OFFICIEELE KERKLIJST
5)e £eicbelie 6otvtoml
rara
c)erde Blad.
row^-Jiraiiraii
ill
rg
VAN
aWsffiata>r/3iawsM3!CTr/3|sw3iav/3i(arfli6iW,(yAWAW
erdag 5 Februari 1916
'd
acln
:>gr
[ONDAG NA DRIEKONINGEN.
den brief van den heiligen Paulus,
die van Colossen. 111. 12—17.
j dens! Weeslt als uitverkorenien, als
i^o iel en gelief deal van God, vol van
artiigheid; omgordt u met gedertiio-
i, ootmoedigheid', zachtmoedigheid
ürduldighead, alkandor verdragende
gevende^ zoo iemand tegen een an-
ffiige (klacht lie,erft, gelijk de Heer
yergiêven heeflb, ®oo moet gij. hat ook
JjJ Maar behalve dit alles, moet gij nog
1e hebben, die de hand der vohnaakt-
i. En dat de vrede van CJhriefcuis de
(jncl hebbé in- uwe (harten, tot welken
geroepen zijt, in één lidhaam: en
dankbaar. Dat (het woord, van
us overvloedig cm u wone, met alle
id. Leert en vermaant elkander door
„in, 'lofgezangen en geestelijke Kiiedie-
Uitrende voo-r God' uit (hartelijke damk-
eid. Al wat gij doet, hetzij in woor-
>f werken, doet alles in den naam
dan; Heer Jezus Christus, God den
door Hem dankende.
fl
.vd
3rj
ke
évangelie uit den H. Mattheus.
XIII. 24—30.
Leou tijd stalde Jezus aan hot volk
elijkenits voor, zeggende: heit rijk der
od en is gelijk aan eenen manisch, die
EK zaad op zijnen -akker gezaaid heeft,
dbt terwijl de menschen sliepen, kwam
ij and en zaaide onkruid tusschen de
en hij ging heen. Toen inu de h al
karen opgeschoten en vruchten droe-
kla vertoonde zich ook het onkruid. En
con Héchten van den huisvader kwamen
seggeni: heer, hebt gfj geen goed 7>aad
ven. akker gezaaid? hoe komt er dan
lid in? Hij antwoordde hun: dót heeft
■vijand gedaan. De knechten zeiden
fwill gijl dat wij het gaan verzame-
ïij antwoordde: neen, opdat gij, het
id Uii.tpauldwïndö, niet te geüjik de
'uiittrekt. Laat beadem opgroeien tot
:en 0g®fc; 1011 ten tijde van den oogst zal
ii de maaiers zeggen: plukt eerst het
id bijeen, en bindt het -im (bussels,
verbranden; en vergadert de tarwe
jne schuur,
ml
8
oifklaring van het Epistel.
H. Paulus spoort de Kolossers er toe
dat zij zich ijverig zullen toeleggen
deugd van liefde en die liefde zullen
si in hun gedragingen ten opzichte
Ion evenmensch. De verplichting daar-
olgt noodzakelijkerwijze hieruit: ,,zij
de uitverkorenen, de heiligen, de
sminden Gods", uitverkoren boven
Li Ble anderen, die nog in dwaling en
3 leven, uitverkorenen, om, geheiligd
- ij zijn door het H. Doopsel, als kin-
i God's,, op een bijzondere wijze dier-
te zijn aan God en door Hem be
te worden. Waar God den mensen
teeft begenadigd, daar moet deze zijn
baarheid -toonen. Hoe zal hij dat doen?
God zelf kan hij niets geven; immers
n behoort de aarde en al haar vol-
Maar God wil erkent en gediend
315 ia Zijn evenbeeld, in den mensch, dien
geschapen heeft. Derhalve moeten de
stenen het zich ten plicht rekenen,
dankbaarheid aan God te toonen
de beoefening der naastenliefde. Wat
at die naastenliefde? Vooreerst, mede-
n hebben met de geestelijke of licha-
wooden van den evenmensch. Dat
Mfielijden. moet zich uiten in goede wer-
j||f die zoo behooren gedaan te worden,
daardoor niet de. ij delheid gediend,
r de eer van God bevorderd wordt.
ryolgens verplicht die liefde tot be
ll idenlieid en lankmoedigheid; dat wil
jen: Wie waarlijk liefde heeft v-oor den
mensch, zal er voor zorgen, dat hij
den naaste niet beleedigt, maar ook
hj, wanneer de naaste iets tegen hem
loet, bereid zijn dit te verdragen en te
jeven Deed ook aldus Christusniet?
a Idoende is Hij rond gegaan en toen
Hem schold, schold Hij' niet terug,
teen Hij leed, dreigde Hij niet, maar
Egwillig gaf Hij zich over aan hen, die
onrechtvaardig veroordeelden.
Veest dus, zoo vervolgt de H. Paulus,
alles bezorgd, dat gij de liefde hebt:
do liefde het beginsel is van al uw
ideltngen, zult gij mets dan goed doen.
als gevolg van die liefde, zal dan ook
^de van Christus, de vrede, dien JJij
aarde is komen brengen, zegevieren in
1c harten, zoodat gij met elkander zult
tenleven in eensgezindheid en weder-
®ch hulpbetoon. Daartoe toch ook zijn
doelgenooten van een en dezelfde
'stedijko gemeenschap.
aajr wanneer zullen die liefde en die
ie zegevieren in uwe harten? Als ook
iin leeft het woord van Christus: als
dikwijls denkfi aan Zijn waarheden,
geboden,, en een vast besluit vonu.t,
jfcns deze te leven. Vermaant elkander
"5?®- Zoekt die goede gesteldheid te
hijgen vooral ook door het bijwongp
Up
P1" r
A
der gemeenschappelijke godsdienstoefenin
gen; zeker is toch, dat, hij die verzuimt
deze bij te wonen, langzamerhand armer
zal worden aan de zoo noodzakelijke we
tenschap des heils, en zijn leven zal hoe
langer hoe minder in overeenstemming
zijn met Christus leer.
„Het woord van Christus wone dan in
u overvloedig in all© wijsheid". Gij zult u
zeiven daardoor heiligen, en alle mede
christenen zullen gesticht worden door
uw gedrag. En dan besluit de Apostel al
het besprokene in een algémeenen regel:
AlLels, wat gij doet, wat het dan ook zij,
doet het omdat en zooals Jezus Christus
het bevolen heeft, en uw leven zal zijn,
wat het wezen moet: een verheerlijking
van God.
TH. A. VIS,
„Hageveld", Voorhout, R. K. {Priester.
Verklaring van het Evangelie.
Het evangelie van dezen Zondag bevat
een dier zes parabels over (bet rijk der he
melen of het rijtk Gods (hier op aarde, de
H. Kerk, de gelijkenis ml. van (het onkruid
order de tarwe. De goddelijke -Zaligmaker
vergelijkt daarin de door Hem gestichte
Kerk met een akker, waarin Hij zelf het
goede zaad van God's woord en eeuwige
waarheid heeft uitgestrooid. Maar, ter
wijl de menschen sliepen", d. w. z. op een
tijdstip, waarin men ongemerkt zijn even-
rnensch nadeel en schade kan toebrengen,
kwam een vijand van den landheer on
kruid' zaaien onder het goede, vruchtbare
tarwezaad. Met dit onkruid heeft Jezus
waarschijnlijk op het oog de dolik, een
woekerplant, welke in Palestina welig
tierde, vooral op korenvelden. Ze groeit
•tegelijk op met de tarwe en is er niet- ge
makkelijk van te onderscheiden vóórdat
de tarwe vrucht begint te dragen; en dan
heeft de dolik zich reeds zóó ver ontwik
keld, dat haar wortels zich hebben vast
gewerkt tusschen de tarwe-worteltjes.
Daardoor bemerkten de dienaren van dien
beer het eerst laat; en toen gaven, zij hun
verbazing te kennen over dien overvloed
van onkruid, té meer. wijl zij heei! goed
wisten, dat zij den aikkar eerst goed had
den gezuiverd en slechts goéd zaad had
den uiiitgezaai'd. Dorfi met 'droefheid sim zijn
stem zei de hen hun heer, dat dit het booze
werk was van een zijner vijanden. In hun
liefde en ijver voor hun heer verklaarden
de dienaren, zich bereid, om aanstonds het
onkruid uit te roeien, Maar zeer terecht
begreep de lieer, dat dit nu niet kon ge
schieden, wijl anders zeker ook de tarwe
er nadeel van zou ondervinden, en daar
om stelde hij hun voor het onkruid' tegelijk
met de 'tarwe te laten opgroeien tot den
oogsttijd. Dan konden zij heit tegejijkerijd
maaien, van de tarwe het onkruid afzon
deren, om dit dn bundels als van geen
waarde te verbranden.
Zelf heeft Jezus ons een ver-klaring ge
geven van deze schoome gelijkenis, en wel
naar- aanleiding van een desbetreffend
verzoek der apostelen: „Verklaar ons de
"parabel van.het onkruid onder de tarwe".
Deze verklaring van Jezus is zoo treffend,
eenvoudig en duidelijk, dat wij ze zonder
nadere toelichting hier kunnen weergeven.
„Die het goede zaad zaait, is de Zoon des
menschen. De akker is de wereld. Het goe
de zaad', dat zijn de kinderen des rijks.
Heit onkruid echter, dat zijn kinderen van
den (booze. De vijand, die het gezaaid! heeft,
is de duivel. De oogst is de voleinding der
'eeuwen. De .maaiers 'zijn de Engelen. Ge
lijk nu het onkruid wordt verzameld en dn
het vuur verbrand',zoo zal het- ook ge
schieden bij de voleinding dezer tijden.. De
Zoon des menschen zal Zijn Engelen zen
den, en zij zullen, uit zijn rijlc bijéenhreh-
gen alle ergernissen en. hen, die onge
rechtigheid doen, en zij zullen wei-pen in
den vuuroven. Daar zal geween zijn en
geknars der tanden. Dan zullen de recht
vaardigen alls de zon schitteren- in het rij'k
huns Vaders." Waarlijk giroofcsch en in
drukwekkend as het beeld, hetwelk Jezus
'hier one geeft van de vergelding van goed
en kwaad, we,Ike in dit leven niet aLtijd ten
volle geschiedt, doch die eenmaal aan het
eunde der tijden, bij het laatste, algemeeme
oordeel zal voltrokken worden .geheel en al
•overeenkomstig de gestrenge eischen van
Gods oneindige rechtvaardigheid, goed
heid en liefde.
Ook nu nog gaat Jezus voort het goede
zaad Zijner waarheid en genade in de
harten der menschen uit te strooien door
Zijn dienaren, de priesters der H. Kerk.
Maar ook die duivel gaat rond, om het ver
derfelijke onkruid der zonden uijt te zaaien
ó2i 's menschen, hart. En bij voorkeur doet
hij dit als de menschen slapen, als zij niet,
waakzaam en voorzichtig zijn, maar licht
zinnig spelen mét bekoring, verleidingen
en gevaren. Daarom wil de H. Kerk door
dit evangelie ons met aandrang waarschu
wen voor den duivel, die „rondgaat als
een brieschende leeuw, zoekende wien hij
zal verslinden". Daarom wil zij ons met
ernst vermanen, om steeds en overal te
waken en te biddien, opdait wij in de beko
ring niet bezwijken. Laat ons die waar
schuwing en vermaning ernstig ter harte
nemen, opdat wij een maal uit.verkoren
tarwe mogen zijn en „schitteren als de
zon" in het rijk van licht en vrede.
CHR. S. DESSïNG,
Heilo, Kapelaan.
Een Moeder.
De oude moeder woonde met haar doch
ter Julia in een© klein© stad, wier rust en
eenzaamheid niet gestoord werd door het
gefluit eener locomotief.
Zij bewoonden slechts twee kleine ka
mertjes en een keuken, daar de vader
geen plaatsruimte meer noodig had, aan
gezien hij sedert vier jaren het tijdelijke
met het eeuwige verwisseld had.
De oude vader was immer een rusteloos
handwerker geweest. Vooral toen Emiel,
zijn zoon, naar de hoogeschool was ge
gaan, werkt© hij nog harder. Het was op
vallend, zooveel geld als de studie van den
zoon kostte.' En vader wilde de spaarpen
ningen, di© hij voor de moeder en Julia
had ter zijde gelegd, niet aanspreken en
evenwel mocht het den jongen aan niets
ontbreken. Daar bleef hem dan niet anders
over, dan de geliefkoosde pijp na het
middagmaal niet meèr te rooken en hij
zag zich verplicht om zijn Zondagsrok,
dien hij reeds vier jaar gedragen had, te
laten keeren. En als meister Falk, de
schoenmaker^ den ouden Stark des
avonds kwam halen om een glaasje bier
te gaan drinken, durfde de oude man niet
fcnn deze verademing denken, w\nt hij
moest ijverig zijn.
Wanneer hij alzoo tot diep in den nacht
(iim zijn tochtige/ werkplaats zwoegde en
werkte voor vrouw en kinderen., groef hij
zoodoende zonder het te merken zijn eigen
graf, dat dan ook spoedig zijn afgetobd en
overwerkt lichaam in ontvangst nam.
De werkplaats was ledig en aa.n 't ven
ster waren dat oude, goedige gezicht en
die witté haren, die van onder het hoofd
deksel uitkwamen, niet meer te zien.
Op den dag, dat de oude vader in 't kille
graf werd neergelegd, kwam Emiel, ge
kleed- in een nieuwen, zwarten rok, ge
kocht van het geld, door den iaatsten ar
beid van zijn vader verdiend, tehuis; hii
drukte zijne bedroefde moeder in zijne
armen en beloofde, zijn studiën zoo spoe
dig mogelijk te voltooien en hun dan tot
steun te dienen.
Daar zaten nu moeder en dochter aan
het kleine venster, flat op de straat uit
kwam. En tusschen haar. stond de naai
machine, die steeds in beweging was. De
geraniums, die voor het venster stonden,
vielen af en bloeiden opnieüw, ook de
oude moeder boog haar hoofd al meer en
meer voorover, zonder evenwel nieuwe
krachten terug te krijgen en Julia werd
steeds hleeker en magerder want ook haar
martelde de droevige toestand waarin zü
zich bevonden.
Op een zomervoormiddag stond de ma
chine stil en kwam Julia met enkele
banknooten van de spaarbank terug. De
oude moeder nam met bevende hand het
geld aan, deed het. in een enveloppe en
Julia drukte er vijf gropte zegels op.
Toen de moeder dien schoonen brief
nog eens ter hand nam en hem dan aan
ha.ar dochter gaf, stak zij deze te gelijker
tijd een paar centen toe, zeggende; „niet
waar, mijn kind, wij eten van middag
weer haring?"
Hoelang duurt ©n hoeveel kost zoo'n
studietijd!
Deze brief verwekte bij Emiel, die al
tijd een goeden vriend hij zich had,
veel pret.
Je zijt toch een gelukskind, Emiel!
Daar krijg je weer geld! Je oude vrouw
is een parel onder de moeders, dat moet
ik zeggen.
Dat is ze ook! Laten wij nu eens wat
smakelijk eten, en dan de anderen gaan
opzoeken.
Het weinige geld, dat vader Stark in
de spaarbank gebracht had, was spoedig
verbruikt. En toen kon men nog laat in
den nacht twee vrouwen aan 't venster
voor de machine zien zitten, rusteloos ar
beidende. Het hoofd der oude vrouw
werd steeds witter en de groeven des
ouderdoms menigvuldiger; het aangezicht
der dochter werd steeds bleeker en hoe
kiger,, terwijl zelfs de machine niet meer
dat felle getik deed hooren.
Wanneer verloofden, wier linnengoed
Julia zou naaien, haar vertrek binnen
traden, dan deelde Julia ook in 't geluk
dier beiden, doch zoodra hadden dezd
haar niet. verlaten en Julia het ontvan
gen goed zorgvuldig geborgen of haar ge
moed, met. droefheid en wee vervuld,
werd overstelpt met allerlei gedachten.
Al haar geestkracht verzamelende, zette
zij zich dan weer aan den arbeid, want
Emiel had immers geld noodig.
Tegenover haar aan de andere zijde der
tafel zat de oude moeder, wier geest door
ip^hantastiische droombeelden, in eetn ver
verwijderde, nooit te verwezenlijken toe
komst geplaatst, werd terug gehouden...
Haar Emiel had een prachtig examen
afgelegd, en een rijke positie verworven.
Zij woonde bij hem in zijn prachtige, rijk
gemeubileerde woning. Óp den arm van
haar beminden zoon tra'd zij de ontvang
kamer binnen, waar aanzienlijke vrien
den van Emiel haar hun opwachting
maakten. Het grootmoedige hart haars
zoons schaamde zich niet voor den een
voud der moeder. O, Emiel!
Moeder, ik heb geen hout meer, en
mijn laatste werk heeft men mij nog niet
betaald.
Wat zegt ge mijn kind? Ach, ik heb
zoo'n gelukkige droom gehad.
Moede, met waggelende schreden, gloei
ende wangen, had Emiel eindelijk de ka
mer gevonden en met bevende hand licht
ontstoken. Maar wat is dat! een telegram!
Hij was den ganschen dag niet thuis ge
weest! Met sidderende hand neemt hij 't
ter hand en leest:
„Moeder ziek. Wil u zien. Komt direct.
Julia."
Hij werd doodsbleek. Een telegram uit
het arme huis, waar alles zoo spaarzaam
toeging. Ér bleef hem geen tijd meer
over, de dood had aan de deur geklopt en
zijne moeder, die alles voor hem had op
geofferd en die hij in geen drie jaren ge
zien had, tot zich geroepen.
Hij bezat geen halve cent om op reis te
gaan. Hij bedelde en weende, hij raasde
en bad. Na lang loopen kreeg hij de noo-
dige som bijeen.
Wat een vaart! In den spoorwagen trok
hij zich in een hoekje terug en drukte
de lippen samen als wilde hij de zuchten
onderdrukken, die uit zijn geschokt ge
moed opstegen.
Van het station van aankomst had hij
nog een uur te loopen. Zijn gedachten
vlogen hem vooruit vol angst en onrust,
hij zag zijn zuster met betraande oogen
in de deur staan, hem .zonder een woord
te spieken naar de kamer wijzende, waar
zijn moeder op haar sterfbed lag uitge
strekt.
Eindelijk is hij de plaats zijner bestem
ming genaderd. Hij treedt belachroomd,
als een te-rdoodveroordeelde, die om r-
nade gaat smeeken, het ouderlijk huisje
binnen en in den blik zijner zuster leest
hij, dat hij nog niet te laat, komt.
Zacht, Emiel, moeder ijlt. Het zal
spoedig gedaan zijn.
Schoorvoetend nadert hij de stervens
sponde zijner moeder.
Zijt ge daar eindelijk... Emiel... mijn
zoon... een zware last drukt mijn hart...
neem hem weg, Emiel. Julia is zoo zwak...
Het is goed, dat gij tot uw moeder komt...
het ware spoedig te laat geweest... en ik
geloof, dat mijn hart zou gebroken zijn...
Ontneem mij dien last, mijn Emiel... ik
dank u, mijn zoon!... En nu komt ge ons
zeker halen... ach, ik verlang geen groote
kamer... Emiel, slechts ©en kleine... een
klein hoekje waar ik kan bidden... God
bidden, dat hij de liefde van mijn zoon
loont... wees altijd liefderijk tegen Julia...
arm meisje... nu wil ilc slapen gaan...
Neen, neen, geen hout meer... ik ga naar
mijn zoon.
Het was plotseling stil geworden. Emiel
sloeg zijn betraande oogen op. De moeder
wag dood, haar ziel was naaT het hemel
rijk opgevlogen.
Maar zij laat zusters op aarde achter.
Geduldige, lijdende, vertrouwende zusters,
o, jongelingen, hebt medelijden met haar.
KERKBERICHTEN.
AARLANDERVEEN.
Parochie van de H.H. Apostelen Petrus
en Paulus.
Zondag: de H.H. Missen om 7.30 en 10 uur.
In de week alles volgens gewoonte.
BODEGRAVEN.
Parochie van den H. WDlllbrordus.
Zondag: 7 en 10 uur H.H. Missen; 7 uur
Lof.
Maandag: 7.30 uur H. Mis.
Dinsdag: 7.30 en 8.30 uur H. Mis.
Woensdag: 7.30 en 8.30 uur IJ. Mts.
Donderdag: 7.30 en 8.30 uur H. Mas.
7 uur Lof ter eere van het H. Sacrament.
Vrijdag: 7.30 en 8.30 uur H. Mis.
Zaterdag: 7.30 en 8.30 uui H. Mis. Van 4
uur gelegenheid om te biechten.
Eiken ochtend 6.15 uur uitreiking der
H. Communie.
Eiken avond 7 uur Rozenhoedje om door
de voorspraak van Maria den vrede van
God af te smeeken.
BOSKOOP.
Parochie van den H. Jóanne9 de Dooper.
Zondag: H. Mis 7.30 en 10 uur Hoogmis.
2.30 Vespers met Rozenhoedje.
Deze week Catechismus volgens ge
woonte behalve Donderdag),
Vrijdag: te 8.15 uur gezongen- H. Mis en
des avonds, vain 68 uur gelegenheid om
te biechten.
Zaterdag: vanaf 3.30 uur gelegenheid om
te biechten en te 7 uur Lof met Rozen
hoedje.
HAZERSWOUDE.
Parochie van de H.H. Engelbewaarders.
Zondag: 7 uur H. Communie; 7,30 uur H.
Mis; 10 uur Hoogmis; 1 uur Catechismus;
2 uur Vespers.
Dagelijks wordt om 7.15 uur de H. Com
munie uitgereikt.
Donderdag: 8 uur- goz. H. Mis iter eore van
het Allehh. Sacrament*
Zaterdag: B-kaahthooren van 10—12 en
na den middag -wan 4—9 uur.
HAZERSWOUDE.
Parochie van den H. Michaël.
Zondag: £.30 u. uitreiking der H. Com»
immiie; 7.30 uur Vroegmis; 10 uur Hoog
mis; 2 uur Vesipcrs.
Maandag: bij de Z.Ew. Zusters 7.30 uur
H. Mis. 11.30 uur Catechismus.
Dinsdag: 8.15 uur gez. H. Mis voor de Zie
lenrust v-an hen, die op ons kerkhof zijn
begraven. 11.30 uur Catechismus.
Woensdag: 8.15 uut H. Mis. Cat. 11,30.
Donderdag: 8.15 uur gez. H. Mis tot afwe
ring van ziekte onder het vee.
9 en 11.30 uur Catechismus.
Vrijdag: 8.15 uur H. Mis.
's Nam. 3.304.30 u. Catechismus.
Zaterdag,: 8.15 uur H. Mis.
's Namiddags gelegenheid om te biech
ten van 48 uur.
HAZERSWOUDE (groenendijk).
Parochie van den H. Bernardus.
Zondag: o.m half 8 eerste H. Mis; om 10
uur Hoogmis; om half 3 Vespers en Lof.
Maandag en de overige dagen de "eerste
H. Mis om 7 uur; de tw?.ede om kwart
over 8.
HOOGMADE.
Parochie van de H. Maria Geboorte.
Zondag: H. Mis te 7.30 uur. 10 uur Hoog.
mis; 2.30 uur Vespers.
I.30 uur Catechismus.
Maandag: en volgende dagen de H.H. Mi*
sen 8 uur en 8.30.
KATWIJK,
Parochie van den H. Joannes Geboorte.
Zondag: H. Missen te 7 en 10 uur; te
half 1 Catechismus; 6 uur Lorf.
Maandag: te 12 uur Catechismus.
Dinsdag en Vrijdag te half 10 Catechis
mus; Dinsdag en. Woensdag ook te 12 u.
Catechismus voor de kinderen der
Woensdagscho Catechismus.
Dinsdag: 's Avonds te half (acht uur Lof
ter eere van den IJ. AntocuLus.
Woensdag: 's avonds te Ihailf 8 uur Lof te©-
eere vaan H. Jozerf.
Zaterdag: 's Middags van 5—9 uur gele
genheid om te biechten.
LANGERAAR.
Parochie van den H. Adrianus.
Zondag: H. Mis 7 en 10 uur; 2 uur Lof met
preeik.
Door de week Catechismus naar ge
woonte.
Door de week H.H. Missen om 8 en 9 u.
Donderdag: van 3.30 tot 4.30 uur gelegen
heid om te biechten.
Zaterdag: 6 uur Lof; van 34 en van 5—8
uur gelegenheid om te biechten.
LEIDSCHENDAM.
Parochie van den H. Petrus en Paulua.
Zondag: 3 uur Vespers; 7 uur Irof.
Woensdag: 9.30 uur Verni Creator en go-
zongen Huwelijksmis.
Donderdag: van 1012 uur zal het Kerk
bestuur de tweede en laatste zitting
houden tot het ontvangen dar plaatsenr
gelden.
6.30 uur Lof.
Zaterdag: 6.30 uur Lof. Van 5—8 uur
bieclithooren.
LE1MUIDEN.
Parochie van den H. Joannes de Dooper.
Zondag: 7 uur Vroegmis; 9.30 uur Hoog
mis. Onder da H.H. Missen Collect voor
de sieraden van kerk en altaar. Na den
middag 1.30 uur Catechismus; 2.30 uur
Vespers.
In de week de H.H. Missen 7 uur en
8.30 uur.
Dinsdag: 7 uur die H. Mis in het Gesticht.
Zaterdag: na de H. Mis en des nam. van
3.30 uur gelegenheid om te biechten.
MEIJF; EN ZEGVELD.
Parochie van de H. Maria Geboorte.
Zondag: 7 uur Vroegmis; 9 uur Catechis
mus; 10 uur Hoogmis; 2 uur Lof.
Maandag: 8 uur H. Mis; 12 uur Cat.
Dinsdag: 8 uur H. Mis; 12 uur Cat.
Woensdag: 8 uur JL Mis; 12 uur Cat.
Donderdag: 8 uur H. Mis; 12 uur Cat.
Vrijdag: 8 uur H. Mis.
Zaterdag: 8 uur H. Mis; gelegenheid om
te biechten des namiddags van 3,30
7.30 uur.
NIEUWKOOP.
Parochie van de H. Maria Hemelvaart.
Zondag: 8.30 uur H. Mis; 10 uur Hoogmis,
half 2 Cat.; half 3 Vespers.
Maandag: 7 en 8 uur H. Missen.
Dinsdag: 7 en 8 uur H. Missen.
Woensdag: 7 en 8 uur IJ. Missen.
Donderdag: 7 uar H. Mis; 8 uur gezongen
H. Mis; 's namiddags 4 uur Lof.
Vrijdag: 7 uur H. Mis; 8 uur gez. IJ. Miis..
Zaterdag: 7 en 8 uur H. Missen.
NOORDEN.
Parochie van den H. Martinus.
Zondag: 7 uur stille H. Mis; 10 uur Hoog
mis; 2 uur Lof.