weede Blad. JAAROANO. n W8 £eicbolie (Bouïmd Woensdag 19 Juli 1916 eirond van R.K. Middenstandsver- ui ligingen in het Bisdom Haarlem. ,K'S (Van onzen Verslaggever.) vem ,Ta heropening der vergadering deelt de elijj >rzitter mede, clat is ingekomen eep te- mvi iam van de Hanze in het Bisdom Bre- >aa dat de afgevaardigde verhinderd is, d vargade-ring bij te wonen, eveneens een atuegram van de heer Van Uderi te 's-Gra- ïhage hetzelfde meldend, heer Potharst (Gouda) bespreekt bier- het jaarverslag. Spr. noemt het een on- lelijke eisch van het bestuur, van de -liet leelingen een beredeneerd verslag te zon chen. Spr. beveelt aan vragenlijsten aan JSpj secretarissen der af deelingen, te zonden. Voorzitter antwoordt, dat naar zijn ei eenling een dergedijke regeling geen aan- veling verdient. Spr. gelooft, dat we dan ion» nog grooter moeilijkheden zouden stui- V i L. eoit Alsnu bracht de penningmeester, de daber J. G. L. Wijdeman het financieel rslag uit. De inkom sten en uitgaven over gei 15/1916 sluiten met een bedrag van ha?l643.78. Hieruit moet niet geconcludeerd he orden, zegt de penrringm^esterj dat de i-de oud geen baten of lasten heeft. De Bond ^arjeett nog verschillende posten te voldoen, e buiten de begrooting werden toege- &-an. e® Met gemengde gevoelens brengt spr. dit uit, waar vele afdeelmgen in pbreke gebleven zijn aan hun fdnanoieele erplichtingen te voldoen. Naast huld6 en tank aan de afdeelmgen, die hun finan cieel© verplichting nakwamen, uit spr. een g^pooa-d van afkeuring aan die afdeeiungen, ^tie wel in de lusten, maar niet in de las- erjn van den Bond wenschen te deelen. Spr. eindigt zijn verslag met een woord dank aan de commissie yan beheer ®|oor de gehouden controle. De voorzitter brengt den penningmees- Ier dank vooir zijn uitgebreid jaarverslag. |De commissie tot nazien van de rekening verantwoording van den penningmees- fr brengt vervolgens verslag uit De com- lissie (de afdeelingen Ziirikzee en Am sterdam) heeft de rekening in orde bevon den, brengt den penningmeester dank voor jn accuraat beheer en stelt de vergadering hem te dechargeeren, waartoe onder iplaus besloten wordt. De heer Kamerbeek deelt mede, dat het commissie, belast met 't nazien van de ening en verantwoording van de or- an-oommirssi.©, niet mogelijk ise deze re- te keuren, omdat is uitgeble- in het kasboek over te leggen, .waarom rj voorstelt de goedkeuring aan te houden. Besloten wordt de rekening goed te keu- in. Aan de orde wordt nu gesteld de begroo- ng 1916—1917, welke bedraagt dn ontvang- ten en uitgaven f H.285. In verban'd met de bondsbegrooting biedt Ie commissie van beheer de begrooting tan ten dienste van het bondsblad ,,Dé ruTjttanze" voor het tijdvak 1 Mei 1916—30 Lpjnil 1917. k0 Onder de ontvangsten komt een bedrag Boor van f 5000.— aan te vragen aan den leniralen Raad. Voorgesteld wordt, in verband met de (rersclMllende hooge uitgaven, die te wach- ;en zijn, de contributie der afdeelingen te uijfoepalen op f 1.85 per lid. De Voorzitter opent de algemeene be schouwingen. De heer Zuidam (Delft) stelt voor de be- ferooting van het orgaan voor te laten gaan. etiondat door de orgaanbegrooting detoonds- bogrooting wordt gedrukt. Spr. stelt voor de post van f 5000.voor het orgaan er uit te lichten en dan de be- grooting te behandelen zonder dit crediet. Spr. gelooft, dat deze f 5000.— lang met vol doende zullen zijn om de kosten van het orgaan te dekken. De heer Potharst (Gouda) gaat met het eerste gedeelte van hetgeen de heer Zui dam heeft gesproken mede. De heer v. d. Kleij (Zaandam) vraagt of het bestuur bij de oontributieverhooging rekening heeft gehouden met de kleine af dalingen. Spr. zegt, dat, wanneer de con tributie zal stijgen tot f 1.85, de afdeeling zeker zal ten gronde gaan, bet ledental zal tot de helft vermin deren. Spr. spoort de kleine afdeelingen aan de contributiever- hoogingen niet te aanvaarden. De heer Bosse (Haarlem) meent dat de Bond de eerste post van de uitgaven, nadee- lig saldo A. P. f 4193.70 met in een jaar moet aflossen. Spr. stelt voor bet eerste jaar af te doen f 1193.70, de dne volgende jaren telkens f 1000.Zoodoende zou de contributie f 0.50 minder kunnen worden en gebracht worden op f 1.35. Onder applaus treedt hierna Mr. Baron A. van Wijnbergen binnen, die door den voorzitter wordt welkom geheelen en het woord wordt verleend tot bet houden van een "rede over: „Middenstandsorganisatie op Katholieken grondslag." De behande ling van de begrooting wordt in verband hiermede geschorst. Re.de van Bacon van W ij n b e r g e n. Baron van Wijnbergen zegt met groot genoegen de uitnoodiiiging om hier te ko men spreken te hebben ontvangen en aanvaard. De middenstanders beseffen, zegt spr., dat ook door anderen aan hunne zaak belangstelling moet worden gewijd. Spr. meent te mogen zeggen, dat onder Katholieken geen reden tot verwijdering naar voren mag worden gebracht. Met iedere stand heeft uitsluitend voor zich zelf le zorgen. De verschillende stan- 'den hebben elkaar de hand fee •reiken om gezamenlijk te kunnen blijven staan. Dat is de Christelijke democratie. We hebben allien opwekking noodêg. Toch mag daaruit nftet worden afgeleid, dat de imiiidde-nstandseaak er slecht .voor staat. We hebben helden gehad, die de organisatie tot stand brachten en baar tot op deze hoogte hebben opgewerkt. Om het getaof op peil te houden, moet de organisatie in Katholieke banen wor den geleid. Op tal van plaatsen hebben we bloeiende Katholieke middenstands- vereenigingen en vakvereengingen. Twin tig jaar geileden durfde men dat niet ver moeden. Het moet met groote dankbaarheid er kend worden, dat onder leiding onzer Nederlai&dsche bisschoppen en op aan sporing van het Vafcioaan onder Gods on- mósbaren zegen de Roomsche midden stand svereendgingen zich tot groote hoog te hebben opgewerkt. De organisatie moet evenwel steeds worden vooruit gebracht. Anders zou de maatschappij ontwricht worden. Geheel de maatschappij moet worden opgebeurd. Op Christus' Goddelijk recht moet alles worden opgebouwd. Alles moet worden hersteld in Qh rist us. Hot „Heb uw naasten lief gelijk u zei- ven" is niet alleen tot het individu, maar ook tot de standen gezegd. Zoo moet de organisatie noodwendig Katholiek zijn! Voortdurend moet de noodzak e 1 i j kh eM v.an een Kabhioliidke organisatie naar vo- mem worden gebracht. De strijd tusschen geloof en ongeloof toekent tóch meer en meer scherp af. Het Katholiek karakter waarborgt, dat niet in een dollzinmiig voorthollen, allean door eigenbelang gedreven, de grootst m»- goijke hevredigfi/ng mnet woerden gezocht. De Hefde jegens elkander en jegens an doren wordt door deze organisatie voor- Dat karakter onder de leden dar ongar tniisatfle zal er toe leiden, den vreide te ver krijgen, die eens in den Kerstnacht werd bejbootfd. Riet zal bevorderen, dat de heerlijke en cycliek „Rerum Novardm" wordt beg ie pen en in practijk gebracht. Indien een ieder, die spreekt van achter lijkheid zich daarbij steeds bewust was dat dit gemüs aan vooruitgang op de. eerste plaats bij hem zelf fee- oonstateerem is, wat zou daar de maatschappij bij welvaren. In dat verband i© het te begrijpen, hoe Paus Leo XIII z.g. dat heerlijke woord sprak. Indoen onze Katholieke vergaderingen alleen zouden worden geopend en geslo ton met den Christel ijken .groet, dan zoiu men zoo slecht begrijpen, waarom de Katholieken zich organise er-en op cónfes- sioneelen grondslag. Daarmede neemt men evenwel ee<n groote verantwordelijkherd op zich. Waar uit onze gedragingen geconclu deerd wordt het karakter onzer organisa ties, daar kaïn die verantwoordelijkheid worden begrepen. In .de allereerste plaats is en blijft dile Kathblselke organisatie voor velen een on schatbaar voorrecht In en door. die organisatie zult gij een der allerbeste middelen vinden cm staan de te blijven te midden der steeds toene mende verwarring vam dezen tijd. Dat aal tot uw ergen heil zijn. Weest er God dankbaar voor, dat Hij u het voorrecht gaf, er lid van te wonden. De Katholieke vereenrtgrngen kunnen er ook zooveel toe bijdragen om onze Room- isóhe Kerk te schragen, en te steunen. E:r wordt niet ingezien, dat ook wij dienen het nationale belang, dotor ons te wreenigen in Roomsche organisaties. In de toekomst zal dat blijken. Tal van anderen «verwijten otas, dajt wij minderwaardige zonen zajn van het Vaderland, minderwaardige dienaren van h'et Vorstenhuis. Misschien te laat zal blijken, dat men tóch vergist. Het Katholieke kruis houdt de bogen saam van onze Koningstroon. Dat moeten degenen beseffen, die ertoe medewerken, dat Kruis omver te halen om op die plaats te plaatsen de rooie vaan. de vaan van het socialisme. Van onze organisaties moet ook gezegd kunnen worden: „wanneer gij er u bij aansluit, dan worden ook uw stoffelijke belangen behartigd. Wanneer spr. de actie van dè arbeiders en den middenstand vergelijkt, dan mag bij de laat sten nog we,l wat meer activi teit Worden ontwikkeld. Werkt niet overhaastig, zegt spr., maar mei den noodigen haast. De totstandkoming van de Federatie heeft tè lang geduurd. Het bomt spr. voor, dat in verreweg de meeste, .plaatsen de kapitaalkrachtige mid denstanders weigeren aan de Roomsche middenstandsacUe deel te nemen. In onzen modernen tijd mogen wij vragen aan de genen, die wat hoogetr sitaan dan wij, dat zij in de eerste plaats z/ich aansluiten bij de Katholieke ongamisabiie. Onze organisaties moeten ook oven: meer geldmiddelen kunnen beschikken. De kracht de.r arbeiders-organisaties ligt in de ruime contributiegeAden, die daar bin nenkomen. Spr. brengt hulde aan P.rof. Aailberse, diie den middenstand zulk een enorm en dienst bewees met de wet op de oneer lijke concurrentie. Spr. dringt er op aan voor goed vak onderwijs te zorgen. Het nieuwe vak „(handelskennis" moet op de Lagere sdh'o- ien worden ingevoerd. Ook* aan de ovgamdsatite dor jeugd moet die noodtige aandacht worden gewijd. Dat is voor de toekomst van den middenstand van het grootste belang. Wij 1 erven in een buitengewoon moeilij ken tijd: Wanneer de Federatie eerder wais tot stand gekomen, dan kon heel wat krachtiger bij de Regeerimg worden opgetreden. Straks zal op economisch terrein fel ge streden worden. Om uwe belangen dan te kunnen behartigen, zeigt spr., moet ge thans uwe organisatie sterk maken. Zorgt, dat ge zijt en blijft principieel e Katholieken en behartigt daarnaast krach tig uwe stoffedijk» béLamjgen. Spreker wekt ten slotte de aanwezigen op trouwe onderdanen te. blijven van ons geëerfbiedifegd Voratenhunis. (Duid' applaus.) De voorzitter da/nikt Bairon van Wijn bergen voor zijn schitterend betoog en hloopt, dat zijn woorden vrucht zullen dragen voor den geheelen Katholiek en middenstand. (Applaus.) De begrooting. Voortgegaan wordt thans met de be handeling van de Bondsbegrootriiig. De af dealing Den Haag maakt bezwaar tegen de voorgestelde contrihutieverhoo- giing en stelt voor een eventueels verhoo- gang te doen ingaan hij het boekjaar van ed/ke afdeeldng afzonderlijk. Namens de provincie Zeeland wordt verklaard, dat wanneer de contributie cp een dusdanige wijze zou worden vritoogd, alle Zeeuwsche afdeelingen „De Hanzef' zouden verlaten. De heer Zuidam (Delft) zal vóór de be grooting stemmen. De afdeeling Delft zou wenschen, dat aan de commissie van be heer van het orgaan gevraagd zal wor den een verplicht abonnement te stellen. Djen Haag is ook tegen een aflossing van het nadeelig saldo ineens; voorgesteld wordt da aflossing te doen geschieden in 4 jaren, waardoor de contributie zou kun nen worden gebracht op f 1. De heer Spendel (Leiden) deelt namens de afdeeling mede, dat zij voor conferibu- verhooging is. Zij meent evenwel, dat he* orgaan gelicht moet worden uit de be grooting. Zij stelt verder voor een ver plicht abonnement voor de afdeelingen te stellen. De heer Kijsper (Alkmaar) zegt, dat de contributiën over het algemeen te laag zijn. De afdeeling heeft dan ook besloten de contributie te verhoogen van f 3.50 op f 5.De afdeeling meent, dat de Bonds- con tribu tie verhoogd moet worden, wil de Bond voor het welzijn van allen werkzaam kunnen zijn. De afdeeling Amsterdam verklaart zich voor controbutieverhooging. Gemeend wordt, dat bemiddelingsvoorstellen de bond niet zullen brengen waarhij zijn moet. De Voorzitter sluit de algemeene be schouwingen en beantwoordt de verschil lende sprekers, waarna den eersten dag van de vergadering wordt gesloten. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Kosten ter bestrijding van het mond- en klauwzeer. Ingediend ifl een websantwcip tot ttef- fiisng van bijdragen dn de kosten van be strijding van het mond- en klauwzeer. Voorgesteld wordt te bepalen, dat in de •kosten van bestrijdamg van het mond- en klauwzeer wordt bijgedragen door ieder, die hier fee lande rundvee, schopten of var kens houdt, en dot jaarlijks wordt bijge dragen: a. voor üiedar rund met twee of meer breede tanden één gulden; to. voor ieder rand zonder breed1© tan den vijffeig cent; c. voor adht schampen, acht varkens of acht sdhopen en varkens één gulden; d. voor iedere vier schapen, vier varkens of vter schapen en vaikens, boven acht, vijftig cent. Voor kalveren jonger dan drie maan den, Jammeren jonger dan twee maan den en biggen jonger dian zes weken ifl geen bijdrage veschuMiiigd. De toijidinage word't berekend naar dan toestand op 15 Januari. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: De bestrijding van het mond- en klauw zeer is tot dusver bekostigd uit 's Rijk» kas. Het bijzonder bel-ang, dat de veehou ders bij de bestrijding der EJiékte hebben boven de andere groepen der bevolkmngv wordt daarbij miskend. Het bedrag der bijdrage is in het ont werp zoo gesteld, dat zij geen drukkend en anvtoed op de veehouders uitoefenen, ter wijl de minder ruiim bedeelden, die Biecht» onkel© schapen of varkens houden, van de bijdragen zijn vrijgesteld. De bijdragen wonden verdubbeld voor zooveel runderen betreft welke worden gehouden in de gemeenten waar do vee houderij eene overwegends püaats in neemt. Terf einde wanneer gedurende gerta- men tijd geen mond- en klauwzeer in ern stige nuate beeft geheersdht, de belangheb benden niet blijvend1 te beziwanen met een bijdrage, is bepaald, dat d© bijdrage tij- deflijk zal ophouden, zoodra en zoo lang de rekening, waarin de bijdragen zuMen warden goed geschreven, een crediitsaLcUfe aanwijst van tem minste tien mölMoeó gulden. De opbrengst der bijdragen wondt glo-, baal getaohat op mffllioem gulden. Daar bij is nog ón heit oog te houden dat de veestapel .sedert 1910 belangrijk i© voor uitgegaan. Gemengde berichten. Een aanranding. Gistermiddag ver voegden zich ten huize van den heer M., in het Van Bergen IJzendoornpark te Gouda twee 18-jarige personen, zekere H-, en Z. uit Rotterdam, die hem over zaken wensch- ten te spreken. De zaken werden afgehan deld en ze vertaokken. Na in een café iets te hebben gebruikt, gingen de beide perso nen 's avonds wederom naar de woning van den heer M. en werden binnengelaten on der voorgeven, dat ze een manchetknoop hadden verloren. Nauwelijks waren zij bin nen, of de heer M. werd aangevallen en gestoken met een dolk. De vrouw van M. die op do geruchten in de gang was komen toeloopen, maakte, toen zij zag, wat er ge beurde, vreeselijk misbaar, waarop de bei de mannen de vlucht namen, door slooten en landerijen, achtervolgd door burgers. Toevallig waren in een stuk land enkele personen aan 't oefenen met politie honden en toen de beide personen revol verschoten losten op het hen achtervolgen de publiek, werden de honden losgelaten en hadden de aanranders spoedig te pak ken. Door burgers werden de beide man nen aan de politie overgeleverd. Het doel van den aanslag is bij den een geweest wraak, bij den ander roofzucht. De wonden van M. zijn niet ernstig. Botsing. Maandagavond word i ij den spoorwegoverweg te Puimerend ('e auto van den rijtuigverhuurder Regter uit Edom, bestuurd door diens zoon, ooor den trein uit Hoorn aangereden en fr.iheel vernield. De bestuurd ei' werd over den neergelaten afsluitboom op straat ge slingerd, doch bekwam slechts i.chte kneuzingen. Hij word per rijtuig naar Edam .overgebracht. De passagier, <ie ver- kooper Van der Linden, uit Amsterdam. FEUILLETON. Aan de grens. „Döor de grenswacht onder O.... wer den twee smokkelaars aangeschoten en Bwaar g.ewond." Dergelijke berichten, staan, in de cou ranten, heel vaak men leest ze elkaar aan de koffietafel voor en legt de courant flan met een „niets bijzonders!" op zij. Niets bijaondoarai Weet gie wat dat onnoozel berichtje 3>ractlsch beteekent. Waarde lezetr? Wij militairen zijn in de eerste plaats voorbereid orp het zrien vam bloed en vree- feelijke waaiden. We weten, .dat "het ons eiiigen lot zal kunnen zijn, d'ie aan den lijive te voelen. We weten, dat w.e onze kameraden, onze liefste vrienden mis- schi'on bloedend en verminkt naast ona Bullen zien vallen we zullen er ons in Weten te schikken. Maar let wel het in ben groot verschil, of zoo iets een militair <e overkomt of een ander! In het eerste I geval buigen we het hoofd voor het onver- t mijdelijke maar in bet andere-, wanneer .we daar een burger zien wentelen in het a bloed1... mrdssoh'ien zei fis .een vrouw... dan s komt de walging bpven en denkt men aan .oneervol slagerswerk. Een mooie .stille morgen, met zonne schijn boven lachend groene velden, is 'opgegaan boven ons Hollandsch grensge- vroolijk zingen de vogels en alle» ademt vrede en rast. En wanneer daar in de verte dof het kanon donderde, zou men roeeaien, dat de heele oorlog maar een cange droom was geweeöt. De soldaten liggen opi typt gras buiiten .wach thute, rekken tóich behaaglijk uit. de wachtcommandant zit rook end op dein drempel en leest een brief van zijn sweethaart. De luitenant van piket rijdt voorbij op de fiets, alle gezichten staan vroolijk. Uren lang gebeurt er niets, de aflossingen gaan hun gewonen gang, nu en dan verschijnt er een boer,., in de ver te is er een aan het ploegen. Daar duikt plotseling tusschen he.t kreupelhout langs het grenspad een klei ne stoet op, eenage mannen, een paar vrouwen, een soldaat voorop twee achter- nam: een van het diraagt bussen en flesschen. 't Zijn gepakte smokkelaars, die opgebracht worden naar de hoofd wacht, alwaar proces-verbaal zal worden opgemaakt. Voor het weggaan heeft de luitenant hen nog gewaarschuwd: „Tracht niet te ontvluchten, want «r woindt op juIJiie geschoten, je weet er alles van." Op dien vvelgemeenden raad hebben ze geant woord met scheldwoorden, onverschillig gelaclh en verdere fraaiigheden, wel ge schikt om iemand het bloed aan het koken te brengen. Maar de miLtitairen zijn dat gewend, de officier wijst in de richting van de (hoofdwacht en de stoet zet zich in beweging. Eenigen tijd gaat alles goed de spot tend© 'Scheldwoorden craiet meegerekend, die de soldaten te hooren^ krijgen. Maar dan komt men op een open plek. linke loopt een sloot, aan d© overzijde daarvan, ligt Belgisch grondgebied. „Kijk, zioo'n kleiin eindje maar en dan zijn .wij vrij", fluistert een der vrouwen, e.r heen wijzend. En plotsefl/ing zetten bed den het op een loopen naar de sloot. Al gemeene verwarring. De m-annen juichen eb joelen, tie goldatep ijlen to& „Kalmte! Wat is hier gaande?" De vrouwen hoaren niet, loopen door, haast zijn zij bij de sloot. Een knal, nog een daar ziniken de twee kermend ineen, een roode plas bloed stroomt over japon en boezelaar en verft het g.ras donker. Luid gejammer der mannen. De solda ten die geschoten hebben, staan als ver steld. roerloos, bleek, ^wankelend... uit het nabij zijnde wachthuis komt de^com- mandant met zijn manschappen ijlings toeftoopenuit de woningen aan de overzijde komen de bewoners op een draf je kijken .in de verte wordt de luitenant vam pfLket zichtbaar, die op zijn fiets komt aanrennen. Intusischen zijn e enige militairen aan gevangen, met hunne verb and pakjes de vrouwen te verbinden. De een heeft een schot in de borst en ligt doodstil, bloedt weinig de ander hoeft den rechtertoo- vemarrn verbrijzeld, ligt in een plas bloed en jammert luiid. De soldaten steken de hoofden bij elkaar, fulsteren ontzet slechts weinigen zijn kalm. Daarentegen ontbreekt het niet aan ordtieik van de zijde der bewoners. „Ze moste jullie allemaal kapotscliiete, smeerlaippe," roeplt er een, moodenaars! ploerte! Als 't mijn zuster was, dan ver moordde ik jullie" en dergelijke fraaiig heden zelfs dringen enkelen dreigend op. „Hou je kalm, zijn jullie gek," stuift öe sergeant op, die zijn hoofd eenigszins •kwijt is. „Kunnen wij het heipen, wij doen ook onzen plicht! Waarom loopen zij dan wieg?" „•Ge hoeft niet te schiete 't zijn men- sjChe, diio ge veur. hèt.,£ „Wie heet het gedoan? Dan moste ze 'm todh"... „Kalmfcel Wat is hdeir gaande?" De of ficier dringt tussdhen d© scheldenden door. „Ik hoorde sohdeten, ia er soms Iemand gewond..." „JaweUuit doe twee vrouwen daar..." „Twee vrouwe 't is gosgeklaagd zoo maar neer te schiet e... Ze moste jullie eteenige, heeste, die ge aijt..." De jonge officier wemdt zich heftig om, zwijgend, met flikkerende oog en monstert hij de dreiigende mopperaars, die in zijn richting trachten op te dringen. De sol daten kijkem vol spanning naar hun aan voerder, enkelen malen een beweging, als of zij een kring om hem .willen vormen. „Wie yimdt het hder noodrig, critiek te oefenen?" klinkt het, kalm, maar snijdend van zijn lippen, „als <s% iemand wat te zeggen heeft, wil &k hem heel graag te woord staan..." De toeschouwers gaan wat achteruit, verbluft... ..Luitenant, dat is toch geen manier van doen..." „Wat?" „Wel, da' schiet©..." ,,Doe-n ze dat soms zoo maar voor hun pleizier hier?" „Nee, d'at nou nie... mar..." „Hoor eens, menschen ik vind het gevoJ net- even ellendig ail-s jullie ook. Maar 't moest zoo. En in plaats van hier nou te gaan schelden, moest jultóe liever den dokter gaan halen en: den pastoor, ook... Schelden kan iedereen wel. maar daar zijn we niet mee geholpen..." Dat helpt, de menschen gaan uiteen en da luitenant buigt tóch over de getroffe nen. De een ligt doodstil, zegt niets, kijkt met wijdgeopende zwarte oogen rond. De ander, blauw in het gezicht, kermt met bloedLooze lippen c*m water. „Geef eens een veJdflesdh vol," beveelt de oficier en beurt het hoofd van de ge troffene op. „Hier, drink eens, stakkerd; heb je veN. pijn?" „Oeje, oeje, oeje, meniler... ge had ma moar dood moet© schiete..." „Wat nou? Geen kwestie van, hoorl Strakt komt de dokter." Inlusschen i9 er een van de soldaten op de fiets van den officier naar het dorp ge gaan om den militairen dokter te gaaa halen en tevens een paar brancards. De luitenant staat op. „Wie heeft er ge schoten?" De anderen wijzen naar een soldaat, die tegen een boom leunt. .Vertel me eens, hoe het kwam, jongl Liepen ie weg?" De dader kijkt doodsbleek op, wankelt, hij wal spreken, maar kan niet. „Ben je er beroerd van, jong?" Hij knikt. „Breng hem naar de wacht terug'1, luidt het bevel. lntussohen brengen e enige soldaten ver- ölag uit van het gebeurde, fnaar worden! daarin gehinderd' door de mannein-smok kelaars, die er doorheen schreeuwen: „Da's niie voor! Ze hehbe nie oangew roepe! Ze schote zoo mar." Ten laatste geeft de luitenant het op 't eeval -zal later wel onderzocht worden. Dan verschijnt de dokter op de £i©t& haastig loopt hij naar de gewonden, bö« kijkt ze lang, vraagt sv&t.. étaai dan lang» saasn op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1