kwam met den sehriR vrij. ue nein' iiai door het gébeuwde 20 nidnuteoi vertra ging. Een aanklacht. De heer E. A. Jurtz uit Rotterdam heeft een aanklacht inge diend bij den officier van justitie te Am sterdam tegen de redactie van „De Cou rant", welke het portret van den heer Jurtz had afgedrukt met het onderschrift, dat de heer Jurtz een Duiteche spion zou zijn, die pogingen had aangewend om een der Harwich boo ten in de lucht te doen springen. Een goede vangst. Den 17 November van het vorige jaar vermiste de heer O. 'Bergman, de eigenaar van het café-res taurant „De Beurs" aan den Wirdumer- dij'k te Leeuwarden, een bedrag van f270 tot 1300 aan bankpapier uit een geld kistje. He't bureau, waarin dit kistje was geplaatst, was echter gesloten. In den ochtend van den 5en December d.a.v. was een w-andeGstok met een zaüveren knop Spoorloos verdwenen, en de9 avonds be merkte de lieer Bergman, dat zijn bureau was geforceerd; het was geheel uit de fctponnmgen gerukt. Er bleek echter niets ontvreemd. Zaterdagavond j.l. 12 uur- kwam de heer Bergman thuis, na inlichtingen aan den rechtercommissaris te hebben ver- fcrfirekt in verband met kleinere diefstallen ten zijnen buiize. Weer bleek hem, dat unt het kistje f 20 was gestolen, terwijl aan het bureau niets was te zien. Een electri- ecthe inrichting, welke op het buaeau was aangebracht en bij de minste aanraking Sn werking kemt, had de heer Bergman uitgeschakeldmet het oog op het versto len der nachtrust van zijn kinderen, daar ook hij zelf beillen in werking zou bresi- gen: wanneer hij zijn bureau zou moeten gebruiken. Doch na dezen diefstal werd alles weer in werking gesteld' en Zondagavond om streeks half twaalf rinkelden door het ge- heele pand de bellen. De heer Bergman, die zich in liet café bevond, snélde naar zijn bureau. Juist zag hij, dat een per soon zich uit zijn woning wilde verwijde ren, doch de heer Bergman pakte den in dringer hij den kraag en leverde hem aan den commissaris van politie over, die met zijn mannen reeds sedert den 18en Novem ber op den dief had geloerd. De aangehoudene bleek te zijn "e 24- jarige J. H.. te Leeuwarden, milicien hij het regiment grenadiers. Hij was echter niet in uniform. Berooving. Iemand, die zich iu het duin nabij JJmuiden te slapen had gelegd, kwam later bij de politie aangifte doen dat hij tijdens zijn slaap beroofd was van een beurs met geld. Door de recherche werden twee personen aangehouden, onder verdenking dezen diefstal te hebben gepleegd en ook nog schuldig te zijn aan andere misdrijven. Uit de Pers. Patroons en arbeiders(ster9)-vakver- eenigingen. In hot R.K. Patirooaisblad vul den wij het volgend duidelijke en heldere ariókel, hetwelk wij gaarne onder de aan dacht oneer lezer® brengen. Mag een "patroon zijn weiiieden belet ten, d>at zij zich aansluiten bij eene vak- ivereenitgang? Wij zouden willen begiinnem met onder scheid te maken tussdhen de eene vakver- eemging en de andere. Het is voor niemand een geheim, dat de roiet-cJiri'stelijlke vakvereeniging, ook de zoogenaamd neutrale, een enkele uit gezonderd zich feitelijk stef.t op het 6tandmnt van den klassestrijd'. Wie met de sociaal-democraten dat on maatschappelijk en revolution!) a Lr begin sel huldigt, ziet in den patroon een vij and. Hij acht tegenover den „kapitalist" zoowat alles geoorloofd, wanneer er maar voordee-len voor den arbeider te behalen zijn. All.es, wat de posit ie der werklieden kan verbeteren en versterken, vindt hij .hem goedkeuring en aanmoediging. Nu is het wel uit de praktijk gebleken, dat menig socialist, wanneer het er op. aankomt, de arbeidvoorwaarden te rege len, zijn roode theorie niiet al te scherp „Wat denk je er van?" va^aagt de lui ter naait fluisterend'. „Tja leelijke zaak die met da.t dchot iin de borst raak ik niet an, daar moet een priester bij, .die is ernstig, 't Is best mogelijk, dat ze d'r goed afkomt, als «r geen bloedstorting volgt, en ze voor- zjLohtig wordt behandeld, 't hart is niet geraakt. En de ander ja, in gewone «tmi= tan dagheden lis zoo'n arm niet ernstig, maar hier, op dien vullen grond is er altijd infectie mogelijk. EMin, we zullen uien...." Allengs komen er meer toeschouwers, officieren, marechiaussée, nieuwsgierigen, zoodat het terrein moet worden afgezet. Een priester komt en diient de zwaarst ge wonde de heilige Sacramenten toe. Vele soldaten zijn ontdaan weggeloo- p<e». nu er niets meer te doen valt. Even voelt de jonge officier zich onwel worden: hij leunt tegen een boom en logt de hand op de oogen, can dat visiioen van bloed en bleeke gezichten weg te bannen. Èr stijgt een groote verbittering in hem op tegen die mensohelijke ellende, le gen den smokkelhandel, die veroorzaakt, dat menschen. om een onnoozel pakje margarine neergeschoten worden, tegen de jfroote, rijke, de eigenlijke smokke laars, die veilig en onbekend in alle def tigheid rondLoopen en deze hun werktui gen. dié kleine menschjes, voor 0lch laten bloeden, tegen de wereld, den oorlog, de Ojobilasatie, tegen zichzelf, zijn geheele omgeving, tegen alles. Stond niet in de bogen van zijn soldaten de vraag: ,,Waar- onj?" Zoo stormt het in hem maai- lang haam komt het ijeren besef van den plicht en de hooggaande golven van ontroe ring worden kleiner, de waterspiegel van tïjn wor^t weer gla$ en effen. Ijjet Óen' zucht plcht hij zich' op en geeft jfaej; enkele bdï&lejp £oq vliegt de lii'i doorvoert. En prakuah iw nij n-ïet zemen zaear handelbaar. Maar waarborgen voor zijne houding in de toekomst heeft men niet Zijn begihrselen zijn uttiditeutsbegnnse- len. En komt de dag, waarop hij het nut tiger en voordeeliger oordeelt, de roode théorie oawerziwakt te beleven, dan kan men van hem alle buitensporigheden ver- wacüiten of althans vaeezen. En daarom zouden wij een patroon niet kunnen ontzeggen het recht, om zijn werk- voG'k de troetreding tot zulk een vereeni- ging te beletten. Niemand immers kan van een wei kg ever verlangen, dat hij iemand in zijn döenst neemt of houdt,- die zich aansluit bij zijn principieele vijand.en, die het gemunt hebben op zijn rechten als lei der en eigenaar der onderneming. Geheel anders staan de zaken, zoodra de arbeiders willen aansluiten bij een or delijke, een katholieken ol christelijke vakvereeniging. Voor een bezadigde en dus billijke be oordeeling dezer zaak, moet niet te veel aandacht geschonken worden aan moge lijke fouten, ook door katholieke vakver- eenigingen begaan, dat men ook van diit mensoheimveiik geen volmaaktheid mag eii'sdhen nog .verlangen. En toch gebeurt dat al te vaak. Spreekt men met een werkgever, die wegens be letten der vakvereeniging, overhoop legt met een gedeelte van zijn personeel, dam zal hij het theorethisch recht np vereeni- gfing zijner werklieden niet loochenen, maar zich beroepen op uitingen, gedra gingen, optreden der nieuw-georganiseer- den en daarmede zijne houding trachten te rech tvaardige n Wij erkenden reeds, dat zulke fouten weil eens begaan worden bij riiieuw opge richte vakvereenigingen of meer intensie ve propaganda daarvoor. En zeker heeft niemand het recht, om van een patroon te edschen, dat hij zicdi aües zal laten wel gevallen. Doch evenmin kan hij vorderen, dat 'een vak vereen igilmgsman dé. drom a/llleeh) tot een volmaaktheid en correctheid stijgt, welke ook boven ide kracht van den pa troon zelf gaat. Laten wij nu eens veronderstellen, hetgeen trouwens niet onmogelijk is, dat de arbeiders werkelijk met hun loon, hun aibeidsduur, de behandeling van do zijde des werkgevers, volkomen tevreden waren. En daaibij .aannemen, dat di.'e te vredenheid alle reden van beis taan had, dat zij niet te danken was alléén aan het feit. dat die werklieden, onontwikkeld en aan een meer dan bescheiden levemsstan- daaird' gewoon, niet beseften, wat zij mis- een moesten eai wat aan hun ondeoüroud, huisvesting enz., ook van hun gezin, ont brak. Is daarmede h)un r e. c h t op ivereemir giing, een .recht, dat door niemand in het ?.bst.ractct wordt geloochend), verval jen? Aj'Is zij niettegenstaande hunne tevreden heid met hun lot, van dat recht toch gebruik willen maken, mag men liet hun dan ooMÜiouden? Hoogstens zou men dan kunnen zeggen: Het is dwaas, d.at mijn personeel zich ver- eenigt, want zij doen unntéloos, onnoodig werk. Maar daarbij de gevolgtrekking maken: dus zal ik met geweld dat onnut werk verhinderen, dat zou te ver gaan. Maar odk daar, waar alle® in orde is en dus geen ontmiddelijke verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden zullen of kun nen bedongen worden, is toch dc oprich ting eener vakvei-eeniging nog geen unt- telcos werk. Wil men goed z.ien, en dus goed oordeo- len, dan moet men verder zien dan de eigen omnicide lij ko omgeving, dan den vluchtrgen tijd, waarin men leeft. De vakvereeniging1 heeft een taak van veel grootere draagwijdte dan het thans verkrijgen jvan beteire aibeidvoorwaar den. Mee kan de maatschappij vergelij ken met een zeilschip, dat, tengevolge van storm uit liberalen en socialistisch en hoek, .averij belTiep: misstanden jn de ar beidsverhoudingen. Natuurlijk moeten de geslagen gaten onmMdelijk gestopt wer den. Dat .is bet dagelijksche en onmisba re werk der vakvereeniging: verbetering Van Slechte arbeiclsv-oomva ardehMaar. om.... het was elf uur, toen de schoten vielen en nu iis het al drie uur 's middags. Elindelijk komen de brancards.... aan de overzijde duiken nu ook uniformen op, de Duitsche officier, commandant van de grensstrook, verschijnt met eenige onder geschikten, begroet zijn Hollandschen col lega, d:ie hem kort meedeelt, wat er ge beurd is, en toont zich dadelijk bereid tot alle mgelijke hulp. Daar de beide vrou wen in BeJgië wonen, moeten zij voorzich tig naar hare huizen worden gebracht. Da.t zullen de Duibsche soldaten doen on der leiding van den Belgischen arts, die ook ter plaatse is verschenen. De Duitsche luitenant bekijkt de slacht offers. „Ja, ja, das habe ich immer wohl ge dacht", zegt hij, „die bedden habe ich schon ©o oft gewaimt die wollten eben nicht hören..." En hoofdschuddend volgt hii den dreven stoet. Langzaam gaan de Hollandsche solda ten ook naar hun plaatsen terug en kee- ren de nieuwsgierigen om, ten einde hun buizen weer te gaan opzoeken. Dan volgt de lange, vervelende quastié van onderzoek, getuigenverhoor, enz. enz Maar langs de grens gaat alle® zijn ge wone gangetje weer. Alleen schuwen de militairen eenigs&ins de plek, waar don kere vlekken in het gras aan het gebeur de herinneren en '6 nacht durven velen er niet alleen langs. De soldaat, die de schoten heeft gelost, ligt dagen lang iri de riekehinriohtiing met overspannen ze nuwen.... Maar de grensbewoners smok kelen den volgenden dag al weer even goed „Door de grenswaoh' onder O werden twee smokkelaars aangeschoten." Niets bijzonder^, Riet Haar, l§zer? O neen, Volfiliré^hie^c..-< ^,Hi»l(Lu net za.i zaaK zijai, net ég^iav end e schip te brengen in veilige haven, waar het op- niéuw van een betrouwbaar stuur voor zien en grondig gekalefaterd worden, ten einde voortaan nog meer zeewaardig te zijn en beter den rechten koers te kunnen houden., Naar onze meening moet men hier, evenals bi} elk ander gebeuren, onderscheid maken tusschen wezen en bijkomstigheden der zaak. Dat de bijkomstigheden, tengevolge van gebrekkig menschelijk inzicht, al eens ndet overeenstemmen met billijkheid en recht, doet aan het wezen der zaak nóets af. Was dat wel .het geval, men zou alle mensche lijk ondernemen kunnen afkeuren en te genhouden. Maar dan beging men zeil de grootste onbillijkheid. Dat men zich verzet tegen misgrepen, bij het tot-stand-brengen eener zaak be gaan, daartoe heeft men het volste recht. Maai- het kind met het badwater om te schudden, dat zou dwaasheid zijn. De ooizaak, waarom sommiige, overi gens zeer goed willende patroons, zich ver zetten tegen de vakvereeniging, zit echter elders. Zij kunnen maar niet inzien, waai voor die vakvereenigiing noodig of wenschelijk is. Moeilijkheden met hun personeel had den zij lot dusverre niet. Van ontevreden heid hij de werklieden, hetzij over de ar beidsvoorwaarden, hetzij ovei de behande-' ilng door den patroon, hebben zij nooit iets gemerkt. Alles ging goed en wrijving was er niet. Totdat op een zekeren dag de pro pagandist van een vakbond verscheen en de rustige menschen kwam warm maken voor een vakvereeniging, waaraan zij nog nimmer behoefte gevoelden. En waarom dient die actie nu? Wat heeft men daarmee voor? Toch zeker, om veran dering te brengen, in de arbeidsvoorwaar den, welke niemand wenschte tc wijzigen.' Om de vereenigde werklieden te doen op- oischen medezeggingschap in "zakem, die steeds tot hun genoegen werden geregeld. Met andere woorden: om liet werkvolk on tevreden te maken met een toestand, waamee zij tot nu toe zich best vereenigen konden. Als'dat de vrucht moet zijn der katholieke actie, was het dan niet beter, dat men de mensehen maar met rust liet? Inderdaad, zoo wordt er geredeneerd. En wie zich niet op breeder standpunt weet te plaatsen, dan dat, waarover de schaduw valt van den eigen fabrieksschoorsteen, zal die redeneering bijvallen en afdoende ach ten. Wij bedoelen diit: Er is meer tc deen dan oogenb'bkkelijik betere arbeidsvoor waarden te bedingen. Het ligt niet aan om®, en ook niet aan de sociale voorlichters en voorwerkers, dat zooveel patroons nog niet tot het in zicht kwamen, hoezeer de toekomst zal moe-ten beheers/ebt worden door sanien- wetrkicng van d'e gezamenlijke, georgani seerde weilkgevers en arbeiders. Zoolang die samenwerking er niet i-s, za'l de toestand ook nooit gezond kunnen wezen. Zonder haar zullen geen doeltref fende, afdoende regeringen voor het vak te maken zijn. Eerst wanneer de produ cent bij het bepa'en zijner .prijstaiteven,, bij de doorvoering daarvan, kan rekenen op de medewerking van den arbeid, niiet voor een deel, ernaar in zijn geheel, van alle arbeiders, zal hij zijn onderneming blijvend Iconend kunnen maken, zal de al te hardhandige, uitputtende, doodende concurrentie getemperd kunnen worden. Er is nog iets andeas cn voornamer®. Men behoeft toch werkelijk niet als een ztiener in de toekomst te kunnen schou wen, om te verstaan, dat wij een maat schappij tegemoet' snellen, die er heel anders zal uitzien dan de tegenwoordige. Gelooft, wat ons betreft, niet aan eene overwinning der sociaal-democratie, aan eene ontweldiging der product!emuddelen ten bate der gemeenschap. Wees, zoo gij wilt, overtuigd, dat uw „kinderen en kleinkinderen tot in het zoo- veelste geslacht" nog eigenaars en be heerders z-ullen zijn van fabrieken en pro ductie-middelen, o zeker, ontzaglijk groo- ter dan de uwe. Er zal niettemin, om het roode schrik bewind' te keer en, heel wat strijd en te genstand noodig zijn. Véél meer dan de werkgevers euiöen vermogen. Men zal van de, in katholieke en chris telijke vatkvereenigkigen opgevoede werk lieden steun en hulp behoeven. Zij zuilen, eenmaal door alle patroons erkend als onmisbare medeweakers, de groote dam moeten zijn tegen den rooden springvloed. Wij zijn nog maar in een overgangs tijdperk. De botsingen tusschen geloovd- gen en ongeloovlgen zullen menigvuldl- gOT en heftiger worden, niet slechts op po litiek, maar ook en vooral op sociaal ter rain. Reeds nu moet de, voor sommigen on- verkGaaibare ijk-er voor de goede vakver- 'eeni't^ng, grootenkLeele ge/weten woi-de aan -de concurrentie, den edelen wedstrijd met de soolia al-democraten, met den klas- senstri jtds-vereenigi ngen Zal de gelooviige richting iets beduiden., aaü zij haar invloed kunnen doen opwe gen tegen den brutaicn machtswaan der revolutie-mannen, dan heeft zij hare le den te werven op- alle plaatsen, ook de meest afgelegene. Stel, wij krijgen binnenkort voor de fio- t'itleike lichamen de evenredige vertegen woordiging. Zal men ,dan 1n de katholie ke gewesten, waar geen overwinning van liberaal of socialist dreigt, maai- waarvan de «temmen mede gelden, voor andere provincie? met heftiger strijd den gang naar. de stembus ontraden ol zelfs maar on noodig achten? Zoo is er oc<k alle redeai voor, dat de katholieke arbeid ei-s daar, waar de ar- 1 ie: fis-voor waadden, hem niet voelbaar drukken, z.ich toob aansluiten bij een vak bond, opdat (loco ikiracht en grooter nuacht verkrijg e daar, waar die macht noodig moet wonden aangewend. EiL$oaroari mo§t men vakver- ai ig jtó zoo 'dringend noodig, niet nuttefoo® noe men. Wij zouden doauhij nog kuilnen wijzem op vensclwlJehde ppsnitieve voordeelen, wélke ,de vakvereenigiing, afgezien van de bestaande anbeddfevoforwaainden, aap den weakman br'etngéP klam., Doch wij meenen te kun nep volstaan mot er aan te herinneren, dat de wensché- lijhheèd eener plaatselijke vakven-eenigang niét béslassend afhangt van plaatselijke omistan digh edem Men zie verxlea- en ovei schouwe het gehëefl. Zonder onde.rafdeelingen bouwt men geen leger op. Gok daao-, waar dë vijand nooit zal bannernvallein, zal men moeten reicruteeaen. 0ud-mini8ler Talma. Het Volk schrijft: „Aan het gpaf van dezen staatsman slaan de strijders van de moderne arbeidersbe weging, die zoo vaak en zoo fel met hem hebben gestreden, en gedenken niet alleen zijn groote gaven, maar ook zijn sterke sympathie tniet hun klasse. Want dit was het karakteristieke van Talma, dat hem onderscheidde van bijna alle burgerlijke hervormers, hij zag met ivreugde de ont waking tot zelfet.andiig gevoelen, deuken en handelen in de arbeide.rswei eld. Als in „Patrimonium" de droefenis oan Talma dieper en feller Is dan om welk ander ver lies ook, dan is het omdat nieanand de christelijke aitbeidera dichter bij de demo cratie heeft gebracht dan hij." Na deze spontane waardeering gaat het blad weer op z'n gewone wiize aan het kleineeren. „Zijn er, vóór ook hij den verderfelijken invloed van het Kuyperianisme onderging, in liet leven van dezen man oogienblikken geweest, waarin hij zeer dicht was ge- nadeid tot de ulkenning, da.t in dezen tijd democratie, die geen soc>aaldemocratie i®, meei eai meer een voord zonder inhoud wordt? Zijn politieke leven was een door- loopende bestrijding van de sociaa'klemo- eratie. Hij kwam liet Pari een ent binnen als de overwinnaar van Troelstra in Tietje ritster ad eel. IJ ij was in 1903 Kuy- per's meest getrouwe schildknaap. Hij slingerde tegen de spoorweg>°takers bet verwijt contractbreuk in de wereld. Hij deed, om een woord van Troelstra te be zigen. niets om de tweede staking te voorkomen, maar alles oon ze te doen mislukken. Later, minister geworden, stelde hij te genover het organisa-tie-leven, in de ar beiderswei eld gegroeid, 'zijn poging, om den nieuwen tijd in midden-eeuw schep vorm te dwingen. Den algemeenen biién- urendag verwierp hij, tcrwille van zijn systeem. De regelingen die hij voor ver schillende afzoaideariijk© bedrijven ont- wieip, de Steenfliouwerswet, de Stuwa doorswet, de Bakkerswet, liepen door hun mixktenei&uAvschen opzet van den aanvang af, gevaar om te mislukken. Zijn organi satie van de sociale verzekering, door Kuyper zelf verloochend aJs een karika tuur van publiekrechtelijke organisatie van den Arbeid, dreigt op diit oogenblik nog voor een gezonde ontwikkeling van dit uitnemend arbeidersbelang noodlottig te zullen «worden. En toch Is heel Nederland overtuigd, zijn bestrijders niet minder dan zijn ver dedigers, .dat niemand meer dan Talma zijn leven gelukkig zou hebben geprezen, dndLcn hij aan de opkomst, ook in macht, ook 5n kunnen en willen, der arbeiders klasse, zichzelf een deel had mogen toe kennen. Dit leven werd een tragedie, om dat (het niet wist te breken met het oude, dat dood is, omdat het, bij alle sympathie voor het nieuwei, toch het vaste .vertrou wen, het geloof in de nieuwe levens- en organisatievormen der aiheidersklasse miste. Wel tegen de sociaaldemoeratie heeft Talma den openlijken, grooten strijd gestreden, maar niet tegen Lobman.... De knellende band van het christelijk con servatisme, waarvan (hij zich.niet wist les te maken, heeft hem verhinderd., cm de groote, radicale hervormingen tot stand te brengen, waartoe zijn gaven en zijn hart hem schenen te bescheimen." Zoo weet Het Volk in groote holle woorden als „christelijk conservatisme'^!) „middeneeuwsch" enz. nog na diens dood den naam van den edelen werker d9. Talma te bezoedelen. De Standaard schrijft: Een strijder was Talma. Men -had hem slechts aan te zien oan daaivan overtuigd- te wezen. Heel zijn verschijning drukte kracht uM. Hoog boven de meesten sitak zijn gestalte uit; zijn oog tintelde: om zijn mond speelde een rustige glimlach2ijn tred was vaist, en als hij stond temidden van een kring van Vrienden was hij er ook héit middenpunt vam Wie 't voorrecht had Talma van meer nabij te kennen eerde in hem den man van trouw en van groote beminnelijkheid; onvermoeid werkende; altijd gereed tot helpen; nlimmer tegen arbeid1 o|.®iende; met de grootste hartelijkheid zich geven de voor anderen. Want de strijder Talma was als wa penbroeder onovertroffen; hij streed dap- pei-lij'k; spaarde, den tegenstander niet, maar viel aan, altijd met kracht, dikwijls met onstuimigheid, doch immer bracht hij 1 de door hem zoo fier gedragen barnier onbezoedeld udt den strijd terug. Hij was een ridder zonder vrees of blaam. Wat dezen man tot strijden drong? Wel, in zijn nobel hart brandde de be- foeerle om iet® voor het Nederiandschie volk te zijn, vooral om de heiïpende band te bieden aan do sociaal minder gelukki gen; om den arbeider op te heffen naar hoogor plaat® en hem betere levensvoor waarden te verschaffen. Dat was zijn streven reeds toen hij als jemg predikant den herderlijken arbeód aanvaarde; dat werd vooral zijn doel toen hij later als lSid van dc Tweede Kamer optrad1'en in de Volksvertegenwoordiging om ermoedd het pleat voerde voor de so- cijtüTe verheffing v^n ons vollik; ep einde lijk als Mfcnjeter de Ktoooi op zijn weak zette, zijp léy^p^aofls iö ylplle door ook in óe weiigemng figoede voor one vo-lk te zoeken. Te pijnlijk is het scMer, om daar nu?"!, over te sproken, nu felle partijzucht juist L tegen die wetten een zoo ógnoWe cam, pagne voert. - Talma's hiart brandde van liefde vooij den arbeider, en deze voelde dat hij lp Talma een .vriend liad boven velen. Men moest de mannen van Patrimonium iaf bun vergaderingen rondom Talma zien, n om te gevoelen -dat hier een band waé, J, dde niet Jacht werd verbroken. Zij ver- trouwden hem, en hij kende deze rnan-> 1( nen en droeg hun belangen op zijn harft, a Wie over Talma spreekt herinnert zich vooral zijn krachtig en be-zieJend woord) dat uitging tot de schare vóór hem. Waar in de dagen van feilen politieken strijd Talma rich als spreker of debater in lief strijdgewoel wierp, ontving de tegenpar tij op zijn minst een schok, zoo niet een slac die hem tot tenigtrekken dwóng. v In het politiek debat, dn en buiten de Kamer, schGitterde hij buiteaigenieen; hef was een lust hem te hoor en. Het deel van hen, die wettiiglijk gestrc- f den hebben voor de eere huns Konlngs, is hem thans geworden; geen nienSchelijt D( oordeel, dat anders "zou kuhnen luiden. Talma, deze Christenstrijder, van ons heengegaan; we zullen de gedachte moe moeten wonnen: we zulléiv daarbij de rouw voelen im 0113 hart, dioor heel onzab< partij heen, in hooger en in lager kring., Maar wie zal de smart wegén van zijn' weduwe, zijn kinderen, die in hem zoo nameloos veel verliezen? Laat ons aMen, in engeren -en in wijdékl ren ki-mg, opdien naar omihoog. De Ko-p róng. voor wiens eere Talma heeft gestre-r den, riep zijn dienstknecht tot zich; Hijp trooste ons allen; zijn Naam zij geloofd. Iu Wii verliezen een strijder van zeGdzame li kracht en beteekeniis; maar vergeefs n® zijn arbeid niet geweest., en hij zal 1 óm*p mer vergeefs zijn. -B f CORRESPONDENTIE. 0 n G. C, R. ie L. Wanneer uw hond ver del, j goeu -gezond is, dan is het geen ernstig! kwaal. Een zee-r probaat middel is om bet 11 di.er iederen dag goed te borsto'en en te 10 kammen en daarna met ec-n flanellen doek ;v af te vegen. Met Lisolzeep wasschen ós P wel goed. doch niet te dikwijls, hoogstens I1' enkele mailen per maand. Hot verharen duurt bij het etme dier langer dan bij het r andere. 2 e Hel christelijk uiteinde van Em'le Faguet De Parijsche correspondent van „De ,i Tijd" schrijft: Reeds eerder heb ik u het christelijk uit- \t einde bericht van den ook in Holland niet u onbekende Academioien Emile FagueLl' Naar men weet heeft hij zelf, zoolang on- [i verschil Lig jegens het geloof zijner jeugd* t op zijn sterfbed de laatste H. H. Sacramen- ten gevraagd, welke hem door den Aarts bisschop Z.D.H. Mgr. Seb. Hiischer wer den toegediend. Mgr. Hirsclien zelf heeft thans in de Revue Hebdomadaiue" een met piëteit geschreven artikel aan Emile Fa- guet .gewijd!* Ik ontleen er aan: Het was de 31e M.ei, tegen llalfelf de? r avonds, dat men mij in groote haast kwant" f halen, om aan Emile Faguet de laatste j' H. H. Sacramenten der Stervenden toe te dienen. Terwijl ik mij naar de Rue Monge j begaf, herinnerde ik mij, niet zonder eeni- I ge motie, Óen kus, dien hij enkele dagen, f te voren aan een crucifix had gegeven, en f het kruisteeken, waarvan ik getuige- was geweest. Ik daclit bij mij zeiven: de kus, dien hij op de beeltenis van den Gekruiste drukte, zal hem door Dezen, eens worden teruggegeven. Ik vond den lijder in het bezit van aj zijn geestvermogens. En hoe groot was niet I mijn vreugde als Bisschop en vriend, toen ik reeds bij mijn binnentreden bemerkte, dat de gevoelens, die mij onderweg bevan gen hadden, mij niet bedrogen! Op den meest beslisten toon vroeg dc zieke mij", hem tot'den dood voor te bereiden. Hjj j staarde mij een oogenblik aan, alsof hij ge- I heel zijn ziel samentrok tot de overweging van het groote, dat met hem ging gebeuren I En na een minuut tijds zeide hij: „Ik ben I bereid mijn plicht, mijn geheelen plicht te doen." Inderdaad, hij deed zijn plicht. Hij sprak zijn biecht in de meest gedienstige stem- I ming. En steeds zullen mij zijn gevoelens, van eenvoudigen eerbied, geest, godsdienst I en ernstig berouw voor den geest blijven I 9taan, die hij half opzittend in zijn bed, I aan den dag legde bij het ontvangen van den H. Absolutie. Daarna stelde ik hem voor liem de II- j Zalving toe te dienen. Hij antwoordde: Ja. Monseigneur en beste vriénd, dat I wil ik gaarne. Gij brengt mij geneesmidde- len voor de ziel! Dat zal mij goed doen. Alvorens „tot de zalving van zijn voor-1 hoofd over.te gaan, zeide ik: Nu ga ik een voorhoofd zalven waar ach-1 ter rich zulke verheven gedachten liebbeftl gevormd Hij onderbrak mij Et ne nos inducas in tentationemwek I mijn hoogmoed niet op! Helaas, .ik ben niets I als zwakheid en ellende! Ondanks zijn hevig verlangen naar de H. Communie, zag hij zich wegens den be- treurenswaardigen toestand van zijn maag, van deze troost beroofd. Na het ontvangen] der II. H. Sacramenten, doorvoer zulk een: vreugde zijn geheele wezen, dat hij mijn ring en kruis wilde kussen en me omhel zen. Ik zeide tot hem: De geneesmiddelen, der ziel wei ken ook op het lichaam, gij wordt reeds ietwat be ter. Ja, antwoordde hij, met dien fijneqi glimlach, die zijn vrienden zoo gaarne za- geai, mijn ziel «ie nu beter,... meer dan be> ter... ze ds goed. Toen ^maakte liij de oneindige zoetheid dels harten, die de wereld, met al haa£ yerpitikéJijkheóeiii xjiet kaft»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 2