Ingezonden stukken.
tra de eigenaar vam dat viscKSSctt mij be
letten de brug te leggen? Moet ik beslist
Van hem «601 vergunning hebben of kan ik
beginnen, te bouwen?
Antwoord: Mogelijk is, dat u de
brug niet leggen kunt, wanneer het visch-
(recht reeds vóór 1838 bestond. Is dit niet
het geval, zoo kan een vischrecht in dezen
niet hinderen. Informeer eens bij den Am
bachtsheer of ten Raadhuize, wat diens
recht inhoudt en van welk jaar het da
teert.
Vraag: Is iemand, die in 1908 vrijge-
feteld is van de militie, nog lanidstorm-
iplichitig?
A ntwo ord: Ja, zeer zeker. Land-
te tormplichtigen zijn binnen zekere gren
zen juist degenen, die geen. militiedienst
behoefden te vervullen.
Vraag: Hoeveel bedraagt het percen
tage van de dividendbelasting?
Antwoord: Deze belasting bedraagt
ff 5.voor elk geheel bedrag van f 100.
Vraag: Ik heb op een lakensche man
tel regen gehad en nu blijft dit vlekken.
Zoudt u mij kunnen zeggen, hoe ik die het
best er uit kan verwijderen.
Antwoord: De géheele mantel met
oen spons flink nat maken en daarna
terwijl de mantel nog nat is opstrijken.
S. Uw aanvulling kwam te Iaat in ons
bezit. Wij zullen uw vraag de volgende
"week beantwoorden-
(Buiten verantwoordelijkheid van de Red.)
„Ons Politiek Recht".
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding van juw artikeltje ,,Ons
Politiek Redht" (heb ik de eer op te merken,
dat uwe vrees diat er verdee'.iiieid za, ont
staan nis wij ons „Politiek Redht" eAschen,
geen complimentje is tuan hen die nu de
ipolitiekemacht helbben.
Er mag evenmin verdeeldheid zijn, ais
wij eenige macht hebben die ons toe
komt, als nu, nu wij wel politiek recht
hebben dat erkent u in uw artikel en
geen politieke macht. Dus a'leen
dan, als wij van onze rechten blijven af
zien, zial er geen verdeeldheid zijn; druis
goed ib 1 ij v e n, dan kan je met den
duivel twal vrinden zijn.
Het bewijs van een niet ver van Ledden
gelegen plaats, is genoegzaam, om aan te
toonen, dat die vemdeefidheid niet kooit van
•die klasse, die haar politiek recht zoekt,
dc<?h juist het tegenovergestelde. Toen
daar de democratie vasten voet kreeg en
haar rechten opeischtc, scheidden de vroe
gere machthebbers uit „(hoogere kringen"
zich af, celf na een uitspraak van (het ker
kelijk gezag in daze, waarbij de democra
tische partij in 't gelijk gesteld werd 'en
daardloor erkend.
Dat dan odk die drang hoe langer hoe
felerker wordt, is tevens een kliaar bewijs,
dat het door hen, die werkefijk sociaal! voe
len, nooddg geoordeeld wordt, dat hierin
verandering komt en h>un rechten niet vol
doende worden erkend en hun belangen
onvoldoende behartigd.1.
En komt er van de Vereen. „Ons Poli
tiek Recht" niets terecht, dan (zal toch
daanbuiten door ieder die pt in gaat zien
het redht gecocht en de macht verkregen
worden.
Geeft 't niet den schijn of men zich van
st roof-conservatieve zijde schuldig voelt,
met zóó tegen een streven naar rechtser-
kenning te sputteren.
Men moest ihet Gerst eens probeeren. Uk
gelood niet diat het tegenvallen aou. En
dan nog, zou het niet onaardig fcijn, oan
ook eens te ervaren, boe ongezellig en
krenkend het isf. alb men niet dat krijgt
waarop men recht heeft, en welk een op
offeringsgezindheid er bij verongelijkten
moet zijn, oan diat aldoor maar geduldig en
gelaten te dragen.
Dank voor opname.,
W. 'A. Th. B.
Bovenstaand stukje ia, dunkt ons, een
typeerend voodbeeflid van de verwarring en
opgewondenheid, welke er in de geesten
van voorstanders van „Ons Politiek Recht"
heerscht. 't Toekent toch duidelijk verwar
ring en opgewondenheid, als men de tegen
standers van „Ons Politiek Recht" maar
eenvoudig alls .stroef-conservatiefbe
stempelt en... zxx> in een hoekje wil duwen.
*t Wijst todh zonder twijfel op verwarring
en opgewondenheid, als men beweert, liat
de arbeiders alleen eenige „macht" kun
nen uitoefenen, wanneer zij zich in een af
zonderlijke politieke organisatie zouden
vereenigen. De inzender leze maar eens
een artikel van den heer Serrarens in dit
nummer, waarin wordt gezegd, dat de ar
beiders (die politieke „macht" (wij zouden
liever zeggen „invoeid"), welke hun toe
komt, in de bestaande kiesvereenigin-
gen kunnen verkrijgen, als ze maar zelf
ernstig willen]
In de slot-alinea zegt üe inzender, dat hij
het niet „onaardig" zou vinden, wanneer
door middel van „Ons Politiek Recht" an
deren (bedoefld zijn hier „de hocgere krin
gen") o<ok eens niet zouden krijgen, waar
op zij redht hebben! Ziet, hier b e w ij s t
hij zonneklaar, dat „Ons Politiek Recht".,
hoe voortreffelijk zij ook door Üe ontwer-
pens moge bedoeld zijn, uit den aard der
zaak een groot gevaar met zich brengt
voor leen noodlottige schéiding in de
Katholieke partij, voor een betreurenswaar
dige verdeeldheid1, waar gestreefd
moet wonden naar eienheid! Als in „Ons
Politiek Redht" in de toekomst een geest
zou heerachen, als waarvan die inzen
der veroorlove ons onze meaning ronduit
te zeggen! üe schrijver van het boven
staande op dit oogenblik is bezield, dan
zou daze vereeniging zeker en beslist een
gevaar, een groot gevaar moeten wor
den gdheetan voor de Katholieke partij.
En nu is juist onze vaste meening, dat
een dergdSjke maoht^treying, afts waar
van de schrijver Wijk geeft, buitengewoon
gemakkelijk „Ons Politiek Redht" 20»
kunnen doen ontaarden tot een zelfstan
dige politieke partij, in, of liever geoegd,.
buiten de algemeen® Katholieke partij.
Wij fcijn het met één zinsnede van dèn
schrijver teens, n.iL met deze:
„En komt er van de Vereen. „Ons Po
litiek Recht" niets terecht, dan zal toch
daar buiten door ieder, die 't in gaat zien,
het recht gezocht en de macht verkregen
wonden."
Dat geltooven wij ook en dat hopen
wij. Wij hoppn, dat buiten „Ons Politiek
Recht", n.l. in de kiesvereenigingen, de ar
beiders Vullen boeken hun recht en zullen
verkrijgen de hun rechtens toekomende
macht of invloed!
RECHTSZAKEN.
Het militair saluut.
De waariL. auditeur-militair bij den
krijgsraad te 's-Gravenhage, mr. B. van
Rossem, requireerde vrijspraak met last tot
disciplinaire afdoening der zaak, voor den
milicien der vesting-artillerie J. Th. Pe
ters, afkomstig uit Halfweg, die terecht
stond wegens beleediging en dienstweige
ring.
Bekl. die.per rijwiel een officier passeer
de, salueerde niet. De officier gelastte hem
stil te houden, doch bekl. reed door. Toen
de officier hem later toch aanhield, keek
hij dezen zeer brutaal aan, zoodanig, dat
de officier zich daardoor beleedigd ge
voelde.
De waarn. auditeur-militair achtte het
niet stilhouden van bekl. toen de officier
hem aanriep, geen dienstweigering, terwijl
het brutaal aankijken van den officier door
bekl. niet kan beschouwd worden als een
beleediging den officier aangedaan.
De krijgsraad onmiddellijk uitspraak
doende, wees vonnis overeenkomstig den
eisch van den auditeur-militair.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Minister Cort v. d. Linden over het
onderwijs.
Na de pauze vervolgt de Minister Cort
van der Linden, zijn rede.
Hij komt thans tot art. 192.
De minister meende, dat zijn voor site!
geboden wend' door de rechtvaardigheid
en de wijsheid. Hij wijst er op, dat de heer
Eerdmans in zijn vergelijking inet de Si
renen niet geheel juist was. Hij deed niet
zoo verstandig als die oude Odysseus, hij
hond' zicheeBf niet vast aan den mast en
hij stopte de ooren van zijn makkers niet
dicht met was. Maar wat nog erger is,
de heer Eerdtmans wendde den steven en
stuurde terug tot voor 1848. 6pr. hoopt
dat de heer Eerdimans tot nadenken ge
stemd nal worden en zal inzien, da.t het
niet overeenkomstig het liberale beginsel
is terug te gaan tot dat jaar ('n Welver
diende afstraffing!)
Ligt aan de openbare school een stedisel
ten grondsfllag? De heer Gerhard meent
van wei, üe heer Ketetoar meent dat er
naar gestreefd moet worden dat alleen de
paedagogisohe stelling: „geef het kind
wat des kinds is" gevofgd' wordt Spreker
gelooft dat de openbare fcchool het beste
geeft wat ze geven kan. maar zij geeft
niet datgene dat zij (willen, die hun kin
deren wil/ten opvoeden in hun eigen ge
loofsovertuiging. Het is spr. niet mogelijk
zich te denken hoe men natuurkunde of
geschiedenis kan onderwijzen ao-nder
fenig verband met den godsdienst. De
onderwijzer zal toch in de harten uitstor
ten wat hij zefllf gevoelt.
Hel ongebonden onderwijs is onbruik
baar voor hen die het gdheeTa onderwijs
willen doordringen van ü'en geest van
hun Kerk.
De openbare school is niet geworden de
nationale school. Dat die school de een
heid der natie zjou bevorderen, betoogde
de heer Eerdmans. Deze Bpr. doet den
•minister denken aan die oude nophisten;
de openbare school is voor hom üe natio
nale school omdat hij alls nationale school
do openbare school Iwil. Maar in werke
lijkheid is diat niet zoo. De vrijheid' kan
well de eenheid bevorderen: men krijgt het
land lief, waar men vrij is in zijn geloof.
Miskent de heer Eerdmans niet spr.'s be
doeling om het geheele onderwijs te wil
len veiheffen op hooger peil?
De tegenstanders vreezen dat het geld
niet ton goede zal koonen aan het onder
wijs en zij vreezen dat het openbare t>n-
derwijs in gevaar zal worden gebracht.
De minister Wijst er Vcp dat de drang naar
goed onderwijs leeft in alle kringen van
ons onderwijs. Wij zagen dat bij het_ vak
onderwijs, bij het u'lo en het mulo-onder
wijs. Het pulbsidiestdlsel deed het peil van
het onderwijs stijgen. Bij de arbeiders
doet zich steeds duidellijk het verlangen
naar goed ond'erwijis gevoelen: het laven
zelf drijft onverbiddelijk naar goed en
betör onderwijs. Door kortzichtigheid kan
dit verlangen worden tegengehouden.
Daarvoor zijn waarborgen noodig, de
Grondwet geeft ze: het toezicht op het
onderwijs en op de zedelijkheid en de be
kwaamheid der onderwijzers. Alls eerste
waarborg zou spr. wensdhen goede zorg
voor de opleiding van de Onderwijzers. De
beide grondwettelijke waarborgen ont
braken in üe Belgische grondwet. Paul
Fréidéricq heeft ireeds op deze gebreken
geweaen. Art, 192 bevat nog andere eisohen
van deugdelijkheid; (het Laat aan den wet
gever ürver ae nader vast te stellen. Spa*,
begrijpt niet waarom men gesteld is pp
de gelijkheid van twee geheel ongelijk
soortige grootheden. Men verlangt waar
borgen voor de goede besteding der gel
den en voor goed' onderwijs. Spr. üeelt dit
wantrouwen niet. Maar hij vraagt zioh af,
wat zij zuilen bereiken /die die eisch en
stellen? Spr. acht zelfs een gevaar in ge
lijkstelling gelegen voor bepaaMe geval
len. Men kan de vrijheid van richting
voorop öteïlèTi en üe grèniai der geflijkstefl-
ling zoo hoog stellen, dat de eischan van.
gefijste®ing alle waarde verhezen. En
wie zal arbiter zijn in de naleving van
zoodanige voorwaarden? Wie zich vast
klemt aan gelijke eèschen beflemimert de
goede ontwikkeling van beide. Kan men
een formule vindon, frie waarborgt diat
het peil niet zal dalen? Spr. ziet de mo
gelijkheid daarvan niet in.
Men vreest, dat de bijzondere school de
openbare zal verdringen. Het neutrale on
derwijs is een levensbeschouwing, is vaak
betoogd. Daartegen was de Minister in de
Memorie van Toelichting opgekomen. Hij
acht het niet denkbeeldig, dat de openbare
school meer en meer zal verdrongen wor
den. Daarvoor is spr. niet onthutst. Spr.
gelooft, dat de waarheid niet overwint
door de kracht der gouvernementen maar
wel door het Jicht dat zij zelf uitstraalt.
Men denkt echter ook, dat een minder
heid genoodzaakt zal zijn confessioneel on
derwijs te moeten verdragen. Men vreest
den conscientie-dwang. Daar is spr. dade
lijk bereid te steunen in het bestrijden van
dat gevaar. Wanneer bijzonder onderwijs
als regel werd voorgeschreven zou er spra
ke kunnen zijn van een ernstige bedrei
ging der conscientie-vrijheid. Maar die
vrees is er niet. De Grondwet handhaaft
de vrijheid van consciëntie. Spr. begrijpt,
dat men thans tegenover die bezorgdheid
een wat scherpere uitdrukking daarvan
wenscht. Hij wenscht het beginsel gehand
haafd te zien, dat overal voldoende open
baar onderwijs wordt gegeven.
Uitwerking in de additioneele artikelen
moet de Minister beslist van de hand wij
zen. Wie wil meewerken aan de totstand
koming om de herziening te bevorderen,
kan niet verlangen, dat -de formules zul
len worden uitgewerkt.
Tegenover de termijnbepaling staat de
Minister anders. (Deze is door Katholieke
afgevaardigden gewenscht). Niet omdat hij
dat weinig beteekenend vindk Hij bindt
zich niet, doch wil wel medewerken om on
gerustheid weg te nemen. Een bewijs van
wantrouwen is het tot op zekere hoogte,
maar eveneens spruit de ongerustheid van
den heer Tydeman ook voort uit wantrou
wen. De Regeering heeft geen wantrouwen
en bij het meerendeel der Kamer bestaat
het ook niet. Diezelfde geest van vertrou
wen moet in de Kamer en daarbuiten blij
ven heerschen, ook in het belang van de
grondwettelijke bepalingen
Het ideaal van den Minister is de be
vordering van het onderwijs. Of het be
reikt zal worden, weet hij niet, dat het
bereikt kian worden, gefwft hij zeker. Het
onoerwijs is een zaak van Biet geheef.©
volk, aoioaT.s rechtvaardigheid dat ook ts.
Is deze tijd wel een tijd van grondwets
herziening? De minister aarzelt geen
oogenblik deze vraag bevestigend te be
antwoorden. De ooricg dwingt de fandge-
nooten tot groote eenheid, ook voor de
voorbereiding van den vrede.
De belofte die de discussie heeft bege
ven is üeze diat door \te waardeering van
eikaars overtuiging die is gebleken dat
neer vrijheid en meer ontwikkeling maar
ook een hechter eenheid van ons voOk is
te wachten.
De vergadering wordt r/erdiaagd tot
Dinsdag half twaalf.
Uit de Pers.
Do ..Katholieke" inspecteur.
De Rotterdammer schrijft:
Een fier schutriheiligen van de concen
tratie is jlhr. mr. Micihidls van Kessenich,
een der drie inspecteurs van het-Üager on-
derwijs, -die in Nedeaftand toezicht oe'fehen.
Hij is Katholiek, en oefent inspectie in
de Euidielijke provinciën.
Welnu, als zu/lk een „Katfcoiliek" inspec
teur uit het donkere Zuiden iets slechts
zegt van het bijzonder onderwijs, dan
moet het xvefl 'heel slecht wezen.
En hij heeft harde noten gekraakt oiver
de vrije school.
Vandiaiar dat Ue frontmannen op de rijke
ervaring van üen „katholieken" inspecteur
een veelvuldig beroep doen.
Nog pas voerde prof. Eerdmans hem in
zijn heldengestalte in de Tweede Ka
mer op.
Maar nu koant dr. P. J. M. van Rils in
een ingezonden situk van het Handels
blad" het beeld van dazen beschermheilige
nader schetsen.
Enkele trekken worden hier pveogeno
men:
De heer M. v. K.: Ie. vervult sindls jaar
en dag geen enkelen zijner katholieke
godsdienstplichten; hij is dan ook juist
zoo Katholiek als bijv. de Leidsche hoog
leeraar Bolland' of de Amsterdamsche wet
houder Vliegen;
2e. wias bestuurslid der Liberale Uniq,
toen de heer Goaman Bopgesius onder
wiens ministerschap de heer Micihiölis in
specteur werd voorzitter der Unie was;
3e. is tot den dag van beden 't erkende
hoofd der (liberale partij in en buiten den
gemeenteraad van Roermond;
4e. de „Katholieke" inspecteur speelde
het in zijn inspectie in 1899 k/iaar, die
beide oom missies voor de hoofdakte te
'e Bosch en te Arnhem zoodanig te ïopmee-
ren, dat op üe 43 leden en plaatsvervan
gende leden geen enkel lid en 1, zegge en
schrijve één plaatsevervanger uit het Ka
tholiek bijzonder onderwijs, daarin een
plaats kreeg.
Wie het oordeel van de Katholieke Ka
merled eai over deze daad van /den „Katho
lieken inspecteur" wil vei-nemenv hij s(La
de Handelingen cler Tweede en Eerste Ka
mer op ten zal daar zeer krachtige protes
ten van wijlen Üe heeren Mutsaert, dr.
Sohaepman, dr. Vermeulen en Van der
Does de Wileibois lezen.
Een andere Sint-Fronfcmannius zal noo-
dig zijn!
Nederland na den oorlog.
Het Vaderland verbaast zich over
de weinig gunstige ontvangst in de afdee-
lingen der Tweede Kamer van het wets
ontwerp tot uitbreiding van: den dienst
voor economische voorlichting in het-bui
tenland.
Ziedaar nu eens een wetsontwerp, dat
ten volle populair mocht heeten.
Van alle kanten was er om gevraagd
Het denkbeeld van zulk een wet werd niet
geboren in de studeerkamer, maar ont
stond uit werkelijke behoefte; de pers had
het allergunstigst ontvangen...
In de algemeens vergadering van de Ver
eeniging voor Staatshuishoudkunde en Sta
tistiek hebben mannen als Tireub, Plate,
d'Aulnis de Bourouill en Stork ons gewaar
schuwd, dat we ons te wapenen hebben
tegen hetgeen na den oorlog voor de deur
staat, dat een enorme opleving van handel
en verkeer te verdachten is, en dat onze
uitvoernijverheid dan gereed moet staan,
om zich de voordeelen van een betere plaats
op de wereldmarkt te verwerven.
Onze industrie is reeds bezig zich daar
op in te richten.
De andere neutralen zitten niet stil.
De industrie van de Vereenigde Staten,
begrijpend, dat haar tegenwoordige bloei
als gevolg van de ammunitiefabricage
slechts een tijdelijke is, zoekt nieuwe ter
reinen voor blijvenden afzet van haar pro
ducten in Zuid-Amerika. De Scandinavi
sche Rijken wedijveren in bedrijvigheid.
In Denemarken neemt de vlucht der uit
voernijverheid met den dag toe. Het sa
mengaan van Scandinavië met Noord-
Amerika is een gevolg van toenadering
tusschen genoemde landen sedert van Scan
dinavië de eene stoomvaartlijn na de an
dere tot stand kwam (O. Kamerlingh On
nes in „De Zeepost"). In Zweden wordt
met arendsoogen nagegaan, welke plaats
Zweden na den vrede in de rij der volke
ren zal kunnen innemen, wanneer het voor
den oorlog gespaard wordt. (H. A. vam ÏJs-
selstein in „De Ingenieur"). Zelfs in het
anders zoo trage Spanje is een opleving
van de energie te constateeren.
„Is het, zoo besluit het blad, aan te ne
men, dat in Nederland, een door de regee
ring voorgestelde complex van eenvoudige
en weinig kostbare maatregelen, om op
doeltreffende wijze een betere voorlichting
van onzen handel en industrie te verzeke
ren, zal afstuiten op een tegenstand, die
voor een belangrijk gedeelte voortvloeit
uit bureaucratische administratieve en
hiërarchische overwegingen, en den groo-
ten kant van het vraagstuk over het hoofd
ziet?
„Wij verwachten het wel niet. Maar
toch hopen wij, daf de critiek der tegen
standers de voorstanders waakzaam moge
maken".
Stavast!
In een artikel onder dit opschrift vestigt
DeNieuweCouranterde aandacht
op, dat, indien bij het einde van den huidi-
gen wereldkrijg een wereldcongres, evenals
dat van Weenen, een eeuw geleden, allerlei
vragen, die Nederland staatkundig en ter
ritoriaal onmiddellijk raken, onder de
oogen zal hebben te zien, het dan ondenk
baar is, dat Nederland als Souvereine
staat van de deelneming van zulk een con
gres zou worden uitgesloten, op grond vam
zijn gedurende den oorlog rechtens en eer
lijk gehandhaafde neutraliteit.
Het blad trekt geen oogenblik in twijfel,
dat, wanneer de tijd van voorbereiding
van zulk een congres aanbreekt, onze Re
geering met allen nadruk aanspraak zal
maken op de plaats welke aan ons- land
daar rechtens toekomt. Het veronderstelt
zelfs niet dat daartoe buitengewone krachts
inspanning harerzijds moodig zal zijn.. De
bekwame en beleidvolle, maar vooral ook
krachtige persoonlijkheden aan wie de
zware taak zal worden opgedragen om Ne
derland' s hoogste belangen daar te bevor
deren en zoo noodig te verdedigen, zijn,
zegt het, onder onze landgenooten te vin
den en zullen naar wij vertrouwen, door
de Regeering gevonden worden.
Maar wat deze mannen voor de vervul
ling van hun taak bovenal zullen behoe
ven, dat is, betoogt liet, de vaste overtui
ging dat èn de Regeering èn het Nederland-
sche volk, wanneer "het na den oorlog om
de volledige handhaving van Nederland's
rechten als zelfstandige staat, of, erger
nog, om de onaantastbaarheid van zijn
grondgebied mocht gaan, vastbesloten en
bereid zullen zijn, daarvoor, zoo 't moest,
het uiterste te wagen.
Het is niet te vroeg hierover te spreken.
Reeds nu moet ons volk doordrongen zijn
van het besef, schrijft het, dat het oogen
blik kan aanbreken, waarop wij, beroofd
van de gunstige kansen, die het Europee-
sche machtsevenwicht aan kleine staten
bood, zonder hoop op gewapende hulp van
ten doode vermoeide, elkander voor lan
gen tijd tot geen prijs meer bevechten wil
lende mogendheden, gansch alleen zul
len komen te staan tegenover co-ngres-plan-'
men of -besluiten, welke onze hoosite rech
ten onmiddellijk aantasten. Het oogenblik
kan komen waarop met name ten aanzien
van deelen van ons grondgebied, eischem
aan ons gesteld worden, waarop wij op
straffe van national en ondergang niet an
ders zouden mogen antwoorden dan met
een dreigend: kom en haal ze!
Alleen indien wij Nederlanders er onder
ling zeker van zijn dat wij het, zoo noo
dig^ op het geven* van zulk een antwoord,
welbewust van al de daaraan verbonden
gevolgen, zullen laten aankomen, alleen
indien wij naar buiten den indruk zullen
weten te versterken (want gSlukkigl die
indruk bestaat) da.t wij n a evenmin
als gedurende den oorlog er tegen op zullen
zien voor de" onschendbaarheid van ons
grondgebied de wapens te gebruiken
alleen dan is er goede hoop, dat allerlei
plannen die een dreigend aanzien voor ons
vertoonen, zullen, worden ter zijde gescho
ven als onrechtmatig en... onpractisch.
Niets zal ons onaantastbaarder maken
dan de zekerheid dat op al zulke plannen
slechts één antwoord te verwachten is: gij
kunt mij. overhoop loopen, maar gij zult
het dan ook moeten doen, gij zult den
dag na den, oorlog aan -Gak wereld het vftr-
Ingezonden Mededeeiingei
a 30 cent per regal
Wat te doen
afcs~de kdöai zich vertoont.
De Niatttuir geeft een üuidaBjke
schuwing, als er iets binnen het lichaam
niet in orde is. Geef bi; waaxisciHrwiDgai
vian nierawafcte (Boor een pijnlijke rug, o&
Huiver bloed of versf<*c\ie urineêowzhi^
onmiddellijk hulp aan de nieren.
Een nienaanctoening is gavaanhjk et'
brengt wetLdna het gozondetr gestel vas
streek, itheumatische pijnen, n/«gruis, m
-steen, spit en waterzucht veroorzakend.
Foster's Rugpijn Nieren PDteo zijn tm.'
overtrefbaar voor nier- en klabak walen.
Maar ons gezond' venstand zegt onst, üal
wij kwadie gewoonten, die de nieren ver
zwakken, aooafis het eten van te ved
vieesch, «verwerking^ aoogem, het gdbmif
van steitke dranken, en buitensporiglheöei
moeten nalaten. Het drinken van water ii
oen goede gewoonte, want dit helpt dij
"vergiften uit de nieren kpod.en.
Dit zijn eenvoudige voorzorgen, van di
Natuur, die met behulp wan Foster's Pill
lien qpoeldig baat gdven.
Neemt iu in euaht voor namaak. De ecflite
Foster's Rugpijn Nieren PilMen, voorzien
van do handteakening van James Fostej
op Ihet etiket, rijn te Leiden verikrijgib. bij
D. M. Kruisanga, N. Rijn 33, Reijst Kralk,
Steenstra/at 41 en )D. de Wadi, Mare 56,
Toezending geschiedt franco na ontv. v,
postwissel f 1.75 p,. doos of f 10 p. zei
doozem (6415)
heffende schouwspel moeten aanbiedel
©ener gewelddadige onderwerping van een
kleine staat die zichzelf behouden wil.
Weet Europa dit, dan zal het nl e t ge
beuren. Onzerzijds echter zal het niet vol.
doende zijn heit te zeggen, maar in om
volk moet de vastberadenheid zijn om liel
te doen. Verzuimen wij niets om dien
geest onder ons levendig te houden en
waken wij dat al hetgeen wij ons tijde«
den oorlog hebben laten welgevallen, om
dat het ong deelnemen aan den oorlog niel
waard is, ons nimmer gewent aan toega
ven onder protest.
Steken zij, wie ook en wanneer ook, de
hand naar ons grondgebied uit, dan zul
len zij nee n! vernemen.
Stoomvaartberichten.
STOOMV. MIJ. NEDERLAND.
BINTANG, van Amsterdam naar Saa
Francisoo vertrok 1 Nov. van Kirkwall
PRINSES JULIANA vertrok 3 van
Amsterdam naar Batavia. RONDO vertrok 1
1 Nov. van New-York naar Java.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
BANDOENG (uitreis) pass. 1 Nov. Perim
DJEBRES arriv. 31 Oct. van Rotterdam
te Baltimore. GOENTOER (thuisreis) pass,
1 Nov. Finisterre. MEDAN, van New-Yort
naar Java, arriv. 2 Nov. te Padang. SIN-
DORO (uitreis) pass. 31 Oct. Finisterre,
WILIS (thuisreis) pajss. 1 Nov. Kaap Veri
Eilanden.
HOLLAND AMERIKA LIJN.
CHR. MICHELSEN, van Rotterdam naar
New-Orleans, vertrok 1 Nov. van Kirk-1
walL NIEUW AMSTERDAM, van Rotter-
dam naar New-York, pass. 3 Nov. 2 u, j
voorm. St. Kilda. POELDIJK, van Rotter
dam naar New-York, pass. 2 Nov. 2 u. 30 1
nam. Brow Head.
KON. WEST-IND. MAILDIENST.
JAN VAN NASSAU vertrok 3 Nov. van
'Amsterdam naar Bueoos-Aynes. NICKB-
RIE vertrok 3 Nov. van Amsterdam naar
Suriname.
Schaakrubriek.
Oplossing van probleem 303: Pc3.
Goede oplossingen 'Ontvangen van: A. li
Ouwerkerk, Leidien; E. de Ruiter, Oegsl
geest; J. Berk, Koeterw-oude; föcthaaiklust,
te Z. -Ij
Co-rrjespondentie. 1
R. P., telL. U hebt gelijk, dit was juid
de reden, daardoor werd een nevewopl»
sing verijdeld; uw schaakkennissen hebben
ook D P. oever 't hoofd gezien. Verder
voildoen wij gaarne aan 't verzoek; het
ons welkom en we builen het nogmaaü
corrigeeren.
J. J. B., te Benschop. Dank voor ufl
oplossing, maas* zou. u ze nog eens -na wil- !f
len zien. r
Probleem 307, K. ERLIN. (La StratégW s
ZWART. k
WIT.
Stand der Stukken:
Wit: Kc4; Dal; Pa7; Pg7; pion f6.
Zwart: Kd6; La5; Pd8; pionnen d7, ff*
Wit begint en geeft in 2 zetten mai.
Oplossingen worden ingewacht tot 2»
terdag 18 Nov. onder motto „Schaar
au.* oai uureau van de „Leidsche Gourab"
Leiden.