Tweede Blad. 7e JAARGANG. NO. 2052 S)e C^icbelieSotiAtmt Zaterdag 8 Juli 1916 Een ernstig woord. (Ingezonden.) XI Propaganda en actie. We heb ben reeds een tweetal onzer mannen uit de praktijk laten spreken over de wijze waar op de propaganda voor onze organisaties het beste gevoerd zal k u n n e n en m o e- t e n worden. Eerst echter nog een opmer king naar aanleiding van de noot der re- dactie iri het vorig artikel, betreffende het uitgeven van een plaatselijk blad voor ons vereenigingsleven. De redactie is van meening dat de be staande vak- en dagbladpers reeds voldoen de is. Ik ben het echter met den leider van oen onzer groote Leidsche organisaties .volkomen eens. De praktijk leert ons dat er behalve de algemeene vakbelangen nog andere zaken -zijn, die in de bestaande Vak- en dagbladpers niet voldoende behartigd jurorden. Ten eerste lezen niet alle georga- niiseerden een Katholiek dagblad. (De •.schrijver dezer artikelen zal het met ons eens zijn, dat bij dezulken, behoorende tot de onderste lagen der Katholieke organisa tie, een plaatselijk Katholiek vakblad ook niet gemakkelijk ingang zal vinden, en,_ zoo dit wel mocht geschieden, daar waar schijnlijk niet veel nut zal stichten. Red.) ,Ten tweede zijn er dikwijls zaken, waarbij de Katholiek dagbladpers ons den rug toe keert, b.v. bij stakingen, enz. (Wij zijn ons een dergelijke houding niet bewust. Zij zou trouwens niet stroken met de taak van een Katholieke courant. Deze moet eerst onpar tijdig den toestand weergeven en dan staan aan de zijde van het recht. Red.) Ten derde zijn er zooveel zaken waarvoor wij niet al tijd bij de plaatselijke pers kuiyien aan kloppen, wil zij zich niet den naam van „arbeidersblad"" van andere zijde toe gevoegd zien. (Daarvoor is dunkt ons, dan de-algemeene vakbladpers bestemd (Red.) (Wij meenen over deze aangelegenheid voorioopdg de discussie te kunnen slui ten. Red.) u Onze „vrijbuiter-propagandist" heeft ons nog een kleine verduidelijking omtrent zijn aangenomen naam gezonden. Dat „vrijbuiter-propagandist"- wil natuurlijk niet zeggen, dat hij voorstander is van vrij buiterij bij de sociale propaganda, in plaats van propaganda langs vaste lijnen en volgens een vast plan. Iemand die er zulke ideeën op na zou houden, zouden iwe wel eens duidelijk zijn dwaling aan het verstand brengen, Deze „vrijbuiter-propa gandist" is om ons bekende redenen geen Lid van de prop.club St. Bonifacius, of schoon hij voor de sociale propaganda reeds onnoemelijk veel heeft verricht. Het klinkt wel vreemd, propagandist te zijn en niet georganiseerd in een propagandaclub! Maar zijn bijv. de straatcolporteurs van het Katholieke Volk en de Roskam dan geen kranige propagandisten, ofschoon dit 1 !>verk toch niet van een prop.club uitgaat? Deze uitdrukking .is dus schetsende r wijs gebruikt en in den goeden zin des woords. De meening van den „vrijbuiter-propagan dist" omtrent de te voeren propaganda stellen wij op prijs. Onze „vrijbuiter-propagandist" is voor stander van de indeeling eener prop.-club, zooals die eenlgen- tijd geleden in de Room- scho Vlag, het Orgaan der Volksbondpro- paganda-Unie, heeft gestaan. I>e prop.-club wordt verdeeld in drie groepen^ die resp. wekzaam zijn op het terrein van vakbewe ging, volksbond en lectuurpropaganda. De groep, die voor de vakbeweging ijvert, moet vooral zóó ingedeeld worden, dat b.v. een transportarbeider z'n eigen vakgenooten te bezoeken krijgt. Want, alhoewel de princi pe-argumenten den hoofdschotel moeten vormen, zij hierbij opgemerkt dat men al leen daarmede er n i e t komt. De fondsen en voordeelen, die de Katholieke organisa tie meer heeft, dan de moderne organisatie, de wijze, waarop de verschillende collec tieve contracten in elkaar zitten, enz. dat zijn juist d e argumenten waarmede we indnik op de ongeorganiseerden moeten maken. „Vrijbuiter-propagandist" is vooral voor stander van éénheid in de propaganda. Een groote propagandaclub buitende.n. Ned R- K. Volksbond om, zou nog véél heilzamer kunnen ai'beiden, door bijv. te werken voor drankbestrijding, zoodat aparte prop.club in de Kruisverbonden overbodig werden en ook het werk van de Jonge Garde wellicht zou kunnen worden overgenomen. Dat dit laatste zal geschie den, gelooft ook de schrijver zelf voorloo- pig niet. Vooral waar het betreft een goed gevestigde club als de Jonge Garde, zou zoo iets toch al heel moeilijk gaan. Wat b.v. de aankoop van lectuur betreft, deze zal veel voordeeliger zijn, wanneer zij door één, dan wanneer zij door verscheidene prop.club geschiedt. Ook «is de propagan dist voorstander van pittige, kleine bro- chuurtjes in rijke verscheidenheide die on misbaar moeten geacht worden, bij te voe ren propaganda, evenals natuurlijk de ge regelde bezorging van het vakvereenigings- orgaan. bij hen, die men in het leger der Katholieke vakorganisatie wenscht in te lijven. Zulke propaganda kost geld, maar dit kan volgens hem wel op een accoorclje ge gooid worden met het bestuur van den Vakbond, die er toch het grootste belang bij heeft. Dit is in korte trekken weergegeven, hoe onze „vrijbuiter-propagandist" denkt over de georganiseerde propaganda voor ons Katholiek sociaal vereenigingsleven. We hebben thans anderen aan het woord ge laten. In de volgende regelen zullen we onze eigen meening zeggen. LEIDEN AAR. Uit de Pers. Leedvermaak als troost. De T ij d schrijft: Wij wezen reeds op het liberale leedver maak om enkele verliezen, door Rechts bij de jongste Statenverkiezingen geleden, en op de bedenkelijkheid van dit leedvermaak dat zuurzoet de eigen, veel zwaardere ver liezen, poogt weg te lachen. Typeerend is de houding van de ..Asser Courant", wier vrijzinnige redactie wel erkent, dat haar verwachtingen betreffen de groote verliezen dor Rechterzijde niet zijn bevredigd en dat de aanval op de hoofdstelling werd afgeslagen, maar dan laat volgen: „Overigens kunnen de Vrijzinnigen en Cleric al-en elkander troosten over hun bei der verlies aan de Sociaal-Democraten." Wij danken voor dien troost, en kunnen hem ontberen. De Vrijzinnigen verloren 23, wij 4 zetels, maar... wij behielden de Eerste Kamer. Alleen de liberalen hebben terdege de klauwslagen gevoeld van den socialis- tischen tijger, dien zij op ons hadden los gelaten 1 En wat blijkt, als men de uitgebrachte stemmen-cijfers b.v. in Noord-Holland wèl beziet? In 1913 werden te Amesterdam uitge bracht op de rechtsche candidaten 18,615 stemmen, op de vrijzinnige candidaten 22 553 en op die der S. D. A. P. 24.882. Thans waren deze cijfers voor rechts 17.119 voor de.vrijzinnigen 16.659 en v«oor de S.D. A. P. 18.264. De rechterzijde ging hier dus met 1401 stemmen achteruit, de vrijzinni gen met 5894 en de S. D. A. P. met 6618 stemmen. Nemen wij de cijfers van de districten buiten Amsterdam, dan zien we, dat het stemrnencijfer van de rechterzijde steeg van 33.375 tot 34.335 stemmen, een vermeerde ring dus van 960 stemmen. De vrijzinni gen daarentegen gingen achteruit. Zij daalden van 35.349 tot 25.116 stemmen. Een verlies alzoo van 10.233 stemmen. Ook de S. D. A. P. had een verlies te hoe ken van 1489 stemmen. Zij daalde van 14817 stemmen tot 13.328. Voegen wij de cijfers van de geheele pro vincie bijeen, dan blijkt dat bij 1913 verge leken, alle partijen achteruit gingen. De rechterzijde daalde van 51.990 tot 51,454 stemmen, wat een verlies geeft van 537 stemmen. De vrijzinnigen,* die in 1913 op hunne candidaten 57,902 stemmen vereenigden, verkregen nu slechts 41.775 stemmen, wat een verlies beteekent van 16.127 stemmen. De S. D. A. P. ging met 8107 achteruit; in 1913 behaalden haar candidaten 39699 stemmen tegen nu 31592. Noch voor het vrijzinnige leedvermaak noch voor den van vrijzinnige zijde opge drongen troost bestaat dus reden. Het eenige, wat wij zien, is, dat de Vrij zinnigen uit haat tegen Rechts de eieren in het gemeenschappelijke Linksche nest door het Socialisme lieten uitbroeden. Maar ook hier wierp de koekoek de vreemde jongen uit het nest, om dotr het eigen kroost hun plaatsen te doen vervangen... Wie lacht daar?... De lauweren van Eerdmans. De Maasbode schrijft: De lauweren van prof. Eerdmans prik ken blijkbaar burgemeester Ter Laan de o ogen uit. Men we#t, prof. Eerdmans heeft weten te bewerken dat de Katholieke militairen ceen militaire eer mogen brengen bij kesrlceliükie ceremoniën. Zoo'n tok ie anto-eleracalisme maakt u in sommige kringen altijd e enigszins popu lair. Na prof. Eerdmans is de beminnelijke burgervader van Zaandam aan de beurt. Hij is ook gebrand' oip de Katholieke militairen. Die gaan zoo maar op geestelijke re traite in Setppe en laten zich dan op rijkskosten vervoeren. Burgemeester Ter Laan vraagt den Minister of dat mag, en zoo ja, of de Minister dan dezelfde gunstige bepalin gen ook wiil doen gelden ten aanzien van bijeenkomsten van andere godsdienstige gezindten en'van vergaderigen, uitgaande van andere groepen der bevoüküng. Soo'n echte burgervader toch die K. ter Laan, dadelijk denkt hij met zijn goede burger vaderhart ook aan de andere godsdienstige gezindten. Een Katholiek militair antwoordt den beer Ter Laan voor den Minister, en doet dit in ons blad, waar hij zegt, dat de Kath'ohieke mfJliitairen op retraibe gaan tij dens hun periodieke verloven, en dat zij dan tevens vrij vervoer' hebben. Ons dunkt, alvorens K. ter Laan 't zoo vaderlijk opnieeim/t voor de andere gods dienstige geraindten, had hij eerst wel eens kunnen irifarmeeren, of er bij andere, gods&ienstigen ook eenzelfde gezindheid bestaat om hun periodiek verlof te offe ren aan hun' religieuze bekAgen. En ook had hij eerst wel eens mogen Snformeeren. of aan d'ie Katholieke mili tairen daarvoor extra-verlof en gratis vervoer werd verleend. Dat Zou voor iemand, die zelf Over heidspersoon is, verstandiger geweest zijn, dan zoo miaar lichtvaardig weg vra gen te stellen, waarop hij niet anders dan een voor hem beschamend antwoord kan krijgen. De Grondwetsherziening. Het Centrum schrijft: Het voorloopög verstfag der Tweede Kar mer is verschenen in zake de voorstellen tot herziening der Grondwet nopens het kiesrecht. De inhoud1 is ongeveer zóó, als men zioh dien denken kan. „Vele", zeer „vele", „verscheidene", ook „eenige" en „sommige" leden geven hun meeningen te kennen, en dat deze (herhaaldelijk tegen elkaar inbotsten, be hoeft nauwelijks gezegd. De Mesreobt-quaestie is altijd een door nige zaak geweest, dlie meer dam eens hartstochtelijke debatten veroorzaakte, monasteries Struikelen deed, tot breuk en scheiding zelfs in de partijen aanleiding gaf.^ s Hierop lettende en daarbij in 't oog houdend, dat nu ook het Vrouwenkies recht aan. de orde is gesteld, maakt het V. V. eer den indruk van gematigdhedd, dan van scherpe tegenstelling bij de be raadslaging. Natuurlijk was er aan strijd, geen ge brek in do afdeeflilngen, en ook is de weer klank van zekere di/kke woorden en be kende leuzen in het Venslag te vinden. Ook blijkt, dat onder de voorstanders van het regeeringisóntsvarp zich verschil lende dtroomiimgan openbaarde®, wat, naar wij reden hebben be veronderstellen,, bij de openbare behandeling nog wel veel duidelijker aan 't licht zal komen. Maar in elk geval schijnt de weg bot overeenstemming, tot overleg althans, niet afgesneden. Zoo werd1 door een aanbal leden, die aan een organisch kiesrecht de voorkeur gaven hoven. Ihet individualistische^ ver klaard, dat zij niet gekant waren tegen een belangrijke uatbretixMng van hjefc kies recht, en tegen invoering van A. K. geen onoverkomelijk bezwaar hadden En wat art. 192, heit onder wijs-artikel betreft, deelden een aanbal leden dór Lin kerzijde mede, dat zij „gaarne bereid wa ren in «Ie onderwijsquaestie aan billijke wensdhem recht be doen -en dat zij, als eem voorstel tot (herziening van art. 192 tijdig in staat van wijzen mocht komen, geen bezwaar hadden dat te gelijkertijd met de voorstellen betreffende het kiesrecht te behandelen/' Merkwaardig is ook, dat dadelijke in* voering van stemplicht door „zeer vele" leden gewensobt werd geacht Vermoedelijk zal men het over dit punt gemakkelijker eens worden, dan over E. V., waarvan eveneens „zeer velen" zioh wel voorstanders verklaarden,, maar die in de practijk voor' .verscheidene" leden nogal moeilijkheden scheen op te leveren. Alles te zamen genomen maakt het V.V. niet den indruk, dat de kansen der Grond wetsherziening slecht staan. En wanneer de onderwijs- en kriieenecht- artlkelen gelijktijdig behandeld worden de Regeering heeft, zooals men weet, het bntwenp. der beftirediglngsr'oommiissllai rin zake art. 192 overgenomen en ongewijzigd ingediend dan lijken de kansen zelfs goed, al zullen' de traditioneele sluizen der welsprekendheid straks wel weer wijd worden open gezet en de amendementen niiet achterwege blijven. Politiek vraagstuk. De Standaard driestart: „Met het oog op 1917 begint zich thans reeds een politiek probleem op te drin gen. Het eerste lis, of men met de revisie van art. 80 en 192 der Grondwet door zal gaan dan wel, of de partijen van Rechts liet veiliger zullen vanden, voors hands noch met de iWasie van het eerste, noch met die van Tiet tweede artikel door te eraan. Bédde riviisies zou. men dan ver werpen. om schoon schip te maken. Zo0 zou er, bij guns togen uitslag van de ver kiezing in 1917 nogmaals een Reehtectf Kabinet kunnen opkleden. En dit Kahf» net, dat niet, gelijk het Kabinet-Gort van der Linden, door een abnormaal Iparaib- ter gedrukt wienct, zou dan onmiddellijk een andere revisie van beide artikelen kunnen voorstellen, conform onze b<£ grinseTén. Zooials 't nu loopt, belooft eien revfsïfcf van Art. 192= slechts een schoonen schijqL en de revisie van,Art. 80 weinig ander», dan het straks optreden van een Socialis tisch Kabinet. (Sic. Red. „Vad.") Zal men zich onzerzijds daaraan wa gen willen? We zoude®: hierop niet nu reeds witi zen. indien men van Liberale zijde niêl reeds ee® voorslag gedaan had, om zon der veel geharrewar door de Grondwet» revjsie heen te komen. De idee was dan, dat men geen slag zou leven-en, maar, bi! afspraak, over de rivid'e zonder poliitó» ken strijd bij de stembus heen zou glij den. Met het oog hierop zal 't ongetwijfeld gewenscht zijn, dat de drie partijen va® Rechts zich over dit gewichtige vraag stuk met elkander verstaan. Treedt elk dar drie partijen naar edge® inval op, dan ontstaat er aanstonds den minder gewenschte schermutseling; Linktf trekt daar 't profijt van; en niiet lang meer of er zat eten Socialistisch Kabinet. (Sic. Red. „Vad.") Zeilfs hangt hiermee reeds aanstonds de vraag saam, wat de Eerste Kamer met TBS Ouderdomsrente doe® aal. O. i. kan er van een meegaan met dit ontwerp geen oorenblik sprake zijn. Het kemt hüeitoij op ee® kiezen of doe len aan. Maar hoe ook bezie®, de quaes tic va® 't al of niet meegaan met de Grondwet» herziening zat er achter." Tot zomer De Standaard. Dr. Kuyper lijkt ons in bovenstaand stukje het laatste blijkbaar dat hij beeft geschreven voor het ondergaan van een cezondheidelkuur wel wat voor barig! De toekomst van den boerenstand. Van enorme winsten der boeren,, va® hoioge gewichtsprijzen zij,n de kranten vol en de stedelingen kunnen er dikwijtó niet over uit. •Dat in alles veel cpgoschro-efds ligt, betoogden wij reeds meermalen. Vooral in het woeste opdrijven der landprijzen schuilt een hoogst bedenkelijk verschijnsel, waarop in het economisch weekblad In- en Uitvoer aldud wordt gewezen „Als onze export van zu'velproducten» vleesch, levend vee e® eieren, zilch blijft bewegen in de rich ting, waarin dead thans gaat e® geen maatregelen worde® genomen om die, hetzij intijds een ande ren koers te geven, hetzij voor de toekomst te consoTddeeren welke gejvolgen zal dit, als in die export nia den ocfrlog stagnatie komt, voor onzen boerenstand hebben? Deize verdient n-u wel goed, soms zeer vbel, doch dit wordt erg overdreven en dd winsten zijn bovendien zeer ongelijk ver deeld. De gevolgen "kunnen, zoo niiet nood* lot Lig, dan toch zeer ingrijpend zijn e® tallooze slachtoffers edschen, zooals we dat reeds vroeger zagen, bijv. 20, 30 ja ren terug, cxfsc-hoon er toen ook andere oorzaken waren. Als weer geregelder toestanden zijn in getreden, de chaos zich geleidelijk o-plost in een normalen loop der dingen, is het ontwijfelbaar, d'at voor het veeteelt- en zuivelbedrijf een geweldige inzinking zal .volgen, die nu -reeds wordt gevreesd. Da* zoo'n schok het best kan worden weer staan door hen, die het meest van de oor- icgsconjunctuur hebben geprofiteerd, -en FEUILLETON. HET PLEEGKIND. 27) „Wat, nu zal dat ventje nog den naam wan een eerlijk man opgeven, om vrij te komen? De secretaris Erbe is een veel te hoog aangeschreven man, om vrouwen oio straat te bemoeiielijken. Pakt aan, jongens!" Erbe welde zich van den grond in d'e hoogte getold; zijn tegenspartelen hielp niets, en de ruwe handen, die hem vast hadden, pakten hem niet zacht aan. Onder gejoel ging men nu voorwaarts, en voordat Erbe het nog recht wist, lag hij in het waterbekken van. de op de markt Staande fontein. Proestend en kuchend wüde hij uit het bail kruipen, maar zijn kwelgeesten duwden hem weder onder .water, dan haalden zij hem er uit en rieden hem aan om zoo spoedig mogelijk naar huis te gaan. De aanvoerder van de lustige bende riep hem nog na: „Wanneer gij weer lust naoogt gevoelen oan vrouwen te beleedigen, weet dan, dat er water genoeg in Munchen is." Ertoe droop beschaamd af. Hoe, hem, '■Secretaris Eatoe, had1 men zoo behandeld! En een k'lacht* tegen de schuldigen kon hill ook ni-et indienen. Was alles niet de 'schuld van zijne hardnekkigheid en hef- trjgiheid geweest? Hij dorstte naar wraak; Jhïj wl'ide zóch op limit, die hem versmaad de. wreken. ï.rmi, noch Bri&dtta vermoedde echter, .wat gefsdhied was. Het feest van Maria Hemelvaart waS gekomen, en die dag werd in Munchen feestelijk gevierd. De veireering van de Moeder Gods is reeds eeuwen bij de Beieren ingeworteld. In het Rottnachsche huis was de 15 Augustus tevens nog een dag van bijzondere beteekente, daar het dan de naamdag van de gravin was. Talrijk waren de geJukwensche-n, welke deze ontvang. Hierdoor was de gravin verhinderd, zooals zij had verlangd, om zelf haar bloemengroet aap de Mariazuil neder te leggen, en daarom belastte zij er Irmi en Brigitta mede. Aan de voet van het monument knielde de vrouwen neder om de bloemen te rangschikken. 'l'oen zii weder opstonden, stond een halfbeschonken, woest uitziende man naast, haar en keek haar strak aan. „Zijt gij het?" riep hij boonend. „Ik heb altijd verlangd je weder te zien! Wat ik nu ben. is uw schuld op dat oude uilen nest... gij nog! Zulke schulden betaal ik echter. Gij hebt mijn hand lam ge maakt... dat -zal ik je betaald zetten. Gij kent mij immers nog?" Ja, Irmi kende hem maar al te goed. Alsof zij dat grijnzende, boosaardige ge zicht oollt had kunnen vergeten. Zij lïsfl het. tweemaal gezien. In doodsangst klemde zij zich aan Brigitta vast. Brigitta had slechts weinige woorden verstaan en wilde Irmi haastig voort trekken.. ..Kom mee,- raten wij hier niiet langer vertoeven!" aldus drong zij aan. De man plaatste zioh voor haar en schreeuwde uit alle macht: „Hoort, rmenschem, dat meesje is eene l eks. ik ken haar maar al te goed. Zij heeft mijn hand lam gemaakt. Zie maar, dat is haar werk." „Dat jong ding. Een zoo krachtig man als gij zijt?" vroeg een dei- omstanders on- geloovrig. „Zij zal het niet ontkennen, dat zij het gedaan heeft", schreeuwde hij nog lui der. „Burgerij van Munchen, kunt gij een heks onder u dülden? Voort nrét haar naar het spinhuis. Dan komt de heksen- rechter. drie verstaat met haar om te gaan. Hii zal haar laten verbranden." Irmi had van al het gesprokene niets verstaan. Brigitta zeeg l\plf bewusteloos in elkander. Luid morden de omstanders. Een heks, dat was toenmaals een der he vigste beschuldigiingen, we'ke men tegen een vrouwelijk weaen kon inbrengen, in die lijden, toen het niiet zeldzaam was, dat ongelukkige wezens zich aan die ergste euDersrtitiën schuldig maakten. Reeds verhieven ziicih enkele steimimen: „Voort m-et de heks, naar het spinhuis met haar!" Daar fluisterde een der omstanders Bri gdtta iets in het oior: ,,'t Is ernst, juffer, spoed u met uwe •gezellin naar de kerk, daar zijt gij veiilig en kunt wachten totdat de opgewonden heid bedaard, de menigte verstrooid ïs." Brig.itba volgde dn'.en raad' en sleepte Irmi met zoilh voort. Haar vervolger wal de haar tegenhouden, maar door zijn lamme hand was liem dit onmogelijk. Hij plaatste zich op de stoepen van het Gods- hucs en Schreeuwde: „Gij zit daarbinnen evengoed' als de muis in een vak maar ik zal wachten, totdat gij er uitTLomt."- De beangstigde vrouwen lagen voor het altaar op de knieën en smeekten God om hulp. Graaf Alban had met Berk en eenige dienaren een wandeling gemaakt. Zijn terugweg voerde hem over de HaJplaats. Drie onrustige menschenmassa verwon derde hem. „Ga zien, wat daar te doen is", beval hii Berk. Na enkele minuten keerde Berk terug. „Twee vrouwen, dlie van hekserij be schuldigd zijn, jonker", berichtte hij. „Zij zijn in de kapel gevlucht, en nu wacht de menigte, totdat zij de kenk verlaten." Een man had zich tot aan Albans paard gedrongen. „Ik ken beiden, meester", fluisterde hij. „Het zijn dienaressen van mevrouw uwe moeder; zij hebben mijne kranke yjtouw dikwijl^ versterkende middelen gebracht. En ëen heeft zulk een lieftallig, onschul dig gericht... dat zóu de heks zijnl Ik ge loof het nooit." „Ook iik geloof het nieit, mijn vriend", antwoordde Alban. „Berk, rijden wij naar de kapel; is het zooals die riuan daar zegt, dan broeit daar, vrees ik, onheil." Dicht bij de trap (hield Alban zijn paard in. „Brigitta!" riep hij luid. Zij herkende zijne sfcem en verscheen aan de deur. „O. jonker, de hemel heeft u gezonden om ons te redden!" riep zij met ge/vouwen handen. „Is IimL bij u?" vroeig Alban haastig. „Ja? Zij moot bij mij op het paard. Gij stijgt achter Berk op. Spoedig, geen oogenblik mag verloren gaan." De vrouwen kwamen de trappen af. Alban stak den vrouwen bedde handen toe. Daar schreeuwde de vervolger: „Men koimt de heks bftvrijdenl Duldt dat niet, Lieden, naar het spinhuis met haar." Hij strekte zijn hand1 naar het melis je uit. en Alban zag, dat h/ier alles op een enkel oogénbliK aankwam, fluks hief hij zijn rijzweep op en geeselde daarmede het hoofd en schouders van den vage bond, die van piin teruedeansde. „Houd u rustóg", riep Alban hem to©, terwijl hij zijn paard wendde. „Daar ka men ae stadêknechten reeds aan, en da® kunt gij dezen verte-llen, waar uw vingen gebleven is." „Dat kan ik hem zeggen", voegde Gre- e-oor Berk hem toe, „ik was boen in de nabijheid, maar het heeft met heksen kunsten niets te maken. Gij echter, kunt wel eens eerder meit de galg kennis ma ken, dan u lrief te." ,/Zoo, zijt gij daar ook, zooveel te ba- ter... wij -vrinden elkaar ook wel eeni terug." „Die wensch zal je jtfel eens kunne® berouwen." Ongehinderd verliet Alban de Hal- plaats. De jongeman nam het getval zee» licht 'Op, de graaf met zijn oudere anider> vinding was van andere gedachten. Hil kende de bertteek'ems van de beschuldiging maar al to goed. Wile va® schuld te ctoer zake werd aam geklaagd, was 2300 giocd als veroordeelt* Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1