*
lar is het, dat hij de eenheid onzter
ons benijdt 1 Die eenheid, waarvoor
V te diepe dankbaarheid kunfijen
een gevolg van de Roomsche teen--
geloofs- en zedenleer moet daar
vaste kracht en onbreekbare saam,
heid de eenheid onder de Katho-
in hun hoogste doen en in hun
denken, de eenheid door de onder,
iefde
wij bedoelen niét leien kerkhof,-
P iet een eenheid tengevolge van de
Maar een levende eenheid. Er
mag, er moet soms zelf9 wrij1-
kj- n gedachten, botsing van neigingen
ard' ons oatstann. vUit die wrijving en
te v k a n dikwijls lichten de waar.
and aar moet steeds lichten die liefdé,
fend n'et' Katholiek, die ons ziet strijt
l et eerlijke wapenen, den strijd op
ar]-e rein van vrije kwesties, van per.
e meeningen, moet worden getrof-
>r de eenheid onder de strijders, in
I van veel verschillen ien geschil.
y,Aan Uwe liefde zal men erken.
it gij mijne navolgers rijt"..... 'n
waardoor een ontzaglijke ver
>ordielijkheid wordt gedrukt
et ii
kvensgedragingen van fejen ieder,-
ii
bovenstaande waarheden mag eten
nde Vk dagblad toch wel eens her.;
dat behoort toch tot zijn ver.
als er in het Katholieke levien
[plaats grijpen, die daarmede in
illen zleggen, waarop we ddelen,
district Haarlemmermeer
de Katholieken een verkiezing^-:
lor een drietal cqndidaten. Daar is
:gen of, liever gezegd, daar b e-
niets tegen te rijn: het is hun vrij.
it is ook hun recht. Daar is niets
v enzijudie strijd wordt gevoerd
ipenen, waardoor dé onderlingte
e.toe
ai ze
oi l
al:
dui or(it gekwetst. En 't hindert ons
loeten getuigen dit i s gebeurd
>no verges tel de zijde heeft men el--
;€r niet alleen met voor de Katho-
paste wapenen bestnedten
isatie i gebeurd in het Kiesdistrict Haar,
meer. 't Kan wórden verklaard door
aiing van een verkiezingsagitatié,
elpriji maar al te gemakkelijk de ge.
a f 25 esteltenis van den andiers zichzelf-
5 tot
Engel
Duit) i,
zijnden mensch wordt opgtezwiept.-
't worden verklaard en ook, tot op
hoogte, worden vtergoelijkt
nu moet dan ook, met het terug-
jen, k der kalmte, wiser da eensgezinde
ondeilinge liefde haar rechtma-
;n da
ijker
tige plaats onder de Katholieken van dg
Haarlemmermeer gaan innemen
De onderlinge liefdeWij noemden
hier nu als yoorbeeld van het verbreken
der onderlinge liefde hjet kenmerk onzer
Katholiciteit de verkiezingen in dg
Haarlemmermeer. Maar, och, er zouden
zoo vele andere dergelijkje voorbeelden rijn
te noemen. ZooveleEn toch dit
rij hier 'ns duidelijk gezegd: Wie bjöw|e|ert
teen Roomsche actie te voteren |en
daarbij de onderlinge liefde schendt, hij
is-..', een leugenaar. Hejel rijn optreden
is slechts een Roomsch-vergulde pil,
schoon in schijn; bitter yan smaak 1
Uit de Pers.
j Evenredig Kiesrecht.
Htet Huisgezin schrijft 1
De heer Van Idsinga heeft gisteren bet
fevenredig kiesrecht fel bestreden.
Niet dit of dat stelsel, maar de evtenre
dige vertegenwoordiging als zoodanig.
De zaak is in den grond deze, dat de
heer Van Idsinga voor het kiesrecht zfelf
ten hen die het uitoefenjejn weinig eerbied
heeft.
Hij telt niet, hij weegt.
Een minderheid kan veeleter gelijk heb,
ben dan een meerderheid, vindt hij.
En een kleine groep hoogstaande man-:
men is meer waard dan een hoop mten-
schen zonder verstand of karakter.
Men lean al deze dingen beamjen |en
toch aa&, evenredig kiesrecht boven het
mieerderheidstelslel de voorkeur geven.
Ziehier waarom.
Er zijn eenmaal of men dit graag
heeft of niet een millioen of anderhalf
millioen kiezers, en die kiezers hebben
honderd afgevaardigden aan te wijzen.
Al die kiezers, worden voor de wiet ge
lijk geacht.
Wat is nu beter: van het toeval te
laten afhangen, hoe of straks de uitslag
der stemming zal zijn, of een stelsel toé
te passen, dat de meeningen der kiezers
een evenredige afspiegeling geeft in de
.vertegenwoordiging
De mogelijkheid open te latten, dat
600.000 kiezers worden vertegenwoordigd
door 40, ©n 400.000 door 60 afgevaardig
den, of aan de 600.000 kiezers 60, aan de
400.000 kiezers 40 afgevaardigden toe üe
bermen?
Men kan, in theorie, volhouden, dat de
minderheid der kiezers, kundiger, vierst*»*-
diger, belangeloozer beter duur een meer
derheid in de Kamer was vertegenwoor
digd dan de meerderheid dier kiezers, die
uit minder ge wens ch te, minder zelfstan
dige of minder ontwikkelde kiezfers be
staat.
Maar het kan ook andersom zijn.
Iri ieder geval geeft het meerderheid-
stelsel geen enkelen waarborg méér dan
een evenredig kiesrecht, dat het hoogere
belang tot zijn recht komt.
De grief van den heer Van Idsinga
raakt eigenlijk het kiesrecht zelf, die toé,
kenning van een stembiljet aan onbevoeg
den, onwaardigen, ongeschikten enz.
Deze zaak moet op een ander terrein
worden uitgevochten.
Heeft men eenmaal teen aantal kiezers,
dan zegt de billijkheidlaat, zooveel mo
gelijk, elke stem tot haar recht komlen,
in plaats van da verkiezing tot een kans
spel te maken.
Een kansspel, waarvan allerminst vast
staat, dat het de, moreel gesproken, biest
mogelijke uitkomst zal opleveren.
Evenredig kiesrecht is althans in haar
uitkomst rechtvaardig, en meer is onder
dit opzicht met geen enkel ander kies-
stelsel te bereiken, wiel minder.
BUITENLAND.
Engeland.
EEN TRAGISCH VERHAAL.
De y,Daily News" geeft het tragische
herhaal van een vlieger, den 2döJ,uitjeJ*
nant Stewart Gordon Ridley, en zyn ma-;
chinist, die beiden dood gevonden rijn in
de Lybische woestijn, waar rij gestorven
zijn onder omstandigheden, die in e£n bij
hen gevonden dagboek beschreven wor*
den.
In liet midden van Juni van dit jaar
yloog Ridley als geleide medé mjet feen
ander .vliegtuig, evenéens met twfee man.
Toen zij anderhalf uur gevlogen hadden*
weigerde rijn motor en werd ér besloten
om, ter plaatse waar beide vliegtuigen giet
daald waren, te overnachten. Den volgen,
den dag vloog de andere vlieger naar dg
basis terug, om eenige inlichtingen tte vra*
gen. Daags daarna zou hij' terugkeereny
Toen hij terug kwam, waren rij verdweden.
Pas den volgenden dag vond een hulpü
af deeling hun spoor en des Dinsdags wer*
den hun lijken en het vliegtuig gevonden
In het dagboek van den machinist wer*
den de .volgende aantdekeningen gevon--
den:
Vrijdag Gardiner is naar Meheriq
ytertrokkenhij zeide, dat hij ons weler zou
komen halen. Nadat hij vertrokken was,
beproefden wij het .vliegtuig in gang tie'
Sietten en wij slaagden er in, ongeveer 25
minuten te vliegen. Toen weigerde de
motor. Wij maakten den motor weer zoo
wat in orde, en slaagden er Zaterdag in,
nog vijf mijl te vliegen, maar toen raakte
onze benzine op.
Zondag. Nadat wij geprobeerd had,
den, den motor weer in orde te maken,
wat ons echter niet gelukte, omdat wij tte
Zwak waren, en wij nog maar een halve
flesch water over hadden, stelde Ridliey
voor, naar de heuvels te loopen. Zes uur
's avonds (Zondag). Het is verder dan wij
dachten, maar we kwamen er toch. Vonden
er niets. Wij liepen terugbijna geen water
meer, ten hoogste een lepel vol. Ridley
schoot zich om half elf dood, toen ik mij
leen oogenblik had omgedraaid. Den .hees-
len dag geen water gehad. Weet niet hoe
ik het moet uithouden. Heb nog één Verey^
zal spoedig gedaan zijn.
Maandag. In het kompas zat nog
wat vloeibaars, een halve flesch vol.
Schijnt ©en soort spiritus te rijn. Ik kan
het nog een dag uithouden. Heb viler ideter
mijn Dewisgeweer afgevuurdzal vanavond
den Verey-fakkel opsteken. Misschien ziet
een vlieger mij; het is mijn laatste hoop.
Als ik maar watier had, kon ik het nog
dagen lang uithouden."
DE ENGELSCHE LEVENSMID*
DELEN.
In het Lagerhuis legde Runcïman, bij
die bespreking van de hooge prijzen der
levensmiddelen, den nadruk op de belang-;
rijkheid van de transport-quaestie bij dit
.vraagstuk en deelde medie dat, als d©
scheepsbouwwerven op volle kracht wterk?
ten, Engeland 2,000,000 ton scheepsruim,
tie per jaar kon voortbrengen, terwijl Engte*
land slechts 2,250,000 ton sinds het begin
yan den oorlog verloor. Stappen werden
gedaan om den bouw van schepen te be
spoedigen en spreker voorzag teen op*
brengst van een half millioen ton gedu*
rende de laatste 6 maanden van dit jaar.
Rimciraan wees met klem op het belang
om alle departementen tot ovtereenstem-
ming tie brengen wat betreft dg yjerdéeling
yan de levensmiddelen-voorraden en kon
digde de aanstaande benoeming aan yan
een controleur voor de levensmiddelen, die
vérstrekkende bevoegdheden zou hebben*
waardoor hij in staat zou zijn om personen*
die yoedsel verkwisten of bedieryien, te vera
Volgen; can de bestemming voor te schijf*
yien waartoe voedingsartikelen gebruikt
zullen worden; om de fabricatie van ze*
ktere artikelen te regelen, zooals bloem;
om de bewaring en de distributie dév&rti*
beien te controleerén, en om dte markt*
operaties te regelen en prijsopdrijving tte
yoorkomem
De hangende benoeming van teen contro*
leur met deze bevoegdheden zou geschie*
dén door de Bpard of Trade,- a
Duitschland.
DURE PAARDEN*
Van die Deensche grens wordt aan dte
;,Weser Ztg." geschreven: Sedert begin
September worden in SleteSwijk-Holstein
eigen gefokte paarden in grooten getalte
opgekocht yoor Midden, en Zuid-Duitsch-
land, meest allen yeulens van l1/22 jaar
oud. Van Husum uit zijn groote transpor,
ten naar de Rijnstreken en het koninkrijk
Saksen afgezonden, Betaald werden onge,
kend hooge prijzen. Zoo yerkocht Thomas
Bayns te Oldenswort een Eiderstadjte
een H/ï-jarig hengstveulen voor den onge*
looflijkên prijs yan 4600 Mark. Gebr. Hag-
ge bij Witzwort verkochten 12 veulens van
ongeveer 11/i2 jaar voor 35.000 Mark.
Een groot getal jonge veulens, dite naar
Berlijn, Chemnitz en Frankenberg gingen,-
kostten 28003000 Mark. Voor twee dezer
soort dieren uit Süderstapel werd 8300
Mark betaald. Vervolgens komen daarbij
de aankoopen van Deensche arbeidspaar,
den, die meest eterst naar Sleeswijk-HoL-
stein komen en daar weder yoor zeer hoogte
prijzen verkocht worden. De Daensche
Regeering heeft den uitvoer van 10,000
arbeidspaarden toegestaan. De méestte ko*
men uit het zuidelijk deel van Jutland, van
't eiland Sedand, enz. Natuurlijk is de
speculatie snel bij de hand en de voor*
deelen der opkoopers rijn, ondanks de
hooge aankoopsprijzen, onbegrensd. De
prijzen, welke thans reeds door vretemde
opkoopers voor Sleeswijk-Holsteinsche
paarden worden betaald, doen reeds voor
later een fabelachtigen prijs voor teen goed
paard verwachten. Op de markten in Slees-;
wijk-Holstein zijn goede werkpaarden, dite
trrooo1000 Mark werden b©-:
taald, niet onder 3500 Mark te krijgen;
zelfs 1 Va-jarige zoogveulens kosten min*
stens 1600 Mark.
En wat Zullen na den oorlog de paar*
dien wel kosten vraagt het blad ten slottte*
Van het Oostelijk oorlogsterrein
HET BOSCH' AAN DE LYSONIA1.
Hegeier vertelt in het „Berliner Tage*
blatt" van een bezoek aan de Lysonia
Door een kloof komen wij langzamer*
hand op den 'berg en staan yoor een
bosch, een jong en slank beukenbosch^
Een groote vogel suist uit zijn goudbruine
kronen en fladdert verschrikt het kneu*
pelhout in Het is. een. grijsblauwe bosch,
duif;.
Dat is die Lysonia
Dat moet het Lysoniabosch rijn, het too*
neel van de wildste en bloedigste gebeur*
tenissen uit de wekenlange worsteling om
dte Brzezany. De onzalige berg, die sedert
de laatste dagen van September meer
bloed dan water gedronken hteeft. De kra*
tier, waarop dag na dag de zware grana*
ten van de Duitschers en Russen barstten,
Zoodat de lijken tot in de kronen der
boomen werden geslingerd.
De geheele kop heeft een hoogte van
ongeveer vier metier. JVïj zijn aan den zuida
rand.
Spoedig komen wij in de loopgraven*
Nooit heb ik zoo merkwaardige aardgarxi
gen gezien als deze. Loopend langs deal
bovenrand van de helling, waarvan bdl
benedenste gedeelte door de Russen ba
itet is, kruisen zij deze herhaaldelijk, zoog
dat de kronkelende linies tot teen schaaldi
bord geworden rijn. Het eente veld is in
ons bezit, dat er naast in het bezit van
den yjjand. De verwarring is nog grootea
daardoor, dat de Russen sappen naar voj
ren geschoven hadden, waaruit zy gederlj
telijk weer zijn .verjaagd. Daar is geen
front meer. De vijand zit voor, in de flank^
in den rug. Daar de aflossing bij nacht
plaats yindt, is het een wonder hoe de lies
den nog terecht komen. Het is echter ook!
gebeurd, dat een compagnie een bepaalde»
sector moest bezetten en den yolgendea
morgen in een heel anderen gevonden
werd.
Wij komen aan een sappe, die recht*
streeks naar de Russische loopgraven leidt*
Aan den ingang ervan staan twee soldaten
met handgranaten. Tien meter voor hea
liggen in hun bloed eenige Russen. Dte
sappe is door den vijand bezet. Hoe vésc
kunnen de beide soldaten niet bepalen.
Er is nog geen tijd geweest om vossen*
holen te bouwen, gezwegen nog van bom*
yrije dekkingen. De loopgraven zijn each*
ter diep en smal. Dag in dag uit, ook al
onder vijandelijk vuur liggend, toch richt
dat niet al te veel schade aan. Iedere dag
techter eischt rijln offers onder de dapper
ren. Juist als wij door de loopgraven gaanj
holt er een soldaat ons voorbij, luid ker*
mand, de handen 'tegen htet hoofd gedrukt^
met gejaagde sprongen. Het is ©en won*
der zoo snel als hij door de nauwe spleef
yooruit komt. De anderen zien hem onven
schillig na. „Een zenuwschok".
Het loopt moeilijk in de aardgang. L$j»
ken versperren den weg. Daar ligt een
dood© onder tentlinnen. Een ander heeft
de doorweekte aarde reeds half in haar
schoot gezogen. Om niet op hea te trappen
moet men den voet in kleine gaten in den
wand zetten. De meeste gesneuvelden heeft
men reeds weggebracht. Zij liggen in het
kreupelhout naast de loopgraaf. Ik zie
dat bergen van lijken geen hyperbool zijn.
Ik vraag een Saksischen jager, wanneer
hij hier gekomen is.
„Ik weet het niet," antwoordt hij eer*
lijk. Hier verleert men den tijd. Het loopt
alles gelijk door, dag en nacht.
Met groote levendigheid schildert hij dte
yerwarring van het boschgevecht, hoe del
eenheden uit elkaar gerukt en kleine trocw
pen omsingeld worden. Dwarsvliegendlfl.
kogels huilen door de lucht, slaan afschu*
welijke wonden. De barstende granaten
rukken takken en boomstammen uit el*
kaar, zoodat de splinters, die rondvliegen*
zich vermenigvuldigen. Na een verbitter*
den strijd blijven de jagers de baas. Met
zware verliezen moesten dié Russen het
bosch ontruimen.
Het is de oude geschiedenis, regt een
onderofficier. Bij het voorwaarts rukken
zijn de yerliezen vee} geringer dan bij het
wijken.
Sedert dien tijd hebben dte aanvatten
rich bijna dagelijks herhaald. Eenmaal
het den Russen gelukt in aen naburige»
sector het front te breken. Een jager lui*
tenant gelukte het eten machinegeweer in
stelling te brengen en dten R us sis c ben hoek!
af te snijden. Het hevigst was de strijd den
5en November. Op dien dag hebben dfl
Russen dei zwaarste yerliezen gehad»
la'lil
FE'
TON.
ader en Zoon.
ai avond, dat moeder Kadoc in
van den haard zat, keek rij
droevig aan.
is mooi van je, Jean, Zei rij;,
>ij mij zijt gebleven. In plaats van
anderen tegen die rooyers te gaan
Zonder jou zou ik allang van
d en ellende dood zijn. Maar ik
ie zeer de plicht je drukt en ik
de teederheid van een oude .vrouw;
hart niet kan bevredigen.
dat niet, moeder, want ik ben
ikkig u bij me te hebben. Indiien
zucht ©re droomerig kijk, denk*
dat uw tegenwoordigheid mij tot'
ategendeel, mijn eenige droefheid
ervandaan, dat mijn vader er niét
om ons leven te deelen. Als hij
om u te beschermen, zou ik'
d had iet de andere jongens rijn uitgle-;
tegen de roovers in het woud,
hem, n dag vermettel/er worden,
Kadoc verbleekte en beefde.
erd en, mijn zoon, gij moogt niet tegen
in het woud gaan vechten, ztei
vrouw ernstig. God veroorlooft
cht anderen, maar u verbiedt
schertst, moeder, zei de jongte
'arorn zou God mij verbieden, wat
anderen veroorlooft? Indien ik,-
en deci Z|i, nog mijn vader had, om u en
te verdedigen, zou ik mij re;eds
erlin#!^11 gevoegd hebben. Maar maak
een vt )öêterast, moeder, ik zal niet v|er*
°mdat ik u moet beschermen,
jp 0 31 ^in moeder weer was gerust giet
^team Jean zacht: „Ik zou zoo
113 willen weten, hoe vader stierf
zicli
e en
haar ho.
s verb!
et de
hij
de il
iggen,
eur
uk en
slaan,
i de
Ik werkte, ofschoon ik nog heel jong was,
in de stad, toen gij mij schreef, dat vader
ter niet meer was. Van dien tijd af heb ik
nooit m©er iets van hem gehoord, ten ik
heb u nimmer daarover ondervraagd, uit
yrees u te bedroeven. Maar nu zijn |er
sindsdien vele jaren verloopten en ik vraag
u moeder, vertel mij het einde van mijn
armen vader.
De oude vrouw verbleektje nog miefe'r.
Zij aarzelde en keek haar zoon lang aan.
Zij zag, dat hij geen kind meer was, maar
teen man, en zij begreep, dat rij hem ein
delijk de waarheid moest zeggen. Met ont
roerde stem bekendle rij hem:
Terwijl gij in de stad woonde, ging
mijn jeugd in zorgen voorbij en het geld
gleed tusschen de vingers van uw vadler
weg. Ten slotte deed Kadoc zooals dé
jeugd en de fortuin, hij verliet mij. Ik liet
bet gerucht loopen, dat hij gestorven was,
om mij niet meer voor hem te schamjen.
Maar uw vader is niet dood, mijn arme
Jeanl Kadoc keerde, na lang in den vréém
de zich ^aangesloten bij de roovers van
het woud. iMen zegt zelfs, dat hij tracht,-
aan het ihoofd der woeste bende te komen.
Nu wieet igijy waarorti God anderen ver-:
oorlooft, die rooyers te bestrijden, en bet
u verbiedt I iHet zou een strijd zijn tegen
uw eigen vader I
Dit onverwachte nieuws, dat de moedér
Zoo zeer bedroefde, verheugde daarente
gen den poon.
O moeder, dierbare rrcocdter! riep
Jiean uit, indien vader nog leeft, wil ik
hem terugzien I -Ik zal hem in het woud
zoeken, ik izal hem over u en mij spréken
en. ik zal er zooveel goede ten treffende
dingen bijvoegen, dat hij zijn roovers zal
.verlaten, om ibij ons terug te keerten.
Welke dwaasheid, mijn zoonHg zal
niet naar je luisteren, hij zal j© ztelfs niet'
eens kunnen herkennen na zoovele 'jaren
van scheiding.
Ik eal hem rajjn naam noemen, her
nam hij mjet vuur, ik zal hem overtuigen,
ik zal hem berouwvol terugvoeren. Met
hiem zal het geluk weer in ons huis jé tte-
rugkeeren. Laat mij begaan, moederik
heb goeden moed, ik zal slagen. Vrees niet,
dat uw Jean zich tot iets verkeerds zal
laten meesleepten, ik zal gteen enkel -wapen
in het woud meenemen.
En ondanks de smeekingen zijner móé
der vertrok Jean bij het kriekten van den
.volgenden dag naar het woud, het hart met
blijde hoop vervuld.
Hij liep stevig door, totdat hij in het
midden van het woud gekomen was. En
in de vervoering van rijn eenvoudigle én
naieve ziel riep de jongie man bijna luid
uit:
O, diep woud, waar verbergt gij
mijn vader O duif, die voor mij yerschrikt
wegvliegt, waarschuw mijn vader, dat zijn
zoem hem zoekt en geleid hem: naar rijn
schuilplaats I
De oude Kadoc zat op eene rots in dé
schaduw van een den en dronk den gtesto,
ten ciderwjjn uit denzelfden bleker als zijn
metgezellen. De hazte-taars in het woud had-:
den evenveel oogten als notjen en de eiken
evenveel ooren als eikels. Spoedig was
Kadoc dan ook door de verkenners van
zijne bende gewaarschuwd, dat oen jongte
boer zonder wapenen, waarschijnlijk eien
spion, zich in bet woud bevond. Kadoc,-
die zijn woeste bandieten rcteds wantrou*
wende blikken met elkaar zag wisselen,-
beval him, zich van den man meester té
maken en hem levend voor hem tte bren.-
gen.
Die roovers verwijderden zich én laadden
spoedig den jongen man omsingeld. Jean
.verdedigde zich niet. Hij liet zich mjet een
glimlach van vertrouwen handen en yoe*
ten binden. Maar toen hij zag, dat de
roovers hem ook een prop in den mond
wilden duwen, protesteerde hij met allé
kracht daartegen,
Ik zal niet roepen, zei hij,- gij ziet;
dat ik geen wapens bij me heb |en dat
ik geen weerstand bied. Ik ben alleen
gekomen om Kadoc te spreken en hem
te smeeken, bij ons terug té keer en. Als
hij verneemt wie ik ben, zal het u berou*
wen, mij mishandeld te hebben.
De roovers lachten hem uit en duwdfeü
hem met geweld eten prop in dien mbnd.
.Weinige oogenblikken daarna kwamen rij
met hun gevangene bij Kadoc en wieroen
hem aan zijn voeten neer.
Hij beeft je iets te reggjen, ztei een
der bandieten. Het schijnt, dat als gij rijn
naam zult weten, gij' het ons zult betaald
retten, dat wij hem mishandeld hebblen,
Het is een spion, die je waarschijnlijk
geld komt aanbieden, om ons uit te levé
ren, bromde een anderé. 1
Kadoc had nog niet genoeg geZag over
die roovers en hij zag, dat rij hem achter*
dochtig en dreigend aankeken. Hij begreep
het gevaar, waaraan hij zich blootstelde,-
als hij den gevangene spaarde. Hij dacht
na, wat tie doem toen een der rooyeirs
spottend zei:
Ik zal hem den prop uit den mond
nemen, gij moet weten, wat hij van je wil,
Kadoc, dan zullen wij ons wel verwijderen*
dan kunt gij beter met hem praten en
ons verkoopen I
Kadoc keek rijn mannen aan en zei
op beslisten toon:
Blijft allen hier! Ik ken dien man niet
en wil hem niet hooren. Ik verbied jé
hem den prop uit den mond te nemén..
Bindt hem aan dien boom daar en gij zult
zien, hoe ik spionnen ontvang'
De roovers grinnikten van pleizier én
bondén dep. jongen man aan den booin^
Kadoc nam zijn pistool. Jean deed wanhoj
pige pogingen, om. den prop uit den mond
te verwijderen, maar vruchteloos. De armé
gevangene keek rijn vader met smeekend©
oogen aan, terwijl de bandieten duiveki
achtig lachten. Kadoc schoot nog dries
maal, toen liet de gevangene rijn doodsö
bleek hoofd op de borst zakkenzijn beidfl
armen en beenen waren verbrijzeld.
Thans, zei Kadoc tot de roovers,- nt|
gij weet, hoe ik spionnen ontvang, hoofl
ik, dat gij meer vertrouwen in mü zulj
hebben.
Een luid gejuich volgde op deze woon
den.
Neemt herö den prop uit den mond]
hernam Kadoc, en zeker als gij er van
kunt zijn, dat hij niet meer kan tcrugkefe
ren van waar hij komt, luister allen mefl
mij naar betgeen hij had te zeggen. Hft(
is misschien in ons aller veiligheid, dag
hij spreekt.
Men maakte de koorden los, nam hen|
den prop uit den mond en zette hem tegen
teen rots. Kadoc trad op hem toe en vroeg 1
Wat hadt gij mij te zeggen
Jean antwoordde niet,
Zeg. mij ten minste, wie gij rijt;
Jean beefde; hij dacht, dat de bckjenï&S
«ie vreeselijk zou zijn. En voor de ©eft
yan de Kadoc's uit medelijden voor z^ja
beul, in een verheven liefde voor zijn oodft
moeder, wilde hij dat niemand ooit zo<|
weten, dat de vader den zoon gedood ha»~
Jean bleef stom. En Kadoc, ziende dat 1
ging sterven, beval de anderen, heni i
meer te pijnigen. Hij staarde hem aan zon*
der te begrijpen, hij beefde bij liet zie»
van den blik van medelijden, dien dd
stervende hem toezond. Daarna stond hjj
plotseling op, hij verwijderde zich cn zijnft
mannen volgden hem, het lichaam
de wolven overlatende.