VNo. 2032 Tweede Blad. Stembiljet. Uit de Omgeving, fe JAARGANG. 3)e£eidtiohzOoufca/nt Woensdag 7 Juni 1916 Voor de verkiezing van twee leden voor de Prov. Staten in het Kiesdistrict Leiden op Donderdag 15 Jtrai 1916. BRIÊT DE VISSER P. E. D. 4. J. G. J, A. N. L. L. H. Men make zwart het eerste en opéén B het laatste hokje, dus niet het laatste; men vergisse zich niet met de twee-laatste Ramen. Onze candidaat is J. TH. Oe Visser. De Neutraliteit. Dr. Poels, de bekende Limburgse he ar- baidérsvriend om slechts een der voor treffelijkheden te noemen van dezen ge leerden priester met een meer dan Euro- peesche vermaardheid dT. PoeLs gaf op een der Limburgsche Katholieken-dagen als zijn vaststaande overtuiging te ken nen, dat er geen neutrale couran ten bestaan. En dat .is ook zoo dat is zulk een klare werkelijkheid, dat 't over bodig moest zijn, e\r een gezaghebbende uitspraak van iemand als dr. Poels voor aan te halen. Behalve door dr. Poels is hetzelfde dan ook bij herhaling beweerd door: we mogen zeggen alle vooraan staande Katholieke mannen en 'vrouwen en vooral ook d oor het K e r- Jtel ijk g e z a gl Wij willen nu voor degenen, onder onze jzers, die er nog niet van overtuigd mochten zijn, niet in den breede gaan be- toogen, dat een courant niet neutraal kan wazen, en dat dus 'n zich noemende neutra- courant niet thuis behoort dn een Ka tholiek gezin evenmin als een Katholie ke courant bij een liberale familie de gast huizes As! dat willen we nu voor de zulken niet in den breede gaan bewijzen, doch wèl willen wij hen wijzen op één spre kend feit uit deze verkiezingsdagen. Zooals gisteren in ons blad. vermeld, was de naam van dr. Vollgraff, den secretaris der Uml'e-Oilberal© kies vereen i'giin,gen, ten onrecht© geplaatst onder een adver tentie, uitgaande van vrijzinnige zijde, Sn „Het Leidisoh Dagblad". Dr. Vollgraff beeft toierr niet slechts aan ons "blad, maar fok aam „het LeOdsch Dagblad" zijn ont stemming geuit over een dengel ijike mis leidende handelwijze. Nu zóu 't voor de •hand liggen, dat de diiirectiie, inziende de misleiding, wélke in bedoelde advertentie gelegen is, daan-van onmiddellijk de re dactie had in kenniis gesteld', teneinde m het redactoonedlie gedeelte de onware voonstelliimg recht te zetten, welke tot haar spijt, natuurlijk de advertentie- rubriek had omtsliérd. Doch aoo iets ge schiedde niet! Het schrijven van dr. Voll graff bracht „Het Leêdsdh Dagblad" niet ter kennis vam hare lezens. Dat is nu de neutraliteit! Mede werken mét éeairge heethoofdige vrij zinnige .reclame-makers om bij de lezers den in druk te vestigen o? althans te laten, dat een gematigd persoon als dr. Vollgraff de man is .van^di© reclame. Dat isjiudeneutraliteit! En toch blijven sommigen nog gélooven aan het bestaan van neoitrale dagbladen Uit de Pers. De Aan een artikel in D e T ij d ontleenen we het volgende: Talma geeft den arbeiders een recht, Treub-Lely geven een aalmoes. Is de re geling voor de minder dan 70-jarigen bij Treub beter dan bij Talma? Men zal het in ernst niet kunnen beweren. Wederom sta- voorop: Talma's. regeling is klaar, wacht op uitvoering, de Linkerzijde weigert. Treub's regeling daarentegen wordt voor- loopig door de Regeering niet aan de orde gesteld. En dat, terwijl er ongeveer vier maal zooveel invalide werklieden zijn, die thans geen ondersteuning krijgen, als ze ven tigjarigen! Men weet trouwens nog niet, hoe de regeering thans over het ont- werp-Treub denkt. Er bestaat over dit al les groote en bij de invalide arbeiders pijn lijke onzekerheid; slechts d/it eene is zeker dat de wetten-Talma in 1915 in werking haddein kunnen treden. In de Memorie v. Antwoord verklaarde de Regeering, dat de Invaliditeitswet in overeenstemming kan worden gebracht met de Ouderdomswet. De vraag is echter: lioe: De Regeering meent, dat na het 7Usten jaar de invalidi- teitsrenten niet moeten doorloopen. Doch dan is het gevolg, dat de arbeider, die zijn premies heeft betaald, zijn invaliditeits rente op 7ü-jaiAgen leeftijd verliest, hoewel niets in zijn toestand veranderd is, terwijl hij daarna ouderdomsrente alleen kan krij gen op voorwaarde, dat hij behoeftig is! Een dergelijke aansluiting zal toch zeker door weinigen worden begeerd! Volgens Talma zou dit anders zijn: de arbeiders zouden tot hun dood een eigen verdiend pensioen genietën van f 4.50, f 5, enkele zelfs van f 0 per week. Ook de AnvalidLteits- premies van Talma zijn voor den werk man gunstiger dan die van Treub. Daar bij houde men in 't oog, dat bij Treub de rente vermindert met den leeftijd en op 65 jaar voor alle verzekerden daalt tot het minimum van f 2 per week; terwijl bij Talma de rente klimt, naarmate men gere gelder en langer premie betaalde. Het be drag der rente is bij Talma bovendien aanmerkelijk igrooter, althans na het 45e jaar, d. w. z. in verreweg de meeste geval len; na het 65e jaar is de Treub-rente on veranderd f 100, de Talma-rente van f 108 tot f 340! Hoe geheel anders klinkt dit, dan wat den kiezers in 1913 is voorgehouden! Toen werd de leeftijd van de ouderdomsrente- Talma te hoog gevonden; de heeren Rood- huyzen, Tydeman en De Meester verlang den 65 jaar, hoewel er tevens een invali- diteutsrente bestond; thans is door de Lin kerzijde de 70-janige leeftijd vastgesteld fc'oor de Staats-,.bedeeling", en laten de heeren de Invaliditetswet onuitgevoerd! Ook de Ouderdom9rente-Talma was hun te geringè men verlangde f 3.96, anderen f 4, weer anderen f 2.50; het is ten slotte f 2 geworden! De geheele behandeling der Staatsbedee- Mng in de Tweede Kamer heeft dan ook duidelijk in 't licht gesteld, hoezeer met de belangen van den arbeidersstand is ge speeld, hoe van de sociale verzekering on der deze Regeering niets terecht komt en daarvoor in de plaats wordt gegeven een regeling van eèn geheel ander onderwerp: de Armenzorg. Dat is trouwens ook van liberale zijde erkend, zelfs van de zijde der S. D. P., welker orgaan „De Tribune" o. a. schreef, dat rnr. Aalberse, die er op Wees," dat dit wetsontwerp zuiver armen zorg is, ja, uit een oogpunt van armen zorg principieel slecht en practisch on deugdelijk is, „duizendmaal meer gelijk had dan zijn tegenschreeuwers Duys en March ant". „Aalberse's woord schrijft het blad dat het ontwerp niet armoede voorkomt, maar slechts aalmoezen geeft, is letterlijk juist." Linksch verkiezingsgedoe. Het Centrum sahrijft: Vroeger hadden de Jlüborailen het mono polie van het intellect Zij dienden zich aan 'als het denkend deel der natie. Thans .schi jonen zij zoo waar het a:ir te wOllem aannemen, of dé meening te wlii'.Cen vestigen, dat alleen bij hen het landsbe lang veilig is tegenover den vreemde. De vrijzinnigheid moet zegevOereoi bij •de Staten-veikiezingen, want anders kon er wel eens een kink im den kalbefl karnen onzer neaitrail teats -politiek, die aan het volk den vrede verzekert. Op de .algemeene vergadering der Libe rale Unie werd onlangs en riet door den eerste den beste in dien zin geora keld. En nu vinden wij im de liberale pers datzelfde idee nog plompier onder woorden gebracht. De „Nieuwe Arnlh. Grt.", die reeds be weerd heeft, dat. indien de Staten en "de Eerste Kamer niét worden omgezet, o.a. de Grondwetsherziening en de beëindiging van den schoolstrijd in 't gjedrang komen, houdt thans haren Leeens zondier blikken of blozen voor, dat Nederland al Immg het lot van België of Griekenland zou helbben gedee'd, indien gedurende déze oorfogis- periode de regeering des Hands to handen ware van de Rechterzijde, en dat dus 't is alles gesp atieerd gedrukt! het hoogste belang des lands die bestendi ging van hei zittend Kabinet ei/sdht. Daarna wordt dan dan kiezers op 't hart gedrukt bij de Statensvehkieaingan toch (vooral cp de Liberate en socialistische camdiidiaten te stemmen 't Zall wel neet noodig zijn, over het on gerijmde en onduldbare van dit stemt»us- proz-a veel te zeggen. Zulk geschrijf oordeelt en vèroordeef.t zich-zélf. Het werd tot dusver aLs een goeide ge woonte beschouwd de buiten landsche staatkunde niét te betrekken in het ver- ümezingsbedrijf en te doen, alsof bij g.roote internationale conflicten het behoud der Natie een vraag was van Rechts of Lanka Ook met die gewoonte wordt nu aan de overzijde geibroken. De kiezers "zullen en moeten daartegen een klinkend protest uitbrengen, een protest dat, naar wij vertrouwen, den li beralen voorgoed den lust zal doen ver gaan, om een dergelijk minderwaardig spel te heihalen. Zoetermeer. Aain een Hiaagschen brief in De,Tijd- ontleenen we: „Zuid-Holland gevoelt zich flier in deze dagen. Het weet, dat het aide oiogen op zich gericht heeft en dat van zijn houding grootendeels z,al afhangen, wat de toe komst aan Nederland brengen aal. Zuid- Holland aal de verwadhtingan», die het in zich gessteftd ziet, hopen wij, niét bescha men. Het gen-aar daartoe bestaat alleen, wanneer het zich al te overmoedig toont als bijv. in het district Zoeitarmeer, waar, in het geaicht van den vijand, ChinistelLijik- •historischen en Anti-rtWototiomnaiiren elkaar in het haiar Ziften. De twee par tijen zijn daar ie dier met een candtdajat uitgekomen ter vervuiling dér «pftaats van den heer Van Pal Landt, om wiens politiek dijk men aan het twisten is. De heer van Pallanidt is gekozen als antLrevoóubiion- nair beweert de oen; als Statenlid heeft hij zich aangesloten bij de ChrfetoJijk- bistonisefhen, verkLaart d»e onder. Hij is, komt een dierde tusschenbeide, nog tótd van de anti-revoüutzonnairre kiesvereenii- gong; de voorganger, stelt een vierde Mor tegenover, was do heer van. Rheimen van Rhemenshuiiren, een Christelijfk-histo- ritsch, en lin d'iems plaats is hij dan ook als christelijk-hiisiorLsch gekozen. In dezen onderlingen strijd past het aan buiten standers niiet, zllch te mengen. Men kan naar aanJl aiding daanvan aflleende ver zuchting slaken, dat menschen met niét al te bealiiste avertudging zelfls na hun dood neg last geven, om daaraan het goe de vocrmeman vast te knoop en in den ver volge met princópicale menschen uiit te koanen. Van den anderen kant staat hier tegenover, dat, wanneer gedurende o)l diile jaren bij de vervulling van zijn mandaat nog niet duidelijk ts geworden of de heer Van Pallandt tot de eene fractie of tot de andere behoorde, in de BroMinaiale Staten 'het onderscheid niet groot genoeg is, om ter wille daarvan een zebefl in gevaar te brengen. Indien straks do Evenredige Vertegenwoordiging is ingevoerd cn dat zal wél gebeuren, vóór hot nieuw te kie zen lid langs den tegen woord igen weg een herniieuwing .van zijn mandaat hoeft te •vragen aai het offer, dat de een© partij thans heeft be brengen, vanzelf ophouden. Practisch is vóór en tegen de beide ziens wijzen evenveel te zeggen. De Amti-revo- lutdonnairen zijn,, naar het schijnt, in het district talrijker, dan de Christelijik-Uisto- rïischen, dodh de Antó-a©v©luitiii<mnairen hebben dan ook al een zetel im de Staten yan Zoetermeer. Wie wint, hangt trouwens niet van de belanghebbenden af maar van de Katholie ken, die in dezen misschien het best doen neutraal te blijven, indien zij althans daar door den eigen man niet in gevaar bren gen, thans reeds bij herstemming hun steun toezeggend© aan den anti-liberaal, die de meeste stemmen zal krijgen. De wijste en verstandigste is dntusschen de partij en de candidaat, die dn het algemeen belang een offer van zijn persoon brengt.'1 Toen de briefschrijver dit schreef, had hij natuurlijk nog geen kennis genomen van het advies der Centrale R. K. Kiesver- eenigng. Anders had hij zooals van zelf spreekt, de Katholieke kiezers gewe zen op de verplichting om hun stem uit te brengen op de heeren Mr. A. L. J. van Beeck Calkoen en W. B. van Liefland. ALPHEN. Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn. Zooals gisteren gemeld s een wetsont werp bij de Tweede iamer ingediend tot vereeniging van de gemeenten Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn, met bepa ling, dat de vereenigde gemeenten den naam dragen van Alphen aan den Rijn en dat de vereeniging tot stand komt op 1 Jan. 1917. In de toelichting tot dit wetsontwerp zegt de Minister van Binnenlandsche Za ken o. a. het volgende: Het aan den Rijn gelegen gebouwde ge deelte der gemeente Aarlanderveen, be kend onder den naam Lage Zijde, maakt feitelijk een geheel uit met de bebouwdg kom der gemeente Alphen. Reeds sinds jaren worden in beide ge. meenten de bezwaren gevoeld, welke voort vloeien uit de omstandigheid dat diit aan- eengebouwde complex, dat dezelfde belan gen heeft, administratief onder verschil lend bestuur staan. Door een groot aantal inwoners van Al phen en Aarlanderveen werd, toen 1 Fe bruari 1915 het burgemeestersambt te Aar landerveen vacant kwarn, aan Gedeputear„ de Staten een verzoek gericht om vereeni ging van heide gemeenten of wel toevoe ging van vorengenoemd deel van Aarlan derveen bij Alphen te bevorderen. Reeds vroeger waren daartoe stemmen opgegaan.. De behandeling van gemeld verzoek en het daaruit voortgesproten overleg met de besturen van beide gemeenten deden GedL Staten inzien, dat vereeniging van die ge meenten de voorkeur verdient. Tevena rees de vraag, of in die vereeniging medo de gemeente Oudshoorn ware te betrekken, welker aan den Rijn gelegen kom eveneens aan die van Alphen aansluit en daarme de een geheel maakt. De Raad dier ge meente, over dit denkbeeld gehoord, ver klaarde er zich eenparig voor. Door de vereeniging van deze drie ge meenten zal één krachtige gemeente ont staan van ruim 14.000 zielen, met als cen trum de bebouwde kommen der drie ge meenten, die te zamen ongeveer 10.000 in woners tellen. Reeds thans bestaat tua- schen de drie gemeenten een gemeenschap- pelijken regeling voor gas- en electriciteita. voorziening en levert Alphen contractueel water aan de beide andere gemeenten. Met het door Ged. Staten ontworpen; voorstel hebben de raden en de commissie^ uit de ingezetenen van Aarlanderveen en, van Oudshoorn zich met vrijwel algemee- nc stemmen verecnigd. Bij de commissie uit de ingezetenen van Alphen ontmoette het ontwerp geen enkel bezwaar. De Raad van Alphen verklaarde zich met zes van de elf stemmen voor het ontwerp. De min derheid van laatstgenoemden Raad ver klaarde met het voorstel tot vereeniging slechts te kunnen meegaan, indien in hel ontwerp een regeling werd opgenomen, om de drie gemeenten na de vereeniging in zoover als afzonderlijke onderdeelen te handhaven, dat in elk daarvan afzonder lijke extra-belastingen zouden worden ge heven, ten einde het thans bestaande ver schil in belastingdruk te doen voortbe staan. Bij de voorafgaande besprekingen var* Ged. St. met de gem.-besturen is ernstig de vraag overwogen of niet in den een of anderen vorm gedurende 'n beperkt aan tal jaren eenig verschil an belastingdruk tusschen de drie doelen der nieuwe ge^ meente moest worden bestendigd. Daarbij bleek echter, dat verwezenlijking van dit denkbeeld de vereeniging voor Aarlander- ,v|j|i en Ou^ishoorn onaannemelijk zou maken. Het verschil dn belastingdruk tusscheö de drie gemeenten is oogenschijnlijk wel van eenige botockenis. In 1914 bedroeg de hoofdelijke omslag dn Alphen 1 pet., in Aarlanderveen 2.8 pet., in Oudshoora bij een progressieve hefting 1.68 pet. van het geheele belastbare inkomen. Ouds hoorn heeft 8 opcenten op de personeele belasting. Alphen en Aarlanderveen. gfyne. Volgens berekening van Gedepu teerde Staten zou intusschen, zoo men in de begrootingen eenige wijzigingen waaronder versnelling van aflossing voo<r Alphen en Ouddhoorn brengt ter be hoorlijke vergelijking van den financies- len toestand, de hoofdelijke omslag te Alphen. 2 pCt., te Aarlanderveen 2.64 pCt en le Oudshoorn 2.14 pCt. bedragen en 7.«>u na vereenlgiing 2.2 pCt. moeten wor den geheven. Dczo verschillen zijn te ge ring om een speciale regeling te recht- FEUILLETON. HET PLEEGKIND. „Dan vertrek ik morgen nog naar Würabung." „Uw voornemen kan ik niet anders dan billijken, maar wees vooral voorzichtig. Pfuel iis reeds met zijne scharen dn de na bijheid, bloeddorstige mannen,, die er zich op beroemen in Bohemen 800 dorpen ver brand te hebben. In Beieren willen zij hot duizendtal volmaken. Zoo gij in hunne handen valt, -zijt gij om/herroep e'.ijk verto on. Waar echter zult gij uw© zuster he llen brengen?" „Hierheen, rln het Boscbhuiiis. Leef wel, Eerwaarde heer, ïk dank u voor uwe mededeelingen eai uw raad. Ik zal nu nog met Gregoor spreken. Hij iis een ouid sol daat, met- veel ervaring. Moge het u ver der welgaan, wanneer wij etkander niet meer zullen wederzien." „Leef wel, anijin zoon; God moge uw doornemen zegenen. Mijn zegen zal u op Bwen, weg begeleiden." In het BosoMrais teruggekeerd, had Stoffer een 'lang göspirèk met Gregoor 'B&nk, en later im dén avond deelde (hij den .verzamelden huilsgemooten medie, dat hij reis zou ondernemen, en dat geduren- den duur van zijne 'afwezigheid Gre- goar Berk zijn .plaats zou innemen. Zij moesten hem gehoorzamen, gielijk zij het hem altijd deden. Nog tot laat m den maxtht zaten Stoffer en Berk tezamen de onderneming, en .al hetgeen daaruü't kon "Vórlkornen, te beaprekejL „Het eenige ie, de zaak zoo Vlug, maar ook zoo voorziicihflig mogelijk ten uitvoer te brengen", zieiide Stoffer eindelijk. „Het as jammer, dat nik .zoo enorm sleciht van geld voorzién. beu. Ik heb slechts enkele onnoozele witten en schellingen." „Daar kaai i-k hulp aanbrengen", zeide Xiregoor; „zeker, vecil of groote geldstuk ken moogt gij n&et bij u dragen, dat zou gevaarlijk zijn, maar wadht." Hij haalde zijn ouden z»waardgordel, tarnde de®e aan de binnenzijde npsn en schudde toen. Beai regen van deeds groote, dee lis kléine munten viel er uiit. „Een deel van den buit van Tuttliingéii", lacrtibe Gregoor, „neem er van, zooveel gij .gebruiken 'kunt, Veil. In uw geldgordel moet gij islec/hts wat kléine munt fe teken, -de rest verbergen we daar tusschen uwe kleed eren, waar men zie fliét minste eoe- ken zal. De Zweedsohe munten steekt gij Jos in uw iziak.". Nog lag de nachtelijke dluier over de aarde, en 'langzaam"verbleekten de ster ren, toen de beid© mannen het Bosdhbuiis verKieten em, door Wo«Lf vergezeld,, de richting naar "den .straatweg insloegen. Eer zij vertrokken, had Gregoor zijnen makker sóherp opgenomen en daarbij te vreden opgemerkt: „Wanneer iik niet wist, dat gij het waart, Stoffer, zou -ik u waarlijk niét her kennen. Ge 'ziet er nu alls een echte lond- looper uiit." „Het veithéugt mij, dat gij dat rindt,^ als oud krijgsman hebt gij een scherp oog." Zwijgend schreden beiden door het stille woud, en spoedig was de straatweg beretikd;/ „Verder moogt gij ni.et gaan, vriend Gregoor; hier moeten we scheMen. \Voflf zal u naar huis terugvoeren verstaat gij mij, goede hond?" Wolf kwispelstaartte. „Hoe verstandig aiet dat diiér u aan!" meende Berk, „hij sdhijut u Werkelijk té vérstaan. en dat is maar goed, want in dit gedeelte Van het woud ben ik volko men vreemd." „Natuurlijk verstaat Woil'f mij, gij kunt u gerust onder zijne hoede stellen. En nu, leef wel. Denk aan uwe beloften, ïk ge loof nooit, dat gij mijn vertrouwen be schamen zult." „Dat hebt gij geen onwaardige geschon ken... Zoo lang ik Leef, betreedt geen vij andelijke voet het Bosebhuis, en geen der inwoners zal eenig leed geschieden. Moge God u he\pe»n en bijstaan en u weder hier terugvoeren." Nog een handdruk, en dan scheidden zij. Berk zette zii'dh op een steen naast den weg neder en oogde'den vertrekkende na; spoedig verloor hij hem echter uit het gezicht. Middelerwijl was het dag geworden; 'de geheele natuur ontwaakte tot n/ieuw le ven Vogel en stemmen weerklonken in het bcscih, eerst zacJitkens en angstig, dan Luider en luider; het dis het morgengebed van de gevederde zangers. Rossig kleur den zich de kleine wolkjes aan het firma ment, steeds heïér werd hun rood, vuri ge stralen schoten langs den horizont op, en de zon verhiief zi-dh icn al hare heerflijik- held. „Het is lang geleden, dat ik zulk een uur beleefd héb. Het was, toen ik als knaap yam mijn oudérfijk liuüs yertpok", zeide Gregoor zacht bij zichzelven, „mijn schoon tehuis aan den Neokar. Toen ik vertrok, was alles daar vreugde en geluk, en toen ik terugkeerde, vond ik, in plaats van door levenslustige menschen bewoon de huizon, silechts zwartgebrande muren en vertrapte velden. Overal verwoesting, dc gevolgen van den onzatigen krijg. Moge God (hun vergeven, dlie ons uit hoogmoed en hebzucht den oorlog hebben berok kend.... Maar Gregoor, ik geloof, dat gij weent? Schaam u, zijt gij van een oud krijgsknecht, een oud wijf geworden?" Met een handlbewegflng wischte hij zijne oogen 'uit en- blikte dan vorschend voor zich uit, als wild© hij zich overtuigendat er ge ene getuigen van zijne gemoedisaan- doeniing geweest waren. Allies was stil en stom, maar bij het scherpe turen ont waakte bij Gregoor eene niéuwe ged ach teringang. „Zonderling", zoo vervolgde hij zijn al leenspraak, ,,het iis mij, alsof ik den om trek hier ken, ear toch ils hij mij vreemd. Hij herinnert mij iets uit het verledene, dat ik mij nu wiet meer herinneren kan... Waarom mij zeLven eohter te kiweLlen? Wellicht ben ik verward met een soortge lijke omgeving, een sitraatwcg door het woud. Wat is dat voor iiete bijzonders, maar toch....- Ontevreden over zioh zeiven, sohudde Gregoor het hoofd. „Kom, Wolf, we gaan naar hu/is." Man en hond' traden het kreupelhout binnen. Een der mannen keerde in het vriende lijke Bosch/huis terug, terwijil de andere onbekende gevaren tegemoet gtitngj 'beild en vast besloten, 'hun plitoht to doen, Veit Stoffer was een onvermoeide wam de! aar en zou spoedig zijn dool bereikt hebben, hij moest eolhtor dikwijls groote omwegen maken, om onaangename ont moetingen te vermijden. Vijandelijke voor posten waren reeds ver in het land bin nen god rongen en maakten den omtrek! onveilig. Ook de slimste van alle Zweed- sohe aanvoerders, generaal Pfuel, was in de nabijheid. Op zekeren avond in een kflein oord aankomende, vond Stoffer er de howoneatl in d© grootste ontsteltenis. Er waren vluehtelingen uit d© omliggende dorpen aangekomen, die jammerend 'en klagend van roof en brandstichting verhaalden. De beangste landlieden pakten hunne beste have bijeen, 'om bij het aanbreken: van den dog het bosch im te vluchten. Reed3 nu trok een gedeelte af, zonder deni morgen af te wachten. Stoffler had, "vermoeild 'alls hij was van het lange loopen, in een schuur zijn nachtkwartier opgeslagen. Tegen den rnorigen werd hij door oen vreeselijk afiamn en geschreeuw uit den slaap gewekt Een sterke atdeellng sofldaton had' het doip omsingeld en vorderde onider vren- seüjke bedreigingen van de ontstelde^ hulipelooze boeren de overgave van hunne bezittingen voor het leger yam generaal Pfueü. Deze opeiisching braoht "echter slechtt weinig op, daar de moest© dieren im het hosch in veiligheid gébracht waren; in de stallen vonden zij dus sDedhts \vedai%a stuks, welke vam minder waarde Nvare**» (Wordt vervolgd.^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1916 | | pagina 1