Opgebrachte schepen.
Bij de firma De Zeeuw en Van Raalte te
^VliatairdÜogen "is bericht onttvangep, idat
baar logger VL 121 „Friesland" sedert 6
dezer te Peterhead ïs opgebracht. Tot nu
toe wist men slechts van opbrenging naar
Leorwüch en Kirkwall.
Nederlandfiche schoener
naar Swine mu n d e opge
bracht.
Volgens een te IJjnuiden ontvangen par
ticulier bericht is de te Groningen thuisbe-
hoorende gaffelschoener „Vaderland", ka
pitein J. Klugkist, 4 Juli van IJmuiden
met een lading ijzer naar Gefle vertrokken
door een Duitsch marine-vaartuig naar
Swinemunde opgebracht.
Nadat door de Duitse he autoriteiten de
de scheepspapieren waren onderzocht en
alles in orde werd bevonden, kreeg de ge
zagvoerder toestemming de reis naar Zwe
den voort te zetten.
Geïnterneerde! Dud'tSchera
en Oostenrijkere.
Men schrijft urit Vliseangen:
Woensdagavond kwamen met de n aïl-
boot „Koningin Wilhelm in a", die eerst te
kwart over acht arriveerde, onder meer
40 geïnterneerden, voor het meerendeel
Duitschers, maar ook enkele Oostenrijkers,
mede. De mannen konden niet meer dror-
xdizen, en daar zij bijna allen zonder mid
delen van bestaan waren, werden ij on
dergebracht in de vluchtedingenloods op
het haventerrein, na eerst verversohingen
te hebben ontvangen. Zij vertrokken he
denmorgen met den trein van 7.20.
Een ontmoeting ter zee.
Schipper J. Vimlk, van-den h-aringlog*
geu- „Vijf Gebroeders" KW 97, heeft bij
aankomst te IJmuiden verslag gedaan van
een belangwekkende ontmoeting ter zee.
Wij waren, zoo deelde hij ongeveer mede,
den llen Juli des avonds tegen half acht
vdsschende op 57,8 Noorderbreedte en 1,40
Oosterlengte, toen wij drie Engelsche trei-
lers in onze nabijheid kregen, die visschen-
de waren in Oostelijke richting. Toén deze
Zich te 8 uur op ongeveer 9 mijlen Zuid
oost van ons bevonden, hoorden we eens
klaps schieten uit het Zuidoosten en za
gen we drie duikbooten op de treilers, die
inmiddels van koers veranderden, jacht
maken en onophoudelijk op de treilers
jschieten. Te onzer beveiliging kapten we,
evenals drie andere visschende loggers
onzen reep, om uit het gevaarlijke terrein
te komen. Het zal omstreeks na achten ge
weest zijn, dat we een der treilers in brand
zagen schieten. De duikboot, die dit werk
verricht had, veranderde daarop van koers
om de twee andere treilers te achtervolgen.
Op eenigen afstand zagen we een Scheve-
ninger logger langszijde van den dn brand
geschoten treiler zeilen, om te trachten de
bemanning te redden. Te ruim half negen
waren we getuigen van het in den grond
schieten der beide andere treiters. Inmid
dels was de duisternis ingevallen en kon
den we niets meer gewaar worden. - Den
volgenden morgen was ons eerste werk na
tuurlijk de gekapte vleet weder op te vis-
echen. Terwijl we daarmede bezig waren,
werden we gepraaid door een Schevening-
eche logger, wiens naam en merken ons
ontgaan zijn, die ons' het volgende mede
deelde: De ScheA eningsche logger,
die den brandenden treiil ei" was
genaderd, had inderdaad elf opv a-rem
den gered, waarvan een der opvarenden
gedood was en overboord geraakt. De log
ger had zich met de elf' geredden naar
Aberdeen begeven en nog gemeld, dat zij
een scheepsboot vol water hadden zien
drijven, doch zonder bemanning er in. Wij
vischten eenigen tijd later een scheeps
boot zonder naam of merken op. In deze
boot bevond zich een groot gat, dat er
naar onze meening opzettelijk in «was ge
hakt, cm de boot vol water te laten loopen.
In de zijde van de boot waren verschillen
de gaten, daarin geschoten, en wij von
den er nog een patroon in, dien wij over
boord gegooid hebben. Een stukje metasJl
en oen ledige huls, mede in de boot aan
getroffen, hebben wij medegenomen en
aan de militaire autoriteit afgedragen. La
ter op den dag zagen wij nog een vol wa
ter staande scheepsboot drijven, eveneens
onbemand, zoodat wij vermoeden, dat deze
twee booten herkomstig waren van de twee
in den grond geboorde treilers. Van de be
manningen hebben wij echter geen spoor
meer gezien. Wij hebben nog getracht de
scheepsboot waarin wij de voorworpen
hadden gevonden, te bergen, doch hebben
haar op f 55,10 N.B. en 2,40 O.L. verspeeld.
Daen dag passeerde ons nog des avonds
omstreeks negen uur een eskader oorlogs
schepen, waarvan wij de nationaliteit niet
konden vaststellen. Wij waren allen zeer
onder den indruk van het gebeurde.
De nieuwe afgevaardigde van Almelo.
Aan de „Twentsche Courant" ontleenen
wij de volgende levensschets van den aan
staanden nieuwe afgevaardigde:
„De heer A. H. J. Engels werd geboren
uit een Enschedesche arbeidersfamilie in
't jaar 1869 en is dus thans 47 jaar oud.
Als jongen reeds ging hij de fabriek bin
nen, waar hij, gelijk de heer Ros uit
Wierden het in een ingezonden siuk in
dit blad uitdrukte, „25 jaar achter de ge
touwen stond" en waar hij aan den lijve
voelde de waarheid van Dr. Schaepman's
woord, dat er „mateloos gezondigd .werd
.tegen den werkman." Maar zooals het bij
oor-krachtige naturen meer gaat, groeide
ile talentvolle jonge Tukker naar lichaam
«ai geest tegen de verdrukking in, werd hij
de man, Engels „die zooals Gei'ard
Brom in de „Nieuwe Kruistocht" zegt
met zijn friach gezicht de versche kracht
^an ons Roomsche ras bewijst en met zijn
*elfontwikkeling door veel lijden heen een
groote toekomst aan onze reserve belooft."
Ijverig nam d jonge Engels deel aan het
jppluikende sociale teven in Twente; hij be
hoorde ook met de heeren Probst en Plat
voet W>t de eerstén, die de vaan der matig
heid verhieven en op hem en den heer
{Winkels viel in 1893 de keuze, toep men
Leo Xli} bii diens gouden bisschopsfeesf
persoonlijk den dank der werklieden wilde
brengen voor het uitvaardigen der Ency
cliek Rerum Novarum. In 1905 zaen we den
intelligenten Katholieken arbeider bijna
den Tweeden Kamerzetel voor Enschede
veroveren, maar hi} moet ten slotte wijken
voor een socialistischen „kapitalist."
Hetzelfde jaar 1905 wordt een keerpunt
in Engels' leven: hij wordt ambtenaar aan
het Bureau voor K. S. A. te Leiden. Daar,
in Holland, levend in een millieu van meer
verfijnder beschaving, van levendiger en
opgewekter omgang, van menschen onder
ling, bleef hij toch de ronde Twentenaar,
die „een kat een kat" dorst noemen".
Van groote beteekenis voor zijn ontwik
keling sinds 1905 is ongetwijfeld mr. Aal
berse geweest en wie hem te Denekamp of
Ootmarsum gehoord heeft, die heeft kim
nen opmerken, hoe de leerling van zijn
grooten meester geleerd heeft door te drin
gen tot in de diepte van het behandelde
onderwerp en hoe hij la mr. Aalberse
met enkele lijnen den diepen ondergrond
der hedendaagse he maatschappelijke ver
schijnselen weet te schetsen.
Het district Almelo was immer tevreden
over de katholieke politiek, door mr. Aal
berse gevolgd en het zal 't# ongetwijfeld
ook zijn over die van zijn leerling, den
kloeken zoon van Twentes."
De „N. Tilburgsche Courant" voegt hier
aan toe:
Nadat wijlen de heer Passtoors aan de
katholieke staatspartij is ontvallen, ont
brak in de katholieke Kamerclub het ele
ment, dat meer onmiddellijk aan de ar-
fceidersweréld vast 3at. De heer Engels
zal nu die open plaats ga.&n vullen en in
zoover zal hij nu nog meer een opvolger
Ivan Passtoors dan van Aalberse zijn.
Want Aalberse was behalve democraat en
wat hij nog meer is een intellectueel en om
die figuur te vervangen zal. weer naar an
dere wij zeggen niet: betere kwalitei
ten moeten worden omgezien.
Z. D. H. de Aartsbisschop bij de
militairen.
Uit Ede wordt aan „De Tijd" gemeld:
Woensdag heeft Mgr. H. van de Wete
ring, ^arlshissdhqp van Utrecht, een
bezoek gebracht aan de R. K. militairen
van het garnizoen Ede. Monseigneur had
in den voormiddag het H. Vormsel! toege
diend' in het Belgische vluchtelingen
kamp en kwaim omstreeks één uur in den
middag per auto in gezelschap van een
der secretarissen van het Aartsbisdom en
majoor Padberg, aalmoezenier der 2de
divisie, bij de bouten hulpkerk aian.
Monseigneur schreed tusschen de „en
haie" opgestelde 'R. K. kinderen van Éde
door naar het geheel met officieren -en
soldaten gevulde kerkgebouw, terwijl de
militaire muziek het „Wilhelmus" speel
de. In de kerk zong het soldaterkoor het
vier-stemmig „Ecce Sacerdos" van Thie-
len. Nadat de Aartsbisschop eenige
oogenblikken voor het versierde altaar in
gebed had- doorgebracht, hield Z. D. H.
tot de verzamelde soldaten een korte toe
spraak. Het flls Mgr. bekend, dat de geest
onder de R. K. militairen van Ede zoo
bijzonder goed is, dank zij vooral de af-
deeling van „Credo Pugno". Wij begrij
pen, zoo vervolgde Mgr., dat deze ernstige
tijden van u allen groote offers vragen;
weet echter, dat Nederland dat ten zeerste
lp u waardeert. Mgr. verheugt zich er
over, te mogen getuigen, dat de Katholie
ken in deze offervaardagfhedd als voorbeeld
mogen gesteld worden. En toch is het niet
te verwonderen, dat onze blijmoedigheid
groot blijft, waar onze godsdienst zulke
groote kir acht bezit om offers te brengen,
waar wij leven met het hooge beginsel,
dat wij alles doen ter liefde Gods. Wan
neer wij met ijver onze plichten vervullen
ten onzachte van God en onzen godsdienst,
dan ontbreekt het ons evenmin aan
piidhitsbewustzijn a7s militair tegenover
het vaderland, wetend, diat allen, die als
overheid boven ons zijn gesteld', door God
zijn aangesteld1 en aam Hem hun macht
ontleenen. Steeds moeten we daarom voor
oogen houden de waag: wat of wien die
nen we? En dan luidt steeds het antwoord:
op de eerste plaats God en daarnaast het
vaderland. Door onzen godsdienst zal ons
die dienstbaarhei-d niet zwaar vallen, om
dat deze ons de krachten schenkt, om of
fers te brengen voor God en vaderland'.
Ten slotte wees Mgr. o(p de groote ge
varen, wélke, deze tijden ook voor onze
aïel meebrengen en sipoorde aan toet alle
kracht tegen den duivel en de ondeugd te
strijden, opdat aldus de diensttijd voor
het vaderland aal worden een tijd van
groote verdiensten tegenover God.
De woorden van Monseigneur maakten
op allen diepen indruk. Het soktatenkoor
bracht vervolgens ten géhoore een vier
stemmig Dome me sativum fac pontificem
nostrum", een variatie op het vierstem
mige „Domine salvum fac reginam" van
Giesen.
Nadat ten glotte het üed „Aan U, o Ko
ning der Eeuwen" was gezongen, gaf
Monseigneur den zegen en verliet het
kerkgebouw.
Z. D. H. bezichtigde nog de houten can-
tine„ waar verschillende officieren wer
den voorgesteld. Na de soldaten, die zich
dn een wijden boog om de cantine hadden
opgesteld, te hebben gegroet, vertrok Mgr.
Van de Wetering per auto naar de woning
van dan aalmoezenier, pastoor Padberg,
om daarna naar Utrecht terug te keerem.
De Bredasche gemeenteraad.
Men schrijft uit Breda aan „De Tijd":
Naar aanleiding van de tendentieuze
berichten in sommige bladen over het be
danken van raadsleden te Breda, is het o.i.
noodig de feiten eens in een juist licht te
6telten.
't Is nu eenige jaren geleden, dat de R.K.
Kiesvereeniging „Recht en Orde", te Bre
da, besloot aan voorloopige candidaten
voor te leggen de vraag Stelt gij U in
zake gemeentepolitiek al dan niet op prin
cipieel katholiek standpunt?" Slechts zij,
die deze vraag bevestigend beantwoordden,
konden op de groslijst geplaatst worden.
„Recht en Orde" wat tot dit besluit ge
komen, omdat hei meermalen was voorge
komen, dat raadsleden, die als katholiek
gekozen waren, zich in begineelquaesties
vaak ontpopten als gewone liberalen.
Iemand, die niet van z'n verstand be
roofd ie, kan in 't stellen van deze vraag
door een katholieke klesvereeniiging niets
overdrevens zien. Liberalen of socialisten
zullen toch ook wel eenige waarborgen
omtrent hun voorloopige candidaten moe
ten hebben?
Toch was 't stelten van deze simpele
vraag genoeg om een feilen strijd te doen
ontbranden. De onafhankelijken of libe
raal-Katholieken, dapper gesteund door li
beralen en socialisten^ of eigenlijk door
dezen op sleeptouw* genomen, zouden de
pairtij van „Recht en Orde" wel eens even
tjes „morets" leer en. 't Was immers onge
hoord, dat een katholieke kiesvereeniging
naar iemands beginselen ging vragen.
Bovendien de onafhankelijken, dn vereeni-
ging met de liberalen en socialisten, zij
zouden wel zorgen voor waardige paladij
nen der katholieke zaakl De heele vragen-
stellerij beoogde immers mets anders dan
de candidaten aan den leiband (van de
pastoors natuurlijk!) te leggenl
Zooals gezegd, een felle strijd ontbrand
de en inderdaad kwam „Recht en Orde"
voor groote moeilijkheden te staan. De
grootste moeilijkheid ondervond zij bij pe
riodieke verkiezingen, n.l. om dan men
schen te vinden, die zich wilden laten can-
dideeren tegenover aftredende Katholieken
welke beslist een beginselverklaring wei
gerden af te leggen.
Maar „Recht en Orde" hield voet bij
stuk. Het liet zich niet door het Indian en -
gehuil, dat aan de overzijde werd aangehe
ven, van de wijs brengen en de resultaten
bleven dan ook niet uit.
„Recht en Orde", dat bij 't begin van
den strijd slechts een 150 leden telde, zag
dit aantal stijgen tot bijna 600, een bewijs
dat de sympathieën ervoor sterk toenemen.
Het aantal principieele Katholieken, dat
naar den gemeenteraad werd afgevaardigd
steeg bij iedere verkiezing, totdat nu eeni
ge weken geleden de meerderheid van
links overging naar rechts.
Maar wat zagen we nu met 't toenemen
van 't aantal principieel-Katholieken in
den raad gebeuren? Hoe meer de tegen
partij zich de grond voelde ontzinken, hoe
feller en grover zij werd. 't Was of zij,
haar naderend einde bewust, in haar dood
strijd nog trachtte te vernietigen, wat voor
geen vernietiging vatbaar was.
En ziedaar nu, hoe men 't ook verbloe
men moge, de diepere oorzaak van 't heen
gaan van 't grootste deel der linksche
raadsfractie, n.l. dat de beginselloosheid
het onderspit gedolven heeft tegenover het
beginsel. Niets meer, niets minder.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Postwet— Bieraccijns.
Aan de orde was eerst de stemming over
artikel 3 van het Wetsontwerp tot Wijzi
ging en Aanvulling van de artikelen 35 en
19 van de Wet tot Regeling der Brieven-
posterij (verhoogd tarief voor postquitan-
ties.) Het artikel werd aangenomen met
38 tegen 17 stemmen. Het wetsontwerp
werd vervolgens zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Daarna kwam aan de orde het wetsont
werp tot verhooging van den accijns op
bier en herziening der wettelijke bepalin
gen omtrent dien accijns.
Op voorstel van den Voorzitter
wordt besloten de algemeene beraadsla
gingen over dit wetsontwerp tegelijk te
houden met die over het volgende wets
ontwerp tot verhooging van het invoer
recht op bier en afschaffing van dat op
azijn.
De heer De Wijker slooth (R. K.)
betoogt, dat bij de samenstelling van het
wetsontwerp een fiscale geest naar voren
is gekomen. De fiscus heeft zich te richten
naar de industrie, en niet de industrie
heeft zich naar den fiscus te richten. Be
langhebbenden zijn bij de samenstelling
van het ontwerp niet gehoord, en de ge
gevens, welke den minister ten dienste
stonden, waren hoogst gebrekkig en on
voldoende.
'3pr. zal zich neerleggen bij het z. i.
verkeerde stelsel van heffing, maar komt
beslist op tegen het tarief van de heffing.
Hij becijfert, dat de consument 2£ cejüt
per liter meer zal moeten betalen voor
zwaar bier en l1/, cent meer voor licht bier,
en dit laatste acht hij veel te hoog.
De heer Janssen (R. K., Maastricht)
sluit zich bij dit betoog aan. Hij acht de
verhooging van de belasting te zwaar,
vooral voor de kleine brouwerijen, aan
welke de verhooging van hete invoerrecht
voor buitenlandsche bieren niet ten goede
zal komen.
Ook heeft hij bedenkingen tegen het
stelsel van accijnsheffing.
De heer TerLaan (S D. A. P.) is te
gen deze accijnsverhooging, die z. i. het
jeneververbraik in de hand zal' werken.
Ook moet er naar zijn meening niet zoo
veel uit de accijnzen, worden gehaald.
Maar het stelsel van het ontwerp acht hij
veel beter dan het bestaande.
De heer Van Raalte (U-L.) ie geen
bewonderaar van het voorstel, doch wil het
aanvaarden, omdat er geld noodig is.
De minister van financiën
betoogt, dat het bier slechts li ct. per liter
duurder zal worden; de vrees van ven-min
dering van biergebruik en toeneming van
jenevergebruik acht hij ongegrond. De
kleine industrie zal niet worden belet. Èr
is thans slechts één brouwerij in ons land,
die te klein zal zijn.
De bedoeling van den Monaster is om
het bierbrouwen thuds tegen te gaan.
Ooik de bepialiing omtrent de ligging is
geen nieuwigheid. Zij komt ook voor in de
Wet op den Suikeraccijns. De bedoehng
is, dat de dtsous niet bij den neus zal
worden genomen door fabriekanten.
.Werd echter heit aniepdeanent-De Wyc-
keorsloölh aangenomen, dian zou de Minis'-
fcer dit betreuren, omdat hem daardoor
een zeker bedrag aan accijns ontgaan
San. Tegen .het systeem der wet is door
de kleine brouwerijen geen bezwaar ge
opperd, al zagen zij liever het afgewerkte
iproduct bol'ast. Zij achtten in elk geval
het thans voorgestelde een vooruitgang.
De Minister kan ook niet toegeven, dat
h'et systeem zoo moeilijk uitvoerbaar zou
zijn. Het meten van den inhoud van een
bierketel is geen heksenwerk, het is aan
onze karnmieziciD best toevertrouwd, en
contróle op de opnemingen met den sac-
charismeter kan worden geopend in het
laboratorium van het Ministerie van
Financiën, waarheen proeven van het
mout kunnen worden opgezonden.
Een heffing naar het eindproduct zou
bij den fiscus overwegend bezwaar ent-
moeten, omdiat die verschillende brouwe
rijen verschillende soorten van "bier uit
voeren, en het niet zou aangaan alle bier
vaten te onderzoeken zonder den inhoud
daarvan te bederven.
En thans het tarief. Het is niet juist,
dat het bedrag wordt vervier- of vervijf
voudigd. Dit géldt alleen voor de zeer
groote brouwerijien, want de kleine brou
werijen halen uit 100 Kg. mout geen' 28
H.L. „wort". De kleine brouwerijen balen
er maai' 17 H.L. uit. Voor deze wordt de
heffitng slechts verdrievoudigd. Er is dus
geen aanleiding voor die kleine brouwe
rijen om over benadeeüng te klagen.
Naar- evenredigheid werd vroeger het
lichte- bi-er ook zwaarder balast dan thans,
maar het amendement wil in de bevoor
rechting van het lichte bier og eerder
gaan dan die regeering. De heer de Wij
kerslooth stelde het vioor, alsof de groote
brouwerijen toch meer bevoordeeld wer
den dan de kleine door het invoerrecht,
maar voor -de lichte bieren zal de protec
tie stijgen van f2.18 tot f3.70, voor de
zware slechts van f 1.50 tot f 1.60. Er be
staat geen gevaar, dat de groote trouwe
rijen den accijns van het lichte bier op
het ©ware zullen gaan afwentelen. De
concurrentie zal haar dit wel onmogelijk
maJken.
De afschaffing van den accijns ten slot
te is in het belang der minder gegoeden
en van verschillende industrieën.
De^ hebren De Wijkerslooth en
Janssen (Maastricht) repllceeren,
waarna de algemeene beraadslagingen
worden gesloten.
O.p art. 1 licht de heer Bongaerts
(R.K.) een amendement toe, strekkende
om den te heffen accijns progressief te
maken, ten einde daardoor de ongelijk
heid van druk op te heffen, wélke vol
gens hem uit de voorgestelde heffing voor
de verschillende brouwerijen voortvloeit.
Spreker betibogt, dat door de voorgestelde
veihoogdng van den laocijns van 1 tot 4 de
kleine brouwerijen giroot nadeel zulten
'lijden.
De bedoeling van het amendement nu
is, op te komen voor deze kleine brouwe
rijen, dliie op het platteland een groote fac
tor zijn voor de economische ontwikkeling
van de streek.
De heer De Wijkerslooth verwijst,
ter verdediging van zijn amendement om
den accijns op het volksbier te verlagen,
naar de algemeene beschouwingen.
De Minister meent, dat hier nog
altijd misverstand- bestaat. Er wordt hier
geheven niet naai' de hoeiveeih/iekl bier,
maar naar de hoeveelheid extract, die in
het bier zit.
Wat het amendement-Bongaerts aan
gaat, voor een bevoorrechting van de
klein-industrie bestaat geeln aanleiding.
Doordat het bier een cent duurder woTdt,
zal het jeneververbruik niet stijgen. Dit
gaat geregeld sterk achteruit, ook in -de
zen crisistijd.
Wat het amendement-De Wijkerslooth
aangaat, daardoor zou een groote bron
van fraude geopend worden. Men zou dan
bier gaan brouwen op het kantje, van de
limiet, men giing het dan frauduleus ver
zwaren, voerde hot uit en vroeg aan den
fiscus restitutie van den accijns op den
voet van het zware hier.
De heer Ter Laan (S.D.A.P.) betoogt
nog, dat het amendement-Bongaerts een
nieuw beginsel,de bescherming van het
kleinbedrijf, in onze acciins-wetgeviing zóu
inve-eren.
In dit opzicht ie het amendement niet
voldoende voordacht. Bovendien gaat het
amendement tegen de economische ont
wikkeling van het kleinbedrijf. Spr. zou
het overigens volstrekt niet erg vinden,
als in menig dorp dn Limburg de brouwe-
xij verdween. Tegen het amendement-De
Wijkerslooth heeft spr. niet dezelfde be-
denkingen. Dit amendement gaat jn spre
kers richting.
De heer Ketelaar (V.D.): En dat ils
zoo'n smokkelamendement.
De heer Ter Laan: Gok volgens de
geldende bierwet kan men daar accijns
ontduiken. Maar dit wetsontwerp bracht
daartegen bepalingen, waaihij de aanwe
zigheid van suikerhoudende stoffen in de
brouwerijen verboden wordt.
De heer Bongaerts repliceert. Dank
zij de drankbestrijding in Limburg behoo-
ren toestanden als hier door den heer Ter
laan geschetst, thans tot de hooge uit
zonderingen. a
De «heer Van Raalte (U.L) deelt
mede, dat twee van de drie aanwezige le
den der commi'jssie van rapporteurs tegen
bede amendementen zijn.
De Minister dupliceert.
Het amendement-De Wijikensüoofh zou
45 procent .van de opbrengst, die op 3,8
miLlioen geraamd is, doen te ïoor gaan.
Het amendement-Bongaerts, progressie
ve heffing, wordt verworpen met 36
tegen 16 stemmen.
Het amendement-De Wijklerslooth (om
den accijns te laten bedragen 30 cents peir
hectalitergraad van geen grooter dichtheid
dan 1.02) wordt verworpen met 40
tegen 12 stemmen.
Artt. 18 -worden aangenomen z. h. s.
Bij art. 9 veolkEaart de Minister over te
nemen het amendement-De Wijkerslooth
oen die ged-keiuring door den Minister van
de ligging van een brouwerij te doen ver
vallen, in de hoop dat de inymwess de^l*
;«T:
van geen misbruik' zullen mafc»ri
Het wetsontwerp word' gehêrt 1
met 33 tegen 19 stemmen!lieden de
ren Gerhard, Eerdmans, Ter Laan (f ^al
terdam), Nolens, Sauries, Groenende Dij<
Bongaerts, Janssen (Maastricht), Sc
per, Fleékems, Heeres, Duye, Ter La
(Dn Haag), Van den Tempel, Lieftinck,
Wijkerslooth, Fruytier, Mendels en
Het wetsontwerp tot verhoogr.ng van ^ier
invoerrecht op bier en aifischaffing van
op wijn, wordt aangenomen zonden- hc
delijke stemming. i
aff
Regeling van werkzaamheden, ces
De Voorzatter geeft in de eer
plaats het woord aan den heer K n o b
ten einde een voorstel te doen omtrent
regeling van werkzaamheden in de eeiTai
volgende bijeenkomst der Kamer. eP
De heer Knobel (V.L.) bepleit i rr
brengen van het wetsontwerp tot irist'v
ling van een kolonialen raad op de
da, alls de Kamer in het laatst van Juh
in 't begin van Augustus weder bi jet *'a
komt, en doet daartoe met do h'eeren
Meester en Fock het voorstel.
De Voorzitter merkt op, dat va
de drie voorstellers twoe afwezig zijn, i^'1
geeft den heec Knobel in overweging <jE
voorstel in te dienen als de Kamer we 1
bijeen is.
De heer Knobel handhaaft zijn voo
stel. (Groot rumoer.)
De heer Nolens (R.K.) markt cp, d
vaak bij het houden van appèl nomina
personen afwezig zijn die behandeling
urgente voorstellen bepleiten. Zeker is d
voorstel urgent, maar er is urgentie i
urgentie. Laat ons de lijst der werk zaai de
heden thans niet gaan uitbreiden. II hu
voorstel is inopportuun. Laat de h«m;
Knribel met zijn voorstel wachten tot vDi
weer bijeenkomen.
De heer K n o b e 1 zegt, dat het wetfce
voorstel meer dan een jaar oud is
handhaaft zijn, voorstel.
De heer Schaper begrijpt niets va 1
de koppigheid van den heer Knobel. lal!
zijn voor Indië veel gewichtiger zaken he
doen. Wij kunnen voor dergelijke dlingc
nu incet bij elkaar blijven. Dergelijke uj
gent'iezaken zijn er bij bosjes Laai 6
heer Knobel zijn voorstel intrekken. H<B.
leidt slechts tot obstructie. ge
De heer He er es (U.L.) zegt, dat tW
ontweip van zoo ingrijpend belang is, 4
wij thans voor grondige behandeling g«
tijd zouden hebben.
De Voorzitter erkent, dat dlit vet p'
steil urgent is, maar richt tot den hec
Knobel het zeer beleefd verzoek daarom
thans geen stemming uit te lokken.
De heer Knobel kan tot zijn
hieraan niet voldioen.
De heer Nolens zal tegen ddt voorstel jj,
stemmen, omdat hei nt'ei het ciogenbk'lk i
thans een dergelijk voorstel in steimminj
te brengen.
De Voorzitter merikt nog op,
de heer Knobel binnenkort zijn voorste
aal kunnen herhalen. Het ontwerp betrel
fende de voorziening van levensmiddels
is zoo urgent, dat de Kamer den MLnisti
heeft te kennen gegeven daarvoor n<
bijeengeroepen te willen worden. Dit
geschieden op zijn laatst Dinsdag over
week, en op zijn vroegst Donderdag i
als 't eindverslag tijdig gereed is. K;
de heer Knobel goedvinden, dat de stern-i
ming over zijn -voorstel wordt uitgestefi
tot den eersten dag, dat wij weder bi jee:
zijn?
De heer Knobel geieft er de voorkeui
aan, dat heden over zijn voorstel
ba
Het voorstefl-Knobel komt in steimnimg.r
43 Teden verklaren zich er tegen, 6 er voor|
aoodat het vere&soht aantal leden nieiT
aanwezig blijkt.
De vergadering wordt verdaagd tot na-I
dere bijeemroepdng.
SPORT.
ATHLETIEK.
Demonstraties in lichaamsoefeningen. F
Door den eidbovcihebber is gelast,|
dat op 7, 8 en 9 September op hét Sport-J
terrein Hioutnust te 's-Gravenhoge do
ploegen van de verschillende troepen-on-P
derdeelen van ons Leger demonstraties inL
lichaamsoefeningen zullen worden gehou-t
den. Dei demorwstroerende ploeg moet, naaiT
•kéuze, oefeningen uitvoerenbehoorenddL
tot élk der volgende groepen:
Gaan en loopen, werpen, evenwichts-L
oefeningen, springen, hiindernlisloop, staal-jj
o-f vrije oefeningen, klimmen.
Den leibders van de winnende ploegen!
wordt eten medaille, den deelnemers bot
(hoor en die tot die ploegen een herinnaf
ringsmedadlle of getuigschrift toegekend, j
Verder zullen op dliie dagen individueel®
wedstrijden worden gehouden voor offi
cieren en onderofficieren der beredeoL
wapens. Het programma hiervan luidt: h
1. Jachtjparcours voor officieren en con-f;
cours voor het best gaande dienstpaard;!
2. Idem voor onderofficieren.
In <le bedoeling ligt het in overweging!
te nemen om de dagen, waarop die demon-Ij
strati es en individuéeCe wedstrijden i«.
uitvoering komen -mede muziek- en zanfll
uitvoeringen te doen houden, een msditodrfll
taptoe Te orgoniseeren enz.
STADSNIEUWS.
Musis".
Na odk al van de mobilisatie geleden W
hébben, zelfs zoo, dat er bijna geen teeke
nen van leven werdlen gegeven, is „Mu*
slis" isteravond weer in volle kracht her
rezen.
De zomer-ooncerten Webben een aanvang
genomen met een pnacht-programma vaa
„het vierde" ondelr leiding van den be
kwamen dirigent, dien heer G. Dik.
Jammer, dat er buiten de hekken meet
belangstellenden waren, dan in den heer
lijken tuin van „Musiisi", waar 't zoo'n
zomeravond al was 't gisteren nog wal
fttoobt een genotvojt zitje is..