kwam met den sehriR vrij. ue nein' iiai
door het gébeuwde 20 nidnuteoi vertra
ging.
Een aanklacht. De heer E. A. Jurtz
uit Rotterdam heeft een aanklacht inge
diend bij den officier van justitie te Am
sterdam tegen de redactie van „De Cou
rant", welke het portret van den heer
Jurtz had afgedrukt met het onderschrift,
dat de heer Jurtz een Duiteche spion zou
zijn, die pogingen had aangewend om
een der Harwich boo ten in de lucht te
doen springen.
Een goede vangst. Den 17 November
van het vorige jaar vermiste de heer O.
'Bergman, de eigenaar van het café-res
taurant „De Beurs" aan den Wirdumer-
dij'k te Leeuwarden, een bedrag van f270
tot 1300 aan bankpapier uit een geld
kistje. He't bureau, waarin dit kistje was
geplaatst, was echter gesloten. In den
ochtend van den 5en December d.a.v. was
een w-andeGstok met een zaüveren knop
Spoorloos verdwenen, en de9 avonds be
merkte de lieer Bergman, dat zijn bureau
was geforceerd; het was geheel uit de
fctponnmgen gerukt. Er bleek echter niets
ontvreemd.
Zaterdagavond j.l. 12 uur- kwam de
heer Bergman thuis, na inlichtingen aan
den rechtercommissaris te hebben ver-
fcrfirekt in verband met kleinere diefstallen
ten zijnen buiize. Weer bleek hem, dat unt
het kistje f 20 was gestolen, terwijl aan
het bureau niets was te zien. Een electri-
ecthe inrichting, welke op het buaeau was
aangebracht en bij de minste aanraking
Sn werking kemt, had de heer Bergman
uitgeschakeldmet het oog op het versto
len der nachtrust van zijn kinderen, daar
ook hij zelf beillen in werking zou bresi-
gen: wanneer hij zijn bureau zou moeten
gebruiken.
Doch na dezen diefstal werd alles weer
in werking gesteld' en Zondagavond om
streeks half twaalf rinkelden door het ge-
heele pand de bellen. De heer Bergman,
die zich in liet café bevond, snélde naar
zijn bureau. Juist zag hij, dat een per
soon zich uit zijn woning wilde verwijde
ren, doch de heer Bergman pakte den in
dringer hij den kraag en leverde hem aan
den commissaris van politie over, die met
zijn mannen reeds sedert den 18en Novem
ber op den dief had geloerd.
De aangehoudene bleek te zijn "e 24-
jarige J. H.. te Leeuwarden, milicien hij
het regiment grenadiers. Hij was echter
niet in uniform.
Berooving. Iemand, die zich iu het duin
nabij JJmuiden te slapen had gelegd, kwam
later bij de politie aangifte doen dat hij
tijdens zijn slaap beroofd was van een beurs
met geld. Door de recherche werden twee
personen aangehouden, onder verdenking
dezen diefstal te hebben gepleegd en ook nog
schuldig te zijn aan andere misdrijven.
Uit de Pers.
Patroons en arbeiders(ster9)-vakver-
eenigingen.
In hot R.K. Patirooaisblad vul
den wij het volgend duidelijke en heldere
ariókel, hetwelk wij gaarne onder de aan
dacht oneer lezer® brengen.
Mag een "patroon zijn weiiieden belet
ten, d>at zij zich aansluiten bij eene vak-
ivereenitgang?
Wij zouden willen begiinnem met onder
scheid te maken tussdhen de eene vakver-
eemging en de andere.
Het is voor niemand een geheim, dat de
roiet-cJiri'stelijlke vakvereeniging, ook de
zoogenaamd neutrale, een enkele uit
gezonderd zich feitelijk stef.t op het
6tandmnt van den klassestrijd'.
Wie met de sociaal-democraten dat on
maatschappelijk en revolution!) a Lr begin
sel huldigt, ziet in den patroon een vij
and. Hij acht tegenover den „kapitalist"
zoowat alles geoorloofd, wanneer er maar
voordee-len voor den arbeider te behalen
zijn. All.es, wat de posit ie der werklieden
kan verbeteren en versterken, vindt hij
.hem goedkeuring en aanmoediging.
Nu is het wel uit de praktijk gebleken,
dat menig socialist, wanneer het er op.
aankomt, de arbeidvoorwaarden te rege
len, zijn roode theorie niiet al te scherp
„Wat denk je er van?" va^aagt de lui ter
naait fluisterend'.
„Tja leelijke zaak die met da.t
dchot iin de borst raak ik niet an, daar
moet een priester bij, .die is ernstig, 't Is
best mogelijk, dat ze d'r goed afkomt, als
«r geen bloedstorting volgt, en ze voor-
zjLohtig wordt behandeld, 't hart is niet
geraakt. En de ander ja, in gewone
«tmi= tan dagheden lis zoo'n arm niet ernstig,
maar hier, op dien vullen grond is er
altijd infectie mogelijk. EMin, we zullen
uien...."
Allengs komen er meer toeschouwers,
officieren, marechiaussée, nieuwsgierigen,
zoodat het terrein moet worden afgezet.
Een priester komt en diient de zwaarst ge
wonde de heilige Sacramenten toe.
Vele soldaten zijn ontdaan weggeloo-
p<e». nu er niets meer te doen valt.
Even voelt de jonge officier zich onwel
worden: hij leunt tegen een boom en logt
de hand op de oogen, can dat visiioen van
bloed en bleeke gezichten weg te bannen.
Èr stijgt een groote verbittering in hem
op tegen die mensohelijke ellende, le
gen den smokkelhandel, die veroorzaakt,
dat menschen. om een onnoozel pakje
margarine neergeschoten worden, tegen
de jfroote, rijke, de eigenlijke smokke
laars, die veilig en onbekend in alle def
tigheid rondLoopen en deze hun werktui
gen. dié kleine menschjes, voor 0lch laten
bloeden, tegen de wereld, den oorlog, de
Ojobilasatie, tegen zichzelf, zijn geheele
omgeving, tegen alles. Stond niet in de
bogen van zijn soldaten de vraag: ,,Waar-
onj?" Zoo stormt het in hem maai- lang
haam komt het ijeren besef van den plicht
en de hooggaande golven van ontroe
ring worden kleiner, de waterspiegel van
tïjn wor^t weer gla$ en effen.
Ijjet Óen' zucht plcht hij zich' op en geeft
jfaej; enkele bdï&lejp £oq vliegt de lii'i
doorvoert. En prakuah iw nij n-ïet zemen
zaear handelbaar. Maar waarborgen voor
zijne houding in de toekomst heeft men
niet Zijn begihrselen zijn uttiditeutsbegnnse-
len. En komt de dag, waarop hij het nut
tiger en voordeeliger oordeelt, de roode
théorie oawerziwakt te beleven, dan kan
men van hem alle buitensporigheden ver-
wacüiten of althans vaeezen.
En daarom zouden wij een patroon niet
kunnen ontzeggen het recht, om zijn werk-
voG'k de troetreding tot zulk een vereeni-
ging te beletten. Niemand immers kan van
een wei kg ever verlangen, dat hij iemand
in zijn döenst neemt of houdt,- die zich
aansluit bij zijn principieele vijand.en, die
het gemunt hebben op zijn rechten als lei
der en eigenaar der onderneming.
Geheel anders staan de zaken, zoodra
de arbeiders willen aansluiten bij een or
delijke, een katholieken ol christelijke
vakvereeniging.
Voor een bezadigde en dus billijke be
oordeeling dezer zaak, moet niet te veel
aandacht geschonken worden aan moge
lijke fouten, ook door katholieke vakver-
eenigingen begaan, dat men ook van
diit mensoheimveiik geen volmaaktheid
mag eii'sdhen nog .verlangen.
En toch gebeurt dat al te vaak. Spreekt
men met een werkgever, die wegens be
letten der vakvereeniging, overhoop legt
met een gedeelte van zijn personeel, dam
zal hij het theorethisch recht np vereeni-
gfing zijner werklieden niet loochenen,
maar zich beroepen op uitingen, gedra
gingen, optreden der nieuw-georganiseer-
den en daarmede zijne houding trachten
te rech tvaardige n
Wij erkenden reeds, dat zulke fouten
weil eens begaan worden bij riiieuw opge
richte vakvereenigingen of meer intensie
ve propaganda daarvoor. En zeker heeft
niemand het recht, om van een patroon
te edschen, dat hij zicdi aües zal laten wel
gevallen.
Doch evenmin kan hij vorderen, dat
'een vak vereen igilmgsman dé. drom a/llleeh)
tot een volmaaktheid en correctheid stijgt,
welke ook boven ide kracht van den pa
troon zelf gaat.
Laten wij nu eens veronderstellen,
hetgeen trouwens niet onmogelijk is,
dat de arbeiders werkelijk met hun loon,
hun aibeidsduur, de behandeling van do
zijde des werkgevers, volkomen tevreden
waren. En daaibij .aannemen, dat di.'e te
vredenheid alle reden van beis taan had,
dat zij niet te danken was alléén aan het
feit. dat die werklieden, onontwikkeld en
aan een meer dan bescheiden levemsstan-
daaird' gewoon, niet beseften, wat zij mis-
een moesten eai wat aan hun ondeoüroud,
huisvesting enz., ook van hun gezin, ont
brak.
Is daarmede h)un r e. c h t op ivereemir
giing, een .recht, dat door niemand in het
?.bst.ractct wordt geloochend), verval jen?
Aj'Is zij niettegenstaande hunne tevreden
heid met hun lot, van dat recht toch
gebruik willen maken, mag men liet hun
dan ooMÜiouden?
Hoogstens zou men dan kunnen zeggen:
Het is dwaas, d.at mijn personeel zich ver-
eenigt, want zij doen unntéloos, onnoodig
werk. Maar daarbij de gevolgtrekking
maken: dus zal ik met geweld dat onnut
werk verhinderen, dat zou te ver gaan.
Maar odk daar, waar alle® in orde is
en dus geen ontmiddelijke verbeteringen
in de arbeidsvoorwaarden zullen of kun
nen bedongen worden, is toch dc oprich
ting eener vakvei-eeniging nog geen unt-
telcos werk.
Wil men goed z.ien, en dus goed oordeo-
len, dan moet men verder zien dan de
eigen omnicide lij ko omgeving, dan den
vluchtrgen tijd, waarin men leeft.
De vakvereeniging1 heeft een taak van
veel grootere draagwijdte dan het thans
verkrijgen jvan beteire aibeidvoorwaar
den. Mee kan de maatschappij vergelij
ken met een zeilschip, dat, tengevolge van
storm uit liberalen en socialistisch en
hoek, .averij belTiep: misstanden jn de ar
beidsverhoudingen. Natuurlijk moeten de
geslagen gaten onmMdelijk gestopt wer
den. Dat .is bet dagelijksche en onmisba
re werk der vakvereeniging: verbetering
Van Slechte arbeiclsv-oomva ardehMaar.
om.... het was elf uur, toen de schoten
vielen en nu iis het al drie uur 's middags.
Elindelijk komen de brancards.... aan de
overzijde duiken nu ook uniformen op, de
Duitsche officier, commandant van de
grensstrook, verschijnt met eenige onder
geschikten, begroet zijn Hollandschen col
lega, d:ie hem kort meedeelt, wat er ge
beurd is, en toont zich dadelijk bereid tot
alle mgelijke hulp. Daar de beide vrou
wen in BeJgië wonen, moeten zij voorzich
tig naar hare huizen worden gebracht.
Da.t zullen de Duibsche soldaten doen on
der leiding van den Belgischen arts, die
ook ter plaatse is verschenen.
De Duitsche luitenant bekijkt de slacht
offers.
„Ja, ja, das habe ich immer wohl ge
dacht", zegt hij, „die bedden habe ich
schon ©o oft gewaimt die wollten eben
nicht hören..." En hoofdschuddend volgt
hii den dreven stoet.
Langzaam gaan de Hollandsche solda
ten ook naar hun plaatsen terug en kee-
ren de nieuwsgierigen om, ten einde hun
buizen weer te gaan opzoeken.
Dan volgt de lange, vervelende quastié
van onderzoek, getuigenverhoor, enz. enz
Maar langs de grens gaat alle® zijn ge
wone gangetje weer. Alleen schuwen de
militairen eenigs&ins de plek, waar don
kere vlekken in het gras aan het gebeur
de herinneren en '6 nacht durven velen er
niet alleen langs. De soldaat, die de
schoten heeft gelost, ligt dagen lang iri
de riekehinriohtiing met overspannen ze
nuwen.... Maar de grensbewoners smok
kelen den volgenden dag al weer even
goed
„Door de grenswaoh' onder O werden
twee smokkelaars aangeschoten."
Niets bijzonder^, Riet Haar, l§zer? O
neen, Volfiliré^hie^c..-< ^,Hi»l(Lu
net za.i zaaK zijai, net ég^iav end e schip te
brengen in veilige haven, waar het op-
niéuw van een betrouwbaar stuur voor
zien en grondig gekalefaterd worden, ten
einde voortaan nog meer zeewaardig te
zijn en beter den rechten koers te kunnen
houden.,
Naar onze meening moet men hier,
evenals bi} elk ander gebeuren, onderscheid
maken tusschen wezen en bijkomstigheden
der zaak.
Dat de bijkomstigheden, tengevolge van
gebrekkig menschelijk inzicht, al eens ndet
overeenstemmen met billijkheid en recht,
doet aan het wezen der zaak nóets af. Was
dat wel .het geval, men zou alle mensche
lijk ondernemen kunnen afkeuren en te
genhouden. Maar dan beging men zeil de
grootste onbillijkheid.
Dat men zich verzet tegen misgrepen,
bij het tot-stand-brengen eener zaak be
gaan, daartoe heeft men het volste recht.
Maai- het kind met het badwater om te
schudden, dat zou dwaasheid zijn.
De ooizaak, waarom sommiige, overi
gens zeer goed willende patroons, zich ver
zetten tegen de vakvereeniging, zit echter
elders.
Zij kunnen maar niet inzien, waai voor
die vakvereenigiing noodig of wenschelijk
is. Moeilijkheden met hun personeel had
den zij lot dusverre niet. Van ontevreden
heid hij de werklieden, hetzij over de ar
beidsvoorwaarden, hetzij ovei de behande-'
ilng door den patroon, hebben zij nooit iets
gemerkt. Alles ging goed en wrijving was
er niet. Totdat op een zekeren dag de pro
pagandist van een vakbond verscheen en
de rustige menschen kwam warm maken
voor een vakvereeniging, waaraan zij nog
nimmer behoefte gevoelden.
En waarom dient die actie nu? Wat heeft
men daarmee voor? Toch zeker, om veran
dering te brengen, in de arbeidsvoorwaar
den, welke niemand wenschte tc wijzigen.'
Om de vereenigde werklieden te doen op-
oischen medezeggingschap in "zakem, die
steeds tot hun genoegen werden geregeld.
Met andere woorden: om liet werkvolk on
tevreden te maken met een toestand,
waamee zij tot nu toe zich best vereenigen
konden. Als'dat de vrucht moet zijn der
katholieke actie, was het dan niet beter,
dat men de mensehen maar met rust liet?
Inderdaad, zoo wordt er geredeneerd. En
wie zich niet op breeder standpunt weet te
plaatsen, dan dat, waarover de schaduw
valt van den eigen fabrieksschoorsteen, zal
die redeneering bijvallen en afdoende ach
ten.
Wij bedoelen diit: Er is meer tc deen
dan oogenb'bkkelijik betere arbeidsvoor
waarden te bedingen.
Het ligt niet aan om®, en ook niet aan
de sociale voorlichters en voorwerkers,
dat zooveel patroons nog niet tot het in
zicht kwamen, hoezeer de toekomst zal
moe-ten beheers/ebt worden door sanien-
wetrkicng van d'e gezamenlijke, georgani
seerde weilkgevers en arbeiders.
Zoolang die samenwerking er niet i-s,
za'l de toestand ook nooit gezond kunnen
wezen. Zonder haar zullen geen doeltref
fende, afdoende regeringen voor het vak
te maken zijn. Eerst wanneer de produ
cent bij het bepa'en zijner .prijstaiteven,,
bij de doorvoering daarvan, kan rekenen
op de medewerking van den arbeid, niiet
voor een deel, ernaar in zijn geheel, van
alle arbeiders, zal hij zijn onderneming
blijvend Iconend kunnen maken, zal de
al te hardhandige, uitputtende, doodende
concurrentie getemperd kunnen worden.
Er is nog iets andeas cn voornamer®.
Men behoeft toch werkelijk niet als een
ztiener in de toekomst te kunnen schou
wen, om te verstaan, dat wij een maat
schappij tegemoet' snellen, die er heel
anders zal uitzien dan de tegenwoordige.
Gelooft, wat ons betreft, niet aan eene
overwinning der sociaal-democratie, aan
eene ontweldiging der product!emuddelen
ten bate der gemeenschap.
Wees, zoo gij wilt, overtuigd, dat uw
„kinderen en kleinkinderen tot in het zoo-
veelste geslacht" nog eigenaars en be
heerders z-ullen zijn van fabrieken en pro
ductie-middelen, o zeker, ontzaglijk groo-
ter dan de uwe.
Er zal niettemin, om het roode schrik
bewind' te keer en, heel wat strijd en te
genstand noodig zijn. Véél meer dan de
werkgevers euiöen vermogen.
Men zal van de, in katholieke en chris
telijke vatkvereenigkigen opgevoede werk
lieden steun en hulp behoeven. Zij zuilen,
eenmaal door alle patroons erkend als
onmisbare medeweakers, de groote dam
moeten zijn tegen den rooden springvloed.
Wij zijn nog maar in een overgangs
tijdperk. De botsingen tusschen geloovd-
gen en ongeloovlgen zullen menigvuldl-
gOT en heftiger worden, niet slechts op po
litiek, maar ook en vooral op sociaal ter
rain.
Reeds nu moet de, voor sommigen on-
verkGaaibare ijk-er voor de goede vakver-
'eeni't^ng, grootenkLeele ge/weten woi-de
aan -de concurrentie, den edelen wedstrijd
met de soolia al-democraten, met den klas-
senstri jtds-vereenigi ngen
Zal de gelooviige richting iets beduiden.,
aaü zij haar invloed kunnen doen opwe
gen tegen den brutaicn machtswaan der
revolutie-mannen, dan heeft zij hare le
den te werven op- alle plaatsen, ook de
meest afgelegene.
Stel, wij krijgen binnenkort voor de fio-
t'itleike lichamen de evenredige vertegen
woordiging. Zal men ,dan 1n de katholie
ke gewesten, waar geen overwinning van
liberaal of socialist dreigt, maai- waarvan
de «temmen mede gelden, voor andere
provincie? met heftiger strijd den gang
naar. de stembus ontraden ol zelfs maar
on noodig achten?
Zoo is er oc<k alle redeai voor, dat de
katholieke arbeid ei-s daar, waar de ar-
1 ie: fis-voor waadden, hem niet voelbaar
drukken, z.ich toob aansluiten bij een vak
bond, opdat (loco ikiracht en grooter nuacht
verkrijg e daar, waar die macht noodig
moet wonden aangewend.
EiL$oaroari mo§t men vakver-
ai ig jtó
zoo 'dringend noodig, niet nuttefoo® noe
men.
Wij zouden doauhij nog kuilnen wijzem
op vensclwlJehde ppsnitieve voordeelen,
wélke ,de vakvereenigiing, afgezien van de
bestaande anbeddfevoforwaainden, aap den
weakman br'etngéP klam.,
Doch wij meenen te kun nep volstaan
mot er aan te herinneren, dat de wensché-
lijhheèd eener plaatselijke vakven-eenigang
niét béslassend afhangt van plaatselijke
omistan digh edem
Men zie verxlea- en ovei schouwe het
gehëefl.
Zonder onde.rafdeelingen bouwt men
geen leger op. Gok daao-, waar dë vijand
nooit zal bannernvallein, zal men moeten
reicruteeaen.
0ud-mini8ler Talma.
Het Volk schrijft:
„Aan het gpaf van dezen staatsman slaan
de strijders van de moderne arbeidersbe
weging, die zoo vaak en zoo fel met hem
hebben gestreden, en gedenken niet alleen
zijn groote gaven, maar ook zijn sterke
sympathie tniet hun klasse. Want dit was
het karakteristieke van Talma, dat hem
onderscheidde van bijna alle burgerlijke
hervormers, hij zag met ivreugde de ont
waking tot zelfet.andiig gevoelen, deuken
en handelen in de arbeide.rswei eld. Als in
„Patrimonium" de droefenis oan Talma
dieper en feller Is dan om welk ander ver
lies ook, dan is het omdat nieanand de
christelijke aitbeidera dichter bij de demo
cratie heeft gebracht dan hij."
Na deze spontane waardeering gaat het
blad weer op z'n gewone wiize aan het
kleineeren.
„Zijn er, vóór ook hij den verderfelijken
invloed van het Kuyperianisme onderging,
in liet leven van dezen man oogienblikken
geweest, waarin hij zeer dicht was ge-
nadeid tot de ulkenning, da.t in dezen tijd
democratie, die geen soc>aaldemocratie i®,
meei eai meer een voord zonder inhoud
wordt? Zijn politieke leven was een door-
loopende bestrijding van de sociaa'klemo-
eratie. Hij kwam liet Pari een ent binnen
als de overwinnaar van Troelstra in
Tietje ritster ad eel. IJ ij was in 1903 Kuy-
per's meest getrouwe schildknaap. Hij
slingerde tegen de spoorweg>°takers bet
verwijt contractbreuk in de wereld. Hij
deed, om een woord van Troelstra te be
zigen. niets om de tweede staking te
voorkomen, maar alles oon ze te doen
mislukken.
Later, minister geworden, stelde hij te
genover het organisa-tie-leven, in de ar
beiderswei eld gegroeid, 'zijn poging, om
den nieuwen tijd in midden-eeuw schep
vorm te dwingen. Den algemeenen biién-
urendag verwierp hij, tcrwille van zijn
systeem. De regelingen die hij voor ver
schillende afzoaideariijk© bedrijven ont-
wieip, de Steenfliouwerswet, de Stuwa
doorswet, de Bakkerswet, liepen door hun
mixktenei&uAvschen opzet van den aanvang
af, gevaar om te mislukken. Zijn organi
satie van de sociale verzekering, door
Kuyper zelf verloochend aJs een karika
tuur van publiekrechtelijke organisatie
van den Arbeid, dreigt op diit oogenblik
nog voor een gezonde ontwikkeling van
dit uitnemend arbeidersbelang noodlottig
te zullen «worden.
En toch Is heel Nederland overtuigd,
zijn bestrijders niet minder dan zijn ver
dedigers, .dat niemand meer dan Talma
zijn leven gelukkig zou hebben geprezen,
dndLcn hij aan de opkomst, ook in macht,
ook 5n kunnen en willen, der arbeiders
klasse, zichzelf een deel had mogen toe
kennen. Dit leven werd een tragedie, om
dat (het niet wist te breken met het oude,
dat dood is, omdat het, bij alle sympathie
voor het nieuwei, toch het vaste .vertrou
wen, het geloof in de nieuwe levens- en
organisatievormen der aiheidersklasse
miste. Wel tegen de sociaaldemoeratie
heeft Talma den openlijken, grooten strijd
gestreden, maar niet tegen Lobman.... De
knellende band van het christelijk con
servatisme, waarvan (hij zich.niet wist les
te maken, heeft hem verhinderd., cm de
groote, radicale hervormingen tot stand
te brengen, waartoe zijn gaven en zijn
hart hem schenen te bescheimen."
Zoo weet Het Volk in groote holle
woorden als „christelijk conservatisme'^!)
„middeneeuwsch" enz. nog na diens dood
den naam van den edelen werker d9. Talma
te bezoedelen.
De Standaard schrijft:
Een strijder was Talma. Men -had hem
slechts aan te zien oan daaivan overtuigd-
te wezen. Heel zijn verschijning drukte
kracht uM. Hoog boven de meesten sitak
zijn gestalte uit; zijn oog tintelde: om zijn
mond speelde een rustige glimlach2ijn
tred was vaist, en als hij stond temidden
van een kring van Vrienden was hij er
ook héit middenpunt vam
Wie 't voorrecht had Talma van meer
nabij te kennen eerde in hem den man
van trouw en van groote beminnelijkheid;
onvermoeid werkende; altijd gereed tot
helpen; nlimmer tegen arbeid1 o|.®iende;
met de grootste hartelijkheid zich geven
de voor anderen.
Want de strijder Talma was als wa
penbroeder onovertroffen; hij streed dap-
pei-lij'k; spaarde, den tegenstander niet,
maar viel aan, altijd met kracht, dikwijls
met onstuimigheid, doch immer bracht hij 1
de door hem zoo fier gedragen barnier
onbezoedeld udt den strijd terug. Hij was
een ridder zonder vrees of blaam.
Wat dezen man tot strijden drong?
Wel, in zijn nobel hart brandde de be-
foeerle om iet® voor het Nederiandschie
volk te zijn, vooral om de heiïpende band
te bieden aan do sociaal minder gelukki
gen; om den arbeider op te heffen naar
hoogor plaat® en hem betere levensvoor
waarden te verschaffen.
Dat was zijn streven reeds toen hij als
jemg predikant den herderlijken arbeód
aanvaarde; dat werd vooral zijn doel toen
hij later als lSid van dc Tweede Kamer
optrad1'en in de Volksvertegenwoordiging
om ermoedd het pleat voerde voor de so-
cijtüTe verheffing v^n ons vollik; ep einde
lijk als Mfcnjeter de Ktoooi op zijn weak
zette, zijp léy^p^aofls iö ylplle
door ook in óe weiigemng figoede voor
one vo-lk te zoeken.
Te pijnlijk is het scMer, om daar nu?"!,
over te sproken, nu felle partijzucht juist L
tegen die wetten een zoo ógnoWe cam,
pagne voert. -
Talma's hiart brandde van liefde vooij
den arbeider, en deze voelde dat hij lp
Talma een .vriend liad boven velen. Men
moest de mannen van Patrimonium iaf
bun vergaderingen rondom Talma zien, n
om te gevoelen -dat hier een band waé, J,
dde niet Jacht werd verbroken. Zij ver-
trouwden hem, en hij kende deze rnan-> 1(
nen en droeg hun belangen op zijn harft, a
Wie over Talma spreekt herinnert zich
vooral zijn krachtig en be-zieJend woord)
dat uitging tot de schare vóór hem. Waar
in de dagen van feilen politieken strijd
Talma rich als spreker of debater in lief
strijdgewoel wierp, ontving de tegenpar
tij op zijn minst een schok, zoo niet een
slac die hem tot tenigtrekken dwóng. v
In het politiek debat, dn en buiten de
Kamer, schGitterde hij buiteaigenieen; hef
was een lust hem te hoor en.
Het deel van hen, die wettiiglijk gestrc- f
den hebben voor de eere huns Konlngs, is
hem thans geworden; geen nienSchelijt D(
oordeel, dat anders "zou kuhnen luiden.
Talma, deze Christenstrijder, van ons
heengegaan; we zullen de gedachte
moe moeten wonnen: we zulléiv daarbij de
rouw voelen im 0113 hart, dioor heel onzab<
partij heen, in hooger en in lager kring.,
Maar wie zal de smart wegén van zijn'
weduwe, zijn kinderen, die in hem zoo
nameloos veel verliezen?
Laat ons aMen, in engeren -en in wijdékl
ren ki-mg, opdien naar omihoog. De Ko-p
róng. voor wiens eere Talma heeft gestre-r
den, riep zijn dienstknecht tot zich; Hijp
trooste ons allen; zijn Naam zij geloofd. Iu
Wii verliezen een strijder van zeGdzame li
kracht en beteekeniis; maar vergeefs n®
zijn arbeid niet geweest., en hij zal 1 óm*p
mer vergeefs zijn. -B
f
CORRESPONDENTIE. 0
n
G. C, R. ie L. Wanneer uw hond ver del, j
goeu -gezond is, dan is het geen ernstig!
kwaal. Een zee-r probaat middel is om bet 11
di.er iederen dag goed te borsto'en en te 10
kammen en daarna met ec-n flanellen doek ;v
af te vegen. Met Lisolzeep wasschen ós P
wel goed. doch niet te dikwijls, hoogstens I1'
enkele mailen per maand. Hot verharen
duurt bij het etme dier langer dan bij het r
andere. 2
e
Hel christelijk uiteinde van Em'le Faguet
De Parijsche correspondent van „De ,i
Tijd" schrijft:
Reeds eerder heb ik u het christelijk uit- \t
einde bericht van den ook in Holland niet u
onbekende Academioien Emile FagueLl'
Naar men weet heeft hij zelf, zoolang on- [i
verschil Lig jegens het geloof zijner jeugd* t
op zijn sterfbed de laatste H. H. Sacramen-
ten gevraagd, welke hem door den Aarts
bisschop Z.D.H. Mgr. Seb. Hiischer wer
den toegediend. Mgr. Hirsclien zelf heeft
thans in de Revue Hebdomadaiue" een met
piëteit geschreven artikel aan Emile Fa-
guet .gewijd!* Ik ontleen er aan:
Het was de 31e M.ei, tegen llalfelf de? r
avonds, dat men mij in groote haast kwant" f
halen, om aan Emile Faguet de laatste j'
H. H. Sacramenten der Stervenden toe te
dienen. Terwijl ik mij naar de Rue Monge j
begaf, herinnerde ik mij, niet zonder eeni- I
ge motie, Óen kus, dien hij enkele dagen, f
te voren aan een crucifix had gegeven, en f
het kruisteeken, waarvan ik getuige- was
geweest. Ik daclit bij mij zeiven: de kus,
dien hij op de beeltenis van den Gekruiste
drukte, zal hem door Dezen, eens worden
teruggegeven.
Ik vond den lijder in het bezit van aj
zijn geestvermogens. En hoe groot was niet I
mijn vreugde als Bisschop en vriend, toen
ik reeds bij mijn binnentreden bemerkte,
dat de gevoelens, die mij onderweg bevan
gen hadden, mij niet bedrogen! Op den
meest beslisten toon vroeg dc zieke mij",
hem tot'den dood voor te bereiden. Hjj j
staarde mij een oogenblik aan, alsof hij ge- I
heel zijn ziel samentrok tot de overweging
van het groote, dat met hem ging gebeuren I
En na een minuut tijds zeide hij: „Ik ben I
bereid mijn plicht, mijn geheelen plicht te
doen."
Inderdaad, hij deed zijn plicht. Hij sprak
zijn biecht in de meest gedienstige stem- I
ming. En steeds zullen mij zijn gevoelens,
van eenvoudigen eerbied, geest, godsdienst I
en ernstig berouw voor den geest blijven I
9taan, die hij half opzittend in zijn bed, I
aan den dag legde bij het ontvangen van
den H. Absolutie.
Daarna stelde ik hem voor liem de II- j
Zalving toe te dienen. Hij antwoordde:
Ja. Monseigneur en beste vriénd, dat I
wil ik gaarne. Gij brengt mij geneesmidde-
len voor de ziel! Dat zal mij goed doen.
Alvorens „tot de zalving van zijn voor-1
hoofd over.te gaan, zeide ik:
Nu ga ik een voorhoofd zalven waar ach-1
ter rich zulke verheven gedachten liebbeftl
gevormd
Hij onderbrak mij
Et ne nos inducas in tentationemwek I
mijn hoogmoed niet op! Helaas, .ik ben niets I
als zwakheid en ellende!
Ondanks zijn hevig verlangen naar de
H. Communie, zag hij zich wegens den be-
treurenswaardigen toestand van zijn maag,
van deze troost beroofd. Na het ontvangen]
der II. H. Sacramenten, doorvoer zulk een:
vreugde zijn geheele wezen, dat hij mijn
ring en kruis wilde kussen en me omhel
zen.
Ik zeide tot hem:
De geneesmiddelen, der ziel wei ken ook
op het lichaam, gij wordt reeds ietwat be
ter.
Ja, antwoordde hij, met dien fijneqi
glimlach, die zijn vrienden zoo gaarne za-
geai, mijn ziel «ie nu beter,... meer dan be>
ter... ze ds goed.
Toen ^maakte liij de oneindige zoetheid
dels harten, die de wereld, met al haa£
yerpitikéJijkheóeiii xjiet kaft»