weede Blad.
JAAROANO. n W8
£eicbolie (Bouïmd
Woensdag 19 Juli 1916
eirond van R.K. Middenstandsver-
ui ligingen in het Bisdom Haarlem.
,K'S (Van onzen Verslaggever.)
vem
,Ta heropening der vergadering deelt de
elijj >rzitter mede, clat is ingekomen eep te-
mvi iam van de Hanze in het Bisdom Bre-
>aa dat de afgevaardigde verhinderd is,
d vargade-ring bij te wonen, eveneens een
atuegram van de heer Van Uderi te 's-Gra-
ïhage hetzelfde meldend,
heer Potharst (Gouda) bespreekt bier-
het jaarverslag. Spr. noemt het een on-
lelijke eisch van het bestuur, van de
-liet leelingen een beredeneerd verslag te
zon chen. Spr. beveelt aan vragenlijsten aan
JSpj secretarissen der af deelingen, te zonden.
Voorzitter antwoordt, dat naar zijn
ei eenling een dergedijke regeling geen aan-
veling verdient. Spr. gelooft, dat we dan
ion» nog grooter moeilijkheden zouden stui-
V i L.
eoit Alsnu bracht de penningmeester, de
daber J. G. L. Wijdeman het financieel
rslag uit. De inkom sten en uitgaven over
gei 15/1916 sluiten met een bedrag van
ha?l643.78. Hieruit moet niet geconcludeerd
he orden, zegt de penrringm^esterj dat de
i-de oud geen baten of lasten heeft. De Bond
^arjeett nog verschillende posten te voldoen,
e buiten de begrooting werden toege-
&-an.
e® Met gemengde gevoelens brengt spr. dit
uit, waar vele afdeelmgen in
pbreke gebleven zijn aan hun fdnanoieele
erplichtingen te voldoen. Naast huld6 en
tank aan de afdeelmgen, die hun finan
cieel© verplichting nakwamen, uit spr. een
g^pooa-d van afkeuring aan die afdeeiungen,
^tie wel in de lusten, maar niet in de las-
erjn van den Bond wenschen te deelen.
Spr. eindigt zijn verslag met een woord
dank aan de commissie yan beheer
®|oor de gehouden controle.
De voorzitter brengt den penningmees-
Ier dank vooir zijn uitgebreid jaarverslag.
|De commissie tot nazien van de rekening
verantwoording van den penningmees-
fr brengt vervolgens verslag uit De com-
lissie (de afdeelingen Ziirikzee en Am
sterdam) heeft de rekening in orde bevon
den, brengt den penningmeester dank voor
jn accuraat beheer en stelt de vergadering
hem te dechargeeren, waartoe onder
iplaus besloten wordt.
De heer Kamerbeek deelt mede, dat het
commissie, belast met 't nazien van de
ening en verantwoording van de or-
an-oommirssi.©, niet mogelijk ise deze re-
te keuren, omdat is uitgeble-
in het kasboek over te leggen, .waarom
rj voorstelt de goedkeuring aan te houden.
Besloten wordt de rekening goed te keu-
in.
Aan de orde wordt nu gesteld de begroo-
ng 1916—1917, welke bedraagt dn ontvang-
ten en uitgaven f H.285.
In verban'd met de bondsbegrooting biedt
Ie commissie van beheer de begrooting
tan ten dienste van het bondsblad ,,Dé
ruTjttanze" voor het tijdvak 1 Mei 1916—30
Lpjnil 1917.
k0 Onder de ontvangsten komt een bedrag
Boor van f 5000.— aan te vragen aan den
leniralen Raad.
Voorgesteld wordt, in verband met de
(rersclMllende hooge uitgaven, die te wach-
;en zijn, de contributie der afdeelingen te
uijfoepalen op f 1.85 per lid.
De Voorzitter opent de algemeene be
schouwingen.
De heer Zuidam (Delft) stelt voor de be-
ferooting van het orgaan voor te laten gaan.
etiondat door de orgaanbegrooting detoonds-
bogrooting wordt gedrukt.
Spr. stelt voor de post van f 5000.voor
het orgaan er uit te lichten en dan de be-
grooting te behandelen zonder dit crediet.
Spr. gelooft, dat deze f 5000.— lang met vol
doende zullen zijn om de kosten van het
orgaan te dekken.
De heer Potharst (Gouda) gaat met het
eerste gedeelte van hetgeen de heer Zui
dam heeft gesproken mede.
De heer v. d. Kleij (Zaandam) vraagt of
het bestuur bij de oontributieverhooging
rekening heeft gehouden met de kleine af
dalingen. Spr. zegt, dat, wanneer de con
tributie zal stijgen tot f 1.85, de afdeeling
zeker zal ten gronde gaan, bet ledental
zal tot de helft vermin deren. Spr. spoort de
kleine afdeelingen aan de contributiever-
hoogingen niet te aanvaarden.
De heer Bosse (Haarlem) meent dat de
Bond de eerste post van de uitgaven, nadee-
lig saldo A. P. f 4193.70 met in een jaar
moet aflossen. Spr. stelt voor bet eerste
jaar af te doen f 1193.70, de dne volgende
jaren telkens f 1000.Zoodoende zou de
contributie f 0.50 minder kunnen worden
en gebracht worden op f 1.35.
Onder applaus treedt hierna Mr. Baron
A. van Wijnbergen binnen, die door den
voorzitter wordt welkom geheelen en het
woord wordt verleend tot bet houden van
een "rede over: „Middenstandsorganisatie
op Katholieken grondslag." De behande
ling van de begrooting wordt in verband
hiermede geschorst.
Re.de van Bacon van
W ij n b e r g e n.
Baron van Wijnbergen zegt met groot
genoegen de uitnoodiiiging om hier te ko
men spreken te hebben ontvangen en
aanvaard.
De middenstanders beseffen, zegt spr.,
dat ook door anderen aan hunne zaak
belangstelling moet worden gewijd.
Spr. meent te mogen zeggen, dat onder
Katholieken geen reden tot verwijdering
naar voren mag worden gebracht.
Met iedere stand heeft uitsluitend voor
zich zelf le zorgen. De verschillende stan-
'den hebben elkaar de hand fee •reiken om
gezamenlijk te kunnen blijven staan. Dat
is de Christelijke democratie.
We hebben allien opwekking noodêg.
Toch mag daaruit nftet worden afgeleid,
dat de imiiidde-nstandseaak er slecht .voor
staat. We hebben helden gehad, die de
organisatie tot stand brachten en baar
tot op deze hoogte hebben opgewerkt.
Om het getaof op peil te houden, moet
de organisatie in Katholieke banen wor
den geleid. Op tal van plaatsen hebben
we bloeiende Katholieke middenstands-
vereenigingen en vakvereengingen. Twin
tig jaar geileden durfde men dat niet ver
moeden.
Het moet met groote dankbaarheid er
kend worden, dat onder leiding onzer
Nederlai&dsche bisschoppen en op aan
sporing van het Vafcioaan onder Gods on-
mósbaren zegen de Roomsche midden
stand svereendgingen zich tot groote hoog
te hebben opgewerkt.
De organisatie moet evenwel steeds
worden vooruit gebracht. Anders zou de
maatschappij ontwricht worden.
Geheel de maatschappij moet worden
opgebeurd.
Op Christus' Goddelijk recht moet alles
worden opgebouwd. Alles moet worden
hersteld in Qh rist us.
Hot „Heb uw naasten lief gelijk u zei-
ven" is niet alleen tot het individu, maar
ook tot de standen gezegd.
Zoo moet de organisatie noodwendig
Katholiek zijn!
Voortdurend moet de noodzak e 1 i j kh eM
v.an een Kabhioliidke organisatie naar vo-
mem worden gebracht. De strijd tusschen
geloof en ongeloof toekent tóch meer en
meer scherp af.
Het Katholiek karakter waarborgt, dat
niet in een dollzinmiig voorthollen, allean
door eigenbelang gedreven, de grootst m»-
goijke hevredigfi/ng mnet woerden gezocht.
De Hefde jegens elkander en jegens an
doren wordt door deze organisatie voor-
Dat karakter onder de leden dar ongar
tniisatfle zal er toe leiden, den vreide te ver
krijgen, die eens in den Kerstnacht werd
bejbootfd.
Riet zal bevorderen, dat de heerlijke en
cycliek „Rerum Novardm" wordt beg ie
pen en in practijk gebracht.
Indien een ieder, die spreekt van achter
lijkheid zich daarbij steeds bewust was dat
dit gemüs aan vooruitgang op de. eerste
plaats bij hem zelf fee- oonstateerem is, wat
zou daar de maatschappij bij welvaren.
In dat verband i© het te begrijpen, hoe
Paus Leo XIII z.g. dat heerlijke woord
sprak.
Indoen onze Katholieke vergaderingen
alleen zouden worden geopend en geslo
ton met den Christel ijken .groet, dan zoiu
men zoo slecht begrijpen, waarom de
Katholieken zich organise er-en op cónfes-
sioneelen grondslag.
Daarmede neemt men evenwel ee<n
groote verantwordelijkherd op zich.
Waar uit onze gedragingen geconclu
deerd wordt het karakter onzer organisa
ties, daar kaïn die verantwoordelijkheid
worden begrepen.
In .de allereerste plaats is en blijft dile
Kathblselke organisatie voor velen een on
schatbaar voorrecht
In en door. die organisatie zult gij een
der allerbeste middelen vinden cm staan
de te blijven te midden der steeds toene
mende verwarring vam dezen tijd.
Dat aal tot uw ergen heil zijn.
Weest er God dankbaar voor, dat Hij
u het voorrecht gaf, er lid van te wonden.
De Katholieke vereenrtgrngen kunnen er
ook zooveel toe bijdragen om onze Room-
isóhe Kerk te schragen, en te steunen.
E:r wordt niet ingezien, dat ook wij
dienen het nationale belang, dotor ons te
wreenigen in Roomsche organisaties. In
de toekomst zal dat blijken.
Tal van anderen «verwijten otas, dajt
wij minderwaardige zonen zajn van het
Vaderland, minderwaardige dienaren van
h'et Vorstenhuis.
Misschien te laat zal blijken, dat men
tóch vergist.
Het Katholieke kruis houdt de bogen
saam van onze Koningstroon.
Dat moeten degenen beseffen, die ertoe
medewerken, dat Kruis omver te halen
om op die plaats te plaatsen de rooie
vaan. de vaan van het socialisme.
Van onze organisaties moet ook gezegd
kunnen worden: „wanneer gij er u bij
aansluit, dan worden ook uw stoffelijke
belangen behartigd.
Wanneer spr. de actie van dè arbeiders
en den middenstand vergelijkt, dan mag
bij de laat sten nog we,l wat meer activi
teit Worden ontwikkeld.
Werkt niet overhaastig, zegt spr., maar
mei den noodigen haast.
De totstandkoming van de Federatie
heeft tè lang geduurd.
Het bomt spr. voor, dat in verreweg de
meeste, .plaatsen de kapitaalkrachtige mid
denstanders weigeren aan de Roomsche
middenstandsacUe deel te nemen. In onzen
modernen tijd mogen wij vragen aan de
genen, die wat hoogetr sitaan dan wij, dat
zij in de eerste plaats z/ich aansluiten bij
de Katholieke ongamisabiie.
Onze organisaties moeten ook oven: meer
geldmiddelen kunnen beschikken. De
kracht de.r arbeiders-organisaties ligt in
de ruime contributiegeAden, die daar bin
nenkomen.
Spr. brengt hulde aan P.rof. Aailberse,
diie den middenstand zulk een enorm en
dienst bewees met de wet op de oneer
lijke concurrentie.
Spr. dringt er op aan voor goed vak
onderwijs te zorgen. Het nieuwe vak
„(handelskennis" moet op de Lagere sdh'o-
ien worden ingevoerd.
Ook* aan de ovgamdsatite dor jeugd moet
die noodtige aandacht worden gewijd. Dat
is voor de toekomst van den middenstand
van het grootste belang.
Wij 1 erven in een buitengewoon moeilij
ken tijd: Wanneer de Federatie eerder
wais tot stand gekomen, dan kon heel
wat krachtiger bij de Regeerimg worden
opgetreden.
Straks zal op economisch terrein fel ge
streden worden. Om uwe belangen dan te
kunnen behartigen, zeigt spr., moet ge
thans uwe organisatie sterk maken.
Zorgt, dat ge zijt en blijft principieel e
Katholieken en behartigt daarnaast krach
tig uwe stoffedijk» béLamjgen.
Spreker wekt ten slotte de aanwezigen
op trouwe onderdanen te. blijven van ons
geëerfbiedifegd Voratenhunis. (Duid' applaus.)
De voorzitter da/nikt Bairon van Wijn
bergen voor zijn schitterend betoog en
hloopt, dat zijn woorden vrucht zullen
dragen voor den geheelen Katholiek en
middenstand. (Applaus.)
De begrooting.
Voortgegaan wordt thans met de be
handeling van de Bondsbegrootriiig.
De af dealing Den Haag maakt bezwaar
tegen de voorgestelde contrihutieverhoo-
giing en stelt voor een eventueels verhoo-
gang te doen ingaan hij het boekjaar van
ed/ke afdeeldng afzonderlijk.
Namens de provincie Zeeland wordt
verklaard, dat wanneer de contributie cp
een dusdanige wijze zou worden vritoogd,
alle Zeeuwsche afdeelingen „De Hanzef'
zouden verlaten.
De heer Zuidam (Delft) zal vóór de be
grooting stemmen. De afdeeling Delft zou
wenschen, dat aan de commissie van be
heer van het orgaan gevraagd zal wor
den een verplicht abonnement te stellen.
Djen Haag is ook tegen een aflossing van
het nadeelig saldo ineens; voorgesteld
wordt da aflossing te doen geschieden in
4 jaren, waardoor de contributie zou kun
nen worden gebracht op f 1.
De heer Spendel (Leiden) deelt namens
de afdeeling mede, dat zij voor conferibu-
verhooging is. Zij meent evenwel, dat he*
orgaan gelicht moet worden uit de be
grooting. Zij stelt verder voor een ver
plicht abonnement voor de afdeelingen te
stellen.
De heer Kijsper (Alkmaar) zegt, dat de
contributiën over het algemeen te laag
zijn. De afdeeling heeft dan ook besloten
de contributie te verhoogen van f 3.50 op
f 5.De afdeeling meent, dat de Bonds-
con tribu tie verhoogd moet worden, wil de
Bond voor het welzijn van allen werkzaam
kunnen zijn.
De afdeeling Amsterdam verklaart zich
voor controbutieverhooging. Gemeend
wordt, dat bemiddelingsvoorstellen de
bond niet zullen brengen waarhij zijn
moet.
De Voorzitter sluit de algemeene be
schouwingen en beantwoordt de verschil
lende sprekers, waarna den eersten dag
van de vergadering wordt gesloten.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Kosten ter bestrijding van het mond- en
klauwzeer.
Ingediend ifl een websantwcip tot ttef-
fiisng van bijdragen dn de kosten van be
strijding van het mond- en klauwzeer.
Voorgesteld wordt te bepalen, dat in de
•kosten van bestrijdamg van het mond- en
klauwzeer wordt bijgedragen door ieder,
die hier fee lande rundvee, schopten of var
kens houdt, en dot jaarlijks wordt bijge
dragen:
a. voor üiedar rund met twee of meer
breede tanden één gulden;
to. voor ieder rand zonder breed1© tan
den vijffeig cent;
c. voor adht schampen, acht varkens of
acht sdhopen en varkens één gulden;
d. voor iedere vier schapen, vier varkens
of vter schapen en vaikens, boven acht,
vijftig cent.
Voor kalveren jonger dan drie maan
den, Jammeren jonger dan twee maan
den en biggen jonger dian zes weken ifl
geen bijdrage veschuMiiigd.
De toijidinage word't berekend naar dan
toestand op 15 Januari.
Aan de Memorie van Toelichting wordt
het volgende ontleend:
De bestrijding van het mond- en klauw
zeer is tot dusver bekostigd uit 's Rijk»
kas. Het bijzonder bel-ang, dat de veehou
ders bij de bestrijding der EJiékte hebben
boven de andere groepen der bevolkmngv
wordt daarbij miskend.
Het bedrag der bijdrage is in het ont
werp zoo gesteld, dat zij geen drukkend en
anvtoed op de veehouders uitoefenen, ter
wijl de minder ruiim bedeelden, die Biecht»
onkel© schapen of varkens houden, van
de bijdragen zijn vrijgesteld.
De bijdragen wonden verdubbeld voor
zooveel runderen betreft welke worden
gehouden in de gemeenten waar do vee
houderij eene overwegends püaats in
neemt.
Terf einde wanneer gedurende gerta-
men tijd geen mond- en klauwzeer in ern
stige nuate beeft geheersdht, de belangheb
benden niet blijvend1 te beziwanen met een
bijdrage, is bepaald, dat d© bijdrage tij-
deflijk zal ophouden, zoodra en zoo lang
de rekening, waarin de bijdragen zuMen
warden goed geschreven, een crediitsaLcUfe
aanwijst van tem minste tien mölMoeó
gulden.
De opbrengst der bijdragen wondt glo-,
baal getaohat op mffllioem gulden. Daar
bij is nog ón heit oog te houden dat de
veestapel .sedert 1910 belangrijk i© voor
uitgegaan.
Gemengde berichten.
Een aanranding. Gistermiddag ver
voegden zich ten huize van den heer M., in
het Van Bergen IJzendoornpark te Gouda
twee 18-jarige personen, zekere H-, en Z.
uit Rotterdam, die hem over zaken wensch-
ten te spreken. De zaken werden afgehan
deld en ze vertaokken. Na in een café iets
te hebben gebruikt, gingen de beide perso
nen 's avonds wederom naar de woning van
den heer M. en werden binnengelaten on
der voorgeven, dat ze een manchetknoop
hadden verloren. Nauwelijks waren zij bin
nen, of de heer M. werd aangevallen en
gestoken met een dolk. De vrouw van M.
die op do geruchten in de gang was komen
toeloopen, maakte, toen zij zag, wat er ge
beurde, vreeselijk misbaar, waarop de bei
de mannen de vlucht namen, door
slooten en landerijen, achtervolgd door
burgers. Toevallig waren in een stuk land
enkele personen aan 't oefenen met politie
honden en toen de beide personen revol
verschoten losten op het hen achtervolgen
de publiek, werden de honden losgelaten
en hadden de aanranders spoedig te pak
ken. Door burgers werden de beide man
nen aan de politie overgeleverd. Het doel
van den aanslag is bij den een geweest
wraak, bij den ander roofzucht. De wonden
van M. zijn niet ernstig.
Botsing. Maandagavond word i ij den
spoorwegoverweg te Puimerend ('e auto
van den rijtuigverhuurder Regter uit
Edom, bestuurd door diens zoon, ooor den
trein uit Hoorn aangereden en fr.iheel
vernield. De bestuurd ei' werd over den
neergelaten afsluitboom op straat ge
slingerd, doch bekwam slechts i.chte
kneuzingen. Hij word per rijtuig naar
Edam .overgebracht. De passagier, <ie ver-
kooper Van der Linden, uit Amsterdam.
FEUILLETON.
Aan de grens.
„Döor de grenswacht onder O.... wer
den twee smokkelaars aangeschoten en
Bwaar g.ewond."
Dergelijke berichten, staan, in de cou
ranten, heel vaak men leest ze elkaar
aan de koffietafel voor en legt de courant
flan met een „niets bijzonders!" op zij.
Niets bijaondoarai
Weet gie wat dat onnoozel berichtje
3>ractlsch beteekent. Waarde lezetr?
Wij militairen zijn in de eerste plaats
voorbereid orp het zrien vam bloed en vree-
feelijke waaiden. We weten, .dat "het ons
eiiigen lot zal kunnen zijn, d'ie aan den
lijive te voelen. We weten, dat w.e onze
kameraden, onze liefste vrienden mis-
schi'on bloedend en verminkt naast ona
Bullen zien vallen we zullen er ons in
Weten te schikken. Maar let wel het in
ben groot verschil, of zoo iets een militair
<e overkomt of een ander! In het eerste
I geval buigen we het hoofd voor het onver-
t mijdelijke maar in bet andere-, wanneer
.we daar een burger zien wentelen in het
a bloed1... mrdssoh'ien zei fis .een vrouw... dan
s komt de walging bpven en denkt men aan
.oneervol slagerswerk.
Een mooie .stille morgen, met zonne
schijn boven lachend groene velden, is
'opgegaan boven ons Hollandsch grensge-
vroolijk zingen de vogels en alle»
ademt vrede en rast. En wanneer daar in
de verte dof het kanon donderde, zou men
roeeaien, dat de heele oorlog maar een
cange droom was geweeöt.
De soldaten liggen opi typt gras buiiten
.wach thute, rekken tóich behaaglijk
uit. de wachtcommandant zit rook end op
dein drempel en leest een brief van zijn
sweethaart. De luitenant van piket rijdt
voorbij op de fiets, alle gezichten staan
vroolijk. Uren lang gebeurt er niets, de
aflossingen gaan hun gewonen gang, nu
en dan verschijnt er een boer,., in de ver
te is er een aan het ploegen.
Daar duikt plotseling tusschen he.t
kreupelhout langs het grenspad een klei
ne stoet op, eenage mannen, een paar
vrouwen, een soldaat voorop twee achter-
nam: een van het diraagt bussen en
flesschen. 't Zijn gepakte smokkelaars,
die opgebracht worden naar de hoofd
wacht, alwaar proces-verbaal zal worden
opgemaakt. Voor het weggaan heeft de
luitenant hen nog gewaarschuwd: „Tracht
niet te ontvluchten, want «r woindt op
juIJiie geschoten, je weet er alles van." Op
dien vvelgemeenden raad hebben ze geant
woord met scheldwoorden, onverschillig
gelaclh en verdere fraaiigheden, wel ge
schikt om iemand het bloed aan het koken
te brengen. Maar de miLtitairen zijn dat
gewend, de officier wijst in de richting
van de (hoofdwacht en de stoet zet zich in
beweging.
Eenigen tijd gaat alles goed de spot
tend© 'Scheldwoorden craiet meegerekend,
die de soldaten te hooren^ krijgen. Maar
dan komt men op een open plek. linke
loopt een sloot, aan d© overzijde daarvan,
ligt Belgisch grondgebied.
„Kijk, zioo'n kleiin eindje maar en dan
zijn .wij vrij", fluistert een der vrouwen,
e.r heen wijzend. En plotsefl/ing zetten bed
den het op een loopen naar de sloot. Al
gemeene verwarring. De m-annen juichen
eb joelen, tie goldatep ijlen to&
„Kalmte! Wat is hier gaande?" De
vrouwen hoaren niet, loopen door, haast
zijn zij bij de sloot. Een knal, nog een
daar ziniken de twee kermend ineen,
een roode plas bloed stroomt over japon
en boezelaar en verft het g.ras donker.
Luid gejammer der mannen. De solda
ten die geschoten hebben, staan als ver
steld. roerloos, bleek, ^wankelend... uit
het nabij zijnde wachthuis komt de^com-
mandant met zijn manschappen ijlings
toeftoopenuit de woningen aan de
overzijde komen de bewoners op een draf
je kijken .in de verte wordt de luitenant
vam pfLket zichtbaar, die op zijn fiets komt
aanrennen.
Intusischen zijn e enige militairen aan
gevangen, met hunne verb and pakjes de
vrouwen te verbinden. De een heeft een
schot in de borst en ligt doodstil, bloedt
weinig de ander hoeft den rechtertoo-
vemarrn verbrijzeld, ligt in een plas bloed
en jammert luiid. De soldaten steken de
hoofden bij elkaar, fulsteren ontzet
slechts weinigen zijn kalm.
Daarentegen ontbreekt het niet aan
ordtieik van de zijde der bewoners.
„Ze moste jullie allemaal kapotscliiete,
smeerlaippe," roeplt er een, moodenaars!
ploerte! Als 't mijn zuster was, dan ver
moordde ik jullie" en dergelijke fraaiig
heden zelfs dringen enkelen dreigend
op.
„Hou je kalm, zijn jullie gek," stuift öe
sergeant op, die zijn hoofd eenigszins
•kwijt is. „Kunnen wij het heipen, wij doen
ook onzen plicht! Waarom loopen zij dan
wieg?"
„•Ge hoeft niet te schiete 't zijn men-
sjChe, diio ge veur. hèt.,£
„Wie heet het gedoan? Dan moste ze
'm todh"...
„Kalmfcel Wat is hdeir gaande?" De of
ficier dringt tussdhen d© scheldenden
door. „Ik hoorde sohdeten, ia er soms
Iemand gewond..."
„JaweUuit doe twee vrouwen daar..."
„Twee vrouwe 't is gosgeklaagd
zoo maar neer te schiet e... Ze moste jullie
eteenige, heeste, die ge aijt..."
De jonge officier wemdt zich heftig om,
zwijgend, met flikkerende oog en monstert
hij de dreiigende mopperaars, die in zijn
richting trachten op te dringen. De sol
daten kijkem vol spanning naar hun aan
voerder, enkelen malen een beweging, als
of zij een kring om hem .willen vormen.
„Wie yimdt het hder noodrig, critiek te
oefenen?" klinkt het, kalm, maar snijdend
van zijn lippen, „als <s% iemand wat te
zeggen heeft, wil &k hem heel graag te
woord staan..."
De toeschouwers gaan wat achteruit,
verbluft...
..Luitenant, dat is toch geen manier van
doen..."
„Wat?"
„Wel, da' schiet©..."
,,Doe-n ze dat soms zoo maar voor hun
pleizier hier?"
„Nee, d'at nou nie... mar..."
„Hoor eens, menschen ik vind het gevoJ
net- even ellendig ail-s jullie ook. Maar 't
moest zoo. En in plaats van hier nou te
gaan schelden, moest jultóe liever den
dokter gaan halen en: den pastoor, ook...
Schelden kan iedereen wel. maar daar
zijn we niet mee geholpen..."
Dat helpt, de menschen gaan uiteen en
da luitenant buigt tóch over de getroffe
nen. De een ligt doodstil, zegt niets, kijkt
met wijdgeopende zwarte oogen rond.
De ander, blauw in het gezicht, kermt
met bloedLooze lippen c*m water.
„Geef eens een veJdflesdh vol," beveelt
de oficier en beurt het hoofd van de ge
troffene op. „Hier, drink eens, stakkerd;
heb je veN. pijn?"
„Oeje, oeje, oeje, meniler... ge had ma
moar dood moet© schiete..."
„Wat nou? Geen kwestie van, hoorl
Strakt komt de dokter."
Inlusschen i9 er een van de soldaten op
de fiets van den officier naar het dorp ge
gaan om den militairen dokter te gaaa
halen en tevens een paar brancards.
De luitenant staat op. „Wie heeft er ge
schoten?"
De anderen wijzen naar een soldaat,
die tegen een boom leunt.
.Vertel me eens, hoe het kwam, jongl
Liepen ie weg?"
De dader kijkt doodsbleek op, wankelt,
hij wal spreken, maar kan niet.
„Ben je er beroerd van, jong?"
Hij knikt.
„Breng hem naar de wacht terug'1,
luidt het bevel.
lntussohen brengen e enige soldaten ver-
ölag uit van het gebeurde, fnaar worden!
daarin gehinderd' door de mannein-smok
kelaars, die er doorheen schreeuwen:
„Da's niie voor! Ze hehbe nie oangew
roepe! Ze schote zoo mar."
Ten laatste geeft de luitenant het op
't eeval -zal later wel onderzocht worden.
Dan verschijnt de dokter op de £i©t&
haastig loopt hij naar de gewonden, bö«
kijkt ze lang, vraagt sv&t.. étaai dan lang»
saasn op.