Tweede Blad.
Be JAARGANG.
No. 210O
Sfe £eicboke0oti/toiit
Woensdag 15 November 1916
Uit de Pers.
die.
De oudere landstormlichtingen en haar
opleiding.
Alhoewel wij Ln beginsel uit een militair
oogpunt zijn tegen militaire honden, die
door hun groot ledental invloed trachten
uit te oefenen op, en mogelijk ook wijzi
ging te brengen in Koninklijke en minis-
lerieele besluiten, daar dit is tegen de
krijgstucht, die eene volstrekte en lijdelij
ke gehoonzaamheid van den mindere aan
ien meerdere ten grondslag heeft, willen
we toch, zoo schrijft De Maasbode,
een punt van actie van den kort geleden
jjlopgerichten bond van landstormplichtigen
vam oude jaarklassen hier niet onbespro
ken laten.
En het blad vervolgt dan:
Bij alle vergaderingen, die gehouden
werden, zijn meestal onder gr00te instem
ming, besproken de pogingen die aange
wend zouden worden, om de oefening en
africhting van den dienstplichtigen land
storm te doen geschieden in de plaats van
inwoning.
We gelooven niet dat het mogelijk is dit
lenoveral door te voeren. Het zou kunnen ge-
ra ochieden, bij zieer veel medewerking, in de
;roote steden, maar op het platteland waar
uit ieder dorpje slechts enkele landstorm-
ilichtigen oncLer de wapenen komen, is
practisch niet uitvoerbaar.
Een andere kwestie wordt het, wanneer
wij de vraag stellen, of de depots, waarin
ilkens gedurende 4 maanden de eerste op
leiding van zooveel duizenden miliciens en
ij landstormplichtigen plaats heeft, wel zoo-
ianig gelegen zijn, dat ook met hun parti-
nliere belangen rekening is gehouden. Op
lie vraag antwoorden we Neen! Het is in
lezen tijd nu er geen oorlog is toch geen
óverdreven eisch, dat de depots .zoodanig
P;elegen zijn, dat mogelijkheid bestaat,
oor de mannen, -die zich thans moeten be-
[wamen om hen die .reeds langer dan twee
aar onder de wapenen zijn af te lossen,
tn de Zondagen in hun gezin door te bren-
in en zoo noodig een enkele maal, wan-
eer er groote zakenbelangeu zijn, hun
ja oning ook na den dienst te bereiken, zon-
dat het spoorwegvervoer er hinder van
leeft.
Het is niet meer dan billijk, dat het Rijk
an deze mannen, waarvan er velen ge-
itrwd zijn, of eigen zaken hebben, daartoe
Ie gelegenheid verschaft, zoolang het mo-
•ailelijk is door de plaatsing der depots. Dit
idg te meer, nu zij in hun opleidingstijd
bijzondere verloven zijn uitgeslo-
Reeds bij de behandeling deT landstorm-
."''retfcen schreven wij daarover en het wei;d
de Tweede Kamer door dan heer van
iasse van IJsselt ter sprake gebracht, die
Os artikel aldaar voorlas. De minister
[mg echter niet in op de door ons aldaar
«ingegeven mogelijke wijzigingen,- lichtte
!j Kamer op een, laat ons maar zeggen
«wolled ig» wijze in en de toestand is niet
'ffll illeen gebleven zooals hij was, neen op
tikele plaafsen is hij nog erger geworden.
Toch bestaat wel degelijk de mogelijkheid
b eerste oefening in deze dagen dichter
•les ij de woonplaatsen te doen geschieden,
ia lm thans het geval is, zooals we hierna
zullen zetten.
In de eerste plaats zou hiertoe noodig
m :'n' diat de depots, die men thans een per
Hgade heeft, gesplitst werden, zoo dat men
één depot per regiment kreeg. Niet al-
dat de depots daardoor meer verspreid
»aden kunnen liggeai, maar ook uit een
oogpunt van organisatie zou dit veel beter
zijn. De depots zijn met hun sterkte van
2 tot 3 duizend man topzwaar, zoodat ze
zooals de Minister zelf toegeeft, niet ge
leid en overzien kunnen worden door één
man.
Een gevolg is geweest dat het instituut
van den kapitein-instructeur is ingevoerd,
die tusschen den compagnie's- en den ba
taljons-commandant staat, wat noodzake
lijk tot allerhande wrijving aanleiding
moet geven. Meu, kan immers geen twee
heeren dienen. Bij de 2de mobilisatie wot-
den de depots echter zoo sterk, dat het ge
heel onhandelbare lichamen worden. Door
de splitsing in regimentsdepots ware dit te
voorkomen. Vermeerdering van personeel
brengt dit niet mee; daar men den kapi
tein-instructeur dan kon laten vervallen
door hem .zelf het commando te geven over
een regimentsdepot. Daarenboven zouden
de kleinere regimentsdepots veel makkelij
ker een plaats kunnen vinden voor hun
onderbrenging dan thans de ongeveer 3000
man sterke brigades.
Het grootste voordeel van de splitsing
in regimentsdepots is echter gelegen in het
verband, dat er bestaat tusschen de regi
menten en de indeeling der landstorm
plichtigen, hetgeen op gelijke wijze ge
schiedt als bij de militie, wat voorgeschre
ven is hij de indeelingsregeling van 20 Oc
tober 1913 en voot het eerst op 1 November
1913 in werking is getreden.
Volgens de toen gemaakte bepalingen is
het land verdeeld in 44 districten en wor
den de dienstplichtigen van 2 districten, in
gedeeld bij een regiment, dat daar meestal
in ligt, terwijl de' grenadiers en jagers uit
het geheele land worden gerecruteerd.
Bij de verplaatsing der depots, zooals in
dezen mobilisatietijd meermalen is ge
schied, is er bij de keuze yan die plaats met
deze indeeling in het geheel geen rekening
gehouden, zooals de indeelingsregeling van
5 Augustus 1916 voor de militie 1917 dan
ook weer uitwijst. Men schijnt zich enkel
af te vragen waar of men troepen op dat
oogeriblik kan cwnder brengen., terwijl er
met de-belangen der ingedeelden, geen re
kening wordt gehouden, wat toch het eenl-
gje middel is om leger en volk tot elkander
te brengen.
Het blad besluit:
Wanneer men de door het Departement
van Oorlog uitgegeven kaïart, wiaarop fte
44 districten in kleuren zijn aangegeven,
ter hand neemt, dan valt het niet meekijk
om ongeveer de plaatsen te bepaflen. waar
thans de eerste oefening geschieden
moest., zoo men er toe overging regiments-
depots te vormen. Dit aotu aian tie oefening
ten goede kouten, omdat de Zaterdag rlan
niet als reisdag behoefde "te worden ge
bruikt. Het zou een groote bezuiniging
brengen ivoor het Rijk, daar het vrij ver
voer. dan tot een minimum beperkt bleef»
maar daarenboven zouden de belangen
van de oudere lan dstormp li oh tige n beter
behartigd1 zijn.
Een actie van de- landstormplichtigen
om eerste peifening te verkrijgen in den
omtrek van de plaatsen van inwoning zou
dan -achterwege zijn gebleven. Dat deze
actie thans gevoerd wordt is de schuld van
de ftegearing, die bij de venplaatsing der
dep|ots geen rekening heeft gehouden met
de groote behangen dier oudere mannen.
Zij is er dan ook ten volle verantwoordelijk
voor.
Minister Cort v. d. Linden en de
Katholieken.
De hioefijzer-oarrespondeut van Het
H andel'sbü ad herinnert nog eens
aan de avondvergadering tier Tweede Ka
mer van 7 Nov. j.l., waarin het merk
waardige incident voorviel tusschen den
Minister van Binnenlandteche Zaken en
den 'heer Eerdman®, stelde laatstgenoem
de de vraag:
„Maar wat ^.s er clan veranderd? Is
dan die volksopvatting veranderd? Is
dan de uitspraak van de kiezers van
1913 niet meer waard? Ts er verande
ring bij de vrienden van het openbaar
ooi dierwijs?
,,Er is niet andere gebauncL, dan dat
niet die piartijen hebben overlegd, maar
dat veertien politieke mannen uit die
partijen hebben overlegd', buiten hun
collega's pan en buiten het volk' om. Is
dit. nu de grondslag, waarop zal mo
gen wonden gegaan an een richting,
welke in 1913 niet mocht worden in-
En de schrijver vervolgt dan:
Deze voorstelling der feiten is volkomen
juist. Maar ze kon den afgevaardigde van
Rotterdam III niet voldoen ter verklaring
van de verandering in politieke houding,
welke hij bij den Minister meende te heb
ben waargenomen. En even daarna sprak
hij toen over „diegenen die tot hem (den
Minister) hebben gesproken en blijikbaar
invloed' op hem. hebben geoefend, i&oodat
zijn inzichten fcich hehben gewijzigd."
Deze woorden heeft de heer Eendmans,
in een wisseling van interrupties fen ant
woorden feil geprest docar lien Minister,
niet durven preciseer en. En hij heeft ze
later, onder het aanbieden van veront
schuldigingen, feitelijk teruggenomen.
Dat was een noodalooze capitufiatie. De
algevaardigde van Rotterdam III doelde
met die woonden blijkelijk de Minister
vatte het ook zoo op pp Roomsche in
vloeden.
Doch daarmee uitte hij ten eerste diets
be'leadigenda Mag een Minister drie lid Is
van een buiten de partijen staand KaJbinet,
geen overleg plegen met wie hij wil? Was
dat iets dat de Minister pils een „beschul
diging" had mogen opvatten en dat de
heer Eerdman®, door zijn terugtrekken, a'l®
zoodanig had mogen erkennen?
En in de tweede pdaats gaf de heer
Eerdman®, in bedekte termen fwaa.rom
deed' hij het biet ronduit?) niet anders te
kennen dan wat in die Kamer en op de tri
bunes coram populo is waargenomen. Het
heeft zeer velen getroffen, dat de Minis
ter vóór dat fcijn voorstel betreffende Art.
192 was ingediend, herhaaldelijk in de
Kramer is versohenen en dan aan de uiter
ste rechterzijde naast dien heer "Nolens
ging zitten, om vaak zeer langdurige ge
sprekken met hem te voeren. Als die voor
zitter van tien Ministerraad* herhaaldelijk
in langdurig gesprek wordt gezien met
den leider van een groote fractie, moet men
dan aannemen, dat zij het hebben oiver tie
duurte van erwten en boontjes pf over hun
beider jeugdherinneringen? Ligt de ondfer-
•stelling niet voor de band, dat zij zullen
spreken over dat onderwerp van actueele
politiek, waarin zij beiden etvenveefl belang
stellen en op we'k® |iot zij beiden gnooten
invloed kunnen oefenen?
In het verdere gedeelte van het artikel
wil de schrijver dan betoogen, fliat de mi
nister Gort van der Linden inzake het on
derwijsvraagstuk van meening is veran
derd en ^preekt hij van een „ministerieel'»
evolutie" wat onderwijs-ideeën betreft.
'Wij zullen dit betoog niet volgen, 't Doet
trouwens weinig ter zake, wat minister
Gort van der Linden fin het verleden a com
hebben gezegd' of gewild. Wij wilden
slechte bovenstaand citaat aanhalen zon
der eenig commentaar gisteren hebben
we naar aanleiding van eenzelfde soort
uitlating in het „Hb-ld." treed® een en an
der opgemerkt.
Stateh-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Grondwetsherziening.
Op artikel 60 zijn nog de volgende amen
dementen ingediend:
1. Van den heer Troelstra om na
den eersten vioJ/zin Sn te voegen de woor
den: „Ioddr kiezer brengt slechts óéne
stem nit".
2. Van den heer D u y maer v a~n
Twist om in het tweede lid te doen ver
vallen de (voorden: „beneden den rang
van officier".
3. Van dien,heer Hugenholtz om
het tiweede lid aldus te doen luiden: „De
wel kan bepalen, dat de uitoefening van
het kiesrecht wordt geschorst voor die
militairen bij de zee- en landmacht voor
den tijdj, gedurende Welken zij zich onder
de wapenen bevinden.
4. Van den heer De Geer c.s. om na
den eersten volzin in hetzelfde lid' te lezen;
„.Geen kiezer brengt, uit hoofde van aan
het bezit van maatschapp cl ijken welstand
ontleende redenen, meer dan één /öm
uit".
De heer De Geer (C.H.) wenscht, dat
de Grondwet meervoudig kiesrecht toe-
late, tenzij uit hoofde van een hoogeren
•miaatsoh app efli jk en welstand.
De heer Tro-elstra (S.D.) wil, dat
de Ginondwet fcicih absoluut tegen meervou
dig kiesrecht verklaart.
Spr. resumeert: lo. het is niet noodig de
aeuir open te laten voor meervoudig kies
recht; 2e. het i® in strijd met den geest
van deze herziening; 3o. het is leen verval-
sching van het kiesrecht in het algemeen.
De heer Drion (V.L.) heeft principieel
geen foetzrwaar tegen het cimendement-
Tnoelstita, maar hij wijst erop, dat er
stelsels van evenredige vertegenwoordiging
zijn, waarhij allo kiezers meer dan één
si om itfitforehgen. Voor zoodanig Melseï
will hij die gelegenheid openlaten en hij
geeft dus in overweging het amendement
te wijzigen door te bepalen dfat de ééne
kieaer nimmer meer ^temmen mag uit
brengen dan de andere.
De heer Van I d s i n g a (C.H.) verde
digt het amendement-De Geer. Hij kan
niet inzien, waarom evenredige vertegen
woordiging niet vereenighaar is met meer
voudig kiesrecht. Het aantal stemmen
heeft met evenredige vertegenwoordiging
niets uit te staan. Spr. acht het meervou
dig kiesrecht ju iet een goed correctief op
de fouten van het evenredige vertegen
woordiging. De qualiteit der gekozene zal
er door stijgen. Atóeen uit fcocialistisdh
standpunt geldt de stelling one man is as
(goed a® another and beitier.
De heer L o e f f (R.K.) betreurt het dat
de Minister tot den heer Tuoehstna tie uit-
noodiging heeft gericht om dit amende
ment in te til enen. Tot dat oogenblik was
de quaestie van het meervoudig 'kiesrecht
geëlimineerd uit de discussie. Deze zaak
behoort biet tot de essentie van de quaes-
tie die aan de orde i®. Niemand kan zeg
gen of er een tijd aal bomen dat men er
spijt van Kal hebben., diat men deze zaak
definitief heeft afgedaan. Heit lijkt spr.
beslist een zaak die noch in den eenen
noch in (dien anderen zin in tie Grondwet
moet wouden vastgelegd. Het kiesrecht
is nu eemmiaiail een functie maar üiaiarnaaist
•blijft dè vraag bestaan of men bij' de rege
ling van flie functie niet eens ivoor de mo
gelijkheid of noodzakelijkheid kan koop en
to staan «m meer dan één stem toe te
kennen. Met beginselen heeft dit op dit
cogenbilik niets uit te titaan.
De heer Mairc'hant (V.D.) zegt tot
Vrijdag die opvatting gehad te helbtben dat
art. 80 het meervoudig kiesrecht uitsloot.
Nu is gebleken dat dit niet zoo is. Bpr.
aoht het voor allerlei eventualiteiten en
ook voor partij-willekeur beter de deur
voor meervoudig kieisirecht flink te sluiten.
Als het amendemeut-De Geer wordt aan
genomen of als het ttmendement-Tooelstra
wordt verworpen, zullen spr. en zijn
vrienden ernstig overwegen of zaj hun
stem wel aan artikel 60 kunnen geven.
De heer S a n n e e (S.D.) licht het amen-
deraen t-HogentooiLtz toe.
Spa-, komt er tegen op dat 'hot kiesrecht
tijdens de herhalingsoefeningen fcou moe
ten worden ingetrokken. Dit zou hoogsb
onbillijk zijn, wanneer deze oefeningen
juist sam/enrvielein met periodieke verkies
zingen.
De heer Beumer (A.R.) betoogt dal
naast het stelsel van evenredige vertegen
woordiging wed dejgolijk plaats is voor ctafi
vanmeervoudig kiesrecht. Ter zake' vaat
dit laaMe sluit hij jsi-ch aian bij den heöf
Loeff.
De heer Duymae.r van Twitfi
(A.R.) wijzigt zijn amendement dat hel
aldus luidt: „De uitoefening van het kreo-
recht dtoor militairen kan dtoor ons worden
geschorst in tijden van oorlog of in gebie
den die in staat van beleg zijn verklaard*
De Minister van Binnen'liandische Zaken,
de heer Cort van derLinden, zeg*
alleen te hebben geconstateerd, dat meer
voudig kiesrecht niet strijdt met de w o o r-
d e n van de Grondwet; wel strijdt het me*
de bedoeling ervan. Spr. venzet zichf
tegen hot amendement van den heer D«
Geer. Het amendement van den heer Ti vet
st ra acht hij overbodig. Wat bet amend»-
ment-Hugenholte betreft, spr. acht het be-
tea* de regelen in de kieswet te stelllen en
«iet in een buitengewone wet. De piiniste*
van Oorlog heeft spr. er op attent gemaakt,
dat het kiesrecht in tijd' van herhahnga-
cefamngen 'moet worden geischorst. De heer
Sanne® paeend-e, dat dit niet noodig ia.
Spr. kan de militaire redenen daarvoor
niet haoondeelen en acht het beter dat de
zaak in d'e Kieswet wordt geregeld. Do
minister zou zich beter kunnen vereenigea
met het amendement-Duymaer van Twist
en mtoet dat van den heer Hugenhbltiz aaai
dr Kamer ontraden.
In het begin der vergadering had do
Voorzitter voorgesteld om» na art. 80
en de daarmee sam en-hangende Grondwet»,
artikelen, niet de AdditoneieJie Artikelen te
gaan behandelen die daaruit suffen voort
vloeien, maar art, 192. En daarna pas de
Additioneele Artikelen. Omdat het toch
slechts eon fcowail wa® dat de herziening
der AdlditkwieeJLe Artikelen vroeger is inge
diend dan die van art. 192. W a-ren art. 80
en art. 192 terstond in één herziening be
grepen geweest, dan zouden, zooa's pJtijd,
d'e Additioneelie Artikelen vanzelf achter
aan zijn gekomen.
Na e enige discussie werd dit voorste*
Gemengde Berichten.
Doodgeschoten. Gisternacht i® t»
Oude Pekela de vlschventer Roelf Tuin
dloor zijn zwager, tien militair W., |n een
twist doodgeschoten. De dader i® gevat.
Doodgevallen. Te Delft Is Maandag
avond die soldaat D. H. J. F. op liet'Ba^
gijnhof uit een zolderraam pp straat dood
gevallen.
Brand. Gisteren a® te Oude Pekela
de boerderij vam den landbouwer Ufkes af
gebrand.
De presidentsverkiezing in de Ver. Staten.
Volgens een Havas-borlcht uit New-York
verbolgen de bladlen in New-York hun
hoosheid over de herkiezing van Wilson
niet. Zij herinneren er aan, dat Wilison dB
terugroeping heeft doorgezet van Dern-
burgj von Papen en Boy-ed', tiat hij aan
Duitschland een krasse nota had' gezon
den, dat hij den vrijen uitvoer had toe
gestaan van munitie, die voor de geaiti-
eierdan was hestemid. Trouwens, uldiufl
Havas, de Duitsche per® had reeds, toen
|J!j HJughla® /gekozen waande, zich met
groote bitteiheid over Wildon uitgelaten.
Over de gren9 gekomen. Maandag
kwam te OLdenzaa/l over de grens een Car
nadees, vrijwilliger 5n het Engelisohe leger,
die het gevangenkamp Hauenhorst bi}
Rheine was ontvlucht.
Zondagavond kwam bij Losser aan
een Duit&ch deserteur, een jongmensen*
FEUILLETON.
Aan eigen adres.
't Was in den goeden ouden tijd., toen
glïM^ bijna niemand bchrijiven kon. En
,"Kpaneer iemand een brief wilde verzen-
91. dan ging hij naar Vader Martin, die
1 brief schreef over het gewenschte on-
Wrp en op die manier een aardig
^Ije verdien d a
Vader Martin wa® zeer geacht in het
^P. Men verweet hem alleen diat hij ren
gierig fwas, omdat hij reeds betaling
^te, vóór hij aan het epistel begon,
"ar vader Martin was niet gierig. Hij
die voorzorg alleen, om aan z'n doch-
Jacqueline een behoorlijke som na te
'1 wanneer hij stierf. Boveadien
jtosdiite hij z'n mooie dochter., die spoe-
18 jaar kou worden, slecht® uit te hu-
101 sian iemand,, d.ie minstens honderd
tientjes meebracht,
grilde voorkomen, dat zijn dochter in
zou geraken.
^°P aekerem dag, dat haar vader afwezig
■Si trad een jongeling, een schrijnwer-
die in de buurt woonde, binnen,
"'j "weaischte een brief te verzenden naar
föoeder, die ©eniger dagreizen daar van-
Voond'e.
oen Pierre Van nik, foo heette de
fijnwerker, het meisje zag, bloosde hij,
Jacqueline bloosde ook, zonder dat ze
waarom.
sin dis kort in het dorp -• monde,
J "q het meisje nooit gezien en werd
'■en door haar schoonheid.
„Wat wenscht u?" vroeg de dochter van
den publiek en schrijver op zacbten toon.
„Ik had uw vader willlen spreken", stot
terde hij.
„Vader is van morgen imoeg reeds ver
trokken. Maar mis&chien kan ik hem ver
vangen?"
„Ja... Neen... Ik weet 't niet", zei hij,
meer en meer verward,
„Aan wie wou u schrijven?" vroeg Iet
meisje dat niets anders verwachtte, of
de jongeling wou een briefje zenden r.aar
de uitverkorene van p'n bart.
„Aan m'n moeder," antwoordde de werk
man, die op zijn gemak geatefld werd'
door de zachte stem van Jacqueline.
Aan uw moeder? Dat zijn de gemak
kelijkste brieven. Zeg mij wat u haar
wült laten weten, d'an za'l ik 't wel op
schrijven."
Zij ging nan een klein tafeltje zitten,
en half naar hem toegekeerd, wachtte zij
oplettend en emnstig tot hij ging begin
nen.
Toen hij geëindigd had', las Jacqaeline
den brief voor. De schrijnwerker l* 'sterd'e
en knikte. Jdiat had hij gezegl, maar
hoeveefl. fraai-enr was de vorm, waarin vij
h'et tbalrj gekleed. Hoe lief had zij 5n
dien brief uitgedrukt hoe hij z'n mor-rier
iiefhaxL Hoe hartelijk werd geïnformeerd'
naar (haar (vvefllzijn, en zijn veria ïgen uit
gedrukt om haar spoedig weer te zien.
Hij voelde zich klein bij dat jonge
meisje, dat zooveel talent had, «n 7 oveel
gevoel toonde te bezitten.
Vertegen bedankte hij haar, v ilde
te l>efaien, maiar Jacqueline wou geen geld
aannemen.
„Die paar stuivers moet u aar aan
m'n vader geven," zei re een rei itg ver-
Legen om gaM voor izoo iets aan te ne
men.
Hij drong niet verdea* aan. 1*Ij be-
schouAvde haar een seconde. Zij wisselden
een vluchtigen blik... Zij beminden el
kaar.
De schrijnwerker keerde terrug raar
vader Martin, om z'n schuld' te voldoen.
•Hij keerde terug (om nieuwe brieven
aan zijn moeder te schrijven en cm een
paar woorden le wisselen mef Jacqueline.
Hij waj® ingeflicht. Hij wist, dat hij z'n
aangebedene niet kon (huwen, vóór hij
honderd gouden tientje® bij elkaJSr had.
Hij wae geen slecht werkman, en met
geestdrift wierp bij zich op den arbekJ; na
twee pf drie jaar 'hoopte bij de som bij
©lkaar te hebben.
Zo-u Jacqueline boo lang willen wachten?
Den volgenden dag trad die schrijn
werker de kamer binnen van den publie-
ken schrijver.
„\Meer een' brief voor je moeder?/
vroeg vader Martin, die dien werkman
als een goeden klant beschouwde, vriend
schappelijk'.
„Neen, moeder i® pa© in het dorp ko
men iwonen."
„Ah, ik begrijp het: een beminde."
„Iemand die i^. zeer ernstig liefheb."
„Voor twee weken misschien."
„Eeuwig."
„Die jonge mannen! Zij zeggeai allen
't. zelfde, en ten slotte..."
„Ik tben niet aJ® andere jongeflfed'en."
Vadietr Martin zette z'n bril op en be
gon te schrijven. Hij had al zooveel van
dergelijke briefjes geschreven, dat hij de
zinnen wel van buiten kende.
In tusschen trad Pierre op Jacqueline
toe en vertelde welke list hij bedacht had1
cm haar in tegenwoordigheid van haar
vader zijn gezindheid te doen blijken.
Zij begreep, dat Pierre eiken d'ag zou
terug komen, en dat de brieven, diie door
haao* wadier gedicteerd werden, voor haair
waren bestemd. Toen pader Martin den
brief af had, la® hij hem voor. Hij was
vedbaiaisd, dat hij niet de gewone betui
gingen van tevredenheid' ontving. De
schrijnwerker had iwël is waar het voorge
lezen e met aandacht gevolgd maar had
geen onket teeken van instemming ge
geven.
„Het i© niet kwaad," zei Pierre. „Maar
het is niet eooals ik het hebben vpl."
„Wat?"
„Ik wensch een briefje -aan eön uiterst
f atsoenlijk meisje, en u laat me hp reken
als eeu matroos tot z'n een-ste liefje."
„Dan moet je miaar zeggen, hoe |e 't
hebben wilt," Beide de vergramde oude.
En het eptsteil verscheurend', voegde hij
er 'op kJKxrrigen toon "bij:"
,/Ik zit. Ik ben tot 5*e onder®. Tk zal
schrijven, wat je me voorzegt. Spreek.
Dian zuilen we zien, wat je Kr van terecht
brengt."
Pierre was geheel onthutst. Hij wist
niet, dat vader Martin zoo prikkelbaar
was. Doch eeu blik op Jacqueline gai
hem z'n moed. terug.
De vader stalde hem in de gedegenheid
om zelf woorden te kiezen, om &'n liefde
uit te drukken, terwijl vóór hem het
meisje ©fcondl, diat er in toe had gestemd,
door hem bemind1 te worden.
Pierre begon te spreken van d'e Me
nigte gevoelen®,, die ontwaakt waren ia
zijn {hart.
Hij wist duidelijke, vriendelijke woor
den te vinden die een groote vreugde de-
dien ontstaan in het gemoed van haar, dlo
ernstig en fctitewijigend alle® aanhoord».
Hij qprak eeu taal zóó innig en zó6
vol van ware liefde, diat de oude Martin
de pen ïoöliet en verbaasd' uitriep:
„Waar haal je 't vandaan?"
„Dat wed ik niet," antwoordde Piem*
die dacht dat cbe ec/hrijver hem bespotte..
„Vindt u dat ik me aanstel?"
„Wel neen, 't Ls heel goed, ik verzeker
je dat ik hei zoo niet kan."
De schrijn worker kwam tCken dag te
rug, en op die manier uitte hij eiteeds
zijn groote iiefde in het bijzijn van Jaquis-
line.
Ten sfllofte begon vader Martin belang
le stallen in die Mefdesgeschiedenie.
„Ik za-a dfa.t je diat meisje *verkedijOB
innig liefhebt," zei hij. „Waarom vraag
je haar niet ten huwelijk?"
„Omdat ik zoo anm ben."
„■Dus schijnt zij rijk te wezen?"
„Haar vader wil hebbent diat ik eeW
zekere Bom bezit."
„Die vader heeft goede beginselenx net
als ik. 't Schijnt een verstandig man td
wezen."
„O, ak weef geen betere schoonvader*
Hij heeft goede eigen schappen. Hij moe»l
een® weten, hoeveel ik met hom pp heb.*
„Je bent eeu goede Jongen. Hij bobi
wel een sOechter schoonzoon kunnen krij
gen. Waarom probeer je niet hem vaal
zijn besluit af te brengen."
„Dat wil hij toch niet.*