VNo. 2032
Tweede Blad.
Stembiljet.
Uit de Omgeving,
fe JAARGANG.
3)e£eidtiohzOoufca/nt
Woensdag 7 Juni 1916
Voor de verkiezing van twee leden voor
de Prov. Staten in het Kiesdistrict Leiden
op Donderdag 15 Jtrai 1916.
BRIÊT
DE VISSER
P. E.
D. 4.
J. G.
J, A. N.
L. L. H.
Men make zwart het eerste en opéén
B het laatste hokje, dus niet het laatste;
men vergisse zich niet met de twee-laatste
Ramen. Onze candidaat is J. TH. Oe Visser.
De Neutraliteit.
Dr. Poels, de bekende Limburgse he ar-
baidérsvriend om slechts een der voor
treffelijkheden te noemen van dezen ge
leerden priester met een meer dan Euro-
peesche vermaardheid dT. PoeLs gaf op
een der Limburgsche Katholieken-dagen
als zijn vaststaande overtuiging te ken
nen, dat er geen neutrale couran
ten bestaan. En dat .is ook zoo dat is
zulk een klare werkelijkheid, dat 't over
bodig moest zijn, e\r een gezaghebbende
uitspraak van iemand als dr. Poels voor
aan te halen. Behalve door dr. Poels is
hetzelfde dan ook bij herhaling beweerd
door: we mogen zeggen alle vooraan
staande Katholieke mannen en 'vrouwen
en vooral ook d oor het K e r-
Jtel ijk g e z a gl
Wij willen nu voor degenen, onder onze
jzers, die er nog niet van overtuigd
mochten zijn, niet in den breede gaan be-
toogen, dat een courant niet neutraal kan
wazen, en dat dus 'n zich noemende neutra-
courant niet thuis behoort dn een Ka
tholiek gezin evenmin als een Katholie
ke courant bij een liberale familie de gast
huizes As! dat willen we nu voor de
zulken niet in den breede gaan bewijzen,
doch wèl willen wij hen wijzen op één spre
kend feit uit deze verkiezingsdagen.
Zooals gisteren in ons blad. vermeld, was
de naam van dr. Vollgraff, den secretaris
der Uml'e-Oilberal© kies vereen i'giin,gen, ten
onrecht© geplaatst onder een adver
tentie, uitgaande van vrijzinnige zijde,
Sn „Het Leidisoh Dagblad". Dr. Vollgraff
beeft toierr niet slechts aan ons "blad, maar
fok aam „het LeOdsch Dagblad" zijn ont
stemming geuit over een dengel ijike mis
leidende handelwijze. Nu zóu 't voor de
•hand liggen, dat de diiirectiie, inziende de
misleiding, wélke in bedoelde advertentie
gelegen is, daan-van onmiddellijk de re
dactie had in kenniis gesteld', teneinde m
het redactoonedlie gedeelte de onware
voonstelliimg recht te zetten, welke tot
haar spijt, natuurlijk de advertentie-
rubriek had omtsliérd. Doch aoo iets ge
schiedde niet! Het schrijven van dr. Voll
graff bracht „Het Leêdsdh Dagblad" niet
ter kennis vam hare lezens.
Dat is nu de neutraliteit! Mede
werken mét éeairge heethoofdige vrij zinnige
.reclame-makers om bij de lezers den in
druk te vestigen o? althans te laten, dat
een gematigd persoon als dr. Vollgraff de
man is .van^di© reclame.
Dat isjiudeneutraliteit! En toch
blijven sommigen nog gélooven aan het
bestaan van neoitrale dagbladen
Uit de Pers.
De
Aan een artikel in D e T ij d ontleenen
we het volgende:
Talma geeft den arbeiders een recht,
Treub-Lely geven een aalmoes. Is de re
geling voor de minder dan 70-jarigen bij
Treub beter dan bij Talma? Men zal het in
ernst niet kunnen beweren. Wederom sta-
voorop: Talma's. regeling is klaar, wacht
op uitvoering, de Linkerzijde weigert.
Treub's regeling daarentegen wordt voor-
loopig door de Regeering niet aan de orde
gesteld. En dat, terwijl er ongeveer vier
maal zooveel invalide werklieden zijn, die
thans geen ondersteuning krijgen, als ze
ven tigjarigen! Men weet trouwens nog
niet, hoe de regeering thans over het ont-
werp-Treub denkt. Er bestaat over dit al
les groote en bij de invalide arbeiders pijn
lijke onzekerheid; slechts d/it eene is zeker
dat de wetten-Talma in 1915 in werking
haddein kunnen treden. In de Memorie v.
Antwoord verklaarde de Regeering, dat de
Invaliditeitswet in overeenstemming kan
worden gebracht met de Ouderdomswet.
De vraag is echter: lioe: De Regeering
meent, dat na het 7Usten jaar de invalidi-
teitsrenten niet moeten doorloopen. Doch
dan is het gevolg, dat de arbeider, die zijn
premies heeft betaald, zijn invaliditeits
rente op 7ü-jaiAgen leeftijd verliest, hoewel
niets in zijn toestand veranderd is, terwijl
hij daarna ouderdomsrente alleen kan krij
gen op voorwaarde, dat hij behoeftig is!
Een dergelijke aansluiting zal toch zeker
door weinigen worden begeerd! Volgens
Talma zou dit anders zijn: de arbeiders
zouden tot hun dood een eigen verdiend
pensioen genietën van f 4.50, f 5, enkele
zelfs van f 0 per week. Ook de AnvalidLteits-
premies van Talma zijn voor den werk
man gunstiger dan die van Treub. Daar
bij houde men in 't oog, dat bij Treub de
rente vermindert met den leeftijd en op 65
jaar voor alle verzekerden daalt tot het
minimum van f 2 per week; terwijl bij
Talma de rente klimt, naarmate men gere
gelder en langer premie betaalde. Het be
drag der rente is bij Talma bovendien
aanmerkelijk igrooter, althans na het 45e
jaar, d. w. z. in verreweg de meeste geval
len; na het 65e jaar is de Treub-rente on
veranderd f 100, de Talma-rente van f 108
tot f 340!
Hoe geheel anders klinkt dit, dan wat
den kiezers in 1913 is voorgehouden! Toen
werd de leeftijd van de ouderdomsrente-
Talma te hoog gevonden; de heeren Rood-
huyzen, Tydeman en De Meester verlang
den 65 jaar, hoewel er tevens een invali-
diteutsrente bestond; thans is door de Lin
kerzijde de 70-janige leeftijd vastgesteld
fc'oor de Staats-,.bedeeling", en laten de
heeren de Invaliditetswet onuitgevoerd!
Ook de Ouderdom9rente-Talma was hun
te geringè men verlangde f 3.96, anderen
f 4, weer anderen f 2.50; het is ten slotte
f 2 geworden!
De geheele behandeling der Staatsbedee-
Mng in de Tweede Kamer heeft dan ook
duidelijk in 't licht gesteld, hoezeer met
de belangen van den arbeidersstand is ge
speeld, hoe van de sociale verzekering on
der deze Regeering niets terecht komt en
daarvoor in de plaats wordt gegeven een
regeling van eèn geheel ander onderwerp:
de Armenzorg. Dat is trouwens ook van
liberale zijde erkend, zelfs van de zijde der
S. D. P., welker orgaan „De Tribune"
o. a. schreef, dat rnr. Aalberse, die er op
Wees," dat dit wetsontwerp zuiver armen
zorg is, ja, uit een oogpunt van armen
zorg principieel slecht en practisch on
deugdelijk is, „duizendmaal meer gelijk
had dan zijn tegenschreeuwers Duys en
March ant". „Aalberse's woord schrijft
het blad dat het ontwerp niet armoede
voorkomt, maar slechts aalmoezen geeft, is
letterlijk juist."
Linksch verkiezingsgedoe.
Het Centrum sahrijft:
Vroeger hadden de Jlüborailen het mono
polie van het intellect
Zij dienden zich aan 'als het denkend
deel der natie.
Thans .schi jonen zij zoo waar het a:ir te
wOllem aannemen, of dé meening te wlii'.Cen
vestigen, dat alleen bij hen het landsbe
lang veilig is tegenover den vreemde.
De vrijzinnigheid moet zegevOereoi bij
•de Staten-veikiezingen, want anders kon
er wel eens een kink im den kalbefl karnen
onzer neaitrail teats -politiek, die aan het
volk den vrede verzekert.
Op de .algemeene vergadering der Libe
rale Unie werd onlangs en riet door
den eerste den beste in dien zin geora
keld.
En nu vinden wij im de liberale pers
datzelfde idee nog plompier onder woorden
gebracht.
De „Nieuwe Arnlh. Grt.", die reeds be
weerd heeft, dat. indien de Staten en "de
Eerste Kamer niét worden omgezet, o.a.
de Grondwetsherziening en de beëindiging
van den schoolstrijd in 't gjedrang komen,
houdt thans haren Leeens zondier blikken
of blozen voor, dat Nederland al Immg het
lot van België of Griekenland zou helbben
gedee'd, indien gedurende déze oorfogis-
periode de regeering des Hands to handen
ware van de Rechterzijde, en dat dus
't is alles gesp atieerd gedrukt!
het hoogste belang des lands die bestendi
ging van hei zittend Kabinet ei/sdht.
Daarna wordt dan dan kiezers op 't hart
gedrukt bij de Statensvehkieaingan toch
(vooral cp de Liberate en socialistische
camdiidiaten te stemmen
't Zall wel neet noodig zijn, over het on
gerijmde en onduldbare van dit stemt»us-
proz-a veel te zeggen.
Zulk geschrijf oordeelt en vèroordeef.t
zich-zélf.
Het werd tot dusver aLs een goeide ge
woonte beschouwd de buiten landsche
staatkunde niét te betrekken in het ver-
ümezingsbedrijf en te doen, alsof bij g.roote
internationale conflicten het behoud der
Natie een vraag was van Rechts of Lanka
Ook met die gewoonte wordt nu aan de
overzijde geibroken.
De kiezers "zullen en moeten daartegen
een klinkend protest uitbrengen, een
protest dat, naar wij vertrouwen, den li
beralen voorgoed den lust zal doen ver
gaan, om een dergelijk minderwaardig
spel te heihalen.
Zoetermeer.
Aain een Hiaagschen brief in De,Tijd-
ontleenen we:
„Zuid-Holland gevoelt zich flier in deze
dagen. Het weet, dat het aide oiogen op
zich gericht heeft en dat van zijn houding
grootendeels z,al afhangen, wat de toe
komst aan Nederland brengen aal. Zuid-
Holland aal de verwadhtingan», die het in
zich gessteftd ziet, hopen wij, niét bescha
men. Het gen-aar daartoe bestaat alleen,
wanneer het zich al te overmoedig toont
als bijv. in het district Zoeitarmeer, waar,
in het geaicht van den vijand, ChinistelLijik-
•historischen en Anti-rtWototiomnaiiren
elkaar in het haiar Ziften. De twee par
tijen zijn daar ie dier met een candtdajat
uitgekomen ter vervuiling dér «pftaats van
den heer Van Pal Landt, om wiens politiek
dijk men aan het twisten is. De heer van
Pallanidt is gekozen als antLrevoóubiion-
nair beweert de oen; als Statenlid heeft
hij zich aangesloten bij de ChrfetoJijk-
bistonisefhen, verkLaart d»e onder. Hij is,
komt een dierde tusschenbeide, nog tótd
van de anti-revoüutzonnairre kiesvereenii-
gong; de voorganger, stelt een vierde Mor
tegenover, was do heer van. Rheimen van
Rhemenshuiiren, een Christelijfk-histo-
ritsch, en lin d'iems plaats is hij dan ook als
christelijk-hiisiorLsch gekozen. In dezen
onderlingen strijd past het aan buiten
standers niiet, zllch te mengen. Men kan
naar aanJl aiding daanvan aflleende ver
zuchting slaken, dat menschen met niét
al te bealiiste avertudging zelfls na hun
dood neg last geven, om daaraan het goe
de vocrmeman vast te knoop en in den ver
volge met princópicale menschen uiit te
koanen. Van den anderen kant staat hier
tegenover, dat, wanneer gedurende o)l diile
jaren bij de vervulling van zijn mandaat
nog niet duidelijk ts geworden of de heer
Van Pallandt tot de eene fractie of tot de
andere behoorde, in de BroMinaiale Staten
'het onderscheid niet groot genoeg is, om
ter wille daarvan een zebefl in gevaar te
brengen. Indien straks do Evenredige
Vertegenwoordiging is ingevoerd cn dat
zal wél gebeuren, vóór hot nieuw te kie
zen lid langs den tegen woord igen weg een
herniieuwing .van zijn mandaat hoeft te
•vragen aai het offer, dat de een© partij
thans heeft be brengen, vanzelf ophouden.
Practisch is vóór en tegen de beide ziens
wijzen evenveel te zeggen. De Amti-revo-
lutdonnairen zijn,, naar het schijnt, in het
district talrijker, dan de Christelijik-Uisto-
rïischen, dodh de Antó-a©v©luitiii<mnairen
hebben dan ook al een zetel im de Staten
yan Zoetermeer.
Wie wint, hangt trouwens niet van de
belanghebbenden af maar van de Katholie
ken, die in dezen misschien het best doen
neutraal te blijven, indien zij althans daar
door den eigen man niet in gevaar bren
gen, thans reeds bij herstemming hun
steun toezeggend© aan den anti-liberaal,
die de meeste stemmen zal krijgen. De
wijste en verstandigste is dntusschen de
partij en de candidaat, die dn het algemeen
belang een offer van zijn persoon brengt.'1
Toen de briefschrijver dit schreef, had
hij natuurlijk nog geen kennis genomen
van het advies der Centrale R. K. Kiesver-
eenigng. Anders had hij zooals van
zelf spreekt, de Katholieke kiezers gewe
zen op de verplichting om hun stem uit te
brengen op de heeren Mr. A. L. J. van
Beeck Calkoen en W. B. van Liefland.
ALPHEN.
Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn.
Zooals gisteren gemeld s een wetsont
werp bij de Tweede iamer ingediend tot
vereeniging van de gemeenten Alphen,
Aarlanderveen en Oudshoorn, met bepa
ling, dat de vereenigde gemeenten den
naam dragen van Alphen aan den Rijn en
dat de vereeniging tot stand komt op 1 Jan.
1917.
In de toelichting tot dit wetsontwerp
zegt de Minister van Binnenlandsche Za
ken o. a. het volgende:
Het aan den Rijn gelegen gebouwde ge
deelte der gemeente Aarlanderveen, be
kend onder den naam Lage Zijde, maakt
feitelijk een geheel uit met de bebouwdg
kom der gemeente Alphen.
Reeds sinds jaren worden in beide ge.
meenten de bezwaren gevoeld, welke voort
vloeien uit de omstandigheid dat diit aan-
eengebouwde complex, dat dezelfde belan
gen heeft, administratief onder verschil
lend bestuur staan.
Door een groot aantal inwoners van Al
phen en Aarlanderveen werd, toen 1 Fe
bruari 1915 het burgemeestersambt te Aar
landerveen vacant kwarn, aan Gedeputear„
de Staten een verzoek gericht om vereeni
ging van heide gemeenten of wel toevoe
ging van vorengenoemd deel van Aarlan
derveen bij Alphen te bevorderen. Reeds
vroeger waren daartoe stemmen opgegaan..
De behandeling van gemeld verzoek en
het daaruit voortgesproten overleg met de
besturen van beide gemeenten deden GedL
Staten inzien, dat vereeniging van die ge
meenten de voorkeur verdient. Tevena
rees de vraag, of in die vereeniging medo
de gemeente Oudshoorn ware te betrekken,
welker aan den Rijn gelegen kom eveneens
aan die van Alphen aansluit en daarme
de een geheel maakt. De Raad dier ge
meente, over dit denkbeeld gehoord, ver
klaarde er zich eenparig voor.
Door de vereeniging van deze drie ge
meenten zal één krachtige gemeente ont
staan van ruim 14.000 zielen, met als cen
trum de bebouwde kommen der drie ge
meenten, die te zamen ongeveer 10.000 in
woners tellen. Reeds thans bestaat tua-
schen de drie gemeenten een gemeenschap-
pelijken regeling voor gas- en electriciteita.
voorziening en levert Alphen contractueel
water aan de beide andere gemeenten.
Met het door Ged. Staten ontworpen;
voorstel hebben de raden en de commissie^
uit de ingezetenen van Aarlanderveen en,
van Oudshoorn zich met vrijwel algemee-
nc stemmen verecnigd. Bij de commissie
uit de ingezetenen van Alphen ontmoette
het ontwerp geen enkel bezwaar. De Raad
van Alphen verklaarde zich met zes van
de elf stemmen voor het ontwerp. De min
derheid van laatstgenoemden Raad ver
klaarde met het voorstel tot vereeniging
slechts te kunnen meegaan, indien in hel
ontwerp een regeling werd opgenomen,
om de drie gemeenten na de vereeniging
in zoover als afzonderlijke onderdeelen te
handhaven, dat in elk daarvan afzonder
lijke extra-belastingen zouden worden ge
heven, ten einde het thans bestaande ver
schil in belastingdruk te doen voortbe
staan.
Bij de voorafgaande besprekingen var*
Ged. St. met de gem.-besturen is ernstig
de vraag overwogen of niet in den een of
anderen vorm gedurende 'n beperkt aan
tal jaren eenig verschil an belastingdruk
tusschen de drie doelen der nieuwe ge^
meente moest worden bestendigd. Daarbij
bleek echter, dat verwezenlijking van dit
denkbeeld de vereeniging voor Aarlander-
,v|j|i en Ou^ishoorn onaannemelijk zou
maken.
Het verschil dn belastingdruk tusscheö
de drie gemeenten is oogenschijnlijk wel
van eenige botockenis. In 1914 bedroeg
de hoofdelijke omslag dn Alphen 1 pet.,
in Aarlanderveen 2.8 pet., in Oudshoora
bij een progressieve hefting 1.68 pet. van
het geheele belastbare inkomen. Ouds
hoorn heeft 8 opcenten op de personeele
belasting. Alphen en Aarlanderveen.
gfyne. Volgens berekening van Gedepu
teerde Staten zou intusschen, zoo men in
de begrootingen eenige wijzigingen
waaronder versnelling van aflossing voo<r
Alphen en Ouddhoorn brengt ter be
hoorlijke vergelijking van den financies-
len toestand, de hoofdelijke omslag te
Alphen. 2 pCt., te Aarlanderveen 2.64 pCt
en le Oudshoorn 2.14 pCt. bedragen en
7.«>u na vereenlgiing 2.2 pCt. moeten wor
den geheven. Dczo verschillen zijn te ge
ring om een speciale regeling te recht-
FEUILLETON.
HET PLEEGKIND.
„Dan vertrek ik morgen nog naar
Würabung."
„Uw voornemen kan ik niet anders dan
billijken, maar wees vooral voorzichtig.
Pfuel iis reeds met zijne scharen dn de na
bijheid, bloeddorstige mannen,, die er zich
op beroemen in Bohemen 800 dorpen ver
brand te hebben. In Beieren willen zij
hot duizendtal volmaken. Zoo gij in hunne
handen valt, -zijt gij om/herroep e'.ijk verto
on. Waar echter zult gij uw© zuster he
llen brengen?"
„Hierheen, rln het Boscbhuiiis. Leef wel,
Eerwaarde heer, ïk dank u voor uwe
mededeelingen eai uw raad. Ik zal nu nog
met Gregoor spreken. Hij iis een ouid sol
daat, met- veel ervaring. Moge het u ver
der welgaan, wanneer wij etkander niet
meer zullen wederzien."
„Leef wel, anijin zoon; God moge uw
doornemen zegenen. Mijn zegen zal u op
Bwen, weg begeleiden."
In het BosoMrais teruggekeerd, had
Stoffer een 'lang göspirèk met Gregoor
'B&nk, en later im dén avond deelde (hij den
.verzamelden huilsgemooten medie, dat hij
reis zou ondernemen, en dat geduren-
den duur van zijne 'afwezigheid Gre-
goar Berk zijn .plaats zou innemen. Zij
moesten hem gehoorzamen, gielijk zij het
hem altijd deden. Nog tot laat m den
maxtht zaten Stoffer en Berk tezamen de
onderneming, en .al hetgeen daaruü't kon
"Vórlkornen, te beaprekejL
„Het eenige ie, de zaak zoo Vlug, maar
ook zoo voorziicihflig mogelijk ten uitvoer
te brengen", zieiide Stoffer eindelijk. „Het
as jammer, dat nik .zoo enorm sleciht van
geld voorzién. beu. Ik heb slechts enkele
onnoozele witten en schellingen."
„Daar kaai i-k hulp aanbrengen", zeide
Xiregoor; „zeker, vecil of groote geldstuk
ken moogt gij n&et bij u dragen, dat zou
gevaarlijk zijn, maar wadht."
Hij haalde zijn ouden z»waardgordel,
tarnde de®e aan de binnenzijde npsn en
schudde toen. Beai regen van deeds groote,
dee lis kléine munten viel er uiit.
„Een deel van den buit van Tuttliingéii",
lacrtibe Gregoor, „neem er van, zooveel gij
.gebruiken 'kunt, Veil. In uw geldgordel
moet gij islec/hts wat kléine munt fe teken,
-de rest verbergen we daar tusschen uwe
kleed eren, waar men zie fliét minste eoe-
ken zal. De Zweedsohe munten steekt gij
Jos in uw iziak.".
Nog lag de nachtelijke dluier over de
aarde, en 'langzaam"verbleekten de ster
ren, toen de beid© mannen het Bosdhbuiis
verKieten em, door Wo«Lf vergezeld,, de
richting naar "den .straatweg insloegen.
Eer zij vertrokken, had Gregoor zijnen
makker sóherp opgenomen en daarbij te
vreden opgemerkt:
„Wanneer iik niet wist, dat gij het
waart, Stoffer, zou -ik u waarlijk niét her
kennen. Ge 'ziet er nu alls een echte lond-
looper uiit."
„Het veithéugt mij, dat gij dat rindt,^
als oud krijgsman hebt gij een scherp
oog."
Zwijgend schreden beiden door het
stille woud, en spoedig was de straatweg
beretikd;/
„Verder moogt gij ni.et gaan, vriend
Gregoor; hier moeten we scheMen. \Voflf
zal u naar huis terugvoeren verstaat
gij mij, goede hond?"
Wolf kwispelstaartte.
„Hoe verstandig aiet dat diiér u aan!"
meende Berk, „hij sdhijut u Werkelijk té
vérstaan. en dat is maar goed, want in
dit gedeelte Van het woud ben ik volko
men vreemd."
„Natuurlijk verstaat Woil'f mij, gij kunt
u gerust onder zijne hoede stellen. En nu,
leef wel. Denk aan uwe beloften, ïk ge
loof nooit, dat gij mijn vertrouwen be
schamen zult."
„Dat hebt gij geen onwaardige geschon
ken... Zoo lang ik Leef, betreedt geen vij
andelijke voet het Bosebhuis, en geen der
inwoners zal eenig leed geschieden. Moge
God u he\pe»n en bijstaan en u weder hier
terugvoeren."
Nog een handdruk, en dan scheidden zij.
Berk zette zii'dh op een steen naast den
weg neder en oogde'den vertrekkende na;
spoedig verloor hij hem echter uit het
gezicht.
Middelerwijl was het dag geworden; 'de
geheele natuur ontwaakte tot n/ieuw le
ven Vogel en stemmen weerklonken in het
bcscih, eerst zacJitkens en angstig, dan
Luider en luider; het dis het morgengebed
van de gevederde zangers. Rossig kleur
den zich de kleine wolkjes aan het firma
ment, steeds heïér werd hun rood, vuri
ge stralen schoten langs den horizont op,
en de zon verhiief zi-dh icn al hare heerflijik-
held.
„Het is lang geleden, dat ik zulk een
uur beleefd héb. Het was, toen ik als
knaap yam mijn oudérfijk liuüs yertpok",
zeide Gregoor zacht bij zichzelven, „mijn
schoon tehuis aan den Neokar. Toen ik
vertrok, was alles daar vreugde en geluk,
en toen ik terugkeerde, vond ik, in plaats
van door levenslustige menschen bewoon
de huizon, silechts zwartgebrande muren
en vertrapte velden. Overal verwoesting,
dc gevolgen van den onzatigen krijg. Moge
God (hun vergeven, dlie ons uit hoogmoed
en hebzucht den oorlog hebben berok
kend.... Maar Gregoor, ik geloof, dat gij
weent? Schaam u, zijt gij van een oud
krijgsknecht, een oud wijf geworden?"
Met een handlbewegflng wischte hij zijne
oogen 'uit en- blikte dan vorschend voor
zich uit, als wild© hij zich overtuigendat
er ge ene getuigen van zijne gemoedisaan-
doeniing geweest waren. Allies was stil en
stom, maar bij het scherpe turen ont
waakte bij Gregoor eene niéuwe ged ach
teringang.
„Zonderling", zoo vervolgde hij zijn al
leenspraak, ,,het iis mij, alsof ik den om
trek hier ken, ear toch ils hij mij vreemd.
Hij herinnert mij iets uit het verledene,
dat ik mij nu wiet meer herinneren kan...
Waarom mij zeLven eohter te kiweLlen?
Wellicht ben ik verward met een soortge
lijke omgeving, een sitraatwcg door het
woud. Wat is dat voor iiete bijzonders,
maar toch....-
Ontevreden over zioh zeiven, sohudde
Gregoor het hoofd.
„Kom, Wolf, we gaan naar hu/is."
Man en hond' traden het kreupelhout
binnen.
Een der mannen keerde in het vriende
lijke Bosch/huis terug, terwijil de andere
onbekende gevaren tegemoet gtitngj 'beild en
vast besloten, 'hun plitoht to doen,
Veit Stoffer was een onvermoeide wam
de! aar en zou spoedig zijn dool bereikt
hebben, hij moest eolhtor dikwijls groote
omwegen maken, om onaangename ont
moetingen te vermijden. Vijandelijke voor
posten waren reeds ver in het land bin
nen god rongen en maakten den omtrek!
onveilig. Ook de slimste van alle Zweed-
sohe aanvoerders, generaal Pfuel, was in
de nabijheid.
Op zekeren avond in een kflein oord
aankomende, vond Stoffer er de howoneatl
in d© grootste ontsteltenis. Er waren
vluehtelingen uit d© omliggende dorpen
aangekomen, die jammerend 'en klagend
van roof en brandstichting verhaalden.
De beangste landlieden pakten hunne
beste have bijeen, 'om bij het aanbreken:
van den dog het bosch im te vluchten.
Reed3 nu trok een gedeelte af, zonder deni
morgen af te wachten.
Stoffler had, "vermoeild 'alls hij was van
het lange loopen, in een schuur zijn
nachtkwartier opgeslagen. Tegen den
rnorigen werd hij door oen vreeselijk afiamn
en geschreeuw uit den slaap gewekt
Een sterke atdeellng sofldaton had' het
doip omsingeld en vorderde onider vren-
seüjke bedreigingen van de ontstelde^
hulipelooze boeren de overgave van hunne
bezittingen voor het leger yam generaal
Pfueü.
Deze opeiisching braoht "echter slechtt
weinig op, daar de moest© dieren im het
hosch in veiligheid gébracht waren; in de
stallen vonden zij dus sDedhts \vedai%a
stuks, welke vam minder waarde Nvare**»
(Wordt vervolgd.^