Opgebrachte schepen. Bij de firma De Zeeuw en Van Raalte te ^VliatairdÜogen "is bericht onttvangep, idat baar logger VL 121 „Friesland" sedert 6 dezer te Peterhead ïs opgebracht. Tot nu toe wist men slechts van opbrenging naar Leorwüch en Kirkwall. Nederlandfiche schoener naar Swine mu n d e opge bracht. Volgens een te IJjnuiden ontvangen par ticulier bericht is de te Groningen thuisbe- hoorende gaffelschoener „Vaderland", ka pitein J. Klugkist, 4 Juli van IJmuiden met een lading ijzer naar Gefle vertrokken door een Duitsch marine-vaartuig naar Swinemunde opgebracht. Nadat door de Duitse he autoriteiten de de scheepspapieren waren onderzocht en alles in orde werd bevonden, kreeg de ge zagvoerder toestemming de reis naar Zwe den voort te zetten. Geïnterneerde! Dud'tSchera en Oostenrijkere. Men schrijft urit Vliseangen: Woensdagavond kwamen met de n aïl- boot „Koningin Wilhelm in a", die eerst te kwart over acht arriveerde, onder meer 40 geïnterneerden, voor het meerendeel Duitschers, maar ook enkele Oostenrijkers, mede. De mannen konden niet meer dror- xdizen, en daar zij bijna allen zonder mid delen van bestaan waren, werden ij on dergebracht in de vluchtedingenloods op het haventerrein, na eerst verversohingen te hebben ontvangen. Zij vertrokken he denmorgen met den trein van 7.20. Een ontmoeting ter zee. Schipper J. Vimlk, van-den h-aringlog* geu- „Vijf Gebroeders" KW 97, heeft bij aankomst te IJmuiden verslag gedaan van een belangwekkende ontmoeting ter zee. Wij waren, zoo deelde hij ongeveer mede, den llen Juli des avonds tegen half acht vdsschende op 57,8 Noorderbreedte en 1,40 Oosterlengte, toen wij drie Engelsche trei- lers in onze nabijheid kregen, die visschen- de waren in Oostelijke richting. Toén deze Zich te 8 uur op ongeveer 9 mijlen Zuid oost van ons bevonden, hoorden we eens klaps schieten uit het Zuidoosten en za gen we drie duikbooten op de treilers, die inmiddels van koers veranderden, jacht maken en onophoudelijk op de treilers jschieten. Te onzer beveiliging kapten we, evenals drie andere visschende loggers onzen reep, om uit het gevaarlijke terrein te komen. Het zal omstreeks na achten ge weest zijn, dat we een der treilers in brand zagen schieten. De duikboot, die dit werk verricht had, veranderde daarop van koers om de twee andere treilers te achtervolgen. Op eenigen afstand zagen we een Scheve- ninger logger langszijde van den dn brand geschoten treiler zeilen, om te trachten de bemanning te redden. Te ruim half negen waren we getuigen van het in den grond schieten der beide andere treiters. Inmid dels was de duisternis ingevallen en kon den we niets meer gewaar worden. - Den volgenden morgen was ons eerste werk na tuurlijk de gekapte vleet weder op te vis- echen. Terwijl we daarmede bezig waren, werden we gepraaid door een Schevening- eche logger, wiens naam en merken ons ontgaan zijn, die ons' het volgende mede deelde: De ScheA eningsche logger, die den brandenden treiil ei" was genaderd, had inderdaad elf opv a-rem den gered, waarvan een der opvarenden gedood was en overboord geraakt. De log ger had zich met de elf' geredden naar Aberdeen begeven en nog gemeld, dat zij een scheepsboot vol water hadden zien drijven, doch zonder bemanning er in. Wij vischten eenigen tijd later een scheeps boot zonder naam of merken op. In deze boot bevond zich een groot gat, dat er naar onze meening opzettelijk in «was ge hakt, cm de boot vol water te laten loopen. In de zijde van de boot waren verschillen de gaten, daarin geschoten, en wij von den er nog een patroon in, dien wij over boord gegooid hebben. Een stukje metasJl en oen ledige huls, mede in de boot aan getroffen, hebben wij medegenomen en aan de militaire autoriteit afgedragen. La ter op den dag zagen wij nog een vol wa ter staande scheepsboot drijven, eveneens onbemand, zoodat wij vermoeden, dat deze twee booten herkomstig waren van de twee in den grond geboorde treilers. Van de be manningen hebben wij echter geen spoor meer gezien. Wij hebben nog getracht de scheepsboot waarin wij de voorworpen hadden gevonden, te bergen, doch hebben haar op f 55,10 N.B. en 2,40 O.L. verspeeld. Daen dag passeerde ons nog des avonds omstreeks negen uur een eskader oorlogs schepen, waarvan wij de nationaliteit niet konden vaststellen. Wij waren allen zeer onder den indruk van het gebeurde. De nieuwe afgevaardigde van Almelo. Aan de „Twentsche Courant" ontleenen wij de volgende levensschets van den aan staanden nieuwe afgevaardigde: „De heer A. H. J. Engels werd geboren uit een Enschedesche arbeidersfamilie in 't jaar 1869 en is dus thans 47 jaar oud. Als jongen reeds ging hij de fabriek bin nen, waar hij, gelijk de heer Ros uit Wierden het in een ingezonden siuk in dit blad uitdrukte, „25 jaar achter de ge touwen stond" en waar hij aan den lijve voelde de waarheid van Dr. Schaepman's woord, dat er „mateloos gezondigd .werd .tegen den werkman." Maar zooals het bij oor-krachtige naturen meer gaat, groeide ile talentvolle jonge Tukker naar lichaam «ai geest tegen de verdrukking in, werd hij de man, Engels „die zooals Gei'ard Brom in de „Nieuwe Kruistocht" zegt met zijn friach gezicht de versche kracht ^an ons Roomsche ras bewijst en met zijn *elfontwikkeling door veel lijden heen een groote toekomst aan onze reserve belooft." Ijverig nam d jonge Engels deel aan het jppluikende sociale teven in Twente; hij be hoorde ook met de heeren Probst en Plat voet W>t de eerstén, die de vaan der matig heid verhieven en op hem en den heer {Winkels viel in 1893 de keuze, toep men Leo Xli} bii diens gouden bisschopsfeesf persoonlijk den dank der werklieden wilde brengen voor het uitvaardigen der Ency cliek Rerum Novarum. In 1905 zaen we den intelligenten Katholieken arbeider bijna den Tweeden Kamerzetel voor Enschede veroveren, maar hi} moet ten slotte wijken voor een socialistischen „kapitalist." Hetzelfde jaar 1905 wordt een keerpunt in Engels' leven: hij wordt ambtenaar aan het Bureau voor K. S. A. te Leiden. Daar, in Holland, levend in een millieu van meer verfijnder beschaving, van levendiger en opgewekter omgang, van menschen onder ling, bleef hij toch de ronde Twentenaar, die „een kat een kat" dorst noemen". Van groote beteekenis voor zijn ontwik keling sinds 1905 is ongetwijfeld mr. Aal berse geweest en wie hem te Denekamp of Ootmarsum gehoord heeft, die heeft kim nen opmerken, hoe de leerling van zijn grooten meester geleerd heeft door te drin gen tot in de diepte van het behandelde onderwerp en hoe hij la mr. Aalberse met enkele lijnen den diepen ondergrond der hedendaagse he maatschappelijke ver schijnselen weet te schetsen. Het district Almelo was immer tevreden over de katholieke politiek, door mr. Aal berse gevolgd en het zal 't# ongetwijfeld ook zijn over die van zijn leerling, den kloeken zoon van Twentes." De „N. Tilburgsche Courant" voegt hier aan toe: Nadat wijlen de heer Passtoors aan de katholieke staatspartij is ontvallen, ont brak in de katholieke Kamerclub het ele ment, dat meer onmiddellijk aan de ar- fceidersweréld vast 3at. De heer Engels zal nu die open plaats ga.&n vullen en in zoover zal hij nu nog meer een opvolger Ivan Passtoors dan van Aalberse zijn. Want Aalberse was behalve democraat en wat hij nog meer is een intellectueel en om die figuur te vervangen zal. weer naar an dere wij zeggen niet: betere kwalitei ten moeten worden omgezien. Z. D. H. de Aartsbisschop bij de militairen. Uit Ede wordt aan „De Tijd" gemeld: Woensdag heeft Mgr. H. van de Wete ring, ^arlshissdhqp van Utrecht, een bezoek gebracht aan de R. K. militairen van het garnizoen Ede. Monseigneur had in den voormiddag het H. Vormsel! toege diend' in het Belgische vluchtelingen kamp en kwaim omstreeks één uur in den middag per auto in gezelschap van een der secretarissen van het Aartsbisdom en majoor Padberg, aalmoezenier der 2de divisie, bij de bouten hulpkerk aian. Monseigneur schreed tusschen de „en haie" opgestelde 'R. K. kinderen van Éde door naar het geheel met officieren -en soldaten gevulde kerkgebouw, terwijl de militaire muziek het „Wilhelmus" speel de. In de kerk zong het soldaterkoor het vier-stemmig „Ecce Sacerdos" van Thie- len. Nadat de Aartsbisschop eenige oogenblikken voor het versierde altaar in gebed had- doorgebracht, hield Z. D. H. tot de verzamelde soldaten een korte toe spraak. Het flls Mgr. bekend, dat de geest onder de R. K. militairen van Ede zoo bijzonder goed is, dank zij vooral de af- deeling van „Credo Pugno". Wij begrij pen, zoo vervolgde Mgr., dat deze ernstige tijden van u allen groote offers vragen; weet echter, dat Nederland dat ten zeerste lp u waardeert. Mgr. verheugt zich er over, te mogen getuigen, dat de Katholie ken in deze offervaardagfhedd als voorbeeld mogen gesteld worden. En toch is het niet te verwonderen, dat onze blijmoedigheid groot blijft, waar onze godsdienst zulke groote kir acht bezit om offers te brengen, waar wij leven met het hooge beginsel, dat wij alles doen ter liefde Gods. Wan neer wij met ijver onze plichten vervullen ten onzachte van God en onzen godsdienst, dan ontbreekt het ons evenmin aan piidhitsbewustzijn a7s militair tegenover het vaderland, wetend, diat allen, die als overheid boven ons zijn gesteld', door God zijn aangesteld1 en aam Hem hun macht ontleenen. Steeds moeten we daarom voor oogen houden de waag: wat of wien die nen we? En dan luidt steeds het antwoord: op de eerste plaats God en daarnaast het vaderland. Door onzen godsdienst zal ons die dienstbaarhei-d niet zwaar vallen, om dat deze ons de krachten schenkt, om of fers te brengen voor God en vaderland'. Ten slotte wees Mgr. o(p de groote ge varen, wélke, deze tijden ook voor onze aïel meebrengen en sipoorde aan toet alle kracht tegen den duivel en de ondeugd te strijden, opdat aldus de diensttijd voor het vaderland aal worden een tijd van groote verdiensten tegenover God. De woorden van Monseigneur maakten op allen diepen indruk. Het soktatenkoor bracht vervolgens ten géhoore een vier stemmig Dome me sativum fac pontificem nostrum", een variatie op het vierstem mige „Domine salvum fac reginam" van Giesen. Nadat ten glotte het üed „Aan U, o Ko ning der Eeuwen" was gezongen, gaf Monseigneur den zegen en verliet het kerkgebouw. Z. D. H. bezichtigde nog de houten can- tine„ waar verschillende officieren wer den voorgesteld. Na de soldaten, die zich dn een wijden boog om de cantine hadden opgesteld, te hebben gegroet, vertrok Mgr. Van de Wetering per auto naar de woning van dan aalmoezenier, pastoor Padberg, om daarna naar Utrecht terug te keerem. De Bredasche gemeenteraad. Men schrijft uit Breda aan „De Tijd": Naar aanleiding van de tendentieuze berichten in sommige bladen over het be danken van raadsleden te Breda, is het o.i. noodig de feiten eens in een juist licht te 6telten. 't Is nu eenige jaren geleden, dat de R.K. Kiesvereeniging „Recht en Orde", te Bre da, besloot aan voorloopige candidaten voor te leggen de vraag Stelt gij U in zake gemeentepolitiek al dan niet op prin cipieel katholiek standpunt?" Slechts zij, die deze vraag bevestigend beantwoordden, konden op de groslijst geplaatst worden. „Recht en Orde" wat tot dit besluit ge komen, omdat hei meermalen was voorge komen, dat raadsleden, die als katholiek gekozen waren, zich in begineelquaesties vaak ontpopten als gewone liberalen. Iemand, die niet van z'n verstand be roofd ie, kan in 't stellen van deze vraag door een katholieke klesvereeniiging niets overdrevens zien. Liberalen of socialisten zullen toch ook wel eenige waarborgen omtrent hun voorloopige candidaten moe ten hebben? Toch was 't stelten van deze simpele vraag genoeg om een feilen strijd te doen ontbranden. De onafhankelijken of libe raal-Katholieken, dapper gesteund door li beralen en socialisten^ of eigenlijk door dezen op sleeptouw* genomen, zouden de pairtij van „Recht en Orde" wel eens even tjes „morets" leer en. 't Was immers onge hoord, dat een katholieke kiesvereeniging naar iemands beginselen ging vragen. Bovendien de onafhankelijken, dn vereeni- ging met de liberalen en socialisten, zij zouden wel zorgen voor waardige paladij nen der katholieke zaakl De heele vragen- stellerij beoogde immers mets anders dan de candidaten aan den leiband (van de pastoors natuurlijk!) te leggenl Zooals gezegd, een felle strijd ontbrand de en inderdaad kwam „Recht en Orde" voor groote moeilijkheden te staan. De grootste moeilijkheid ondervond zij bij pe riodieke verkiezingen, n.l. om dan men schen te vinden, die zich wilden laten can- dideeren tegenover aftredende Katholieken welke beslist een beginselverklaring wei gerden af te leggen. Maar „Recht en Orde" hield voet bij stuk. Het liet zich niet door het Indian en - gehuil, dat aan de overzijde werd aangehe ven, van de wijs brengen en de resultaten bleven dan ook niet uit. „Recht en Orde", dat bij 't begin van den strijd slechts een 150 leden telde, zag dit aantal stijgen tot bijna 600, een bewijs dat de sympathieën ervoor sterk toenemen. Het aantal principieele Katholieken, dat naar den gemeenteraad werd afgevaardigd steeg bij iedere verkiezing, totdat nu eeni ge weken geleden de meerderheid van links overging naar rechts. Maar wat zagen we nu met 't toenemen van 't aantal principieel-Katholieken in den raad gebeuren? Hoe meer de tegen partij zich de grond voelde ontzinken, hoe feller en grover zij werd. 't Was of zij, haar naderend einde bewust, in haar dood strijd nog trachtte te vernietigen, wat voor geen vernietiging vatbaar was. En ziedaar nu, hoe men 't ook verbloe men moge, de diepere oorzaak van 't heen gaan van 't grootste deel der linksche raadsfractie, n.l. dat de beginselloosheid het onderspit gedolven heeft tegenover het beginsel. Niets meer, niets minder. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. Postwet— Bieraccijns. Aan de orde was eerst de stemming over artikel 3 van het Wetsontwerp tot Wijzi ging en Aanvulling van de artikelen 35 en 19 van de Wet tot Regeling der Brieven- posterij (verhoogd tarief voor postquitan- ties.) Het artikel werd aangenomen met 38 tegen 17 stemmen. Het wetsontwerp werd vervolgens zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Daarna kwam aan de orde het wetsont werp tot verhooging van den accijns op bier en herziening der wettelijke bepalin gen omtrent dien accijns. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de algemeene beraadsla gingen over dit wetsontwerp tegelijk te houden met die over het volgende wets ontwerp tot verhooging van het invoer recht op bier en afschaffing van dat op azijn. De heer De Wijker slooth (R. K.) betoogt, dat bij de samenstelling van het wetsontwerp een fiscale geest naar voren is gekomen. De fiscus heeft zich te richten naar de industrie, en niet de industrie heeft zich naar den fiscus te richten. Be langhebbenden zijn bij de samenstelling van het ontwerp niet gehoord, en de ge gevens, welke den minister ten dienste stonden, waren hoogst gebrekkig en on voldoende. '3pr. zal zich neerleggen bij het z. i. verkeerde stelsel van heffing, maar komt beslist op tegen het tarief van de heffing. Hij becijfert, dat de consument 2£ cejüt per liter meer zal moeten betalen voor zwaar bier en l1/, cent meer voor licht bier, en dit laatste acht hij veel te hoog. De heer Janssen (R. K., Maastricht) sluit zich bij dit betoog aan. Hij acht de verhooging van de belasting te zwaar, vooral voor de kleine brouwerijen, aan welke de verhooging van hete invoerrecht voor buitenlandsche bieren niet ten goede zal komen. Ook heeft hij bedenkingen tegen het stelsel van accijnsheffing. De heer TerLaan (S D. A. P.) is te gen deze accijnsverhooging, die z. i. het jeneververbraik in de hand zal' werken. Ook moet er naar zijn meening niet zoo veel uit de accijnzen, worden gehaald. Maar het stelsel van het ontwerp acht hij veel beter dan het bestaande. De heer Van Raalte (U-L.) ie geen bewonderaar van het voorstel, doch wil het aanvaarden, omdat er geld noodig is. De minister van financiën betoogt, dat het bier slechts li ct. per liter duurder zal worden; de vrees van ven-min dering van biergebruik en toeneming van jenevergebruik acht hij ongegrond. De kleine industrie zal niet worden belet. Èr is thans slechts één brouwerij in ons land, die te klein zal zijn. De bedoeling van den Monaster is om het bierbrouwen thuds tegen te gaan. Ooik de bepialiing omtrent de ligging is geen nieuwigheid. Zij komt ook voor in de Wet op den Suikeraccijns. De bedoehng is, dat de dtsous niet bij den neus zal worden genomen door fabriekanten. .Werd echter heit aniepdeanent-De Wyc- keorsloölh aangenomen, dian zou de Minis'- fcer dit betreuren, omdat hem daardoor een zeker bedrag aan accijns ontgaan San. Tegen .het systeem der wet is door de kleine brouwerijen geen bezwaar ge opperd, al zagen zij liever het afgewerkte iproduct bol'ast. Zij achtten in elk geval het thans voorgestelde een vooruitgang. De Minister kan ook niet toegeven, dat h'et systeem zoo moeilijk uitvoerbaar zou zijn. Het meten van den inhoud van een bierketel is geen heksenwerk, het is aan onze karnmieziciD best toevertrouwd, en contróle op de opnemingen met den sac- charismeter kan worden geopend in het laboratorium van het Ministerie van Financiën, waarheen proeven van het mout kunnen worden opgezonden. Een heffing naar het eindproduct zou bij den fiscus overwegend bezwaar ent- moeten, omdiat die verschillende brouwe rijen verschillende soorten van "bier uit voeren, en het niet zou aangaan alle bier vaten te onderzoeken zonder den inhoud daarvan te bederven. En thans het tarief. Het is niet juist, dat het bedrag wordt vervier- of vervijf voudigd. Dit géldt alleen voor de zeer groote brouwerijien, want de kleine brou werijen halen uit 100 Kg. mout geen' 28 H.L. „wort". De kleine brouwerijen balen er maai' 17 H.L. uit. Voor deze wordt de heffitng slechts verdrievoudigd. Er is dus geen aanleiding voor die kleine brouwe rijen om over benadeeüng te klagen. Naar- evenredigheid werd vroeger het lichte- bi-er ook zwaarder balast dan thans, maar het amendement wil in de bevoor rechting van het lichte bier og eerder gaan dan die regeering. De heer de Wij kerslooth stelde het vioor, alsof de groote brouwerijen toch meer bevoordeeld wer den dan de kleine door het invoerrecht, maar voor -de lichte bieren zal de protec tie stijgen van f2.18 tot f3.70, voor de zware slechts van f 1.50 tot f 1.60. Er be staat geen gevaar, dat de groote trouwe rijen den accijns van het lichte bier op het ©ware zullen gaan afwentelen. De concurrentie zal haar dit wel onmogelijk maJken. De afschaffing van den accijns ten slot te is in het belang der minder gegoeden en van verschillende industrieën. De^ hebren De Wijkerslooth en Janssen (Maastricht) repllceeren, waarna de algemeene beraadslagingen worden gesloten. O.p art. 1 licht de heer Bongaerts (R.K.) een amendement toe, strekkende om den te heffen accijns progressief te maken, ten einde daardoor de ongelijk heid van druk op te heffen, wélke vol gens hem uit de voorgestelde heffing voor de verschillende brouwerijen voortvloeit. Spreker betibogt, dat door de voorgestelde veihoogdng van den laocijns van 1 tot 4 de kleine brouwerijen giroot nadeel zulten 'lijden. De bedoeling van het amendement nu is, op te komen voor deze kleine brouwe rijen, dliie op het platteland een groote fac tor zijn voor de economische ontwikkeling van de streek. De heer De Wijkerslooth verwijst, ter verdediging van zijn amendement om den accijns op het volksbier te verlagen, naar de algemeene beschouwingen. De Minister meent, dat hier nog altijd misverstand- bestaat. Er wordt hier geheven niet naai' de hoeiveeih/iekl bier, maar naar de hoeveelheid extract, die in het bier zit. Wat het amendement-Bongaerts aan gaat, voor een bevoorrechting van de klein-industrie bestaat geeln aanleiding. Doordat het bier een cent duurder woTdt, zal het jeneververbruik niet stijgen. Dit gaat geregeld sterk achteruit, ook in -de zen crisistijd. Wat het amendement-De Wijkerslooth aangaat, daardoor zou een groote bron van fraude geopend worden. Men zou dan bier gaan brouwen op het kantje, van de limiet, men giing het dan frauduleus ver zwaren, voerde hot uit en vroeg aan den fiscus restitutie van den accijns op den voet van het zware hier. De heer Ter Laan (S.D.A.P.) betoogt nog, dat het amendement-Bongaerts een nieuw beginsel,de bescherming van het kleinbedrijf, in onze acciins-wetgeviing zóu inve-eren. In dit opzicht ie het amendement niet voldoende voordacht. Bovendien gaat het amendement tegen de economische ont wikkeling van het kleinbedrijf. Spr. zou het overigens volstrekt niet erg vinden, als in menig dorp dn Limburg de brouwe- xij verdween. Tegen het amendement-De Wijkerslooth heeft spr. niet dezelfde be- denkingen. Dit amendement gaat jn spre kers richting. De heer Ketelaar (V.D.): En dat ils zoo'n smokkelamendement. De heer Ter Laan: Gok volgens de geldende bierwet kan men daar accijns ontduiken. Maar dit wetsontwerp bracht daartegen bepalingen, waaihij de aanwe zigheid van suikerhoudende stoffen in de brouwerijen verboden wordt. De heer Bongaerts repliceert. Dank zij de drankbestrijding in Limburg behoo- ren toestanden als hier door den heer Ter laan geschetst, thans tot de hooge uit zonderingen. a De «heer Van Raalte (U.L) deelt mede, dat twee van de drie aanwezige le den der commi'jssie van rapporteurs tegen bede amendementen zijn. De Minister dupliceert. Het amendement-De Wijikensüoofh zou 45 procent .van de opbrengst, die op 3,8 miLlioen geraamd is, doen te ïoor gaan. Het amendement-Bongaerts, progressie ve heffing, wordt verworpen met 36 tegen 16 stemmen. Het amendement-De Wijklerslooth (om den accijns te laten bedragen 30 cents peir hectalitergraad van geen grooter dichtheid dan 1.02) wordt verworpen met 40 tegen 12 stemmen. Artt. 18 -worden aangenomen z. h. s. Bij art. 9 veolkEaart de Minister over te nemen het amendement-De Wijkerslooth oen die ged-keiuring door den Minister van de ligging van een brouwerij te doen ver vallen, in de hoop dat de inymwess de^l* ;«T: van geen misbruik' zullen mafc»ri Het wetsontwerp word' gehêrt 1 met 33 tegen 19 stemmen!lieden de ren Gerhard, Eerdmans, Ter Laan (f ^al terdam), Nolens, Sauries, Groenende Dij< Bongaerts, Janssen (Maastricht), Sc per, Fleékems, Heeres, Duye, Ter La (Dn Haag), Van den Tempel, Lieftinck, Wijkerslooth, Fruytier, Mendels en Het wetsontwerp tot verhoogr.ng van ^ier invoerrecht op bier en aifischaffing van op wijn, wordt aangenomen zonden- hc delijke stemming. i aff Regeling van werkzaamheden, ces De Voorzatter geeft in de eer plaats het woord aan den heer K n o b ten einde een voorstel te doen omtrent regeling van werkzaamheden in de eeiTai volgende bijeenkomst der Kamer. eP De heer Knobel (V.L.) bepleit i rr brengen van het wetsontwerp tot irist'v ling van een kolonialen raad op de da, alls de Kamer in het laatst van Juh in 't begin van Augustus weder bi jet *'a komt, en doet daartoe met do h'eeren Meester en Fock het voorstel. De Voorzitter merkt op, dat va de drie voorstellers twoe afwezig zijn, i^'1 geeft den heec Knobel in overweging <jE voorstel in te dienen als de Kamer we 1 bijeen is. De heer Knobel handhaaft zijn voo stel. (Groot rumoer.) De heer Nolens (R.K.) markt cp, d vaak bij het houden van appèl nomina personen afwezig zijn die behandeling urgente voorstellen bepleiten. Zeker is d voorstel urgent, maar er is urgentie i urgentie. Laat ons de lijst der werk zaai de heden thans niet gaan uitbreiden. II hu voorstel is inopportuun. Laat de h«m; Knribel met zijn voorstel wachten tot vDi weer bijeenkomen. De heer K n o b e 1 zegt, dat het wetfce voorstel meer dan een jaar oud is handhaaft zijn, voorstel. De heer Schaper begrijpt niets va 1 de koppigheid van den heer Knobel. lal! zijn voor Indië veel gewichtiger zaken he doen. Wij kunnen voor dergelijke dlingc nu incet bij elkaar blijven. Dergelijke uj gent'iezaken zijn er bij bosjes Laai 6 heer Knobel zijn voorstel intrekken. H<B. leidt slechts tot obstructie. ge De heer He er es (U.L.) zegt, dat tW ontweip van zoo ingrijpend belang is, 4 wij thans voor grondige behandeling g« tijd zouden hebben. De Voorzitter erkent, dat dlit vet p' steil urgent is, maar richt tot den hec Knobel het zeer beleefd verzoek daarom thans geen stemming uit te lokken. De heer Knobel kan tot zijn hieraan niet voldioen. De heer Nolens zal tegen ddt voorstel jj, stemmen, omdat hei nt'ei het ciogenbk'lk i thans een dergelijk voorstel in steimminj te brengen. De Voorzitter merikt nog op, de heer Knobel binnenkort zijn voorste aal kunnen herhalen. Het ontwerp betrel fende de voorziening van levensmiddels is zoo urgent, dat de Kamer den MLnisti heeft te kennen gegeven daarvoor n< bijeengeroepen te willen worden. Dit geschieden op zijn laatst Dinsdag over week, en op zijn vroegst Donderdag i als 't eindverslag tijdig gereed is. K; de heer Knobel goedvinden, dat de stern-i ming over zijn -voorstel wordt uitgestefi tot den eersten dag, dat wij weder bi jee: zijn? De heer Knobel geieft er de voorkeui aan, dat heden over zijn voorstel ba Het voorstefl-Knobel komt in steimnimg.r 43 Teden verklaren zich er tegen, 6 er voor| aoodat het vere&soht aantal leden nieiT aanwezig blijkt. De vergadering wordt verdaagd tot na-I dere bijeemroepdng. SPORT. ATHLETIEK. Demonstraties in lichaamsoefeningen. F Door den eidbovcihebber is gelast,| dat op 7, 8 en 9 September op hét Sport-J terrein Hioutnust te 's-Gravenhoge do ploegen van de verschillende troepen-on-P derdeelen van ons Leger demonstraties inL lichaamsoefeningen zullen worden gehou-t den. Dei demorwstroerende ploeg moet, naaiT •kéuze, oefeningen uitvoerenbehoorenddL tot élk der volgende groepen: Gaan en loopen, werpen, evenwichts-L oefeningen, springen, hiindernlisloop, staal-jj o-f vrije oefeningen, klimmen. Den leibders van de winnende ploegen! wordt eten medaille, den deelnemers bot (hoor en die tot die ploegen een herinnaf ringsmedadlle of getuigschrift toegekend, j Verder zullen op dliie dagen individueel® wedstrijden worden gehouden voor offi cieren en onderofficieren der beredeoL wapens. Het programma hiervan luidt: h 1. Jachtjparcours voor officieren en con-f; cours voor het best gaande dienstpaard;! 2. Idem voor onderofficieren. In <le bedoeling ligt het in overweging! te nemen om de dagen, waarop die demon-Ij strati es en individuéeCe wedstrijden i«. uitvoering komen -mede muziek- en zanfll uitvoeringen te doen houden, een msditodrfll taptoe Te orgoniseeren enz. STADSNIEUWS. Musis". Na odk al van de mobilisatie geleden W hébben, zelfs zoo, dat er bijna geen teeke nen van leven werdlen gegeven, is „Mu* slis" isteravond weer in volle kracht her rezen. De zomer-ooncerten Webben een aanvang genomen met een pnacht-programma vaa „het vierde" ondelr leiding van den be kwamen dirigent, dien heer G. Dik. Jammer, dat er buiten de hekken meet belangstellenden waren, dan in den heer lijken tuin van „Musiisi", waar 't zoo'n zomeravond al was 't gisteren nog wal fttoobt een genotvojt zitje is..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 2