Tweede Blad.
6« JAARGANG.
No. 2132
9a Eaidbdvi&oufimd
Woensdag II October 1916
KATHOLIEKENDAG.
Héden ïis te Rotterdam de zesde dltoce-
6ane Katholiekendag in het Bisdom Haar
lem gehouden.
Te half eftf droeg Z.D.H. Mgr. A. iJ.
fallier, Bisschop van Haarlem, een pon
tificale H. Mis op in de St. Laurentius-
jceitk (Houttuin).
Te een uur vingen de afdeelings-verga-
deringen aan. De eerste afdeel'irg verg ar
jderde in een der zalen der St. Jozephsge-
zellenvereenigiing, de tweede in de sociëteit
.Harmtoniie" en de derde in café Boneski,
Oe Katholiek in het openbaar
godsdienstig leven.
In de Eerste AfdeelAng werd het woord
eyoerd door Mr. J. B. B o m a n s, Haar
lem, wiens rede bovengenoemden titel
droeg. De spreker behandelde in het eerste
deel zijner rede
et menschel ij k opzicht.
met een herinnering aan het
verraad van Petrus. En vraagt dan:
Wie uwer durft Petrus hard beoordee-
ai? Wij weten het: te midden der tegen
standers, en meenende, hoe dwaselijk ook,
dat GhkI afwezig is, verloochenen wij on
zen Heiland, eai schier eiken dag.
Daar gaat hij, de katholiek, en het kerk-
«'Oolgebouw passeerend, ziet hij tersluiks om
en den liberalen handelsvriend ziende na
deren, verstikt hij zijn voornemen en ont
pit bloot het hoofd niet, zelfs niet „heel even"
voor Christus Eucharisticus. Dit keer kent
laa hij „dien mensch" niet.
Daar gaat hij, de katholiek, en juist wil
hij hei kerkgebouw binnentreden, ware het
niet, dat zijn cynische zakenvriend aan de
iiij overzijde nadert, en om in 's hemels naam
ilez niet voor „fijn" gehouden te worden,
draait hij zijn God den rug toe en wandelt
;o<Jop met den valschen vriend.
Daar zit hij, de katholiek, en wel te mid-
cK den van een luidruchtig gezelschap, dn café
of restaurant, en hoe sober de bestelde
ll|maaltijd ook zij, hem past daarvoor zijm
God' te darikem, ad ware het slechts met het
teeken des kruises, maar de blikken voe-
op lend van menigen nevenman, is hij plots
zijn God vergeten.
Want hij meent, als Petrus, zijn Heer af
wezig en hij begrijpt niet, dat Christus
daar is, daar is als overal, en al weder
opnieuw met het kruis beladen wordt.
Maar heb menschelijk opzicht deed helaas
ook nu ons herhalen in woord of daad: „Ik
ken dien mensch niet."
Trotsch op alle mogelijke eerefreekemen
ert onderscheidingen, draagt de katholiek
zijne katholieke insignia niet in, het open
baar, hoe heerlijk zulks ook voor zijn kar
iholiek leven zou getuigen. Het mensche-
Jijk opzicht weerhoudt hem.
In gemengd gezelschap wordt God in
Zijn bestaan, Zijn eer, Zijn liefde, Zijn
(stichting aangetast. Men spiedt naar den
katholiek, maar deze blijft onbewogen. Hij
jo hoort spotten op zijn priesters, waarvan hij
bvenbuigd is dat zij een voorbeeldige en
.[wereldvermaarde priesterschap vormen
©aar de katholiek zwijgt; hij kent „die
©ertschen" niet meer.
Gods naam wordt in vreeselijke vloeken
lot verdoemenis aangeroepen, maar de ka
tholiek voelt rich geenszins zijn6 broeders
hoeder; hij rilt an zijn binnenste, doch de
onvervaarde getuigenis van zijn geloof,
ie machtige afkeuring jegens alle gods
lastering, blijft achterwege. Hij wil vooral
geen „drijver" schijnen.
Vroomheid ontplooien hoezeer de
.waarachtig katholiek© man een verborgen
eerbied voor daadwerkelijken godsdienst
zin moge hebben lijkt hem meer der
(Vrouwen wenk en taak. Daarom den Zon»
flag wel geheiligd, maar niet in katholie
ken zin, Door een korte Mis en niet door
eerder eau kerkgang. Dit lijkt hem een
Ea in Gods huis. De zaken niet op de
kpita gedreven. Hoer machtig goed zijn
roorbeeld ook zou werken, de katholiek
vanstand gelooft het niet zijn taak, bij pro-
cessies mede te gaan achter het H. Sacra
ment en aldus den luister te verhoogen
flodr een, roerende getuigenis. Christus ko.
©e tot ons, gedragen door gezalfde^ han-
Aeni. Maar wij volgen Christus niet, ook
ïiiet in Zijn eigen huis, ite midden onzer
geloofsgenooten.
Eir is een Katholiekendag te Rotterdam.
E^n getuigenis van heerlijk katholiek le-
V&© Men gaat een spreker hooren. Doch
Suizend en zouden kunnen naderen tot de
Tafel, zouden kunnen getuigen hun ka
tholiek leven in het openbaar, in het bij-
hjn van hun Bisschop bij de heerlijke ker-
plechtigheid, maar zij komen niet;
zelfs dien éénen gloriedag beletten
de zaken.
En de waarachtige katholiek, zelfs hij,
wrugziande op zijn leven, hij moet erken-
zoo vaak, zoo ontzettend vaak, een
peelbad geweest te zijn in handen van den
e^s: het menschelijk opzicht, en even vaak
rus gevolgd te hebben in zijne verloo-
eniög; ik ken dien mensch niet. Wij al1-
Q hebben vaak Petrus gevolgd in Zijne
'loochening; laten wij hem blijven voL
jpn °ok In 2ijn onvervaarde verdediging
r &aak Godé, in de manmoedige belijde
nis van Zijns Meesters leer, waarvoor hij,
zelfs als Hij gekruisigd ia.
Geloofskennis.
Het i©, ging de spreker voort ter uit
eenzetting zijner tweede conclusie, voor
geen tegenspraak vatbaar, dat d i e daden
slechts bij voortduring en blijgemoed zullen
gesteld worden, waartoe wij door een im
puls der liefde worden aangespoord en ge
drongen. Maar de liefde tot ons heilig en
dierbaar geloof zal, wil zij duurzaam zijn,
allereerst moeten voortkomen uit de keaunda
van het voorwerp onzer liefde. Onze gods
dienst nu, wel gekend en begrepen, met al
zijn schoonheid, troost en verheven leer
stellingen, zal ons tot vreugde zijn en tot
heilzaam voorwerp onzer liefde.
Spr. weidde daarna uit over de noodzar
kelijkheid van geloofskennis.
In gezelschap.
Welken invloed heeft een kloek getuigen
van den katholiek op den andersdenkende?
Een vraag van gewicht in het bisdom
Haarlem. Want de taak van een katholiek
in heft openbaar godsdienstig leven ds reeds
moeilijk, maar nog moeilijker is de open
baar godsdienstige daad van weldadigen
invloed te doen zijn op den andersdenken
de. Hiertoe behoort voorzichtigheid, beleid;
tact en gematigdheid, en: natuurlijkheid;
de Katholiek moet ongekunsteld zijn.
In dit verband wil ik, vervolgde de spre
ker, vooral waarschuwen tegen den groot,
©ten vijand van den ongek mistel den katlio.
liek, het „would-be" katholicisme, het ver
keerdelijk te pas em te onpas gewilde
katholicisme, hetwelk vaak nog het gebrek
heeft uitdagend te zijn.
Zoo aangenaam mogelijk in gezelschap
moet de katholiek zijn. 'Ieder naar zijn
aard, zijn aanleg, zijn mogelijkerwijs kun
nen. Door een aangenaam man in gezel
schap te zijn, wordt men geacht en kan
men veel meer doen dan anderen; overdre
ven gezegd: h ij mag al 1 ea. En zeker
zijn geloof vrij en frank belijden. Niemand
neemt bet hem niet kwalijk Doch wat meer
zegt: hij, de katholiek, krijgt er een zekere
vrijheid, durf en fierheid door, hij „voelt"
zilch en het komt niet in heem op, zich te
schamen; hij dóet in volle vrijheid wat hem
belieft, en de katholiek toont zich ongekun
steld, niet aanmatigend, maar met groot©
natuurlijkheid en ongedwongenheid, zooals
hij is: waarachtig katholiek.
Handhaving der Katholieke
beginselen.
De bijwoning van een H. Mis op gewone
werkdagen; het veelvuldig ontvangen der
H. Communie, de daadwerkelijke Zondags
heiliging, het lidmaatschap van godsdien
stige instellingen en congregaties, het me
dedoen aan de Propaganda Gods, de deel
name aan processiën en bedevaarten, de
fiere belijdenis van het geloof in weide
plaatsen. en fabrieken, de stipte naleving
van al wat Paus en Bisschop bevelen, spe
ciaal de opvolging der vasten- en ontliou-
dingswetten, ook in het openbaar, ook in
gemengd gezelschap, de ontplooiing der
Katholieke Pers juist en vooral in het open
baar, en het meedoen aan Katholieke ver
gaderingen en landdagen, ziedaar een
reeks van positieve daden, welke aanslui
ten bij die, welke wij reeds vroeger in ons
betoog opnamen.
Doch nu juist wijzen wij, ging spreker
voort ter uiteenzetting zijner vierde con
clusie, op een geheel andere categorie van
uitingen, waardoor het openbaar godsdien
stig leven zich moet kenmerken, en wed
deze: het tegengaan en de afkeuring van
zondige gewoonten en uitingen, dwalingen
en verkeerde neigingen, zooals die veelal
uit eene onchristelijke levensbeschouwing
voortkomen: de dronkenschap, vuile ge
sprekken, de pornografie, het vloeken, de
perverse mode. Tegenover de onchristelij
ke levensbeschouwing, moeten wij een
steeds krachtdadiger, energieker, rijker en
onbeschroomder christendom stellen.
Mogen wij allen, zoo besloot spreker zijn
rede, na dezen heerlijken Katholiekendag
meer gevorderd zijn op den weg naar God,
altijd nader tot God door een kloeker, fier
der, onbeschroomder openbaar gods
dienstig leven!
De spreker kwam tot de volgende
Conclusies:
I. De Katholiek heeft in zijn openbaar
godsdienstig leven geen grooter hin
derpaal, dan het menschelijk opzicht.
De vrees hiervoor is echitar grooter dan
dé werkelijkheid. Bij trotseering blijkt,
dat het gezond oordeel eerder prijst
dan afkeurt, mits de Katholiek zijne
daden niet steelsgewijze stelle.
II. De kennis des geloofs en voorts der
liturgie zal bij den Katholiek overtui
ging eau liefde kweeken ook voor de
openbaar godsdienstige uitingen. En
dit weder zal hem verre houden van
alle verloochening. Buitendien is düe
kennis noodzakelijk ter beantwoording
van vragen, welke door de openbaar
godsdienstige daden van zelf worden
uitgelokt.
III. In het openbaar godsdienstig leven,
wil het vruchtbaar zijn ook voor den
andersdenkende, moet de Katholiek
zijn: ongekunsteld, niet uitdagend en
zoo aangenaam mogelijk in gezelschap.
IV. De openbare godsdienstige daad
moet zeker bestaan in het volgen der
Katholieke gebruiken, waar het pas
geeft, maar nog meer in de handhaving
der Katholieke beginselen door het on
beschroomd afkeuren van zondige ge
woonten en uitingen, dwalingen An
verkeerde neigingen, zoo ale deze veelal
uit een onchristelijke levensbeschou
wing voortkomen.
Oe Katholiek en het maatschappelijk
leven.
In de tweede afdeefliing Trielid mr. R. B.
Ledeboerr te 's Gravenhag© een rede over
bovengenoemd onderwerp,
Spr. kwam tot de volgende
Conclusies
I. Ook im otib land' en in onzen tijd
draagt het openbaar leven een Christe
lijk stempel.
II. Krac/htlge en, algemeene deelneming
door Katholieke mannen en vrouwen
(R.K. Vrouwenbonden) aan het openbaar
maatschappelijk leven is eene noodzakelij
ke voorwaarde voor !hat behoud van het
Christelijk karakter van onze maatschap
pij.
III. Het streven zij daanbij gericht niet
alleen pp de erkenning van het recht op,
en op het behouden of verkrijgen, van die
mate van vrijheid van beweging, diie nood
zakelijk is voor volledige ontplooiing
en doorwerking van de Roomsche
beginselen, doch ook van de juistheid dier
beginselen en van den weldadigen in
vloed der doorwerking daarvan op het
openbaar maatschappelijk leven.
IV. Verdiepang van het godsdienstig
leven en karaktervorming is voor hen,
die deelnemen aan het openbaar maat
schappelijk' leven; een noodzakelijke voor
waarde voor weMagen dn htm werk.
Oe Katholiek in zijne ontspanhing.
In de Derde Afdeeling sprak J h r. Mr.
L E. M. von Fisenne van 's-Graven-
hage. In het eerste deel zijner rede behan
delde deze spreker de
noodzakelijkheid van ge
paste ontspanning.
Het is noodzakelijk voor eene goede uit
oefening zijner godsdienstige en maat
schappelijke plichten, dat op gezette tijdeji
eenige ontspanning wordt genoten. Ieder
een heelt op .zijn tijd deze ontspanning, van
noode, de werkgever niet minder dan de
werkman, al is het bij den eerstien dikwijls
moeilijker deze op regelmatige tijden to ne
men dan bij den laatste.
Hoe en waarde ontspanning.
Wanneer wij ons indenken, welke de be
stemming van ons leven ie, kan het ant
woord niet moeilijk zijn. De ontspanning
is, evenals iedere daad, een werk dat Gode
aangenaam behoort te zijn, een daad, waar
van wij eenmaal rekenschap zullen moe
ten afleggen. Het is daarom een eerste ver-
eischtoe, dat die ontspanning een gepasite
zij.
Mijn tweede conclusie luidt: Deze ont
spanning behoort in de eerste plaats ge
zocht en gevonden te worden in den kring
van het gezin, der faimiiiie en der vrienden.
Zooveel gezinnen onder ons Katholieken
bewijzen, dat daar de ware ontspanning
genoten kan worden. Daarentegen treft
het soms onaangenaam aan, hoe, zoodra
het werk is afgeloopen, bij voorkeur op
straat of in café's ontspanning gezocht
wordt. Wil ik hiermede zeggen dat men zich
steeds binnen de vier muren ingesloten
moet houden? Integendeel, waar de gehee-
le ontwikkeling der maatschappij van ons,
Katholieken, eischt, dat wij deze niet langs
ons heen laten gaan, maar ons daarvan op
de hoogte blijven houden, opdat wij daarin
het goede en het kwade wel weten te on
derscheiden, daar moeten wij_ ons in onze
ontspanning niet in een te engen kring be
wegen. Maar aan dezen eisch wordit aller
minst voldaan, wanneer de ontspanning
steeds gezocht wordt in het loopen langs
de straten of het bezoeken van café's.
Evenmin is het gewenscht deze ontspan
ning steeds te zoeken .in het uitoefenen
der sporit. Wij leven in <een tijd van over
drijving op elk gebied. Bij sommige sport
liefhebbers gaat niets boven sport. Als men
niet voortdurend aan sport doet, is men
een minderwaardig mensch. Iedere minuut
beschikbaren tijd moet aan de sport wor
den geofferd.
Sport is zeker zeer goed, mits met ver
stand en onder goede leiding uitgeoefend.
De sport heeft zelfs een heilzame verande
ring aangebracht in de wijze van ontspan
ning in den goeden, ouden tijd, die voor
een groot deel bestond uit veel eten, drin
ken en rooken. Maar sport wordt vaak
overdreven en dan is het niet meer eene
ontspanning, maar eene inspanning die
voor lichaam en géést de madeeligste ge
volgen 'kan 'hebben. Niet minder erg dan
dit is, dat het gezinsleven daardoor wordt
uiteengerukt. Bij liet nemén van ontspan
ning behoort de sport allerminst te worden
uitgeschakeld, maar anderzijds zij deze
niet de eenige, de voornaamste, waarop
de aandacht wordt gevestigd.
Overdrijving bestaat ook op het gebied
van het bezoeken van theaters en biosco
pen, zelfs afgezien van het bezoeken van
Slechte stukken. Sommigen meen en, da/t
zij voor rich en hunne medemenschen niet
verantwoord zijn, wanneer zij niet alle
goede stukken, revues, filme gezien heb
ben, zoodat een overgroot gedeelte van dej)
voor hun ontspanning beschikbaren tijd
daarvoor wordt besteed, en een nietmin
der deel van het voor ontspanning bestem
de geld. Het juiste middel kieze men bij
het nemen zijner ontspanning, dóch bil
voorkeur zoeke men deze daar, waar zij
het beste kan gevonden worden: in den
krimp vfLn het gezin, der familie en der
vrienden. En fnder den kring der vrienden
worde ook verstaan in meer ultgebreiden
zin de kring van het Katholiek Veeeni-
ginigsleveo, dat ons tegenwoordig zooveel
gelegenheid tot ontspanning geeft.
D© tijd vam ontspanning.
Men vindt hierin twee uitersten: Het
een© Is, dat do geheele Zondag aan ont
spanning wordt besteed, zoodat men zelfs
djagen tevoren uitrekent!, hoe men den Zon
dag van 's morgens tot 's avonds ten be
hoeve zijner ontspanning zal indeelen. Ik
behoef U, zeide spreker, niet be zeggen,
dat wij als Katholieken principieel hierte
genover staan. De Zondag is en blijft in
de eerste plaats de dag des Heeren, door
God zelf bij de Schepping der wereld als
zoodanig ingesteld en ten allen tijde door
onze Moeder de H. Kerk as zoodanig er
kend en gehandhaafd. De Katholiek, di©
leeft door en uit het geloof, zal niet alleen
voldoen aan de Kerkelijke voorschiften,
«naar ook den Zondag gebruiken om zich
meer be verdiepen in het geestelijk leven
om'van het onnoemlijk vele, dat onze H.
Kerk aanbiedt op het gebied der historie,
litteratuur en liturgie, iéts uit te kiezen
tot stichting en aanmoediging. Daardoor
zal hij een deel van dien dag wat wij noe
men, kunnen heiligen.
Het andere uiterste vinden wij bij d©
streng orthodoxe Calvinisten en AngMca>-
nen, die op den Zondag van niets dan hei
liging willen hooren, en dit zelfs willen op
leggen aan anderen, die dilt gevoelen nier.
doelen. De gulden middenweg wordt hier
in door ons Katholieken gekozen. -Naast de
zooeven geschetste ia een gepaste ontspan-
ning van een gedeelte van den Zondag
alleszins geoorloofd. Wil men hierin een
zekere regelmaat aangeven, dan zou mén
kunnen zeggen, dat bij voorkeur do voor
middaguren voor heiliging worden besteed,
zulks beliet niet, dat het -een zeer verdienste
lijk werk is op Zondag de namiddag- en
avond-godsdienstoefening bij te wonen.
Het is eene prijzenswaardige gewoonte
zich te onthouden van openbare vermake
lijkheden en feestelijke bijeenkomsten in
den zoogen aamden besloten tijd. Een ker
kelijk voorschrift is dit echter niet, en d©
katholiciteit van iemand, die zich daaraan
niet houd't, mag niet in verdenking worden
gebracht. Het is echter een gezond conser
vatisme, di© gewoonte te behouden of ia
eere te herstellen.
Natuur9ch-o on en kunst
Het komt maar al te vaak voor, dat men
zijne ontspanning zoekit en vindit, zooals
men dat noemt, zoo verbazend laag bij den
grond.
Spr. wijst op de veredelende ontspan
ning, gelegen in het genieten van het na
tuurschoon en kunst.
De Katholiek o vereeaiigingen en organAsia
ties, di© zich het beoefenen van de kuast
ten doel stellen, moeten moreel en finan
cieel worden gesteund.
De plicht van ouders en
gezinshoofden.
Dat dn den omgang met kinderen van an
deredenkenden de grootste omzichtigheid
moet worden in acht genomen, is zoo dik
wijl van geestelijke zijde voorgehouden,
dat het rtiet moodig is hierover uit te wei
den. Maar ook in den omgang met andere
Katholieke kinderen, ook al bezoeken dlie
de Katholieke school, kan eenige controle
zeer geiwenscht zijn.
Ook het toezicht over oudere kinderen is
niet altijd zoo, gelijk wij dat zelif zonden
wenschen. Een goed middel om kinderen
vooral van rijperen leeftijd; van verkeerd©
invloeden te vrijwaren, its hun ontspan
ning te doen genieten in Katholieke ver-
eenigingen. En bij de zoozeer ontwikkelde
voetbalsport heeft men aan onze zijde te
recht ingezien, dat Katholieke voetbalslubs
hiervoor een deugdelijk middel zijn.
Een voornaam punt is ook het bezoeken
van openbare vermakelijkheden door kin
denen. Zulks geldt voornamelijk bioscoop
voorstellingen. Dat hierin een groot gevaar
ligt, is een waarheid ,die langzamerhand
door iedereen wordt erkend.
Het ils de plicht der gezinshoofden nauw-
lebtend toe .te zien op de ontspanning hun
ner ondergeschikten. Voor de katholieke
vrouw bestaat hier eene schoone taak,
waardoor veel kwaad kan worden voorko
men. Vooral in de groote steden van ons
BiedOm is dit van overwegend belang.
Een groot aantal dienstboden toch komen
van andere provincies in onze groote
dteden.
Wederzijdsche inschik-
kélijkheii.
Overheden en ondergeschikten behooren
wederzijds het nemen van bovenbedoelde
ontspanning be vergemakkelijken. De werk
gever moet bedenken, dat de ondergeschik
te ook zijne betrekkingen heeft, waaraan
hij hecht, dat voor dazen de eene vrije dag
veel meer waard .is dan de andere. Wan
neer hierdoor het familieleven van onder
geschikten wordt bevorderd, dan behoort
de .werkgever in dit opzichlt, voor zoover
zulks mogelijk Is, inschikkelijk te zijn.
Maar die inschikkelijkheid behoort ook
van de zijde van den werknemer te bestaan.
Ook voor den werkgever Is het naet onver
schillig, wannear hij zijn© uitspanning
neemt Daarom moet de ondergeschikt©,
wanneer hij weet, dat hij daarmede zijn
patroon kan tegemoet kom en, niet altijd
onwrikbaar op zijm recht aanspraak maken.
De Spreker stoeide hierop dé volgende
Conclusie a
I. Voor een goede waarneming zijner
godsdienstige em maatschappelijke plich-
ben is het noodzakelijk, dat de Katholiek
op gezette tijden eene gepaste ontspanning
geniet.
II. De ontspanning behoort in d© eerst©
plaats gezocht en gevonden te worden in
den kring van het gezin, der familie eni
der vrienden.
III. Een gedeelte der Zon- en Feestdagcto
kan voor genoemd© ontspanning worden
besteed, mits daardoor niet te kort word©
gedaan aan d© verplichting tot heiliging
dier dagen.
Het is een© prijzenswaardige gewoonte
zich te onthouden van openbare vermake
lijkheden en feestelijke bijeenkomsten in
den zoogenaamd en besloten tijd.
IV. Het verdient aanbeveling, bij het ne
men van ontspanning, in zich het gevoei
voor het schoone in d© natuur en voor d©
kunst te ontwikkelen.
V. Het is de plicht der ouders en der ge
zinshoofden, nauwlettend toe te zien op d©
wijze van ontspanning hunner kinderen ©n
ondergeschikten.
VI. Overheden en ondergeschikten be
hooren wederzijds het nemen van bovenbo-
doelde oMspanming te vergemakk©lijken.
Algemeene vergadering.
Te vier uur ving in het gebouw der so
ciëteit „Harmonie" de algemeene vergade
ring aan. Na heb welkomstlied sprak de
voorzitter van het uitvoerend comité, de
heer A. J. A. Gillissen, een korte welkomst-
rede.
Houdt u er allen van verzekerd, sprak de
voorzatter, het katholiek Rotterdam stelt
het op hoogen prijs, dat heden het Roomsch
Congres binnen zijne muren gehouden
wordt. Gij zijt hier bijeen niet dn een stad
met uitgezochte omgeving en overweldi
gende schoonheid, niet in een stad van
weelde en luxe, neen, gij zijt hier te zameo
in een werkstad, waar wordt gearbeid, ge
ploeterd en gezwoegd van den vroegen mor
gen tot den laten avond, zooals in geen
tweede siad van ons vaderland. En al ia
dat nu veelal ons materieel voordeel, een
feit is en blijft het, dat stoere arbeid d©
energie prikkelt, de kracht staalt.
Zeker, veel db er nog dat anders.moeab
en anders kon onder ons Roomschen, maar
toch, Godlof, het ,,ora et labora" wordt hier
niet vergeten. Met oprechte dankbaarheid
en waardeering mag verklaard worden,
hoe arbeidzaamheid, werkkracht en gods
dienstzin ons katholieke volk tot heerlijke
resultaten leidde.
Vervolgens hield de voorzitter van heü
hoofdbestuur, mr. J. N. J. G. Heerken©
Thijssen, een openingsrede.
De voorzitter deelde mede, dat het/Ioofd-
besituur heeft gehandeld in gestadig over
leg met Z. D. H. den Bisschop. Het onder
werp van den dag is door hem gekozen^ d©
conclusies zijn vóór de publicatie aan zijn©
goedkeuring onderworpen en ten slobbe i©
Hij zelf in ons midden verschenen, om doo^
zijne hooge tegenwoordigheid en strak©
door zijn woord deze samenkomst te stem
pelen tot een Katholiekendag in zijn dio
cees. Namens het katholiek© volk van het
Bisdom bracht de voorzitter Monseigneur
hulde voor deze herderlijke daad.
Op den Amsterdanischen Katholiekendag
ds gesproken over godsdienstzin in het al
gemeen; te Vlissingen werd het katholiek
familieleven behandeld; nog bleef over d©
beschouwing van den katholiek in zijn op
treden naar buiten. Waarlijk, in een Bis
dom als d/it, waar schier overal een go-
mengde bevolking op godsdienstig gebied
wordt aangetroffen, is 't in hooge mat©
dienstig, dat den Katholieken wordt voor
gehouden, hoe ze zich in het openbaar heb
ben te gedragen, vooral in het bijzijn van
andersdenkenden. Wij mogen ook op dit
gebied, God lof, van belangrijken vooruit
gang gewagem; maar toch zijn er nog t©
veel, die schromen voor hun geloof uit t©
komen, wanneer de gelegenheid zich daar
voor aanbiedt.
Aan dezen roep ik toe, en ik kan het, ver.
volgde de voorzitter, niet te duidelijk uilt
roepen: gij dwaalt. Al moogt ge soms terug
wijzing, tegenkanting, zelfs tijdelijke beoa-
deeling in uwe zaken ondervinden, waar
ge u openlijk vertoont als een lid van de
Strijdende Kerk van Christus, di© tegen
stand, die terugwijzing zal en moet ver
dwijnen, wanneer ge op gepaste wijz©
toont U niet te storen aan hetgeen anderen
zeggen of denken, mits d© katholieken een
drachtig denzelfden weg bewandelen en d©
beoefening van katholieke gebruiken allen,
als <Je meest gewone zaak beschouwen, wa|
het ten slottte- dan ook is.
De volgende telegrammen, aan Z. H. dén
Paus en aan H. M. de Koningin, werden
voorgelezen:
Sa Sainteté le Pape,
Rome.
Prostern és aux pieds de Votre Sainteté
les Catholique© du diocès© de Harlem, rêu-
nia ave© leur Evèque en assemblé k Rot
terdam, offrent humblemenb k Vatre SaatOh
teté leur hommage filial et La priemt d®
vouloir leur accorder sa bénédictiom pater-
nelle.
GILISSEN, président.
H. M. de Koningin,
'a-Gravemhage.
De leden van den Haarlemschen Katho
liekendag in grooten getale te Rotterdam
met hun Büsschop vergaderd, brengen Uw*
Majesteit hun eerbiedige hulde onder
tuiging hunner onverbreekbare trouw. Z3]
bidden Gods rijksten Zegen af over Uw#
Majesteit en Haar Koninklijk Hui©.
GILISSEN, president